No. 10138.
een KLERK-MAGAZIJNMEESTER,
Tusschen twee liefdes.
53,tó Jaargang.
Vrijdag 12 Januari 1900.
Kennisgeving.
BUITENLAND.
SCHIEDill mEiCOIRfllï
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen,
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat 68,
iiüHtidltiHht
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer 12% cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën Kj abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Uleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Ho. 123.
Inrichtingen welke gevaar, schade
ol hinder kunnen veroorzaken.
Boboemeester en Wethouders
van Schiedam,
Giet op de bepalingen der Hinderwet,
Geven kennis aan de ingezetenen dat op heden
de navolgende vergunningen zijn verleend
lo. aan de firma G. J. BERTELS en hare
rechtverkrijgenden tot uitbreiding harer
branderij aan de Westerkade no. 4, kadasier
sectie M no. 412, door plaatsing daarin van een
stoomwerktuig van 3 paardenkracht en ketel
met een verwarmingsoppervlak van 3 M!, let
vervanging van het bestaande sloomweiktuig
met ketel
2o. aan de DIRECTIE der GLASFABRIEK
sDE SCHIE" en hare rechtverkrijgenden tot
uitbreiding harer fabriek staande aan den
Buitenhavenweg no. 146, kadaster sectie L
no. 1703
Schiedam, den lldan Januari 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris
VERNÈDE.
Aan de gasfabriek en drinkwater
leiding te Schiedam wordt gevraagd
op een aanvangs-salaris van 50O.
Vereischt wordt vlag en goed schrift en
eenige kennis vau boekhouden.
Soilicitatiën uitsluitend schriftelijk, voor
25 dezer in te dienen bij den Directeur.
Voor hen die voor eene benoeming in aan
merking kunnen komen, zal gelegenheid
gegeven worden hun sollicitatie mondeling
toe te lichten.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 11 Jan. 1900.
DE OORLOG.
Van het oorlogsfcerrein.
Oorlogsnieuws in eigenlijken zin is er he
den met. Er zijn geen berichten uit Natal
noch uit die Kaapkolonie noch uit Griqua-
land West en Bechuana-land.
Er zijn nog geen nadere bijzonderheden
over het gevecht van 6 dezer ten Zuidwes-,
ten van Ladysmith, behalve het zonderlinge
telegram van Buller, dat blijkbaar bedoelt
de verliezen der Boeren als zeer belangrijk
aan te duiden. Het telegram maakt den in
druk van groote zwakheid. Buller schijnt
er bang voor te zijn, dat te Londen een be
richt wordt ontvangen en geloofd waarin de
Boorenverhozen als gering worden opgege
ven.
De correspondent der Times" in het kamp
van Frere wijst op het strategisch belang van
Caesar's kamp. Het is di ie mijlen ten Zuiden
der stad op een langen heuveliug gelegen
die zich achterwaarts uitstrekt naar de stad.
DOOR
CHARLOTTE M. BRAEHME.
10)
„Ik zal waarschijnlijk Claude speten. met
u als Pauline," zei hij. „Als de Fortuin al
haar best had gedaan, had zij niets beters
voor mij kunnen doen."
Lady May begon, te denken dat bet ten
slotte toch niet zoo aangenaam was een lief-
descèno te spelen mot dem jongen, hertog.
Toen wens elite zij dat Lady\Swandown
nooit haar tooneelspeelmanie had gekregen.
Een klein gezegde had haar gehinderd. Zij
sprak met kolonel Dartmore over de groote
aanstaande gebeurtenis, toen Lady Marcel
zich bij hen voegde en op eigenaardigne
toon zeidie
„Wees er niet zoo zeker van, kolonel, dat
u Lady May als Pauline zult zien. Een. vo
geltje beeft mij vreemde dingen ini het oor
gezongen."
„En wat zong het vogeltje wel?" vroeg
Lady.May met een blos op het gelaat.
„Dat mag ik niet zeggen; maar ik voor
mij reken niet al te zeer op het genoegen
van u als Paiuline te zien.'"
Toen. dacht Lady May bij zichzelf dat
men babbelde over den tegenzin van baar
aanstaande tegen deze geheel© gesohiedenis,
en dat men er benieuwd naar was of zij al
dan niet zou toegeven.
