No. 10235. 54"e Jaargang. Dinsdag 8 Mei 1900. GOUD EN EER. il 1- BUITENLAND. iië ook loc:. 'r ft iri" 4? SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen JL 1.25. Franco per post fl, 4.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan 'iet bureau bezorgd zijn. BureauBoterstraat 68. Prijs der Adverten tiën: Van 16 regels ft. 0.92iedere re^el meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die °zü innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Itleine ailvertentiën opgenomen "tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intcrc. Telefoon Xo. 133. llgeoieen overzicht. SCHIEDAM, 7 Mol 1900. Te Londen is men voi moed. Lord Ro berts opmarsdi wordt vccrJoopig met goedbii uitslag bekroond en al weet men niets om trent do geleden verliezen die komen te genwoordig pas als de belangstelling door nieuwe feiten in beslag wordt genomen, juicht men over den terugtocht der Boenen, wier verliezen, natuurlijk lrool zwaar moeten zij'n geweest. In beurskringen is men nog optimistischer gestemd. Beweerd wordt dat Engelsdie en iïollandschü handelshuizen in Transvaal reeds belangrijke bestellingen doen van goe deren die na den oorlog noodig zulkan zijn. En men leidt daaruit af dat de oorlog niet lang meer zal duren. Voor dio veronderstelling is dunkt ons geen enkele reden, 'tls waar, Roberts rukt gestadig voort en staat nu aan de Vetrivier, d'ie hij na veel strijd heeft vermogen over te trokken. Wiriburg is door de EngeLschen1 bei- zet en, daar do Boeren weder zijn terugge gaan, kan de toclrt naar het Noorden worden voortgezet. Evenwel, hot Engelsdie leger heeft nog niet de hoofdstellingen der Boeren be reikt. Eerst wanneer daar eon beslissing is gevallen, kan misschien wonden gegist naar ten mogelijke® duur der vijandelijkheden. Intusaolren is generaal Hunter bezig zij'n doortocht naar Mafeking mogelijk te maken. Blijkbaar bieden de Boenen eon liardnekki- gen tegenstand. Bij Brandfort heeft het geschut der* Boe ren, voordat deze terugtrokken, nog even een Eu gelach kanon vermeld, J ien 4den Mei stond de divisie-Brabant bij Dewetsdorp. Uit Abvval Noord wordt van 4 Mei bericht dat de kolonne-llart Smithfield heeft, bezet en 25 Boeren gevangen nam. Volgens een telegram aan de «Daily Mail" uit Lorenpo Maiquez van 4 Mei zijn er in Natal rug slechts 4000 Boeren; 3000 zijn en in de laatste veertien dagen vandaar teruggeroepen. Aan bet hoofdkwartier van Bulier te Lady- smith werd gerapporteerd dat Botha 2000 man uit Natal heeft ontboden. De London Gazette" publiceert epn rap port van French over de operaties om Coles- berg tusschen 15 December en 25 Januari, met een aanteeking van Roberts waarin deze French cn diens troepen prijst. Begbie, de directeur der in-de-lueht-ge- sprongen fabriek te Johannesburg, is tegen een borgtocht van 500 p. st. vrijgelaten. Hij wordt aangeklaagd van poging tot moord. Volgens een telegram uit Durban aan de «Observer" zou, volgens een Engelsch mijn ingenieur die tijdens het ongeluk te Johannes burg was, het aantal slachtoffers veel grooter zijn dan is opgegeven. Hij sprak van wel 100 dooden en evenveel gewonden. Volgens de «Times" denkt de Engelsche regeering er over Boerengevaogenen naar Ceylon te zenden. De Zuid-Afrlkaansche Muil. De B o e r e n-T a c t i e k. De «Afrikaander correspondent" van het nllbl." geeft de volgende interessante be schrijving van de vechtwijze der Boeren. Roman uit Transvaal VAN AUGUST NIEMANN. G> Hij stond langzaam op. Ottilio kan het Ihetn aanzien, dal hij ongaarne gestoord werd. Zij wist lioa onaangenaam lrij het vond, 's .avonds als hij op vreedzame rust na den arbeid! des daags hoopte, in huiselijke twis ten ie worden betrokken. Het speet haar dat zij de oorzaak was. Hoe dikwijls haid zij reeds tegen haar wengch aanleiding