53"e No. 10182 Jaargang. Zondag 4 en Maandag 5 Maart 1900. Tweede Blad. STRAATSCHROBBEN. HAAGSCHE BRIEVEN. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V 1 a a r d i n g e n fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauBoterstrant 68. Prijs der Adverten tiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 12i/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Xeleine advertentiën. opgenomen tot den prns van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon STo. 123. Men herinnert zich, dat in de vergadering van den gemeenteraad van 30 Januari j.l. op voorstel van B. en W. besloten is om het straatschrobben, met handhaving van het algemeen vrbod daartoe, bij uitzondering toe te laten op de Vrijdagen en Zaterdagen, en wel van 8 10 's morgens en van 6—8 des namiddags. Deze uitzonderingsbepaling zou strekken om een proef te nemen ten einde te kunnen nagaan of in de toekomst bet verbod van straatschrobben gehandhaafd zou moeten blijven of ingetrokken zou kunnen worden, eventueel gedeeltelik beperkt, en zou voorloopig van kracht zijn tot 1 Septem ber a. s. Dat onze burgery van de voorloopige in trekking van het verbod, welke zij aan het initiatief van de heeren Lagerweij c. s. te danken had, dankbaar gebruik maakte, heeft men kunnen zien, als men, met name op den Zaterdag, slechts even in een onzer straten een kijkje wilde nemen. Het schynt inderdaad, dat de gemeente raad door zijn besluit van 30 Januari aan een gevoelde behoefte te gemoet kwam. Wjj voor ons zijn omtrent het chapiter straatschrobben eenigszins sceptisch gezind wij hechten er niet veel aan en vinden ove rigens dat soort werk beter aan de gemeente overgelaten voor zooverre het trottoir of openbare verkeersweg betrefttoch, wy voor ons zouden aan de onderhavige volksüef- hebberjj geen hinderpalen in den weg willen leggen, indien dit niet vry dringend geboden wordt. Straatschrobben is een nationale krank zinnigheid van zeer goedaardig soort, waar aan men in het buitenland weinig lyders opmerkt. Daarbij, te ontkennen valt het niet, dat zij een aanwijzing vormt van uiterlijke reinheid. Doch met dit alles hebben wij op dit oogenblik niet van doen. Wij treden nu niet in de vraag of de water leiding maar te zorgen heeft, dat er voldoende water is, om ook aan de behoefte van schrob- water te voorzien een standpunt, dat natuurlijk zich verdedigen laatwij vragen niet of het te betreuren zou zijn, dat het schrobben wellicht belangrijke kosten na zich zou sleepen, voor uitbreiding der waterleiding benoodigd; wy houden ons op dit oogenblik even met de nuchtere feiten bezig. Nu het verbod tot straatschrobben sedert een maand gedeeltelijk is opgeheven, hebben wij ons tot de bevoegde autoriteit gewend met' het verzoek ons eens te willen mede- deelen, of de invloed van den op voorstel van B. en W. genomen maatregel, merkbaar is. Deze inlichtingen werden ons met de meeste welwillendheid verstrekt en het resultant kunnen wij onzen lezers mededeelen. Meter waterdruk. Wy hebben ten einde voor den leek een overzicht gemakkelijk te maken, eenkaaitje doen graveeren, een graphisch staatje, dat aangeeft, hoe groot het verbruik van water is geweest op drie verschillende dagen, die kenmerkend zijn van aard, gelyk uit de ver klaring onder afgedrukt blijkt. Wij nemen In'ei nevens dat staatje op. Men ziet uit de witte niet-onderbroken lijn boe op een normalen Zaterdag zooder schrobben dus de druk van het