53"" Jaargang.
Zondag 24 en Maandag 25 December 1899.
No. 10124.
Tweede Blad.
NATIONALE MILITIE.
Ken nisge y i 11 g.
Een Kerstmisbal onder de Ameri-
kaansche vlag,
Kennisgeving.
HAAGSCHE BRIEVEN.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat 68.
COURANT.
Prijs der Adverten tiën: Van 17 regels 11. 0.90iedere regel
meer '12Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier
van zijn gratis aan liet Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Hleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No. 133.
Burgemeester en wethouders van Schiedam
herinneren bij deze alle belanghebbenden aan hunne
verplichting tot het doen van aangifte ter inschrij
ving voor de nationale militie,' in de maand Januaii
1901).
De bepalingen dei wet betrekkelijk de natio
nale militie van 19 Augustus 1801 staatsblad
no. 72) waarbij de inschrijving is geiegeld, zijn
de volgende
Art. 15. Jaarlijks worden voor de militie ingeschre
ven, alle mannelijke ingezetenen, die op den 'sten
Januari van het jaar hun 19de jaar walen inge
treden.
Foor ingezeten wordt gehouden
1o. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens
moeder, of. zijn beiden overleden, wiens voogd
ingezeten is volgens de wet van den 28sten
Juli 1850 staatsblad no. 14);
2o. llij, die geen ouders of voogd hebbende, gedu
rende de laatste, aan bet in de eerste zinsnede
van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande,
achttien maanden in Nederland verblijf hield
3o, Hij, van wiens ouders de langstlevende inge
zeten was, al is zijn voogd geen ingezeten,
mits hij binnen het rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemde
ling, behooiende tot eenen staat, waar de Neder
lander niet aan den verplichten krijgsdienst is
onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplich
tigheid het 'beginsel van wederkeerighekl is aan
genomen.
Art. 16. De inschrijving geschiedt
1o, Van een ongehuwde m de gemeente, waar de
vader, of, is deze oveileden, de moeder, of, zijn
beiden overleden, de voogd woont;
2o, Van een gehuwde en vnn een weduwnaar in
de gemeente waar hij woont
3q. Vru hem, die geen vader, moeder of voogd
beeft of door deze is achtergelaten, of wiens
voogd buiten 's lands gevestigd is, in de ge
meente, waar hij woont;
4o Van den buiten 's lands wonenden zoon van
een Nederlander, die terzake van's lands dienst
in een vreemd land woont, in de gemeente,
waar zijn vader of voogd het laatst ui Neder
land gewoond beeft.
Art. 17. Foor de militie wordt niet ingeschreven;
lo. De in een vreemd iijk achtergebleven zoon
van een ingezeten, die geen Nederlander is;
2o. De in een vreemd rijk verblijf houdende ouder-
looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd
ingezeten
3o, De zoon van den Nedei lander, die ter zake van
's lands dienst in's rijks overzeesche bezittingen
of koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te woiden
ingeschreven, is vei plicht zich daartoe bij Burge
meester en wethouders aan te geven tusschen den
Istcn en den 3! sten Januari,
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is
zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder,
of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen
van die aangifte verplicht.
De wijze, waarop van het doen van de aangifte
blijken moet, wordt door Ons bepaald.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn
19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste,
ingezeten wordt, is vei plicht, zich, zoodra dit plaats
heei', ter inschrijving aan te geven bij Burge
meester en wethouders der gemeente, waar de
inschrijving, voigens art. 10, moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de
zinsneden van art 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van
het jaar, waai toe hij volgens zijnen leeftijd behooit
Een herinnering van M. L I L I E.
Heb laatste Kerstfeest, door ons gevierd,
wekte weer een herinnering bij mij'op aan
dat lang vervlogen tijdperk van. mijn ruste-
looze omzwervingen en het merkwaardigst©
Kerstfeest, dat ik ooit beleefde.
