53"e Jaargang.
Zaterdag 24 Februari 1900.
No. 10175.
Tusschen twee liefdes.
Kennisgeving.
BUITENLAND.
SCH I EDAM SI HE CQURAIIÏ
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. '1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer i2% cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die=zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zyn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Uteine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon Ho. 133.
Invoer van slachtvee enz. in België.
De Burgemeester van Schiedam
brengt, op verzoek van den beer Commissaris
der Koningin in de provincie Zuid-Holland, ter
kennis van belanghebbenden dat vootiaan des
Woensdags van 611 nur des voormiddags en
des Zaterdags na aankomst van den trein »an
12.34 het douanekantoor Selzaete (station)
geopend zal zijn voor den invoer van Neder
landsen slachtvee, bestemd voor de abattoirs te
Antwerpen, Brussel, Cureghem, Anderlecht, Gent
en Luik, alsmede voor dien van paarden, schapen,
geiten en vleesch.
Schiedam, 22 Fehruari 1900.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 23 Febr. 1900.
BB OORLOG,
Cronjé's succes.
Wij wensciien. ons zelvea geluk dat wij,
hoe droevig de berichten in 't begin van Ro
berts*' opmarseh naar Kimbenfey en Jacobs-
dial ook voor de Boeren luidden, zijn blijven
vertrouwen op de veldheerstalenten van
Piet Cronjé. Want zoo één naam zal voort
leven onder de kinderen en (kindskinderen
der helden van dezen oorlog, dan zal het
Cronjé's naam zijn. Aan hem zal het niet
geweten kunnen worden, wanneer nag eens
't oogenbli'k mocht komen dat de Boeren 't
hoofd in den schoot moeten Joggen.lat dit
oogenblik ooit zal komen, lijkt ons niet zeer
waarschijnlijk coe.
Wij zijn geen militaire deskundigen, maar
toch vreezen wij geen tegenspraak, ook van
bevoegde zijde, wanneer wij Cronjé's terug
tocht naar den Vrijstaat een meesterstuk
noemen. Ah een heat dat van alle zijden
wordt opgejaagd door de honden, is het
Boerenleger geweken naar het Oosten, nu
en dan stil houdend om zich de te fo! op
dringende belagers van hot lijf te houden,
om ten laatste de vermoedelijk vooraf ge
kozen stelling in te nemen, die het de gele
genheid biedt mot succes de Engelsche over
macht hot hoofd te bieden.
En overal dringen nu op hun beurt de
Boeren weder aan. De mannen van De Wot
bedreigen French' achterhoede cn maken
honderd wagens met mondkost en ammuni
tie en 2800 ossen buit, tegelijk 58 man ge
vangen nemend. De la Rey tracht Roberts'
verbindingslijn af te snijden bij Koffijfon-
teineen ander korps Vrijstaters rukt, naar
men zegt, uit hot Zuiden op naar den straat
weg over JaoobsdaJ.
En ©en telegram uit Lorenjo Marquez
leert dat, volgens telegrammen van den 19n
uit den Vrijstaat aan de Transvaalsche bla
den, Cronjé naar Koffijfontein seinde dat
hij niet alleen zijn eigen stellingen hand
haafde, maar ook het cordon om Kimberiey
heeft hersteld'. Een bevestiging hiervan le
vert het telegram uit Kaapstad, dus van
DOOB
CHARLOTTE M. BRAEHME.
47)
„Bewijst dat niet hoe lief ik je lieb?"
zeilde zij. „En toen heb ik miss Lodkwood
gezegd dat ik niet langer wilde wachten
dat dik reeds maanden en jaren had. ge
wacht maar dat ik terstond naar Londen
zou gaan om je op te zoeken. Zij is modege-
gaan; zij is naar Cliffe House gereden, en
i'k ben hierheen gekomen. Zij zeide dat er
maar een paar woorden noodig zouden zijn
om alles in 't reine te brengen, en zij gaf
mij den raad die paar woorden ook te spre
ken. Je ziet, Clinton, dait alles veilig is; je
bedienden zullen zeker niet aan mij den
ken, en i!k ga naar Cliffe House terug zon
der dat iemand mij verdenkt. Ik hob nooit
geweten dat een diche voile zulk een goede
vermomming was.'
„Ik herkende je tocu," zei hij zacht.
„O ja jij, omdat je mij liefhebt, en
liiefde ziet scherp; maar niemand anders
zou mij herkennen."
Zij stnelek met haar hand over zijn voor
hoofd en zijn haar.
