No. 10138. een KLERK-MAGAZIJNMEESTER, Tusschen twee liefdes. 53,tó Jaargang. Vrijdag 12 Januari 1900. Kennisgeving. BUITENLAND. SCHIEDill mEiCOIRfllï Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen, Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat 68, iiüHtidltiHht Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 12% cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën Kj abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Uleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Ho. 123. Inrichtingen welke gevaar, schade ol hinder kunnen veroorzaken. Boboemeester en Wethouders van Schiedam, Giet op de bepalingen der Hinderwet, Geven kennis aan de ingezetenen dat op heden de navolgende vergunningen zijn verleend lo. aan de firma G. J. BERTELS en hare rechtverkrijgenden tot uitbreiding harer branderij aan de Westerkade no. 4, kadasier sectie M no. 412, door plaatsing daarin van een stoomwerktuig van 3 paardenkracht en ketel met een verwarmingsoppervlak van 3 M!, let vervanging van het bestaande sloomweiktuig met ketel 2o. aan de DIRECTIE der GLASFABRIEK sDE SCHIE" en hare rechtverkrijgenden tot uitbreiding harer fabriek staande aan den Buitenhavenweg no. 146, kadaster sectie L no. 1703 Schiedam, den lldan Januari 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris VERNÈDE. Aan de gasfabriek en drinkwater leiding te Schiedam wordt gevraagd op een aanvangs-salaris van 50O. Vereischt wordt vlag en goed schrift en eenige kennis vau boekhouden. Soilicitatiën uitsluitend schriftelijk, voor 25 dezer in te dienen bij den Directeur. Voor hen die voor eene benoeming in aan merking kunnen komen, zal gelegenheid gegeven worden hun sollicitatie mondeling toe te lichten. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 11 Jan. 1900. DE OORLOG. Van het oorlogsfcerrein. Oorlogsnieuws in eigenlijken zin is er he den met. Er zijn geen berichten uit Natal noch uit die Kaapkolonie noch uit Griqua- land West en Bechuana-land. Er zijn nog geen nadere bijzonderheden over het gevecht van 6 dezer ten Zuidwes-, ten van Ladysmith, behalve het zonderlinge telegram van Buller, dat blijkbaar bedoelt de verliezen der Boeren als zeer belangrijk aan te duiden. Het telegram maakt den in druk van groote zwakheid. Buller schijnt er bang voor te zijn, dat te Londen een be richt wordt ontvangen en geloofd waarin de Boorenverhozen als gering worden opgege ven. De correspondent der Times" in het kamp van Frere wijst op het strategisch belang van Caesar's kamp. Het is di ie mijlen ten Zuiden der stad op een langen heuveliug gelegen die zich achterwaarts uitstrekt naar de stad. DOOR CHARLOTTE M. BRAEHME. 10) „Ik zal waarschijnlijk Claude speten. met u als Pauline," zei hij. „Als de Fortuin al haar best had gedaan, had zij niets beters voor mij kunnen doen." Lady May begon, te denken dat bet ten slotte toch niet zoo aangenaam was een lief- descèno te spelen mot dem jongen, hertog. Toen wens elite zij dat Lady\Swandown nooit haar tooneelspeelmanie had gekregen. Een klein gezegde had haar gehinderd. Zij sprak met kolonel Dartmore over de groote aanstaande gebeurtenis, toen Lady Marcel zich bij hen voegde en op eigenaardigne toon zeidie „Wees er niet zoo zeker van, kolonel, dat u Lady May als Pauline zult zien. Een. vo geltje beeft mij vreemde dingen ini het oor gezongen." „En wat zong het vogeltje wel?" vroeg Lady.May met een blos op het gelaat. „Dat mag ik niet zeggen; maar ik voor mij reken niet al te zeer op het genoegen van u als Paiuline te zien.'" Toen. dacht Lady May bij