53ste Jaargang.
Zondag 4 en Maandag 5 Februari 1900
No. 1015b.
Eerste Blad
Tusschen twee liefdes.
uit i>k pks.
BUITENLAND.
5il Hl OMMSCHE
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau t Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer 12i/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde "kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Ho. 123.
CONSTITUTIONEELE MONARCHIE.
jiDe Gids" van Februari opent met een
zeer belangwekkend artikel van den Gro-
nmgschen hoogleeraar in het staatsrecht mr.
H. Krabbe over de constitutioneele monarchie.
Het is niet mogelijk in weinige regelen
den inhoud van dit uitvoerig artikel weer
te geven Genoeg, dat prof. Krabbe er de
uitdrukking van den term sconstitutioneele
monarchie met parlementair stelsel" in ver
klaart, en aantoont dat terugkeer tot een
sterker regeeringsgezag door het doen her
leven der monarchale macht geheel uitge
sloten is; de ontwikkeling van het staats
recht verzet er zich tegen. Wat men dan ook
ïeonstitutioneele monarchie" noemt iniet-
pailementair stelsel" is niets anders dan de
srepiesentatieve volksiegeering".
Dat toont de schrijver aan in het vervolg
van zijn artikel, met een blik op de wording
van den tegenwoordigen toestand in Enge
land, Frankrijk, Duitschland en Nederland.
Een der belangrijkste punten, die de hoog-
leeiaar in zijn stuk behjjndelt is de rol van
den koning bij dezen regeeringsvorm. Men
zal zicli wellicht herinneren dat wij kort
voor de inhuldigingsteesten, in de eerste
dagen van September 1898 in twee a-tike-
!en hebben gewezen op de positie van den
koning in het constitutioneel koningschap
en op liet levend voorbeeld, dat wij hebben
van de mogelijkheid dat de koning een groote
rol speelt tn het staatsbestuur terwijl hij
zich strikt houdt aari zijne door den parle
mentairen regeeringsvorm beperkte bevoegd
heid op koningin Victoria,
Ongeveer hetzelfde zegt prol. Kiabbe aan
het slot van zijn opstel in deze woorden
sliet Koningschap onder een volksregeering
geeft nl. een ambt te vervullen, dat nergens
ter wereld zijn weerga vindt in de politieke
ervaring welke het aan zijn dlager verschaft.
In alle staatszaken van gewicht moet de
Koning worden gekend ook naar Engelsch
recht heeft de Koning aanspraak volledig
te worden ingelicht en van niets onkundig
te worden gelaten dat de aigemeene belangen
van dea Staat raakt.
Voorts kan de Minister, ia zaken waar
's Konings medewerking gavoiderd wordt,
niet volstaan m«t de voordracht, maar moet
hij deze ook motiveeren en tegen de be
denkingen des Konings kunnen staande hou
den, Tusschen Minister eo Koning bestaat
dus een onafgebroken verkeer over alle ge
wichtige staatsbelangen, waardoor zich in het
ambt van den Koning een schat van staat
kundige kennis kan ophoopen, zooals bij geeu
ander ambt het geval is, eti 's Konings
adviezen een beteekenis kunnen hebben,
welke de adviezen van staatslieden, die altijd
maar tijdelijk in de politiek werkzaam zijn,
nooit kunnen bezitten.
Hier is dus een ambt waarin alle voor
waarden vareenigd zijn om zijn drager den
grootst mogelijken invloed op den gang van
DOOR
CHARLOTTE M. BRAEHME.
30)
Voreies voor dieven of roevers kendo man
niet op Bosahikam'b de deur van, liet land
huisje was diciht, maar niet op shut; lrij open
de die zachtjesDaisy m-ocht een© slapen', en
dan zou hij, haar storen. Hij hoorde met ver
bazing heftig, barstcdi bedijk genreen! d'ait uit
zijn eigen kamer nog wel tob hem kwam; dö
kamerdeur stond half open. Hij was niet van
plan te, klisteren, maar hij kwam zacht na
derbij en zag toen een tooneel dat Ihij nooit
zou vergeten.
