53ste Jaargang. Zondag 4 en Maandag 5 Februari 1900 No. 1015b. Eerste Blad Tusschen twee liefdes. uit i>k pks. BUITENLAND. 5il Hl OMMSCHE Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau t Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 12i/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde "kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Ho. 123. CONSTITUTIONEELE MONARCHIE. jiDe Gids" van Februari opent met een zeer belangwekkend artikel van den Gro- nmgschen hoogleeraar in het staatsrecht mr. H. Krabbe over de constitutioneele monarchie. Het is niet mogelijk in weinige regelen den inhoud van dit uitvoerig artikel weer te geven Genoeg, dat prof. Krabbe er de uitdrukking van den term sconstitutioneele monarchie met parlementair stelsel" in ver klaart, en aantoont dat terugkeer tot een sterker regeeringsgezag door het doen her leven der monarchale macht geheel uitge sloten is; de ontwikkeling van het staats recht verzet er zich tegen. Wat men dan ook ïeonstitutioneele monarchie" noemt iniet- pailementair stelsel" is niets anders dan de srepiesentatieve volksiegeering". Dat toont de schrijver aan in het vervolg van zijn artikel, met een blik op de wording van den tegenwoordigen toestand in Enge land, Frankrijk, Duitschland en Nederland. Een der belangrijkste punten, die de hoog- leeiaar in zijn stuk behjjndelt is de rol van den koning bij dezen regeeringsvorm. Men zal zicli wellicht herinneren dat wij kort voor de inhuldigingsteesten, in de eerste dagen van September 1898 in twee a-tike- !en hebben gewezen op de positie van den koning in het constitutioneel koningschap en op liet levend voorbeeld, dat wij hebben van de mogelijkheid dat de koning een groote rol speelt tn het staatsbestuur terwijl hij zich strikt houdt aari zijne door den parle mentairen regeeringsvorm beperkte bevoegd heid op koningin Victoria, Ongeveer hetzelfde zegt prol. Kiabbe aan het slot van zijn opstel in deze woorden sliet Koningschap onder een volksregeering geeft nl. een ambt te vervullen, dat nergens ter wereld zijn weerga vindt in de politieke ervaring welke het aan zijn dlager verschaft. In alle staatszaken van gewicht moet de Koning worden gekend ook naar Engelsch recht heeft de Koning aanspraak volledig te worden ingelicht en van niets onkundig te worden gelaten dat de aigemeene belangen van dea Staat raakt. Voorts kan de Minister, ia zaken waar 's Konings medewerking gavoiderd wordt, niet volstaan m«t de voordracht, maar moet hij deze ook motiveeren en tegen de be denkingen des Konings kunnen staande hou den, Tusschen Minister eo Koning bestaat dus een onafgebroken verkeer over alle ge wichtige staatsbelangen, waardoor zich in het ambt van den Koning een schat van staat kundige kennis kan ophoopen, zooals bij geeu ander ambt het geval is, eti 's Konings adviezen een beteekenis kunnen hebben, welke de adviezen van staatslieden, die altijd maar tijdelijk in de politiek werkzaam zijn, nooit kunnen bezitten. Hier is dus een ambt waarin alle voor waarden vareenigd zijn om zijn drager den grootst mogelijken invloed op den gang van DOOR CHARLOTTE M. BRAEHME. 30) Voreies voor dieven of roevers kendo man niet op Bosahikam'b de deur van, liet land huisje was diciht, maar niet op shut; lrij open de die zachtjesDaisy m-ocht een© slapen', en dan zou hij, haar storen. Hij hoorde met ver bazing heftig, barstcdi bedijk genreen! d'ait uit zijn eigen kamer nog wel tob hem kwam; dö kamerdeur stond half open. Hij was niet van plan te, klisteren, maar hij kwam zacht na derbij en zag toen een tooneel dat Ihij nooit zou vergeten. Daisy zat bij' het vensterhaar hoofd lag op de vensterbank, aJs van: een 'tear doodia be droefde