zichzelf dat men babbelde over den tegenzin van baar aanstaande tegen deze geheel© gesohiedenis, en dat men er benieuwd naar was of zij al dan niet zou toegeven. Zij was uitgenoodigd voor een groot diner (maar daar zij zich vermoeid en. ouaange- Dit klopt znei wel met de mededeelnigen van onzen corespondent in ons nummer van 9 dezer. Men schijnt tegenwoordig ook weer zijn troost te zoeken in insinuaties over de ver houding tusschen Transvalere en Vrijs' a- ters. Wie die zich nog zulk zand in de oogen laat strooien Heel anders is het gesteld met de Trans- vaalsche besehuldiging dat de Engelsclien aan de Transvaalscïie Noordgrens Kaffers laten medestrijden. De landdrost van Rus tenburg eindigt een rapport van 2 Dec. aldus „Er is beslist nu geen twijfel dat Kaf- gers van Lindchwe aan het gevecht hebben deelgenomen." De veldkornet van Rustenburg bericht verder, dat in het gevecht bij Derdepoort van den vijand 50 sneuvelden en dat de Kaffers door de Engelschen gehuurd zijn om tegen de Boeren te vechten volgens daaromtrent ingewonnen informatie. Verspreide berichten. De „Daily Chronicle" zegt dat het ge rucht loopt dat de veelgesmade sir William Butler, bevelhebber der troepen m Zuid- Afrika vóór den oorlog, door lord Wolselev naar Londen is ontboden om zijn gedachten te zeggen over den toestand in Zuid-Afrika. Verschillende bisschoppen der Anglikaan- sche kerk hebben bidstonden gelast voor de zegen der Engelschen in Zuid-Afrika. Tegen die bidstonden proteoteeit ds. Ken nedy, in het diocees Carlisle, krachtig in de 5Echo". iHoe kan bedienaar des Woords", vraagt hij, »de feiten kennend, bidden voor deze expeditie van roovers en moordenaars, voor dezen schandelijken inval, voor deze biutale uitoefening van geweld tegen het recht De oorlog is het werk der kapita listen, van Chamberlain en van Rhodes. Hun doel is de goudmijnen te stelen en een we reldrijk te scheppen. Om te bidden voor het succes van zulk een oorlog, moet men zich tot den Duivel wenden en niet tot God. Ik voor mij weiger den Duivel onder zijn eigen of een voorgewenden naam aan te toepen." De bekende Amerikaansche mijn-ingenieur Hays Hammond, een der Johannesbiirger- hervormers van 4995 '96, schrijft nu in de ^Engineering Magazine" pin tegenstelling met het aigemeeue ge loof, zijn Brits-che belangen bij de Transvaal- sche mijnen in de mindeiheid, want de meer derheid der aandeelen zit tegenwoordig in Duitscliland, Fiankrijk en andere Euro- peesehe landen." De Zuid-Afrikaanscbe Mali, Io een biief in de sArrili. Ct." van een oud-stadgenoot van 27 Nov. wordt over het Hoilander-korps in liet leger te velde gezegd pVolgens de »Volksstem" van hedenavond gaan ze zich weer vereenigen en willen zich weer onder Jan Lornbaaid plaatsen. Dit lste Volksraadslul het zich bij ons op de sociëteit zeer gunstig over de Hollandeitjes uit. Hij vertelde ine: sbulle is niks nie parmantig moar banjer goedleeiseh en als een menscli zegt: pKijk, jelui moet zóo moak, dan moak hulle zoo »Hij zelf moet, volgens ooggetuigen, zulke naam gestemd voelde, liet zij haar wegblij ven excuseeren. Voor het eerst voelde de sehoone, bewonderde Lady May zich uieb in staat om zich in gezelschap te begeven. Zij ging naar buiten, naar den vriendelij ken, echt-Londenschen tuin achter het huis. Er stond een kwijnend© ceder, en er was •een zachb-groen grasperk en rozenstokken en reseda's. De gouden zonnestralen war relden er over heen; de zuidewind deed ie blaadjes licht trillen; de liefelijk glanzende hemel was zonlder wolken; de vogels zongen op de twijgen