53"" Jaargang. Zondag 24 en Maandag 25 December 1899. No. 10124. Tweede Blad. NATIONALE MILITIE. Ken nisge y i 11 g. Een Kerstmisbal onder de Ameri- kaansche vlag, Kennisgeving. HAAGSCHE BRIEVEN. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat 68. COURANT. Prijs der Adverten tiën: Van 17 regels 11. 0.90iedere regel meer '12Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan liet Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Hleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon No. 133. Burgemeester en wethouders van Schiedam herinneren bij deze alle belanghebbenden aan hunne verplichting tot het doen van aangifte ter inschrij ving voor de nationale militie,' in de maand Januaii 1901). De bepalingen dei wet betrekkelijk de natio nale militie van 19 Augustus 1801 staatsblad no. 72) waarbij de inschrijving is geiegeld, zijn de volgende Art. 15. Jaarlijks worden voor de militie ingeschre ven, alle mannelijke ingezetenen, die op den 'sten Januari van het jaar hun 19de jaar walen inge treden. Foor ingezeten wordt gehouden 1o. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of. zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten Juli 1850 staatsblad no. 14); 2o. llij, die geen ouders of voogd hebbende, gedu rende de laatste, aan bet in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblijf hield 3o, Hij, van wiens ouders de langstlevende inge zeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verblijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemde ling, behooiende tot eenen staat, waar de Neder lander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplich tigheid het 'beginsel van wederkeerighekl is aan genomen. Art. 16. De inschrijving geschiedt 1o, Van een ongehuwde m de gemeente, waar de vader, of, is deze oveileden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont; 2o, Van een gehuwde en vnn een weduwnaar in de gemeente waar hij woont 3q. Vru hem, die geen vader, moeder of voogd beeft of door deze is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de ge meente, waar hij woont; 4o Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die terzake van's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst ui Neder land gewoond beeft. Art. 17. Foor de militie wordt niet ingeschreven; lo. De in een vreemd iijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is; 2o. De in een vreemd rijk verblijf houdende ouder- looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten 3o, De zoon van den Nedei lander, die ter zake van 's lands dienst in's rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont. Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te woiden ingeschreven, is vei plicht zich daartoe bij Burge meester en wethouders aan te geven tusschen den Istcn en den 3! sten Januari, Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht. De wijze, waarop van het doen van de aangifte blijken moet, wordt door Ons bepaald. Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste, ingezeten wordt, is vei plicht, zich, zoodra dit plaats heei', ter inschrijving aan te geven bij Burge meester en wethouders der gemeente, waar de inschrijving, voigens art. 10, moet geschieden. Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zinsneden van art 18. Zijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waai toe hij volgens zijnen leeftijd behooit Een herinnering van M. L I L I E. Heb laatste Kerstfeest, door ons gevierd, wekte weer een herinnering bij mij'op aan dat lang vervlogen tijdperk van. mijn ruste- looze omzwervingen en het merkwaardigst© Kerstfeest, dat ik ooit beleefde. Bij het uitbarsten van den Ncord-Aimeri- üaaansohen burgeroorlbg in het jaar 1861 had ik bij liet leger der Noordelijke Staten dienst genomen, waartoe een groot aantal regimen ten Ttótisebers behoorden, en werd spoedig tot kapitein bevorderd, omdat ik mij bij W'ilsonscreck, in Missouri, en bij Pea Ridge in Arkansas onderscheiden had. Het tweede