No. 10235.
54"e Jaargang.
Dinsdag 8 Mei 1900.
GOUD EN EER.
il
1-
BUITENLAND.
iië ook loc:.
'r
ft
iri"
4?
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen JL 1.25. Franco
per post fl, 4.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan 'iet bureau bezorgd zijn.
BureauBoterstraat 68.
Prijs der Adverten tiën: Van 16 regels ft. 0.92iedere re^el
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die °zü
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Itleine ailvertentiën opgenomen "tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intcrc. Telefoon Xo. 133.
llgeoieen overzicht.
SCHIEDAM, 7 Mol 1900.
Te Londen is men voi moed. Lord Ro
berts opmarsdi wordt vccrJoopig met goedbii
uitslag bekroond en al weet men niets om
trent do geleden verliezen die komen te
genwoordig pas als de belangstelling door
nieuwe feiten in beslag wordt genomen,
juicht men over den terugtocht der Boenen,
wier verliezen, natuurlijk lrool zwaar moeten
zij'n geweest.
In beurskringen is men nog optimistischer
gestemd. Beweerd wordt dat Engelsdie en
iïollandschü handelshuizen in Transvaal
reeds belangrijke bestellingen doen van goe
deren die na den oorlog noodig zulkan zijn.
En men leidt daaruit af dat de oorlog niet
lang meer zal duren.
Voor dio veronderstelling is dunkt ons
geen enkele reden, 'tls waar, Roberts rukt
gestadig voort en staat nu aan de Vetrivier,
d'ie hij na veel strijd heeft vermogen over te
trokken. Wiriburg is door de EngeLschen1 bei-
zet en, daar do Boeren weder zijn terugge
gaan, kan de toclrt naar het Noorden worden
voortgezet.
Evenwel, hot Engelsdie leger heeft
nog niet de hoofdstellingen der Boeren be
reikt. Eerst wanneer daar eon beslissing is
gevallen, kan misschien wonden gegist naar
ten mogelijke® duur der vijandelijkheden.
Intusaolren is generaal Hunter bezig zij'n
doortocht naar Mafeking mogelijk te maken.
Blijkbaar bieden de Boenen eon liardnekki-
gen tegenstand.
Bij Brandfort heeft het geschut der* Boe
ren, voordat deze terugtrokken, nog even een
Eu gelach kanon vermeld,
J ien 4den Mei stond de divisie-Brabant bij
Dewetsdorp.
Uit Abvval Noord wordt van 4 Mei bericht
dat de kolonne-llart Smithfield heeft, bezet en
25 Boeren gevangen nam.
Volgens een telegram aan de «Daily Mail"
uit Lorenpo Maiquez van 4 Mei zijn er in
Natal rug slechts 4000 Boeren; 3000 zijn
en in de laatste veertien dagen vandaar
teruggeroepen.
Aan bet hoofdkwartier van Bulier te Lady-
smith werd gerapporteerd dat Botha 2000
man uit Natal heeft ontboden.
De London Gazette" publiceert epn rap
port van French over de operaties om Coles-
berg tusschen 15 December en 25 Januari,
met een aanteeking van Roberts waarin deze
French cn diens troepen prijst.
Begbie, de directeur der in-de-lueht-ge-
sprongen fabriek te Johannesburg, is tegen
een borgtocht van 500 p. st. vrijgelaten. Hij
wordt aangeklaagd van poging tot moord.
Volgens een telegram uit Durban aan de
«Observer" zou, volgens een Engelsch mijn
ingenieur die tijdens het ongeluk te Johannes
burg was, het aantal slachtoffers veel grooter
zijn dan is opgegeven. Hij sprak van wel
100 dooden en evenveel gewonden.
Volgens de «Times" denkt de Engelsche
regeering er over Boerengevaogenen naar
Ceylon te zenden.
De Zuid-Afrlkaansche Muil.
De B o e r e n-T a c t i e k.
