54,te Jaargang. Tusschen twee liefdes. Dinsdag 10 April 1900. No. 10213. BUITENLAND. SCHIEDi fSCHE COURAETlf Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Trijs per kwartaalVoor Schiedam enVlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan 'iet bureau bezorgd zijn. Bureau i Bofcrstraat 68. Prijs der Ad ver ten tiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine a&eeetentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon 'Mo, 123. AJgetneca oïcrtfehi. SCHIEDAM, 9 April 1900. BK OOKLOB. De toestand. Wij treden morgen de zevende maand van den oorlog in. Die maand.' begint ondt-r on gunstige auspiciën voor de Engelsche®. Na een half jaar van uiterste krachtsinspanning zal het Engelsche volk bij ernstig nadenken tot de conclusie moeten komen dat liet eigen lijk nog geen stap gevorderd is. Integendeel. De Vrijstaat die ondier-worpen boette, schijnt plotseling met nieuwen strijdt lust bezield en van bedreigden zijn de Boeren andermaal dreigender dan ooit c-JWcadeu. Vijf Engelsche compagnieën vallen den Boe reu in bankten en de overwinnaars verdwij nen met hun gevangenen zóó geheimzinnig dat, als generaal Gatacre anderhalf uur later ter hulp snelt, hij. geen spoor van hen vindt. Ten minste zoo luiden de Engelsche be richten die echter lang niet betrouwbaar schijnen. Lord Roberts komt om de een of andere reden niet uit voor de geheels waar heid van het gebeurde bij Reddersburg. On dier wiens bevelen de vijf verdwenen compag nieën stonden is nog even onbekend!, als de wijze waarop Roberts kermis kreeg van het gevecht. Gevraagd mag ook worden waarom èn do door Roberts uitgezonden Hooglanders èn Gatacre te laat kwamenook of Gataci'o toch deel heeft genomen aan het gevecht, daar onder die gewonden een officier van Ga tacre voorkomt. De Engelsche bladen zijn over het gebeur de weinig gesticht, en hier en daar moet de eerst zoo gevierde lord Roberts liet reeds weer ontgelden. Een. Reuterbericht van 5 April uit Nor*vals Pont zegt nog dat de huzaren die vandaar naar Bloemfontein op weg waren, to Eden- burg uit den trein stapten om een compagnie Koninklijke Iorsche Fuseliers to helpen, die dcor oen paar duizend Boeren, waarschijnlijk onder Olivier, waren ingesloten. Vermocdie- lijk slaat oolc dit bericht op het voor de En gelsche® noodlottige gevecht bij Reddersburg. In ieder geval blijkt uit liet gebeurde dat de Boeren in niet te minachten getale lord Roberts' verbinding met het Zuiden bedrei gen. Volgens db Engelsche militaire autori teiten vordt evenwel de spoorlijn voldoende bewaakt. Laffans bureau meldt dat de Boereu zich in het Zuiden van den Vrijstaat eoneentreo- ren. Do Engelsche oorlogscorrespondenten over drijven nu wel weer eenigermate in hun be zorgdheid! voor do Boeren. Dat een Bóeren- in acht ten Oosten van Bosclimanskop naar het Zuiden trekt, is wol mogelijk; dat die macht echter 15000 a 18000 man sterk zou zijn, zooals Bennett Burleigh van de „Daily Telegraph." meldt, lijkt ons overdreven. Maar zeker is het, getuige bet voorpostengevecht bij Wepener en laatstelijk het gevecht bij Aliwail Noord met een deel van Brabant's troepen dat die Boeren in het Zuidoosten van den Vri jstaat reeds dreigender optreden. Een aanval op Wepener, war v de Engel- sidi.cn een sterke halvemaanr-pceitie inne men, wordt blijkens een telegram van Vrij dag uit Maseru (Basuto-land) niet gavt eeadl men beweert echter dat do Boeren door Ba sil to-land langs de Caledon-rivier zullen trek- DOOR CHARLOTTE M. ERAEHME. 