a
53"e Jaargang.
Donderdag 22 Februari 1900.
No. 10173.
Tusschen twee liefdes.
'J
BUITENLAND.
s.
SCHIEDAMSCHE
Wi
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en "Vlaardingen 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauBoterstraat 68.
iiMtll Uil III
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer 12Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde hleine advertentiën opgenomen tot den prijs vart 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan liet Bureau te voldoen.
Xntcrc. Telefoon No. 133.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 21 Februari 1900.
BE OORLOG.
Hoop en vre s te Londen.
Te Londen verwacht men dat de omsin
geling van Cronje's legermacht spoedig een
voldongen fe't zal zijn sommigen meenen
dat het reeds zoo is. Maar in hetzelfde Lon
den vreest men ook voor de Engelsche
troepen die Cronjé nazetten, en men is wel
wat huiverig om zich goed in den toestand
te verplaatsen.
Met reden. Hoe gunstig de berichten van
lord Roberts oppervlakkig ook blijven, toch
bestaat er naar onze meening gegronde reden
om dezen hardnekkigen terugtocht van
Cronjé niet te vertrouwen. Het zou ons niet
verwonderen, 'wanneer wij plotseling van een
sterke Boerenmaeht in den rug der Engel-
schen, b.v. bij Jacobsdal hoorden.
Wig blgven het een groot gevaar achten
voor de Eugelschen, dat zij zich zoo ver ver
wijderen van hun communicatie-lijn. Te meer,
daar de Boeren blijkbaar hun kracht zoeken
in het afsnijden van den toevoer uit het
Zuiden.
Immers, te Londen via Lorenpo-Maiquez
ontvangen telegrammen van de zijde der
Boeren over het ontzet van Kimberley zeg
gen dat de Boeren met lord Roberts bezig
wareo, toen French 2000 man bereden troe
pen en zes kanonnen door hun limën wist
te breken.
De Boeren hadden evenwel geen ernstige
poging gedaan om hem tegen te houden,
omdat zij liever al hun aandacht wilden
wgden aan de Engelsche konvooien. Zij wil
den den toevoer van voorraad voor de En-
geischen afsnjjden wat hun ook gelukte. Bij
de Rietrivier maakten zij zich van 2000 stuks
vee en honderd wagens meester, terwgl zg
tevens een honderdtal gevangenen maakten.
De toestand is nil aldus. Kimberley schijnt
door lord Roberts bestemd als basis der
verdere operaties. Daarheen gaat lord Methuen
met troepen en levensmiddelen. Middelerwijl
wordt de vervolging van de Boeren voortgezet
over verschillende lijnen, met de bedoeling
Cronjé af te snijden van Bloemfontein en
zijn legermacht te omsingelen.
Lord Kitchener vervolgt met generaal Kelly-
Kenny en de zesde divisie Cronjé en tracht
den terugtrekkenden vijand in de flank te
komen en hem terug te drijven in de handen
van de generaals Macdonald en French. De
eerste heeft met de Hooglandersbrigade
Zondag een geforceerden marsch naar Koe
doesdrift, aan de Modderrivier, ten Zuiden
van Boshof, gemaakt en is nog twintig mijlen
veider getrokken naar Khpkraaldrift, terwijl
generaal French Zaterdag uit Kimberley ver
trok en oostwaarts oprukt langs de Modder
rivier.
Uit Jacobsdal en Klipdrift worden voort
durend afdeelingen ter versterking van de
voortrukkende kolonnes gezonden. Jacebsdal
heeft een sterk garnizoen gekregen.
Lord Roberts zelf sch'ynt mede uit Jacobs
dal in oostelijke richting gerukt; althans
zyn laatste bericht is afgezonden te Paarde-
berg, dertig mijlen van Jacobsdal op den
weg naar Bloemfontein, niet ver vau Emmaus.
Dit is wat we weten. Maar te Londen be
gon men gistermiddag omstreeks half vijf
DOOR
CHARLOTTE M. BRAEHME.
45)
,;Dat is zeker een vergissing," zei Sir
Clinton bedaard. „Ik ken geen dame diie
van verre kan komen, en ik weet niets van
een boodschap die zoo 'dringend zou zijn.
Heeft zij haar naam niet genoemd, Adolf?"
„Neen, Sir Clinton, zij wilde noch haar
naam noemen noch haar kaartje geven."
„Ken je haaar dlan vroeg hij weer. „Heb
je haar vroeger al eens gezien?"
