53*'" Jaargang. Woensdag 20 December 1899. No. 10120. Tweede Blad Nog eens melasse-spiritus. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Ylaardingen 11. 1.25. Franco per post fl. 4.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen lö cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauBoterstraat 68. IKMIil'IIIH Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 421/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Kleine advertentiSn opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon ïïo. 123. De benadeeling der graanbranderijen door de fabricatie van meksse-spiritus werd. bijna, op 'hetzelfde oogenblik, dat wij daaraan. M ons nummer van 17/18 December een artikel wijdden, in de Tweede Kamer ter sprake ge bracht ditmaal door een der invloedrijkste •leden, dan afgevaardigde uit Hoogezand, den heer Veegens. Om liet belang der zaak voor Schiedam nemen wij zijn redevoering, voor- zoover zij dit onderwerp betreft, 't antwoord van den Minister van Financiën en de re pliek van den heer Veegens hierachter op. Onze teers zullen daaruit zien, dat deze zaak een nog veel ernstiger karakter lweft verkregen dan. tot dusver weid aangenomen maar tevens, dat de Minister van Financiën is teruggekomen van de «enigszins ludhitiharti- ge beschouwing, die daarover in de Memorie van Antwoord betreffende zijn begroeting werd aangetroffen en door den heer Veegens terecihlt werd gecritiseerd. Thans heeft de Mi nister een onderzoek daaromtrent ingestteffld', dait intusschen nog niet is afgeloopen' en in af wadi ting waarvan, de Minister ten deze di ligent wenscht te worden verklaard. Er is dus uitzicht, dat een voorstel tot voorziening zal worden gedaan. De cijfers omtrent de productie van gedis tilleerd uit granen en uit melasse in 1898, die d© heer Veegens opgaf, verschillen eenigs- rins, hoewel niet veal, van de onze. Voor 1899 had die afgevaardigde geen gegevens; maar op grond van hean verstrekte inlichtingen deelde hij mede, dat de produobi© van melas se-spiritus voor 1900 op niet minder dan 250,000 H.L. geschat wordt. Dit is een lioogst opmerkelijk cijfer, dab door den Minister niot weersproken werd. Do verklaring van deze kolossale toeneming van productie schijnt daarin gelegen, dat een aantal sta ke rftbrikanten zich vemmigd bobben om op groote schaal uit hun nn bt-se spiritus te be reiden.. Het is duidelijk, dat een zoodanige uitbrei ding der productie van meSasse-spiritucf tal van giraanbramk-rijen aan ondergang zou blootstellen. Terwijl in 1898 J der totale pro ductie van giedis^illeerd uit melasse geschied de, zou die verhouding in 1900 tób ruim stijgen. Een verhouding, die voor de graan branderijen nog veel ongunstiger wordt, wanneer men niot de totale productie van ge distilleerd, maar enkel die voor binnen- landsch verbruik in oogensdbouiw neemt. Mocht heb opgegeven cijfer juist zijn, dan zou het inderdaad do hoogste tijd zijn, dat de wetgever ingreep, tón einde te voorkomen dat de onbeschermde fabricatie van gedistil leerd uit granen door de indirect beschermde fabricatie van spiritus uit melasse werd dood*- gedfukt, tot onberekenbare schade voor onze omgeving ook in ruimeren kring; want zeer terecht word door den heer Veogens ock ae aandacht gevestigd op de bij deze zaaic be trokken. belangen der veehouders, allereerst in heb spoéLingdi strict, dlait bij verdere be langrijke inkrimping van de productie der graan branderijen met een algdheefe oecc.no- misohö omwenteling zou worden bedreigd. Gelukkig blijkt men nu aan hot Departe ment van. Financiën dit onderworp ernstig ter harte te willen, nemen. Den heeir Veegens komt dank toe, dat bij op deze voor onze streek zoo gewichtige zaak te rechter tijd met zooveel nadruk de aandacht heeft gevestigde De redevoeringen in de Tweede Kamer. De heer mr. J D. Veegens Mijnheer de Voorzitter In liet Voorïoopig Verslag wordt 's Minis ters aandacht gevestigd op de bestaande r» voorredhting van de