Tusschen twee liefdes.
539te
Jaargang
Woensdag 14 Februari 1900
No. 1016
Kennisgeving.
BUITENLAND.
EDAMSCHE COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Burean Boterstraat GS.
Burgemeester en wethouders van
Schiedam,
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het
kohier no. 3 der plaatselijke directe belasting
naar het inkomen, dienstjaar 1899/1900, den
30sten Januari 1899, door den gemeenteraad
vastgesteld en den 5den Februari daaraanvol
gende door heeren gedeputeerde staten dezer
provincie goedgekeurd, aan den ontvanger der
gemeente ter invordering is uitgereikt en in
afschrift gedurende vijf maanden, te lettenen
van heden, op de secretarie der gemeente voor
een ieder ter lezing is nedergelegd.
Wordende voorts een ieder aangemaand zijnen
aanslag op de bepaalde termijnen te voldoen, op
straffe van vervolging volgons de wet.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 13den Februari 1900.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
v. LUIK, JL.-S
Algemeen overzicht:.
SCHIEDAM, 13 Eebr. 1900.
BE OOULOG.
Lord Roberts' taak.
Lordi Roberts is niet te Modderrivier om
de troepen te inspeoteeren of zidh van d'en
toestand op de hoogte te brengen. Officieel
is het ter kennis van het Rntscihe Parle
ment gelbradht diat de opperbevelhebber liet
'kommajndo over de troepen aan de West
grens hoeft aanvaard. Het lijdit dus geen
twijfel dat hier spoedig een nieuwe aanval
lende beweging te wachten is.
Met welk doel? Dat is do gnoote vraag.
Is Roberts van plan nog eens een poging
te wagen om Kimberley te ontzetten? Of
zal hij over Jacoibsdiai den Vrijstaat trach
ten binnen te dringen, gelijktijdig met e'en
opmairscli der Britsdhe troepen in de Kaap
kolonie naar de Oranje-rivier?
Zonder ons door al te groot optimisme te
laten begoochelen, schijnt ons toch zoo het
eene a& het amdara plan weinig kans van
slagen te bieden. Waarheen men ook liot
oog richt, overall is het dezelfdto tactiek,
Aan d'e Tugela, ten Zuiden van d© Oranje
rivier, aan d'e Madderriviier, overal hebben
de Boenen zich. in van nature gunstige en
door verschansingen nog versterkte posities
genesteld, die niet dan ten koste van dui
zenden levens door de Engelsclien kunnen
genomen wondten.
Wij veten dat Buller, waar hij ook de
Boenen bracht aan te grijpen, hen in het
front moet aanvallen. Van omtrekkende be
wegingen of fiankaanvalllen is eenvoudig
geen sprak©. Hetzelfde schijnt te gelden
voor d'e Boenenstellingen bij Colesberg die
zich als een halve maan uitstrekken tegen
over en om de positie d'er tegenpartij En
wij weten dat de Boeren, sinds Magerte li
tem, ook aan de Modlderrivi'er voortdurend
DOOR
CHARLOTTE M. BRAEHME.
38)
Hij heeft zeker een groot verdriet gehad
in Mei," d'adht Daisy, „maar ik zal nooit te
weten komen wat voor verdriet hij zal
het mij nooit zeggen. Ik hen eigenlijk al
leen uiterlijk zijn vrouw."
Had hij haar lief? Daisy was bang voor
de waarheid. Verschilde hij van andere
echtgenootenHij was beter dan velen
nooit was hij onvriendelijk tegen haar ge
weest; nooit had hij een verzoek van haar
afgeslagen, haar een wenseh ontzegd; altijd
had hij haar hartelijk en voorkomend be
handeld. Maar was d'at een zeker bewijs van
liefde? Hoe dikwijls had hij niet gelachen
om d'e verschrikkelijke voorstelling die zij
zich vóór haar huwelijk had gemaakt om
trent huwelijken, hij had haar uitgelegd
dat alleen in de laagste klasse, bij de ruw
ste, onbeschaafdste en ongevoeligste man
nen zulke dingen voorkwamen als het slaan
of onvriendelijk behandelen van een vrouw,
zoodat zijn voorkomendheid niet liefde tot
oorzaak behoefde te hebben. Zij zon al wat
zij had, hebben willen geven om te weten
te komen of hij haar al dan niet liefhad. Zij
zocht nu voortdurend uitvluchten om uit
te kunnen gaan en te zien hoe andere ge
trouwde menschen zich jegens elkander ge
droegen. Uiterlijk zag zij niet veel onder
scheid, maar op het gelaat van andere man
nen las zij geen onverschilligheid', geen rus
hun stellingen hebben uitgebreid en ver
sterkt.