water vrjj regelmatig is. Nntuuilijk is er des ochtends niet onbelangrijke vermindering van druk, door waterverbiuik van huishoudelijke bezig heden veioorzaakt, een verschyneel, dat des namiddags weer teiugkeert, als de meerder heid der inwoneis het middagmaal heeft gebiuikt en voor reinigen van het keuken- gei ief veel water benoodigd is. In 't alge meen echter is de di uk-lijn normaal. Evenzoo is dit het geval met de lyn, die een Vrydag vertegenwoordigt, met -chrobbeo. De afwijking is niet groot, waar uit blijkt dat de burgery aan het scb'obben op Vrydag weinig gehecht is. Van veel grooter afwyking getuigt de stip pellijn, die den 17 Februari j.l. weergeeft, even nadat het schrobben weder toelaatbaar was gesteld. Onmiddellijk na 8 uur des och tends daalt da lijn snel, om van 9—10 bijna loodrecht naar beneden te gaan. [Men lette er op, dat de lijnen van het kaartje weergeven den waterdrukdraait men het dus om, dan ziet men in de opgaande ly'nen het watergebruik; velen zullen het aldus duidelijker zieD.] Na tien uur rijst de lijn weer, maar bl jft toch nog verre, gedurende dat uur en de opvolgende, ja den ganschen dag bjna be neden het normale, wat kan bewijzen, dat de burgerj het niet zoo geweldig streng neemt met de bij politieverordening vast gestelde uren van straatschrobben. Te 1 ure het uur van het middagmaal voor een overgroot deel der bevolking, heeft de ljn haar hoogtepunt bereikt, daarna daalt zj weder vrij snel tot 3 ure (er zullen er zijn, die in de haast des ochtends nog een stoepje hebben vergeten Me doen"), daarna rijst 'ide lijn weder en wordt te 6 ure des avonds eerst weder normaal. Wj hebben met dit artikel niet anders op het oog dan aan onze medeburgers de wer king gedurende enkele dagen van het straat schrobben op het waterverbruik te laten zien. Wij kregen den indruk, dat een verbruik als op Zaterdag 17 Februari destructief werkt op de gewone vvaterlevering, b.v, voor industrieele doeleinden. Misschien kan het graphische staatje hierboven afgedrukt menigeen een aansporing zijn om wat matig met het gebruik van water te zjn of het schrobben in plaats van op Zaterdag op Vrydag ie stellen. Indien dit geschieden kon zou natuurlyk de waterdiuki jn des Zaterdags een meer regelmatig verloop hebben. lot September blijft de tegenwoordige dispensatie van kracht. De burgerj heeft 8'ocht. 9 12 mid. 1 dus zelve bijna volstrekt in de hand wat daarna zal geschieden, zoo zij ten minste niet om het schrobben in elk geval te kunnen bijven voortzetten, dit op haar belastingbiljet wil bemerken. 6 av. 7 9 uur. Zaterdag 13 Januari 1900, zonder straatschrobben. Vrydag 16 Februari 1900, met j> Zaterdag 17 Februari 1900, Den Haao, 1 Maart 1900. Volle schouwburgen en concertzalen, tal rijke recepties, bals en gastmalen, de gewo ne drukte van the season in de maanden tusschen Nieuwjaar en Pasehen. Het is ook maar goed, dat het gewone leven zijn gang behoudt, al is er een schrille tegenstelling Lussdhen die genot- en behaagzucht, die nie tigheid en ijdelheid hier en dien strijd op le ven en dood, dxe beklemmende spanning, die pijnigende slingering tusschen hoop en vrees gmds in de verte, waar onze stamgenooten toonen van den voorvaderlijken heldenmoed niet in 't minst ontaard te zijn. Aan contrasten is het leven nu eenmaal rijk en het gaat niet aan in 't Nederlandsch- m aat sch appeljk leven een soort van strem ming op té wekken, omdat wij ontroerd en bezorgd zijn over