85) „Zoo," zeddb zij langzaam, „het is zelfs te lastig om mijn brieven te openen. Er kon wel in gameid worden dat het Idndi ziek waser bon wel een. vraag in staan om over te komen maar dat komt er immers niet op aan; of er ook iets van het hoogste be lang in staat, hij had geen tijd den brief te leizen; hij den'kt aan niets meer dan aan La dy May; voor mij heeft hij geen vedlaehte, geen ©ogenblik van zorg of genegenheid! meer over. Maar nu wil ik gerechtigheid hebben mij wordt geen mededooge® betoond ik zal ook met niemand mededoogen hebben. Ik zal uitvissehen waar liij is en hem. met liaar confronteeren." Aidolf was niet thuis, maar een der knechts gaf haar alle inlichtingen die zij wenschte. Natuurlijk was hij naar Cliffe House go- gaan; hoe jammer dat hij daar niet geheel kon wonen. Een bittere glimlach krulde haar lippen. „Ik had! het niet eens beihoeven te vra gen," dacht zij. „Waar zou hij andera kunnen rijn? Hij heeft geen 'ijd om mijn brief te lezen, maar wel ocm naar Cliffe House te gaan. Als er iebs noodig was om mij te ster ken, dan ia het; als de moed mij begeeft, dan. behoef ik mij slechte te herinneren dat mij® leven minder dan niets voor hem is ge weest, hij heb verwoest heeft voor een ken om aldus ten Zuiden van Wepener te ko men. Een ernstige factor is ook d'e opwinding onedr do Basuto's. De afwezigheid van hun hoofd Lerothodi die zich om onbekende re denen te Mohales Hoek, in het Zuiden van Basuto-land, bevindt, boezemt den Engel- Bchc-n resident bezorgdheid in. Meer nog het feit dat een groot aantal inboorlingen die door de militaire autoriteiten gebruikt wer den voor de spoorwegwerkea om Bloemfon tein, onder allerlei voorwendsels wegtrekken. In één woord', er heerecht een ongewone on aangename geest onder de Basuto's. Om Bloemfontein zelf is het evenmin rus tig. De Boeren dringen blijkbaar op naar do stad; Zaterdag waren zij blijkens het tele gram hierachter uit Bloemfontein, gevorderd tot Springfield. Volgens Laffan spannen de Boeren klaar blijkelijk al hun krachten in ooi Ladyfbrand en Thaibanchu in bun bezit te honden. De streek is riL bekend om zijn rijkdom, aan graan, en dus van veel waarde voor de Boe ren. Ander oorlogsnieuws. V Wij wfjzen den lezer op de lezing die van Boerenzjjde wordt gegeven van de verovering der Engelsche kanonnen bij de Bloemfon- teinsche waterwerken. Het telegram is een week achtergehouden. De reden ligt voor de hand. Duidelijk blijkt uit dit Bóeren- telegram dat eenerzijds de zorgeloosheid der Engelschen veel grooter is geweest dan zij wilden weten, anderzijds de Boeren een heel wat mooier overwinning hebben behaald dan het aanvankelijk den schijn had. Eigenaardig is dat het telegram uit Pre toria spreekt van elf, dat uit Brandfort, evenals de vroegere berichten, van zeven veroverde kanonnen. Aan het gevecht bij Boshof waar De Ville- bois-Mareuil viel, hebben 500 Engelschen met een batterij artillerie deelgenomen, volgens sommige berichten onder bevel van lord Methuen zelf. Ook is er een bericht dat de Engelschen twee kanonnen buit maakten. Het ljjkt echter weinig -waarschijnlijk dat het kleine Boerentroepje geschut meevoerde. De cavaleiie-brigade te Bloemfontein, die onder kolonel Porter esn vet kenning deed ten Oosten van Leeuwkop, stiet daar op 150 Boeien, De brigade besclioot <ie Boeren met tiaar geschut, waarop deze zich vetspreiden. De bereden infanterie bij lord Robert's leger is samengevoegd tot één divisie onder bevel van kolonel Jan Hamilton» Uit Pretoria verneemt de sDaily Mail" dat kolouel Plinner's legertje van Rainathla- bama naar het Nooiden terugtrekt. Een 1300 gevangen Boeren zijn nu van eeu der gevangenschepen overgebracht naar de renbaan te Simonsstad. De mannen zagen er heel slecht uit. De veertien Boeren die vandaar ontsnapt zijn, behooren blijkbaar tot een grooteren troep die beproefde te ontvluchten. Eén werd door de schildwachten doodgeschoten, één gewondvijftien ontvluchtten waarvan er pchter één weder gepakt werd. Ook zijn weer tunnels ontdekt naar de kust. Moneypenny, de beruchte correspondent der sTimes" te Lorenpo Marquez, klaagt dat daar onlangs op Fransche en Duitsche schepen twaalf zware kanonnen zijn aangevoerd, die ongehinderd passeerden; ook zegt hjj dat gril, dat