gegeven tot do onaangename scones die zijn tweedb vrouw juist 's avonds of onder liet inidldaireten uit lokte. Met wei leien de bewegingen lei lrij zijn si gaar neer en ging naar de deur. „Wat is er, Amalia?" vroeg hij. „Hier, daar heb je je doch tea* OttiLie, je lievelingriep de direeifeursvrouw uit. „Ik ben niet begon haar opgewassen. Tegen, d'e antwoorden die ik van haar krij'g, kan ik niet op. Wat ik zeg, is immers laster!" „Ik Ji'eb niet gezegd dat u, maar do gra vin mij lreeft belasterd." „lloo zoo Wat is c-r Welke gravin V' vroeg haar vader. Ottilio heeft oen samen komst met graaf I oynta gehad in het park zooeven terwijl wij soupeerden. Gravin, von Holfoniberg, zijn Laat ons eens zien wat er alzoo voor een gevecht gebeurt. De patrouilles hebben de nadeiing van den vijand, ongeveer zijn ge talsterkte en zijn bedoeling gerapporteerd. (Men zal mij veroorloven bier op te merken, dat het meer dan wonderlijk is hoe juist de Boer met het bloote oog voorwerpen op grooten afstand kan onderscheiden en teilen). De krijgsraad wordt nu bijeengeroepen. Hij is samengesteld uit de verschillende commandanten, de veldkornets en de assis- lent-veldkornets. De beide laatste groepen hebben slechts een raadgevende stem. Het voorzitterschap wordt aan den oudsten com mandant opgedragen, tenzij de president by stemming wordt benoemd. Hij is ipso facto hoofdcommandant in het aanstaande ge vecht. De bijeenkomst wordt geopend niet gebed en de president licht met enkele woorden het te behandelen onderwerp toe. Na een lange beraadslaging, waaraan elk lid vrijelijk deelneemt, wordt een algemeen plan van actie vastgesteld. Dit bestaat gewoonlijk in een algemeen denkbeeld van wat men bereiken wil en te doen staat, als het plan slaagt en wat als het misluktverder boe de verschil lende commando's geplaatst moeten worden en elkander zullen steunen. De verschansingen die aangelegd moeten worden, worden ruw op het papier geteekend, maar alle andere instructies worden monde ling verstrekt. Ten slotte rijdt de geheele krijgsraad de stelling rond en wordt bet plan definitief vastgesteld. Onmiddellijk na den terugkeer in het kamp ontvangen de verschillende commando's bevel de aangewezen stellingen in te nemen, zelfs al wordt de vijand eerst den volgenden dag verwacht. Hierdoor kan de Boer door en door bekend worden met zijn stelling, waarvan bij de zwakke en de stetke punten kan opmerken, hij heeft gelegenheid uitstekende dekking te zoeken voor zich en zijn paard, de beste wegen voor het voorwaarts gaan en voor den aftocht in zijn geheugen te prenten. Vervolgens worden afstanden aangeteekend, d raad verspert ingen gelegd en schansen ge graven. Deze laatste zijn alrijd dubbel. De werkelijke schans is onzichtbaar voor den vijandhij is zeer diep en de bovenrand komt met den grond gelijk. De uitgegraven aarde wordt gebruikt voor het opwerpen van een looze schans, die 50 meter naar achteren wordt gelegd, zoo duidelijk zichtbaar als mogelijk is. Deze laatste dient tot mikpunt voor den vijand. Ais tie gesteldheid van liet terrein het toe laat, worden er en fi loeren de schansen ge bouwd. Deze hebben geen loo/e schansen en worden steeds zoo goed mogelijk ver borgen. Voor de artillerie worden eenige emplacementen aangelegd, die onderling zoo danig verhouden zijn, dat de kanonnen onge zien van de eene stelling naar de andere verplaatst kunnen worden als hel vuur van den vijand te overweldigend wordt. Dit is de redenwaarom wij zoo dikwijls lezen van Boerenkanonnen die tot zwijgen zijn gebracht door het Britsche vuurzij zijn weggereden om een andere stelling in te nemen. Het groote oogenblik nadert. De schild wachten worden teruggedreven. De verdedi gers nemen stil en snel bun stellingen in. Bevel is gegeven niet te vuien voordat de vjjand