„Dat kan ik niet zeggen, Sir Clinton. Zij
heeft een dicht© voile voor en spreekt met
een vreemde, gesmoorde stem Ik kan niet
zeggen of ik baar vroeger al eens heb ge
zien."
Sir Clinton keek ontstemd; hij voelde
het zelf.
„In Londen heb je nooi't rust," zei hij.
„Zeker de'een of andere inteekenlijst voor
een bazar of een andere dergelijke dwaas
heid. Ik denk. d'at ik haar wel moet ontvan
gen."
„Dat denk ik ook, Sir Clinton," was het
bedaarde .antwoord. „Zij schijnt mij iemand
toe die niet aal weggaan, voordat zij u ge
sproken heeft."
„Een hertogin die een bal masqué wiil ge
ven of een gravin die dansers zoekt voor
haar partij," dacht Sir Clinton bij zich zelf.
Aldolf stond eerbiedig to wachten, schoon
in het Lagerhuis te fluisteren dat genei aal
French er in geslaagd was Cronjé in te halen
en zich tusschen hem en Bloemfontein te
schuiven. Er werd nog op versterkingen
gewacht om de Boeren totaal in te sluiten.
Natuurlijk werd de regeering om nieuws
bestormd. Maar de ondersecretaris van oorlog
"Wyndham liet niets los dan dat de berichten
»zeer bevredigend" waren. De heer Lucy
schrijft echter in de »Dai!y News" dat hg
gelukkiger waseen der ministers had hem
verteld dat volgens een op het departement
van oorlog ontvangen telegram Cronjé omsin
geld was.
Wij wezen er reeds cp dat men later weer
ernstiger is geworden; velen zijn zeer bezorgd
over Fiench' kolonne.
Een val voor d e E n g e 1 s c h e n
Een telegram van Zondagavond uit Londen
aan de Deutsche Zeitung" stelt de zaken
ook al niet zeer gunstig voor. Het zegt:
»Lord Roberts is genoodzaakt zijn opera
ties, en in het bijzonder zijn tocht ten Noor
den van de Modderrivier, af te breken, in
de eerste plaats omdat men niets weet van
de bewegingen van den vijand die de ver
schillende Britsche legerkorpsen zou kunnen
afsnijden en in een hinderlaag lokken en
dan ook omdat de rivieren gezwollen zijn
door de regens en" de wegen onbruikbaar
voor de artillerie. Mannen en paarden zjjn
uitgeput.
j>De zesde divisie heeft om versterkingen
gevraagd, opdat ze zich meester zal kunnen
maken van zeer sterk bezette heuvels die den
weg naar Bloemfontein bestrijken en den
tocht van Kelly-Kenny hebben gestuit.
ïDe negende divisie is ter versterking ge
zonden."
Vooral de beide laatste zinsneden van dit
telegram lijken ons zeer waarschijnlijk. Wat
Cronjé wil, weten wij natuurlijk niet; ma.'f
wij gelooven wel dat zijn terugtocht deel z»'l
uitmaken van een rijpelijk overwogen plan.
Vraagt men wat wij het waarschijnlijkst
achten, dan zouden wij zeggen Cronjé lokt
weder, zooals de Boeren in Natal met Bulier
hebben gedaan, den vijand op voor hen
gunstig terrein en levert daar slag in ver
moedelijk te voren versterkte stellingen. Dat
een deel zijner kanonnen vooruit is gezonden,
komt ons zeer wel mogelijk voor.
Misschien zal tegelijk een andere ttoepen-
macht uit het Zuiden de Engdschen in den
flank of nog liever in den rug vallen. In dit
opzicht is van groot belang een telegram van
Maandag uit Arundel, meldende
ïlvlnai blij kei ijk is er nog slechts een zeer
kleine Boerenmaeht in de nabijheid. Bij een
vei kenning op Zaterdag werden slechts 600
man ontdekt, en sedert zijn er bijna geen
meer gezien. Waarschijnlijk zijn er slechts
duizend of twee duizend achtergebleven te
Colesberg, terwgl er tienduizend zijn vertiok-
ken, om den inval in den Vrijstaat van het
Westen te stuiten".
Hoe guDStig de berichten voor lord Roberts'
operaties ook mogen schijnen, met goed ver
trouwen in de bekwaamheid der Boeren
generaals en de hooge vechtwaarde der Boe
ren zeiven blijven wij den uitslag afwachten.
In de Kaapkolonie en Natal.
