53*" jaargang. No. 10164. „Het Htoisckt StrmlpM.' Zondag 11 en Maandag 12 Februari 1900. Tweede Blad. UIT K.F Kits. Transvaal en Oranje-Vrijstaat. SOHSEDAMSCHE COURANT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalYoor Schiedam en Vlaardingen 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekYoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau t Boterstraat 68. Prijs der Adverten tiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 12'/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Meine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. latere. Telefoon No. 133. De moord te Appeltern. In enkele bladen wordt redactioneel iets naar aanleiding van den gruwelijken moord te Appeltem geschreven. In bet „Hbl." schrijft de beer C. (wij dien ken dat het de Amsterdaansche 'hoogleeraar Cramer is) o. in. Staat het gruwelijk voorval te Appeltem geheel op zich zelf Of is er wel meer iets van dien aard voorgekomen godsdienstige dweepzucht dio tot moord eu doodslag brengt Het is niet onnatuurlijk dat die vraag bij dezen en genen opkomt. Immers, te Appel tem is niet maar één enkel man aan het ■werk geweest; maar verscheiden personen, een zij het ook niet talrijke kring. Men is dus licht geneigd een andere verklaring *e zoeken dan dat d'it de uitbarsting van een krankzinnige, van een exceptioneeleu woes teling was. Maar d'an ware 't ook vreemd, dat zich nooit meer zulk een geval zou heb ben voorgedaan. Welnu, er zijn inderdaad voorbeelden van. Natuurlijk denk ik niet aan de men- scbenoffers van Kelten en Germanen, niet aan Agamemnon, die met den dood' zijner dochter de godheid verzoent, niet aan het Oude Testament, waarin dat semiotische of fer niet ontbreekt en het verhaal van Abrar hams offerande Israël wil loeren dat God dit niet eischt Die les was dus toen blijk baar nog noodig. In de Christenheid hebben wij te zoeken, naar gevallen dio iets ver wants aan het gebeurde hebben. Nu bevatten d'e „Wetenschappelijke Bla den" van Juli 1899 een artikel„Dweep zucht afe bron van misdaden, meer bepaald' in Rusland." Het is uit het „Axcliiv für Kriminal-Anthropologie und1 Kriminalstatis- tik" vertaald. De schijver, dr. Loeaven- stamm, is ambtenaar aan hot Russische mi nisterie van justitie. •Men kan zich dus wel verlaten op de juistheid van hetgeen hij meedeelt over fei ten, in de Russische rechtspleging aan het licht getreden. Daarentegen heeft hij blijk baar zich om de vraag naar den mogelijkcn samenhang tusschen die feiten en gods dienstige voorstellingen niet bekommerd'. In dat opzicht is het werk van den beken den Fransehen geleorde Leroy-Beaulicu, „l'Empire des Tsaxs et les Russes" vrij wat leerrijker. En over 't geen in Protestansche en Rooinscke bevolkingen van dien aard is voorgevallen is dr. Loewenstaimn niet moor dan matig ingelicht. De roomsche pastoor Goszner later werd hij protestant en pre dikant to Berlijn was phantasliscfli maar oen achtenswaardig man, en dio geen schuld heeft aan de ruwe tooneelcn in do „W. BI." bl. 67 verhaald'. Onder „dé Du it sell e mystie ken" (bl. 65), wat voor zoover ik weet nooit anders wordt gebruikt dan voor personen DOOR A. A. SNIJDER, Nu de goede naam, welken het „Bökmi- sche Sreichquartebt" heeft verworven, is ge vestigd in geheel Europa en ook in ons land, zal men, naar ik meen, de mededee- ling van eenige bijzonderheden omtrent deze kunstenaars ditmaal niet aanmerken als middel van reclame. Zij die onze Bohmi- sche vrienden niet alleen om hun hooge kunstverrichtingen, maar ook om hun per soon bobben leeren waardeeren, zullen wil len erkennen d'at het doel van dit opstel niet anders kan beteekenen dan een hulde aan het dappere viertal, de natuurmen- schenKarei Hoffman, Josef Suk, Oscar Nedbal en prof. Hanus Wihan, in de wan deling genaamd „de Böhmen", Want natuunnenschen zijn ze, zonder pre- tensiën, zonder