De «Afrikaander correspondent" van het
nllbl." geeft de volgende interessante be
schrijving van de vechtwijze der Boeren.
Roman uit Transvaal
VAN
AUGUST NIEMANN.
G>
Hij stond langzaam op. Ottilio kan het
Ihetn aanzien, dal hij ongaarne gestoord werd.
Zij wist lioa onaangenaam lrij het vond,
's .avonds als hij op vreedzame rust na den
arbeid! des daags hoopte, in huiselijke twis
ten ie worden betrokken. Het speet haar dat
zij de oorzaak was. Hoe dikwijls haid zij reeds
tegen haar wengch aanleiding gegeven tot do
onaangename scones die zijn tweedb vrouw
juist 's avonds of onder liet inidldaireten uit
lokte.
Met wei leien de bewegingen lei lrij zijn si
gaar neer en ging naar de deur.
„Wat is er, Amalia?" vroeg hij.
„Hier, daar heb je je doch tea* OttiLie, je
lievelingriep de direeifeursvrouw uit. „Ik
ben niet begon haar opgewassen. Tegen, d'e
antwoorden die ik van haar krij'g, kan ik
niet op. Wat ik zeg, is immers laster!"
„Ik Ji'eb niet gezegd dat u, maar do gra
vin mij lreeft belasterd."
„lloo zoo Wat is c-r Welke gravin V'
vroeg haar vader.
Ottilio heeft oen samen komst met graaf
I oynta gehad in het park zooeven terwijl
wij soupeerden. Gravin, von Holfoniberg, zijn
Laat ons eens zien wat er alzoo voor een
gevecht gebeurt. De patrouilles hebben de
nadeiing van den vijand, ongeveer zijn ge
talsterkte en zijn bedoeling gerapporteerd.
(Men zal mij veroorloven bier op te merken,
dat het meer dan wonderlijk is hoe juist
de Boer met het bloote oog voorwerpen op
grooten afstand kan onderscheiden en teilen).
De krijgsraad wordt nu bijeengeroepen.
Hij is samengesteld uit de verschillende
commandanten, de veldkornets en de assis-
lent-veldkornets. De beide laatste groepen
hebben slechts een raadgevende stem. Het
voorzitterschap wordt aan den oudsten com
mandant opgedragen, tenzij de president by
stemming wordt benoemd. Hij is ipso facto
hoofdcommandant in het aanstaande ge
vecht.
De bijeenkomst wordt geopend niet gebed
en de president licht met enkele woorden
het te behandelen onderwerp toe. Na een
lange beraadslaging, waaraan elk lid vrijelijk
deelneemt, wordt een algemeen plan van actie
vastgesteld. Dit bestaat gewoonlijk in een
algemeen denkbeeld van wat men bereiken
wil en te doen staat, als het plan slaagt en
wat als het misluktverder boe de verschil
lende commando's geplaatst moeten worden
en elkander zullen steunen.
De verschansingen die aangelegd moeten
worden, worden ruw op het papier geteekend,
maar alle andere instructies worden monde
ling verstrekt. Ten slotte rijdt de geheele
krijgsraad de stelling rond en wordt bet plan
definitief vastgesteld.
Onmiddellijk na den terugkeer in het kamp
ontvangen de verschillende commando's bevel
de aangewezen stellingen in te nemen, zelfs
al wordt de vijand eerst den volgenden dag
verwacht. Hierdoor kan de Boer door en door
bekend worden met zijn stelling, waarvan
bij de zwakke en de stetke punten kan
opmerken, hij heeft gelegenheid uitstekende
dekking te zoeken voor zich en zijn paard, de
beste wegen voor het voorwaarts gaan en
voor den aftocht in zijn geheugen te prenten.