Bij het uitbarsten van den Ncord-Aimeri-
üaaansohen burgeroorlbg in het jaar 1861 had
ik bij liet leger der Noordelijke Staten dienst
genomen, waartoe een groot aantal regimen
ten Ttótisebers behoorden, en werd spoedig
tot kapitein bevorderd, omdat ik mij bij
W'ilsonscreck, in Missouri, en bij Pea Ridge
in Arkansas onderscheiden had. Het tweede
legerkorps, waartoe ik behoorde, stond onder
bevel van generaal Sigel, den voormaligen
aanvoerder van de Badensche vrijkorpsen uit
de omwenteling van 1849, en deze koos mij
tot adjudant, zoodat ik tot zijn naaste oan-
i geving bekoorde.
Het was in het tijdperk, dat de maordda-
.dige strijd, welke aan meer dan een half mil-
Koon mensdhen het leven kostte, ten einde
kep. De Noordelijke Staten, welke voormen-
jiysch onwaarde en humaniteit het zwaard aan-
\/-i gegord hadden, zegevierden over de slaven-
if, "baronnen van het Zuiden, maar hun gene-
3t';'raal Lee was nog niet volkomen ten onder
f^Sp^rariht; hij" kon nog altijd over een aan-
la^zienlijlkö troepenmacht beschikken, en eerst
|gde geheel© omsingeling van dezen dapperen
Dientengevolge norilt aan alle mannelijke nige-
/ete ten, die gehmen zijn in het jaar 188), kennis
gegeion, lat ,n het getouw de ST JORIS DOELV,
aan het Daeleplem alhierop dagen en uien hier
onder vermeld, tut het doen dier ïm-ehrijuug meer
bepaaldelijk gelegenheid zal worden gegeven, te
weten, op:
VRIJDAG den èdeu Januari 1900,
voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een der
letteia A lot en met SI, en
ZATERDAG den tiden Januari I90o,
voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een
der letteis N tot en met Z,
telkens van des voormiddags 10 tot des middags
12 uur.
Voor ben die verzuimd hebben of verhindeid wa
ren, zich op een der voornoemde dagen ter insein ij-
ving aan te geven, zal dam toe, ten Ramlfviize der
gemeentealsnog gelegenheid bestaan op ledeien
weikdag der maand Januari as., op de uren hier
boven vermeldterwijl het icgister van inschrij
ving, ingevolge art. 25 der meei gemelde wet, op
den 31 sten dier maand voorloopig zal worden ge
sloten.
Voorts worden belanghebbenden nog opmeikzaam
gemaakt, dat met eene boete van ten minste vijftig
cents en ten hoogste honderd gulden worden ge
straft zij, die verzuimen zich in de innand Januari
voor de militie te doen inschrijven.
En is liieivai! afkondiging geschied, waar liet
behoort, den 23sten December 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
De AMBTENAAR van den BURGER
LIJKEN STAND der gemeente Schiedam
brengt ter kennis, dat op Maandag den 25sn
December a.s., eersten Kerstdag, des mid
dags van 12 ure, aau het bureau van den
Burgerlijken Stand ten stadhuize gelegenheid
zal worden gegeven tot het doen van aan
giften van geboorten en ovei lijden.
Schiedam den 23 December 1899.
De Ambtenaar voornoemd,
VAN WESTENDORP.
Den IIaao, 21/22 Dcc.
Met schroom neemt men tegenwoordig: aan
de sdhrijftafel plaats om hetgeen er in e'geai
kring voorvalt te vermelden, teiriwijl feitelijk
onze geiheele aandacht en dus ook die dei
lezers tot wie het geschreven© uitgaat in
beslag genomen wordt door de groote dingen,
die in gansch anderen, maar toch verwanten
kring geschieden.
Ais men van der Boereu daden leest, va.n
hun koelblordigheid, u n onwrikbaarheid,
Dun rustrgen moed, als men cL: irncrvens
overdenkt dat die kranige eigens Ihappen al
leen worden bestuurd door hun nuchter go-
zond verstand en door hun vast vertrouwen
op den Godd el ijken bijstand in het nijpondst
gewaar, zoodat bij hen geen spoor van zelf
verheffing of grootspraak te vónden is, ter
wijl zij, toch tegenover een. vijand staan.