eigenwaan, ondanks de ver eering en de vergoding, die zij ondervinden overal waar zij verschijnen. Toen nu drie jaar geleden het quartet, dat wij als „noviteit" na een ontmoeting te Leipzig, naar ons land wilden brengen, voor het eerst te Amsterdam zou optreden, was de teleurstelling groot. Op den concertdag waren de „Böhmen", die van brievenschrij ven niets moeten hebben en die dus mon deling voor "zes concerten waren geënga geerd, nergens te vinden. Ze hadden hun komst niet voorbereid', 't was ons niet bekend vanwaar ze moesten komen; ai ons geschrijf was onbeantwoord gebléven. Telefoonberichten naar de voor naamste hotels gaven geen uitkomst, de „Böhmen" waren zoek. In spanning bega ven we ons naar het Concertgebouw, met een beklemd hart denkende aan het oogen- blik waarop wij den concertbezoekers zouden moeten verklaren dat ze naar huis konden als Suso en Tauler, bij wie niemand aan misdaden denkt, schijnt de schrijver o. a de aangeklaagden bij het Koningsberger „Muckerpoces" van 1835 te verstaan. Die Mucker" vormden een kring, die in bijzon der innige geestelijke gemeenschap leefde, welke zoo luidde athans de aanklacht op zeer zinnelijke gemeenschap uitliep. Men kan niet zeggen (bl. 85) dat dit een secte wasnog mirder dat zij „nog niet laug ge- led'en" te K. bestond; terwijl de leiders geen Katholieke, maar Protcstanisehc pre dikanten zijn geweest. Nu is, om tot het Appeltcmscho geval terug te koeren, de zaak deze, dat van ouds her in de Slavische christenvolkercn zich zeiven te verminken of te laten verminken en zelfs te dooden of te laten dooden, als hooge trap van christelijke heiligheid in uit gebreide kringen is voorgekomen. In de Wcstersche volkeren daarentegen, die Roomsch-Katholiek of Protestantsch waren, d'cd'en zich niet meer dan hoogst zeldbame gevallen daarvan voor. Dio, waar van wij weten, zijn te tellen. Ook is hier een verschijnsel van geheel anderen aard dan bij de Slaven. Bij deze toch hangt dit samen met liet geloof aan de tegengod'dclijklieid van de we reld (de schepping), van het aardsche loven, van de voortplanting: dat wat ook in d'e melancholie, het pessimisme van den Rus- sischen volksaard uitkomt. Maar voor ons Westerlingen is het zoo anderssoortig gemoedsleven dor Slaven hoogst moeilijk te begrijpen, reeds doordat ons de gelegenheid om het zeiven waar te nemen, ontbreekt. On der de K-'karen der 13de eeuw, die van Slavische ..erkomst waren, kwam het al voor, dat d'e geloovigen na den hoogste» graad in hun kerk te hebben bereikt, zich vrijwillig lieten doodhongeren, ongeveer als nog in allerlei fracties van den Russischcn „raskol" (do dissenters, de afgescheidenen van de orthodoxe kerk) geschiedt, maar mot krasser middelt-n, zich laten verstikken, le vend begraven, soms levend verbranden. Bekend is ook de zelfverminking d'er Skop- zen, mannen zoowel als vrouwen. Maar voor een beweging van zoo grooten omvang en langen duur, waaraan 'bovendien niemand voor zijn pleïzier of voor de aardigheid deel neemt, moet toch een andere beweegreden zijn te geven dan -de domheid, het bij'geioof enz., die trouwens nooit oorzaak kunnen zijn, alleen den vorm dien eenig geloof aan neemt bepalen. Men beweert, dat d'e oorzaak in het verlangen naar het duizendjarig rijk is te zoeken, hetwelk eerst komen kan maar ook zck-cr komen zal wanneer de vereischte 14,000 „maagden" (Openbaring 14 1, 3) voltallig zullen zijn. Onder do Roomsche en Protestautschc bevolkingen daarentegen bepalen zieli d'e bekende gevallen, waarin men onder gods dienstige leuzen zich laat doodeu of tot hot dooden van anderen (niet als ketterstraf, maar als zoenmid'del) meewerkt, tot zeer en kele. In 1528 sloeg een dooper Leonard Sohugger, te St. Gallen zijn broeder met diens toestemming het hoofd af, „omdat gaan, omdat de concertgevers waren weg gebleven. 