„Wat ben je mager, Clinton," ziedde zij,
„en er zijn zooveel rimpels in je gelaat ge
komen. Het zal mijn levensbaak zijn die
rimpels weer uit te wisscken. Wat ben je
oud. gewordenJe ziet er uit of je jarenlang
smart hebt geleden."
Engelsche zijde, aan de „Deutsche Zcitung"
op. Daaruit blijkt dat de spoorwegdienst
naar Kimberiey gestaakt een de telegrafi
sche gemeenschap verbroken is.
Ook uit het Oosten of uit heb Noorden
zijn Boerenkommando's aangerukt. Van één
onder Botha vermoedelijk ©en ander dan
de hold van Colenso woirdt in de tele
grammen gewaagd; het zon door lord Ro
berts uit elkaar gedreven zijn, waarbij 50
man in handen der Engelschen vielen.
Roberts' operaties mislukt.
Reeumeerende kunnen wij zeggen dat lord
Roberts' plannen mislukt zijn. Cronjé is er
in geslaagd aan den ring die hem bedreigde
te ontglippen. De beide pogingen om kom
om te trekken zijn gefaald, en de aanval
der Hooglanders onder Macdonald is met
gevoelige verliezen afgeslagen. Macdonald
zelf behoort tot de zwaar gewonden.
Dab de Hooglanders, de trots van het
Engelsche leger, weder met zware verliezen
zijn afgeslagen, maakt te Londen grooten
indruk, en de ernstige verwonding van Mac
donald, een zoon van het volk, de vechtge
neraal bij, uitnemendheid, versterkt dien in
druk nog.
Bijzonderheden over de gevechten tus
schen Donderdag en Woensdag ontbreken
nog. Lord Roberts spreekt alleen over den
staat van zaken op Woensdag 1.1. Maar het
is niet aan te nemen dat het departement
van oorlog geen berichten heeft ontvangen
over de voorafgaande gevechten met name
dat van Zondag. Uit heb feit dat die be
richten niet gepubliceerd' worden, mag vei
lig worden opgemaakt dat de Engelschen
slaag hebben gehad'.
De Londensche correspondent der „Ind.
Beige" meldt dienaangaande
„Zondag hebben de Engelsche troepen bij
Paardeberg een der bloedigste gevechten
van den geneden oorlog geleverd. Generaal
KeMy-Kenny's divisie die Cronjé's krijgs
macht vervolgde, haalde diens krijgsmachte
in bij Klipdrift en volgde de Boeren tot bij
de Koedoesranddrift, waar de Boeren gele
gerd waren. Aan den linker- en rechteroever
dor rivier is heb terrein zeer vlak, zoodat de
Engelschen bij het oprukken ontzettende
verliezen leden."
De correspondent noemt den slag „onge
veer een herhaling van hot gevecht dat lord
Mothuen in November bij Modderrivier le
verde."
De beslissing aanstaande.
Evenwel, Je?e gevechten schijnen ons toe
slechts die inleiding te zijn tot ©en grooten
slag die bij Paardeberg aal geleverd wor
den. Hier zal, naar het ons voorkomt, een
beslissing vallen, die van groote beteokenis
zal zijn voor de toekomst van Zuid-Afrika.
Te Londen is men vul hoop. Nog eenige
uien en Cronjé zul zich moeien oieigeven.
Een oordeel over den toestand is zeker
zeer moeilijk, en wij zullen er ons met aan
wagen. Maar wat wij kunnen en vtülen doen,
dat is veitiouwen blijven steller, in de Boeien
en bet uitnemend beleid van Piet Cronjé.
Uit Natal komen geen nieuwe berichten,
zoomin uli uit de Kaapkolonie. Het schijnt
dat zoowel lord Roberts ais de Hoeren het
grootste deel van hun tioepen naar liet Nooi-
den geroepen. Of ook uit Natal Boerenkom
mando's naar den Vrystaat zyri getiokken,
blijkt niet. De Engel-chen zeggen van ja.
Te Ladysmiih is men, volgens verschillende
ooi logscorrespondenten, vol moed Men hoopt
„Dait hob i'k," zei hij op matten, zachten
toon, „zulke diepe smart. O May, 'toen ik je
verloren hnd, was het of mijn verstand weg
was; de dood zou mij, liever zijn geweest
dan die pijn die ik geleden heb."
„Maar nu is alles voorbij, lieve," zeide zij
vleiend. „Ik zal er mijn leven aan wijdon
om j© dlat alles te doen vergetenen voort
aan zullen wij er nooit meer ovetr spreken.