legerkorps, waartoe ik behoorde, stond onder bevel van generaal Sigel, den voormaligen aanvoerder van de Badensche vrijkorpsen uit de omwenteling van 1849, en deze koos mij tot adjudant, zoodat ik tot zijn naaste oan- i geving bekoorde. Het was in het tijdperk, dat de maordda- .dige strijd, welke aan meer dan een half mil- Koon mensdhen het leven kostte, ten einde kep. De Noordelijke Staten, welke voormen- jiysch onwaarde en humaniteit het zwaard aan- \/-i gegord hadden, zegevierden over de slaven- if, "baronnen van het Zuiden, maar hun gene- 3t';'raal Lee was nog niet volkomen ten onder f^Sp^rariht; hij" kon nog altijd over een aan- la^zienlijlkö troepenmacht beschikken, en eerst |gde geheel© omsingeling van dezen dapperen Dientengevolge norilt aan alle mannelijke nige- /ete ten, die gehmen zijn in het jaar 188), kennis gegeion, lat ,n het getouw de ST JORIS DOELV, aan het Daeleplem alhierop dagen en uien hier onder vermeld, tut het doen dier ïm-ehrijuug meer bepaaldelijk gelegenheid zal worden gegeven, te weten, op: VRIJDAG den èdeu Januari 1900, voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een der letteia A lot en met SI, en ZATERDAG den tiden Januari I90o, voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een der letteis N tot en met Z, telkens van des voormiddags 10 tot des middags 12 uur. Voor ben die verzuimd hebben of verhindeid wa ren, zich op een der voornoemde dagen ter insein ij- ving aan te geven, zal dam toe, ten Ramlfviize der gemeentealsnog gelegenheid bestaan op ledeien weikdag der maand Januari as., op de uren hier boven vermeldterwijl het icgister van inschrij ving, ingevolge art. 25 der meei gemelde wet, op den 31 sten dier maand voorloopig zal worden ge sloten. Voorts worden belanghebbenden nog opmeikzaam gemaakt, dat met eene boete van ten minste vijftig cents en ten hoogste honderd gulden worden ge straft zij, die verzuimen zich in de innand Januari voor de militie te doen inschrijven. En is liieivai! afkondiging geschied, waar liet behoort, den 23sten December 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈDE. De AMBTENAAR van den BURGER LIJKEN STAND der gemeente Schiedam brengt ter kennis, dat op Maandag den 25sn December a.s., eersten Kerstdag, des mid dags van 12 ure, aau het bureau van den Burgerlijken Stand ten stadhuize gelegenheid zal worden gegeven tot het doen van aan giften van geboorten en ovei lijden. Schiedam den 23 December 1899. De Ambtenaar voornoemd, VAN WESTENDORP. Den IIaao, 21/22 Dcc. Met schroom neemt men tegenwoordig: aan de sdhrijftafel plaats om hetgeen er in e'geai kring voorvalt te vermelden, teiriwijl feitelijk onze geiheele aandacht en dus ook die dei lezers tot wie het geschreven© uitgaat in beslag genomen wordt door de groote dingen, die in gansch anderen, maar toch verwanten kring geschieden. Ais men van der Boereu daden leest, va.n hun koelblordigheid, u n onwrikbaarheid, Dun rustrgen moed, als men cL: irncrvens overdenkt dat die kranige eigens Ihappen al leen worden bestuurd door hun nuchter go- zond verstand en door hun vast vertrouwen op den Godd el ijken bijstand in het nijpondst gewaar, zoodat bij hen geen spoor van zelf verheffing of grootspraak te vónden is, ter wijl zij, toch tegenover een. vijand staan. Wiens legerscharen en vernielingsmiddelen en geldelijke sclnitten de hunne vér overtreffen, dan wordt men met ontzag vervuld', omdat men in hun daden de ware grootheid eert en tevens met vreugde, omdat ditmaal altlhans de zege verbonden schijnt aan de zaak van het Recht: Jong ©n oud Schalt hun volharding uit en 't won derbaar behoud," mogen wij nogmaals met onzen volksdichter en verstandigen veldheer was noodig, om. hem eindelijk te dwingen, op den 9en April 1865 bij Appoimahor-conrthonse met zijn leger van 60,000 soldaten de wapens neer te leggen. Ons legerkorps had in December 1S64 n den Staat Virginia, die tot de par "ij der Zui delijken behoorde, winterkwartieren betrok ken, het hoofdkwartier bevond zich in Le- vington, een stadje in het westelijk gedeelte van het land. De winter viel voor dit klimaat ongewoon streng in en bracht een ma.