Zij was uitgenoodigd voor een groot diner
(maar daar zij zich vermoeid en. ouaange-
Dit klopt znei wel met de mededeelnigen
van onzen corespondent in ons nummer van
9 dezer.
Men schijnt tegenwoordig ook weer zijn
troost te zoeken in insinuaties over de ver
houding tusschen Transvalere en Vrijs' a-
ters. Wie die zich nog zulk zand in de oogen
laat strooien
Heel anders is het gesteld met de Trans-
vaalsche besehuldiging dat de Engelsclien
aan de Transvaalscïie Noordgrens Kaffers
laten medestrijden. De landdrost van Rus
tenburg eindigt een rapport van 2 Dec.
aldus
„Er is beslist nu geen twijfel dat Kaf-
gers van Lindchwe aan het gevecht hebben
deelgenomen."
De veldkornet van Rustenburg bericht
verder, dat in het gevecht bij Derdepoort
van den vijand 50 sneuvelden en dat de
Kaffers door de Engelschen gehuurd zijn
om tegen de Boeren te vechten volgens
daaromtrent ingewonnen informatie.
Verspreide berichten.
De „Daily Chronicle" zegt dat het ge
rucht loopt dat de veelgesmade sir William
Butler, bevelhebber der troepen m Zuid-
Afrika vóór den oorlog, door lord Wolselev
naar Londen is ontboden om zijn gedachten
te zeggen over den toestand in Zuid-Afrika.
Verschillende bisschoppen der Anglikaan-
sche kerk hebben bidstonden gelast voor de
zegen der Engelschen in Zuid-Afrika.
Tegen die bidstonden proteoteeit ds. Ken
nedy, in het diocees Carlisle, krachtig in
de 5Echo".
iHoe kan bedienaar des Woords",
vraagt hij, »de feiten kennend, bidden voor
deze expeditie van roovers en moordenaars,
voor dezen schandelijken inval, voor deze
biutale uitoefening van geweld tegen het
recht De oorlog is het werk der kapita
listen, van Chamberlain en van Rhodes. Hun
doel is de goudmijnen te stelen en een we
reldrijk te scheppen. Om te bidden voor het
succes van zulk een oorlog, moet men zich
tot den Duivel wenden en niet tot God. Ik
voor mij weiger den Duivel onder zijn eigen
of een voorgewenden naam aan te toepen."
De bekende Amerikaansche mijn-ingenieur
Hays Hammond, een der Johannesbiirger-
hervormers van 4995 '96, schrijft nu in de
^Engineering Magazine"
pin tegenstelling met het aigemeeue ge
loof, zijn Brits-che belangen bij de Transvaal-
sche mijnen in de mindeiheid, want de meer
derheid der aandeelen zit tegenwoordig
in Duitscliland, Fiankrijk en andere Euro-
peesehe landen."
De Zuid-Afrikaanscbe Mali,
Io een biief in de sArrili. Ct." van een
oud-stadgenoot van 27 Nov. wordt over het
Hoilander-korps in liet leger te velde gezegd
pVolgens de »Volksstem" van hedenavond
gaan ze zich weer vereenigen en willen zich
weer onder Jan Lornbaaid plaatsen. Dit lste
Volksraadslul het zich bij ons op de sociëteit
zeer gunstig over de Hollandeitjes uit. Hij
vertelde ine: sbulle is niks nie parmantig
moar banjer goedleeiseh en als een menscli
zegt: pKijk, jelui moet zóo moak, dan moak
hulle zoo
»Hij zelf moet, volgens ooggetuigen, zulke
naam gestemd voelde, liet zij haar wegblij
ven excuseeren. Voor het eerst voelde de
sehoone, bewonderde Lady May zich uieb in
staat om zich in gezelschap te begeven.
Zij ging naar buiten, naar den vriendelij
ken, echt-Londenschen tuin achter het huis.
Er stond een kwijnend© ceder, en er was
•een zachb-groen grasperk en rozenstokken
en reseda's. De gouden zonnestralen war
relden er over heen; de zuidewind deed ie
blaadjes licht trillen; de liefelijk glanzende
hemel was zonlder wolken; de vogels zongen
op de twijgen die zachte, heilige kalmte
der natuur was zoo verschillend van de luid
ruchtige dartelheid der wereld. Daar, onder
de schaduw der boom en, luisterende naar
het zoete, jubelende gekwinkeleer der vo
gels, verlangde haar hart weer naar den
man dien zij liefhad, en begon dc gedachte
aan tooneels pelen haar bijna te walgen.