lxij met mij getrouwd is oon zich te wraken op een andere vrouw, en toen den moed. miste zijn wraak verder ton uitvoer te loggen. Ik behoef sleoh'ts te denken aan mij® gebroken hart en aan mijn kind. O, dan zal ik moed1 bezitten om alles te doen. Vaarwel nu, juffrouw JordanVaarwel, Lifdale Hou se! Neon tor wille van mijn kiind, nie mand mag ooit weten dait ik hier ben ge- weesit. Ik zal heengaan en geen spoor achter laten rij mogen zeggen dat de huishoudster plotseling zonder eenigo reden, haar betrek king heeft verlaten, maar nooit zal men die huishoudster in verband kunnen brengen met Lady Adair. Welk een bittere spot lijkt het te denken dat ik Lady Adair lxm!" Zij ging voor die laasbe maal en vol onge duld naar haar kamer. Zij ontdeed rich van haar grijze pruikzij overwoog kalm wat zij moest. doen. Bet valsdbe grijze haar ver brandde zij', opdat hot niet gevonden zou worden; de witte korntet daarentegen liet rij in de> lade va® een kast achter. Zij had in hiaar koffer een japon die zij met het oog op een omstandigheid als dez» had gekocht, een zwarte fluweelten japon. Met een gevoel van verademing ontdeed rij zidi van de ver momming die al de gratie en elegantie van haar schoooe gestalte had verborgen, en doste^ ricili weder ini een kleeding die bij haar jeugd en schoonheid paste. Onder al haar droefheid en wanhoop ver gat Daisy dat toch nietrii was ,mooi genoeg om de liefde van. een man" te bezittenmet dien blos pp haar lelieblank gelaat, een'glans van» vasbbesradbniheid in haar oogen was zij' aoo sdhoon als een vrouw maar behoefde te iedere maand ongeveer 500 vrijwilligers voor Transiaal aankomen. Volgens een Exchange-telegram zouden de Kaap?che minister-presirleni Schieincr en zijn collega Solomon aftreden -wegens oneenig- heid met den Afrikaanderbond. De correspondent van de Morning Leader" te Kaïro heeft een onderhoud gehad met Fischer, een der leden van de Boeren-depu- tatie die aan boord van de K a i s e r op weg is naar Europa. Fischer wilde zich niet uit laten over het doel van zjjne zending, maar praatte overigens over allerlei zaken den oor log betreffende. O. a. zei hij dat sinds het uitbreken der vijandelijkheden de sterkte van de Boerenstrjjdmacht te velde niet grooter is geweest dau 38,000 man. Hoeveel mannen de Boeren op het oogen blik onder de wapens hebben kon Fischer niet zeggen. De V i 11 e b o i s-M a r e u i l. Men heeft nog twijfel gekoesterd of gene raal De Villebois-Mareuil inderdaad gesneu veld is. Over dat gevecht bij Boshof zjjnde berichten nog zóó onduidelijk, dat er inder daad ruimte gelaten wordt voor twijfel. Eener zijds werd beweerd dat onder de namen der gesneuvelden geen vreemdeling wordt ge noemd, zoodat men den Fransciien officier nog in leven hoopte; anderzijds wordt be richt dat de moedige vriend der Boeren dooi de Engelschen met militaire eer is Mi%raven. Ons dunkt dat er geen grond is om nog te hopen, en wèl-onderrichte personen nemen De Villebois' dood als zeker aan. Zoowel dr. Leyds als dr. Muller, de Vrijstaatsche verte genwoordiger, hebben de familie dan ook hun deelneming doen toekomen. Het sJournai" heeft den broeder van den gesneuvelde geïnterviewd. Deze gaf zjju voor nemen te kennen om aan de Britsche regee ring een vrijgeleide te vragen om het lyk van zijn broeder naar Frankrijk terug te brengen. Hij vertelde ook nog, dat de kolo nel een plan voor een aanval op Kimbcrley had uitgewerkt, dat door den krijgsraad der Boeren was goedgekeurd, doch niet werd uit gevoerd uit vrees dat het te veel menschen- levens zou kosten. Volgens de »Libre Parole" besloot gene raal Néatïer naar Transvaal te gaan, zoodra hij De Villebois-MomnPs dood hoorde. Misschien wil deze bekwame legeraanvoerder de plaats van zjjn gesneuvelden landgenoot gaan innemen. Men zal zich herinneren dal Négrier wegens zijn oproerige uitlatingen eenige maanden geleden