154"° Jaargang.
Zondag 5 en Maandag 6 Augustus 1900.
Uit één wieg.
No. 10310.
Eerste Blad
Dec.
81%
Dec.
40
T, 3
t.
223
223
225
225
225
DE VERVUILING DER OPENBARE WATEREN IN
NEDERLAND, MEER IN T BIJZONDER IET
I BETREKKING TOT DEN SCH1EB0EZEM EN
DE STAD SCHIEDAM EN DE MID-
1 DELEN TER VERBETERING.
BUITENLAND.
J
■-.,§1
O halve I
aderen, j
koeien,
stieren
er kilo.
SGHIEDAIMSCHIE COURIililf
kalve- j j)eze courant verschqntTd a g e 1 jj k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
erf,ri prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
steen per post 1.65.
I Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
geld. f Abonnementen worden dagelijks aangenomen,
nming I
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan let bureau bezorgd zijn.
Bureau s Boterstraat 68.
Prjjs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel, Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zjjn gratis aan bet Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschenen, worden
zoogenaamde "kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau "te voldoen.
Interc. Telefoon Ufo. 123.
m.
11 M.
)4 M.
10 M.
16 M.
i3 M.
12 M.
n.m.
A"g.
L.
f.M.
Iteyl
1. J,
ruk-
i en
i en
R.
vers
i. J.
W.
ag;
id.;
ndt
d„
d,
m.
sen
:n
B.
h
',b Is verschrikkelijkTachtig a negentig
graden wijjst de thermometer, men snakt
naar wat lucht, heusehe lucht, zonder meer
bijmengselen dan in een fabriekstad onver
mijdelijk is, en de ramen moeten gesloten
blijven, want onze hoofdgracht, de ScLie, en
haar nevengrachten, verspreiden walgelijke
geuren. Nu en dan ziet het water ik wil
zeggen zekere drabbige massai nagc-noeg
zwart; de stank is op verren afstand waar
neembaar. Men zegt, dat de toestand in de
laatste jaren hier in 't algemeen wat beter
geworden is, maar toch is die nog verschrik
kelijk!
Ja, 't is verschrikkelijkIn Delft moet 't
soms nog erger zijn. En in Den HaagOnze
i ouders klaagden reeds en onze voorvaderen
van vorige eeuwen. Nu wordt er in den laat-
sten 'tijd veel over geschreven en gewreven
eigenlijk: ook niets nieuws, want Redelijk
heid' (een waterbouwkundige) schreef er al
over in 1773. En de Eegeering van Amster
dam deed in de 17e eeuw al haar best om
aan ondragelijke toestanden in dit opzicht
een einde te maken; en die van Leiden niet
minder
En commissies zijn benoemd door de Hoo
gs Regecring en de Provincie, maar 't
stinkt, 't 'bis toch eigenlijk een schande!
Ja, wel is 't een schande! Schande, omdat
de menschi zelf dezen walgelijken en schade
lijken toestand gedurende eeuwen heeft in 't
leven geroepen en bestendigd, omdat wij
nog dagelijks voortgaan dien te bestendigen-
Wij laten alle vuil, faecaliën, menagewater,
afval van fabrieken, enz., in die zoogenaam
de wateren loopen en roepen dan hoogst ver
ontwaardigd foei, wat stinkt die gracht
weer!
Is 't eigenlijk niet om te ladhen, als 't niet
zoo'n ernstige zaak betrof?
Wel zeker, 'nu en dan wordt er „ver-
verscht"; er wordt „doorgespoeld" met
Maaswater, enz. En wij wanen ons veilig,
omd'ab dan voor eenige oogenblikken de af
schuwe'Iijjce stank ophoudt Men ziet dan
weer aan de oppervlakte een iets meer op
water gelijken inhoud in de anders geheel
stilstaande grachten, de vieze uitwasemingen
slaan ons niet meer in zoo sterke mate te
gen. Maar eenige voeten dieper, op don bo
dem Wat blijft daar liggen en wordt onaf
gebroken aangevoerd en borrelt hier en daar
op? Hu! Maar wo zien het voor een poos
niet. We doen. als struisvogels.
Neen, met dat zeer tijdelijke zoogenaamde
ververschen en doorspoelen, hoewel in zeke
ren zin niet ondienstig, zijn we er volstrekt
Een. roman
VAN
IDA BOY-ED.
29)
De majoor Yon Hammer schaakte nog al
eens met Walcker.
