54"e laargang.
INSPECTIE te VEBLDF&AEERS.
Donderdag 10 Mei 1900.
No. 10237.
GOUD EN EER.
Kennisgeving.
BUITENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Ylaardingen fl. 1.25. Franco
per post 11. 1.G5.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijk^ nummeis 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan 'iet bureau bezorgd zijn.
BurcanBotersfraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Hleinc neithertentil'n opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon 3To. 123.
ft* AL-ft
fbj >4. ,1a"" tv -O
Burgewecstcr en wethouders van Schiedam,
Gezien het besluit van den lieer Commissaris
der Koningin in de pionncie Zuid-Ilolland lan 16
April jt, A, no. 1023 (2de afd.) prov. blad no, 31,
brengen ter kennis van belanghebbenden
dat de inspectie over de veilorgangcis der mi
litie te land, binnen deze gemeente za! plaats hebben
op WOENSDAG, 13 JUNI 1900,
des voormiddags-ten 10 ure,
op het terrein achter het gebouw de St. Joris Doeie,
aan het Doeleplein
dat op die inspectie zullen moeten verschijnen de
miliciens der lichtingen van
■1894, 1895, 1890, 1897, 1898 en 1899,
voor zoover zij vóór den lsten April jl. in het ge
not van onbepaald veiiof zijn gesteld, met uitzonde
ring vail hen, die in de maand Juni e. k. in werkte-
Ijken dienst moeien komen of aan men vrijstelling of
uitstel tot een nader tijdstip van de inspectie is verleemt
En worden mitsdien opgeroepen al de hierboven
vet melde, zich met onbepaald verlof binnen deze
gemeente bevindende veilofgangers, om op boven-
gemelden tijd en plaats te vei schijnen.
Streklende voorts tol informatie
a. dat de veilofgangers, volgens art. 140 der Mi-
li tiewet, ter inspectie belmoren te verschijnen
IN UNIFORM GEKLEED en voorzien van de
kleeding- en uitrustingstukken, hun bij het
vertrek met verlof medegegeven, vnn hunne
zakboekjes en van hunne verlofpassen; en
l. dat zij, volgens art. 130 der genoemde wet.
worden geacht onder de wapenen te zijn uit
alleen gedurende de» tijddien het bovenbedoel',
onderzoek duurt, maar in liet algemeen wanneer
zij in uniform zijn gekleed, zoodat zij, die onge
regeldheden plegen of zich aan misdi ij ven schul
dig maken bij hot gaan naar de plaats voor
het onderzoek bestemd, gedurende het onder
zoek en bij het naar buis koeren, te dier zake
zullen worden gestraft volgens het crimineel wet
boek en het reglement van krijgstucht voor liet
krijgsvolk te lande, bij gemeld art. 130 toepas
selijk verklaaid.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den Oden Mei 1900.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
VERSTEEG.
De Secretaris
G. J. BISSCHOP.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 9 Mei 1900.
Van de 547.376 kiezers hebben te Parijs
voor den gemeenteraad gestemd 408.147,
aldus verdeeld133,065 repubhkeinsche,
radicale en radico-socialistisclie, 125.029
eigenlijk sociaal-democratische, 120,091 natio
nalistische en 25.331 bonapartische en roya
listische stemmen.
De beide laatste groepen wegen dus onge
veer op tegèn de socialisten, maar blijven
verre in de minderheid tegenover het geheel
der linksche partyen. Alleen de verdeeling
Roman uit Transvaal
VAN
AUGUST NIEMANN.
8)
„Ja, ik ken kot, huis,zei Pötsch, „ik ken
al dio geweien hier aan do wanden. Die hoeft
uw vader alle van de jaelit medegebracht.
Dat daar boven heb buffet heb ik zelf nog ge
dragen."
Het was een groot vertrek niet meubelen
uit vroegere tijden, die er deftig en, gemakke
lijk uitzagen. Leuningstoelen met lederen
zittingen, waarvan liet gele hout ingelegd
was met ebbenhout; een groote rondo tafel
vóór do met paars trijp overtrokken sofa, en
behalve de geweien verscheiden vazen van
©trurisch model op consoles langs de wanden.
Groote kandeJabers, vervaardigd, van herten
geweien,^ s-ondon op een marmeren tafel.