een aangewezen boscbje ol een rots- groep vooibjj is. Patronen worden voor de l.and gelegd, de vizieren worden gesteld op tante, beeft hen verrast. Maar Ottilie be weert dat heb laster is. Beslis jij maar. Het is jouw doaliber." „Is bet zoo, Ottilio?" vroeg baar vader. Ottilie was opgestaan, zij leun'de tegen den rand der tafel en sloeg haar blikken neer. Wat zou zij zeggen Haar stiefmoeder verdraaide weer eens tiaar woorden. Maar voondaJb zij nog kon antwoorden, viel de di recteursvrouw op bitsen toon in „Of bet waar is? Vraag jo d!at nog, Wil- li'bald, terwijl ik zelf het gezeg heb? Als mijn getuigenis jo niet voldoende ie, vraag het dan maar aan gravin Von Helfenbexg die het mij is komeni vertellen, omdat zij natuurlijk aanneemt dat ik als vrouw des huizes hier een ig gezag bezit. De gravin was buiten zich zelf van verontwaardiging. Zij kwam het paar tegen en lreeft het met eigetn oogen ge zien. Maar jij vindt daar misschien, niets m. Je hebt do gewoonte Ottilie altijd d'e hand boven hot hoofd te houden. Of dat je dochter- ten zegen is, als je in alles voor haar opkomt, is een andere vraag. Ik, al ben ik maar haar stiefmoeder, doei mijn plicht; ik handel al tijd rechtvaardigik „Maar is het dkrn heclemaal onmogelijk oan een quaes tia kalm te behandelen V' vroeg de directeur, haar' in de rede vallend. Hij vreesde dat zij voort zou gaanwant wan neer zijn. vrouw over haar eigen voortreffe lijkheid begon uit te weiden, dan was zij on uitputtelijk. „Kalm? Ek schreeuw zeker? Maar ik be grijp j© wel. Het is al te veel dat ik mijn den aangewezen afstand, een kort gebed, een oogenblik in gedachten verwijlen bij de dier baren thuis en rustig en vastbesloten om te vechten ot te sterven wacht de Boer zijn vijand af. Lange lijnen óclaireurs komen te voorschijn, gevolgd door de reserven. De kanonnen rijden in galop aan, ze worden afgelegd en het eer ste schot dondert over het veld en wordt door de bergen weerkaatst. De bode van den dood fluit door de lucht en begraaft zichzelf in de looze schans, het eenige voorwerp dat in zicht is. Dan wordt een kanonnade geopend op dit hoopje zand, totdat de Engelschen meenen dat de vijand volkomen ged^mora- seerd is. En nu wordt bevel gegeven tot den algemeerren aanval. De kanonnen worden opgelegd en snellen voorwaarts, de soldaten rukken in een dub bele linie vooruit maar nog altijd blijft het aan de zijde der Boeren onheilspellend stil, totdat plotseling, als de aangegeven afstand door den vijand is bereikt, de Mausers beginnen te spreken. Een hagelbui van kogels slaat in de Britsche gelederen en bezaait den bodem met dooden en gewonden. De kanonnen der Boeren werpen de eene granaat voor, de andere na midden onder de vijanden en de granaatscherven maken groote gapingen in de wankelende rijen. Tegen zulk een vuur zijn geen vleesch en bloed be stand. Er worden versclre troepen in de linie gebracht, maar het baat niets; zij zijn dapper genoeg, zij beproeven het nog eens en nog eens, maar het is onmogelijk te strijden tegen een vijand die onzichtbaar blijft, die even dapper is als de aanvaller en die vecht voor alles wat hem dierbaar is. Al dezen tijd ligt de Boer rustig in zijn schans, met het oog op den vijand gericht en zijn geducht wapen in werking. Hij wordt niet opgewonden, noch geschokt. Vast over tuigd dat zijn leven in Gods hand is, geeft hij het eene schot voor, liet andere na kalm richten af, steeds zijn vizier regelende naar den veranderden afstand. De salvo's van den vijand fluiten door de lucht, zijn bommen barsten rechts en links van hem, zijn vrien den en landgenooten worden gedood of ge wond, maar niets doet hem vreezen. Mocht echter de vijand te sterk in getal blijken te zijn, of bedreigt iiij den terug- tochtsweg, dan wordt het bevel om terug te gaan