-sa sneeuw mee, die ons, Duitschero, niet onwel kom wag, daar wij nu ruim tijd hadden, cm naar hartelust ons met de vaderlandsche sport, schaatsenrijden en sledevaren, te ver maken. Wij officieren brachten de avonden gewoonlijk in het huis van generaal Sige1 door, waar gerookt en gedronken, gepraat en somtijds ook gespeeld werd, maar nooit hoog. daar onze chef dit onvoorwaardelijk verbood dikwijls werd er ook gemusiceerd, daar zich eenige zeer muzikale kameraden onder ons bevondenDe bewoners van het stadje, maai voornamelijk de rijlke farmers uit den om trek, die fanatieke aanhangers der Zuidelijke Statten waren, vermeden eiken omgang mei ons, en voor ons was het een, grap hen nu en dian te noodzaken, om ons in gezelschap te ontmoeten. Zoo naderde het Kerstfeest en on zekere avond stelde generaal Sigel zelf voor, om hel volgens echt Duitsdi gebruik t© vieren. Al len stemden wij verheugd toe en besloten een geschikte zaal te huren, eenige Kerstboom©;, te versieren, geschenken mee te brengen, die dan door het lot verdeeld moesten worden, uitroepen, wiens hulde aan do Oud-Ncder- landsche dapperheid ook op deze strijders, me aan een vroeger tijdperk denken doen, vol komen toepasselijk is. Mee welke gevoelens zullen zij het Kerst feest, dat ook hen wenkt, straks sneren Bij liet Kerstfeest denkt men zoo gaarne aan ömiselijko vroolijkheidde geboortedag van den grooten Stichter wordt zoo gaarne m blijmoedigo stemming doorleefd, maar van huiselijkheid kan geen sprake zijn, waar het vaderland de uiterste waakzaamheid bij alle overgangen der rivieren, bij alle toegangenin de omringende heuvelreeksen vordert. En vroolijkheid is nog minder denkbaar, al ver blijdt men zich over de bevochten overwin ningen, wamt hoeveel kostbare offers heeft die zegepraal gekost, hoe menige plaats is er ledig, nog voor luttel dagen of weken door dierbare betrekkingen ingenomen O O Maar heei wat somberder zal de stemming van den tegenstander zijn, die nog veel ver der van lnus is en veel zwaarder offers ge bracht heeft, zonder op een schitterend resul taat van zijn inspanning, zijn ontberingen en gevaren te mogen wijzen. Met welke ge waarwordingen zal hij aan vorige Kerstdagen in Oud-Engeland, waar de Plumpudding en de Christmas-box en de Mistletoe hem wel eer wachtten, ditmaal denkenDe Chocolade, die de Koningin hean zal doen uitreiken, is wel een schamele vergoeding voor wat hij vroeger genoot en de toekomst is nog zoo weinig bemoedigend dat menig Engelsch ol- daat bijna met bcnijdhig de zieken en ge wonden zal zien vertrekken, die weer naai' 't vaderland wenden teruggevoerd. Zij althans zullen niet in 't vreemde land sterven en ho pen, zij 't ook niet in vreugdevolle stemming, den geboortegrond weer te zien, en het deerniswaard verhaal Van zooveel wekrm leeds kort hun de thuisreis op." Maar iaat ons niet in den toon vain scherts vervallen, want daartoe leent het droevige onderwerp zich wel allerminst. Ze ker, er zijn spotprenten verschenen, die ook mijn lachlust opwekten; de „Nederl. Specta tor" bijv., heeft ons een paar maal aard'ige satires doen aanschouwen. Natuurlijk bleef het „Groene Weekblad" niet achter, liet re gende steenen op den harden kop van John Buil en inderdaad was, na al de schandelijke manoeuvres en al de lasterlijke aantijgingen van Chamberlain en diens handlangers, ae tuchtiging welverdiend. Niettemin geloof ik dat het ons, Nederlan ders, passen zou bij dien spotlust een weinig maat te hemelen. Niet uit vrees voor weer wraak vau d-n Eugelschmaa, want deze ge neert zich ook volstrekt niet in 't hekelen van hetgeen hij bij zijn buren opmerkt, maar om twee andere redenen. De eerste is, dat men onwillekeurig te veel aan de goedkoope geestigheid offert om de oude koningin Vic toria wier naam zich nu trouwens op be denkelijke wijze tot stekelige toespelingen