de komende dingen, die be slissen zullen over het lot van twee republie ken, waaraan Nederland zich verwant ge voelt. Het zijn inmiddels niet alleen onbedui dendheden, waarmede onze residentie zich bezig houdt. Er wordt wel veel gebanketteerd en geconcerteerd en comedie gespeeld (dat laatste vooral), er wordt toch ook gewerkt. Het Binnenlhof is niet meer alleen een door gang voor het „profanum vulgus", het is ook weder het politieke centrum, liet wetgevend heiligdom zo-u ik wel willen zeggen, als ik niet wist dat er ook vrij wat onheilig vuur op liet vaderlandsche altaar, dat zoo te zeg gen daar zijn plaats heeft, ontstoken wordt. Men, de veelwetende maar vaak onna speurlijke, beweert dat het mc-t de Leer plicht „een dubeltje op zijn kant" is. Het zal op -een enkele stem aankomen, zoodat nie mand op 't appèl ontbreken mag, man nen als Kerdijk en Hartog, die sedert lang ongesteld waren, moeten, zorgen bij de stem ming present te rijn. Nu, 't is zeker mogelijk dat het aan een enkele stem hangen zal, maar ik geloof niet dat men du reeds in staat is om gegronde voorspellingen te doen. Wie kan nu al bepalen, welke wijzigingen tij dens de debatten in het ontwerp zullen ko men, wie kan bovendien vooruit weten wel ke incidenten zich. bij de zittingen zullen voordoen 1 Als men de enorme meerderheid, door do Ongevallenwet in de Tweed© Kamer verworven, in 't oog (houdt, terwijl men aan vankelijk de kansen voor die web zeer ongun stig achtte, wie durft dan nu reeds beweren haarfijn de cijfers der eindstemming over de Leerplicht te kunnen aangeven? En hoeveel water zal bovendien de Maas nog zeewaarts voeren, voordat het uur dier stemming slaan zal Zal de Eerste Kamer die Ongevallenweb, welke rij geen goed hart toedraagt en zelfs vrij wel als een ongeval beschouwt, dur ven verwerpen? Heb zou mij bevreemden, ondanks de zeker niet gunstige samenstel ling der commissie van voorbereiding, omdat onze Eerste Kamer het volstrekt ontwend is iets te verwerpen, waaraan de Tweede een. groote meerderheid schonk. Maar aa,n pogin gen om de Eerste Kamer te bewerken, zal het wel niet haperen en, waar groot© werk gevers één lijn trekken niet groot© lichamen als de Holl. IJzeren en de Staatsspoormaat- sehappijen, daar is natuurlijk eenige twijfel geoorloofd. Hoe dit zij, de Eerste Kamer vindt 't ver moedelijk niet onaangenaam dat de Tweede Kamer over de Leerplichtwet beslissen zal, voordat zij zelve over de Ongevallenwet ge richt gaat (houden. Want hierdoor heeft zij de kans, dat het „odium" eener verwerping haar bespaard wordt, daar de mogelijkheid eener mislukking van de Leerplichtwet be staat, hetgeen den val van het Kabinet zou veroorzaken en alzoo tevens de gansdie On gevallenwet voorloopig zou ter zijde schuiven. Maar verdere bespiegelingen kunnen, vei lig blijven rusten. Ik kan niet gelooven dat de Nederlandsen© Staten-Generaal de 19de eeuw zullen besluiten met de afstemming van een web, die als een, hoeksteen van volks- vooruitgang te beschouwen is. Het moge een lastige taak wezen d i t scheepje in veilige haven te brengen, dat het in 't zicht van de (haven, tot schipbreuk gedoemd zou wezen, schijnt me werkelijk al t© kras toe. Tob de velen, die de eindelijk gekomen kentering in het weder met blijdschap be groeten, behaoren ongetwijfeld alle onderne mers van bouwwerken. In de naargeestige weken van afwisselende vorst, sneeuwstor men en zondvloeden kon men haast niet vooruit. Zoo zijn