Vervolgens worden afstanden aangeteekend,
d raad verspert ingen gelegd en schansen ge
graven. Deze laatste zijn alrijd dubbel. De
werkelijke schans is onzichtbaar voor den
vijandhij is zeer diep en de bovenrand
komt met den grond gelijk. De uitgegraven
aarde wordt gebruikt voor het opwerpen van
een looze schans, die 50 meter naar achteren
wordt gelegd, zoo duidelijk zichtbaar als
mogelijk is. Deze laatste dient tot mikpunt
voor den vijand.
Ais tie gesteldheid van liet terrein het toe
laat, worden er en fi loeren de schansen ge
bouwd. Deze hebben geen loo/e schansen
en worden steeds zoo goed mogelijk ver
borgen. Voor de artillerie worden eenige
emplacementen aangelegd, die onderling zoo
danig verhouden zijn, dat de kanonnen onge
zien van de eene stelling naar de andere
verplaatst kunnen worden als hel vuur van
den vijand te overweldigend wordt. Dit is
de redenwaarom wij zoo dikwijls lezen
van Boerenkanonnen die tot zwijgen zijn
gebracht door het Britsche vuurzij zijn
weggereden om een andere stelling in te
nemen.
Het groote oogenblik nadert. De schild
wachten worden teruggedreven. De verdedi
gers nemen stil en snel bun stellingen in.
Bevel is gegeven niet te vuien voordat de
vjjand een aangewezen boscbje ol een rots-
groep vooibjj is. Patronen worden voor de
l.and gelegd, de vizieren worden gesteld op
tante, beeft hen verrast. Maar Ottilie be
weert dat heb laster is. Beslis jij maar. Het
is jouw doaliber."
„Is bet zoo, Ottilio?" vroeg baar vader.
Ottilie was opgestaan, zij leun'de tegen
den rand der tafel en sloeg haar blikken
neer. Wat zou zij zeggen Haar stiefmoeder
verdraaide weer eens tiaar woorden. Maar
voondaJb zij nog kon antwoorden, viel de di
recteursvrouw op bitsen toon in
„Of bet waar is? Vraag jo d!at nog, Wil-
li'bald, terwijl ik zelf het gezeg heb? Als mijn
getuigenis jo niet voldoende ie, vraag het
dan maar aan gravin Von Helfenbexg die het
mij is komeni vertellen, omdat zij natuurlijk
aanneemt dat ik als vrouw des huizes hier
een ig gezag bezit. De gravin was buiten zich
zelf van verontwaardiging. Zij kwam het
paar tegen en lreeft het met eigetn oogen ge
zien. Maar jij vindt daar misschien, niets m.
Je hebt do gewoonte Ottilie altijd d'e hand
boven hot hoofd te houden. Of dat je dochter-
ten zegen is, als je in alles voor haar opkomt,
is een andere vraag. Ik, al ben ik maar haar
stiefmoeder, doei mijn plicht; ik handel al
tijd rechtvaardigik
„Maar is het dkrn heclemaal onmogelijk
oan een quaes tia kalm te behandelen V' vroeg
de directeur, haar' in de rede vallend. Hij
vreesde dat zij voort zou gaanwant wan
neer zijn. vrouw over haar eigen voortreffe
lijkheid begon uit te weiden, dan was zij on
uitputtelijk.
„Kalm? Ek schreeuw zeker? Maar ik be
grijp j© wel. Het is al te veel dat ik mijn
den aangewezen afstand, een kort gebed, een
oogenblik in gedachten verwijlen bij de dier
baren thuis en rustig en vastbesloten om te
vechten ot te sterven wacht de Boer zijn
vijand af.
Lange lijnen óclaireurs komen te voorschijn,
gevolgd door de reserven. De kanonnen rijden
in galop aan, ze worden afgelegd en het eer
ste schot dondert over het veld en wordt
door de bergen weerkaatst. De bode van den
dood fluit door de lucht en begraaft zichzelf
in de looze schans, het eenige voorwerp dat
in zicht is. Dan wordt een kanonnade geopend
op dit hoopje zand, totdat de Engelschen
meenen dat de vijand volkomen ged^mora-
seerd is. En nu wordt bevel gegeven tot den
algemeerren aanval.