leent be-.pottelijk af te boelürn; tegen over een 80-jarige vrouw is er werkelijk iets hinderlijks in dergelijke spotprenten. Manr do tweede reden schijnt mij vooral afdoende toe. Voegt liet ons zooveel uien te verkoopen ten koste van de overwonnenen, waar wij- zelven, indien onze militaire la-achten nam een zware piocf onderworpen werden, bijna zeker te licht zouden bevonden worden' Hierop wijzt ndo vergeet ik volstrekt niet ho" kranig, ons Indisch leger sedert lange jaren voor den dag is gekomen. Onze officieren en onze troepen hebben daar ginds, onder man en tot rich een gemeenschappelijk souper te bezorgen. De tweede Kerstdag werd voor dit feest bepaald, terwijl voor deu eersten kerk- parade bevolen werd. Eenige dagen voor Kerstmis bevonden wij, eenige adjudanten en officieren van den ge- neralen staf, ons weer bij den bevelhebber van ons legerkorps, om rapport uit te bren gen en bevelen te ontvangen, en dan na af loop onzer dienstzaken nog de laatste schik- kigen voor onzo Kerstgeschenken te maken. Daar meldde een ordonnans, dat buiten een man stond, die den generaal verlangde te spreken, en hem een brief van zijn heer, den farmer Johnston, moest overhandigen. Op een wenk van Sigel kwam de bode binnen, een oude man met grijs haar en gebogen hou ding. Johnston was een der rijkste landeige naars uit den géheelen omtrek, dat wisten wij j maar even goed was het ons ook bekend dat hij zelf tot de slavenbaronnen behoorde, die door het zegepralend voortrukken der unietroepen en de bevrijding der slaven zwa re verliezen had geleden. Des te grooter was dus onze verrassing, toen de generaal, nadat hij den brief gelezen had, ons zeide„Hee- ren, ik ontvang daar van mijnheer Johnston een uitneodigng voor 'het geheele korps offi cieren van den generalen staf en het hoofd kwartier, con op den tweeden Kerstdag een familiebal op zijn farm bij te wonen; wat dunkt u er van?" Verbaasd en verrast zagen wij elkander Was de farmer zoo plotseling van denk- wij'zo veranderd? Daarenboven hadden wij j reeds voor dien dag onze Meine Kesrstfeestvie- nen als Karei van dei- Heijden, al; Van Heutsz en andere uitstekende aan-oerdeis, sdntterendo wapenfeiten volbrachf doch m dergelijk opzicht kan ook de Briter- e krijgs geschiedenis op tal van fameus© uitkomsten bogen. Maar hoe staat het met onze slagvaar digheid in ons eigen land, indien wij ons ge plaatst vonden tegenover een vijand, die dc militaire deugden en de geoefendheid de.' Boeren bezitten zou? Op deze vraag zou, naar ik stellig geloof, bijna ieder Ncdcrlandsrh of ficier een voor ons nationaal gevoel bescha mend antwoord geven. Aam. courage en aan goeden wil zou het b'j onzo soldaten niet haperen, maar daarmede alleen kan men in onzen tijd niet men- vol staan. Al meer dan 30 jaar zijn we aan liet tobben met onze legerinridhting en hebben we geduchte sommen uitgegeven, zonder ech ter eszl'f gedtichit te wouden. Door den per soonlijken dienstplicht hebben we, ruim een jaar geleden, zeker een stap in de goeie i lull- ting gedaan, maar de verdere stappen, die on misbaar zijn om van dien eersten slap Jiet nuttig effect te verzekeren, bleven oehterwe- ge. Tegen de nu ingediendo regeling der le vende strijdkradliten zijn reeds heel wat be- dnkingen gerezen; ik matig mij over de wamde hiervan geen oordeel aan, maar ïeeds hoorde ik uit den mond van een ui-niin-s- ter van oorlog-, dat er alle kans bestaat dat dit ontweip-orgamsatie met eens in openba re behandeling komen zal. Wanneer zal 't er aan met onze vveerbaalieid eindelijs eens goed uitzien? Deze gedachte behoort, ons tot bescheidenheid' te stemmen en, zonder <Vn enkel woord ter vergoelijking van Chamber lain's misdaden, mogen wij toch onze eigen fouten niet vergeten, waar wij ons in de ne derlagen der Engelsclien verkneukeld De lezing van het Kamer-dobat over du begrootingen van Marine en van Oorl eg, juist dezer dagen gehouden, zal althans we' geen deukend Nederlander tot zelfverheffing