Nemen wij daarbij in aanmerking hoe ge
makkelijk en vlug de Boeren zich verplaat
sen en ho'e log d'e bewogingen blijken te zijn
der Eiigelsehe legers, hoe uitnemend het
krijgsbeleid en d!c rechtwaarde der Boeren
tot nu toe is geweest en hoe slechte strate
gen zich de Engelsche generaals hebben ge
toond, dan zien wij met vertrouwen den uit
slag te gemoe'b ook der komend© bloedige
gebeurtenissen, al ontveinzen wij ons ook
met die groot© ovennacht van den Bnt en
den moed! van Tommy Atkins
Daarenboven vervalt Roberts in dezelfde
fout als Bullor, zijn voorganger m het op
perbevel in Zuid-Afrika. Weer zien wij den
generalissimus zich naar één der tooneclen
van den strijd begeven en daardoor noodza
kelijkerwijze hot overzicht over het geheel
verliezen. En dit is te ernstiger, omdat in
dezen oorlog d'e Engelsclie legers op zoo
grooben afstand' van elkander opereeren,
zonder goede verbindingswegen en met lang
zame communicatie-middelen.
ÜDe toestand is dus aldusBuller in Na-
tail, nog altijd loeirende op het ontzet van
Ladysmith en zoekende naar zijn verloren
sleutelRoberts in liet Westen, het oog ge
vestigd op Kilmbcrley en Bloemfontein te
vens, liet bevel aanvaardende over troepen
wier moreel onmogelijk kan ven-betond zijn;
in de Kaapkolonie Clemens, Kelly-Kenny
en Gatacre en waarschijnlijk lord Kitchener
als leider d'er campagne.
Er is «en telegram dat van oen levie en
masse der Boerenvrouwen spreekt. Do
Transvaalscbe regeering zou baar die vergun
ning om zich tc wapenen beloofd hebben,
wanneer de Engelschen de Republieken
binnendringen.
Of bet d'aartoe wel ooit zal komen?
In Natal en elders.
Wanneer men de berichten der oorlogs
correspondenten en de beschouwingen in de
Londensche bladen leest, krggt men den
indruk dat het er in Nata! voor de Engelschen
bedenkelijk uitziet.
De sTiines" stelt zich tevreden met de
schamele troost dat, al wordt Ladysmith niet
ontzet, Buller toch de Boerenmaclit in Natal
vasthoudt. Daarom vindt het blad den terug
tocht van Bulkr's troepen nog zoo heel ver
schrikkelijk Diet.
Maar andeie bladen zien den toestand heel
wat minder rooskleurig in. Het was niet
alleen bet onhoudbare van de positie op
Vaaikrans vermoedt de sDaily Mail" b.v.
maar evenzeer de vrees dat hij van het
Zuiden zou worden afgesneden die Buller
dwong over de rivier teiug te gaan. Het blad
doelt daarbij op de voorwaartsche beweging
der Boeren bij Colenso, die een bedreiging
van Buller's leger in de rug beteekent.
Hpt gevaar dat Buller's gemeenschap met
het Zuiden wordt afgesneden, schijnt inder
daad niet gering, althans wanneer wij de
berichten uit Engelsch-Natalsche bron dien
aangaande mogen gelooven.
Want behalve de reeds genoemde beweging
iri de richting van Chieveley, zou ook nog
een groote Boeren macht over Weenen en
Greytown naar het Zuiden trekken met de
bedoeling Buller's gemeenschap met Pieter-
mariizburg en Durban te verstoren.
In het laatste gevecht aan de Tugela redde
telooslieid niet die vage uitdrukking van
lijden, die zij op het gelaat van haar man
waarnam. En ook zag zij andere vrouwen
niet zoo nadenkend en ongerust als zij zelf
was. Daisy zag d'at er tusschen de meeste
mannen en vrouwen die zij ontmoette, een
vriendelijke, hartelijke verstandhouding be
stond zij hadden één belang, één levens
doel.
Sir Clinton ging met haar dikwijls de
merkwaardigheden in d'en omtrek bekijken.
