53rte Jaargang.
Zondag 24 en Maandag 25 December 1899.
No. 10124.
Eerste Blad.
JUBELJAREN
Maar een mensch!
Bericht.
BUITENLAND.
SCHIEDAMSCHE COUIAH T,
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
er post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en V1 a a r d i n g e.n 10 'cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer 12)'» cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bg vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No. 123.
Be „Sciileilamsclie Courant" ver-
schifnt wegen» «Ie Christelijke Feest
dagen op 25 en 26 December niet.
Echter zal aan al onze abonné's
In üciiledam en Vlaardingen voor
liet geval er ernstige berichten ran
het oorlogsterrein zijn. daarvan «les
ochtends mcdcdeellng worden
gedaan per bmlletln. Xifn de telegram
men van weinig belang dan pitbli-
ceeren w(| die alleen door aanplak
king ten onzen bnrcclc.
Het Kerstfeest van 1899 heeft voor mil-
lioemen dit jaar een meer dan gewone betee-
kenis. 'Op Kerstavond laat de Paus de tot
dian gesloten Heilige Poort openbreken, en,
verzeld van de grcHotwaardigheidsbeklecders
der Kerk, trekt de Heilige Vader de poort
in plechtige processie binnen.
Het is de opening van het 2-3ste Jubeljaar
der Roomsen-Katholiaite Kerk, waarvan, het
einde op den 24sten December 1900 op oven
symfcolisdh-pledhtige wijze zal worden beves
tigd.
.De beschavingsgeschiedenis der mensen-
faeid kent tweeërlei jubeljaar.
Het eerste is van. oud-testamientiscihe oor
sprong; liet is. een instituut der mozaïsche
wetgeving. In het 25ste (hoofdstuk van Levi
ticus beveelt de Joodsehe wetgever zijn volk
„Gij zult u ock tellen zeven jaarwekem, ze
venmaal zeven jaren; zooda.t de dagen der
zeven jaanreiken u negen en veertig jaren
zullen zijn.
„Daarna zult gij in de zevende maand, op
den tiendon der maand, de bazuin des ge-
klanks doen doorgaan op den verzoendag
zult gij de bazuin doen doorgaan in uw gan-
sehe landt
„En gij zult dat vijftigste jaar heiligen, en
vrijheid utroepe» in het land, voor al zijne
inwoners; het zal u een jubeljaar rijn: en
gij zult wederkecren een ieder tot zijne be
zitting, en zult wederkeeren een ieder tot
zijn geslacht.
„Dit jubeljaar zal u het vijftigste jaar
zijn; gij zult niet zaaien, nocili inoogstcn wat
vanzelf daarin zal gewassen zijn, noch. ook
(de druiven) der afzonderingen in hetzelve af
snijden.
„Want dat is het jubeljaar, het zal u hei
lig zijn,; gij zult uit het veld do inkomst
daarvan, eten.
„Op dat jubeljaar zult gij ieder wederkee
ren tot zijne bezitting.
„Daarom .wanneer gij aan urwen naaste
wat veiibaars verkoopen, of uit de hand uws
naasten koopen zult, dab niomand' de een den
ander verdrukfce.
„Naar Oiet getal der jaren, van het jubel
jaar af, zult gij van uwen naaste koopen, en
DOOE
IDA BOY-EB.
72)
Na het schrijve® van dosen brief was hei
hem beter te moede.
Hij riep zijn oppasser. „Hier dezen bric!
naar de pest maar eerst nog mijn beste
Uniformjas en ook de nieuwe sjerp
gaiuw hoor je dan niet? gauw, zeg ik
je!"
In tiwee minuten wais hij kant en klaar,
En toen hij de straat langsliep, grimlachte
'hij onwillekeurig vol bittere ironie en dacht
Vanmiddag krijgen de goede Meden de voort
zetting van den roman, het nieuwste nieuw
tje van de beide minnenden hai, ha, van
die beide min non den.