Allies zal vergeten en vergeven zijn, niet
waar? En je zult nooit weer met die liefde
een er vrouw den spot drijven, wel, Clinton
Jo ziet ho© trouw en krachtig en innig
vrouwenliefde is."
„Nooit weer, May," antwoordde hij met
©en zucht, die meer eien snik leek; „nooit
weer."
Met een zacht lachje van volmaakt geluk
nam zij haar fnantel van den .grond.
„Miss Lockwood heeft mij eens gezegd,
dat je mij misschien nooit zoudt vergeven I
Maar ik zeide haar dat je mij geen vergif
fenis zoudt onthouden. Toen jo dien avond,
zoo boos op me waart, had ik je maar mijn
hand behoeven toe te steken, en je zoudt
gebleven zijn, niet,waar?"
„Ja, i!k zou gebleven zijn."
„Maar misschien is het ten. slotte voor
ons bestwil geweest. Indiien ons getwist en
de smart on de pijn van onze scheiding en-
niet waren geweest, zou ik misschien altijd
'koel en tratseh zijn gebleven. Nu is liet oen
harde les voor mij geweest," ging zij oot
moedig voort. „Ja liefhebben en gelukkig
maken zal het doel van mijn leven, zijn."
Het was alles voor hem een zoo sciioonc,
een zoo heerlijke droom dat hij zelfs niet be-
op spoedig ontzet. De Boeren trekken naar
het Noorden zelfs Lange Tom zou van Bul-
wana-heuvel zijn wpggeliaald.
De Zutd-Afrlkaansclie Ball.
Derdepoort.
Omtrent don aanval van de Kaffers bij
Derdepoort hebben kommandant Ki reten
en de veld kornet Stoffbong beiden van Rus
tenburg, aan een medewerker van die
„Volksstem" het volgende medegedeeld
„Op den 25.sten November, omtrent -dag-
breek, werdien wij gewekt door het geraas
van oen maxim. Daar wij nog nooit tevoren
oen maxim gehoord hadden, wisten wij
eerst niet wat 't was, doch bij de 2d© salvo
waren wij allen op de been. Toen wij rond
keken ontdekten wij deu vijand op een Hin
ken afstand van ons af. Aan de overzijde
van de rivier hadden zij oen maxim opge
steld, waarbij, omtrent een driehonderdtal
Engelscho paarderuitens stonden. Allen wa
ren met Lee-Metford-goweron gewapend.
Kommandant Kirsten liet dadelijk dkiio po
sities innemen, zoodat de maxim voortdu
rend onder kruisvuur was, en wij, beant
woordden het vuur met onze Mausers.
„Onze gehede getalsterkte," zoo ging de
veldkornet voort, „bedroeg tusschen de 30
of 40 man. Kommandant Kirsten reed
voortdurend van de eene positie naar de an
dere. Slechts ongeveer 20 minuten konden
de Engelschen ons zwaar geweervuur ver
dragen, toen vluchtten zij terug, wild en
door elkander, naar Sekwaansstad. Dadelijk
na de vlucht blies een hoorn en wij zagen de
Kaffers van alle kanten opdagen. Wij wa
ren omsingeld. De Kaffers kwamen vijf ach
ter elkander maar voren toe, gewapend met
Martini Henri's en voor!aders, en openden
een hevig geweervuur op ons."
Hier viel do „Volksstem"-man den vertel
ler in de rode en vroeg
„Vochten de Kaffers goed?"
„Wonderlijk goed'; hun manier is net zoo
als die van de Boeren."
„En was hun sohot zuiiver
„Prachtig; oneindig veel beter als dat
van de Engelschen."
„Hun aantal schat ik op ongeveer 4000,"
zeidc de heer Kirsten, „doch mogelijk nog
meer."
De hoor S-t off berg ging voort: „Zij kwa
men zoo nabij onze posities, dat eicnigen on
der aan den rand van liet middelste kopje,
waarop wij ons bevonden, doodgeschoten
weiden. Wij vochten tegen hen tot ongeveer
10 uur, toon trokken zij in wilde vlucht
naar Sekwaansstad terug. Wij konden hen
onmogelijk achtervolgen, daar wij geen
paarden hadden en ons aantal te gering
was.