't Werd acht uur; ze verschenen niet, de bezoekers gaven hun ongeduld te kennen. Doch eind'elijk, ongeveer half ne gen, kwam de omnibus van het hotel „Pays- bas" aan 't Concertgebouw en de vier hoe ren stapten uit; maar 't concert moest worden afgezegd. De „Böhmen" die zonder oponthoud regelrecht van Praag naar Am sterdam waren gereisd, hadden aan do gren zen niet do minste zorg voor hun bagage ge had en nu was alles achtergebleven, ook Je instrumenten. Ze zagen er in hun veelkleu rige reiscostumcs tamelijk onfrisch uit; ze geleken op zwervende kermisklanten. En daarbij kwam nog dat zij met hun vieren het grootste pleizier hadden over onze ont steltenis en onze teleurgestelde gezichten, welk genoegen zij op luidruchtige wijze tc kennen gaven in hun eigen taal, waarvan wij geen woord snapten. Ze beloofden ons „Morgen in Rotterdam werden wir scliön spielen"; en die belofte hebben ze gehou den, want dat eerste optreden, te Rotter dam dus, was een succes, zoo groot dat de zaak dor „Böhmen" voor altijd was gewon nen. Uit allo deelen van ons land ontvingen wij, onmiddellijk na het verschijnen der eer ste recensie in de „Nieuwe Rotterdam sche Courant" aanvragen om een concert van de „Böhmen" te hebben. 't Is een eenig voorbeeld in de concertge schiedenis dat een strijkquartet in een klein land als het onze, binuen 3 jaar 96 concer ten kon geven en steeds voor een talrijk pu bliek. 'De onderlinge harmonie der vier „Böh men i's groot en daarom juist, zegt men, kunnen ze zooveel schoons produceeren. Ze leven door en voor elkaar, zijn onaf scheidelijk, hebben dezelfde opvattingen ten opzichte van hun kunst en ook dezelfde ma- terieele belangen. Want de opbrengst hun ner concerten wordt in vier gelijke deelen verdeeld, liefst na afloop van elk concert, God het hem gebood." Het is thans niet meer uit te maken of dit kraukzinnigheid is geweest dan wel dweepzucht. Natuurlijk be weerde de kerkhaat van dien tijd het l'aat- ste; Vadiauus, de geleerde burgemeester van St. Gallen, heeft in den eerste» zin ge oordeeld. Twee gevallen van kindermoord om godsdienstige redenen deelt dr. Loewen- stamm mede. Het meest bekend, zijn echter de geschiedenis van Ampfehvang (bij Linz) in 1817 en do „Wiidenspucher kruisiging" in 1823. Bij die eerste gelegenheid werd een meisje, de stiefdochter van den leek-pastoor Haas, gedood om het offer van Christus te herhalenbij de tweede (die vooral door 't geschrift van Johannes Sckerr een halve eeuw na 't gebeurde vermaard is geword'en) een 28-jarige boerendochter, Margaretha Peter. Deze laatste, als een heilige in haar kring vereerd, drong en dwong haar vereer ders om haar met ijzeren pinnen aan den vloer te spijkeren en eindelijk haar de her senpan in te slaan, nadat haar zuster ook al op eigen wensch was gedood. Zóó alleen kou Satan worden overwonnen. Beiden zou den na drie dagen weder opstaan, heette het. De Züricher regeering heeft natuurlijk de medeplichtigen aan die daad, hoe geloo- vig zij mochten zijn, niet straffeloos gelaten. Van anderen aard zijn de zoogenaamde „eonvulsionuaires", janseniste kringen on der Lodewijk XV, waarin men ook zich aan allerlei martelingen onderwierp. Maar het kwam toch nooit tot den dood; en dit be hoort ook meer tot het gebied' der zelfkas tijding of van dat nadoen van Jezus' lijden, waarvan de gestigmatiseerden een onscha delijker voorbeeld zijn. Evenmin heeft met wat tc Appeltem is geschied eenige ver wantschap het „peculiar people", die geen geneeskundige hulp in krankheid dulden. Bij hen (ook bij de vroegere rechtzinnige^, dio van geen vaccine wilden -weten) is 't im mers niet er om te doen iemand tc dboden, maar om zich niet te bezondigen aan onge oorloofde redmiddelen. Nu zullen intussehen ook gevallen, die wel eenige gelijkenis met de bovenstaande vertoonen, al komt hst daarin niet tol zulke gruwelijke uitersten, wel meer zijn voorge komen dan wij weten. Het zou