De kanonnen worden opgelegd en snellen
voorwaarts, de soldaten rukken in een dub
bele linie vooruit maar nog altijd blijft
het aan de zijde der Boeren onheilspellend
stil, totdat plotseling, als de aangegeven
afstand door den vijand is bereikt, de Mausers
beginnen te spreken. Een hagelbui van kogels
slaat in de Britsche gelederen en bezaait
den bodem met dooden en gewonden.
De kanonnen der Boeren werpen de eene
granaat voor, de andere na midden onder
de vijanden en de granaatscherven maken
groote gapingen in de wankelende rijen. Tegen
zulk een vuur zijn geen vleesch en bloed be
stand. Er worden versclre troepen in de linie
gebracht, maar het baat niets; zij zijn dapper
genoeg, zij beproeven het nog eens en nog
eens, maar het is onmogelijk te strijden tegen
een vijand die onzichtbaar blijft, die even
dapper is als de aanvaller en die vecht voor
alles wat hem dierbaar is.
Al dezen tijd ligt de Boer rustig in zijn
schans, met het oog op den vijand gericht
en zijn geducht wapen in werking. Hij wordt
niet opgewonden, noch geschokt. Vast over
tuigd dat zijn leven in Gods hand is, geeft
hij het eene schot voor, liet andere na kalm
richten af, steeds zijn vizier regelende naar
den veranderden afstand. De salvo's van den
vijand fluiten door de lucht, zijn bommen
barsten rechts en links van hem, zijn vrien
den en landgenooten worden gedood of ge
wond, maar niets doet hem vreezen.
Mocht echter de vijand te sterk in getal
blijken te zijn, of bedreigt iiij den terug-
tochtsweg, dan wordt het bevel om terug te
gaan van schans tot schans gegeven. Een
paar van de beste schutters blijven achter
om den vyand door liun snelvuur te doen
gelooven, dat de stelling nog bezet is, terwijl
de hoofdmacht naar de paarden gaat en weg
trekt. Als deze eenmaal op een veiligen afstand
is, wordt zq gevolgd door de achtergeblevenen,
hoewel bet dikwijls gebeurt, dat de achter
hoede door de Engelschen krijgsgevangen
wordt gemaakt, voordat zy de paarden kan
bereiken.
Als de vijand met cavalerie achtervolgt
en de Boeren belemmerd worden door een
zwaren legertros, wordt een sterk commando
achtergelaten in een geschikte stelling om
de achtervolging te stuiten. Deze stelling
wordt slechts zoolang gehouden, totdat de
hoofdmacht een andere positie heeft kunnen
bereiken en gereed maken, waar met succes
tegenstand kan worden geboden of verster
kingen kunnen worden afgewacht.
Zulke stellingen zijn in liet Noorden van
den Vnjstaat op afstanden van een paar mylen
en in Transvaal overal. Wij moeten daarom
niet te veel gewicht hechten aan de Britsche
telegrammen die ons melden dat deze of
mond durf open. doen, „iet waar? Het gaat
als gewoonlijkjij kiest partij tegen me. Ja,
zooals een mensch liet eens doet, doet bij het
telkens weer. Dat zeg jo immers zelf. Maar
wanneer jo liet nu il goed en' behoorlijk
noemt, d'at Ottilio nachtelijke samenkom
sten heeft, bekommer ik mij om niets meer.