Wiens legerscharen en vernielingsmiddelen en
geldelijke sclnitten de hunne vér overtreffen,
dan wordt men met ontzag vervuld', omdat
men in hun daden de ware grootheid eert en
tevens met vreugde, omdat ditmaal altlhans
de zege verbonden schijnt aan de zaak van
het Recht:
Jong ©n oud
Schalt hun volharding uit en 't won
derbaar behoud,"
mogen wij nogmaals met onzen volksdichter
en verstandigen veldheer was noodig, om. hem
eindelijk te dwingen, op den 9en April 1865
bij Appoimahor-conrthonse met zijn leger van
60,000 soldaten de wapens neer te leggen.
Ons legerkorps had in December 1S64 n
den Staat Virginia, die tot de par "ij der Zui
delijken behoorde, winterkwartieren betrok
ken, het hoofdkwartier bevond zich in Le-
vington, een stadje in het westelijk gedeelte
van het land. De winter viel voor dit klimaat
ongewoon streng in en bracht een ma.-sa
sneeuw mee, die ons, Duitschero, niet onwel
kom wag, daar wij nu ruim tijd hadden, cm
naar hartelust ons met de vaderlandsche
sport, schaatsenrijden en sledevaren, te ver
maken. Wij officieren brachten de avonden
gewoonlijk in het huis van generaal Sige1
door, waar gerookt en gedronken, gepraat en
somtijds ook gespeeld werd, maar nooit hoog.
daar onze chef dit onvoorwaardelijk verbood
dikwijls werd er ook gemusiceerd, daar zich
eenige zeer muzikale kameraden onder ons
bevondenDe bewoners van het stadje, maai
voornamelijk de rijlke farmers uit den om
trek, die fanatieke aanhangers der Zuidelijke
Statten waren, vermeden eiken omgang mei
ons, en voor ons was het een, grap hen nu en
dian te noodzaken, om ons in gezelschap te
ontmoeten.
Zoo naderde het Kerstfeest en on zekere
avond stelde generaal Sigel zelf voor, om hel
volgens echt Duitsdi gebruik t© vieren. Al
len stemden wij verheugd toe en besloten een
geschikte zaal te huren, eenige Kerstboom©;,
te versieren, geschenken mee te brengen, die
dan door het lot verdeeld moesten worden,
uitroepen, wiens hulde aan do Oud-Ncder-
landsche dapperheid ook op deze strijders, me
aan een vroeger tijdperk denken doen, vol
komen toepasselijk is.
Mee welke gevoelens zullen zij het Kerst
feest, dat ook hen wenkt, straks sneren Bij
liet Kerstfeest denkt men zoo gaarne aan
ömiselijko vroolijkheidde geboortedag van
den grooten Stichter wordt zoo gaarne m
blijmoedigo stemming doorleefd, maar van
huiselijkheid kan geen sprake zijn, waar het
vaderland de uiterste waakzaamheid bij alle
overgangen der rivieren, bij alle toegangenin
de omringende heuvelreeksen vordert. En
vroolijkheid is nog minder denkbaar, al ver
blijdt men zich over de bevochten overwin
ningen, wamt hoeveel kostbare offers heeft
die zegepraal gekost, hoe menige plaats is er
ledig, nog voor luttel dagen of weken door
dierbare betrekkingen ingenomen
O O
Maar heei wat somberder zal de stemming
van den tegenstander zijn, die nog veel ver
der van lnus is en veel zwaarder offers ge
bracht heeft, zonder op een schitterend resul
taat van zijn inspanning, zijn ontberingen
en gevaren te mogen wijzen. Met welke ge
waarwordingen zal hij aan vorige Kerstdagen
in Oud-Engeland, waar de Plumpudding en
de Christmas-box en de Mistletoe hem wel
eer wachtten, ditmaal denkenDe Chocolade,
die de Koningin hean zal doen uitreiken, is
wel een schamele vergoeding voor wat hij
vroeger genoot en de toekomst is nog zoo
weinig bemoedigend dat menig Engelsch ol-
daat bijna met bcnijdhig de zieken en ge
wonden zal zien vertrekken, die weer naai' 't
vaderland wenden teruggevoerd. Zij althans
zullen niet in 't vreemde land sterven en ho
pen, zij 't ook niet in vreugdevolle stemming,
den geboortegrond weer te zien, en
het deerniswaard verhaal
Van zooveel wekrm leeds kort hun
de thuisreis op."