Uit de Kaapkolonie zoo goed als geen nieuws,
noch van Gatacre's divisie noch van generaal
Clemens. Om Arundel is Zondag en Maandag
niet gevochten. Men vreesde dat de Boeien
hij met eten nieuwsgierig oog zijn meester
galdeslcteg.
„Laat haar binnenkomen," zei Sir Cllin-
ton kortaf. „Maar zeg een volgenden keer
dat ik niet thuis hen ik ben in geen
stemming voor zulke dwaasheden."
Adolf boog hij zou juist zoo gebogen
hebben, als Sir Clinton geweigerd! had die
bezoekster to ontvangen. Hij was een van
die goed gedrild® bedienden die oogon heb
ben, maar niet zien ooren, en toch niet
hooren verstand, maar het nooi't gebrui
ken. in aangelegenheden van hun meester.
Hij behoefde niet ver te gaan, en toen hij
terugkwam, liet hij een hooge, sterke, zwar
te gestalte binnen. Hij bleef niet nieuwsgie
rig talmen, zooals bedienden wel eens doen,
onder voorwendsel van een stoel te verziet-
tien of een gordijn recht te trekken. Hij
boog en verliet de kamfer, de deur achter
zich sluitend.
Sir Clinton stond op en boog eenigszins
stijf.
„Houd mij ten goede," seide hij, „dab ik
niet recht weet
'Hij bleef steSken. Er was iets bekends in
di© slanke, hoogte gestalte. Weliswaar was
zij 'gehuld iu een wijden reismantel, cn oen
dichte voile bedekte haai* gelaat maar
toch deed' iets, waarvan liij zich geen reken
schap kon vormen, zijn hart kloppen cn
joeg het bloed door zijn aderen. Hij deed
een stap naar haar toe; toen viel hij ach
terover in zijn stoel.
„Ik ben bang," zei hij, zijn hans!! uitstrek
kend. „Ik ben bang
Het volgend oogenblilk knielde zij aan zijn
tusschen Nauwpoort en Hanover waven ge
drongen maar gebleken is, dat de streek vrij
van vijanden was.
In Natal zet Bulier zijn vierde poging tot
ontzet van Ladysmith voort, voorloopig met
succe Zijn rechtervleugel is blijkbaar de
Tugela overgegaau terwijl zijn linkervleugel
te Colenso hetzelfde doet. liet centrum staat
naar het schijnt, nog op den zuidelijken
oever der Tugela. De Eugelschen zijn nu
meester van HSangwane-heuvel en de aan
grenzende heuvelruggen, waarvan Moute
Christo vooral van belang schijnt.
De correspondent der rDaily Telegraph",
de bekende Bennet Bui leigh, beweert dat van
Monte Christo de stellingen der Boeren op
Bulwana heuvel onder vuur kunnen worden
genomen.
Het terrein is hier weder niet in het voor
deel der Eugelschen. De correspondent der
^Standard" nöèrnt het vechten zeer ver
moeiend, daar de streek zoo bijzonder ruw
en dicht met bosch begroeid is. De artillerie
heeft onschatbare diensten bewezen in het
vrijmaken van den weg voor de infanterie.
Jameson's rooftocht.
Geen nieuw onderzoek.
Chamberlain's tijd is nog niet gekomen.
Gisteren is in het Lagerhuis andermaal de
Jamesan-hival ter sprake gebracht. De pu
blicatie van de briefwisseling, gevoerd door
Rhodes' en der Chartered Company adVo-
caat Hawkesley mot Fairfield, Chamber
lain's rechterband aan Koloniën, en andere
invloedrijke personen ovar de c,e i. uoemeu
commissie van enquête, we i er do aanleiding
toe.
De lezer zal zich herin eren hoe die cor
respondentie verschillende aanwijzingen
geeft van Chamberlain's medeplichtigheid
aan den invaleen niouw en nu afdoend
onderzoek schijnt dringend noodig om den
Engelschen naam schoon, te wasscheu van
den schandelijken rooftocht.
Daarom had David A. Thomas een motie
voorgesteld, verklarende dat een volledig
onderzoek naar den oorsprong en de om
standigheden van de samenzwering tegen
de Transvaalsche regeering en naar den ge-
wapenden inval in dc Zuid-Afrikaansche
Republiek in 1S93 gewenseht is.
Noch zijn zakelijke toelichting noch den
steun dien mannen als Evans, Harcourb en
Bamierman verleenden, mocht evenwel ba
ten. Chamberlain's uur is nog niet gesla
gen de motie is met 286 tegen 152 stem
men verworpen.