Dan trek ik er mijn band geheel van af, en
moeten jullie maar zien hoe het gaat. Of dat
dan
„Anialia,, luister nu en wind jo toch niet
zoo op. Jo zult weer hoofdpijn krijgen. Ik
kan tooh niet spraken nis je niet luistert
Ottilio bemerkte dat haar stiefmoeder nog
met haar zelf. "Want haar vader begon
met liaar zelf. Want haar voder begon
kwaad to worden, en dat bood stof t-ot een
driftigo woordentwist. Zij hoopto dat haar
afwezigheid eeaigermatö lier vuur van voed
sel zou berooven. Zij vond het onverdragelijk
oen twist tusschen haar ouders aan te hoo-
ren. Daarom sloop zij de kamer uit en trok
zich op haar eigen kamer terug. Hier leunde
zij haar hoofd tegen den rand van haar bed
en woonde. Zij had geen licht; maar het
sneeuwlandschap kaatste liet heldere maan
licht terug. Want de sneeuw werd liier niet
spoedig bruin en modderig als in groote ste
den to Gotlia bleef zij lang wit, ten minste
in het deftiger d'eel der stad, waar groote tui
nen waren, en ook het hertogelijk paleis
dichtbij1 was. Ottilie zag op naar den heuvel.
Het was haar alsof daar bij de fonkelende
sterren alleen, nog rust en vrede heersehten.
En zij' begon zich vreemd te voelen in haar
gene positie is genomen, dat een kopje of
een lijn van kopjes door de Boeren is ont
ruimd. De Doer houdt een positie slechts
zoolang, totdat hij het gestelde doel heeft
bereikt, of totdat hij een andere kan be
zetten, die voor de verdediging beter ge
schikt is.
Mocht de achtervolging echter te warm
worden, dan neemt elk paarderuiter zooveel
schietvoorraad en mondkost als hij dragen
kan. De wagens worden in brand gestoken,
de ruiters verspreiden zich over het uitge
strekte veld, waar ze in enkele ocgcnblikken
uit het gezicht verdwenen zijn.
De achtervolging moet dan wel ophouden,
men zou evengoed een zwerm vliegen kunnen
jagen als deze bende ruiters, die eiken duim
gronds kennen. Toch komen deze mannen
nog denzelfden nacht bijeen op de vergader
plaats, mijlen ver, die voor het uiteengaan
was aangewezen.
Aan cc® schrijven van een stadgenoot ont
kenen wij
Geen discipline.
KOMATIEPOORT, 3 April 1900.
Zoo zie je, ben ik weer van Barber ton af,
en bevind mij te Komatiepoort, de grens
plaats bij de Portugee-ehe gronden en het
eerste station langs de Z. A. ri. M.-Ujn op
onzen bodem. Er is lm-r voed- gcdUie-nde den
geheclen oorlog een macht gelegerd, doch
koorts is er zóó lievig, dat men gteu meii-
isclien genoeg kan vinden cn ik thans aan de
beurt bon. Aangezien *k, zooals men liet hiel*
noemt, reeds gezouten ben, en liet seizoen
reeds naar den winter gaap, geloof ik niet
dat d'e koorts veel vat op mij zal liehlxu oil
hoop ik met wat voorbehoodlmid'Jek'n vi ij
te blijven van dieu lastiger, klant.
Koniatiepoort ligt even boven de samen
vloeiing van de Krokodilrivier met de Ko-
malie. Deze ii\ier is nog al bravd en heeft
daarom ecu lange brug. Het lx waken dezer
brug is mi onze plicht, want nietttgeïi«taan
de Portugal, niettegenstaande haar draaien,
in haar neutraliteit in Delagoa-lmistand
vastig zou kunnen of moeten blijven, zou
toch db een of andere gedienstige g est tegen
co nbetlooning wel een» wat dvuauuel op die
brug willen verspillen hetgeen ons in een
onaangenaam parket zou brengen.
Aangzien dezo brief op Portugcfecll grond
gebied. gepast zal worden, behoef ik niet zoo
zeer op den censor te rekenen, hoewel ik mot
geloof dat brieven1 naar Holland ooit geopend
worden. Ik kan je daarom vrij meededen dut
ik te Ladysmith bij de zgn. ingenieurs ge
voegd was owi den dam te lielpeu bouwen die
de Ladysnntiers natte voeten had moeten
bezorgen.