Zoo nam hij haar ook mede naar een be
roemd oud kerkhof, dat vlak bij de zonnige
zee lag een kerkhof, zoo mooi gelegen en
zelf zoo schoon, dat men van heinde en ver
re daar de d'ooden ïrwam ter ruste leggen.
Sir Clinton vergat dien dag nooit. Het
gebeurde niet dikwijls dat Daisy een die
pen indruk op hem maakte toen deed zij
het. Het was een Italiaansebe zomerdag,
de zon scheen stralend cn warm; de diep
blauwe hemel had een wondere tint; d:
lucht was verzadigd van den geur van wijn
stok en olijfduizenden bloemen stonden
in vollen bloeide vogels zongen op de
twijgen en de golven schenen de gouden
kust te kussen. De graven op het kerkhof
van St. Marie Pierre waren mooivele wa
ren bedek met kransen van wingerdblad'e-
ren, rozen en leliën. Daisy bekeek ze zwij
gend. Hun gids vertelde hun menige droc-
vige geschiedenis. Hier was het graf van een
meisje van achttien jaar, daar van een jon
ge moeder, gestorven met haar zuigeling in
den arm, ginds van een vader die een aan
tal jonge kinderen had achtergelaten, en
kleine graven waar de onschuldige kinder-
kens lagen die Gode een welbehagen zijn.
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer 12i/° cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven luer
\ari zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde ftleine advertewtiSn opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No. 123.
Ben Viljoen met heldenmoed een in een donga
geraakt kanon der Boeren.
Prins Christiaan van Sleeswijk, een klein
zoon van koningin Victoria, is in dit
gevecht in het vuur geweest. Ilij is zelfs
bijna door een springenden granaat getroffen.
Uit de Kaapkolonie geen nieuws, zoo min
ais van Mafeking.
Omtrent Kimbeiley blijkt uit Kaapsche be
richten, die zeker door den censor telegrafisch
geweerd zijD, dat men in begin Januari reeds
paardcnvieesch at. En nu is het half Februari I
B u 11 e r's beleid.
lotussciien vindt generaal Bulier, op ivien
in den iaatsten tijd nogal eens gesmaald is,
een verdediger in Winston Churchill, den
meer genoemden oorlogscorrespondent der
sMorning Post". Deze bespieekt de opeen
volgende gebeuitenissen in Natal aldus.
Hij noemt iiet een fout dat van Ladysmith
een militair kamp is gemaakt. Toen White
er kwam, vond hij er echter voor 12 millioen
guldens vooiraad. Hij achtte toen de Boeren
noD niet tot een geregeld beleg in staat en
besloot daarom zich te Ladysmith te hand
haven.
Generaal Buller is overtuigd dat Ladysmith
niet kan ontzet wordenmaar die overtui
ging is niet nieuw. Buller had het van het
grootste gewicht geacht White te ontzetten
en daarom besloot hij tot eene operatie, waar
van hij zich de moeilijkheden niet ontveinsde
en die hij voor vrij onmogelijk hield. Hg
wilde daarom de taak niet aan een zijner
onderbevelhebbers opgedragen. Het was den
opperbevelhebber volkomen duidelijk, dat de
Boeren, die de binnenzijde van een hnlf-
ciikelvormige stelling bezet hielden, hem
steeds tot een frontaunva! zouden noodzaken.
Wegens de oubekendheid met het terrein
droegen Buller's pogingen dan ook meer het
karakter van groote verkenningen. Bij de
laatste poging zou het wel mogelijk zijn ge
weest den vijand van Biakfontein of Doorn-
kop te verjagen, maar dat zou drie duizend
rnan hebben gekost en dan zou Buiier niet
sterk genoeg meer zijn geweest om Lady
smith te ontzetten, daar hij op zijn minst
twee brigades moest achterlaten om zgn
terugtochtsweg te dekken.
Churchill acht zelfs voor een leger van
50,000 man het ontzet van Ladysmith een
uiterst moeilijke taak: met honderdduizend
man zou generaal Bulier wel kans van sla
gen hebben.
De »Westm. Gaz." vraagt in een hoofd
artikel, aan Churchill's mededeelingeD gewjjd,
waarom Buller, het hopelooze er van inziende,
toch beproefde Ladysmith te ontzetten. Het
antwoord is dat Milner en Hutchinson, de
gouverneur van Natal, de Natalsche minis
ters beloofd hadden dat het Britsche leger
de kolonie tegen een inval der Boeren zou
veidedigen. Die belofte had Buller, zelfs ten
koste van zijn kt ijgsmansroem,willeri nakomen.
