a 53"e Jaargang. Donderdag 22 Februari 1900. No. 10173. Tusschen twee liefdes. 'J BUITENLAND. s. SCHIEDAMSCHE Wi Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en "Vlaardingen 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauBoterstraat 68. iiMtll Uil III Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 12Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde hleine advertentiën opgenomen tot den prijs vart 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan liet Bureau te voldoen. Xntcrc. Telefoon No. 133. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 21 Februari 1900. BE OORLOG. Hoop en vre s te Londen. Te Londen verwacht men dat de omsin geling van Cronje's legermacht spoedig een voldongen fe't zal zijn sommigen meenen dat het reeds zoo is. Maar in hetzelfde Lon den vreest men ook voor de Engelsche troepen die Cronjé nazetten, en men is wel wat huiverig om zich goed in den toestand te verplaatsen. Met reden. Hoe gunstig de berichten van lord Roberts oppervlakkig ook blijven, toch bestaat er naar onze meening gegronde reden om dezen hardnekkigen terugtocht van Cronjé niet te vertrouwen. Het zou ons niet verwonderen, 'wanneer wij plotseling van een sterke Boerenmaeht in den rug der Engel- schen, b.v. bij Jacobsdal hoorden. Wig blgven het een groot gevaar achten voor de Eugelschen, dat zij zich zoo ver ver wijderen van hun communicatie-lijn. Te meer, daar de Boeren blijkbaar hun kracht zoeken in het afsnijden van den toevoer uit het Zuiden. Immers, te Londen via Lorenpo-Maiquez ontvangen telegrammen van de zijde der Boeren over het ontzet van Kimberley zeg gen dat de Boeren met lord Roberts bezig wareo, toen French 2000 man bereden troe pen en zes kanonnen door hun limën wist te breken. De Boeren hadden evenwel geen ernstige poging gedaan om hem tegen te houden, omdat zij liever al hun aandacht wilden wgden aan de Engelsche konvooien. Zij wil den den toevoer van voorraad voor de En- geischen afsnjjden wat hun ook gelukte. Bij de Rietrivier maakten zij zich van 2000 stuks vee en honderd wagens meester, terwgl zg tevens een honderdtal gevangenen maakten. De toestand is nil aldus. Kimberley schijnt door lord Roberts bestemd als basis der verdere operaties. Daarheen gaat lord Methuen met troepen en levensmiddelen. Middelerwijl wordt de vervolging van de Boeren voortgezet over verschillende lijnen, met de bedoeling Cronjé af te snijden van Bloemfontein en zijn legermacht te omsingelen. Lord Kitchener vervolgt met generaal Kelly- Kenny en de zesde divisie Cronjé en tracht den terugtrekkenden vijand in de flank te komen en hem terug te drijven in de handen van de generaals Macdonald en French. De eerste heeft met de Hooglandersbrigade Zondag een geforceerden marsch naar Koe doesdrift, aan de Modderrivier, ten Zuiden van Boshof, gemaakt en is nog twintig mijlen veider getrokken naar Khpkraaldrift, terwijl generaal French Zaterdag uit Kimberley ver trok en oostwaarts oprukt langs de Modder rivier. Uit Jacobsdal en Klipdrift worden voort durend afdeelingen ter versterking van de voortrukkende kolonnes gezonden. Jacebsdal heeft een sterk garnizoen gekregen. Lord Roberts zelf sch'ynt mede uit Jacobs dal in oostelijke richting gerukt; althans zyn laatste bericht is afgezonden te Paarde- berg, dertig mijlen van Jacobsdal op den weg naar Bloemfontein, niet ver vau Emmaus. Dit is wat we weten. Maar te Londen be gon men gistermiddag omstreeks half vijf DOOR CHARLOTTE M. BRAEHME. 