Bijna was hij in een luiidi gelach uitgdba.r-'
sten. En het was hem toch zoo wee om het
hart zoo ontzettend weé.
Doctor Sebald had aan den- wenech van
zijn. vrouw gevolg gegeven. Ja, hij was er liet
naast aan toe, zijn ouden vriend, den opper
'baljuw, er over in te lichten, dat geheel
Mühlau zich bezighield met Suzanna Oster-
rotih, die boen in zijn woning vertoefde.
Zulke boodschappen zijn altijd onaange
naam. Maar wat doet de vriendschap niet
En dan ten slotte: gebeurde er in de stad
t Jvel iets, waarvan Sebald niet precies op de
hoogte was? Ja, als hij eens had! willen spre
ke® 1 Voor hem behoefde men zach waarlijk
niefc te geneeren. Blij wist immers van alles.
Van dergelijke gedachten vervuld, zat hij
hij den opperbaljuw in de kamer, en reeds
naar het getal van de jaren der inkomsten
zal hij het aan u verkoopen.
„Naar het getal der veelheid zult gij zijnen
koop vermeerderen, en naar de weinigheid
dei- jaren zult gij zijnen koop verminderen
want hij verkoopt aan u het getal der in
komsten."
Zoo luidt het in de Statenvertaling. Lu
ther spieckb in zijn overzetting van den Bij-
hel van een „Halljahr" en een „Erlassjahr".
Met ons „jubelen" heeft dit Jubeljaar dan
ook slechts verwijderd te maken. De naam is
ontleend aan het Ilcbrocurwsche ,jobel", een
soort hoorn of bazuin. In de Latijnsdiie bij
belvertaling wordt echter van „Annus ju-
bilaeï' of „Jubilaeum" gespreken.
Wat is nu de beteekenis van dit Joodsdhe
jubeljaar
Wij hebben hier te doen moet een der
merkwaardigste sociaal-oeeononrische voor
schriften der agrarische wetgeving van Mo-
zes, die er telkens weer blijk van geeft welk
oen helder inzicht de oud-Joodteche wetgever
hod m do maatschappelijke verhoudingen en
haar dreigende ontaarding.
Want het Jubeljaar der Joden bedoelde
niet andere te zijn dan een reorganisatie van
het meer of minder ernstig ontstelde maat
schappelijk loven. In het Jubeljaar dat elk
50ste jaar op den lOen Tischri, den) Verzoen
dag, onder bazuingeschal door ganseh Pales
tina werd geproclameerd, moest alle veldar
beid rusten; de Hebreeuwsche slaven, werden
viij gelatenalle in de laatste vijftig jaar
verkochte 'grond', huizen in ommuurde steden
en tempelakkers uitgezonderd, keerde om niet
terug tot zijn oorsp ronk dijken eigenaar of
diens erven, zoodat feitelijk geen, eigendoms
verkoop, maar alleen verkoop van) vrachtge
not van den bodem kon plaats vinden; alle
schulden eindelijk werden kwijt gesdhoM'en.
In één woord, het Jubeljaar bedoelde te
zijn een jaar van maatschappelijke waderge
boorte; het bedoelde te handhaven do oor
spronkelijke sociale gelijkheid van het Jodd-
sdlie volk.
Het Jubeljaar wilde dit liooge doel, dat
nochtans niet is bereikt
Van gansch anderen aard, andere strek
king is Giet Jubeljaar der Roomsch-Katholie-
ke Kerk. Hier geen sociaal-ccooti om i sell, maai
eon louter spiritueel, godsdienstig doel. Het
Jubeljaar is het jaar, waarin de Pa.us een Ju
bilé uitschrijft, de gunst die aan de gcloovi-
gen een gemakkelijke gelegenheid schenkt om
mi vellen aflaat te verdienen door gebed n
'gaode woiücen.