De sWestm. Gaz," is vol lof voor dat
hooge eergevoel, maar meent toch dat Buller
als generaal anders had behooren te hande
len de beraamde inval in den Vrijstaat zou
het~ beoogde doel evenzeer en beter hebben
bereikt. En de regeering, die toeh zeker dit
alles zal geweten hebben, had Buller moeten
tegenhouden.
Het blad zegt dat deze quaestie in het
Lngeihuis ter sprake zal worden gebracht.
„Het is of het geen sterven is," zei Dai
sy, „hier te liggen onder de bloemen. De
schaduwen der wingerdbladeren rusten zoo
licht, de zon schijnt zoo warm; de vogels
zingen zoo zoet 't lijkt niet op dien dood
hier te liggen."
Toen wees de gids hun een prachtig graf
„Dit is het mooiste graf wan het geheide
kerkhof," zei Daisy peinzend.
„En het bevat de droevigste geschiede
nis," zei de gids. ,-,Hier rusten een man en
een vrouw die hier kort na hun huwe'ijk
kjyanien om het kerkhof te zien. Nooit li eb
ik een paar gezien zooals zij. Het wa- of
men een schilderij zag of een gedubi las,
wanneer men lien zag."
„Waarom vroeg Daisy.
„Omdat hij haar zoo liefhad," was het
antwoord. „Zijn gekeelc ziel scheen in haar
op te gaan. Ik zag lien slechts dien ééutn
keer, maar nooit vergeet ik hen. Tien maan
den later bracht men haar hier om begra
ven te werden, en men heeft mij verteld
hoe schoon zij was, toen zij met liaar klctne
dood'e baby in haar armen in de kiss lag."
„Toen, mevrouw," ging de gids voort,
want hij sprak alteen tot Daisy, omdat liij
dacht d'at het verhaal haar belang in zou
boezemen, „toen, nadat zij begraven was,
kwam de jonge weduwnaar hier iederen
dag, onverschillig welk weer het was zon
neschijn, regen of storm hij kwam eiken
dag, en dan zat hij urenlang aan haar graf
Eens waren eenige vrienden hem nagegaan,
en waarschuwden hem.
„Zoo ga jij ook dood," hoorde ik hen zeg-
gen."
„Mijn hart is dood," atwoorddb hij, „het
De Zuid-Afrikaansche 9IntI,
Doslagbij Coleuso.
Uit de „Volksstem"
Generaal Botha bericht omtrent den uit
slag van den slag bij Colenso onder anderen
nog het volgende van 19 Dceembor.
Slagveld werd door onze menschen be
hoorlijk opgenomen en verzameld, wat ach
tergebleven was. Van de artillerie van den
vijand wenden door ons 180 gevangen geno
men en minstens 200 gedood.
De vijand reed gedurende den slag steeds
met ambulance wagens heen en weer. Giste
ren waren zij op het slagveld bezig tot laat
in den namiddag met het begraven hunner
dooden en heden zijn er nog onbegravenen
op liet slagveld'. Het juiste getal dlouden en
gewonden van den vijand kan ik niet opge
ven, d'och zeker is liet gotal van 2000, door
mij eerst opggeven, niet overdreven. Iluu
Roode Kruis vertelde mij, dat op het eene
slagveld alleen 760 gewonden waren, en dat
gisterochtend op het gehouden appèl 3000
niet op hun namen antwoordden. Daarna
weid dan ook door den vijand stilstand van
wapenen gevraagd', om zijn dooden te kun
nen begraven, zooals door ons onder zekere
voorwaarden dan ook werd toegestaan voor
24 uur, vanaf Zaterdagmorgen 7 uur Bij
den kop liggen nu nog 21 lijken onbegraven.