Daisy zat bij' het vensterhaar hoofd lag
op de vensterbank, aJs van: een 'tear doodia be
droefde haar rijk gouden haar was 'los en'
hing ails een sluier om haar. Zijl waande' mot
aullike heftige, hartstochtelijke snikken, dat
he t sdioaa of elke snik hot teer© lichaam zou
scheuren. Mevrouw Erue stond' bij' liaeur.
,,'Kom, Daisy," zaaide zij juist, „wij kun
nen hier niet blijven. Doze kamer is nu van
jnijinlaeer Clifton, en hij kan ieder oagenfblik
terugkomen wij kunnen hier niet blij
ven."
Daisy antwoordde' alk-en met snikken;
toen zag hij hoe zij haar armen! met een
woesten schreeuw omhoog zwaaide.
„O moeder, moeder!" riep rij' uit. „Ik
sterf afe hij heengaat. Wait moet ik begin
nen Ik 'loan, heb niet dragon 1"
„Hij moet todh ééns weg, kimd; Mji zoo
goed al® con ander," was hot kalme ant
woord.
„Ik zal sterven'," kreunde Daisy. „O moe
der, ik zal nooit weer kuniruem. leven, al® vroe
ger,"
zaken te verschaffen, een invloed te grooter
en duurzamer, waar deze onder de volks-
regeenng uitsluitend kan steunen op de rijp
heid van oordeel welke uit die ahviezen
spreekt. De Koning is dus m het parlemen
taire een Raad van Slaat en bestond de
monarchie nief, zij zou misschien belmoren
te woiden uilgevonden om in de staatsinrich
ting een dergelijken Staatsraad te verkrijgen.
»Weiou, als dat zoo is, laat dan vrij aan
het ambt ook verbonden blijven die aloude
emblemen van Kroon Scliepter, welke op de
historische taak der monarchie terugwijzen.
Wij weten dat het symbolen z'yn van een
macht die onherioepelijk lot het verledene
behoortmaar zij leggen toch ook nu nog
getuigenis af van eene macht, die, wel is
waar in liet ambt verscholen, alleen door
persoonlijke inspanning en toewijding het
eifdeel van den Koning kan woiden, maar
daardoor dan ook een zedelijk gezag bezit,
dat het rechtsgezag der monarchie van weleer
in duurzaamheid en omvang verre ovet treft."
Algciuccn uvcrztchl.
SCHIEDAM, 3 Feibr. 1900.
wis ooiiM»e.
Er va.lt over don oorlog vandaag mots te
vermelden dat vermeldenswaard, is.
"Van Bulleir hiooren wij niets; dla.t hij we
der de Tugcla, is overgegaan, ls niet beves
tigd. Alleen is een verkenning van' D'undo-
nald's cavalerie in westelijke richting ge
mald'.
Ook uiit de Kaapkolonie en van de Mcd-
dcrrirvi&r, uit Laidysmith, Kimbeirley era Ma-
fekimg geen nieuws van eenag belang.
Generaal Tucker die, gesegd) wordt lord
Metfhuea te zullen vervangen, is uit Indië
■aangekomen en reeds Dinsdag vara Kaapstad
naar d'e Modderrivier vertrokken1.
Omi Kimibsriey schijnen1 de Boeren wear
wat actiever geworden. De voorstad Kenil-
worth is dfoor hen gebemvbardeerd.
Wij zijn or benieuwd niaar te vernamen, of
en, zoo ja, wat voor berichten, Rhodes' secre
taris over te breragen had. Dat kan wel inite-
russant zijn.
Dat Maiftiking ontzet is, blijkt nu beslist
onwaar te zijn. Het volgt uit de telegrammen
hierachter.
In liet Eugelsche Parlement.