door minister De Gallifet ontheven is van zijn lidmaatschap van den oppeisten raad van oorlog. Van de warme sympathie die De Villebois- Mareuil voor de zaak der Boeren gevoelde, getuigt wel de proclamatie die hij tot zjjn lundgenooten heelt gericht die aan hun zijde ?ijn komen strqden. Daarin zegt hjj o. m. a Officieren, onderofficieren en manschap pen, ik weet dat ge mjj niet hebt vergeten en dat we elkander begrijpen en daarom doe ik een beroep op u. Er is hier over de Vaal een volk dat men van zijn rechten, zjjn eigen dommen, zijn vrijheid wil berooven om der wide van ettelijke kapitalisten. Het bloed dat door de aderen van dit volk stroomt is voor een deel Fransch bloed. Daarom moetFrnnk- rjjk dit volk krachtdadig helpen. »Gij zijl mannen die u, buiten de groote nationale pliciiten, door uw soldatenbloed gedrongen hebt gevoeld u te scharen onder rijn. En toch. moest zij lachen om die over peinzing. Want wat gaf heb of rij schoon was? Hij zou liaar toch niet liefhebben, hij zou ,toöb. nooit om haar geve® de vrouw die hij liefhad was duizendmaal schooner dan zij. Het leek haar zoo vreemd door de straten van Londte® te wandelen zonder eenige- ver momming. Zij lette niet op de bewonderende blikken die van alle zijden tot haar uitgin gen, pp de bewonderende oogen die haar volg den. Zij dadht er al'leen aan of rij haar echt genoot op Cliffe Houset zou vind'en. Menige voorbijganger bleef staan om die sohoone vrouw met haar heerlijk haar in die zwart- fluweefon japon na te staren, wier gelaat aoo betrokken stond en wier oogen in wijde verte schenen te staren. Daisy liep voort; de zon soil een stralend; de hemel was blauw; de westenwind zacht en verkwikkend; de men sdien zageu er gelukkig welvarend uit; kleine kinderen jubelden langs den weg. Maar zij zag niet de m het zonlicht glin sterende straten en hoorde de stemmen der kinderen in hun spelen niet; een vre-eimde gedachte hield haar bezig. Zij stelde zich voor hoe een veroordeeld misdadiger uit rijn cel naar 'het schatvot gaat; hoe kort de weg hem moet toeschijnen aan welks eind de d'ood is; hoe rijn blikken moeten hangen aan de donkere muren, aan de gezichten der meu- schen in rija nabijheid, die hij zoo spoedig o hemel, hoe spoedig voor eeuwig moet vaarwel zeggen. Zoo voelde ooik zij zich nu; rij wandelde liaar oordeel tegemoet. Wat waren voor haar de lachende zonneschijn en de vroolijke stem men? De dood was aan het eind; want het de vlag van dit volk. Moge deze vlag geluk hebben 1" In het sBerliner Tageblatt" wijdt kapi tein Fritz Honig een artikel aan De Villebois. Volgens hem was hij de man van de ver schansingen en ingravingen waarmede de Boeren aan de Tugela en de Modderiivier zoo uitnemend hebben gewerkt. Trouwen», de tactiek van vooruitgeschoven verdedigingswerken behoort tot de Fransche krijgskunde; bij Gravelotte iiebbeu de Duit- schers er op onaangename wijze mede kennis gemaakt. De Villebois heeft dit systeem tot een hoogen trap van volmaaktheid opgevoerd, waarbij niet uit het oog mag verloren worden dat de Boeren voor deze wijze van strjjden geknipt zijn. Niet alleen de continentale, ook do Engelsche pers brengt, behoudens een enkele uitzonde ring, warme hulde aan De Villebois Mareuil. Te Parijs wil men een straat naar hem noemen, en de sLiberté" heeft een inschrij ving geopend voor een gedenkteeken te zijner cere, die reeds ruim 3200 francs opbracht. Oe Zuld-Afrfkaansche Mali. Engelsche bluf. De correspondent d!er „Zwolselie Courant" to Kaapstad beschrijft t.oe belachelijk de En- golsclie autoriteiten aldaar zich hebben aan gesteld, tegenover de militaire attachés va® Nederland en Rusland1, luitenant Thomson en kolonel Goerko die, zooals do lezer zich herinneren zal, bij den aftocht der Boeren van Osfontein wegens net breken van hun wagen, in handen der Engelsche® vielen. De correspondent schrijft Ten slotte een staaltje van een erbarmelijk mislukte Engelsche bluf. 