stemmen. Tromp en de Ruijter zouden ver moedelijk weinig familie-gelijkenis vinden, als zij den minister Roéll bij de verdediging van zijn budget eons nauwkeurig hadden opgeno men. Van zelfbewuste kracht was bij dezen landvoogd, wiens plan van landsverdediging geheel werd ter zijde gesteld, nuaar die zich een sdhip, dat hij' nu niet aanvroeg, als t ware liet opdringen, al zeor weinig sprake. En de minister van oorlog moge bij liet dtobat 't er beter hebben afgebracht zijn techni sche bekwaamheid is inderdaad niet gering wij zijn onbetwistbaar todh nog in de suk kel-periode. De schimmen van Man rits en van Frederik Hendrik moeten al evenmin 's die van Tromp en De Ruijter op hot Binnen hof kamen zweven, ak daar de militaire zaïken behandeld worden, want ook ziji zouden ons met een gramstorig oog aanzien. Mcge het Transvaalsche voorbeeld er iets toe bijbren gen, dat wij w-at minder gaan metselen aan allerlei forten en bomvrije posten, maar wat meer uitrichten exm de volksweerbaarheid en strijdvaardigheid te veilhoogen. „D© menne- kers, daarop komt 't aan," zei Üa-endel-s reeds in zijn tijd, en in hoofdzaak ig dilt mog waar, maar het wordt ten onzent vergeten, of al thans als een hinderlijke gedachte naar den achtergrond verbannen. Dat de Kamer over 't geheel genomen de regeering nog vrij welgezind' is, mag men na deze inspannende herfstzitlthig intusschen vel aannemen. Hieromtrent waren de verwach tingen slechte matig, doch deze zijn ovei trof fen. Onwil bestond eigenlijk alleen tegen den Minister van Bui ten landsdli© Zaken, dodh zoo- ring geregeld, zoodat de uitnoodiging ons niet zeer gelegen kwam. Wij besloten- dus de be slissing aan onzen dief over te laten. „Hoeren," zei de generaal, „ik ben van.oor deel, dat wij de vriendelijke tegemoetkoming van mijnheer Johnston niet moeteu afwij zen zonlder twijfel zou hij rich beleedigd ach ten. Wij kunnen onzo feestviering den vol genden dag houden, wij zijn immers aan geen bepaalden tijd gebonden. Toen wij met deze zienswijze van Sigel in stemden, wendde deze zidh tot den bode mei de woorden„Keg uw heer, dat wij de eei zullen hebben van zijn vriendelijke uitnoodi ging gebruik te maken en breng onzo beleef de groeten aan mijnheer Johnston en zijn echtgenoot© over. Zullen er oefc veel dames zijn?" „Er zijn zeer veel families genoodigd, wiei zonen onder de wapens staan, terwijl de doch ters natuurlijk thuis bleven," antwoordde de man. „De voornaamste personen nit Loving- ton zullen ook komen." „Goed, man, wel thuis'" zei de generaal en daarop kon de bode vertrekken. Maar zonderling, hij ging niet. Aarzelend stond hij bij de deur, draaide verlegen zijn pet in de hand, en zag nu eens den bevel hebber, dan weer de aanwezige officieren met weifelenden blik aan. „Wel verlangt gij nog iets?" vroeg Si- gei na een poos. „Generaal, ik zou u nog wel iets willen zeg gen," zeide de man met inspanning, „maar al die heeren ik ben een Duitsaher even- nis gij 1 dra. bij monde van den premier, den heer Pieraon. liet kabinet zich beslist solidair mot den minister De Beaufort veiklaordo, was ook voor dezen hot gevaar geweken. En dat generaal Eland zijn begrooting zonder de geringste afbreuk er door haalde, mag ook als een zeldzaam verschijnsel wor den gereleveerd. Daartoe werkte ntusselien velerlei meda Ten eerste drong de tijd: do Kamer wil heden Vrijdag klaar komen om vóór de feestdagen thuis te zijn. 