Joachim schonk zijn gast een glas wijn in,
toen zich zeif;^ maar dronk hot leeg zonder
met hem te klinken. Hij beschouwde Pötscli
niet als zijn gelijke. Hij had hom slechts in
een bui van galgenhumor meegenomen, of
misschim ook wel om ec-n mensohdijko stem,
welke o'olc, te liooren, nu hij zich ongelukkig
en verlaten, gevoelde.
„Ja, mijn baste mijnheer Pötscih," zei hij,
na zijn glas geledigd, te hebben, „ik ben nu
in een toestand, waarin het eigenlijk het bes
te is de wereld' vaarwel te zeggen."
„Onzin!" zei Pötscli.
Joaiehim fronste de wenkbrauwen. „Waar
om onzin?"
„Omdlat zoo'n toestand in 't geheel niet
bestaat. De wereld is groot."
„En wat moet ik dan wed volgen® uw oor
deel op die groote wereld doen
in districten heeft dau ook gemaakt dat de
nationalisten versterkt zijn in den gemeente
raad. De meerderheid is, schoon zwakker,
toch dezelfde gebleven.
De ministerraad heeft het volgende com
muniqué aan de bladen, uitgegeven Dc te
legrafische berichten dei* prefecten, consta-
teeren eenstemmig dat dc gomecuteraadsvcr-
Idczingen ecu vooruitgang der eenheid cn der
politiek van republikemsehc ver-dedigiing be-
teeknenen. Onder de kantonnale hoofdplaat
sen en grootere gemeenten, waarvan de uit
slag bekend' is, zijn cr 40 die bij eerste ver
kiezing door de republikeinen gewonnen ver
der. Over het algemeen, wordt de repubhkem-
seho meerderheid d!ie reeds bestond, door deze
verkiezingen in de provincie nog belangrijk
versterkt.
De socialistische en radicale Parijsalie bla
den stellen met de „Siècle" een gemeen
schappelijke candid'atenlijst voor de gemecn-
teraadsherstenrmingen, terwijl zij te gelijk
de kiezers opwekken om deze lijst te stem
men tegen de oandidaten der reactie en van
liet nationalisme.
Yves Guyot herinnert or in dc „Siècle" aan
dat het boulangismc tors'1 dlood' was, toen
Boulanger zelf werd getroffen. Zoo zal Parijs
niet verlost raken van het nationalisme, zoo
lang generaal Merrier c-n zijn medeplichtigen
niet worden aangefclaead.
Men herinnert zich het ultra-geheime dos
sier in de zaak-Dreyfus dat door majoor
Cuignet aan den krijgsraad te Remies in ge
heime zitting werd overgelegd. Dit ultra-ge-
lreimo dossier, waarin o. a. de spionago-rap-
porten voorkomen die over de bezoeken van
don senator en oud-minister Trarieux aan
don Italiaanscken gezant aan den generalen
staf worden gezonden, is door de „Action
frauyaise", het orgaan van den Bond van het
Fransche Vaderland en de nationalisten ge
publiceerd.
Trarieux heeft daarop de aandacht geves
tigd van den minister van oorlog Dc Galli-
fet, met de herinnering dat dtze de bevoegd
heid hooft de schuldigen op te sporen en te
vervolgen.
De Gallifet heeft, zonder op do kern in
te gaan. geantwoord, dat de stukken die aan
den krijgsraad! waren overgelegd, onmiddel
lijk na de uitspraak m een portefeuille geslo
ten, die gezegeld en in een brandkast gebor
gen is. Deze portefeuille is ongeschonden,
zoodat liet feitelijk onmogelijk is, dat sedert
d'ien tijd stukken zouden ontvreemd' zijn. Be
Gallifet voegde er bij dat hij Trarieux' ■schrij
ven cn zijn antwoord aan den minister van
justitie heeft gezonden.
Uit De Gallifet's antwoord volgt dat tij
dens liet proces te Rennes weden-echtelijk
con afschrift is gemaakt dor stukken, in
quacstie.
Gisteren werd de zitting van de Oosten-
rijksche Kamer geopend metovervolle tribunes.
De minister-president dr. Körber diende
de voorstellen in betreffende de taienregeling
voor Boheme en Moravië, benevens de voor
stellen betreffende de verdeeling van Boheme
„Hiel>t u niet een ïijke tante, gravin von
Tfclfonberg Ik heb gehoord dat zij nog
leeft."
„Met mijn tante ben ik gebrouilleerd. Zij'
wilde dat ik zou trouwenanders wild'e zij
geen geldi geven. Toen heb ik haar gezegddat
zij mij met rust moest laten. Neen, beste
mijnheer Pölseh, u ziet mij nog int uniform
maar ik heb mijn ontriag al ingediend. Als
i.k do villa niet voor vijftig duizend mark ver
koop, schiet ik mij voor den- kop."