alcoliolfabricage uit me lasse tem koste va» de graaribranderijen. De Monaster antwoordt, dait blijkens zijn rede vam 17 December 1897 zijn aandacht reeds long op deze zaak gevestigd is, doch dat hier ten. onredhite van bevoorrechting gesproken wordt, en dat hem nu evenmin, als toen dui delijk geworden, is, dab de wetgever ten ctea iets te verrichten hec-ft. Op 17 December 1897 nam de Minister iin- buHschen ten opzichte vam detzo zaak ceu ©enigszins ander standpunt in. Hij bestreed teem liet middel, door belanghebbenden aan de liamsd gedaan on door dem geachte afge vaardigde uit Schiedam ondersteund, oan oen extra, accijns te heffen van f 2 per H.L. me- lasee-spinitus, voor zoover die in binnen lands ch verbruik wOrdt gebracht. Miaar hij ontkende niet geheel heb gewaar, dat ae graambranderijbn door de vervaardiging van «pirrtua nit melasse bedreigt. De Minister kwam echter tot de hem zedven te recht niet bevredigende conclusie, dat men hier stond voor een onoplosbaar probleem, dat hij ten deee eenvoudig geen uitweg wist. Thans gaat de Minister verder en ontleent hij, dat hier met recht van bevoorrechting kam gesproken, worden. Indien die ontken ning op goede gronden steunde, zou de con clusie van den Minister, dab de wetgever zich mot deze zaak niet heeft in te la,ten, zeker gerechtvaardigd zijn. Maar ik geloof niot, dat het bestaan van zekere bevoorrechting ten deze met grond kan worden geloochend. Do hoogst belangrijke toeneming van de fabrica ge van melasse-spiritus, die 'hier te lande in do laaitste jaren valt waar te nemen, is voor een deel heb gevolg van fiscale maatregelen, in Frankrijk genomen, waardoor de uitvoer van melasse naar dat Rijk geheel heeft opge houden. Daartegen valt voor den Nederland- schen wetgever niets te doen. Maar voor een ander deöl ligt de vermeerdering der fabri cage van melasse-spiritus aan de premiën, die liier te lande aam de suikeriabrikanten wor den toegekend. Zonder die bescherming dor suiikerfaibrikanten zou do productie van me lasse voel geringer zijn, en zou do fabricage van melasse-spiritus niet op zoo voordeedi,gen voet kunnen plaats hebben, als thans diet ge val is. In zoovel- wordt die fabricage wel de gelijk beschermd ten koste der graanbrande- rijen, hetgeen dan ook in de bedoelde rede van 1897 door den Minister implicite erkend werd. Nu zegt de Minister d!at hij niet inziet, welk nut een extra accijns op metksse-spir :- tus zou hebben voor ben die andere grond stoffen dan melasse bezigen. De suikerfalbrd- kamten, meent de Minister, zouden bun me lasse dan eenvoudig tot lager prijs afstaan. De Minister redeneert hier alsof aan de melasse slechts één bestemming te govern ware. Hij ziet voorbij dab de suikeriaihrikantein de keus hebben, om bun melasse als zoodanig cp de markt te brengen, als grondstof voor de spiritus-fabricage, of wel die te oamosoe- ren (ontsuikeren). Die keus wordt bcheerscht dioor den prijs der melasse. Is deze laag, dan zal lichter tot osmeseeren worden overgegaan dan wanneer 'hij hoog is. Indien geosmosaerd wondt, bedraagt de productie van melais.se slechts ongeveer half zooveel als anders. Een extra accijns die tot verlaging vam den prijs der melasse moet leiden, heeft de strekking om het osmosoeren in de liandi te werken cn de productie van melasse-spiritus te beper ken, en zou dus wel degelijk im het belang dar graanbranderijen rijm. Verder zegt de Minister, dait da in het Voorïoopig Verriag gebezigde uitdrukking: „üoedendb concurrentie", niet vrij vam over drijving is, daar in 1898 neg bijna 6/7 van het in Nederland verkregen gedistilleerd uit andere grondlstoffen dan melasse verkregen werd. De cijfers die ik vcor mij heb, rijn oemigs- zius anders. Volgens deze zou de totale pro ductie van alcohol in 1898 in ronde cijfers hebben bedragen 690,000 H.L. ad 50 waarvan 570,000 H.L. door de graanbraude- rijern en 120,000 H.L. door de melasse-braii- derijen zijn geproduceerd, zoodat voor reke