De toelichting der motie.
Zijn motie toelichtende, betoogde Thomas
dat hot rapport van do Zuid-Afrikaansche
commissie door het land mot teleurstelling
ontvangen werd, cn thans is het land ver
vuld van diepo verontwaardiging over de
onthullingen die do onpartijdigheid der
commissi et aantasten en daarbij een smet
weipen op de oer van ,hat Huis In het be
lang van de natie, van het Huis en van
Chamberlain zelf oordeelde hij het noodig
dat een volledig en grondig onderzoek ge
schiedt door een onpartijdige rechtbank, die
op de een of andere wijze een eind zal ma
ken aan de verdachtmakingen en beschuldi
gingen tegen het departement van koloniën.
Een groot deel van het volk gelooft dat de
mval voor een groot deel verantwoordelijk
is voor den oorlog en dat minister Cham-
vocten; schoone, blanke handen omklem
den zijn arm; eon wonderschoon jong ge
laat word met uitbundig» blijdschap naai
hem opgeheven.
„Clinton 1 Clinton Ken je mij niet?" riep
zij uit. „Spreek dan toch, lieveling. Ik heb
gebeden en gewacht, maanden en jatnen om
je terug te mogen zien. Ik heb gebeden en
gewacht on smartelijk verlangd. Waar ben
je geweest, liiefste waar ben je geweest."
De tranen drongen in haar schoone
oogen, de zoete Lippen trilden, bet bekoor
lijk gelaat dab hij maar ééns had gekust,
was dicht bij het zijne, en de tcere, blanke
armen omklemden hem. Was hij krankzin
nig Was het een droom Sliep hij of waak
te hij
„May!" stamelde hij verbijsterd. „Lady
Lady May!"
„Neen, zeide zij, „niet Lady May, maar
jc eigen May die, toen jc van haar waart
weggegaan, ontwaarde dat haar geheele le
ven aan heb jouwe verbonden was; May,
dio verlangd heeft naar jc terugkomst, zoo-
a-ls do bloemen smachten naar den dauw. O,
lieveling, ik dacht dat ik jc verloren had."
Zij legde haar gelaat, schoon ails een pas-
ontloken bloem, tegen zijn hand en kuste
dio. Hij waande zich in een droom. Nog in
niger omklemden haar armen do zijne, cn
nog meende hij dat hij droomde. De don
kere reismantel gleed van haar schouders,
cn hij zag haar slanke, sierlijke gestalte. Zij
had haar hoed afgezet, en hij zag haar gou
den haar en Keur schoon galaat; nog
meende hij te droomeu. Zijn hoofd gloeide
zijn gedachten warrelden dooreenzijn hart
berlain ernstig betrokken was in deze ellen
dige en afkeurenswaardige zaak.
Chamberlai n's moraal v e r-
o o r d e e 1 d.
De motie werd ondersteund door Samuel
Evans. Deze verklaarde niet te willen be
weren dab Chamberlain schuldig is, maar-
de beschuldiging is geuit dat hij in zekere
mate kennis droeg van de gebeurtenissen in
de laatste helft van 1893 die aan den invail
voorafgingen. Het vorige onden-zoek noem
de Evans onvolledig en onvoldoende. Ware
het onderzoek verder uitgebreid, dan zou
de commissie tot een ander resultaat zijn
gekomen.
Van die verkeerde uitkomst draagt
Chamberlain de schuld. Immers, waar zijn
naam door den inval was aangetast, was het
zijn plicht geweest aan de commissie alle
inlichtingen te verschaffen die hij kon ge
ven. Zijn gedrag heeft aanleiding gegeven
tot ernstige verdenking. Het achterhouden
van telegrammen die zeker compromitbee-
rend zijn, wees op medeplichtigheid van het
departement van koloniën.
„Een kwade ure zal het voor Groot-Bri-
tannië zijn," riep Evans onder luide toejui
chingen der radicalen uit, „als minister
Chamberlain de politieke moraal zal aan
geven."
Het land eischt ©en onderzoek. Ilct
vraagt dat om de wereld het bewijs te ge
ven dat Groot-Bnbannië, schoon in een oor
log mcit Transvaal gewikkeld, zijn eerlijk
heid en rechtvaardigheid niet beeft verlo
ren. Het land eischt ook een verklaring van
Chamberlain's buitengewone redevoering na
de sluiting van het onderzoek, waarin hij
verklaarde dat Rhodes niet beeft gedaan
wat met zijn persoonlijke eer in strijd is.