45) ,;Dat is zeker een vergissing," zei Sir Clinton bedaard. „Ik ken geen dame diie van verre kan komen, en ik weet niets van een boodschap die zoo 'dringend zou zijn. Heeft zij haar naam niet genoemd, Adolf?" „Neen, Sir Clinton, zij wilde noch haar naam noemen noch haar kaartje geven." „Ken je haaar dlan vroeg hij weer. „Heb je haar vroeger al eens gezien?" „Dat kan ik niet zeggen, Sir Clinton. Zij heeft een dicht© voile voor en spreekt met een vreemde, gesmoorde stem Ik kan niet zeggen of ik baar vroeger al eens heb ge zien." Sir Clinton keek ontstemd; hij voelde het zelf. „In Londen heb je nooi't rust," zei hij. „Zeker de'een of andere inteekenlijst voor een bazar of een andere dergelijke dwaas heid. Ik denk. d'at ik haar wel moet ontvan gen." „Dat denk ik ook, Sir Clinton," was het bedaarde .antwoord. „Zij schijnt mij iemand toe die niet aal weggaan, voordat zij u ge sproken heeft." „Een hertogin die een bal masqué wiil ge ven of een gravin die dansers zoekt voor haar partij," dacht Sir Clinton bij zich zelf. Aldolf stond eerbiedig to wachten, schoon in het Lagerhuis te fluisteren dat genei aal French er in geslaagd was Cronjé in te halen en zich tusschen hem en Bloemfontein te schuiven. Er werd nog op versterkingen gewacht om de Boeren totaal in te sluiten. Natuurlijk werd de regeering om nieuws bestormd. Maar de ondersecretaris van oorlog "Wyndham liet niets los dan dat de berichten »zeer bevredigend" waren. De heer Lucy schrijft echter in de »Dai!y News" dat hg gelukkiger waseen der ministers had hem verteld dat volgens een op het departement van oorlog ontvangen telegram Cronjé omsin geld was. Wij wezen er reeds cp dat men later weer ernstiger is geworden; velen zijn zeer bezorgd over Fiench' kolonne. Een val voor d e E n g e 1 s c h e n Een telegram van Zondagavond uit Londen aan de Deutsche Zeitung" stelt de zaken ook al niet zeer gunstig voor. Het zegt: »Lord Roberts is genoodzaakt zijn opera ties, en in het bijzonder zijn tocht ten Noor den van de Modderrivier, af te breken, in de eerste plaats omdat men niets weet van de bewegingen van den vijand die de ver schillende Britsche legerkorpsen zou kunnen afsnijden en in een hinderlaag lokken en dan ook omdat de rivieren gezwollen zijn door de regens en" de wegen onbruikbaar voor de artillerie. Mannen en paarden zjjn uitgeput. j>De zesde divisie heeft om versterkingen gevraagd, opdat ze zich meester zal kunnen maken van zeer sterk bezette heuvels die den weg naar Bloemfontein bestrijken en den tocht van Kelly-Kenny hebben gestuit. ïDe negende divisie is ter versterking ge zonden." Vooral de beide laatste zinsneden van dit telegram lijken ons zeer waarschijnlijk. Wat Cronjé wil, weten wij natuurlijk niet; ma.'f wij gelooven wel dat zijn terugtocht deel z»'l uitmaken van een rijpelijk overwogen plan. Vraagt men wat wij het waarschijnlijkst achten, dan zouden wij zeggen Cronjé lokt weder, zooals de Boeren in Natal met Bulier hebben gedaan, den vijand op voor hen gunstig terrein en levert daar slag in ver moedelijk te voren versterkte stellingen. Dat een deel zijner kanonnen vooruit is gezonden, komt ons zeer wel mogelijk voor. Misschien zal tegelijk een andere ttoepen- macht uit het Zuiden de Engdschen in den flank of nog liever in den rug vallen. In dit opzicht is van groot belang een telegram van Maandag uit Arundel, meldende ïlvlnai blij kei ijk is er nog slechts een zeer kleine Boerenmaeht in de nabijheid. Bij een vei kenning op Zaterdag werden slechts 600 man ontdekt, en sedert zijn er bijna geen meer gezien. Waarschijnlijk zijn er slechts duizend of twee duizend achtergebleven te Colesberg, terwgl er tienduizend zijn vertiok- ken, om den inval in den Vrijstaat van het Westen te stuiten". Hoe guDStig de berichten voor lord Roberts' operaties ook mogen schijnen, met goed ver trouwen in de bekwaamheid der Boeren generaals en de hooge vechtwaarde der Boe ren zeiven blijven wij den uitslag afwachten. In de Kaapkolonie