ning der graanbranderijen niet 6/7, maar slechts 5/6 koont, Hoe de verhouding dit jaar is, kan ik niet opgevenmaar indiau mijn inlichtingen juist- zijn, wordt de pro ductie van melasse-spiritus voor het volgend jaar op niet minder dan 250,000 H.L. 0e- sehat. Blijft de totale productie vam gedistilleerd dezelfde, dan is dit reeds meer dan J vam die productie en mag dus wel worden aangeno men, dat vele graanibramderijen in haar be staan worden bedreigd. De Minisfer zegt verder, dat de branders over de prijzen van het gedistilleerd thans niet te klagen hebben, maar houdt daarbij geen rekening met de enorme daling der gost- prijzen, die sedert 1897 meer dan 50 be draagt. 'Heb komt mij da.i ook voor, dat de Minis ter de benadeeling der graan'brainderijen dooi de beschermde fabricage vam melasse-spiritus te zeer tracht weg te redeneeren. De Minis ter is huiverig inbreuk te maken cp hetgeen hij noemde de pacificatie, in 1897 ten op zichte der sudoerwebgeving tot stand ee- bracht. Door een extra-aocijhs, gelijk door belangBiebbcmden is aan db hand gedaan, zou. zijns inziens aan de suikerfabrikamten een ge deelte van de premie worden ontnamen, die hun is toegekend. Ik wensah mij voor dien extra accijns geen partij te stellen, doch oneen, dat de billijk heid moet betracht wonden. En nu zou liet mijns inziens niet meer dan billijk zijn, in dien bij inslag van melasse, uit een suiker fabriek uitgeslagen, in een branderij de fiscus het bedrag der premie terug vorderde, welite zou rijn toegclkêmd voor de suiker, die door osonoseerïng nit die melasse kon zijm verkre gen. Hoe dit zou rijn te verwezenlijken, durf ik niet tatmaiken. 'Theoretisch zou het aanbe veling verdienen, het suikergehalte der in een branderij ingeslagen melasse telkens e doen vaststellen eni daarna hot bedrag der terug te vorderen premie te bepalen. Ik weet. echter niet of dit practiscih uitvoerbaar zou zijn. Zoo niet, dan zou men een gemiddeld suikergehalte voor melasse kunnen aannemen en de heffing daarnaar kunnen regelen. Ik meen deze denkbeelden alsnog aan do aandacht, van den Minister te moeten onder werpen. Zij komen mij voor alleszins billijk en noch met hot stelsel onzer accijns-wetge ving, noch mot de pacificatie van 1897 in strijd, te rijn. Men bedenke dat de premie aan de suikerfabrikanten toegekend, zeker geen verband hield met de fabricage van spi ritus uit melasse. Die premie vond haar die- peren grand in de belangen van den Land bouw maai- oak bij de graanbranderijen zijn soortgelijke belangen betrokken.. Die brande rijen hebben oen lioogst belangrijken afzet van spoeling aan veehouders; en dezen zou den van verdere inkrimping der productie van alcohol uit granen overwegend nadeel ondervinden. Dit geldt allereerst voor het zoogenaamde spoelingdistriot, waar men ge heel. is ingericht op het betrekken, van spoe ling uit die branderijen. Maar ook in andere streken waar graanbranderijen bestaan, zijn de veehouders groote afnemers van spoeling. Reeds nu wordt in het spoeling-district ge klaagd over spoelingnooden dit zou in nog veel liooger mate hen geval rijn, ware het nic-t dat de uitvoer van spooling m gedroog- den vorm naar het buitenland, waarop som mige fabrieken in die streek zioh. vroeger toe legden, tegenwoordig niet meer plaats heeft. Verdere inkrimping van de productie der branderijen zou dan ook 'bepaaldelijik in is toestanden in het spoelingdïatrict een alge heel© omwenteling dreigen te veroorzaken. Wanneer alzoo de premie, die de stakerfa- brikanten genieten, in het wezen der zaak gegrond is op de belangen van dan landbouw, brengen de belangen der veeteelt op hun beurt mede, dat de nadeelig© gevolgen van de bescherming der suikerfafbrifcanten. voor de graanbranderijen bdhooren te worden weggenomen. Ook daarom moen ik den Mi nister van Financiën te moeten verzoeken, deze zaak alsnog in nadere overweging te wil len nemen. De Minister van Financiën, mr. N. G. Pierson Mijnheer de