van schans tot schans gegeven. Een paar van de beste schutters blijven achter om den vyand door liun snelvuur te doen gelooven, dat de stelling nog bezet is, terwijl de hoofdmacht naar de paarden gaat en weg trekt. Als deze eenmaal op een veiligen afstand is, wordt zq gevolgd door de achtergeblevenen, hoewel bet dikwijls gebeurt, dat de achter hoede door de Engelschen krijgsgevangen wordt gemaakt, voordat zy de paarden kan bereiken. Als de vijand met cavalerie achtervolgt en de Boeren belemmerd worden door een zwaren legertros, wordt een sterk commando achtergelaten in een geschikte stelling om de achtervolging te stuiten. Deze stelling wordt slechts zoolang gehouden, totdat de hoofdmacht een andere positie heeft kunnen bereiken en gereed maken, waar met succes tegenstand kan worden geboden of verster kingen kunnen worden afgewacht. Zulke stellingen zijn in liet Noorden van den Vnjstaat op afstanden van een paar mylen en in Transvaal overal. Wij moeten daarom niet te veel gewicht hechten aan de Britsche telegrammen die ons melden dat deze of mond durf open. doen, „iet waar? Het gaat als gewoonlijkjij kiest partij tegen me. Ja, zooals een mensch liet eens doet, doet bij het telkens weer. Dat zeg jo immers zelf. Maar wanneer jo liet nu il goed en' behoorlijk noemt, d'at Ottilio nachtelijke samenkom sten heeft, bekommer ik mij om niets meer. Dan trek ik er mijn band geheel van af, en moeten jullie maar zien hoe het gaat. Of dat dan „Anialia,, luister nu en wind jo toch niet zoo op. Jo zult weer hoofdpijn krijgen. Ik kan tooh niet spraken nis je niet luistert Ottilio bemerkte dat haar stiefmoeder nog met haar zelf. "Want haar vader begon met liaar zelf. Want haar voder begon kwaad to worden, en dat bood stof t-ot een driftigo woordentwist. Zij hoopto dat haar afwezigheid eeaigermatö lier vuur van voed sel zou berooven. Zij vond het onverdragelijk oen twist tusschen haar ouders aan te hoo- ren. Daarom sloop zij de kamer uit en trok zich op haar eigen kamer terug. Hier leunde zij haar hoofd tegen den rand van haar bed en woonde. Zij had geen licht; maar het sneeuwlandschap kaatste liet heldere maan licht terug. Want de sneeuw werd liier niet spoedig bruin en modderig als in groote ste den to Gotlia bleef zij lang wit, ten minste in het deftiger d'eel der stad, waar groote tui nen waren, en ook het hertogelijk paleis dichtbij1 was. Ottilie zag op naar den heuvel. Het was haar alsof daar bij de fonkelende sterren alleen, nog rust en vrede heersehten. En zij' begon zich vreemd te voelen in haar gene positie is genomen, dat een kopje of een lijn van kopjes door de Boeren is ont ruimd. De Doer houdt een positie slechts zoolang, totdat hij het gestelde doel heeft bereikt, of totdat hij een andere kan be zetten, die voor de verdediging beter ge schikt is. Mocht de achtervolging echter te warm worden, dan neemt elk paarderuiter zooveel schietvoorraad en mondkost als hij dragen kan. De wagens worden in brand gestoken, de ruiters verspreiden zich over het uitge strekte veld, waar ze in enkele ocgcnblikken uit het gezicht verdwenen zijn. De achtervolging moet dan wel ophouden, men zou evengoed een zwerm vliegen kunnen jagen als deze bende ruiters, die eiken duim gronds kennen. Toch komen deze mannen nog denzelfden nacht bijeen op de vergader plaats, mijlen ver, die voor het uiteengaan was aangewezen. Aan cc® schrijven van een stadgenoot ont kenen wij Geen discipline. KOMATIEPOORT, 3 April 1900. Zoo zie je, ben ik weer van Barber ton af, en bevind mij te Komatiepoort, de grens plaats bij de Portugee-ehe gronden en het eerste station langs de Z. A. ri. M.