haar rijk gouden haar was 'los en' hing ails een sluier om haar. Zijl waande' mot aullike heftige, hartstochtelijke snikken, dat he t sdioaa of elke snik hot teer© lichaam zou scheuren. Mevrouw Erue stond' bij' liaeur. ,,'Kom, Daisy," zaaide zij juist, „wij kun nen hier niet blijven. Doze kamer is nu van jnijinlaeer Clifton, en hij kan ieder oagenfblik terugkomen wij kunnen hier niet blij ven." Daisy antwoordde' alk-en met snikken; toen zag hij hoe zij haar armen! met een woesten schreeuw omhoog zwaaide. „O moeder, moeder!" riep rij' uit. „Ik sterf afe hij heengaat. Wait moet ik begin nen Ik 'loan, heb niet dragon 1" „Hij moet todh ééns weg, kimd; Mji zoo goed al® con ander," was hot kalme ant woord. „Ik zal sterven'," kreunde Daisy. „O moe der, ik zal nooit weer kuniruem. leven, al® vroe ger," zaken te verschaffen, een invloed te grooter en duurzamer, waar deze onder de volks- regeenng uitsluitend kan steunen op de rijp heid van oordeel welke uit die ahviezen spreekt. De Koning is dus m het parlemen taire een Raad van Slaat en bestond de monarchie nief, zij zou misschien belmoren te woiden uilgevonden om in de staatsinrich ting een dergelijken Staatsraad te verkrijgen. »Weiou, als dat zoo is, laat dan vrij aan het ambt ook verbonden blijven die aloude emblemen van Kroon Scliepter, welke op de historische taak der monarchie terugwijzen. Wij weten dat het symbolen z'yn van een macht die onherioepelijk lot het verledene behoortmaar zij leggen toch ook nu nog getuigenis af van eene macht, die, wel is waar in liet ambt verscholen, alleen door persoonlijke inspanning en toewijding het eifdeel van den Koning kan woiden, maar daardoor dan ook een zedelijk gezag bezit, dat het rechtsgezag der monarchie van weleer in duurzaamheid en omvang verre ovet treft." Algciuccn uvcrztchl. SCHIEDAM, 3 Feibr. 1900. wis ooiiM»e. Er va.lt over don oorlog vandaag mots te vermelden dat vermeldenswaard, is. "Van Bulleir hiooren wij niets; dla.t hij we der de Tugcla, is overgegaan, ls niet beves tigd. Alleen is een verkenning van' D'undo- nald's cavalerie in westelijke richting ge mald'. Ook uiit de Kaapkolonie en van de Mcd- dcrrirvi&r, uit Laidysmith, Kimbeirley era Ma- fekimg geen nieuws van eenag belang. Generaal Tucker die, gesegd) wordt lord Metfhuea te zullen vervangen, is uit Indië ■aangekomen en reeds Dinsdag vara Kaapstad naar d'e Modderrivier vertrokken1. Omi Kimibsriey schijnen1 de Boeren wear wat actiever geworden. De voorstad Kenil- worth is dfoor hen gebemvbardeerd. Wij zijn or benieuwd niaar te vernamen, of en, zoo ja, wat voor berichten, Rhodes' secre taris over te breragen had. Dat kan wel inite- russant zijn. Dat Maiftiking ontzet is, blijkt nu beslist onwaar te zijn. Het volgt uit de telegrammen hierachter. In liet Eugelsche Parlement. Bij het voortgezet debat over FUtzmauri- ce's aimicndcimont op het aidires van antwoord voilklaarda Bryce diat men de grieven der Uitüanidfers zeer had overdreven. AI waren die erg, oen oorlog is nog erger. Da «gearing had geduld moeten, hebben tot de herinne ring aan' Jameson's inval was uitgewischt. Nu heoft zij, aan de Zuid-Airfikaonisdhei Re- puibEcik ecu gunstige, kraoli tig-webtelijke po sitie verschaft met den oorlog, en het gavcfJg is geweest dat nog nooit Engeland?