'ie®, tweede is, altlhans voor 't oogenblik, de staat dor geldmiddelen gunstïo-. Nu geen noodbelasting- wet m aantocht, gelijk in '98, on derhalve nu geen aandrang om, hoe dan ook, aanzien lijke posten te schrappen om aan zoo'n nood wet to ontkomen. En ten derde wist men, dat generaal Eland ditmaal in geen besnoei ing van eenige betoekenis zou berusten. „De Kamer houdt de koorden van de beurs, best mogelijk, maar als zij mij dit merkbaar voelen laat ,dan ga ik heen en haat de ver antwoordelijkheid aan aaideren oven*." Dit was het vaste besluit van deu Minister, die per soonlijk bovendien en met recht bij de Kamer in aanzien staat, en ook deze weten- "ilhap weerhield velen om het snoeimes w> g.uwi hantoeren. Vandaar dan ook dat de po ging in dien zin, door drie socialistische leden beproefd, om ruim 5 ton van de Vestiugbe- grooting te schrappen,'zoo bitter weinig on dersteuning en in 'b geheel slechte 7 voor stemmers vond. Voor dezen sympathieke® Minister, van Oorlog doet mij dleze uitislag genoegen. Evenwel hoop ik dat het adres, on langs bij de Kamer ingediend door den oud minister Seijffardt en tal van andere nota bele landgenooten, 0111 alvorens een regeling onzer strijdkrachten vast te stellen, aan de tegenwoordige Zwitsensdhe organisatie volle aandacht te schenken, niet zonder effect nl blijven. Men moge zeggen, dat - ,Land und Leute" zeer sterk verschillen, wie zal dit te genspreken Maar het feit schijnt vast te staan, dat hot k'einoiu Ewitsersöhe volle rijn strijldkradi'Len zoodanig heeft geregeld, dat zij ook aau de groote mogendheden eerbied afdwingen. En nu wil ik wél aannemen, dat onzo Minister gelijk heeft, waar hij zegt dht een dergelijke inrichting bij ons met onze grootoro bevolking ruim 22 nullioeu 'sjaars kosten zou, dus ongeveer evenveel als onze eigen oorlogubegrootmg thans bedraagt, maar tegen die som zal geen overwegend beswaar rijzen, als wij daarvoor iets goeds krijgen. Onze grief is, dat wij, jaar in jaar uit, zulke sommen bededen en grootendeels we-rioos blijven. In Zwitserland hcelib men op breedo schaal voiksodening doorgezet en wat die bij een vrijheidlievend volk waard is, dat loeren de heldhaftige Transvalors ons. Gesteld eens dat de tijd niet drong, wat zcu dan het debat over de Watetebaabsbe- grooting een omvang verkregen hebban Daar toch vindt bijina ieder lid iets van zijn. gasding, of liever iets van tte gading zijner kiezers. En bovendien vinden aanbevelingen ten gunste van allerlen. openbar© werken" 'n den regel bij den minister Lely een vriende lijk luisterend oor. Maar de zudbt om klaar te komen heeft ook hior de sluizen dér wel sprekendheid goeddeels gesloten gehouden. Én aan db andere- zijde zijn slechte een paar amendementen het eindcijfer komen verla gen. Over een, dier beide zal men al licht in België weinig tevreden zijn. Het betreft de weigering van een crediet van f 20,000, zijn de de helft der kosten tot verruiming va® het profil van de oostelijke opening der Maas brug, die de Bolgische gemeente Maaseydc „O zoo, gij wilt mij alleen spreken!" riep onze_ chef, naar een zijvertrek gaande en den bode wenkende hem te volgen; het geheim zinnige gedrag van de® man. maakte dei nieuwsgierigheid van onzen bevelhébber gaande. Het ouderhoud duurde erg lang. Toen Si gel weer binnenkwam stond rijn gelaat zeer ernstig en liep hij de kamer zwijgend op en neer, terwijl de bo-de vertrok. Maar langza merhand helderde het gelaat van den veld heer op en ten slotte speelde er zélfs ©en glim lachje om zijn mond. Eensklaps bleef hij voor ons staan. „Hee ren," zeide hij, „wij rijden dus den tweeden Kerstdag naar de farm van mijnheer John ston, ik wensch dat geen uwer achterblijft. De plaats onzer bestemming is een groot uur van hier verwijderd, met rieden zijn wij er in de helft van den tijd. Houdt u tegen vijf uur gereed en zorgt voor lantams aan. uw sled,... Tot. weerziens, heeren. Maar, overste Heine, aan u nog een enkel woord!" Wij namen afscheid, alleen overste Heine, een Sakser, commandant van een Duitschi regiment en later brigadegeneraal bij het leger der Unie bleef nog. Het was de tweedte Kerstdag en voor Vir ginia, ongewoon streng koud. In den Kerst nacht had het onafgebroken gesneeuwd, maar dien dag was de lucht Helder en licht. Allo toebereidselen voor onze beraamde Duitseha feestviering waren gereed, vier hooge denne- boomen met allerhande sieraden behangen, talrijk© lichten er tusschen gehecht, e® de boomen in de viear hoeken der zaal geplaatst^

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 5