die zachte, heilige kalmte der natuur was zoo verschillend van de luid ruchtige dartelheid der wereld. Daar, onder de schaduw der boom en, luisterende naar het zoete, jubelende gekwinkeleer der vo gels, verlangde haar hart weer naar den man dien zij liefhad, en begon dc gedachte aan tooneels pelen haar bijna te walgen. Zij werd uit haar gedroom gewekt door den klank van zijn stem, en zij bemerkte dat hij naast haar stond. Eén blik op zijn gelaat toonde haar dat hij ongewoon opge wonden was. „May, mijn lieveling," zei hij. „Ik heb het gehoord! Ik was letterlijk perplex! Toen bob ik mij voorgenomen naar je toe te gaan en te vragen hoe zoo iets kon ge beuren Zij zag hem lang en ernstig aan, voordat zij sprak. Er waren vreemde trekken op dat lieve gelaat trekken van smart en haar hart verweet haar die; zij had ze er op ite voorschijn geroepen. „Wat bedoel je, Clinton?" vroeg zij, met een zeker voorgevoel van wat er zou komen. „Ze vertellen mij dat je niet alleen aan die komedie-voorstelling meedoet, maar dat dooi slaande bewijzen van moed hebben ge geven, dat zelfs de Hollanders verstomd ston den ol liever lagen te kijken. Men vecht hier bijna altijd liggende. Chengens bewijzen de Hollander hier onbetaalbare diensten. Ons leger in Natal woidt op den voet gevolgd door spoorwegingenieurs, electriciens. heliu- giaphisten lelegrapliisten, postambtenaren, twee drukpersen in spoorwegwagens, ambu lance, infoi matie-bui eau." Aan denzelfden brief is ook het volgende ontleent ïEr is »an onzen kant nog geen sprake van «volle kiacht", we wei ken amper shalve kracht" en de Vrijstaat precies eender. En sir Redveis Buller (we zeggen Rooivaars bul) heeft nu met zijn keurtioepen al tweemaal zijn kop gestooten, 2.3 en 25 November, op onze zuidei linie, zoodat 't dreigende gevaar daar nu ook voorbij is. »Gisteieri is Cronjé daar met 3000 man ter versterking gekomen en overigens hebben wij hier een nieuwe gevangenis gemaakt, waar wij een duizend man of tien kunnen bergen, een puar uur van Pretoria op Water val b'y Zandspruit, 't Is een dal, afgezet met doorndiaad en plaatijzer, overigens groote barakken enz. Van L. beeft er eene dynamo heengebracht, voor 't electrisch licht. Aan 'teind van de straat, waar ik wooo (de .-'choemanstraat), zie je een zee van licht, dat is 't electrisch licht van de renbaan, waar de soldaten zitten, circa twee duizend man. »In de Staatsmodelschool zitten de officie ren, plus minus 50. »Zooals je dus ziet, rekenen we geheel er op, nog heel wat gevangenen naar hier te zullen brengen ert 't zou ine ook niet ver wonderen ot T gebeurt." Te Pietona zelf woiden lange loodsen ge bouwd voor de gevangenen, zóó groot dat de ruimten er tusschen drie stralen vormen, welke Ladysmith-, Kimberley- en Mafeking- straat gedoopt zijn. In een brief uit Tiansvaal, aan de »Zutph. Ct." ter lezing afgestaan door een stadge noot, wordt het volgende vermeld Toen de Boeren op het kerkhof bij Dun dee kwamen, trok het hun aandacht, dat er zooveel nieuwe gsaven waren, en allen voor zien van een bord, waarop geschreven stond: jder heiinnenng aanHet schrift was op alle borden vnn dezelfde hand. Nieuwsgierig geworden, gingen de Boeren aan het graven, en nu bleek, dat er geen lij ken in waren, maar ammunitie, die de En gelschen, voordat zij de plaats verlieten, daarin begraven hadden. In Engelsche bladen staat natuurlijk spoe dig te lezen »dat de Boeren tot zelfs de gra ven schenden." Engeland en DuKscliIand. De koning van. Wurtemberg liecffc zich aan 't lioofd gesteld van een Wurtem- bergseh