Bij het voortgezet debat over FUtzmauri-
ce's aimicndcimont op het aidires van antwoord
voilklaarda Bryce diat men de grieven der
Uitüanidfers zeer had overdreven. AI waren die
erg, oen oorlog is nog erger. Da «gearing
had geduld moeten, hebben tot de herinne
ring aan' Jameson's inval was uitgewischt.
Nu heoft zij, aan de Zuid-Airfikaonisdhei Re-
puibEcik ecu gunstige, kraoli tig-webtelijke po
sitie verschaft met den oorlog, en het gavcfJg
is geweest dat nog nooit Engeland?® houdlmg
zoo algemeen is afgekeurd in Europa. De ~e-
geering heeft een grooten' slag toegebracht
aan de belangen van' het Briteohe Rijk. De
moeiiliifkheidein. zouden even groot zijn aan het
exn.de van. den oorlog aJs nu. Do reigearing
„Ik zou bijna wenscheti, dait hiji ntooit hier
was gekomen', als liet je zoo'n verdriet dfaet,
Daolsy; ofschoon, (hij een goed) viuend voor
ons is geweest."
„Zijn vriendleiijMieiid heeft mijl gedood,
zei Daisy, „want ik kian niet meer leven, als
hij weg ie gegaan.'
Eeincga ©ogenblikken zat zijl daar zwij
gend; toen ging zij' voort, met een lach die
nog pij.nlijlker aandeed dan haar trainen-.
.Moeder, kent u nog dat liedje, diat u vroe
ger zong, en dat ik zoo dwaas vond. Heit be
gint:
„O moeder, moeder, spreid mijn bad,
„Spreid uit het blanke laken."
Hét was bo-ch niet 200 g&k, moeder. Ik zou
nu dezelfde woorden kunnen' zeggen'. Ik heb
oen ge-voel of ik niet anders kan doet», dan
te gaan liggen om te sterven."
„Maar hot meisje in dat lied rouwde, over
haai' geliefde," zed© dia een,vond'ge mevrouw
Ernie, „en mijnheer Clifton is toch n'iet jou
geüiefde."
„Neen," zed Daisy, „maar ik heb hem toch
zoo lief, moeder. Ik heb toean Iref met »-eel
mijn liiaa-t. Ik heb hem zoo innig liiaf dat, als
hij weg is gegaan, ik mijn. hoofd naar dea
muur zatl wanden en sterven."
„'Maar, Daisy, lieveling, dat is niet gcwd;
dat weet je toch wél."
„Goed of niet goed, ik kan 't nilet helpen,
mioadar. Mijn hart is weggevlogen, is n'aar
heim gevlogen. Mijn hart, mijn ziel', mijn
geest, allies (heeft hom lief, en als hij weg
dan. zal ik sterven."
Mevrouw Erue was al® door den donder
getroffen.
.jMaar, Daisy," riep zij uit, „dab ds werke
lijke. liefde, en dlaaroviea' mag eau net meisje
nooait het ©ernst spréken. Hoeft mijnheer Clif
ton ^ooit togen, je gesproken vian. liefde?"
„iNeem, nooit, Ec weet ook niet wat "iefde
moest den geest ïiaror politiek in Zui'd-tAfri-
ka varand'aren.
Sir Edward Clarke (conservatief) achtte
den oorlog onnoodig, maar drong niettemin
aan op intrekking van heb amendement,
daar het aannemen ei-van misschien ver
keerd zou uitgelegd worden hl Europa en
Transvaal. Hij zou de regeering steunen,
want er zou meer kwaad gedaan warden dbor
nu een einde te makon aan den! oorlbg, dan
dtoor hem. voort te zetten tot een gelukkig
einde.
De ware verantwoordelijkheid voor dtem
ooil'og, meende ook deze spreker, rust' op
Chaimbed'lain. De grootste moeilijkheid, wel
ke men zou ondervinden bij do rogehng der
veasciKillend'e quaesties na. don oorlog, zou
zijn. de tegenwoordigheid. van Chamberlain
aan het departement van kollomën era van
sir Alfred Milner in Zuiid-Afrika.