't Gold d'e twee mi litaire attache's bij het Boerenleger, luite nant Thomson van het Nederlandschc en ko lonel graaf Goerko van 't Russische leger, die, zooals men weet, «ia. 't gevecht bij Pop lar's Grove, in handen Ier Engelschen waren gevallen. Toen namelijk de Boeren daar te rugtrokken, brak de as van 't wagentje van kolonel Goerko, en daar deze zijn bagage cn papieren niet in den. -teek wilde laten, bleef hij achter, in afwachting van hetgeen er ge beuren zou. Luitenant Thomson, die hem daar aantrof, besloot hem niet aan zijn lot over te Laten en bleef bij Item. Zoo kwamen ze in handen van do Engel schen, en lord Roberts zond hen over ICim- berloy naar Kaapstad, waar ze dlan wel nader last zouden krijgen om naar Europa, to ver trekken. Daar waren beiden echter geenszins oven- te spreken, ze wilden weer terug naar Preto ria. Op den dag va® het vertrek va® de mail boot zaten ze da® op hun kamer in "hotel in gezelschap van den Noderlandlsclre® con sul-generaal alhier, de® beer B. H. de Waal, in afwachting van do nadere boodschap. Die boodschap kwam in de® vorm van een Britsch kolonel, die hun een bevelschrift va® lord! Roberts overhandigde, waarin zij zonder veel omwegen last ontvingen dienzelfden dag naar Europa te vertrekken. 't Antwoord v;jn de heide heeren was ook zonder omwegen, nl. ,dat ze het niet deden". Daar stond de Britsche kolonel. Hij probeer de het nog eens, maar dc- heeren waren on verzettelijk. „Of de consul hen dan wildo bewegen goedschiks heen te gaan opperde do kolo nel. „Neen, daar moest hij zelf maar voor zor- zou voor haar de dood zijn vóór hem te staan en hem aan te klagen hem haar misschien te hooren verloochenen hem misschien te hooren ontkennen d'at lrij haar kendeen zoo hij dat al niet deed, liaar komst te hoo ren vervloeken. Geen dood kon wreeder voor haar zij® dan doze vernietiging van haar liefde. Voort ging zij, met haastigen, geen o ogen blik weifelenden stap. Daar, in de vei te, zag rij het ijzeren hek waartegen zij geleund had op den dag van haar doodsangst, toen zij voor het eerst Lady May had gezien, op den dag en de ure toen de dood haar met kouden greep had aangevat. Voort ging rij, met een moed die met iederen '-ta.p aanwies. Zij ging om gerechtigheid te zoeken niet voor zich zelve alleenmaar ook voor haar kind in het verre Frankrijk; het rind dat nooit vaders liefde of vaders zorg had gekend. En d'aar drongen de tranen liaar in de oogen, daar vloeiden tranen over haar wangen, tranen die brandden op haar elaat. Tranen iTrotsdi 'hief rij liet hoofd op. Zij wilde niet we te» dat zij weende; hot was alleen terwijl zij dacht aan haar kleinen jongen, die niemand had om hem lief te hebben dan zijn moeder. „Ik wil niet voor mijn vijanden treden! met tranen op het gelaat," zei Daisy bij zich zelf. Zóó vei- was het eindelijk gekomende man dien rij zoo vurig had liefgehad, dien zij verpleegd' had, met al de liefdevolle zorg van haar meisjeshart, was liaar vijand gewor den. Zij mochten niet zien dat rij geweend had. Zij wilde voor hen verschijnen fier en statig als de trotsdhe vrouw die hot hart van haar echtgenoot had veroverd, rij moest haar ven, daar had do consul niet mee te maken," was het antwoord. 't Zonderlinge tooneel werd nog zonderlin ger, toen oen kapitein, don kolonel kwam. waarschuwen, dat „do rijtuigen voor waren". Ja, dat was heel mooi, maar de heeren gin gen niet. Of zo hun bagage ingepakt hadden? De Hollander had' zijn bagage te Pretoria en de Rus, zeker, rij mochten zijn bagage wel naar beneden brengen, nadat hij er rijm papieren uit genomen had. Er kwamen holelknechts binnen, de koffers werden weggesjord en naar benede® gebracht, maar d'e heeren ble ven zitten waar ze ware® De Britsche kolonel was intuissdhe® weg gegaan, maar kwam na. eenige® tijd terug, haalde weer een