Zij werd uit haar gedroom gewekt door
den klank van zijn stem, en zij bemerkte
dat hij naast haar stond. Eén blik op zijn
gelaat toonde haar dat hij ongewoon opge
wonden was.
„May, mijn lieveling," zei hij. „Ik heb
het gehoord! Ik was letterlijk perplex!
Toen bob ik mij voorgenomen naar je toe
te gaan en te vragen hoe zoo iets kon ge
beuren
Zij zag hem lang en ernstig aan, voordat
zij sprak. Er waren vreemde trekken op dat
lieve gelaat trekken van smart en
haar hart verweet haar die; zij had ze er
op ite voorschijn geroepen.
„Wat bedoel je, Clinton?" vroeg zij, met
een zeker voorgevoel van wat er zou komen.
„Ze vertellen mij dat je niet alleen aan
die komedie-voorstelling meedoet, maar dat
dooi slaande bewijzen van moed hebben ge
geven, dat zelfs de Hollanders verstomd ston
den ol liever lagen te kijken. Men vecht hier
bijna altijd liggende. Chengens bewijzen de
Hollander hier onbetaalbare diensten. Ons
leger in Natal woidt op den voet gevolgd
door spoorwegingenieurs, electriciens. heliu-
giaphisten lelegrapliisten, postambtenaren,
twee drukpersen in spoorwegwagens, ambu
lance, infoi matie-bui eau."
Aan denzelfden brief is ook het volgende
ontleent
ïEr is »an onzen kant nog geen sprake
van «volle kiacht", we wei ken amper shalve
kracht" en de Vrijstaat precies eender. En
sir Redveis Buller (we zeggen Rooivaars bul)
heeft nu met zijn keurtioepen al tweemaal
zijn kop gestooten, 2.3 en 25 November, op
onze zuidei linie, zoodat 't dreigende gevaar
daar nu ook voorbij is.
»Gisteieri is Cronjé daar met 3000 man ter
versterking gekomen en overigens hebben
wij hier een nieuwe gevangenis gemaakt,
waar wij een duizend man of tien kunnen
bergen, een puar uur van Pretoria op Water
val b'y Zandspruit, 't Is een dal, afgezet met
doorndiaad en plaatijzer, overigens groote
barakken enz. Van L. beeft er eene dynamo
heengebracht, voor 't electrisch licht. Aan
'teind van de straat, waar ik wooo (de
.-'choemanstraat), zie je een zee van licht,
dat is 't electrisch licht van de renbaan,
waar de soldaten zitten, circa twee duizend
man.
»In de Staatsmodelschool zitten de officie
ren, plus minus 50.
»Zooals je dus ziet, rekenen we geheel er
op, nog heel wat gevangenen naar hier te
zullen brengen ert 't zou ine ook niet ver
wonderen ot T gebeurt."
Te Pietona zelf woiden lange loodsen ge
bouwd voor de gevangenen, zóó groot dat
de ruimten er tusschen drie stralen vormen,
welke Ladysmith-, Kimberley- en Mafeking-
straat gedoopt zijn.
In een brief uit Tiansvaal, aan de »Zutph.
Ct." ter lezing afgestaan door een stadge
noot, wordt het volgende vermeld
Toen de Boeren op het kerkhof bij Dun
dee kwamen, trok het hun aandacht, dat er
zooveel nieuwe gsaven waren, en allen voor
zien van een bord, waarop geschreven stond:
jder heiinnenng aanHet schrift was
op alle borden vnn dezelfde hand.
Nieuwsgierig geworden, gingen de Boeren
aan het graven, en nu bleek, dat er geen lij
ken in waren, maar ammunitie, die de En
gelschen, voordat zij de plaats verlieten,
daarin begraven hadden.
In Engelsche bladen staat natuurlijk spoe
dig te lezen »dat de Boeren tot zelfs de gra
ven schenden."
Engeland en DuKscliIand.