Toch is niet ieder jaar, waarin oen Juhilé
wordt gegeven, een Jubeljaar. Vaak worden
Jubilé's uitgeschreven bij bijzondere gelegen
heden, bijv. wanneer een nieuwe Paus den
H, Steel bestijgt of do Paus zijn 25-, 40- of
50-jarig priesterschap herdenkt. Zoo schreef
paus Loo XIII in 1879 een Juhilé uit 'ei
gelegenheid van den eersten verjaardag zijner
troonobcistijgiingi, en later om soortgelijke
redenen in 1881, in 1886 en 1888. Dan
spreekt men echter niet van een Jubeljaar.
Daarvan is alleen sprake, wanneer het gewo
ne 25-jaarlijlcsch Juhilé wordt uitgeschreven.
Niet altijd is de periode van het gewone
Jubilé 25 jaren geweest. Aanvankelijk was
geveelde Mevrouw Deuben zich, door angst
en nieuwsgierigheid gefolterd,
„In 's hemels naam, zeg liet liever rand
uitwalt is er fcodh aan de haard V' vroeg zij.
„liet betreft Juffrouw Suzanna.," ant
woordde hij.
„O die
Zij gevoelde zich geheel verlidht. „Och, ze
ker weer dat dwaze praatje, dab zij iets-mei
Mijnheer Von Körlegg uitstaande heeft!"
,,U weet
„Vcigtsted't kwam er gisteren mee aan
Maar wees gerust, beste doctor! Zij kenmen
elkaar in it "eiiieel niet."
Dat wist Sebald nu wel beter.
Hij vertelde heel precies, hoe alles den vo
rigen avond toegegaan was. Nauwelijks wat
Suzanna de zaal binnengetreden, of Körlegg
snélde naar haar toe; openhartig zeidten zij
dat zij elkaar al van. vroeger kenden; aan
tafel drukte hij haar eenmaal heimelijk dc
hand. Mevrouw Midler, die tegenover hen
had gezeten, had dit zóó duidelijk gezien, dial
zij er wel een eed op zou willen doen. Bij den
cotillon bracht hij haar bloemenaldboi
stond hij naar haar dansen te kijkensteeds
zochten haar oogen hem. Bovendien was Se
balid dien zelfden morgen nog eens bij Juf
frcaiiw Leermann aangekropen, om zich te La
ten bevestigen, dat Suzanna Osterrotlh aan
luitenant Von Körlegg oen bezoek had ge
brandt,. Juffrouw Leermann Stemde dit loc
ondier voorwaarde, dat, rij er geen. last' van
zou hebben. Hoe d i k w ij I s Suzanna or ge
weest was, kon zij niet zeggen, gezien har
zij haar maar oenanaal.
Twijfel was niet meer mogelijk; en dat
moest men toch toegeven: als liet daarbi.
om een eerlijke, fatsoenlijke verhouding tc
doen was, dan zou. Juffrouw Suzanna dit
reeds aan den opperbaljuw in vertrouwen
meegedeeld hebben, of dan zou Körlegg wel
het een eeuw-jubilé, en de instelling daar
van, althans de wettige opname onder de
kerkelijke instellingen, is te danken aan Bo-
nifaeius VIII, die in het zesde jaar van zijn
pausschap, liet eeuw-jubilé toestond, te be
ginnen met het jaar 1300. Verschil
lende geschiedschrijvers der Kerk ach
ten het eeuw-jubilé van ouder geboorte en
gaan bot het jaar 1000 en vroeger nog terug.