„Wilt u haar misschien koopen vroeg
Joaciliim.
„Mijn beste mijnheel-, ik zou de villa kun
nen koopen. Ze zou een aardige herinnering
aan oude tijden zijn, zooals u te recht op
merkte. En of ik or vijfduizend of vijftigdui
zend mark voor betaal, i=- mij hetzelfde."
„Nu d'an?" vroeg Joachim in spanning.
„Miaar ik doe het niet, zei Pötsch kalm.
„De kerels vrien u dat Ixd'rag schuldig bent,
zijn niet waard betaald te worden. Dat ken
ik; die hebben u toch maaa bang gemaakt."
„Zoo! Dat kunt u gemakkelijk zeggen."
„Maar ik wil u een voorstel doen Ivijk
eens, one oude Europa, Ls overbevolkt. Hier
is niets meer te doen. Hier vreet de ecne
koopman den andoren op. Dus
„U bedoelt dat ik naar Amerika moot
gaan
Aimerika,Ba!" zei Pölseh met duidelijke
minachting. „Wat wilt u in Amerika, gaan
doen? Kellner worden?"
„Mijnheer Pöbschzei Joachim op Imo
gen boon.
„Nu ja, wat wilt u anders worden. In,
Amerika is odk niets meer te verdienen en,
voor vervende metnseben zooals u allerminst.
Naar Afnka moet u gaan. Ga met mij mee."
„En walt moet ik dan in Afrika, doen, als
ik met u meega?"
„Kijk eens, mijnheer, u moet beginnen
met al uw vooroordeelen, af te leggen. Do
in districten. Dr. Körber sprak daarbij een
lange redevoering uit.
Hij wees op het groote belaDg dezer ont
werpen en den ernstigen aard van den toe
stand wegens de ingrijpende wyziging inde
geschiedenis des rijks, voortvloeiende uit de
ontwerpen die ingediend zijn om te trachten
•Jen vrede in het land te herstellen.
De financieele toestand, zeide hij, was niet
gunstig. Spr. schoof de verantwoordelijkheid
van z'cli af als de Kamer de noodige hulp
middelen niet toestond.
Pacak kondigde namens de Tsechen aan,
dat zij voornemens zijn obstructie te voeren
aan welk voornemen door de indiening van
epn reeks voorstellen dadeiyk gevolg werd
gegeven. Die obstructionistische voorstellen
der Tsechen verwekten heftige toonec-len met
de Duitschers.
Het publiek op de galerijen begon de
Tsechen uit te jouwen, waarop de tribune
ontruimd werd. In de zaal begon toen bijna
weer een vechtpartij, omdat Wolf de Tsechen
slond te tergen.
Nadat acht hoofdelijke stemmingen had
den plaats gevonden, werd de zitting opge
heven.
De T»echische leider Engel is tegen nieuwe
obstructie en heeft daarom zijn leiderschap
neergelegd.
De taalwet der regeering berust op het
beginsel van verdeeling in een Duitsch, een
Tsechisch en een gemengd district, terwijl
de officieele taal en die in het leger onver
anderd blijven.
DB OORLOG.
De b-oestend.
Over lord Roberts' opmarsch zijn geen
verdere bijzonderheden bekend geworden. De
opperbevelhebber is uiterst zuinig met be
richten; het schijnt we! dat hij minder goeds
zou kunnen melden dan men in Engeland
wel verwacht. Want dat de Boeren gedacht
zullen hebben lord Roberts te Brandfort of
aan de Vetrivier te kunnen tegenhouden,
geiooven wij niet.
Dat Winburg bezet zou zijn door de Engel-
schen, wordt nog altyd niet bevestigd. Voor-
loopig kunnen wij achter die bezetting dus
wel ten vraagteeken plaatsen.
Wel blijken de Boereu ook de lijn Tha-
banchuLadybrand verlaten te hebben en
naar liet Nooiden teruggetrokken te zyn.
Althans het Reutev-telegiam van 7 dezer uit
Tliabunchu meldende dat Brabant zich aldaar
met Rundie heeft vereenigd, constateert dat
alles rustig i«, en dat er van de Boeren niets
is te zien. Dit pleit zeker niet voor Rundle's
beleid. Een goed veldoverste behoort voeling
te honden met den vijand en steeds te weien
waar deze zich bevindt.