-Ujn op onzen bodem. Er is lm-r voed- gcdUie-nde den geheclen oorlog een macht gelegerd, doch koorts is er zóó lievig, dat men gteu meii- isclien genoeg kan vinden cn ik thans aan de beurt bon. Aangezien *k, zooals men liet hiel* noemt, reeds gezouten ben, en liet seizoen reeds naar den winter gaap, geloof ik niet dat d'e koorts veel vat op mij zal liehlxu oil hoop ik met wat voorbehoodlmid'Jek'n vi ij te blijven van dieu lastiger, klant. Koniatiepoort ligt even boven de samen vloeiing van de Krokodilrivier met de Ko- malie. Deze ii\ier is nog al bravd en heeft daarom ecu lange brug. Het lx waken dezer brug is mi onze plicht, want nietttgeïi«taan de Portugal, niettegenstaande haar draaien, in haar neutraliteit in Delagoa-lmistand vastig zou kunnen of moeten blijven, zou toch db een of andere gedienstige g est tegen co nbetlooning wel een» wat dvuauuel op die brug willen verspillen hetgeen ons in een onaangenaam parket zou brengen. Aangzien dezo brief op Portugcfecll grond gebied. gepast zal worden, behoef ik niet zoo zeer op den censor te rekenen, hoewel ik mot geloof dat brieven1 naar Holland ooit geopend worden. Ik kan je daarom vrij meededen dut ik te Ladysmith bij de zgn. ingenieurs ge voegd was owi den dam te lielpeu bouwen die de Ladysnntiers natte voeten had moeten bezorgen. Van wege d'e vlucht, o neen, het geregel de terugtrekken, kon die dammakerij natuur lijk niet doorgaan. Het is bij die gelegenheid vooral dab mijn vermoeden zoo scherp be waarheid weid, nl. dat het met den Boer is „Icdbr voor zichzelf, God voor ons allen," voornamelijk op koimnan'do. Wat is mij die dapperheid va® het volk tegengevallen Wat werd ik van mijn illusie beroofd! Hoe wei nig, bitter weinig worden de pogingen van de buiteulau'derb op prijs gestold! Ik ver meed dat als de Hollandsche ambulance te rugkomt, zij ook wel iets over het volk to vertellen zal bobben. Gelukkig zijn de rege len Dit is, zGoals de lezer weet, inderdaad ge schied. [Kim.]. vaderstad; liet was lends ecu afsehcidsblik d'ien zij naar buiten .vioip. Taai bedekte zij weer haar gelaat niet haar handen en ween de. Ecu kloppen aan de deur deed haar op schrikken. Haar vader trad binnen. Ilij streek mot zijn hand over zijn haar, zuchtte cn ging in den lagen kun-doel zitten. „Kindlief," begon thij, „als ik het geld had', zou ik van harte gaarne je wenseheii vervullen Maar jo weet, mul een' zoo groot gezin ,.0, spreek daar maar mol over, vader, liet is immers uit. Ik heb hem van avond gezegd, dat wij elkaar nooit kunnen weerzien; daar om ben ik uit geweest. El u ziet toch dat het geen nachtelijke samenkomst i» «lwcc-i Het is immers zoo licht als overdag." „Ja, ja, kind; huil nu maar niet. Alen weet immer» nooit, hoe alk* zal gaan. en of het niet juist een geluk is wat wij voor een ongeluk houden." Ottilie stak zuchtend luuir lamp aan. „Ik heb vandaag juist weer een brief van mijn oud'en vriend Pudge gekregen. Ilij schrijft mij uit Johannesburg dat zijn gezin in Europa is, cn dat hij zelf naar Londen wil gaan voor zaken. Van Londen! wil hij hier kcimcn on Do directeur bleef steken. Hij hoorde iets aan het venster rinkelen. Ottilio scheen liet niet to hebben opgum ei kt. „Ja, wat ik wilde zeggen, Ottilie," ging hij voort„het zal mij ontzaglijk zwaar vallen van je te scheiden. Het zou mij veel ver- Een enkele star verlicht de sfeer, Een enkele held bezielt een heil*, ook hier van toepassing en Goddank bezit ten wij niet één doch meer helden, die dan ook wonderen doen, zeer terecht zoca.ls wij hier zeggen met God's hulp. Het doet mij dikwijls vragen „als er bij ons nu zóó gehandeld wo«P (denkende aan de fouten en het gebrek aan discipline) en wij hebben dan nog zooveel succes, hoe in 's Hemelsnaam moet, hot er dan bij de Engel schen uitzien." De meerderjarigheid van den Dultsciien Kroonprins. Het feest van de meerderjarigverklaring van den Duitsehen Kroonprins begon gisteren met een zeer plechtige godsdienstoefening