en Natal. Uit de Kaapkolonie zoo goed als geen nieuws, noch van Gatacre's divisie noch van generaal Clemens. Om Arundel is Zondag en Maandag niet gevochten. Men vreesde dat de Boeien hij met eten nieuwsgierig oog zijn meester galdeslcteg. „Laat haar binnenkomen," zei Sir Cllin- ton kortaf. „Maar zeg een volgenden keer dat ik niet thuis hen ik ben in geen stemming voor zulke dwaasheden." Adolf boog hij zou juist zoo gebogen hebben, als Sir Clinton geweigerd! had die bezoekster to ontvangen. Hij was een van die goed gedrild® bedienden die oogon heb ben, maar niet zien ooren, en toch niet hooren verstand, maar het nooi't gebrui ken. in aangelegenheden van hun meester. Hij behoefde niet ver te gaan, en toen hij terugkwam, liet hij een hooge, sterke, zwar te gestalte binnen. Hij bleef niet nieuwsgie rig talmen, zooals bedienden wel eens doen, onder voorwendsel van een stoel te verziet- tien of een gordijn recht te trekken. Hij boog en verliet de kamfer, de deur achter zich sluitend. Sir Clinton stond op en boog eenigszins stijf. „Houd mij ten goede," seide hij, „dab ik niet recht weet 'Hij bleef steSken. Er was iets bekends in di© slanke, hoogte gestalte. Weliswaar was zij 'gehuld iu een wijden reismantel, cn oen dichte voile bedekte haai* gelaat maar toch deed' iets, waarvan liij zich geen reken schap kon vormen, zijn hart kloppen cn joeg het bloed door zijn aderen. Hij deed een stap naar haar toe; toen viel hij ach terover in zijn stoel. „Ik ben bang," zei hij, zijn hans!! uitstrek kend. „Ik ben bang Het volgend oogenblilk knielde zij aan zijn tusschen Nauwpoort en Hanover waven ge drongen maar gebleken is, dat de streek vrij van vijanden was. In Natal zet Bulier zijn vierde poging tot ontzet van Ladysmith voort, voorloopig met succe Zijn rechtervleugel is blijkbaar de Tugela overgegaau terwijl zijn linkervleugel te Colenso hetzelfde doet. liet centrum staat naar het schijnt, nog op den zuidelijken oever der Tugela. De Eugelschen zijn nu meester van HSangwane-heuvel en de aan grenzende heuvelruggen, waarvan Moute Christo vooral van belang schijnt. De correspondent der rDaily Telegraph", de bekende Bennet Bui leigh, beweert dat van Monte Christo de stellingen der Boeren op Bulwana heuvel onder vuur kunnen worden genomen. Het terrein is hier weder niet in het voor deel der Eugelschen. De correspondent der ^Standard" nöèrnt het vechten zeer ver moeiend, daar de streek zoo bijzonder ruw en dicht met bosch begroeid is. De artillerie heeft onschatbare diensten bewezen in het vrijmaken van den weg voor de infanterie. Jameson's rooftocht. Geen nieuw onderzoek. Chamberlain's tijd is nog niet gekomen. Gisteren is in het Lagerhuis andermaal de Jamesan-hival ter sprake gebracht. De pu blicatie van de briefwisseling, gevoerd door Rhodes' en der Chartered Company adVo- caat Hawkesley mot Fairfield, Chamber lain's rechterband aan Koloniën, en andere invloedrijke personen ovar de c,e i. uoemeu commissie van enquête, we i er do aanleiding toe. De lezer zal zich herin eren hoe die cor respondentie verschillende aanwijzingen geeft van Chamberlain's medeplichtigheid aan den invaleen niouw en nu afdoend onderzoek schijnt dringend noodig om den Engelschen naam schoon, te wasscheu van den schandelijken rooftocht. Daarom had David A. Thomas een motie voorgesteld, verklarende dat een volledig onderzoek naar den oorsprong en de om standigheden van de samenzwering tegen de Transvaalsche regeering en naar den ge- wapenden inval in dc Zuid-Afrikaansche Republiek in 1S93 gewenseht is. Noch zijn zakelijke toelichting noch den steun dien mannen als Evans, Harcourb en Bamierman verleenden, mocht evenwel ba ten. Chamberlain's uur is nog niet gesla gen de motie is met 286 