„Ook hadden wij dien dag geen enkel ka
non. De Engelschen d,ie gevlucht waren
sinds de maxim tot zwijgen gebracht was,
kwamen niet meer te voorschijn, zij stonden
in lange rijen in Sekwaansstad het gevecht
aan te zien. Met de maxim hebben de En
gelschen slechts een van ons, een zekeren
Francis, liclit gewond. Door do Kaffers
meuveldo de lieer Baruai-d L. E. V. Hij
kreeg drie kogels, waarvan één door hot
hoofd. Verder hadden wij drie gewonden.
De Kaffers hebben oneindig veel zwaarder
verliezen geleden. Alleen in Sekwaansstad
waren in een graf over de 75 dooden begra
ven. Om ons laager vonden wij 15 lijken.
Een gevangen Kaffer verklaarde nog dat de
merkte dat zij opstondwant al dien tijd
had zij geknield voor hem gelegen.
„Ik moet gaan," zeide zij. „Ik wil niet
dat je mij thuisbrengt, Clinton, want ik wil
niet dat iemand' zal weten waar ik geweest
benmaar morgen wil je zeker wel op Clif
fe House bij ons komen, niet waar? Kom
zoo vroeg als je wilt en blijf zoo lang je zin
hebt. I'k heb je zóóveel te zeggen, dat mijn
leven niet lang genoog zal zijn om mijn
hart te laten uitspreken."
Toen kwam zij naar hem toe. Haar oogsn
glansden van geluk; om haar Lippen speel
de een blijde glimlachheel haar reine,
lieflijke, teere ziel sprak uit haar bekoor
lijk gelaat. Zij sloeg haar fraaie, blanke ar
men innig om zijn hals.
„Lieveling," zeide zij ernstig en rustig.
„Je hebt mij vergeven, maar nooit zal i'k
mijzelf vengeven. Wat ik in uren van dwaze
grilligheid jo weigerde, wil i'k je nu geven
mijn gehecle hart, mijn geheel© liefde,
mijn geheele vertrouwen, mijn gekeele le
ven. En als je mij vraagt, of ik wü trouwen,
dan zal ik „ja" zeggen."
Hij had zijn ongelukkig huwelijk verge
ten-, hij had Daiisy vergeten; alles, alles
had hij vergeten, behalve zijn heerlijke,
schoone, jongo .geliefde die zien zoo lieflijk
voor hem erootmoedigde. Maar het woord
„trouwen" bracht plotseling hot klare, har
de bewustzijn der waarheid voor zijn geest
Groote God! Hoe kon hij daar staan met
die reine armen om zijn hals geslagen, dat
teedere 'gelaat naar hem opgeheven hij
die getrouwd was. Als een bliksem straal
vloog het eensklaps door zijn brein: haar
Engelschen hun er toe gedreven hadden om
tegen de Boeren te vechten, met beloften
en met bedreigingen hen met de maxim te
zullen doodschieten.
Gedurende het gevecht worden door de
Kaffers 9 mannen vermoord (meest politie)
en 2 vrouwen. De ocne vrouw had oen schot
door de horst, de andere was door een asse
gaai in het hoofd getroffen."
Hierna vertelde de heer Stoffbcsrig nog een
treurig voorval.
„Voor het gevecht vluchtten een achttal
mannen met eenige vrouwen weg op hot ge
luid van de maxim. Zij vluchtten in ds rich
ting van de Sekwaansberjg, denkende alleen
met do maxim te d'oen te hebben, doch zij
vielen in de handen van de Kaffers, die de
8 mannen vermoordden, terwijl een En-
gelschman, die zijn maats verloren had, la
ter onder besclieunius van de witte vlag
kwam zeggen, dat de vrouwen aan de over
zijde der rivier waren, waar de Boeren ze
konden halen.
„De vlucht ddr Engeisühen is zóó verward
geweest, dat zij hun maxim in den stook
lieten, iets wat de Boeren eerst te weten
kwamen, nadat de maxim door de Kaffers
reeds weder aan de roode helden was terug
gegeven."
Hier eindigdo_het belangwekkende ver
haal van de beide lieecpen, doch do „Volks
stem "-man was nog niet tevreden.
„Gelooft gij, dat de Kaffers opgestookt
waren door de Bechuana-politie alleen, of
dat 't bekend was bij de hoogere autoritei
ten
„Ik voor mij ben overtuigd diat het laat
ste het geval is. Dit is zeker, dat de Kaf
fers ongeveer een week na het uitbreken
van den oorlog, door de Engelschen gewa
pend werden en dit kan de politie toch niet
uit eigen beweging doen."