De eerste load der ad.miaiaildteit, lord Go
shen,, verdedigde d© regeering. De»- natie is
volkomen gerust op die rechtvaardigheid van
den 001 log, en Iret Kabinet heeft den oorlog
alleen ondernomen in de overtuiging van
den steun van het land. Volgens Goshen
heeft de regeering zich wel degelijk reken
schap gegeven van dein toestand', dien zij
had beschouwd!, niot alleen van het stand
punt van Ziud-Afrxka, maar ook van een
rijtsstandipunt. Er was geen LifcsöMied'd aan
den daig gelegd in. een enkel departement.
De admiraliteit vond het beter onx hetgeen
zij te doen lia.dl, kalm te doen, bewust van
haar verantwoordelijkheid, het oog gericht
naar alle zijden. De adlmiTaihtedb was in staat
gedeld heit leger te helpen, zonder in eeni'g
opzidit de hulpbronnen der marine te sterk
aan te spreken. Ofschoon er een, verlangen,
bestond om ec-n grooter aantal mariniers en
matrozen at t-e zenden, oordeelde de adlmi-
raBttit het in Engeland voor een «ventueele
mldbilisalie overgebleven contingent vol
doende. (Toojuichïngen.) Waar het land veel
troepen heeft moeten uitzenden, is dia mari
ne verplicht des te waakzamer te zijn.
Onder toejuichingen eindigde Godlien met
de verzekering dat de natie er gerust op kan
zijn dat in geeni enkel opzicht zorgeloosheid
bestaat.
Terloops zij liier opgemerkt dat d'e „West-
minister Gtaz." er verzet tegen aanterkanb dat
nog meer marine-geschut naoa- Zuid-AMka
wordt geaonden, juist met het oog op de vet-
ligtoeid van Engeland.
Een heftig incident deed zich. nog voor in
de zitting van gisteren.
Saiundersom trok in krasse bewoordingen
te vélde tegem de Iarsche nationalisten. „Ter
wijl de Boeren ons van voren aanvielen,"
voegde hij hun toe, „vielen de lersdhe natio
nalisten ons vam. achteren aan."
Natuurlijk foartetocdvteilijjk© protesten vam.
de Ieren, en na vinnig gekibbel over en weer
trok Saunjctersom ten laatste zijn woorden in.
Kolonel' Saiundeason is de léiider der pro-
testanteche, Engelschgezinde Ieren.
In do Lageobuis-zitting van Donderdag
wilde Lalbouchère om half twaalf het debat
verdagen'. Daarentegen verlangde B'alfom-
voortzetting van het debat tot 12 uur,
is. Ik weet alleen dat mijn. leven samenge
groeid scliijut te zijn mat zijn laven; maar
hij zal hot nooit weten. Hij zal weggaan, en
nooit weten dat mijn hart gebroken is uit
liefde voor luim. O moeidlea', moeder, u bent
een ervaren vrouw en ik maar een ItiUd
zeg mij hoe ik het moet dragen."
Maar de arme mevrouw Erne was mach
teloos van schrik. Die hartstochtelijke woor
den vam hoair kalme, eenvoudige, opgeruim
de Daisy verontrustten haar.
„Hij is zco knap, zoo lief, zoo goed. Ik heb
uooit een koning gezien, maar geen koning
kan zco vorstelijk, zco groot zijn, als hij. Hoe
kan ik leven, hoe kan ik deize kaïmers zien
ivaar alias mij van heim spreekt? Ik lean het
met. Voordat hij een week weg is, zal ik in
mijn graf liggen, moeder."
„D'aisy, het is vensohrikkelijfcje moogt
zulke dingen niet zoggen. Kind!, kind', ik heb
zelfs nooit tegen jc vader op zoo'n wijze ge
sproken."