De koning van. Wurtemberg liecffc zich
aan 't lioofd gesteld van een Wurtem-
bergseh comité der Duitsclie vlootvereeui-
gmg. Keizer Wilhelm, wien dit door den
Koning werd gemeld, antwoordde terstond
met een telegram, waarin o. m. deze zin
snede voorkomt:
„Ik hoop dat do gebeurtenissen
der laatste dagen steeds ruimere
kringen overtuigd zullen hebben, dat niet
de hertog van Rosecam, mijn modemin
naar die een tijd geloden openlijk zijn
vaste voornemen te kennen heeft gegeven
om je op mij te veroveren de man op
wien ik boven alle anderen jaloersch ben
ze zeggen mij dat hij m het stuk den
„jeune amoureux" zal spelen Is het zoo,
May?"
„Ik kan het niet helpen," zei de zij, wre
veliger nog omdat zij voelde dat zij voor
een slechte zaak sprak. „Je kunt toch niet.
van mij verwachten dat ik aan Lady Swan-
down vertel dat je jaloersch bent op den
hertog. Ik heb zijn aanzoek afgeslagen om
dat ik jou liefhad. Waarom zou jo dan nog
jaloersch behoeven te zijn?"
„Ik wil het niet goloovea, al bevestig je
het zelf ook. Ik heb vertrouwen in je je
zult dat vertrouwen niet beschamen. Ik
weiger te gelooven dat je zoo lichtvaardig
en noodeloos wreed zoudt zijn."
„En ik geloof dat je onnoodig dwaas han
delt door zooveel drukte te maken over iets
dat in werkelijkheid zoo weinig beteekent.
Je hebt mij in een alleronaangenaamste
positie gebracht. Weet je wel dat de men
sehen er zeer bepaald over disputeeren of
ik wel durf te gaan, nadat je je meening
zóó openlijk hebt be kennen gegeven ?Waar-
om heb je er zooveel over gesproken, Clin
ton
„Waarom, vraag je? Omdat ik meende
dat de vrouw, die mij liefhad, een klein
zelfzuchtig genoegen gaarne zou hebben op
geofferd om mij te believen."
„Het gaat niet om eenig zelfzuchtig ge
noegen," antwoordde zij fcrotecli. „Dit .s
het het gaat om mijn gehoorzaamheid
tegenover jou wenschen."
alleen Duitsclxland's belangen, maar
ook Duitschland's eer in verre zeeen be
schermd, en dat Duitschland daartoe ook
te water sterk en machtig moet worden.
De „Koln. Ztg.", dit telegram in haar ko
lommen afdrukkend en den nadruk leggend
op de gespatieerde woorden, toekende er
deze weinige woorden bij aan
„Wij verwachten dat men in Engeland
deze taal verstaan en in de ooren knoopen
zalwant Engeland heeft niet veel sym
pathie meer te verliezen."
Of Engeland dien raad van zijn Duit-
schen vriend zal aannemen? Want een
vriend van Engeland is het Keu]sche blad.
Maar men versta ons wel: eon van die
vrienden, die uw huis frequenbeeren, omdat
uw sigaren en uw wijn goéd zijn en ge zulk*
goede connecties bezit. Straks als zich eeu
betere relatie voordoet, zal hij u koel en
uit de hoogte groeten en mot een diepe
buiging naar uw vijands gunst dingen.
In. Engeland houdt men dan ook met al
te veel rekening met Duitsclie vriendschap.
Want men weet zeer wel, dat in Duitsch
land alles draait, zooals de bijtend-scherpe
„Simplicissimus" onlangs hoonde, om „Ge
schafte". Gee.n poezie, geen oer, geen natio-
nalo trots meer zaken, zaken en nog eens
zaken. Virtu* post nummos, is liet Duitsclie
devies.
Wanneer de Engelsche bladen dan ook
Duitschland pogen gerust te stellen over
de „jongste gebeurtenissen", het beslag leg
gen op Duitsclie schepen, dan doen zij dit
op zakelijke wijze, daarbij de Duitsclie be
langen ontziende.
„Het zoeken naar oorlogscontrabande,"
merkt daarom de „Daily News" op, „is on
getwijfeld hinderlijk voor neutralen. De
Duitsclie regeeriug is zonder twijfel gerech
tigd in het belang der Duitsclie onderdanen
vertoogen in te dienen. Het is lord Salisbu
ry's plicht die vertoogen in den vriend-
schappeüjksten zin te beantwoorden en
vóór alles zoo spoedig mogelijk de zaak I
te doen."