® houdlmg zoo algemeen is afgekeurd in Europa. De ~e- geering heeft een grooten' slag toegebracht aan de belangen van' het Briteohe Rijk. De moeiiliifkheidein. zouden even groot zijn aan het exn.de van. den oorlog aJs nu. Do reigearing „Ik zou bijna wenscheti, dait hiji ntooit hier was gekomen', als liet je zoo'n verdriet dfaet, Daolsy; ofschoon, (hij een goed) viuend voor ons is geweest." „Zijn vriendleiijMieiid heeft mijl gedood, zei Daisy, „want ik kian niet meer leven, als hij weg ie gegaan.' Eeincga ©ogenblikken zat zijl daar zwij gend; toen ging zij' voort, met een lach die nog pij.nlijlker aandeed dan haar trainen-. .Moeder, kent u nog dat liedje, diat u vroe ger zong, en dat ik zoo dwaas vond. Heit be gint: „O moeder, moeder, spreid mijn bad, „Spreid uit het blanke laken." Hét was bo-ch niet 200 g&k, moeder. Ik zou nu dezelfde woorden kunnen' zeggen'. Ik heb oen ge-voel of ik niet anders kan doet», dan te gaan liggen om te sterven." „Maar hot meisje in dat lied rouwde, over haai' geliefde," zed© dia een,vond'ge mevrouw Ernie, „en mijnheer Clifton is toch n'iet jou geüiefde." „Neen," zed Daisy, „maar ik heb hem toch zoo lief, moeder. Ik heb toean Iref met »-eel mijn liiaa-t. Ik heb hem zoo innig liiaf dat, als hij weg is gegaan, ik mijn. hoofd naar dea muur zatl wanden en sterven." „'Maar, Daisy, lieveling, dat is niet gcwd; dat weet je toch wél." „Goed of niet goed, ik kan 't nilet helpen, mioadar. Mijn hart is weggevlogen, is n'aar heim gevlogen. Mijn hart, mijn ziel', mijn geest, allies (heeft hom lief, en als hij weg dan. zal ik sterven." Mevrouw Erue was al® door den donder getroffen. .jMaar, Daisy," riep zij uit, „dab ds werke lijke. liefde, en dlaaroviea' mag eau net meisje nooait het ©ernst spréken. Hoeft mijnheer Clif ton ^ooit togen, je gesproken vian. liefde?" „iNeem, nooit, Ec weet ook niet wat "iefde moest den geest ïiaror politiek in Zui'd-tAfri- ka varand'aren. Sir Edward Clarke (conservatief) achtte den oorlog onnoodig, maar drong niettemin aan op intrekking van heb amendement, daar het aannemen ei-van misschien ver keerd zou uitgelegd worden hl Europa en Transvaal. Hij zou de regeering steunen, want er zou meer kwaad gedaan warden dbor nu een einde te makon aan den! oorlbg, dan dtoor hem. voort te zetten tot een gelukkig einde. De ware verantwoordelijkheid voor dtem ooil'og, meende ook deze spreker, rust' op Chaimbed'lain. De grootste moeilijkheid, wel ke men zou ondervinden bij do rogehng der veasciKillend'e quaesties na. don oorlog, zou zijn. de tegenwoordigheid. van Chamberlain aan het departement van kollomën era van sir Alfred Milner in Zuiid-Afrika. De eerste load der ad.miaiaildteit, lord Go shen,, verdedigde d© regeering. De»- natie is volkomen gerust op die rechtvaardigheid van den 001 log, en Iret Kabinet heeft den oorlog alleen ondernomen in de overtuiging van den steun van het land. Volgens Goshen heeft de regeering zich wel degelijk reken schap gegeven van dein toestand', dien zij had beschouwd!, niot alleen van het stand punt van Ziud-Afrxka, maar ook van een rijtsstandipunt. Er was geen LifcsöMied'd aan den daig gelegd in. een enkel departement. De admiraliteit vond het beter onx hetgeen zij te doen lia.dl, kalm te doen, bewust van haar verantwoordelijkheid, het oog gericht naar alle zijden. De adlmiTaihtedb was in staat gedeld heit leger te helpen, zonder in eeni'g opzidit de hulpbronnen der marine te sterk aan te spreken. Ofschoon er een, verlangen, bestond om ec-n grooter aantal mariniers en matrozen at t-e zenden, oordeelde de adlmi- raBttit het in Engeland voor een «ventueele mldbilisalie overgebleven contingent vol doende. (Toojuichïngen.) Waar het land veel troepen heeft moeten uitzenden, is dia mari ne verplicht des te waakzamer te zijn. Onder toejuichingen eindigde Godlien met de verzekering dat de natie er gerust op kan zijn dat in geeni enkel opzicht zorgeloosheid bestaat. Terloops zij liier opgemerkt dat d'e „West- minister Gtaz." er verzet tegen aanterkanb dat nog meer marine-geschut naoa- Zuid-AMka wordt geaonden, juist met het oog op de vet- ligtoeid van