Maar iaat ons niet in den toon vain
scherts vervallen, want daartoe leent het
droevige onderwerp zich wel allerminst. Ze
ker, er zijn spotprenten verschenen, die ook
mijn lachlust opwekten; de „Nederl. Specta
tor" bijv., heeft ons een paar maal aard'ige
satires doen aanschouwen. Natuurlijk bleef
het „Groene Weekblad" niet achter, liet re
gende steenen op den harden kop van John
Buil en inderdaad was, na al de schandelijke
manoeuvres en al de lasterlijke aantijgingen
van Chamberlain en diens handlangers, ae
tuchtiging welverdiend.
Niettemin geloof ik dat het ons, Nederlan
ders, passen zou bij dien spotlust een weinig
maat te hemelen. Niet uit vrees voor weer
wraak vau d-n Eugelschmaa, want deze ge
neert zich ook volstrekt niet in 't hekelen
van hetgeen hij bij zijn buren opmerkt, maar
om twee andere redenen. De eerste is, dat
men onwillekeurig te veel aan de goedkoope
geestigheid offert om de oude koningin Vic
toria wier naam zich nu trouwens op be
denkelijke wijze tot stekelige toespelingen
leent be-.pottelijk af te boelürn; tegen
over een 80-jarige vrouw is er werkelijk iets
hinderlijks in dergelijke spotprenten. Manr
do tweede reden schijnt mij vooral afdoende
toe. Voegt liet ons zooveel uien te verkoopen
ten koste van de overwonnenen, waar wij-
zelven, indien onze militaire la-achten nam
een zware piocf onderworpen werden, bijna
zeker te licht zouden bevonden worden'
Hierop wijzt ndo vergeet ik volstrekt niet ho"
kranig, ons Indisch leger sedert lange jaren
voor den dag is gekomen. Onze officieren en
onze troepen hebben daar ginds, onder man
en tot rich een gemeenschappelijk souper te
bezorgen. De tweede Kerstdag werd voor dit
feest bepaald, terwijl voor deu eersten kerk-
parade bevolen werd.
Eenige dagen voor Kerstmis bevonden wij,
eenige adjudanten en officieren van den ge-
neralen staf, ons weer bij den bevelhebber
van ons legerkorps, om rapport uit te bren
gen en bevelen te ontvangen, en dan na af
loop onzer dienstzaken nog de laatste schik-
kigen voor onzo Kerstgeschenken te maken.
Daar meldde een ordonnans, dat buiten een
man stond, die den generaal verlangde te
spreken, en hem een brief van zijn heer, den
farmer Johnston, moest overhandigen. Op
een wenk van Sigel kwam de bode binnen,
een oude man met grijs haar en gebogen hou
ding. Johnston was een der rijkste landeige
naars uit den géheelen omtrek, dat wisten
wij j maar even goed was het ons ook bekend
dat hij zelf tot de slavenbaronnen behoorde,
die door het zegepralend voortrukken der
unietroepen en de bevrijding der slaven zwa
re verliezen had geleden. Des te grooter was
dus onze verrassing, toen de generaal, nadat
hij den brief gelezen had, ons zeide„Hee-
ren, ik ontvang daar van mijnheer Johnston
een uitneodigng voor 'het geheele korps offi
cieren van den generalen staf en het hoofd
kwartier, con op den tweeden Kerstdag een
familiebal op zijn farm bij te wonen; wat
dunkt u er van?"