de hoogst belangrijke wer ken aan en bij het Kurhaus sedert een week of zes niet hard gevorderd. Men zal dus mot kracht moeten arbeiden om met 1 Juni al les weer'in goeden staat fce bobben de vol tooiing van liet Wandélhoofd in. zee daar onder niet begrepen, dit kan eerst in den na zomer of zelfs nog laten gereed rijn en zal derhalve tot de heerlijkheden van 1901 be- Ihooren. Maar de winkelgalerij aan do strand zijde en 't herbouwde terras en de overbrug ging van den strandboulevard zijn no-' in zoodanigen rudimentairen toestand, dat men waarlijk niet moet gaan luieren, als men eea en ander naar den eisdi bij den aanvang der Zomermaand aan het publiek presonteeren wil. Het uitgestrekte Hotel Garni heeft zijn nieuwe verdieping inmiddels zien verrijzen en kijkt nu met zekeren trots op het lage strand aan zijn voet neder. Aan den Rijswijksehen weg is de sloopen- de hand van den houthakker duchtig doende geweest; het staat droevig kaal, maar dit kon niet anders. Nu daar een groote draai brug komen moet, die onlangs aanbesteed en voor de som van f 169,000 gegund is, moest er wel geveld worden. Met de verlegging van den weg wordt ook een begin gemaakt; daar zal de stoomtram naar Delft tijdelijk over heen loopen en dan zal beter laat dan nooit het havenwerk, dat voor Den Haag zoo noodig is, eindelijk tot voltooiing komen _.,Ende desespereert niet", zeggen wij Jan Pietcrsz. Coen na. Zij die het Binnenhof passeeren, blijven veelal nieuwsgierig naar de onheilspellende gaten kijken, welke in den noordermuur van de Ridderzaal gebroken zijn, nu men de af braak van het bijgebouw aan diezelfde zijde heeft hervat. Die openingen gapen den toe schouwer tegen en doen vermoeden dat res tauratie-werk, gelijk meestal trouwens, niet zal meevallen. A-an de oostzijde kan men voorloopig niet verder; eerst nai ontruiming van het gebouw van het Gerechtshof, dat rijn zetel naar het Korte Voorhout verplaat sen -moet, zal men daar het aangevangen werk geregeld kunnen voortzetten. De metamorphose der Witte Sociëteit gaat ook al niet vlug. De commissarissen, die ieder voor zwaorlioofd uitmaakten, die beweerden, dat men op zijn vroegst omstreeks Mei klaar zou rijn, schudden nu 't hoofd als men dit teedere punt aanraakt. En is het eenmaal Mei, nu dan is die geheele vergrootiug een onding, voor de eerste 6 maanden ten min ste, want dan zit men, althans meereudeeis, het eenige drukke uur van den dag (tusschen 4J en 6 uur) toch op straat. In ieder geval is 't een soort van werkverschaffing geweest, dus niet volslagen, nutteloos. Maar uit menschlievendheid is de sociëteit niet aan 't verbouwen gegaan; een pluimpje daarvoor komt heb bestuur, dat de zaak doordreef, al- zoo niet toe. In weerwil van de onlangs gepubliceerde opgaaf dat liier ter stede nog 16 a 1700 on bewoonde pereeelen zijn, gaat de aanbouw aan alle zijden hier maar lustig voort. Nu weet ik wel dat dit cijfer inderdaad minder hoog is dan het bij den eersten aanblik schijnt, want verreweg de meeste der be doelde huizen zijn in boven- en benedenwo ning verdeeld, zoodat het feitelijk slechts een duizendtal gebouwen is, maar dit maakt toch een respectabel cijfer uit en het verhindert niet dat er alzoo voor een 1600-tal gezinnen nog plaats is, rij het dan ook in hoofdzaak voor niet zeer veelhoofdige gezinnen. Daarom blijf ik die bouwwoede bedenkelijk achten, omdat rij het gevaar voor een krach ver hoogt. Maar velen beweren, dat die over- bouw