Voorzitter En thans kom ik tot een onderwerp van groote beteekenis, van meer beteekenis d!an daaraan door mij werd toegekend toen ik ae Memorie van Beantwoording schreef, ik be doel het onderwerp door den heer Veegens aan de orde gestelddo melasseHspkibus. Pro fessor Vissering heeft eens een boekje ge- schreven, getiteld: Curiositeiten van het protectionisme". Menig aanhangsel zou aan dat boekje toegevoegd kunnen worden, ook. wat wij nu beleven zou daartoe stof bieden. Wij staan bier weder voor een moeilijkheid die ontsproten is uit bescherming. Bescherming van den oen, is altijd schade lijk voor den ander, dat opehbaaht zich liier al weder. Bij de behandeling van dit punt ■in db Memorie van Antwoord heb ik mis schien te uitsluitend gelet op het verleden n liet 'lieden. Een doodende concurrentie bi- staat op dit oogenblik nog met. Doch sedert ik dit schreef, heb ilc door mededeelingen va» deskundigen, die mij gedaan zij», den indruk gekregen dat de zaak voor de toekomst meer betedkenis heeft dan ik toen vermoedde. Gaarne wil ik dan ook do toezegging doen, dat ik er mij ernstig mede zal bezighouden en haar niet a la legére zal behandelen. Lr begrijp thans dat er groote belangen mede gemoeid kunnen zijn, en zal er dus dieper op ingaan. Al verschuif ik nu de discussie, men hoonde mij diligent. De beer mr. J. D. Veegens Mijnheer de Voorzitter 1 Met genoegen vernam ik, dat de Minister terugkomt op de in. de Memorie van Ant woord vervatte afwijzing van den wensrfh, dat db bevoorrechting der fabricage van spi ritus uit melasse ten koste der graanbrande rijen worde weggenomen. De Minister lieeft sedert die Memorie inlichtingen verkregen, die aan do zaak veel grooter beteekenis ge ven; daaromtrent is een onderzoek ingesteld, dat nog met is afgeloopen; in afwachting daarvan wenscht de Minister ten deze dili gent te wordlen verklaard. Ik ben daartoe gaarne bereid, in bet vertrouwen dat do Mi nister het juislte middel za,l weten te vinden en toe te passen, om in deee inderdaad ernsti ge zaak te voorzien. Twee adressen» Door de K. v. K. te Schiedam, werd 1 De cember hot volgende request verzonden Aan Zijne Excellentie den Minister van Financiën te 's-Gravenhage. Do Kamer van Koophandel en Fabrieken te Schiedam veroorlooft rich liierbiji nog maals de aandacht van Uwe Excellentie \e vestigen o>p de moeilijke comitamligheden, waarin liet branderebedrijf, da hoofditaöc van de industrie der gemeente Schiedam, ver keert. Zonder daarbij al de factoren op te «mi men, die tot dat ongunstig resultaat hebben geleid, wenscht onze Kamer thans slechts e wijzen op de schade, die de niautwijnhandel ondervindt door hot beschermend stelsel, waaronder do melasse-stokerijen werken ten gevolge van do bepalingen der suiikerwat. Hot niet bedoelde gevolg van de premiën, die krachtens genoemde wet aan de suikerfa- brikantein worden uitgekeerd, is dat do spi ritus, die uit do geproduceerd© suikormolasse wordt gestookt, veel goedkooper kan worden verkregen dan die welke gestookt wordt nit de granen. Op deze wijze worden editor de graanstieike- rijen in het algemeen en die der Sdhiedam- sclie branders ia het bijzonder, ernstig Ixuia- deeld door den eenigen protection! aatregel welke lner te lande op liet gobiod van han delspolitiek wordt geduld Naar aanleiding van deze o. i. rechtmatige grief, hebben wij de oer Uwe Excellentie ie verzonken te gemoot te willen komen aan onze bezwaren. Naar de meening van ons College zou dit kunnen geschieden dioor een bepaling in hot leven te roepen, tengevolge waarvan do pre mie op de suiker genoten zal worden geresti tueerd aan hot Rijk, ingeval uit die suiker, reap, melasse spiritus wordt gestookt; deze restitutie zou kunnen plaats hebben bijv. in den vorm van een sur tax e op dien spiritus bij hot in consumptie brengen va» dit arti kel, waarbij worde opgemerkt, dat een sur- taxo van. f 2 per H.L. ad 50 ongeveer ge lijk zou staan mot de voor de suiker genoten