„Hat is wel aardig, majoor, dat wij' elkan
der nu ook eens als gewone menschen, niet
als schaakliefhebbers, ontmoeten," zeide
Walcker, terwijl hij den ouden heer, die erg
op vormen gesteld was, de hand, schudde.
Eleomore zag er erg bleek uit. Wolfgang
vertelde, dat zijl met hoodpijm te bed had ge
legen, maar bij dezen feestelijk en. maaltijd
niet had, willen ontbreken, die tooh bijna als
een soort van Hein verlovingsfeest te be
schouwen was.
Eindelijk verschenen de 'beide hoeren Von
Reurieth, maar zonder Lydia.
Ernst Egon liet zich aan alle aanwezigen
voorstellenen de kleine Liesbeth vond zoo
in 't geheel' geen gelegenheid, den langen
man, die tien vormeli jk-beminliijke woorden
met haar sprak, hoogmoed te toonen. Dbar
Liesbeth buitengewoon Hein was, gunde zij
zich heb' genoegen en de genoegdoening, van
olie menschen, die lang waren, te beweren,
dat -hun gestalte mismaakt was. In de eerste
plaats viel daarom al dadelijk de 'Lengte van
mijnheer Won Reurieth niet in haar smaak.
En terwijl' deze zoo van persoon tot per
soon rondgeleid werd, begroette J-obst zijn
vroegeren, kommandant en Eieonore.
De lippen van deze waren bleek en haar
handen, koud. Maar vrij en open keek zij hem
aan, luisterend naar zijn gemompdden geiuik-
niet af. De groote hoeveelheid afval, afkom
stig van de bewoners, vooral van de groote
oentra der bevolking, wordt daardoor niet on
schadelijk gemaakt. Wel kan dit geschieden
door wat men noemt de zelfreinigende kracht
der rivieren, dat is van natuurlijk stroo-
jnei.de, dus onafgebroken m beweging zijnde
wateren. Deze kracht berust op het verteren
der organische stoffen door bacteriën, waar
door zij ontleed worden en tevens geoxy-
deerd. Daartoe moeten de stoffen ceist ver
deeld worden in een watermassa van vol
doend' volume en de reinigende kracht hangt
dus vooral af van de betrekkelijk© hoeveel
heid water en de snelheid daarvan. Dat deze
beide grootheden de hoofdfactoren zijn voor
de reiniging, kan o. a. 'blijken uit liet feit, dat
do Seine eerst op KX5 K.M. afstand beneden
Parijs weer een normaal stikstofgehalte be
zit en dat de Limmat door Zurich over 10
K.M. wordt vervuild. Maar te Rotterdam is
op_ 1 K.M. afstand van den mond der riolen
geen andere geaardheid van liet water bij
scheikundig onderzoek te ontdekken dan op
grooteren afstand.
Maar de helft van ons land, nl. de noor
delijke en westelijke, bezit geen rivieren.
behalvo de hoofdrivieren buiten de groote
dijken. Wij' weten, dat in die helft binnen
de dijken de oppervlakte des lands" lager ligt
dan de gemiddelde, van sommige groote doe
len zelfs lager dan de laagste standen in hot
buitenwater, d .i. van de aangrenzende groo
te stroomen en de zee. Daarom is het land
door tal van kaden, in zoogenaamde polders
verdeeld -die hun overtollig regen- en koel
water kunstmatig omhoog brengen in de
mede door de dijken geheel .afgesloten wate
ren -als Scliie, Rotte, Amstel, enz. en in door
den mensch aangelegde- -vaarten of kanalen,
die -bij groepen van elkaar zijn. afgesloten
door sluizen en dammen en alzoo „boezems"
vormen voor een zeker gebied van- polders,
als JMflandsboezem, Rottóboezem, Rijn
landsboezem, enz. Worden deze tusschen de
polderkaden ingesloten boezemwateren te
vol, dan kunnen sommige doorsluizen nu en
dan op heb buitenwater loo2en, ak dit laag
afloopt-, veelal moeten ook zij op hun beurt
daarop worden afgemalen. -Die boezems zijn
dus bakken met in den regel volkomen stil
staand water, waarin alleen kunstmatig eeni
ge flauw© beweging gemaakt wordt, als men
ze aftapt met sluizen of gemalen. In die bak
ken met stilstaanden inhoud nu laat de helft
van Nederland zijn faecaliën enz. afloopen'
En hun inhoud dient voor een deel van het
platteland zelfs tot drinkwater' (Te Kethel
en Spaland o, a. wordt het boezemwater al
gemeen gedronken, te Overschie had zulks in
1398 nog door I der bevolking plaats, ter
wijl daar de boezem door ongeveer 1450 per
sonen vervuild werd
Te Schiedam is men 'zelfs bijzonder be
vreesd geweest, dat men niet lang genoeg
van al die vuiligheid zou profiteeren. Want
het stoomgemaal -bij dc Alg. Begraafplaats
brengt de stoffen van dc polderstad (ten O.
van de Schie) aan het bo-veneinde van de
stad, zoodot ze eerst de gallede bebouwde
wensch en zeide overluid„Ook ik wensch u
van (harte geluk."