comité der Duitsclie vlootvereeui- gmg. Keizer Wilhelm, wien dit door den Koning werd gemeld, antwoordde terstond met een telegram, waarin o. m. deze zin snede voorkomt: „Ik hoop dat do gebeurtenissen der laatste dagen steeds ruimere kringen overtuigd zullen hebben, dat niet de hertog van Rosecam, mijn modemin naar die een tijd geloden openlijk zijn vaste voornemen te kennen heeft gegeven om je op mij te veroveren de man op wien ik boven alle anderen jaloersch ben ze zeggen mij dat hij m het stuk den „jeune amoureux" zal spelen Is het zoo, May?" „Ik kan het niet helpen," zei de zij, wre veliger nog omdat zij voelde dat zij voor een slechte zaak sprak. „Je kunt toch niet. van mij verwachten dat ik aan Lady Swan- down vertel dat je jaloersch bent op den hertog. Ik heb zijn aanzoek afgeslagen om dat ik jou liefhad. Waarom zou jo dan nog jaloersch behoeven te zijn?" „Ik wil het niet goloovea, al bevestig je het zelf ook. Ik heb vertrouwen in je je zult dat vertrouwen niet beschamen. Ik weiger te gelooven dat je zoo lichtvaardig en noodeloos wreed zoudt zijn." „En ik geloof dat je onnoodig dwaas han delt door zooveel drukte te maken over iets dat in werkelijkheid zoo weinig beteekent. Je hebt mij in een alleronaangenaamste positie gebracht. Weet je wel dat de men sehen er zeer bepaald over disputeeren of ik wel durf te gaan, nadat je je meening zóó openlijk hebt be kennen gegeven ?Waar- om heb je er zooveel over gesproken, Clin ton „Waarom, vraag je? Omdat ik meende dat de vrouw, die mij liefhad, een klein zelfzuchtig genoegen gaarne zou hebben op geofferd om mij te believen." „Het gaat niet om eenig zelfzuchtig ge noegen," antwoordde zij fcrotecli. „Dit .s het het gaat om mijn gehoorzaamheid tegenover jou wenschen." alleen Duitsclxland's belangen, maar ook Duitschland's eer in verre zeeen be schermd, en dat Duitschland daartoe ook te water sterk en machtig moet worden. De „Koln. Ztg.", dit telegram in haar ko lommen afdrukkend en den nadruk leggend op de gespatieerde woorden, toekende er deze weinige woorden bij aan „Wij verwachten dat men in Engeland deze taal verstaan en in de ooren knoopen zalwant Engeland heeft niet veel sym pathie meer te verliezen." Of Engeland dien raad van zijn Duit- schen vriend zal aannemen? Want een vriend van Engeland is het Keu]sche blad. Maar men versta ons wel: eon van die vrienden, die uw huis frequenbeeren, omdat uw sigaren en uw wijn goéd zijn en ge zulk* goede connecties bezit. Straks als zich eeu betere relatie voordoet, zal hij u koel en uit de hoogte groeten en mot een diepe buiging naar uw vijands gunst dingen. In. Engeland houdt men dan ook met al te veel rekening met Duitsclie vriendschap. Want men weet zeer wel, dat in Duitsch land alles draait, zooals de bijtend-scherpe „Simplicissimus" onlangs hoonde, om „Ge schafte". Gee.n poezie, geen oer, geen natio- nalo trots meer zaken, zaken en nog eens zaken. Virtu* post nummos, is liet Duitsclie devies. Wanneer de Engelsche bladen dan ook Duitschland pogen gerust te stellen over de „jongste gebeurtenissen", het beslag leg gen op Duitsclie schepen, dan doen zij dit op zakelijke wijze, daarbij de Duitsclie be langen ontziende. „Het zoeken naar oorlogscontrabande," merkt daarom de „Daily News" op, „is on getwijfeld hinderlijk voor neutralen. De Duitsclie regeeriug is zonder twijfel gerech tigd in het belang der Duitsclie onderdanen vertoogen in te dienen. Het is lord Salisbu ry's plicht die vertoogen in den vriend- schappeüjksten zin te beantwoorden en vóór alles zoo spoedig mogelijk de