Ik heb order gegeven aan onze menschen
die tc gaan begraven. Rood'e Kruis zegt ook
dat vele officieren sneuvelden, waardoor do
moed der soldaten word gebroken. De doo
den te doen tellen, vond ik te onmensclie-
lijk, doch het verlies was groot, zooalls hun
terugvluchten in wanorde, het verlies dei-
kanonnen, het opgeven van hun posities en
het verplaatsen van liun kamp meer dan
genoeg aantoonen, alsmede het vragen van
een wapenstilstand! voor 24 uur. De tien
kanonnen met voorwagens en 12 volgeladen
wagens met bommen zijn aill'e in perfecte
orde. De vijand heeft ail zijn 'tenten plat
getrokken. Twee van zijn spionnen en drie
paarden werden door een patrouille ged'ood,
die hen bekropen hadden. Volgens schriften
lijke instructie, gevonden in de zakken van
officieren, blijkt, dat op het slagveld' 23000
man troepen van den vijand waren.
Behalve tien kanonnen zijn door onze
troepen omtrent 150 soldaten en een half
dozijn officieren gevangen genomen, die
grootendeels gevonden werden in cn nabij
de huizen van Colenso, waar zij zich gedu
rende en na den veldslag hadden verborgen.
Onzerzijds hebben wij het verlies te be
treuren van vier burgers dteod. en verschei
den gewonden, welke door de ambuilamoe
verpleegd! wordlen en wier namen te Preto
ria wei reedfs bekend zullen zijn. Een ge
wonde Engelsohe gevangen© schatte gene
raal Buller's maclit op 20,000. Maar dc
macht die lieden tegenover ons in het vcïd
kwam, wordt door deskundigen geschat op
10,000. Do gevangenen behooren meestal
tot het Devonshire Regiment, sommigen
ook tot de artillerie. Het aantal gevallen
Engelsclien is, de gewonden inbegrepen,
misschien op tusschen honderd en twee hon
derd te schatten.
(Dit zijn de woorden van hot telegram,
wat natuurlijk e-en seinfout is en moet zijn
tusschen een en tweeduizend. Ed. V.)
Het resultaat van vandaag's treffen is
vooral in mijn oogen hierin te zoeken, dat
ligt hier begraven. Wat doet het er toe of
mijn lichaam spoedig volgt? Ik zou liever
dood bij mijn vrouw in 't graf liggen dan
ergens anders te leven."
„Dagelijks zagen wij liem magerder, blee-
ker, droeviger worden; dagelijks bleef liij
langer bij haar graf vertoeven en scheen hij
er minder toe te kunnen besluiten het te
verlaten. En op zekeren avond, teen de
poort van het kerkhof gesloten zou .vorden,
horiimeird!e ik mij dat hij er nog was en
ging ik hem zoeken, mevrouw. Hij lag dood,
het graf met zijn armen omvattend, het
hoofd in de bloemen gedrukt. Men zegt wel
eens dat niemand van lief do sterft, me
vrouw maar die man is van liefde gestor
ven."
Daisy keek met een vragende uitdruk
king op het gelaat naar hom op.
„Van liefde gestorven," herhaalde zij.
„Dus due man had zijn vrouw zóó lief, dat
hij niet zonder liaar kon loven en óók
stierf
Toen wendde Daisy zich tot haar man.
„Heb je hot verhaal gehoord, Caro
„Ja," antwoordde Sir Clinton. „Ik heb
er elk woord van gehoord."
„En geloof je het geloof jo dat ooit
een man van liefde is gestorven."
Hij keek ver weg, ver over de heuvels en
de blauwe zee. Hij, dien de liefde waanzin
nig had gemaakt, staarde in dïoef gepeins
in de schoone, schitterende wereld' om hem.
„Ja, ik geloof het, Daisy," zei hij. „Lief
de is niet het speelgoed, het tijdverdrijf,
dat velen er van zouden willen maken.
Liefde is een zegen of ©en vloek; liefde is
geluk of wanhoop."
liot zelfvertrouwen onzer burgers verhoogd
is naarmate dat der Engelschen verminderd
moot zijn. Vooral voor generaal Botha, die
zioli erg knap gedragen lieeft, niet enkel he
den, maar ook gedurende de afgeloopen
zware dagen, moet de uitslag der ontmoe
ting met den vajand voldóemg hebben ge
schonken als een beloomng zijner wilskracht
cn doortastende pogingen om de positie te
Colenso voor de Transvaalsche wapenen te
behouden.
Zooals ik reeds seinde beeft het oorlogs-
beleid onzer troepn de bewondering opge
wekt van den Franschen kolonel De Ville-
bois, die een aantal taktische fouten in de
Engalsclic leiding opmerkte en groot ver
trouwen heeft in het succes onzer krijgs
macht.