In 1343 oordeelde Clemens VI de periode
van 100 jaren roods te lang, hij bracht liaar
tot 50 jaren terug. Paus Ubbanus VI ver
kortte in 1389 't tijdperk, naar analogie van
Clinsfaus' leven op aaide, tot 33 jaar. Snel
volgden nu de Jubilé's elkaar op m 1400,
in 1423 en 1450. totdat Paul II m 1470 on
veranderlijk vaststelde dat het Jubilé oan de
25 jaar zou gevierd worden. Tegelijk werden
bepaalde kerken, in Schotland, m Kas/tilië
enz., als plaatsvervangsters der St. Pieter te
Rome aangewezen, en aan allen dio deze ker
ken beizodhten, een oven volkomen aflaat ge
schonken als aan hen die veertien dagen lang
te Rome in de St. Pi eter zich verootmoedig
den.
Sinds dien tijd is het Jubilé tamelijk ge
regeld vovierd. Geen Jubilé is er uitgeschre-
van in 1850, toen Pius IX naar Gaëta moest
vluchten, en in 1875, toen de Kerk neg
in diepen rouw was gedompeld over de in
bezitneming van Rome door Italië. Het laat
ste gewone Jubilé is dus in 1825 govierd.
Bovendien is 1900 een eeuw-jubeljaar, liet
eerste sedert 1700. In 1800 toch was de Hei
lige Stool onbezet.
Duizenden en tienduizenden brengt hot Ju
beljaar naar de Eeuwige Stad. Want wèl
volgt o]> het Jubeljaar te Rome er een dat
voor de geheele wereld geldt, maar velen stel
len er prijs op den aflaat te Rome zelf, in
een der vier hoofdkerken te verdienen.
Het is van don beginne af zoo geweest
het Jubeljaar trok de pelgrims in vaak over
stelpenden getale naar do stad van Petrus
De geschiedschrijvers verhalen ons hoe reeds
in 1300 van uit alle Cliiristelijke landen de
vrome bedegangers toestroomden, on krach
tige maatregelen getroffen moesten worden
om dio tienduizenden voedsel to verschaffen.
Een fresco van Giotto in de basiliek Sint
Jan van Latoranen' te Ronie vereeuwigt dit
eerste eeuw-jubilé, waarvan de geschiedenis
bijzondeifliedon heeft overgeleverd.
'De opening van liet Jubeljaar gaat meb
groote plechtigheid gepaard. In de vier boofd-
keilken van Ilotne wordt de Heilige Poort,
dio sinds liet laatste Jubeljaar gesloten was,
gcopeud. In St. Paul, Six Maria Maggioro en
St. Jan van Lateranen vervangen drie daartoe
cxpres-.elijk benoemde kardinalen den Heili
gen Vader, die in de St. Pieter met eigen
hand d'c-n hamer doet neertikken die de Ju
belpoort opent.
Wie Miindhcn bezoekt, kan daar in het
National museum nog den verguldsziLveren ha
mer vinden met op de schacht het wapen van
Juliiiu» III, waarmede deze Paus in 1550 hot
achtste Jubeljaar opende.
Een jaar blijft de Heilige Poort open.
Dan, op den 21 sten December 1900, zal de
Poort onder gelijke ceremoniën als bij de
opening weder worden dichtgemetseld om ge-
aanzocfc om haar hand hebben gedaan. Als er
werkelijk huwelijksplannen bestonden d'an
nam hij natuurlijk allee terug. Maar dat
schoen tooli, helaas! het geval niet te wezen.
Weenemd riep Mevrouw Deuben uit
„Welk een slang heeft mijn arme Sabine
aan haar boezem gekoesterdzonder dat zij
er cenig vermoeden op had!"
„Hoor eens," zei de opperbaljuw, „da.tmag
je zoo maar niet ronduit zeggen. Wie weet,
lioe alles zich lieeft toegedragenBni als «ij
elkander nu werkelijk al liefgehad hebben,
voordat Körlegg die onzalige zaak met onzen
.-.eiiooiizoon had, dam is het toch heel treurig
voor de jongelui."
„Onze schoonzoon was ook Suzauna's volle
neef," zeide zij met een bijziouderen nadruk.
„Nu we leven toch niet in een land,
waar de bloedwraak bestaat!"