Van wege d'e vlucht, o neen, het geregel
de terugtrekken, kon die dammakerij natuur
lijk niet doorgaan. Het is bij die gelegenheid
vooral dab mijn vermoeden zoo scherp be
waarheid weid, nl. dat het met den Boer is
„Icdbr voor zichzelf, God voor ons allen,"
voornamelijk op koimnan'do. Wat is mij die
dapperheid va® het volk tegengevallen Wat
werd ik van mijn illusie beroofd! Hoe wei
nig, bitter weinig worden de pogingen van
de buiteulau'derb op prijs gestold! Ik ver
meed dat als de Hollandsche ambulance te
rugkomt, zij ook wel iets over het volk to
vertellen zal bobben. Gelukkig zijn de rege
len
Dit is, zGoals de lezer weet, inderdaad ge
schied. [Kim.].
vaderstad; liet was lends ecu afsehcidsblik
d'ien zij naar buiten .vioip. Taai bedekte zij
weer haar gelaat niet haar handen en ween
de.
Ecu kloppen aan de deur deed haar op
schrikken. Haar vader trad binnen. Ilij
streek mot zijn hand over zijn haar, zuchtte
cn ging in den lagen kun-doel zitten.
„Kindlief," begon thij, „als ik het geld
had', zou ik van harte gaarne je wenseheii
vervullen Maar jo weet, mul een' zoo groot
gezin
,.0, spreek daar maar mol over, vader, liet
is immers uit. Ik heb hem van avond gezegd,
dat wij elkaar nooit kunnen weerzien; daar
om ben ik uit geweest. El u ziet toch dat
het geen nachtelijke samenkomst i» «lwcc-i
Het is immers zoo licht als overdag."
„Ja, ja, kind; huil nu maar niet. Alen
weet immer» nooit, hoe alk* zal gaan. en of
het niet juist een geluk is wat wij voor een
ongeluk houden."
Ottilie stak zuchtend luuir lamp aan.
„Ik heb vandaag juist weer een brief van
mijn oud'en vriend Pudge gekregen. Ilij
schrijft mij uit Johannesburg dat zijn gezin
in Europa is, cn dat hij zelf naar Londen
wil gaan voor zaken. Van Londen! wil hij
hier kcimcn on
Do directeur bleef steken. Hij hoorde iets
aan het venster rinkelen. Ottilio scheen liet
niet to hebben opgum ei kt.
„Ja, wat ik wilde zeggen, Ottilie," ging hij
voort„het zal mij ontzaglijk zwaar vallen
van je te scheiden. Het zou mij veel ver-
Een enkele star verlicht de sfeer,
Een enkele held bezielt een heil*,
ook hier van toepassing en Goddank bezit
ten wij niet één doch meer helden, die dan
ook wonderen doen, zeer terecht zoca.ls wij
hier zeggen met God's hulp.
Het doet mij dikwijls vragen „als er bij
ons nu zóó gehandeld wo«P (denkende aan
de fouten en het gebrek aan discipline) en
wij hebben dan nog zooveel succes, hoe in
's Hemelsnaam moet, hot er dan bij de Engel
schen uitzien."
De meerderjarigheid van den
Dultsciien Kroonprins.
Het feest van de meerderjarigverklaring
van den Duitsehen Kroonprins begon gisteren
met een zeer plechtige godsdienstoefening in
de slotkapel. Tegenwoordig waren de Keizer,
de Keizerin, de keizer van Oostenrijk, de
koning van Saksen en alle verdere naar Ber
lijn gekomen vorstelijke personen, het corps
diplomatique, de generaals enz.
De kapel met haar muren van gekleurd
marmer voor een deel schuil gaande achter
groene planten, bood in liet geschitter van
taliooze kaarsen een prachtigen aanblik,
verhoogd door de glinstering op de ouderwet-
sche parade-uniformen van de lijfcompagnie
van het garde-regiment die langs de muren
was opgesteld, en de pronkende uniformen
der vorsten en hoogwaardigheidsbekleders.