premie. Onze Kamer veroorlooft zich. een regeling, in den geest als boven is aangegeven, bij Uwe Excellentie eerbiedig ter overweging voor te dragen. De Kamer van Koophandel en Fa brieken te Schiedam, W. H. JANSEN, Voorzitter. T. HUMiALDA VAN EYSINGA, Secretaris. Door de Vereeniging tot verbetering in den toestand van den Moutwijnliandel alhier werd dato 8 December het volgende adres gezonden Aan Zijne Exc. den Minister van Financiën 's-Gravenhage. Geeft met verschuldigden eerbied te ken nen do Vereeniging tot Verbetering in den toestand va» den, Moutrwijnhtandal, gevestigd te Schiedam, en waarva» de Statuten rijn goedgekeurd bij Kon. Besluit van 10 Decem ber 1896, „Stbl." no. 2. Dat rij, door bemiddeling van. haar be stuur, den 9en Nov. 1897 de eer had Uwei Excellentie aan te bieden en mondeling toe te liebiten een verzoekschrift, waarbij wend gevraagd wegneming va,n den druk, op de graonstokerijen uitgeoefend door den spiritus, gestookt uit melasse db nieb-kristadliseer- bare suiker der beetwortelsmfcerfaibricken welke uit 's Rijks schatkist premie genieten. Dat zij, tot haar leedwezen, daarop tot he den geen schriftelijk antwoord mocht ont vangen; doch dait Uwe Excellentie in de zit ting van 17 December 1897 van de Twectle Kamer der Sta ten-Generaal heeft te kennen gegeven, het aangevoerde bezwaar van thoore- ti'schen aard te achtenen volgons da „Nieu we Rottandanisdhe Courant'' va» 7 dezer in de Memorie van Antwoord op het Voorloo- pig Verslag over Hoofdstuk VII B der Be- grooting wordt gezegd, „dat hot Uwer Excel lentie niet duidelijk is geworden, dat de Wet gever ten deze iets te verrichten heeft". Dat de uitkomsten van het branderabe- drijf, helaas, maai' al te zeer aontoonen dat tlieorie en praktijk in deze overeenstemmen en tussohenkomst van den wetgever onont beerlijk is, namelijkdat de graanstbkcrij op don duur de concurrentie tegen den me lasse-spiritus niiet kan volhouden. Weder :s daarin veel geld verloren; meerdere brande rij on hebben opgehouden te weaken en ande re hebben haar productie moeten beperken, en het blijkt meer en meer dat onder de be staande omstandigheden de graonstotkenj on mogelijk zal worden. Dat adreasan*e zich veroorlooft nogmaals Uwer Excellenties aandacht to vestigen cp hot feit, dat melasse als hier bedoeld, hot product is eener indkistri© die direct ud- 's Rijks schatkist woedt ondersteund en dat dezelve zonder dien steun of niot bf althans in veel mindere mate zoude worden geprodu ceerd. Dat ongetwijfeld de bedoeling bij hot ver- leenen van dien steun isaanmoediging van do beetwortolsuiker-industrie en dus indirect van den landbouwen n i e t-vernietiging van de graanstokerij, welke evenzeer van groot belang is voor land- en tuinbouw en voor veo-mesting. Dat de onmogelijkheid voor de graansto- kerije» om te concurreeren met spiritus uit geprimeerde melasse bewezen wordt door het feit, dat in alle landen:, waiar suikerpremiën bestaan, die melasseHspirituB extra wordt be last, of de fabricage daarvan wordt bemoei lijkt. Dat de NecLerlandscilie graanst okerijan vooral de Schiedam echo branderijen des mmmmmmmmm te meer aanspraak hebben op voorziening xn het genoemde bezwaar, omdat zij bijzon der deze laatste» werken onder een wet geving op het Ixdrijf, welker bepalingen na^ dee lager zijn en meer tegenhouden de techni sche ontwikkeling der industrie, da» in eonig ander land Enreland lutircszonderd. m O O welk land echter een uitvoerpramie op gedis tilleerd van circa, f 2 por Hectoliter ad 50 wordt uitgekeerd. Adres>ante erkent dank baar, da.t ook aan haar bedrijf in het Inko mend Recht ad f 3.50 per Hectoliter ad 50 steun wordt geboden. Deze steun komt echter evenzeer den melasse-spiritus ten goede, e» veranderd hoegenaamd mets aan de beroor- declmg van deze laatste boven graan-spiritus en moutwijn. Dat arfrassanite meent verplicht te rijn nier de vrij algemeen verspreide meening tegen tc spreken, als zouden "de kleine