Behalve de tien kanonnen wendlen nog
twaalf amimuniticwagens genomen, elk met
honderd twintig bommen beladen. Zes dei-
genomen kanonnen waren nog geladen, doch
geen hunner liad een schot kunnen lossen,
zoo lievig was ons geweervuur geweest.
Van generaal Bobha, Colenso, wend het
volgende telegram ontvangen.
„Dankbetuiging aan Z.H.Ed. den Staats
president der Zuid'-Afrikaansohe Republiek,
Z H Ed. den Staatspresident van den Oran
je Vrijstaat, de addle lieeren leden van den
Uitvoerenden Raad van de Z.-Afrik. Repu
bliek en don Oranje Vrijstaat, krij'gsoffiici'e-
x'en, ambtenaren en andere burger® van d'e
beid'e Republieken.
„Mijne Heeren, namens de burgers oudier
mijn generaalschap alhier t© Colenso op
kommando gelegen, heb ik opdracht u allen
mijn 'hartgrondiger en oprechten dank te
betuigen voor de gelukwenschen, hen en mij
aangeboden bij gelegeheiid van d© schitte
rende overwinning, waarmede hot God den
Heer heeft behaagd onze wapenen te zege
nen.
„Heb feit, d'at d'e gelukwenschen mij en
mijn burgers toestroomden uit alle deelen
van ons nu geteisterd' Z. A. van hoogen en
eonvoudigen, van mannen en vrouwen, be
wijst ons hoe algemeen cn diep gewoeld het
geheele Afnkaansche volfc geju/idhi heeft
over liet succes ons geschonken, ko© dank
baar bet was en wanneer gij hadt kunnen
zien, gelijk wij bet ondervonden en zagen
bet ontzaglijke aantal bommen, 'dlat dooi
den vijand uren en uren op onze posities
weid geworpen zondier ophouden gelijk een
slagregen, zood'at alle kopjes en randjes rood
van het stof en in een rookdamp gehuld
waren alsof zij in brand stonden, ail's gij ge
hooid had hot geknetter van hot geweer
vuur, het gefluit der kogels, het sissen en
bulderen van over ons vliegende en op ons
barstende hommen, dan zou geen uwer het'
gewaagd hebben te ondlerstellien, dlat er nog
een levend in onze positie aanwezig was, en
als gij daarbij nagaat, hoe betrekkelijk wei
nigen dier onzen gekwetst of gedood werden,
dan zoudt gij moer dan ooit diep overtuigd
geweest zijn, dat de hand. Gods dien dag
over ons was en d'at Hij ons in Zijn mach
tige bescherming genomen heeft. Aan Hem
dus ook iu de allereerste plaats de eer, aan
Hem omen oprechten dank, zonder wiens
hulp bet voor onze kleine schare onmogelijk
geweest ware een minstens vijfmaal' sterke^
ren vijand het hoofd te bieden, nog minder
te verslaan. Het groote aantaiL der geluk-
Toen zag zij hem aan met ©en blik van
vu agendo liefde in haar oogen.
„Caro," zeidie zij zacht, „zou je ooit uit
liefde voor mij kunnen sterven
Hij keek op haar neer; groote tranen
stonden haar in de oogen; haar lippen tril
den. Wat moest hij zeggen Hij was er zich
van bewust, dat lnj niet zulk eeu diepe lief
de voor haar gevoelde.
„Lieve Daisy," zeide hij met een poging
om te glimlachen, „dit mooie kerkhof
schijnt sombere gedachten in je te wekken.
Is het niet beter voor liefde te leven dan
van liefde te sterven?"
„Hij ontwijikt mijn vraag," dacht Daisy.
„Dab doet bij altijd als ik over liefde
spreek."
Eenige o ogenblikken bleef jij zwijgen.
Toen zeide zij
„Garo, wil je mij iets beloven 1"
„Ja," antwoordde hij kortaf.
„Beloof me dan dat je mij hierheen zult
brengen, als ik gestorven zal zijn, an d'at je
mij hier zult begraven. En, Caro, begraaf
mij dan naast dit mooie graf, naast den
man die van liefde stierf. Wil je het niet
vergeten
„Ik wil zelfs niet naar je luisteren. Je
moogt op deze sombere plaats niet langer
blijven, Daisy."
Hij nam haar mede. Maar geen van bei
den vergat ooit het kerkhof van St. Marie
Pierre.
(Wordl vervolgd).