Verbaasd en verrast zagen wij elkander
Was de farmer zoo plotseling van denk-
wij'zo veranderd? Daarenboven hadden wij
j reeds voor dien dag onze Meine Kesrstfeestvie-
nen als Karei van dei- Heijden, al; Van
Heutsz en andere uitstekende aan-oerdeis,
sdntterendo wapenfeiten volbrachf doch m
dergelijk opzicht kan ook de Briter- e krijgs
geschiedenis op tal van fameus© uitkomsten
bogen. Maar hoe staat het met onze slagvaar
digheid in ons eigen land, indien wij ons ge
plaatst vonden tegenover een vijand, die dc
militaire deugden en de geoefendheid de.'
Boeren bezitten zou? Op deze vraag zou, naar
ik stellig geloof, bijna ieder Ncdcrlandsrh of
ficier een voor ons nationaal gevoel bescha
mend antwoord geven.
Aam. courage en aan goeden wil zou het b'j
onzo soldaten niet haperen, maar daarmede
alleen kan men in onzen tijd niet men- vol
staan. Al meer dan 30 jaar zijn we aan liet
tobben met onze legerinridhting en hebben
we geduchte sommen uitgegeven, zonder ech
ter eszl'f gedtichit te wouden. Door den per
soonlijken dienstplicht hebben we, ruim een
jaar geleden, zeker een stap in de goeie i lull-
ting gedaan, maar de verdere stappen, die on
misbaar zijn om van dien eersten slap Jiet
nuttig effect te verzekeren, bleven oehterwe-
ge. Tegen de nu ingediendo regeling der le
vende strijdkradliten zijn reeds heel wat be-
dnkingen gerezen; ik matig mij over de
wamde hiervan geen oordeel aan, maar ïeeds
hoorde ik uit den mond van een ui-niin-s-
ter van oorlog-, dat er alle kans bestaat dat
dit ontweip-orgamsatie met eens in openba
re behandeling komen zal. Wanneer zal 't er
aan met onze vveerbaalieid eindelijs eens
goed uitzien? Deze gedachte behoort, ons tot
bescheidenheid' te stemmen en, zonder <Vn
enkel woord ter vergoelijking van Chamber
lain's misdaden, mogen wij toch onze eigen
fouten niet vergeten, waar wij ons in de ne
derlagen der Engelsclien verkneukeld
De lezing van het Kamer-dobat over du
begrootingen van Marine en van Oorl eg,
juist dezer dagen gehouden, zal althans we'
geen deukend Nederlander tot zelfverheffing
stemmen. Tromp en de Ruijter zouden ver
moedelijk weinig familie-gelijkenis vinden, als
zij den minister Roéll bij de verdediging van
zijn budget eons nauwkeurig hadden opgeno
men. Van zelfbewuste kracht was bij dezen
landvoogd, wiens plan van landsverdediging
geheel werd ter zijde gesteld, nuaar die zich
een sdhip, dat hij' nu niet aanvroeg, als t
ware liet opdringen, al zeor weinig sprake.
En de minister van oorlog moge bij liet dtobat
't er beter hebben afgebracht zijn techni
sche bekwaamheid is inderdaad niet gering
wij zijn onbetwistbaar todh nog in de suk
kel-periode. De schimmen van Man rits en
van Frederik Hendrik moeten al evenmin 's
die van Tromp en De Ruijter op hot Binnen
hof kamen zweven, ak daar de militaire zaïken
behandeld worden, want ook ziji zouden ons
met een gramstorig oog aanzien. Mcge het
Transvaalsche voorbeeld er iets toe bijbren
gen, dat wij w-at minder gaan metselen aan
allerlei forten en bomvrije posten, maar wat
meer uitrichten exm de volksweerbaarheid en
strijdvaardigheid te veilhoogen. „D© menne-
kers, daarop komt 't aan," zei Üa-endel-s reeds
in zijn tijd, en in hoofdzaak ig dilt mog waar,
maar het wordt ten onzent vergeten, of al
thans als een hinderlijke gedachte naar den
achtergrond verbannen.