De Kroonprins dioeg bet breede Oranjelint
van den Zwarten Adelaar over de 18de eeuw-
sclie uniloim der garde. De hofprediker hield
een koite toespraak naar aanleiding van I Ko
ningen 2 2 en 3»7.oo zijt sterk en wees
een manen neem waar de wacht des
lleeien uws Gods", nadat het domkoor:
»Ik bef mijne oogen op naar de bergen" had
gezongen.
Na het zingen der gemeente en den preek
hief de Kroonprins de rechterhand omhoog
en trok den handschoen uit om den eed
af te leggen, waarbij bij de linkerhand liet
luden op een vaandel dat Iipiu werd voor
gehouden. De prins zeide den hem voor
gezegden eed met luider stem na. Toen
reikte de Keizer den prins de hand en kuste
hem tweemaal op de wangen, terwijl de
prins zijn vader de hand kuste.
Op de godsdienstoefening volgde een cour
in de Witte Zaal,
Om zeven uur des avonds had in dezelfde
zaal een gala-feestmaal plaats. De Keizer
van Oostenrijk geleidde de Keizerin aan
tafel, de Duitsche keizer liep alleen. De
Kotiing van Saksen bad prinses Ileinrich tot
tafeldame, de kroonprins de groothertogin
van Baden.
Keizer Wilhelm betuigde toen den gasten
of bun vorsten zqn hartelyken dank voor de
deelneming aan het feest, die een eenvoudig
familiefeest heeft gemaakt tot een wereld
historische gebeurtenis van den eersten rang.
De Keizer vei klaarde te gelooven dat door dit
gemeenschappelijk feest alleStnten van Europa
erkennen, dat het Duiteehe Rijk eu Pruisen,
krachtens de gevolgde staatkunde, in staat zijn
met een iegelijk in goeden vrede en vriend
schap te leven;
De Keizer wees op den gemeenschappelijken
band en de traditie die alle vorstenhuizen
van Europa omstrengelt en dronk op het
welzijn van alle aanwezige vorsten, neven
en oorns, hun toewenschende de voldoening,
dat hun land en hun volk hem evenzoo
dankbaar zuilen zijn als hem het zijne.
De Keizer van Oostenrijk antwoordde met
een dronk op het welzijn van den Kroonprins.
i
i*
driet doen, je lief gezicht niet moer te zien.
Maar het is ten slotte het beste. Laat ons
moed houden."
„Ja, ik geloof ook dat het 't beste is, va
derlief."
Weer klonk een gerinkel van hot venster,
alsof van huiten een steentje tegen de ruit
werd geworpen. Nu hoorch Ottilie het ook
maar zij bleef achter in de kanler, terwijl
haar vad-*r naar het venster liep.
„Wat is dat?" riep de directeur opeens op
scherpen toon uit. „Er is een officier in den
tuin. Het is graaf PoyriU. Nu rent hij weg."
Ottilie verstijfde van schrik.
„Maar dat komt toch met lo pas." ging
de directeur voort. „Dat is te erg. Hij moet
over het hek zijn geklommen. Dat is te veel.
Ottilie, ik moet bekennen dat ik nu zelf aan
je begint te twijfelen."
Toen richtte Ottilio zioh op en liep met
ven hooghartigen trek op haar gelaat naar
haar vader toe.
„Neen." zeide zij, „u behoeft niet aan mij
te twijfelen. Het is verre van mij dat ik iets
zou gedaan hebben dat mij of uw lilt is ou~
waatflag zou zijn geweest. En ik hen er zeker
van, vader, dat li mij zult gelooven, al moge
de schijn ook togen mij zijn. Zooveel vertrou
wen stelt u wel in uw dochter."
Haar vader zag haar verbaasd aan. Toon
drukte bij haar in zijn armen.
Wordt vervolgd.)
V- .jfgrel