„Mfeschien hadt u liean niet zoo vurig
hef. Kijk, moeder, als ik kon, dam zou ik
doan als liet meisjei in liet gedicht; dan zou
ik mij vermammon als page en hem over de
geheel e wereld vergezellen 0111 %-oor Iheim la
zorgenik zcu er mee tevreden zijn, dat hij
liot niat wiet. ails ik alleen maar zijn gelaat
macht zion en naar zijn steun luisteren. Ec
heb nooit am ean leven zondoi' hem ge-
daidiC"
„Als ik zoo iets had kunnen, draomen, dan
zou die airme miijnhtier nooit over onzen
drompel zijn gekomen, Daisy, dat voraefcar
ik je. Maar in geen geival mag je hot hom
ooit laten bcmarkemi, kind"... je moogt heim
niet w<aar zien."
'Daisy bogon weer te snakken.
„Eir is voor mij niiemnnd' op cle wereld als
lijj, moedea-, en hij gaat weg gaat l»b l'aiad
urtv Hij zegt dat hij ons zal bezoeken, als hij
den gewonen tijld. De regeering ki-eeg met
sleohts 20 stemmen meerderhead haar zm.
Hretrbij dient opgemerkt dat lord Rose-
benry om een meerdeiheid' van. sledhts 22
sterumeu, dus nog 2 st. meer, aftrad.
Nu editor verlimgt geen der bladen dat
het mindeterie zal aftroden. Men laat het
Kabinet-Salisbuiy liefst de verantwoordelijk
heid.
Chamberlain en Rhodes.
Men laat Chamberlain in het Lagerhuis
nog niet met rust. De door de $Ind. Beige"
gepubliceerde briefwisseling van Hawkesley,
den procureur der Chartered Company en
van Rhodes, met Fairfield, den permanenten
secretaris van koloniën, Chamberlain's rech
terhand, en anderen dient daarbij als uit
gangspunt.
Het was weder Samuel Evans die Chamber
lain vroeg of diens aandacht ook gevestigd v a*
op een brief, geschreven door Hawkesley aan
lord Grey, directeur der Chartered Company,
iu welken brief de eerste zpgt, dat de kabel-
grammen van de laatste helft van 1895, of
liever de onderhandelingen van dat tijdpei k,
wel zouden uitlekken, en dat als dit ge
schiedde, Chamberlain het zichzelven te wijten
zou hebben.
Evans vroeg bovendien of Chamberlain
wilde zeggen, welke de bedoelde onderhan
delingen waren, en of hij die aan het Huis
wilde overleggen.
Chamberlain antwoordde de eerste vraag be
vestigend. Wat de tweede vraag betreft, noemde
bij het niet gemakkelijk aitleg te geven
van mededeelingen, die in 4897 gewisseld
zijn tusschen twee andere partijen en waar
van hij de=tijds geen kennis droeg. Hij ver
moedde dat de bedoelde kabelgrammen die
gene waren welke Hawskley weigenie ovei
te leggen (op de vraag der enquête-commissie);
is dit juist, dan vormden zij een deel van
het pak telegrammen, dat' hem (Chamber
lain) in 1896 vertiouwelyk was toegezonden
om ze door te lezen. Hij zond ze teiugmei
»en schrijven, waarin hij voor zich geen
bezwaar zeide te hebben tegen de openbaar
making.
Chamberlain geloofde dat later de meeste
telegrammen uit dit dossier door de kabel
maatschappij op bevel der Zuid-Afrikoaireche
Compagnie zijn gepubliceerd. Maar daar hij
sinds 1890 er geen in zijn bezit had. kon hij
ze ook niet aan het Huis overleggen,
Wij achten het niet onnoodig hier het door
Evans ter sprake gebrachte schrijven nog
eens af te drukken. In ons nummer van
7/8 Jan. 1.1. hebben wij liet voornaamste uit
de onthullingen der »Ind. Beige" reeds mede
gedeeld.