Overigens zijn de weinige berichten die tot
ons komen zeer onbetrouwbaar. Uit Smal
deel bv. wordt bericht dat de Boeren voor
nemens zijn aan de Zandrivier ernstige tegen
stand te bieden, maar dat het moeite kost
hen te verzamelen.
Generaal Hulton is voortgerukt tot Welge
legen, 21 K.M. ten Noorden van Smaldeel,
bekrompen wereldbeschouwing dio iu het lie
ve, goeie, oude Duitschland, en vooral onder
officieren bestaat, moet v afleeren."
,Ik verzoek u mij alle hatelijke opmerkin
gen over officieren to besparen, mijnheer
Pötscli."
„Wel, heb ik dan, niet gelijk? Bestaat er
dan oom erger kastengeest dan in Duitsch
land, en is niet liet geheele systeem van „met
God voor Koning en
„Mijnheer Pótsch, houd a.ls 't u belieft uw
mond. Nog één woord tegen den Kondng en
ons leger en n kunt dt- deur daar achter
u sluiten. Hebt u mij begrepen?''
Tegen Joachim's verwachting toonde zijn
gast zich niet in liet minst overbluft, ook
niet beleedigd, zelfs niet verbaasd. Hij glim
lachte integendeel ea zei„Ziet u, dat be
valt roe nu juist in, u. U bent een man die
in nood zit, en u durft uw mond tegen mij
opendoen, die u helpen kan. Dat bewijst ka
rakter."
„Dat kan me niets schelen," bromde Joa
chim.
„Welnu, gaat u me» naar Afrika. Ik be
taal do reis en verschaf u daar een baantje.
Ik doe dat omdat ik uw familie van kinds
been ken. Ik ben nu eenmaal een rare kerel."
„U moogt nog "zoo raar zijn), mijnheer
Pötscli, maar ik vind' die onderneming be
denkelijk. Ik heb niets in Afrika te doen.
Op zijn hoogst kon ik officier bij onze kolo
niale troepen worden. Maar wie weet in, Wat
voor zaken u mij daar wilt steken."
„Nu, dan doet u het niet. Noodig heb ik
u niet. Ik kan ook alleen reizen. Men moet
niemand zijn geluk opdringen."
Joacliim schonk hem nog eens inPötscli
dronk.
„Ik denk over Triest en het Suez-kanaol
to reizen. Dat is wel niet de naaste wegmaar
ik heb zaken to Zanzibardaarom ga pc Over
dc oostkust van Afrika. Mijn familie gaat
dicht bij de Doornspruit. Generaal Roberts
heeft generaal Hamulton bezocht. Waar?
Het bericht zegt het niet,
Nog vager is, wat uit Maseru aan de
»Times" wordt gemeld. Een Boerenmacht
van verscheiden duizenden Vrijstaters zou
een positie innemen in een halven cirkel die
zich van Thaba Pachoa oostelyk langs Tha-
banchu uitstrekt naar Ficksburgdeze 20
a 25 K.M. lange positie zou dus leunen tegen
de grens van Basuto-land. De correspondent,
en het blad beaamt dat, vreest dat deze
Boerenmacht een bedreiging is voor het
opsukkende Engeische leger.
Wat de kolonne-Hunter, die ten Noorden
van Kimberley opereert, in den zin heeft,
is niet recht duidelijk. Men dacht dat haar
doel was Mafeking te gaan ontzetten. Nu
wordt evenwel bericht dat zij over Klerksdorp
en Polchefstroom zal marcheeren en aldus,
wanneer alles althans goed gaat, de eerste
zal zijn die Transvaal binnentrekt. Moet deze
kolonne de hoofdmacht der Boeren in den
rug vallen?
Met Mafeking is het treurig gesteld. De
laatste berichten uit de derde week van April
zeggen dat de toestand er steeds ondragelijker
wordthet garnizoen is echter vast besloten
vol te houden. Men eet nu paardevleesch.
Een pond bloem deed f 24. In de schansen
in iiet Maiopo-dal is typhus uitgebroken.
Verspreid' nieuws.
Te Lorenpo Matquez komen voortdurend
tal van uit Transvaal gebannen Engeische
onderdanen aan.
Volgens de sDaiiy Mail" wordt een korps
Russische vrijwilligers op kosten der stad
Orel voor Transvaal uitgerust.
De militaire overheid te Kaapstad stelt
pogingen in het werk om te Rondeboaih een
sanatorium voor zieke Boerengevangenets in
te richten.