tegen 152 stem men verworpen. De toelichting der motie. Zijn motie toelichtende, betoogde Thomas dat hot rapport van do Zuid-Afrikaansche commissie door het land mot teleurstelling ontvangen werd, cn thans is het land ver vuld van diepo verontwaardiging over de onthullingen die do onpartijdigheid der commissi et aantasten en daarbij een smet weipen op de oer van ,hat Huis In het be lang van de natie, van het Huis en van Chamberlain zelf oordeelde hij het noodig dat een volledig en grondig onderzoek ge schiedt door een onpartijdige rechtbank, die op de een of andere wijze een eind zal ma ken aan de verdachtmakingen en beschuldi gingen tegen het departement van koloniën. Een groot deel van het volk gelooft dat de mval voor een groot deel verantwoordelijk is voor den oorlog en dat minister Cham- vocten; schoone, blanke handen omklem den zijn arm; eon wonderschoon jong ge laat word met uitbundig» blijdschap naai hem opgeheven. „Clinton 1 Clinton Ken je mij niet?" riep zij uit. „Spreek dan toch, lieveling. Ik heb gebeden en gewacht, maanden en jatnen om je terug te mogen zien. Ik heb gebeden en gewacht on smartelijk verlangd. Waar ben je geweest, liiefste waar ben je geweest." De tranen drongen in haar schoone oogen, de zoete Lippen trilden, bet bekoor lijk gelaat dab hij maar ééns had gekust, was dicht bij het zijne, en de tcere, blanke armen omklemden hem. Was hij krankzin nig Was het een droom Sliep hij of waak te hij „May!" stamelde hij verbijsterd. „Lady Lady May!" „Neen, zeide zij, „niet Lady May, maar jc eigen May die, toen jc van haar waart weggegaan, ontwaarde dat haar geheele le ven aan heb jouwe verbonden was; May, dio verlangd heeft naar jc terugkomst, zoo- a-ls do bloemen smachten naar den dauw. O, lieveling, ik dacht dat ik jc verloren had." Zij legde haar gelaat, schoon ails een pas- ontloken bloem, tegen zijn hand en kuste dio. Hij waande zich in een droom. Nog in niger omklemden haar armen do zijne, cn nog meende hij dat hij droomde. De don kere reismantel gleed van haar schouders, cn hij zag haar slanke, sierlijke gestalte. Zij had haar hoed afgezet, en hij zag haar gou den haar en Keur schoon galaat; nog meende hij te droomeu. Zijn hoofd gloeide zijn gedachten warrelden dooreenzijn hart berlain ernstig betrokken was in deze ellen dige en afkeurenswaardige zaak. Chamberlai n's moraal v e r- o o r d e e 1 d. De motie werd ondersteund door Samuel Evans. Deze verklaarde niet te willen be weren dab Chamberlain schuldig is, maar- de beschuldiging is geuit dat hij in zekere mate kennis droeg van de gebeurtenissen in de laatste helft van 1893 die aan den invail voorafgingen. Het vorige onden-zoek noem de Evans onvolledig en onvoldoende. Ware het onderzoek verder uitgebreid, dan zou de commissie tot een ander resultaat zijn gekomen. Van die verkeerde uitkomst draagt Chamberlain de schuld. Immers, waar zijn naam door den inval was aangetast, was het zijn plicht geweest aan de commissie alle inlichtingen te verschaffen die hij kon ge ven. Zijn gedrag heeft aanleiding gegeven tot ernstige verdenking. Het achterhouden van telegrammen die zeker compromitbee- rend zijn, wees op medeplichtigheid van het departement van koloniën. „Een kwade ure zal het voor Groot-Bri- tannië zijn," riep Evans onder luide toejui chingen der radicalen uit, „als minister Chamberlain de politieke moraal zal aan geven." Het land eischt ©en onderzoek. Ilct vraagt dat om de wereld het bewijs te ge ven dat Groot-Bnbannië, schoon in een oor log mcit Transvaal gewikkeld, zijn eerlijk heid en rechtvaardigheid niet beeft verlo ren. Het land eischt ook een verklaring van Chamberlain's buitengewone redevoering na de sluiting van het onderzoek, waarin hij verklaarde