Maar de „Daily Chronicle" zegt in zake
keizer Wilhelm's telegram
„Het komt m deze aangelegenheid allesa
aan op de bewijsquaestie. Had de B u ri
de sr nth valsche papieren, dan verliezen
een of meer kooplieden geldhad het schip
die niet, dan betalen wij bereidwillig scha
devergoeding."
Duitschland's eer evenwel heeft volgens
het blad in geen van beide gevallen iets
meer met de zaak tc maken dan de eer der
republiek San Marino.
Dit ziet men echter in Engeland duide
lijk m dat keizer Wilhelm geen krachtiger
argumeiiitcn ooit kon gevonden hebben voor
zijn vlootplannen dan de Engelschen hem
door hun houding in de wateren van Zuid-
Afrika aan de hand hebben gedaan.
De „Standard", mede keizer Wilhelm s
bovenbedoeld telegram besprekend, betoogl
dat Engeland elke maatregel die cr toe bij
draagt dab Duitschland zijn verplichtingen
als koloniale mogendheid behoorlijk na
komt, niet belemmert, maar begunstigt.
Het doet dit andere dan dc „Standard"'
bedoelt. Hot levert dc Duitsclie regeenng de
wapens tor bestrijding van wie zich tegen
de vlootmtbreiding verzetten. En die vloot
is een bedreiging tegen Engeland's oppei-
macht in de wereld m de eerste plaats.
„En?" zeide hij, want zij brak kort af.
„Wel," ging zij voort, hem met een zoo
lieflijken, betooverenden glimlach m het
gelaat ziende, dat zijn hart in hem verteo-
derd werd, „wel, ik behoor nu eenmaal
niet tot het gehoorzame soort; dat weet
je."
Wat kon hij nog meer zeggen of doen?
Woorden, argumenten, bedreigingen waren
alle te vergeefs. Toch kon hij het niet over
zich verkrijgen te gelooven dat zij werke
lijk zou gaan, terwijl hij zijn meening zóó
stellig had uitgesproken.
„Dit zal de toetssteen zijn," zeide hij bij
zichzelf„dit zal de toetssteen, zijn. Zij zegt
dat zij mij liefheeft; zij behandelt mij
koud. Er zijn oogenblikken waarop ik denk
dab zij wel om mij geeft, en er zijn tijden
waarop ik zeker voel dat zij hot met doet
Dit zal de toetssteen zijti. Indien zij mij lief
heeft, dan zal zij niet gaan; indien zij gaat,
dan zal het zijn omdat zij mij niet liefheeft
En al zal het mijn hart uit mijn borst
scheuren ik zal haar prijsgeven ik zal
haar vaarwel zeggen. Ik wil niet trouwen
met een vrouw die mij niet lief heeft. Ik
wil niet een speelgoed of een slaaf zijn."
Toch had hij haar zoo diep, zoo krank
zinnig lief, dat zelfs toen hij die bittere,
harde woorden tot zich zelf sprak, zijn
oogen omfloerst werden door tranen. En
toen voelde hij dat zij vlak bij hem stond
ja, zij stond daar, met een teer rozeknop-
je in haar blanke hand. Dat stak zij vast
op zijn jas.
„Telken keere dat de geur je streelt, zal
het een groet van mij zijn," zeide zij.
En hij kuste de lieve, blanke vingertjes,
en hij herhaalde nog eens en weer bij zich
Chamberlain.
De „Ind. Beige" gaat voort Joe Cham
berlain het vuur na aan de schenen te leg
gen. Ditmaal tracht het blad aan te toonen,
hoe Engeland'» kwade genius gerekend
moet worden tot de echte, typische Engel
sche bit si ness-mannen, met het gevolg dat
hij zaken en politiek op eigenaardige wijze
dooreen schijnt te haspelen.
Ten bewijze herinnert heb blad. er aan,
hoe in het Parlement reeds gebleken is, dat
de minister en zijn broeder behoorden tot
de groote aandeelhouders in de Niger-
maatscliappij, wier bezittingen, nog kort
geleden, op voor de aandeelhouders zeer
voordeelige voorwaarden aan den Staat zijn
overgegaan.