Seïrtódam- sdie graanbranderijen toch op den duur do concurrentie niet kunnen volhouden, omdat liet grootere liet kleinere verdringt. De erva ring leert, dat juist hot Sdkiedaanjsdhe sy steem, onder gelijke levensvoorwaarden, oe- tere resultaten geeft da» eenig ander. De Schiedamsche branders worden natuur lijk daardoor alleen gebaat, wanneer zij niet door begunstiging va» eon. caneurreerend fa brikaat, aan den andereu kant weder in. hun bedrijf worden benadeeld. Adressant© herhaalt alzoo op allo dezo gronden met vernieuwden en ernstigen aan- drang haar eerbiedig vroeger verzoek, om aan deze ongelijkheid een einde to willen ma ken, door het heffen viun een surtax® op me lasse-spiritus voor zooverre dezelve in binmon- landsch verbruik wordt geibradit. Deze sur- taxe zoude naar adrc-ssante's bescheiden mee ning Twee Gulden per Hectoliter d 50 'kunnen bedragen. 't Welk doende, enz. De Iters over dc Melasse-spiritus. De Kameroverzichtsdlirijvers dor verschil lende bladen bespreken, de door den lieer Veegens Zaterdag ter sprake gebrachte me- lasse-spiritus-quaestie. Het „Handelsblad" zegt: Van de meeste beteekenis rekenen wij het punt door den heer Veegens behandeld, nL de concurrentie die do alcohol-fabricage uit melasse toebrengt aan de graanbranderijen. Die concurrentie is in zekeren rin niet eerlijk, omdat de suikerproductie hier te lande nog een vrij aanzienlijke besdhenning geniet. Door die besdienning nu wordt veel suiker geproduceerd, en dus odk veel melasse. De gelegenheid om uit de melasse alcohol te be reiden, is een van de oorzaken waarom niet uit de melasse langs den weg der oamore do meest mogelijke suiker wordih getrokken. De protectie van da suikerindustrie is door do grootere productie die er het gevolg va» is, indirect oorzaak va» de concurrentie die de graanbranderijen ondervinden. Dit boawaar is moeilijk tegen te spreken, en gelijk do minister Pierson te recht op merkte al weder één va» de straffen die de zoude der protectie noodwendig met zich brengt. Intussdhen is het gemakkelijker hot kwaad te con sta teereu dan het geneesmiddel te vinden. De heer Veegens wil bij den inslag van melasse in een branderij do premie te rugvorderen die betaald ware geworden voor de suiker dlie uit do melasse door osmoseering had kunnen worden verkregen. Maar dit plan schijnt niet erg logisch. Hoe hier te spreken van terugvorderen wanneer nog niets genoten word Wanneer de hier be- doeldo suiker inderdaad uit de melasse ware verkregen, dan zou oen premie betaald rijn. Is het nu wel juist gezien oen premie te go- ven wanneer uit de melasse suiker wordt ge maakt en daarentegen een belasting te hef fen wanneer men het proces dor osmore ach terwege laai? Op die wijze zou men feitelijk een dubbele premie geven van de suiker uit de melasse door osmore getrokken. Naar het ous voorkomt, heeft dó quacstio door den heer Veegens ter sprake gebracht, niets te maken met premiën, die tengevolge van do met geproduceerde suiker juist niet genoten zijn, maar wel met do suikerpremio in het algemeen. De Minister heeft db be langrijkheid der quaesüie erkend en een rae- dodeekng gedaan van een onderzoek, dat ech ter nog met is afgeoopen. Over hat middel van redrez is dus uit den aard. der zaak door den man achter de groene tafel gezwegen. Het zou ons echter verwonderen indien dit middel gevonden werd in de richting dcor den heer Veegens aanbevolen. Do „Telegraaf" Door den heer Veegens werd de aandacht gevestigd op de bevoorrechting van db alco- hoi fabricage uit melasse ten koste van de graanbranderijen, welke het gevolg is van de bescherming aan do suikerfaibrikanten ver leend. De Minister had in do Memorie van Ant woord verklaard, dat de concurrentie niet zoo doodend is als men het had voorgesteld, doch thans verklaarde de heer Pierson na dere informaties te hebben ingewonnen, die hem do zaak ernstiger deden inrijm. Hij trok

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 5