zaak I te doen." Maar de „Daily Chronicle" zegt in zake keizer Wilhelm's telegram „Het komt m deze aangelegenheid allesa aan op de bewijsquaestie. Had de B u ri de sr nth valsche papieren, dan verliezen een of meer kooplieden geldhad het schip die niet, dan betalen wij bereidwillig scha devergoeding." Duitschland's eer evenwel heeft volgens het blad in geen van beide gevallen iets meer met de zaak tc maken dan de eer der republiek San Marino. Dit ziet men echter in Engeland duide lijk m dat keizer Wilhelm geen krachtiger argumeiiitcn ooit kon gevonden hebben voor zijn vlootplannen dan de Engelschen hem door hun houding in de wateren van Zuid- Afrika aan de hand hebben gedaan. De „Standard", mede keizer Wilhelm s bovenbedoeld telegram besprekend, betoogl dat Engeland elke maatregel die cr toe bij draagt dab Duitschland zijn verplichtingen als koloniale mogendheid behoorlijk na komt, niet belemmert, maar begunstigt. Het doet dit andere dan dc „Standard"' bedoelt. Hot levert dc Duitsclie regeenng de wapens tor bestrijding van wie zich tegen de vlootmtbreiding verzetten. En die vloot is een bedreiging tegen Engeland's oppei- macht in de wereld m de eerste plaats. „En?" zeide hij, want zij brak kort af. „Wel," ging zij voort, hem met een zoo lieflijken, betooverenden glimlach m het gelaat ziende, dat zijn hart in hem verteo- derd werd, „wel, ik behoor nu eenmaal niet tot het gehoorzame soort; dat weet je." Wat kon hij nog meer zeggen of doen? Woorden, argumenten, bedreigingen waren alle te vergeefs. Toch kon hij het niet over zich verkrijgen te gelooven dat zij werke lijk zou gaan, terwijl hij zijn meening zóó stellig had uitgesproken. „Dit zal de toetssteen zijn," zeide hij bij zichzelf„dit zal de toetssteen, zijn. Zij zegt dat zij mij liefheeft; zij behandelt mij koud. Er zijn oogenblikken waarop ik denk dab zij wel om mij geeft, en er zijn tijden waarop ik zeker voel dat zij hot met doet Dit zal de toetssteen zijti. Indien zij mij lief heeft, dan zal zij niet gaan; indien zij gaat, dan zal het zijn omdat zij mij niet liefheeft En al zal het mijn hart uit mijn borst scheuren ik zal haar prijsgeven ik zal haar vaarwel zeggen. Ik wil niet trouwen met een vrouw die mij niet lief heeft. Ik wil niet een speelgoed of een slaaf zijn." Toch had hij haar zoo diep, zoo krank zinnig lief, dat zelfs toen hij die bittere, harde woorden tot zich zelf sprak, zijn oogen omfloerst werden door tranen. En toen voelde hij dat zij vlak bij hem stond ja, zij stond daar, met een teer rozeknop- je in haar blanke hand. Dat stak zij vast op zijn jas. „Telken keere dat de geur je streelt, zal het een groet van mij zijn," zeide zij. En hij kuste de lieve, blanke vingertjes, en hij herhaalde nog eens en weer bij zich Chamberlain. De „Ind. Beige" gaat voort Joe Cham berlain het vuur na aan de schenen te leg gen. Ditmaal tracht het blad aan te toonen, hoe Engeland'» kwade genius gerekend moet worden tot de echte, typische Engel sche bit si ness-mannen, met het gevolg dat hij zaken en politiek op eigenaardige wijze dooreen schijnt te haspelen. Ten bewijze herinnert heb blad. er aan, hoe in het Parlement reeds gebleken is, dat de minister en zijn broeder behoorden tot de groote aandeelhouders in de Niger- maatscliappij, wier bezittingen, nog kort geleden, op voor de aandeelhouders zeer voordeelige voorwaarden aan den Staat zijn overgegaan. Nu publiceert de „Indépendance" enkele andere zeer merkwaardige gegevens. Aller eerst over de Kynoch's Ammunition Com pany (Maatschappij ter vervaardiging van