Dat de Kamer over 't geheel genomen de
regeering nog vrij welgezind' is, mag men na
deze inspannende herfstzitlthig intusschen vel
aannemen. Hieromtrent waren de verwach
tingen slechte matig, doch deze zijn ovei trof
fen. Onwil bestond eigenlijk alleen tegen den
Minister van Bui ten landsdli© Zaken, dodh zoo-
ring geregeld, zoodat de uitnoodiging ons niet
zeer gelegen kwam. Wij besloten- dus de be
slissing aan onzen dief over te laten.
„Hoeren," zei de generaal, „ik ben van.oor
deel, dat wij de vriendelijke tegemoetkoming
van mijnheer Johnston niet moeteu afwij
zen zonlder twijfel zou hij rich beleedigd ach
ten. Wij kunnen onzo feestviering den vol
genden dag houden, wij zijn immers aan geen
bepaalden tijd gebonden.
Toen wij met deze zienswijze van Sigel in
stemden, wendde deze zidh tot den bode mei
de woorden„Keg uw heer, dat wij de eei
zullen hebben van zijn vriendelijke uitnoodi
ging gebruik te maken en breng onzo beleef
de groeten aan mijnheer Johnston en zijn
echtgenoot© over. Zullen er oefc veel dames
zijn?"
„Er zijn zeer veel families genoodigd, wiei
zonen onder de wapens staan, terwijl de doch
ters natuurlijk thuis bleven," antwoordde de
man. „De voornaamste personen nit Loving-
ton zullen ook komen."
„Goed, man, wel thuis'" zei de generaal
en daarop kon de bode vertrekken.
Maar zonderling, hij ging niet. Aarzelend
stond hij bij de deur, draaide verlegen zijn
pet in de hand, en zag nu eens den bevel
hebber, dan weer de aanwezige officieren
met weifelenden blik aan.
„Wel verlangt gij nog iets?" vroeg Si-
gei na een poos.
„Generaal, ik zou u nog wel iets willen zeg
gen," zeide de man met inspanning, „maar
al die heeren ik ben een Duitsaher even-
nis gij 1
dra. bij monde van den premier, den heer
Pieraon. liet kabinet zich beslist solidair mot
den minister De Beaufort veiklaordo, was
ook voor dezen hot gevaar geweken.
En dat generaal Eland zijn begrooting
zonder de geringste afbreuk er door haalde,
mag ook als een zeldzaam verschijnsel wor
den gereleveerd. Daartoe werkte ntusselien
velerlei meda Ten eerste drong de tijd: do
Kamer wil heden Vrijdag klaar komen om
vóór de feestdagen thuis te zijn. 'ie®, tweede
is, altlhans voor 't oogenblik, de staat dor
geldmiddelen gunstïo-. Nu geen noodbelasting-
wet m aantocht, gelijk in '98, on derhalve
nu geen aandrang om, hoe dan ook, aanzien
lijke posten te schrappen om aan zoo'n nood
wet to ontkomen. En ten derde wist men,
dat generaal Eland ditmaal in geen besnoei
ing van eenige betoekenis zou berusten. „De
Kamer houdt de koorden van de beurs, best
mogelijk, maar als zij mij dit merkbaar
voelen laat ,dan ga ik heen en haat de ver
antwoordelijkheid aan aaideren oven*." Dit was
het vaste besluit van deu Minister, die per
soonlijk bovendien en met recht bij de
Kamer in aanzien staat, en ook deze weten-
"ilhap weerhield velen om het snoeimes w>
g.uwi hantoeren. Vandaar dan ook dat de po
ging in dien zin, door drie socialistische leden
beproefd, om ruim 5 ton van de Vestiugbe-
grooting te schrappen,'zoo bitter weinig on
dersteuning en in 'b geheel slechte 7 voor
stemmers vond. Voor dezen sympathieke®
Minister, van Oorlog doet mij dleze uitislag
genoegen. Evenwel hoop ik dat het adres, on
langs bij de Kamer ingediend door den oud
minister Seijffardt en tal van andere nota
bele landgenooten, 0111 alvorens een regeling
onzer strijdkrachten vast te stellen, aan de
tegenwoordige Zwitsensdhe organisatie volle
aandacht te schenken, niet zonder effect nl
blijven. Men moge zeggen, dat - ,Land und
Leute" zeer sterk verschillen, wie zal dit te
genspreken Maar het feit schijnt vast te
staan, dat hot k'einoiu Ewitsersöhe volle rijn
strijldkradi'Len zoodanig heeft geregeld, dat
zij ook aau de groote mogendheden eerbied
afdwingen. En nu wil ik wél aannemen, dat
onzo Minister gelijk heeft, waar hij zegt dht
een dergelijke inrichting bij ons met onze
grootoro bevolking ruim 22 nullioeu 'sjaars
kosten zou, dus ongeveer evenveel als onze
eigen oorlogubegrootmg thans bedraagt, maar
tegen die som zal geen overwegend beswaar
rijzen, als wij daarvoor iets goeds krijgen.