al wel 20 jaar lang hier bestaat, dat het dus iets inheemseh is zonder schadelijke gevolgen en dat men daaraan te danken heeft dat dé huren hier betrekkelijk laag blijven. Het zij zoo, maar men vergete niet dat die cijfers van overbouw langzaam maar zeker blijven stijgen, zoodat men nu sedert een jaar of 10, 12 het dubbel» cijfer van wel eer heeft bereikt. Aan de zeehaven van Scheven in gen is men, zonder dat liet groote publiek er nog iets van bespeurt, druk aan 't werk. Op liet bureau der Ingenieurs van den Waterstaat, die de uitvoering ontwerpen en voorbereiden, wordt druk gearbeid, maar eer de bestekken gereed en goedgekeurd zijn. en de aanbeste dingen plaats gevonden hebben, zal nog vrij wat tijd verloopen, zoodat eerst in Juni of Juli de arbeid ten aanschouw© der belang stellenden zal kunnen aanvangen. Na het optreden van virtuozen als Marcel- la Prc-gi, Eugene Isaye, Bumiestor e. a. heeft men zich hier weer tot driemaal toe vergast aan liet meesterlijk spel der Bohemers. Al tijd. volle zalen, tweemaal zelfs geheel uit verkocht, bewijzen aan dat zeldzaam kunste- naarsqunrtet (de laatste maal door eea uit stekend pianist tob een quintet uitgebreid) hoezeer zij ons publiek duurzaam weten ie boeien. Het is alsof de gloed, die hun spel kenmerkt, lien aantrekkelijk maakt ook voor de velen, wier muzikale ontwikkeling eigen lijk niet groot genoeg is voor de recht© waar deering van de veeltijds ietwat strenge quar- tet-muziek. Het zijn er toch betrekkelijk niet velen, die den grootmeester Beethoven, al thans in zijn diepzinnige latere werken, ten volle kunnen genieten. Maar de Bohemers brengen altijd zooveel afwisseling in hun Leistungen, dat zij daardoor als 't ware toegankelijk worden voor een grootere schare. Zoo vertolken rij niet alleen, op heerlijke wijze, Mozart en Haydn, wier zangerigheid en frischheid ook den minder ontwikkelde treffen, maar zij doen ons kennis maken met Dvorak, Tschaikowsky, Moskowsky, Bendl, wier Slavische kleurenrijkdom en fantasie onweerstaanbaar meesleepen, al zijn velen niet in staat de muzikale waarde van hun werken naar den eisch te schatten. Deze week waren liier de beide groote Fi del i o-uitvoeringen, waartoe een keurbende van Duitsche zangers medewerkten en waar voor de leider, mr. H. Viotta, ziah van het Mengelbergsche orkest verzekerd had, de groole gebeurtenis op kunstgebied. Het was inderdaad een kostelijke uitvoering, die veel te gevielen gaf, en toch rijn de verwachtin gen, dio hoog gespannen waren, niet volko men bevredigd. Het waren wel onbetwistbaar kunstenaars van groot talent die optraden, tot zelfs in de kleinste rollen de zeer on beduidende rol van den minister bijv. werd door den uitstekenden baryton Perron ge zongen maar bet waren, bijna allen Wag- n er-zangers, die Yiotta had bijeengebracht en bij dezen staat nu eenmaal de lyrische zang ten achter bij de dramatische uitdruk king. Hierdoor kwam de bekoring van heb teedere niet immer tot openbaring en tevens was de titelrol aan eea zangeres toever trouwd, die bij al haar talent niet geheel op gewassen voor deze taak was, omdat zij de hooge tonen slechts met moeite, met vrij scherpen klank, halen kon. Mevr. Reuss Belce heeft een zeer mooi geluid in de mid dentonen, maar men weet welke eisehen Beethoven in de schitterende aria: „Abscheu- licher, wo eilst du hin", en wellicht nog meer in het jubelende: „o Namenlose Freu- dé' gesteld heeft; daaraan nu beantwoordde