ook vreemd zijn als zij geheel ontbraken. Naar het schijnt wekt het bij overprikkelde zenuwen in gelukkig zeer sehaarscke ziekelijke natu ren een zeker gevoel van lust 0111 bloed' te zien vloeien. En dat deze lust in cion volk waar godsdienstige voorstellingen licer- schende zijn, een enkele maal onder gods dienstige woorden bevrediging zoekt, is even natuurlijk als dat in zulk een volk do zinnelijke hartstocht somtijds dergelijke al lures aanneemt. Moet dat wel altoos slecht opzet zijn om van bedrog en krankzin nigheid tc zwijgen? Men herlcze nog eens Dixon's „Spiritual Wives". Godsvrucht is eigenlijk een zaak van ge moed en geweten, maar hij kan in verband treden met voorstellingen der phantasie, schrikwekkende of streelende, den duivel of d» madonna, en met gevoelsaandoeningen. Niet vreemd nu, dat bij sommigen die plian- somtijds op reis in een coupé van den trein. Hoewel zeer waarschijnlijk in sommige vreemde landen dikwijls een gedeelte van hun recettes in verkeerde beurzen is terecht gekomen, hcbb°n ;.ii een goed verV onzen in de menschen met wie zij in aanraking romen;do concert-afrekeningen worden mei nagekekenze hebben geloof in de eindcij fers. Een voorbeeld van goedhartigheid ge paard aan een driftig temperament is prof. Hanus Wihan, waarvan de volgende voor vallen als bewijzen kunnen dienen. Op een concert te Haarlem deed hij de gelofte tien gulden te zullen geven aan den koetsier, die ons na afloop naar het station zou vervoeren wanneer het concert meer dan een zeker bedrag zou opleveren. Er moest veel haast worden gemaakt om den vóórlaatste» trein naar Amsterdam te be reiken. Bij aankomst aan het station te Haarlem herinnerde hij zich echter de ge dane belofte en gaf den koetsier een munt biljet. De man wilde geld teruggeven, doch werd 2eer onzacht op zijde geduwd en de driftige professor schreeuwde hem toeAl les behalten Esel Toen wij te Zwolle, waar de dames zich zoo ingetogen terugtrekken achter onberis pelijk geplooide witte gordijntjes of raam pjes, aan een kar op straat sinaasappelen hadden gekocht om die al wandelende te verorberen, ontmoetten wij een vijftal straatmuzikanten. Do blazers werden door prof. HanusWil- han aldus aangesproken„Wicviel Geld haben Sie heute angenommen?" Het antwoord was! „Vier Gulden unge- falvr." De professor gaf hen daarop ©en flinke som geld, er bijvoegend„Mit Collegen darf man nicht sparsam sein!" Wanneer gij uw portemonnaie verliest in gezelschap van de „Böhmen", koopen ze voor u een nieuwe beurs en vullen die met tr.siebeelden en aandoeningen, meegedeeld door hun omgevig of als residu van een godsvrucht, die zij vroeger hebben bezeten, nog blijven voorkomen, ook als er van gods vrucht zelve niets meer in hen leeft of deze reeds geheel door hun hartstocht enz. wordt overstemd. Neem menschen met veel phantasie, nog meer passie, weinig herse nen on bijna geen gewetenwat kunnen bij zulke ongolukkigen voorstellingen en aan doeningen niet uitwerkenBij hen zal de grens, die hen van idéés fixes en waanzin scheidt, wel moeilijk zijn aan te wijzen. Hangt dus een gruweldaad als die te Ap- poltern is gepleegd, met godsdienst samen Ja en neen, al naar gij wilt. Als gij onder „godsdienst" alles begrijpt waarbij godsdienstige voorstellingen en woorden ter goeder trouw worden te pas ge bracht, dan ja. Als gij daarentegen niets tot den godsdienst rekent dan datgene waar bij 's menschen gemoed en geweten werk zaam zijn, dan niet. Het is dezelfde vraag als dezeis de stemming, die tegenwoordig in Engeland heerscht, bij allen nationale zin, al dan niet? Vaderlandsliefde of hol chauvinisme? Is do pathetische bewondering van sommige lieden voor eenig kunstwerk kunstzin of aanstellerij Zij weten het waar schijnlijk zelf liet minst. Daar is op ieder gebied, naast het echte, namaak; naast eerlijk en diep leven, sug gestie en autosuggestie. Ook