Onze grief is, dat wij, jaar in jaar uit, zulke
sommen bededen en grootendeels we-rioos
blijven. In Zwitserland hcelib men op breedo
schaal voiksodening doorgezet en wat die bij
een vrijheidlievend volk waard is, dat loeren
de heldhaftige Transvalors ons.
Gesteld eens dat de tijd niet drong, wat
zcu dan het debat over de Watetebaabsbe-
grooting een omvang verkregen hebban
Daar toch vindt bijina ieder lid iets van zijn.
gasding, of liever iets van tte gading zijner
kiezers. En bovendien vinden aanbevelingen
ten gunste van allerlen. openbar© werken" 'n
den regel bij den minister Lely een vriende
lijk luisterend oor. Maar de zudbt om klaar
te komen heeft ook hior de sluizen dér wel
sprekendheid goeddeels gesloten gehouden.
Én aan db andere- zijde zijn slechte een paar
amendementen het eindcijfer komen verla
gen. Over een, dier beide zal men al licht in
België weinig tevreden zijn. Het betreft de
weigering van een crediet van f 20,000, zijn
de de helft der kosten tot verruiming va® het
profil van de oostelijke opening der Maas
brug, die de Bolgische gemeente Maaseydc
„O zoo, gij wilt mij alleen spreken!" riep
onze_ chef, naar een zijvertrek gaande en den
bode wenkende hem te volgen; het geheim
zinnige gedrag van de® man. maakte dei
nieuwsgierigheid van onzen bevelhébber
gaande.
Het ouderhoud duurde erg lang. Toen Si
gel weer binnenkwam stond rijn gelaat zeer
ernstig en liep hij de kamer zwijgend op en
neer, terwijl de bo-de vertrok. Maar langza
merhand helderde het gelaat van den veld
heer op en ten slotte speelde er zélfs ©en glim
lachje om zijn mond.
Eensklaps bleef hij voor ons staan. „Hee
ren," zeide hij, „wij rijden dus den tweeden
Kerstdag naar de farm van mijnheer John
ston, ik wensch dat geen uwer achterblijft.
De plaats onzer bestemming is een groot uur
van hier verwijderd, met rieden zijn wij er
in de helft van den tijd. Houdt u tegen vijf
uur gereed en zorgt voor lantams aan. uw
sled,... Tot. weerziens, heeren. Maar, overste
Heine, aan u nog een enkel woord!"
Wij namen afscheid, alleen overste Heine,
een Sakser, commandant van een Duitschi
regiment en later brigadegeneraal bij het
leger der Unie bleef nog.
Het was de tweedte Kerstdag en voor Vir
ginia, ongewoon streng koud. In den Kerst
nacht had het onafgebroken gesneeuwd, maar
dien dag was de lucht Helder en licht. Allo
toebereidselen voor onze beraamde Duitseha
feestviering waren gereed, vier hooge denne-
boomen met allerhande sieraden behangen,
talrijk© lichten er tusschen gehecht, e® de
boomen in de viear hoeken der zaal geplaatst^