„Nog een vraag," zeide de „Volksstem"-
man, „is Linchwo's stam machtig?"
„Ik geloof dat zij die beste vocktkaffers
zijn in hot Protectoraat. Alle andere Kaf
fers zijn bang voor hen. Hun aanbal schat
r.k op minstens 6000."
„Tusschen het gevecht van Derdepoort en
het gevecht bij Sekwaansstad hielden de
Kaffers zich rustig?"
„Neen, zij kwamen nog eenmaal 's nachts
uit, ongeveer een week voor het laatste ge
vecht, dooh toen hadden wij kanonnen en
zij gingen dadelijk op de vlucht."
Aan een particulier schryven uit Pretoiia
d.d. 14 Jan. j.l. van een Hollandsclie jonge
dame is liet volgende ontleend
»Nu reeds zyn verscheidene artikelen niet
meer te kitjgen. Suiker b.v. is vijfmaal zoo
duur als gewoonlijk en slecht3 by kleine
hoeveelheden te krjjgen. Ook petroleum is
vreeseltjk duur en bjjna op. We gaan dan
ook maar heel vroeg naar bed uit zuinigheid.
Móchten echter de Engelschen de Baai
afsluiten, dan hebben we nog een wapen in
handen, n.l. de Engelsche gevangenen. Kunnen
wij geen voldoend voedsel krijgen, dan kan
dat in de eerste plaats de krijgsgevangenen
treilen de regeering kan zeggenwe (aten
ze allen honger lyden. 'tZou wel vreeselijk
zyn; er zitten toch een 110 officieren inde
Modelschool en over de 2000 soldaten en
onderofficieren in Waterval. Maar in den oor
log is 't hard tegen hard.
De krijgsgevangenen worden anders uit-
stekeud behandeld door de Boeren, volgens
liefde, de kroon van zijn leven, haar lieflijk
berouw, haar teedlerheid, alles, talles kwam
te laat te laat
Met een h ar tv ersche urend en kreet deins
de hij achteruit; een doodelijke bleekheid
d'dkte zijn gelaat; zijn .lippen werden vaal
als van een doode. Maar terwijl hij achter
uit deinsde, liet zij niet van hem.
„Wat is er, lieve, wat scheelt je vroeg
rij.
De hemel beware hemHij trachtte te
sprekenhij beproefde te zeggen„Ik ben
getrouwd." Maar rijn koude, bleeke lippen
waren verstijfdhij kon igeen woord uiten.
Zij legde haar zachte, warme hand op zijn
voorhoofd.
„O, Clinton," zeide zij, „je bent ziek;
daar ben ik zeker van. Wat scheelt er aan
Hij beproefde nog eens te zeggen: „Ik
ben getrouwd," maar hij kon niet. Wanneer
hij haar aanzag, op haar jong, schoon gelaat
die gelukkige uitdrukking van liefde zag,
'kon hij haar niet met woorden pijnigen.
Hij kon eer een heet ijzer genomen en haar
schoon gelaat verminkt hebben het zou
hem gemakkelijker zijn gevallen een dogen
te nemen en die in haar blanke borst tc
stooben, dan juist nu die woorden uit to
spreken.
„Dwaas die ik ben geweest!" dacht hij.
Maar zij keek hem nog steeds met teeder,
liefdevol medelijden aan.
Door een wanhopige inspanning slaagde
hij er in zich te bedwingen.
„Ben je ziek, Clinton vroeg zij angstig.
,,'t Is niets; maar ©en beetje hartkramp."
„Maar diat is zeer gevaarlijk. Je moet
velen al te goed. Daar zijn de Engelschen
dan ook erg over uit en in alle brieven
schrijven de gevangenen, dat ze zoo tevreden
zijn over de behandeling. Churchill, die, zoo
je zeker al weet, uit de Modelschool hier is
ontsnapt, liet ook een brief achter, waarin
hy vriendelijk bedankt voor de goede en
beleefde behandeling. Een handige jongen is
't geweest maar zeker is er verraad of
omkooperij in het spel geweest. Dwaas ook
hij had een massa geld bij zich. Waarom dat
een gevangene niet afgenomen
Over het algemeen is de regeering al te
goedig en te vertrouwend geweest ep heeft
veel te veel permitten aan Engelschen ge
geven. Ze moesten er allen uit, men kan er
vele aanwijzen hier, die niet te vertrouwen
zijn. Na die affaire met Churchill was er
sprake van, vele permitten in te trekken,
maar tot nog toe is 't niet gebeurd
Toch gaat alles verwonderlijk goed aan
de zijde der Boeren, als men hoort, hoe de
lagers zijn ingericht en hoe discipline is.