In de vorige week zijn slechts tweesteif-
geval'en voorgekomen onder de krijgsgevan
gen Boeren.
Dr. Jameson, die vrij ernstig ongesteld is
geweest, is na zijn herstel naar Groote Schuur,
Cecil Rhodes' landgoed, vei trokken.
In Kaapstad hoopt men 100,000 hand-
teekeningen te kunnen verzamelen onderdo
petitie om de beide Bóeren-Republieken te
annexeeren.
Ricarde Seavter, oen vriend van Cecil Rho
des, zegt dat deze zoo plotseling naar Zuid-
Af rika is vertrokken om de vrmvilligers uit
Australië eu Nietiw-Zeeland tiPVitinen om
zich na afloop van den oorlog in Rhodesië te
vestigen.
Wetende dat liij in hen een uitnemend
soort kolonisten in hot land brengt, biedt
Rhodes hun groote voordeden, o. a. vrije
passage voor hun gezinnen naar liun nieunv
vaderland.
Engeische bladen die dit plan van Rhodes
bespreken, drukken tegelijk den wemsdi uit
dat diie vrijwilligers liever zullen besluiten om
zich iu den Oranje-Vrijstaat en de Kaapkolo
nie te vestigen.
Intussdien is Rhodes ."Dinsdag te Kaap
stad aangekomen.
Websier Davis heeft ook in de volksver
den koristen weg, dus ever Southampton mot
een Engeische boot."
„Zoo! Hebt u uw familie meegebracht-
„Meegebracht nu juist niet. Mijns vrouw
is met mijn twee dochters sinds vijf maan
den te Parijs; ik ben eerst veertien dagen
geledbn in Engeland -aangekomen. Ik liad za
ken to Londen, eu toen ben ik naar Duitsch
land gereisd] en licb een oud vriend te Gotiha
bezocht. Van Gotha naar hier is maai- een
korte afstand, en ik wilde liet oude Poyritz,
Opper-Poyritz en Ncdor-Poyritz, wel eens te
rugzien."
Joachim's aandacht was getrokken. „Hebt
u een ond vriend te Gotha? Wie is dat? Ik
ken die stad heel goed."
„Willibakl Rietieck heet hij; hij is direc
teur der kvensverzckcrmgsbnnk. Wij zijn sa
men in dezelfde zaak te Londen geweest, vijf
en twintig jaar geleden. Hij heeft een doch
ter dio mot mijn familie meegaat."
Joachim voelde dat hij zeer bleek werd.
Zijn hart Mepte zóó lievig dat zijn adem be
klemd werd. Hij zei niets, dronk en vrcog na
eenige oogcnbhkken, r ,Hoe heet die dochter
van haar voornaam
„Welke dochtervroeg Pötsoh, die in-
itussdien over andere dingen dacht.
„Juffrouw Rietieck, die met uw familie
meegaat.''
„Ik geloof dat zo Ottilie heet. Een aardig
meisje met donkerbruine oogen en eem slan
ke gestalte. Kent u haar?"
„Neem," zei Joacliim, terwijl hij hukte als
of er iets aan zijn sporen loszat.
„Ja, een flink meisje, naar het mij toe
schijnt. Zij zal mijn jongste dochter opvoe
den. Ziet u, te Johannesburg is het niet ge
makkelijk een ontwikkelde dame als gouver
nante te krijgen; en mijn vrouw stolt nogal
ihoogc eischeo."
Joachim was weer in zwijgen verzonken;
maar ini zijn binnenste woédde ©en storm.
gadering in de Muziek-Academie te New-York
twee dum-dum-kogels getoond, op Spionkop
gevonden. »Ziedaar", riep hij uit, »de natie
die de Boeren wilden noemt. Ik wilde dat
100,000 Amerikanen zich konden wapenen
om de Boeren ter hulp te snellen."
Een rede van President Kruger.
President Kruger heeft den 16den bij zijn
vertrek naar Kroonstad, de volgende rede ge
houden te Pretoria
Eeu zware lijdsnstijd is voor land en volk
aangebroken en men mag wel met Hiskia
zeggen nDeze dag ts een dag der benauwd
heid en der schelding en der lastering, want
de kinderen zijn gekomen tot aan de ge
boorte en er is geen kracht om te baren."