het hoogste gebied, het heiligdom der merschheid, de godsdienst, ontkomt aan dezen regel niet. Maar alleen onnoozelen scheren alles over één kam naar don ui terlij ken schijn. Het rechterlijk onderzoek over de arme Appelterners zal misschien voor criminalis ten psychiaters veel belangrijks voor den dag brengen. Maar wie meent dat bem daaruit eenig licht over godsdienstige din gen zal opgaan, vleit zich met een ijldele hoop. Ten hoogste zou men er uit kunnen leeren over wat nog in enkele kringen van ons volk voor godsdienst doorgaat. Maar waarschijnlijk is ook daarvoor dit geval nog veel te exceptioneel. Gelukkig dat het zoo is! In de «Standaard" lezen wij De gruwel van Appeltern bepft heel het land door de gemoederen ontsteld. Men staat hier voor een misdaad van sectarisch fanatisme, als men in onze dagen niet meer voor mogelijk had gehouden. Godsdienstwaanzin is hier volstrekt niet in het spel, alleen een sectarisrrie, dat in zijn fanatieke drift de ordinantiën Gods, in natuur en Woord, in het aangezicht slaat. Niemand die nog het »Onze Vader" bidt, en daarin óók bidt: sVerlos ons van den Booze'\ kan de inwerking op ons leven van demonische machten ontkennen. De vraag is alleen maar, hoe, op wat wijs we ons tegen deze hebben te verweren. Daartoe nu wees de Christus het geestelijk middel aan van vasten en lidden, maar hel Heidendom nam zijn toevlucht tot uitwendige middelen van slaan, branden eu dooden een bedrag, liefst dubbel zoo groot als dat hetwelk ge hebt verloren. Wanneer zij te Londen vertoeven en u uitnoodigen om hen daar te komen bezoeken, nemen zij de kos ten voor de reis en het verblijf voor hun rekening; ze zenden u bij de uitnoodiging een cheque en gc kunt uw eigen portemon naie gerust thuis latenzij staan met de noodige cabs aan het Victoria-station om u tc omhelzen en in ontvangst te nemen. Bij een middagconcert te D... werden ze in de pauze gecomplimenteerd door een jongmensch van elders, die vroeg waar dc heereu na het concert zouden gaan dinec- ren. Zij herinnerden zich niet hem vroeger ontmoet te hebben, doch boden het jonge- mensch in het aangewezen hotel aan tafel een eereplaats aam; hij werd gespijzigd en gedrenkt, genoot overvloedig mede van do Havanna's van Iteij 11 vaan eu amuseerde zich kostelijk, E11 toen de gast was vertrokken vroeg ons een der „Böhmen Wcr war die- scr junge Mcnseh welke vraag wij niet in staat waren te beantwoorden en uu bleek dat niemand onzer hem kende. De „Böhmen" sjouwen op reis alles mede wat het leven kan veraangenamen, eetbare waar van allerlei soort en fijne dranken. Den eersten d'en besten niet tot hun gezel schap behoorenden vreemdeling, die in de coupé waarin ze reizen mocht terecht ko men, bieden zij een vollen beker Bourgogne of champagne aan en drinken zijn gezond heid. Wanneer Hoffman een sigaar bijzon der smakelijk vindt, wil hij or niet alleen van genieten en de sigaar, half opgerookt, gaat in de handen van Suk over, die de tweede helft in rook doet opgaan. Zij roo- ken achtereenvolgens beurt om beurt uit dezelfde meerschuimen sigarenpijp om haar dos te spoediger zwart te krijgen. Zij zijn zoo zeer gewend aan uitverkochte zalen, dat zij, wanneer gij hen voor een diner hebt uitgenoodigd, aan het dessert zullen uitroe penLieber Freund, unscre Magen sind en het zijn deze Heidensche usantiën, die in strijd met Gods Woord voor een deel nog in enkele streken ook van ons land hangen bleven. Schrijver dezes is er te Scheveningen voor ruim twintig jaren zelf getuige van geweest, hoe in de groote kerk, toen bij een paniek, uit vrees voor brand, al het volk wegstoof, en een beteuterde vrouw, geheel buiten zich zelf, in het ruim zitten bleef en gilde, twee mannen op haar aanvlogen, en zeggende dat ze den booze inlmd, haar uit al hun macht begonnen te slaan, zoo zelfs dat het moeite kostte hen te bewegen, hiervan af