Chamberlai n's ver w eer.
Het antwoord van den minister van ko
loniën, vooraf zeker van de overwinning,
getuigt weder van Chamberlain's onver-
stoorb aar-kalm'© brutaliteit
De tegen hem ingebrachte beschuldigin
gen noemde hij geen werkelijke beschuldi
gingen, maar insinuaties, berustende op
duistere vermoedens en argwaan. Zij die ze
herhalen, durven zelf met beweren dat zij
er geloof aan hechten.
Het argument dat een nieuw onderzot u
noodzakelijk is, om liot oordeel van liet bui
tenland gerust te stellen, bleek voor Cham
berlain zonder waarde. Hij' verklaarde niet
van zoo good vertrouwen te zijn om te ge
looven dat, wanneer het Lagerhuis iets deed
of zcide, dit het buitenland het zwijgen zou
opleggen.
Alleen op grond van nieuwe feiten zou
een nieuw onderzoek kunnen worden ge
vraagd; maar sedert het onderzoek der
Zuid-Afrikaansche commissie is er niets
nieuws aan den dag gekomen.
De in de publicatie der „Ind. Bolgo" be
vatte stukken leveren niets nieuws Cham
berlain ontkende niet de echtheid of het
bestaan or van, maar verklaarde dat in d,e
stukken niets voorkwam dat de commissie
en iedereen niet lieeft geweten.
Deze „kostelijke verzameling stukken",
zooals Chamberlain spottend zeidc, is gesto
len door een weggojaagden klerk van Haw
kesley. Eerst weiden ze te Londen, o. a.
aan een radicaal blad te koop aangeboden,
dat ze echter niet wilde liebbeai. Zij wenden
eindelijk gekocht door een bekend Bóeren-
vriend die ze aan dr. Lcijds leverde,
bonsde. Herinner u hoe hij haai- had liefge
had, hoe hij haar aanbeden bad en nu
was zij bier, geknield aan zijn voet, zijn ban
den omklemmend' en ze kussend met lia-ar
wonderzoete lippen, zij die zijn afgod was
geweest.
„Zal je mij nooit weer trotseh of koud
noemen?" zeide zij. „O Clinton, hoe kon jo
weggaan, en zoo lang wegblijven? O lieve
ling, boe kon je mij verlaten? Je moet ge
weten hebben, dat dk er verdriet over zou
hebben. Ik beken 'gaarne dat ik ongelijk
bad, ik bad niet moeten meespelen in dat
verwenschte stuk. Geloof me, bet was geen
genoegen voor me, Clinton, in 't geheel niet.
Ik was ial dien tijd ongelukkig, want ik
dacht aan jou, lieveling, ik dacht aan jeu."
Weer kuste zij de handen die zij vast, in
do hare drukte, en nog antwoordde hij niet
liij kon niet; Iiij was verstomd, verbijs
terd.
„Als je niet zoo vreeselijk boos waart ge
weest, liefste, dan zou ik jc dien avond al
verteld hebben, hoe het mij speet. Maar jc
waart zoo boos tegen mij, en ik ben trotsch.
Ik ben bedorven door al diie vleierij, maar
ik dacht niet diait je mij werkelijk zou ver
laten neen, nooit."
IHj begon tot zich zelf te komen. Zijn
stem beefde toen hij zeide
„Ben je hot dan werkelijk, May
„Ja, werkelijk. Ik heb mij voorgenomen,
Clinton, dat ik op je zou wachten, hote lang
je ook zondt wegblijven, en nu ben ik hier
en kniel ik voor je neer, totdat je belooft
mij te zullen vergeven."
Hij antwoordde niet. AL had! hij ar zijn.
die daarvoor 100 pd. st. betaalde of beloof
de te zullen betalen.
Om deze flauwe hatelijkheid op dr. Leijds
werd zoowaar nog gelachen. Wij zijn er be
nieuwd naar of een verklaring van Leijds
Chamberlain zal komen logenstraffen.
Maar ernstiger vervolgde Chamberlain.
Hij betoogde dat een nader onderzoek niet
in het openbaar belang wordt gevraagd,
doch alleen om te trachten den minister
van koloniën te overtuigen van meineed.
Indien dit een gewone zaak was, niet ge
compliceerd door staatkundige beweegrede
nen en persoonlijke vijandschap, dan zou
iedereen in het Huis zeggen dat er geen
grond is voor zulk een onderzoek. De tegen
standers willen den minister, dien zij on-
reclitvaardiglijk beschuldigden van in een.
bijzonder opzicht verantwoordelijk te zijn
voor den oorlog, in een slecht daglicht stel
len.