dat Rhodes niet beeft gedaan wat met zijn persoonlijke eer in strijd is. Chamberlai n's ver w eer. Het antwoord van den minister van ko loniën, vooraf zeker van de overwinning, getuigt weder van Chamberlain's onver- stoorb aar-kalm'© brutaliteit De tegen hem ingebrachte beschuldigin gen noemde hij geen werkelijke beschuldi gingen, maar insinuaties, berustende op duistere vermoedens en argwaan. Zij die ze herhalen, durven zelf met beweren dat zij er geloof aan hechten. Het argument dat een nieuw onderzot u noodzakelijk is, om liot oordeel van liet bui tenland gerust te stellen, bleek voor Cham berlain zonder waarde. Hij' verklaarde niet van zoo good vertrouwen te zijn om te ge looven dat, wanneer het Lagerhuis iets deed of zcide, dit het buitenland het zwijgen zou opleggen. Alleen op grond van nieuwe feiten zou een nieuw onderzoek kunnen worden ge vraagd; maar sedert het onderzoek der Zuid-Afrikaansche commissie is er niets nieuws aan den dag gekomen. De in de publicatie der „Ind. Bolgo" be vatte stukken leveren niets nieuws Cham berlain ontkende niet de echtheid of het bestaan or van, maar verklaarde dat in d,e stukken niets voorkwam dat de commissie en iedereen niet lieeft geweten. Deze „kostelijke verzameling stukken", zooals Chamberlain spottend zeidc, is gesto len door een weggojaagden klerk van Haw kesley. Eerst weiden ze te Londen, o. a. aan een radicaal blad te koop aangeboden, dat ze echter niet wilde liebbeai. Zij wenden eindelijk gekocht door een bekend Bóeren- vriend die ze aan dr. Lcijds leverde, bonsde. Herinner u hoe hij haai- had liefge had, hoe hij haar aanbeden bad en nu was zij bier, geknield aan zijn voet, zijn ban den omklemmend' en ze kussend met lia-ar wonderzoete lippen, zij die zijn afgod was geweest. „Zal je mij nooit weer trotseh of koud noemen?" zeide zij. „O Clinton, hoe kon jo weggaan, en zoo lang wegblijven? O lieve ling, boe kon je mij verlaten? Je moet ge weten hebben, dat dk er verdriet over zou hebben. Ik beken 'gaarne dat ik ongelijk bad, ik bad niet moeten meespelen in dat verwenschte stuk. Geloof me, bet was geen genoegen voor me, Clinton, in 't geheel niet. Ik was ial dien tijd ongelukkig, want ik dacht aan jou, lieveling, ik dacht aan jeu." Weer kuste zij de handen die zij vast, in do hare drukte, en nog antwoordde hij niet liij kon niet; Iiij was verstomd, verbijs terd. „Als je niet zoo vreeselijk boos waart ge weest, liefste, dan zou ik jc dien avond al verteld hebben, hoe het mij speet. Maar jc waart zoo boos tegen mij, en ik ben trotsch. Ik ben bedorven door al diie vleierij, maar ik dacht niet diait je mij werkelijk zou ver laten neen, nooit." IHj begon tot zich zelf te komen. Zijn stem beefde toen hij zeide „Ben je hot dan werkelijk, May „Ja, werkelijk. Ik heb mij voorgenomen, Clinton, dat ik op je zou wachten, hote lang je ook zondt wegblijven, en nu ben ik hier en kniel ik voor je neer, totdat je belooft mij te zullen vergeven." Hij antwoordde niet. AL had! hij ar zijn. die daarvoor 100 pd. st. betaalde of beloof de te zullen betalen. Om deze flauwe hatelijkheid op dr. Leijds werd zoowaar nog gelachen. Wij zijn er be nieuwd naar of een verklaring van Leijds Chamberlain zal komen logenstraffen. Maar ernstiger vervolgde Chamberlain. Hij betoogde dat een nader onderzoek niet in het openbaar belang wordt gevraagd, doch alleen om te trachten den minister van koloniën te overtuigen van meineed. Indien dit een gewone zaak was, niet ge compliceerd door staatkundige beweegrede nen en persoonlijke vijandschap, dan zou iedereen in het Huis zeggen dat er geen grond is voor zulk een onderzoek. De tegen standers willen den minister, dien zij on- reclitvaardiglijk beschuldigden van in een. bijzonder