„Jij neemt Suzainna oo-k altijd in bescher
ming. Je hebt een bepaalde voorliefde voor
haar!" riep Mevrouw Deuiben geërgerd uit.
„Natuurlijk dat blonde kopje heeft je
weer ingepakt
Uit de diepte der tijden dook' de gestalte
een er blonde dienstbode op, aan vrie Deuben
eens een kneepje in de wang gegeven had.
Daarover had hij' indertijd heel wat moeten
liooren.
„Het beste is zéker, dat wij eens lioore.il,
hoe Sabine over de zaak denkt," zeide hij om
het gesprak op iets anders te brengen.
„Ja, Mevrouw uw dochter, als de boste
vriendin van het meisje, moet wol in het ge
heim ingewijd zijn of althans haar opmerkin
gen daarover gemaakt hebben. Gaf Suzanna
haar daartoe geen enkele maal ue gelegen
heid, daai zou dat zeker wijzen op een reden
van
'Sebald. haalde dé schouders op.
„V'an een ongehoorde verdorvenheid!," vul
de Mevrouw Deuben aan.
sloten to blijven tot bet volgend periodiek
Jubilé oaar is.
Een andere Paus zal zich dan weder naai
de St. Pieter begeven om oen nieuw Jubel
jaar af to kondigen.
Algemeen ««verniel»».
SCHIEDAM, 23 Doe. '99.
lie oorlog.
Sombere Kerstdagen
voor de strijders in Ziiid-Aiiika. Voor de
Britsche troepen en hun geloovige tegenstan
ders is het Kerstfeest van hooge beteekanis.
Wat zullen de Enselsche jongens verlangen
naar hun betrekkingen in het vaderland;
hoe zullen do gedachten dor Boeren wetgtzwer-
ven naar vrouw en kind, 'naar ouders, broe
ders en zusters.
Sombere Kerstdagen zullen het rijn voor
do mannen inhei veld en voor hun aolitergo
laten betrekkingen. Laat onis hopen dat het
althans geen bloedigo Ker»tdagen zullen
worden.
Gelukkig is de kans daarop gering. En aan
de Modderrivier cn aan de Tugola ruist, de
strijd; en weinig waarschijnlijk is het dat
wij spoedig van nieuwe gevechten zullen hoe
ren.
Van lord Methuen vernomen wij nu weer
iets. Hij meldt do. 17 dezer dat de Boeren
geleidelijk hun vleugels uitbreiden om het
kamp der Engelsolion. Mag uit het ontvangen
van dit bericht worden afgeleid dat Me-
tliuen's gemeenschap met het Zuiden niet.
i- verstoord?
Een eigenaardige toestand daar in 't Wes
ten. Beide partijen, Boeren en Bngelseftien,
bezig zidh te verschansen in steeds stedker
steüingen, de Boeren zóó geducht, dat een be
langrijke overmacht noochg zou zijn voor .en
aanval op hun positie, die ©enige kans van
slagen aanbiedt. En va.n hunne zijde zijn de
Boeren evenmin geneigd zich aan een bestor
ming van het kamp der Engelschem te wa
gen.
Zij zullen doen als vóór Ladysmith, Iyim-
berley en Matching: orairiuiten, misschien
beschieten, en wachten.
Van Mafoking en Kimbcrley wordt niets
vernomen over Ladysmiitlh zendt de corres
pondent der „Daily Mail" to Cliieveley ge
ruststellende tijding, die ons echter even on
geloofwaardig voorkomt als de weifelende, sus-
senid bedoelde modedeeling van Eiet ministe
rie van oorlog.
Het schijnt dat er den 18en bij Ladysmith
gevochten is; nikwehien heeft White nog
eens oen nachtelijken uitval beproefd die dan
vermoedelijk afgeweerd is.