Engeland. Een heftig incident deed zich. nog voor in de zitting van gisteren. Saiundersom trok in krasse bewoordingen te vélde tegem de Iarsche nationalisten. „Ter wijl de Boeren ons van voren aanvielen," voegde hij hun toe, „vielen de lersdhe natio nalisten ons vam. achteren aan." Natuurlijk foartetocdvteilijjk© protesten vam. de Ieren, en na vinnig gekibbel over en weer trok Saunjctersom ten laatste zijn woorden in. Kolonel' Saiundeason is de léiider der pro- testanteche, Engelschgezinde Ieren. In do Lageobuis-zitting van Donderdag wilde Lalbouchère om half twaalf het debat verdagen'. Daarentegen verlangde B'alfom- voortzetting van het debat tot 12 uur, is. Ik weet alleen dat mijn. leven samenge groeid scliijut te zijn mat zijn laven; maar hij zal hot nooit weten. Hij zal weggaan, en nooit weten dat mijn hart gebroken is uit liefde voor luim. O moeidlea', moeder, u bent een ervaren vrouw en ik maar een ItiUd zeg mij hoe ik het moet dragen." Maar de arme mevrouw Erne was mach teloos van schrik. Die hartstochtelijke woor den vam hoair kalme, eenvoudige, opgeruim de Daisy verontrustten haar. „Hij is zco knap, zoo lief, zoo goed. Ik heb uooit een koning gezien, maar geen koning kan zco vorstelijk, zco groot zijn, als hij. Hoe kan ik leven, hoe kan ik deize kaïmers zien ivaar alias mij van heim spreekt? Ik lean het met. Voordat hij een week weg is, zal ik in mijn graf liggen, moeder." „D'aisy, het is vensohrikkelijfcje moogt zulke dingen niet zoggen. Kind!, kind', ik heb zelfs nooit tegen jc vader op zoo'n wijze ge sproken." „Mfeschien hadt u liean niet zoo vurig hef. Kijk, moeder, als ik kon, dam zou ik doan als liet meisjei in liet gedicht; dan zou ik mij vermammon als page en hem over de geheel e wereld vergezellen 0111 %-oor Iheim la zorgenik zcu er mee tevreden zijn, dat hij liot niat wiet. ails ik alleen maar zijn gelaat macht zion en naar zijn steun luisteren. Ec heb nooit am ean leven zondoi' hem ge- daidiC" „Als ik zoo iets had kunnen, draomen, dan zou die airme miijnhtier nooit over onzen drompel zijn gekomen, Daisy, dat voraefcar ik je. Maar in geen geival mag je hot hom ooit laten bcmarkemi, kind"... je moogt heim niet w<aar zien." 'Daisy bogon weer te snakken. „Eir is voor mij niiemnnd' op cle wereld als lijj, moedea-, en hij gaat weg gaat l»b l'aiad urtv Hij zegt dat hij ons zal bezoeken, als hij den gewonen tijld. De regeering ki-eeg met sleohts 20 stemmen meerderhead haar zm. Hretrbij dient opgemerkt dat lord Rose- benry om een meerdeiheid' van. sledhts 22 sterumeu, dus nog 2 st. meer, aftrad. Nu editor verlimgt geen der bladen dat het mindeterie zal aftroden. Men laat het Kabinet-Salisbuiy liefst de verantwoordelijk heid. Chamberlain en Rhodes. Men laat Chamberlain in het Lagerhuis nog niet met rust. De door de $Ind. Beige" gepubliceerde briefwisseling van Hawkesley, den procureur der Chartered Company en van Rhodes, met Fairfield, den permanenten secretaris van koloniën, Chamberlain's rech terhand, en anderen dient daarbij als uit gangspunt. Het was weder Samuel Evans die Chamber lain vroeg of diens aandacht ook gevestigd v a* op een brief, geschreven door Hawkesley aan lord Grey, directeur der Chartered Company, iu welken brief de eerste zpgt, dat de kabel- grammen van de laatste helft van 1895, of liever de onderhandelingen van dat tijdpei k, wel zouden uitlekken, en dat als dit ge schiedde, Chamberlain het zichzelven te wijten zou hebben. Evans vroeg bovendien of Chamberlain wilde zeggen, welke de bedoelde onderhan delingen waren, en of hij die aan het Huis wilde overleggen. Chamberlain antwoordde de eerste vraag be vestigend. Wat de tweede vraag betreft, noemde bij het niet gemakkelijk