opzicht verantwoordelijk te zijn voor den oorlog, in een slecht daglicht stel len. „Daat ze doen wat ze niet laten kunnen, eindigde Chamberlain tartend, onder de toejuichingen zijner aanhangers. „Deze aan vallen treffen hen die ze gedaan hebben." Harcourt contraRhodes. De motio vond nog steun bij Sir William. Harcourt. De „luitenant van Gladstone" oordceM© mode oen nieuw onderzoek noo dig, zij het ook om andere motieven dan Thomas en Evans. Harcourt ontkende dat de vea-dachtma- kingen tegen liet departement van koloniën het werk waren van politieke tegenstan ders; zij waren het weak van mannen dio ter bereiking van hun eigen oogmerken niet waren teruggedeinsd voor leugens, verval- schingen en allerlei bedriegerijen. De be werkers van deze verdachtmakingen waren de agenten van Rhodes, 'die hun eigen schuld trachtten te dekken door te verzeke ren dat liet departement van koloniën me deplichtig was. Dit wilde Harcourt door een commissie van onderzoek zien aangetoond. De commis sie moest de handelingen van de mannen, die van de Britsche natie een brevet van eerlijkheid en rechtschapenheid hadden ge kregen, in het ware licht stellen. Rhodes wilde geen toestemming geven d'at de be wuste telegrammen werden overgelegd, om dat hij zeer good begreep d'at die telegram men een bewijs ze meer zouden zijn van de praktijken die hij bezigde. Zijnerzijds had Chamberlain hot middel moeten aangrijpen om de verdenking, die het vertrouwen m Britsche goede trouw over de geheele we reld had geschokt, weg te nomen. Rhodes heeft iedereen, bedrogen; de „rooftocht" is gemaakt door goud en leugens. Met die beschuldiging toonde de opposi tie door luide toejuichingen het eens ie rijn. En mede stemde zij met Harcourt in, toen hij uiteenzette lioo de omstaudighedeu, ver bonden met de telegrammen en de sinds 1897 geproduceerde brieven, gemaakt heb ben dat de quaestie van de verdenking niet alleen een Engelsch, maar een Europeesc.il belang heeft gekregen. Den mannen die deze verdachtmakingen rondstrooiden, moest men zulks beletten; men moest hen beletten, hun eigen kwade praktijken te dekken door de beweerde medeplichtigheid van het departement van koloniën. Na Harcourt voerde Sir E. Campbell Bannerman nog het woord. Bannermaii nog het woord. Deze deed oen beroep op de regeering om hot onderzoek loven mede kunnen redden, dan nog had hij geen woord kunnen spreken. En zij scheen dit ook niet te verlangen. ..Ik bon zoo ongelukkig geweest," zeide zij zacht. ..Miss Lockwood zeide dat ik hen verdiend had, cn dat is ook zoo. Ik geloof niet dat ik één minuut vroolijk ben geweest sinds dien avond. Clinton, o mijn lieveling, mijn lieveling' Ik ben hier gekomen om mij voor je te verootmoedigen, om al mijn trots neer te loggen aan je voeten, om je te vra gen mij te vergeven, cn mij eon weinigje lief te hebben." Zij was zoo schoon, zoo beiooverend- schoon in haar zoete, schuchtere aanhanke lijkheid, haai" berouw, haai* lacben en wee- non tevens, dat hij meer en meer zijn ver stand verloor. Hij was verloren hopeloos verloren. „Ik beloof je," sprak zij weer, „dat ik, als je mij wilt vergeven, voortaan even nederig zal wezen als ik vroeger trotsch was. Ik zal mij onderwerpen aan elk verlangen van jo gehoorzaam zijn als ©en kind. Jc zult mij vergeven, niet waar, liefste?" Toen keek zij naar hem op, en er was niets dan vurige liefde en teeder verlangen in haar mooie oogen; er lag juist die uit drukking in die hij in zijn stoutste droomen er ooit in hoopte te vindencn hot. varen zulke heerlijke oogen, zoo groot, zoo glan zend!, zoo warm, dat hij ©en oogenbldk weel de man van vroeger werd, toen zijn blikken zich in de har© verloren. Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1