Ook over French en Gatacre outbroken de
belichten. Dat do boestand in de Kaapkolonie
zeer onrustwekkend is door den afval der
Kaapsche Boeren, blijkt duidelijk uit het
geen do correspondent der „Times" aan zijn
blad kabelt.
Reden tot b ozo rgd/li e i d.
Gerald Balfour, Chamberlain's collega, ziet
dan ook den toestand zeer ernstig in. in een
rede die do minister Woensdag to Glasgow
uitsprak, zeide hij te gelooven dat de oorlog
Sabine!" riep de opperbaljuw buiten de
deur.
Zijn stom klonk door de geheele woning:
dat wist hij.
Terstond stak Sabine ook haar hoofd bui
telde deur harer kamer en riep„Ja, papa
Wat moot ik?"
„Hier komen. Maar alleen, hoor!"
Verwonderd over dit bevel, dat Suzanna en
de kinderen buitensloot, vertoonde Sabine
zich.
Zij zag Sebald met zijn rag tegen het raam
aan staan, zooa.ls hij altijd graag deed, waar
bij hij de gezichten der anderen til het licht
en zijn eigen gelaat tn de schaduw liet.
„Sebald brengt ons onaangename tijdin
gen," zei de opperbaljuw.- „Odfl, dékter, ver
te! alles nog eens precies
En met een klagende stem begon hij van
voren af aan.
Sabine hoorde hem aan -onwillekeurig
kwam zij naderbij metdesluipende schre
den van iemand, die in nazenden toorn op
iemand wil afvliegen.
Voor haar fonkelende oogon verschrikte de
doctor cn versprak zich, raakte in verwarring
verontschuldigde zicih bij iedere aanklacht.
Ilij trok zich terug, hij zedde stotterend, dat
liet hem zelf zeer veel leed deed
„Wolk een gemeenheidriep Satbine uit.
Haar moeder sidderde.
„Wind je toch niet zoo op, mijn kindHet
doet je kwaad. Ja, bet is gemeen van haar.
Je beate vriendinEn je hebt zooveel van
haar gcöioud'en 1" zeide zij wecuend.
„Ongehoord'riep Saibine weder. „En u ge
looft dit! En tt gelooft, diai. Suzanna iets zou
kunnen doen, waarover zij. zich zou moeten
schamen
Zij liep met groote schreden en heftige ge
baren de kamer op en neer.
„Met welk recht onderwinden die ellendige
in zijn gevolgen voel verder zou rijken d!an do
oppermacht van Groot-Brilanniö in Zuid-
Afnka, Hij geloofde dait liet een zeer bij'zon-
dere oorlog was, niet voor Zuid-Afraka alleen,
maar ook voor het Britselie Rijk. Voor de
Boeren is Giet een worsteling op levein en
dood, dien zij (volgens Balfour) zidh zelf op
don luils hebben gehaald, zoodat üiun lot op
hun eigen lioofd zou komen. Maar de minis
ter aditto hot waarschijnlijk dtut het even
zeer een worsteling op leven en. dood was
voor het Britsche Rijk, een worsteling waar
in het wil, waarin liet moet overwinnen.
De „Westm. Gazette" betreurt het diat
Balfour niH aldus üieeft gesproken in Sep
tember, maar meent ovengems dat deze in
wat to schelle kleuren maalt.
Ten onrechte, naar wij meen en. Ook wij
gelooven chit hot wel degelijk gaat om. En-
gehwid's oppermacht in de wereld; dat het
verlies van Zuid-Afrika heit begin van hot
einde zal zijn.
Daarom moet Engeland allo krach ten in
spannen, en daarin ligt juist het groote ge
vaar voor de Boereu.
Wolk veldtoclttsplan do nieuwe opperbevel
hebber zal volgen, weet niemand. Men zegt
dat lord Roberts, die gisteren afscheid ge
nomen heeft van de Koningin en heden
scheep gaat, zich volkomen vrijheid van han
delen heeft voorbehouden, die heul niet dan
na lange aarzeling zou zijn toegestaan.