Maar wat antwoordt de Heere door den
mond van Jesaja aan den koning Hiskia
»Vrees niet voor de woorden die gij gehoord
hebt, waarmede Mij de dienaars des Konings
van Assyrie gelasterd hebben! Ik wensch
dat als ik dit sVrees niet" toe riep aan alle
officieren en burgers, dat zy dit mogen ver
staan. Velen geven de zaak van de beide
Republieken verloren, omdat de overmacht
van den vijand zoo geweldig is. Zeker, wan
neer men alleen met natuurlijke vleeschelijke
oogen de zaak aanziet, schijnt zy bijna hope
loos, want er zijn nu vijanden rondom en niet
slechts buiten maar ook binnen 's lands.
Neen, neen, broeders, zoo niet, staat vast
in het geloof, gij godvruchtige schaar, in uw
zwakheid ?al de Heere Zijn kracht volbren
gen, want zet ons niet ons leven in, dan zal
ons nooit ons leven win.
Het leven inzetten meent natuurlijk opoffe
ring,zooals de goede herder voor zijne schapen.
O, dat de Heere heiligen moed, die uit
't levendige geloof voortspruit, mocht opnieuw
schenken in de harten van alle burgers, dat
zij opstaan als één man en staan als een
levendige muur tegen den machtigen dwinge
land en de Heer zal zyn kraciit niet terug
trekken, al zijn er vele ongeloovigenPetrus
wankelde meer dan eenmaal en werd zwak
iu 't geloof, maar de Heere wierp hem niet
weg. Hetzelfde zien wy bij Mozes, David,
Jakob en Abraham. Zoo zal onze barmhartige
Hoogepriester ons ook niet wegwerpen, want
Hij is' verzocht als wij. Hij kent onze men-
schelijke zwakheid en heeft die mee opge
nomen en verrekend in zijne Goddelijke
plannen. Maar ook de gebeden der recht
vaardigen neemt de Heer mede op in Zyne
Goddelijke plannen.
Er zijn duizenden, die voor ons bidden, en
wier gebeden krachtdadig werkzaam zijn voor
Gods Troon, al zien wij thans nog niet de
uitwerking daarvan. Zoo, byv. geloof ik vast,
dat de vurige gebeden, die voor generaal
Cronjé en zijn heldenschaar geofferd zijn,
vooral in den nacht van 26 tot 27 Februari,
en op den Majubadag, dat juist die gebeden
groote dingen bij God uitgericht hebben, al
verstaan wij thans nog niet hoe en wat.
Gods gedachten en wegen zyn hooger dan
onze gedachten en wegen. Ik ben overtuigd,
dat er nooit voor een volk op aarde zoovele
gebeden zijn tot den Heere opgezonden ais
voor het Boerenvolk in dezen tijd onzer
worsteling. Tot aan het einde der aarde, bijna
Dus dat was Oltalie's plan; dait was haar
laatst© toevlucht! Verbeeldde zij zich dat zij
hem kon ontvluchten i Walde zij heon ont
vluchten O, hij geloofde in het diepst- van
zijn hart toch aan haar liefde. Zij had heml
van zich gestooten, maar niet uit gebrek aam
liefde.
Pötsch glimlachte. „Ik doe allerlei zaken,"
zei hij„al wat zich voordoet neem ik mee,
als er wat aan te verdienen is,"
„Bij voorbeeld?"
„Ik koop bijvoorbeeld land en laat er dam
straten op bouwen en verkoop of verhuur de
huizon."
„Dus in het groot?"
„Tamelijk wel. Dan koop ik ook goudmij
nen en laat dio expioi toeren."
„Zoo, zoo."
„Ja, er zijn verschillend© zaken dio winst
gevend zijn."
„Nu, mijnheer Pötsch, als ik er goed over
nadouk, geloof ik toch wel dat daar voor mij'
ook misschien wel een fatsoenlijke en nutti
ge werkkring te vinden is."
„Hebt u het nog eens overwogen? Dus u
wilt met mij meegaan
„Ja, ik wil met u meegaan, als het u goedi
is."
„Topzei Pötsch, terwijl hij den graaf
zijn rechterliamd. toestak, aan welker wijsvin
ger een groote diamant sdhitterde.
Joachim nam zijn hand, aan; zijn besluit
stond vast.
„Maar één» voorwaard© zou ik willen stel
len," zei hij, „De menschen die u van
Dui'tschland meeneemt, wu ik niet kennen,
en zij moeten ook mij niet kennen. Ik ben
verdwenen. Begrijpt u Graaf von. Poyritz
bestaat niet meer. Ik beet- mr. Joaquin. Af
gesproken
„All right," zei Pötsch.
(Wordt vervolgd