Verder werd er g<^yi woord tusschen hen
gewisseld. Hij trad met een zeer diepe bui
ging terug.
Toen wachtte hiji op Lydia. Hiji gevoelde
zich zoozeer aan haar verplicht, dat zij nie'
te gelijk met hom binnengetreden was. Zij
had gezegd, dat zij boven op haar kamer haar
hoed on haar mantel wilde afdoen en lieur
haar nog gauw wat in orde brengen,de hoe
ren moesten maar niet op haar wachten.
Onder haar oogen, in haar bijzijjn zon hij
Eleonora niet graag hebben will-en begroeten.
Het scheen hem altijd -toe, alls zag zijn aan
staande tot in de diepten zijner ziel. Hoo.zou
hij een onbevangen houding hebben kunnen
aannemen,als deze donkere, fonkelende
oogen hem bespiedden
Goddankhet gevreesde oogenblik was
voorbijgegaan heel goed, 'heel gewoon.
De stemmen der acht menschen deden zich
luide door elkaar hoorenwaar Wa-loker was,
o,ntst«md altijd dadelijk een algemeen leven
dig gesprak. Nu was hij' er aanstonds bij om
aan mijnheer Ernst Egon do geschiedenis en
hot bestuur der stadl in korte, ruwe trekken
uiteen te zetten.
Lydia 'trad schier ongemerkt binnen, 'leg
de haar arm in dien van Jo-bab, qn mevrouw
Wenlhiof noodigde de gasten uit om aan ta
fel te komen.
„Alles gaat in de praktijk altijd veel ge
makkelijker," dacht Jobst, toen hij' aan tafel
zat en Eleonoro zich' vlak 'tegenover hem be
vond. Zijn hart klopte niet onstuimig. Hij
verwonderde rich maar een weinig over liet
leven en rijn toevalligheden -en maakte met
volkomen bewustzijn de opmerking, dat d'e
tafel keurig, de opvolging der gerechten on-
kom der gemeente moeten doofloopen alvo
rens in het buitenwater te komen. Als er
met de sluis aan dc Beurs gespuid wordt, na
dat dit door hoogen budtenwaterstand' in
twee of drie etmalen niet beeft kunnen
plaats hebben, dan kan men eeret recht de
gevolgen ondervinden van zooveel verbazing
wekkende kortzichtigheid
De qnaestie betreft dus niet in heb bijzon
der Delfland'sboezem of Den Haag en Delft.
Zij betreft evenzeer alle andere boezems in
het polderland. Zij moge in Den Haag, de
stad van het vreemdelingenverkeer, waar de
neuzen misschien iets fijner bewerktuigd zijn
dan elders, bijzonder „éclat" (alias stank) ge
maakt hebben, Amsterdam, 'Schiedam, liet
binnendijlcsche Rotterdam vóór de rioleenng
kunnen ook medesprekenSommige steden
aan (liet buitenwater gelegen, lat-en hieruit
water in om hun grachten en riolen door te
spoelen en brengen daardoor vervuild water
op den boezem, waarvan zij' deel uitmaken,
zooals Gouda op Rijnlandlsboezem, dio boven
dien door Leiden, Haarlem en vele dorpen
vervuild wordt; Gorincliem verpest door wa-
terinlating uit do M-erwed© don boezem van
de Overwaard', die een groot deel van de Al-
blasserwaard beslaat; Utrecht loost zijn vuil
op de stadsgrachten (Krommen Rijn en
Vaart-schen Rijin), die op de Vecht uitwate-
ren, waardoor dus de Vechtstreek verontrei
nigd wordt. Leeuwarden vervuilt zijn grach
ten (Friesland'sboezem) door eigen fabrieken.
Zelfs de stad Groningen, juist op de grens
van het polderland gelegen en welker water
dat van de uit Drente afvloeiende riviertjes
ontvangt, wordt mede verontreinigd door de
vele fabrieken langs de kanalen in het O. en
Z.O. deel der provincie en heeft nu en dan
last van vervuiling en stank harer grachten.