Deze brief, van Hawkesley aan lord Grey
do. 20 Febr. '97, handelt over de zitting der
enquête-commissie, en zegt:
nRhodes was zeer goed, en ik denk wel
dat hij er zich uit zal draaien. Den eersten
dag was hij zenuwachtig maar toch was zijn
verklaring goed. Gisteren was hij eenvoudig
prachtig. Ik denk niet dat wij nu al gered
zijn, maar er is kans dat men het »m het
terugkomt; maar (hij zal mij nooit mser
zieui."
„Maar, Daisy, als hij je verloofde was. zou
je het j© ui/eb meer kuuraen aantrekken..''
„Ik höb geau verloofde raoodiig; maai-
o, ais hij mij meb zich mee wilde laten, gaan
oom voor hem te zorgen en altijd bij hem re
zijn diat zou ik liever willetn dan koningin
te zij'n."
„Lievei hemel!" riep Mevrouw Erne ont
hutst uit; en toen wist zij niets meer te
zeggen zoo iets girig boven haar verstand.
„Het is 'heel ongelukkig, Daisy. Ik liaid mis-
sekiiem. verstandiger moeten zijn en een jong
meisje als jij' niet zoo dilawijls iu gezelschap
vain ean man laten, maar ik kon ook niet
denken dat je zóó dwaas zoudit zijn."
„Waarom ben ik dwaas? Wie kon er iets
aan doen? Ik bon niet. diwaas; ik ben wijs.
Het is ware wijsdicun, lief te hébben wat liet
hoogste an hot beate is. O moadan, beknor
mij niet zag geen hard© woordani. Ik zoi
niet de eerste zijn die van liefde is gestor
ven,"
Toen weende zij weer zoo bitter on hij zag
het maanlicht op haai- mooi (baar en haar
blanike hals vallen.
„Kom, Daisy," zei mevrouw Earn©, die nu
ook moest huilen, „je mioogt hier niiet Hij-
ven. Mijnheer Clifton zal nu wei gauw terug
zijn; kout mee naar je eigen kaaner.'
Plotsaliiiig kwam sir Clinton tot hot basef
van wait or om hem höon gebeurde ent hij
haastte zich. weg. Voor niets ter woreid zou
hij gewild. Ih'elbbeai dat zij hom daar zouden
viilndan. Hij ging eiven zacht heen ais hij ge
komen was, eu nlu stond hij buiten, im deox
tuin, onder liet licht der sterreu, alfeeaii
alleen met een verwaad, wamhopig gevoed.
Daisy die lieve, zacht© Daisy zou voor
tem gaain sterven Zij had hem zoo lief, diat
zij alleen wild© sterven, al® hij weg was.
algemeen belang" zal achten de kabeltele
grammen niet te openen die gedurende de
laatste helft van 1895 zijn gewisseld, en die
de bijzondei heden der destjjds gevoeide on
derhandelingen inhouden.
»Ik ben echter gedwongen te bekennen
dat ik vrees Jat men ze wel publiceert.
En in dat geval zal Chamlerlain het alleen
aan zich zelf te loijtcn hellen".
Intusschen vindt de regeering in deze een
verdediger in Hawkesley zelf. Als goed
makelaar komt Hawkesley op voor de belan
gen zijner principalen, Rhodes eener-, Cham
berlain anderzijds.
In antwoord op een artikel in de ïStar",
getiteld wie heeft de regeering bedrogen
tracht de procureur der Chartered in een
brief aan het blad aan te toonen dat de
regeering niet misleid kan zijn door Rhodes,
met wien Chamberlain sedert 1895 niet over
Transvaahche aangelegenheden heeft ge
sproken.
Zeer juist, mijnheer Hawkesley; wie zou
dat ook beter weren dan gij, die zelf later
mnt Fan field als tusschenpersoon hebt ge
fungeerd
Den tegenwoordigen oorlog noemt Hawkes-
leyn het lechtstreeksche resultaat van de
loen (in Juni 1899) geëntameerde en, dank
zij de ongetwijfeld goed bedoelde, maar in
werkelijkheid slecht begrepen vaderlands
liefde der oppusiite aanvaarde politiek."