„Daat ze doen wat ze niet laten kunnen,
eindigde Chamberlain tartend, onder de
toejuichingen zijner aanhangers. „Deze aan
vallen treffen hen die ze gedaan hebben."
Harcourt contraRhodes.
De motio vond nog steun bij Sir William.
Harcourt. De „luitenant van Gladstone"
oordceM© mode oen nieuw onderzoek noo
dig, zij het ook om andere motieven dan
Thomas en Evans.
Harcourt ontkende dat de vea-dachtma-
kingen tegen liet departement van koloniën
het werk waren van politieke tegenstan
ders; zij waren het weak van mannen dio
ter bereiking van hun eigen oogmerken niet
waren teruggedeinsd voor leugens, verval-
schingen en allerlei bedriegerijen. De be
werkers van deze verdachtmakingen waren
de agenten van Rhodes, 'die hun eigen
schuld trachtten te dekken door te verzeke
ren dat liet departement van koloniën me
deplichtig was.
Dit wilde Harcourt door een commissie
van onderzoek zien aangetoond. De commis
sie moest de handelingen van de mannen,
die van de Britsche natie een brevet van
eerlijkheid en rechtschapenheid hadden ge
kregen, in het ware licht stellen. Rhodes
wilde geen toestemming geven d'at de be
wuste telegrammen werden overgelegd, om
dat hij zeer good begreep d'at die telegram
men een bewijs ze meer zouden zijn van de
praktijken die hij bezigde. Zijnerzijds had
Chamberlain hot middel moeten aangrijpen
om de verdenking, die het vertrouwen m
Britsche goede trouw over de geheele we
reld had geschokt, weg te nomen. Rhodes
heeft iedereen, bedrogen; de „rooftocht"
is gemaakt door goud en leugens.
Met die beschuldiging toonde de opposi
tie door luide toejuichingen het eens ie rijn.
En mede stemde zij met Harcourt in, toen
hij uiteenzette lioo de omstaudighedeu, ver
bonden met de telegrammen en de sinds
1897 geproduceerde brieven, gemaakt heb
ben dat de quaestie van de verdenking niet
alleen een Engelsch, maar een Europeesc.il
belang heeft gekregen. Den mannen die
deze verdachtmakingen rondstrooiden,
moest men zulks beletten; men moest hen
beletten, hun eigen kwade praktijken te
dekken door de beweerde medeplichtigheid
van het departement van koloniën.
Na Harcourt voerde Sir E. Campbell
Bannerman nog het woord.
Bannermaii nog het woord. Deze deed oen
beroep op de regeering om hot onderzoek
loven mede kunnen redden, dan nog had hij
geen woord kunnen spreken. En zij scheen
dit ook niet te verlangen.
..Ik bon zoo ongelukkig geweest," zeide
zij zacht. ..Miss Lockwood zeide dat ik hen
verdiend had, cn dat is ook zoo. Ik geloof
niet dat ik één minuut vroolijk ben geweest
sinds dien avond. Clinton, o mijn lieveling,
mijn lieveling' Ik ben hier gekomen om mij
voor je te verootmoedigen, om al mijn trots
neer te loggen aan je voeten, om je te vra
gen mij te vergeven, cn mij eon weinigje
lief te hebben."
Zij was zoo schoon, zoo beiooverend-
schoon in haar zoete, schuchtere aanhanke
lijkheid, haai" berouw, haai* lacben en wee-
non tevens, dat hij meer en meer zijn ver
stand verloor. Hij was verloren hopeloos
verloren.
„Ik beloof je," sprak zij weer, „dat ik, als
je mij wilt vergeven, voortaan even nederig
zal wezen als ik vroeger trotsch was. Ik zal
mij onderwerpen aan elk verlangen van jo
gehoorzaam zijn als ©en kind. Jc zult mij
vergeven, niet waar, liefste?"
Toen keek zij naar hem op, en er was
niets dan vurige liefde en teeder verlangen
in haar mooie oogen; er lag juist die uit
drukking in die hij in zijn stoutste droomen
er ooit in hoopte te vindencn hot. varen
zulke heerlijke oogen, zoo groot, zoo glan
zend!, zoo warm, dat hij ©en oogenbldk weel
de man van vroeger werd, toen zijn blikken
zich in de har© verloren.
Wordt vervolgd).