ooriogsammunitie Kynoch)president Ar thur Chamberlain; directeur J. S. Nettle- fold De aandeden zijn aldus verdeeldAr thur Chamberlain 3216, Helen Chamber lain 320, Katharine Chamberlain 310, J. S. Ncttlefold 1615, Bertha Ohamberla;n 310, Marg. Netllefold 200, Nev. Chamberlain 25. De waarde van het aandeelenkapitaal bedraagt nu ongeveer anderhalf millioen. Arthur Chamberlain, die een zoo in 't oogloopend groot aantal aandeelen bezit, is de broeder van den minister. Dan hebben we de Birmingham Small Anns Company Ltd. (Naaml. Venn, ter ver vaardiging van wapens van klein kaliber); president Herbert Chamberlain. Aandeelen verdeeld als volgtArthur Chamberlain om „een ander" 260Arthur Chamberlain al leen 10; Herbert Chamberlain 750; Wal ter Chamberlain 10. Total© kapitaalwaarde kleine twee ton. Eigenaardig die „Arthur Chamberlain en oen ander" en „Arthur Chamberlain al leen" Eindelijk een derde ondernemingBank of Africa for Payments and Credits in Afri ca. (Afrikaansche Bank voor betalingen in credieten in Afrika.) Een der directeuren is Austin Chamberlain. AandeelenJoseph Chamberlain 2000, Austin Chamberlain (lid van het Parlement, lord der Admirali teit) 1400, Arthur Neville Chamberlain. 600. Hier fungeert d© minister dus zelf als aandeelhouder. Dit alles wint aan belangrijkheid d'oor de, maar half weersproken, bewering in de Voss. Ztg." dat de fabriek van Kynoch de Boeren groote leveranties heeft gedaan. Een bewering die Labouchère's „Truth" den 21sten December nog aldus aandikte: „Wat ammunitie betreft, geloof ik dat Transvaal in staat is den oorlog langen tijd voort te zetten. De Boeren schijnen niet zoo dwaas als men wel heeft willen beweren, omdat zij meesters schijnen te zijn in al wat oorlog betreft Het is dam ook niet on waarschijnlijk dat vóór het begin van den oorlog zij voor de hoeveelheid ammunitie hebben gezorgd die zij behoefden; men kon hen althans niet beletten te koopen wat zij noodig meenden te hebben De heeren Ky noch schijnen hun patronen te hebben ge leverd, en zoo kan men zeggen dat broer Arthur strijdt tegen broer Joseph. Zaken zijn zaken 1" zelf dat zij niet iets zou doen, waarvan zij wist dat het hem zou grieven en leed doen. VII. Liefde en trots. Do wereld schept behagen in het onge noegen van menschen die elkaar liefhebben. Niemand wist hoe die wetenschap in de wereld was gekomen, maar het duurde niet lang of iedereen sprak er over en vertelde met een lachend gezicht dat Lady May zou meedoen aan het tooncelstuk, en dat Sir Clinton zich ertegen verzette. Er werden verscheiden weddenschappen over aange gaan. Aanbidders die teleurgesteld waren, cn die Sir Clinton haatten, omdat hij de sehoone erfgename voor zich had gewonnen, meenden dat er een lichtstraaltje was. In dien zij er bij bleef om mede te doen, zou dit tot een twist kunnen leiden indien zij twistten, kon een scheiding het gevolg zijn; cn indien zij van elkaar gingen, dan was er zeer zeker een kans voor iemand an ders. Niemand durfde er tegen Sir Clinton over spreken. Met al zijn vriendelijkheid' en aangename manieren, lag er zekere hoog hartige koelheid over hem. Ook de dames stelden groot belang in de quaestie, die voor haar een bijzonder particulier karak ter had. Het was een quaesiti© van gehoor zaamheid. De meestem konden ach een. soortgelijken strijd herinneren, in haar eigen leven, en zij sloegen de zaak met belang stellend leedvermaak gade. Zij, wisten dat wie in dezen strijd overwon, voor het ge- lieele leven meester zou zijn. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1