aitleg te geven van mededeelingen, die in 4897 gewisseld zijn tusschen twee andere partijen en waar van hij de=tijds geen kennis droeg. Hij ver moedde dat de bedoelde kabelgrammen die gene waren welke Hawskley weigenie ovei te leggen (op de vraag der enquête-commissie); is dit juist, dan vormden zij een deel van het pak telegrammen, dat' hem (Chamber lain) in 1896 vertiouwelyk was toegezonden om ze door te lezen. Hij zond ze teiugmei »en schrijven, waarin hij voor zich geen bezwaar zeide te hebben tegen de openbaar making. Chamberlain geloofde dat later de meeste telegrammen uit dit dossier door de kabel maatschappij op bevel der Zuid-Afrikoaireche Compagnie zijn gepubliceerd. Maar daar hij sinds 1890 er geen in zijn bezit had. kon hij ze ook niet aan het Huis overleggen, Wij achten het niet onnoodig hier het door Evans ter sprake gebrachte schrijven nog eens af te drukken. In ons nummer van 7/8 Jan. 1.1. hebben wij liet voornaamste uit de onthullingen der »Ind. Beige" reeds mede gedeeld. Deze brief, van Hawkesley aan lord Grey do. 20 Febr. '97, handelt over de zitting der enquête-commissie, en zegt: nRhodes was zeer goed, en ik denk wel dat hij er zich uit zal draaien. Den eersten dag was hij zenuwachtig maar toch was zijn verklaring goed. Gisteren was hij eenvoudig prachtig. Ik denk niet dat wij nu al gered zijn, maar er is kans dat men het »m het terugkomt; maar (hij zal mij nooit mser zieui." „Maar, Daisy, als hij je verloofde was. zou je het j© ui/eb meer kuuraen aantrekken..'' „Ik höb geau verloofde raoodiig; maai- o, ais hij mij meb zich mee wilde laten, gaan oom voor hem te zorgen en altijd bij hem re zijn diat zou ik liever willetn dan koningin te zij'n." „Lievei hemel!" riep Mevrouw Erne ont hutst uit; en toen wist zij niets meer te zeggen zoo iets girig boven haar verstand. „Het is 'heel ongelukkig, Daisy. Ik liaid mis- sekiiem. verstandiger moeten zijn en een jong meisje als jij' niet zoo dilawijls iu gezelschap vain ean man laten, maar ik kon ook niet denken dat je zóó dwaas zoudit zijn." „Waarom ben ik dwaas? Wie kon er iets aan doen? Ik bon niet. diwaas; ik ben wijs. Het is ware wijsdicun, lief te hébben wat liet hoogste an hot beate is. O moadan, beknor mij niet zag geen hard© woordani. Ik zoi niet de eerste zijn die van liefde is gestor ven," Toen weende zij weer zoo bitter on hij zag het maanlicht op haai- mooi (baar en haar blanike hals vallen. „Kom, Daisy," zei mevrouw Earn©, die nu ook moest huilen, „je mioogt hier niiet Hij- ven. Mijnheer Clifton zal nu wei gauw terug zijn; kout mee naar je eigen kaaner.' Plotsaliiiig kwam sir Clinton tot hot basef van wait or om hem höon gebeurde ent hij haastte zich. weg. Voor niets ter woreid zou hij gewild. Ih'elbbeai dat zij hom daar zouden viilndan. Hij ging eiven zacht heen ais hij ge komen was, eu nlu stond hij buiten, im deox tuin, onder liet licht der sterreu, alfeeaii alleen met een verwaad, wamhopig gevoed. Daisy die lieve, zacht© Daisy zou voor tem gaain sterven Zij had hem zoo lief, diat zij alleen wild© sterven, al® hij weg was. algemeen belang" zal achten de kabeltele grammen niet te openen die gedurende de laatste helft van 1895 zijn gewisseld, en die de bijzondei heden der destjjds gevoeide on derhandelingen inhouden. »Ik ben echter gedwongen te bekennen dat ik vrees Jat men ze wel publiceert. En in dat geval zal Chamlerlain het alleen aan zich zelf te loijtcn hellen". Intusschen vindt de regeering in deze een verdediger in Hawkesley zelf. Als goed makelaar komt Hawkesley op voor de belan gen zijner principalen, Rhodes eener-, Cham berlain anderzijds. In antwoord op een artikel in de ïStar", getiteld wie heeft de regeering bedrogen