te laten. In Brazilië is de regeering voor jaren zelfs met een brigade krijgsvolk tegen zulk een secte moeten optrekken, om haar wilde orgiën te stuiten. Tegen de excessen van zulk fanatisme moet de Overheid dan ook ingaan. Hier is gruwelijke overtreding van de ordinantiën Gods. Hier is moord en mishandeling, en dit moet zonder aanzien der personen ge straft. Zulke ovei blijfselen van het Heidendom moeten worden tegengegaan. En als de Overheid hear plicht heeft ge daan, heeft de kerk te Appeltern te onder zoeken, welk deel van schuld aan haar ligt, en moet ze door de macht van het Woord met lak en wortel zulk fanatisme geestelijk pogen uit te roeien. Er moet in Appeltern een biddag worden uitgeschreven tegen den demon van zulk wild fanatisme 1 Nederlaadschc Roode Kruis-ambnlances. De algemeene medewerking die het Hilver- «umsch-Amsterd. Roode Kruis-dames-comité te Amsterdam ter vet zorging der ambulances in Zuiii-Afrika ondervindt, heeft liet nu in staat gesteld aan alle Nederlaridsche ambu lances óf maandelijks, óf alle veertien dagen belangrijke verzendingen te doen. Oorspioukelijk opgelicht voor de eerste ambulance van dr. Lingbeek, ondersteunt het gezamenlijk met het Haag«che damescomité ook de 2de ambulance van dr. Koster, en nu sedert kort tevens de 3de ambulance van dr. Van Leersum. Ree ts 600 kisten en colli met geassor- teeid materiaal heeft het in zes zendingen met de Duitsche booten via Lorenpo Mar- quez verzonden. Niet alleen ontving het daartoe van vele peisonen en dames-comilé's in den lande kostbare goederen, maar ook voor de nood zakelijke kosten van aankoop, verpakking, kisten en expeditie kon het over f 1821 door verschillende personen te Hilversum en Am sterdam voor de eerste ambulance geschon ken, beschikken en sedert kort outving het nog f2831) als aandeel in eene verloting van handwerken van mevrouw Van Gent—Kes- let; verder door mr. Van Waterschoot van der Gracht f1000 van NNdoor prof. Ti- lanus i 500 van mevr. L.f 50 van E., f 40 ausverkauft. Met do „Böhmeu" zult go u nooit vervelen; ze zijn blijgeestig, altijd' in opgewekte stemming en vertellen u aardig heden tot in het oneindige. Oscar Nedbal is een geestig „causeur" en zijn toosten zijn geschikt om zwartgallige menschen in de gelukkigste gemoedsstem ming te brengen. Dc „Böhmen" geven blijk van een „edele nonchalance" bij hun dagelijksck doen en la ten, die wel eens tot eenige verwarring aan leiding geeft en wel eens oorzaak is geweest dat zij op hun reizen door liet nemen van een verkeerden trein, in Zuid- in plaats van in Noord-Rusland zijn terecht gekomen. E11 met de zorg voor hun muziek (Die No ten) is 't droevig gesteld. llun geikeele répertoire (de quartetten) wordt door Jozef Suk zoo maar losweg ver voerd en in liet netwerk van een spoorweg coupé gedeponeerd, zoodat die muziek gera feld en beschadigd er uitziet als scheurpa pier. En in dien toestand is met den besten wil geen verbetering aan te brengen, want zij die de hoeren herhaaldelijk in het bezit hebben gesteld van niuziekportefeuilles, moesten altijd weer vernemen dat de laatste lijk ter beschikking gestelde portefeuille in Petersburg of Birmingham of elders was blijven liggen. En zoodoende is het voorgekomen dat in 't geheel geen muziek werd medegebracht of audere quartetten dan die welke voor een concert waren bestemd. Op een concert te Utrecht bijv. werd door een der hoeren ge vraagd Wt-r hat die Beethoven-Noten En loon kwam men tot de minder opwekkends ontdekking dat Beethoven in 't hotel te Amsterdam was blijven liggen. Dank zij der welwillende tussclienkonist van professor Engelmann, die zijn bibliotheek ter be schikking stelde, kon het ontbrekende quar tet toch worden uitgevoerd. 't Is ook gebeurd dat de eerste violist on der 't spelen van een quartet van Haydn, 'Y.w

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1