Wel hebben velen een hard leven, zoo hard
als alleen een Boer 'tkan verdragen. Nog
hebben velen geen tenten en laat de voeding
soms vee! te wenschen over. Maar een Boer
is met weinig tevreden en de geest op de
commaudo's is dan ook heel goed. Altijd
zyn ze vroolyk en vol grappeneen Boer
heeft veel gevoel voor het komische en ver
raadt ook daarin zijne afkomst.
't Moet wel een ruw leven wezen
in zoo'n lager I Maar gezond allen die ik
hier met verlof van 't commando heb gezien,
zagen er uitstekend uitHier komen veel
Boeren, die op commando zijn geweest.ik
maak altijd een praatje met hen en hoor
dikwijls heel inle. jssante dingen. Ook de
gewonden, die kunnen loopen, komen hier
veel. 'tüoet me altijd erg aan, die jonge
mannen te zien met verbrijzelde armen of
handen. Ze zijn er echter heel gelaten onder
en zeggen alleensla, 't is maar banjer
zwaar voor ons Afrikaners"
Vai.daag was het hier heel drukde bur
gers, die de gevangenen van Kuruman hadden
gebracht, kwamen allen eens kijken. Er was
een jongen bjj van 15 jaar; 'tis toch wat
voor een moeder zoo'o jongen zoon te laten
gaan. Maar de Transvaabche vrouw doet in
flinkheid niet voor den man onder, ja men
zegt, ze wint 't verre.
'tZijn leuke types, de meesten van die
mannen. Ik heb heel wat met hen afgepraat
en banjer bedackjes gekregen. Ze vonden het
niet goed, dat ik nog een jonge lady was
en na den oorlog moet ik dan ook een man
nemen, vonden ze. Ik heb beloofd er eens
over te denken.
sZijn de Engelschen ook jou vijanden?"
»Ja", antwoordde ik, sjulli vyanden zijn
ook de mijne; ik gevoel geheel met de Boeren
mee" iMaar heb je je vyanden ook lief,
juffer 7" Ik wist niet goed wat te antwoorden.
»Dat moet je (ocli juffer; zal ik eens uitleggen
hoe liet is Het lichaam haten we en mogen
we haten, maar de ziel moeten we liefhebben
en voor de zielen van de Engelschen moeten
we bidden. Zal je 'took doen?" Dat alles
komt er zoo eerlyk en oprecht uit, dat het
je bepaald goed doet.
sNiet het goede schieten, niet de mooie
geweren doen hetbidden moeten we, dat de
Heer met ons is. Zoo hebben onze voorvaderen
ook gedaan. Die hebben het land vrijge
vochten, omdat ze niet enkel op hun geweer
want ik houd zoo van geluk."
als ik in den vreemde gestorven
waar een dokter gaanik zal je er heen stu
ren, hoor. Ik kan je niet nog eens verliezen,
nu ik je weergevonden heb."
Ilij zag haar aan.
„Zou het jo zeer veel verdriet doen, in
dien je mij moest verliezen., May?"
Zij schudde haar bekoorlijk hoofdje.
„Mijn antwoord zal je ij del maken, diat
weet ik," antwoordde zij. „Ja, ik overdrijf
niet, Clinton maar ik geloof dat ik zou
sterven, als ik je weer moest verliezen. Of
als ik niet stierf, dan zou ik toch geen
«ogenblik geluk meer hebben, zoolang ik
leef. En dat zou bijna nog erger zijn dan de
dood
„En
was?" vroeg hij. „Wat dan?"
„O dan, liefste, dan zou ik bobben moeten
berusten. Het zou de wil des hemels rijn ge
weest. Maar ik zou nooit getrouwd rijn,
Clinton. Als ik je op deze wereld verloren
had dan zou ik geleefd hebben in de hoop
je na den dood weer te vinden. Maar ik heb
je niet verteren, lieveling."
„"Veronderstelveronderstel alleen maar
May dat ik je in -dien tijd vergaten, had
een andere had liefgehad?"
„Ik kan mij zoo itets niet voorstallen,"
zeide zij lachend. „Vraag mij liever te ver
onderstellen dat de sterren van den hemel
vallen of dat de zon weigert te schijnen of
de vloed op te komen. Ik zou mij zoo iets
niet kunnen voorstellen, al beproefde i'k
het."
Wordt vervolgd).