brief voor de® dag, en do beide attache's, die waarschijnlijk niets an ders verwachtten dan ren bevel tot inhechte nisneming, hoordlp® tot hun verbaring oon boodschap va® don gouverneur dat hij tot zijn spijt vernomen bad dat de heeren in mocilij'klieden waren gekomen, met de mede- deoling, d'at rij niet behoefde® te vertrekken. En het slot van de historie m dat beide at tache's eenige dagen later op een nieuw be vel van lord, Roberts naar De» agoa-foaai rijn vertrokken, met vrij overtocht vanwege de Engelsche autoriteiten. Engelsche bluf! Naar St. Helen® Generaal Cronjó met zijn manschappen, die zich te Koed'oesrand overgaven, zal naar St. Helena getranspoiteerd worden. De re den die daarvoor genoemd wordt is, dat er in de geheele Kaapkolonie geen plaate is waar zo met veiligheid gehouden kunnen woid'en! Het feit dat de namen dezer krijgs gevangenen nog niet gepubliceerd zijn, maakt deze transportatie nog veel zwaarder en bit terder, daar de familie-betrekkingen dier ge vangenen in het duister verkeeren omtrent hun toestand. Sedert hun aankomst in het westen had' niemand van het publiek de ge legenheid ze te bezoeken of iets voor lien te doen. Van verschillende kanten hebben wij vernomen, dat velen ran hen kleederen en schoenen noodig hadden, vooral onderkleedo ren, om zich te kunnen versclioonen. De yriend'en en betrokkingen dezer krijgsgevan genen zijn thans verstoken van h«t voor recht hun lijden te kunnen verzachten. Waarlijk, indien de imperiale regeering "een plan wilde beramen om 't gevoel der kolonia le Afrikaanders dieper te kwetsen da® door de verliezen van betrekkingen op het slag veld', zij kon geen geeohikter besluit hebben genomen, dan om deze krijgsgevangene® naar St. Helena te transporteeren. Donk aan de onzekerheid cn angst van de echtgenooten en kinderen van velen dier mannen, zonder in de gelegenheid te rijn uit te vinden hoe het met hun dierbaren gaat. Salarissen Niet iedereen weet- welke salarissen do Britsdie generaals ontvangen wanneer rij in actioven dienst zijn. Lord Roberts, als opper bevelhebber, prijgt 10 pd. ,15 s. per dag, ter wijl een generaal, die niet het opperbevel (zooals Sir Redvers Bulier) 8 pd. per dag ont vangt. Een luitenant-generaal krijgt 5 pd. 10 s. per dag voor zijn diensten; een majoor- generaal 3 pd. per dag, terwijl een brigade generaal 2 pd. 10 s. per dag ontvangt. Deze salarissen sluiten niet m toelagen voor voe der, enz. Een kolonel van den staf krijgt eigen waardigheid handhaven rij was een trouwe vrouw en zij was de moedor van den erfgenaam van Eaatwold. Zij die haar on recht hadden, aangedaan, mochten vreezen en wijken niet rij. En zij wendde eenigo ©ogenblikken haar hoofd! zóó dat do wind de -poren van tranen kon uitwisschen, „Ik zal mij zelf haten als ik weent," zeido zij. „Ik wil gerechtigheid, geen medelijden." Zoo stond rij eenige minuten. „Ik wildo," dacht rij, „dat ik al mijn tra nen veilig kon wegsluiten, zoodat geen mij kon verraden." Toen zij haar koele, trotsche kalmte had! herkregen,, ging rij naar het huis toe. Zij haalde de bel over. Nu zij wist dat rij over eenige oogenblikken zou worden binnengela ten, klopte haar hart met pijnlijk-zware sla gen; haar gelaat verbleekte even; maar rij gaf niet toe aan die zwakheid. „Ik moet voor mijn vijanden verschijnen," dacht rij. „Ik kom hier om gerechtigheid, niet out medelijden." Een lange knecht opende de deur en boog eerbiedig toen hij de schoone vrouw met haar ■gouden baar, in stemmig zwart gekleed!, zag. „Ik wenschte Lady Trevlyn te spreken," zei Daisy met vaste stem. „Ik weet dat rij thuis is." „Lad'y Trevlyn is thuis, maar op het oogenblib niet te spreken," was het ant woord. „Ja wel," sei Daisy. „Sir Clinton Adair is er maar hem zou ik juist hier ontmoeten." „Da® zal ik u aandienen," zei de knecht, Wordt vervolgd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1