»Men heeft getracht Rhodes to treffen toen
hij gevallen is", gaat onze procureur voort.
Vroeger is dat beproefd en mislukt zooals
het opnieuw zal mislukken.
«Rhodes is en blijft een der krachtigste
en populaiiste mannen van dit land en van
Zuui-A.fiika (helaas!), en gij kent ai zeer
weinig uw man, wanneer ge 11 verbeeldt
dat zijn werk is geëindigd. Hij heeft het u
gezegd: dat werk is nog slechts voor weinige
jaren begonnen. In zijn geheel politiek leven
is hij en wordt hij nog beheerscht door de
intense, vurige begeerte om de eenheid te
bereiken en den invloed uit te breiJen van
het Engelscli-sprekende ras.
«Daarin, en niet in eenige lage geldzucht,
zult gij den sleutel van zijn handelingen
vinden. En nu, op het oogenblik waarop hij
in gevaar vei keert, geloof ik even vast als
iedereen het in 1895 geloofde, toen hij den
eed aflegde als lid van den Geheimen Raad
van Hai e Majesteit, dat hij bestemd is om
nog uitnemende diensten bewijzen aan zijn
wei-bemind vaderland."
Niet waar, met dat pleidooi kan Rhodes
het voorloopig doen.
Maar toch 't is de slnd. Beigedie
dit zeer terecht opmerkt kan niet geloo
chend worden, dat Rhodes en de Chartered
verantwoordelijk staan voor deze afschuwe
lijke menschenslachtiug, omdat:
1o. Zij den inval van Jameson, gecombi
neerd met een te Johannesburg beraamde
omwenteling, hebben voorbereid
2o. Zij ai het mogelijke gedaan hebben
om den arbeid der commissie van enquête
(jdel te maken
3o. Zij tot dat doel, zooals uit Hawkesley's
correspondentie voldoende blijkt, onder één
Ira ihdb eerst was hij door disn schok zóó
getroffen dat hij bijna niet in staat was heb
te geloovera. Hij haid nooit met die oogai vara
een minnaar het meisje aangezien z»o iets
was ruidt bij hem opgekomenera zij was
hem zoo irrraig gaan liefhebben.
„Dat is tien. minste oprechte Liefde," dacht
hij bij zichzelf, „diat is oprechte hef de; het
is noch oan mijn raing raodi om mijra titel
char vreet, zij niets van heb is om mijsdlf
dat zij mij liefheeft."
Is er één miain die daarop niet trotecfh, zooi
zijn dat hij bemind wordlb am zidiBelfs
wil Wie zou niet geüroffera zijn. door do rei
ne, innig©, zoete lief d'e vara een. jongeimoisjes-
lianb. Hij was ontroerdhij hemnm-erd® zich
eigen, smart, eigem leed, eigen kwelling ent
wanhoop hoe hij had getedea omdat hij
tot waianzaninighei'd to© een. vrouw had lief
gehad d!i© hem niet liefhad. En. mi had' Dai
sy, de lieve Daisy, met tliaar bekoorlijk
laat en haar rein, teergevoelig hart hatzelfdo
moeten, lijden. Hij kon dio gedachte bijna
niet verdragen. Daisy was zoo goed voor hpra
geweest, zoo liefderijk; zoovel© smartelijke
d ngien on machten liad zij hem met n'aoït-
venmoedenidb toewijding verpleegd. Zoo badi
zij ham leeron liefhebbenhaar hart was tot
hom gevlogen, zcoals zij zelf zeide. M ie was
hij dht dat reine, onschuldig© kind. heem al
den rijiktdoan üiarer Liefdie schonk? Zijn oogan
warden verduisterd door bnamera hij', die
bectawn, misleid1, gek gemaakt was d!oor d!a
trouweloosheid era Èohtedraraiigheid eener
•vrouw?
Wordt vervolgd