mevr. Reuss niet ten volle. Maar toch, het was een genotrijke avond. Onnoodig allen te noemen, maar een. Rocco als Riechmann uit Dresden verdient zeer ze ker wel een warme hulde. En dan het orkest. Welk een keurbende is dat, die onder Men- gelberg's leiding pleegt te staan, maar nu door den mede zoo verdienstelijken, Yiotta werd aangevoerd! Die groote Leonore-ouiver- ture blijft altijd een openbaring, maar ook verder wolk een schitterende vertolking! Ook het betrekkelijk kort© voorspel tot de 2e acte was uitnemend. Lof verdienen ook de koren, een keur van Haagsche dilettan ten, maar aan hun bewegelijkheid kon men de niet geroutineerde koristen herkennen. Trouwens, men zegt dat de heeren en dames den tweeden avond al rustiger waren. Mis schien maakte het vorstelijk gezelschap, dat de koningsloge vulde, hen Dinsdag een beet je zenuwachtig. Hedenavond geeft de Fransdhe opera de première van „La Bohème", een lyrische ope ra in 4 bedrijven van Leoncavallo. Zal het in populariteit de wegsleepende „Pagliaod" evenaren Naar den elders verkregen opgang te oordcelen, is dit nauwelijks te verwach ten. Intusschen, aangrijpende tooneelon rijp. hier ook aanwezig; de „Scènes de ia vie de Bohème" van Murger, waaruit het libretto getrokken is, geven aan een handig librettist stof genoeg. Er bestaan dan ook twee opera's van twee verschillende componisten, aan dit werk ontleend; Puccini heeft dezelfde stof behandeld. Met Leoncavallo's werk hoop ik de volgende week kennis te maken, moge die kennismaking „loonend" wezen! Misschien hob ik dan. het voorrecht den, componist zelf te zien dirigeeren, hij heeft althans beloofd persoonlijk over te komen; maar zal hij rijn woord houden Voor 'hedenavond heeft men althans te vergeefs naar links en recht gete legrafeerd, maar zonder te vernemen waar do maestro vertoeft. P u 1 c h r i heeft de vorige week weder een kunstbeschouwing gegeven, die van het aller beste op aquarel-gebied menig specimen te voorschijn bracht. De Koningin had daartoe ook een en ander uit haar kunstverzameling afgestaan. Verder was er uit de collectie van de gebroeders H. W. en. Taco Miesdag vrij «•at schoons; maar de kroon spande d'e heer J. van Eeghen uit Amsterdam, wiens rijke verzameling heinde en ver bekend is. Maar, hoe voortreffelijk ook, dat moderne schoon verbleekt bij de groote kunst uit Holland's bloeitijd. In mijn vorigen brief stipte ik aan dat le ..Saul en David" van Rembrandt uit Berlijn werd terugverwacht en dat hij als herboren werd aangekondigd. En inderdaad zoo is het. N u zien wij het, na Hauser's talentvolle schoon maaldkuuriu vollen glans prijken. De dikke laag vuil is verdwenen en nu kan men zoowel de gelaats uitdrukking der beide figuren als den kleu renrijkdom van gewaad' en omgeving bewon deren. Als men nagaat dat dit meesterstuk weeier in tweeën gesneden was en. dat een stuk doek van den achterwand bij deze Wan dalen-daad eenvoudig was weggeworpen, dan verbaast men rich over de uitnemende res tauratie. Deze is eenvoudig boven allen lof. Een aardige bijzonderheid is ook, dat, toen het doek vóór rijn terugkeer herwaarts, eeni ge dagen te Berlijn geëxposeerd was, de pro fessor in de liarpWasse van het Conservatoir© aldaar zijn leerlingen er heen voerde, om hen te doen bewonderen op hoe meesterlijke wij ze de schilder het bespelen der harp heeft af gebeeld. Zooals David's handen daar de srua-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 5