in de slotkapel. Tegenwoordig waren de Keizer, de Keizerin, de keizer van Oostenrijk, de koning van Saksen en alle verdere naar Ber lijn gekomen vorstelijke personen, het corps diplomatique, de generaals enz. De kapel met haar muren van gekleurd marmer voor een deel schuil gaande achter groene planten, bood in liet geschitter van taliooze kaarsen een prachtigen aanblik, verhoogd door de glinstering op de ouderwet- sche parade-uniformen van de lijfcompagnie van het garde-regiment die langs de muren was opgesteld, en de pronkende uniformen der vorsten en hoogwaardigheidsbekleders. De Kroonprins dioeg bet breede Oranjelint van den Zwarten Adelaar over de 18de eeuw- sclie uniloim der garde. De hofprediker hield een koite toespraak naar aanleiding van I Ko ningen 2 2 en 3»7.oo zijt sterk en wees een manen neem waar de wacht des lleeien uws Gods", nadat het domkoor: »Ik bef mijne oogen op naar de bergen" had gezongen. Na het zingen der gemeente en den preek hief de Kroonprins de rechterhand omhoog en trok den handschoen uit om den eed af te leggen, waarbij bij de linkerhand liet luden op een vaandel dat Iipiu werd voor gehouden. De prins zeide den hem voor gezegden eed met luider stem na. Toen reikte de Keizer den prins de hand en kuste hem tweemaal op de wangen, terwijl de prins zijn vader de hand kuste. Op de godsdienstoefening volgde een cour in de Witte Zaal, Om zeven uur des avonds had in dezelfde zaal een gala-feestmaal plaats. De Keizer van Oostenrijk geleidde de Keizerin aan tafel, de Duitsche keizer liep alleen. De Kotiing van Saksen bad prinses Ileinrich tot tafeldame, de kroonprins de groothertogin van Baden. Keizer Wilhelm betuigde toen den gasten of bun vorsten zqn hartelyken dank voor de deelneming aan het feest, die een eenvoudig familiefeest heeft gemaakt tot een wereld historische gebeurtenis van den eersten rang. De Keizer vei klaarde te gelooven dat door dit gemeenschappelijk feest alleStnten van Europa erkennen, dat het Duiteehe Rijk eu Pruisen, krachtens de gevolgde staatkunde, in staat zijn met een iegelijk in goeden vrede en vriend schap te leven; De Keizer wees op den gemeenschappelijken band en de traditie die alle vorstenhuizen van Europa omstrengelt en dronk op het welzijn van alle aanwezige vorsten, neven en oorns, hun toewenschende de voldoening, dat hun land en hun volk hem evenzoo dankbaar zuilen zijn als hem het zijne. De Keizer van Oostenrijk antwoordde met een dronk op het welzijn van den Kroonprins. i i* driet doen, je lief gezicht niet moer te zien. Maar het is ten slotte het beste. Laat ons moed houden." „Ja, ik geloof ook dat het 't beste is, va derlief." Weer klonk een gerinkel van hot venster, alsof van huiten een steentje tegen de ruit werd geworpen. Nu hoorch Ottilie het ook maar zij bleef achter in de kanler, terwijl haar vad-*r naar het venster liep. „Wat is dat?" riep de directeur opeens op scherpen toon uit. „Er is een officier in den tuin. Het is graaf PoyriU. Nu rent hij weg." Ottilie verstijfde van schrik. „Maar dat komt toch met lo pas." ging de directeur voort. „Dat is te erg. Hij moet over het hek zijn geklommen. Dat is te veel. Ottilie, ik moet bekennen dat ik nu zelf aan je begint te twijfelen." Toen richtte Ottilio zioh op en liep met ven hooghartigen trek op haar gelaat naar haar vader toe. „Neen." zeide zij, „u behoeft niet aan mij te twijfelen. Het is verre van mij dat ik iets zou gedaan hebben dat mij of uw lilt is ou~ waatflag zou zijn geweest. En ik hen er zeker van, vader, dat li mij zult gelooven, al moge de schijn ook togen mij zijn. Zooveel vertrou wen stelt u wel in uw dochter." Haar vader zag haar verbaasd aan. Toon drukte bij haar in zijn armen. Wordt vervolgd.) V- .jfgrel

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1