De militaire medewerker dor „Westminster
Gaz." klaagt er intusschen over, dat men
steeds doorgaat mot de krachten te verbrok
kelen. getuige het feit dat van sir Charles
Warren's divisie weder een deel aam de Kaap,
en een deel te Durban aan land wordt geszet.
Men ic> echter niet gerust over sir Redlvers
Buller. Do generaal moot dringend verster
kingen hebben aangevraagd, volgens sommi
gen omdat zijn eigen positie niet zeer solido
is, volgens anderen omdat hij een wanhopige
poging wil wagen om Ladysmith te ontzet
ten
De militaire medewerker der „Westm.
Gaz." vindt dit verkeerd. Bailor moeit zich
evenals lord Methuen en FroniGi en Gatacre
bepalen tot een afwerendb houding, en n-
l'Usschcn dient eon krachtige inval in den
Vrijtrtaait voorbereid die vanzelf de Boeren uit
Natal en uit Beohuanaland zal doen wegtrek
ken.
Een interview met dr. Leijds
wordt in de Matin" gepubliceerd. Do gezant
beklaagdo zich over het kabelmionopolie van
Engeland, zoodat hij niet eens kon bevesti
gen of de geruchten waar zijn, dat president
Ivrager voorstellen zou hébben gedaan om
tot den vrede te geraken. Maar Leijds ver
klaarde dat de Boeren, ook na behaalde over
winningen, steeds geneigd! zouden zijn naar
billijke vredesvoorstellen te luisteren.
Zij® verzoek om voor bloedverwanten van
in de Boerengelederen strijdende vreemdelin
gen telegrafisch inlichitingein te ntogen vra-
gon te Pretoria, was door de Engelsche re
geering toegestaan. Maar de inlichtingen blij
ven niettemin uit. En president Krugor lean
met geen onkel land oommunioearen da.n
door bemiddeling van Engeland zelf.
Over de goudmijnen zeide de gezant, dat
de Transvaalscho regeetiing die laat beseher-
kletóbroers zich, het doen en laten ■■•an htm
evennaaste te bespieden, en to bezwalken?"
riep zij in apvLuminenden toom uit. „Bekom
mer ik or mij dan over, of buurman dia aan
den rechterkant van de straat, en buurman,
die aan dén linkerkant loopt? Hoe armzalig,
hoe kleingeestigO, kon ik z« maar eens
betrappen en bestraffen 1"
Zij bleef staan, waar zij stond, en legde
liaar voorhoofd tegen den muur aan. Zij
maakte den indruk, alsof zij geheel van, haar
stuk geraakt was.
De doctor cn haar ouders keken haar ang
stig aan.
„Zeker, mijn kind, je hebt in beginsel vol
komen gelijöc," zei de opperbaljuw vergoelij
kend. „Maar aan de feiten kunnen wij niets
veranderen. Dat gaat nu eenmaal zoo in de
wereld: de oen bepraat den ander. En wie
iet-> ongewoons doet, moat zich vooral voor de
gevolgen wachten. Thans, in deze zaak, die
nen wij toch te weten te komen, wat er van
aan is. Het komt mij voor, dat je er niets
van af weet. Zullen we Suzanna eons hier
roepen en haar rekenschap 'afvragen?"
Sabine richtte zich weder op. Zij' streek
beur haar van haar voorhoofd weg.
„Wat gaat het u aan, wat Suzanna doet?
U is liaar voogd todh niet? Zij is uw llogée.
U mag liaar niet krenken door tegenover
haar do verdenking uit te spraken, diat zij
iets onvrouwelijks zou kunnen gedaan, heb
ban i" bracht zij met moeite uit.
„Zij is eon jong meisje en staat onder mijn
bescherming. Zoolang zij bij om is, is mijn
huis voor haar verantwoordelijkzei de op
perbaljuw ernstig.
(Wordt vervolgd.)