tracht de procureur der Chartered in een brief aan het blad aan te toonen dat de regeering niet misleid kan zijn door Rhodes, met wien Chamberlain sedert 1895 niet over Transvaahche aangelegenheden heeft ge sproken. Zeer juist, mijnheer Hawkesley; wie zou dat ook beter weren dan gij, die zelf later mnt Fan field als tusschenpersoon hebt ge fungeerd Den tegenwoordigen oorlog noemt Hawkes- leyn het lechtstreeksche resultaat van de loen (in Juni 1899) geëntameerde en, dank zij de ongetwijfeld goed bedoelde, maar in werkelijkheid slecht begrepen vaderlands liefde der oppusiite aanvaarde politiek." »Men heeft getracht Rhodes to treffen toen hij gevallen is", gaat onze procureur voort. Vroeger is dat beproefd en mislukt zooals het opnieuw zal mislukken. «Rhodes is en blijft een der krachtigste en populaiiste mannen van dit land en van Zuui-A.fiika (helaas!), en gij kent ai zeer weinig uw man, wanneer ge 11 verbeeldt dat zijn werk is geëindigd. Hij heeft het u gezegd: dat werk is nog slechts voor weinige jaren begonnen. In zijn geheel politiek leven is hij en wordt hij nog beheerscht door de intense, vurige begeerte om de eenheid te bereiken en den invloed uit te breiJen van het Engelscli-sprekende ras. «Daarin, en niet in eenige lage geldzucht, zult gij den sleutel van zijn handelingen vinden. En nu, op het oogenblik waarop hij in gevaar vei keert, geloof ik even vast als iedereen het in 1895 geloofde, toen hij den eed aflegde als lid van den Geheimen Raad van Hai e Majesteit, dat hij bestemd is om nog uitnemende diensten bewijzen aan zijn wei-bemind vaderland." Niet waar, met dat pleidooi kan Rhodes het voorloopig doen. Maar toch 't is de slnd. Beigedie dit zeer terecht opmerkt kan niet geloo chend worden, dat Rhodes en de Chartered verantwoordelijk staan voor deze afschuwe lijke menschenslachtiug, omdat: 1o. Zij den inval van Jameson, gecombi neerd met een te Johannesburg beraamde omwenteling, hebben voorbereid 2o. Zij ai het mogelijke gedaan hebben om den arbeid der commissie van enquête (jdel te maken 3o. Zij tot dat doel, zooals uit Hawkesley's correspondentie voldoende blijkt, onder één Ira ihdb eerst was hij door disn schok zóó getroffen dat hij bijna niet in staat was heb te geloovera. Hij haid nooit met die oogai vara een minnaar het meisje aangezien z»o iets was ruidt bij hem opgekomenera zij was hem zoo irrraig gaan liefhebben. „Dat is tien. minste oprechte Liefde," dacht hij bij zichzelf, „diat is oprechte hef de; het is noch oan mijn raing raodi om mijra titel char vreet, zij niets van heb is om mijsdlf dat zij mij liefheeft." Is er één miain die daarop niet trotecfh, zooi zijn dat hij bemind wordlb am zidiBelfs wil Wie zou niet geüroffera zijn. door do rei ne, innig©, zoete lief d'e vara een. jongeimoisjes- lianb. Hij was ontroerdhij hemnm-erd® zich eigen, smart, eigem leed, eigen kwelling ent wanhoop hoe hij had getedea omdat hij tot waianzaninighei'd to© een. vrouw had lief gehad d!i© hem niet liefhad. En. mi had' Dai sy, de lieve Daisy, met tliaar bekoorlijk laat en haar rein, teergevoelig hart hatzelfdo moeten, lijden. Hij kon dio gedachte bijna niet verdragen. Daisy was zoo goed voor hpra geweest, zoo liefderijk; zoovel© smartelijke d ngien on machten liad zij hem met n'aoït- venmoedenidb toewijding verpleegd. Zoo badi zij ham leeron liefhebbenhaar hart was tot hom gevlogen, zcoals zij zelf zeide. M ie was hij dht dat reine, onschuldig© kind. heem al den rijiktdoan üiarer Liefdie schonk? Zijn oogan warden verduisterd door bnamera hij', die bectawn, misleid1, gek gemaakt was d!oor d!a trouweloosheid era Èohtedraraiigheid eener •vrouw? Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1