Nu publiceert de „Indépendance" enkele
andere zeer merkwaardige gegevens. Aller
eerst over de Kynoch's Ammunition Com
pany (Maatschappij ter vervaardiging van
ooriogsammunitie Kynoch)president Ar
thur Chamberlain; directeur J. S. Nettle-
fold De aandeden zijn aldus verdeeldAr
thur Chamberlain 3216, Helen Chamber
lain 320, Katharine Chamberlain 310, J. S.
Ncttlefold 1615, Bertha Ohamberla;n 310,
Marg. Netllefold 200, Nev. Chamberlain
25. De waarde van het aandeelenkapitaal
bedraagt nu ongeveer anderhalf millioen.
Arthur Chamberlain, die een zoo in 't
oogloopend groot aantal aandeelen bezit, is
de broeder van den minister.
Dan hebben we de Birmingham Small
Anns Company Ltd. (Naaml. Venn, ter ver
vaardiging van wapens van klein kaliber);
president Herbert Chamberlain. Aandeelen
verdeeld als volgtArthur Chamberlain om
„een ander" 260Arthur Chamberlain al
leen 10; Herbert Chamberlain 750; Wal
ter Chamberlain 10. Total© kapitaalwaarde
kleine twee ton.
Eigenaardig die „Arthur Chamberlain en
oen ander" en „Arthur Chamberlain al
leen"
Eindelijk een derde ondernemingBank
of Africa for Payments and Credits in Afri
ca. (Afrikaansche Bank voor betalingen in
credieten in Afrika.) Een der directeuren is
Austin Chamberlain. AandeelenJoseph
Chamberlain 2000, Austin Chamberlain
(lid van het Parlement, lord der Admirali
teit) 1400, Arthur Neville Chamberlain.
600.
Hier fungeert d© minister dus zelf als
aandeelhouder.
Dit alles wint aan belangrijkheid d'oor
de, maar half weersproken, bewering in de
Voss. Ztg." dat de fabriek van Kynoch de
Boeren groote leveranties heeft gedaan.
Een bewering die Labouchère's „Truth"
den 21sten December nog aldus aandikte:
„Wat ammunitie betreft, geloof ik dat
Transvaal in staat is den oorlog langen tijd
voort te zetten. De Boeren schijnen niet
zoo dwaas als men wel heeft willen beweren,
omdat zij meesters schijnen te zijn in al
wat oorlog betreft Het is dam ook niet on
waarschijnlijk dat vóór het begin van den
oorlog zij voor de hoeveelheid ammunitie
hebben gezorgd die zij behoefden; men kon
hen althans niet beletten te koopen wat zij
noodig meenden te hebben De heeren Ky
noch schijnen hun patronen te hebben ge
leverd, en zoo kan men zeggen dat broer
Arthur strijdt tegen broer Joseph. Zaken
zijn zaken 1"
zelf dat zij niet iets zou doen, waarvan zij
wist dat het hem zou grieven en leed doen.
VII.
Liefde en trots.
Do wereld schept behagen in het onge
noegen van menschen die elkaar liefhebben.
Niemand wist hoe die wetenschap in de
wereld was gekomen, maar het duurde niet
lang of iedereen sprak er over en vertelde
met een lachend gezicht dat Lady May zou
meedoen aan het tooncelstuk, en dat Sir
Clinton zich ertegen verzette. Er werden
verscheiden weddenschappen over aange
gaan. Aanbidders die teleurgesteld waren,
cn die Sir Clinton haatten, omdat hij de
sehoone erfgename voor zich had gewonnen,
meenden dat er een lichtstraaltje was. In
dien zij er bij bleef om mede te doen, zou
dit tot een twist kunnen leiden indien
zij twistten, kon een scheiding het gevolg
zijn; cn indien zij van elkaar gingen, dan
was er zeer zeker een kans voor iemand an
ders. Niemand durfde er tegen Sir Clinton
over spreken. Met al zijn vriendelijkheid' en
aangename manieren, lag er zekere hoog
hartige koelheid over hem. Ook de dames
stelden groot belang in de quaestie, die
voor haar een bijzonder particulier karak
ter had. Het was een quaesiti© van gehoor
zaamheid. De meestem konden ach een.
soortgelijken strijd herinneren, in haar eigen
leven, en zij sloegen de zaak met belang
stellend leedvermaak gade. Zij, wisten dat
wie in dezen strijd overwon, voor het ge-
lieele leven meester zou zijn.
Wordt vervolgd.)