Van Amsterdam zeide de Engelsche inge
nieur Waring een paar jaar geleden, dat daar
heensehb „a very horrible state of affair to
be tolerated bij a modern community" (een
zeer afschuwelijke toestand om door een ge
meente van onzen tijd te worden gedoogd).
Nu zou men misschien dienken, dat die ge
heel exceptineele toestand van de helft van
ons land vroeger dan elders tot bijzondere
maatregelen zou hebben geleid, maar het te
gendeel is waar. Geen land dat op dit gebied
zoo achterlijk is als het onze. Engeland had
reeds in 1876 een „Wet betreffende dc ver
ontreiniging van rivieren", in 1886 gewijzigd.
Pruisen 'begon in 1870 maatregelen te nemen
togen de vervuiling van openbare waiteren.
Saksen en Baden hebben de Engelsche wet
nagenoeg ongewijzigd overgenomen, enz.
Want ook dc stroomende openbare wate
ren, de rivieren, in deze landen, evenals die
in de oostelijke eu zuidelijke helft van ons
land, vereisen en in dit opricht 'bijzondere
beochermmg, Daar kan bijv. de (hoeveelheid
afvalstoffen te groot zijn -met betrekking tob
den waterafvoer der rivier waaraa-n zij ligt,
enz. Maar de openbare wateren in de eene,
meestbevolkte helft van Nederland missen,
omd'ït zij' stilstaan, alle reinigend vermogen.
Zij zijn sedert eeuwen gebruikt als open rio
len en worden nog algemeen als zoodanig ge-
berispelijk, de wijnen kostbaar en de totaal
indruk, 'dien alles op zijn broeder maakte,
uitstekend waien. Lydia-, die tusschen d© bed
de broeders zat, hield zidli het meest met
Ernst Egon bezig en ging voort, hem 'te be-
too voren.
Ernst Egon was inderdaad opgetogen. Hij'
had gedacht, dat hij bij a-llodaagsche. men
schen zou komen, want lüj kwam voor do eer
ste maal in dezo wereld. Nu merkte liiji, dat
hij bij beschaafde lieden was, en vertoonde
zich geheel zoodis hij was; den ouden heer
Von Hammer zag hij schier geheel over het
hoofd', evenzoo was hij zeer vluchtig bij' de be
groeting van Eleonore geweest. Wolfgang ge
voelde zich daarover gekrenkt. Onder andere
omstandigheden zou hij billijk genoeg ge
weest zijn om niet uit het oog te verliezen,
dat mijnheer Von Reurieth, die zich zoo plot
seling onder een schare van menschen, ver
plaatst zag, die allen aanspraak hadden om
niet uit het oog verloren be worden, onmoge
lijk evenveel notitie van 'allen kon nemem,
da-t hij met mevrouw Werihof, Lydia ©n
Henri in de eerste plaats diende te praten.
Maar daar hij nog altijld ondier den indruk
van dab looncei mot Lydia was, meende hij,
dat zijn zuster over de Hammers misschien,
als over lieden van den 'tweeden rang gespro
ken had. Ontstemd als hiji was, mengde hij
zich slechts in het gesprek, als het er om te
doqn -was, d'e een of an dene meoning der Reu-
rieths te weerleggenhij kwam rich zelf daar
bij kinderachtig voor, en deze critiek over
zich zelf verbeterde zijn luim geenszins.
Het hoogste woord bad Walcker. Dab was
men zoo ge-woon, als hij mede aan tafel' zat.
En mijnheer Ernst Egon, die vond', dalt d©
notaris „een flinke vent" -en „oen aardige ko
bezigd. „Een zeer afschuwelijke toestand om
te worden gedoogd door een modernen
Staat!"
Vóór alles behoort er dus een algemeene
wettelijke regeling tot stand te komen, waar
bij het verbod' van verontreiniging van open
bare wateren -op den voorgrond staat en het
loozen van afvalstoffen in rivi-cren alleen
onder zekere omstandigheden wox-dfc toegela
ten. 'En zij kome spoedig! Er valt in dez#
een groot verzuim to herstellen.
Maar, zoo vraagt men misschien, hoe moe
ten dan de bedoelde stoffen worden afge
voerd? En op welke wijze moeten deze dan
onschadelijk, zoo mogelijk productief worden
gemaakt?
Het is hier d-e plaats met om een beschrij
ving te geven van de verschillende stelsels
van stadsreiniging, di reeds zijn toegepast
en aanbevolen- Slechts zij hier het volgende
opgemerkt.
Het zoogenaamde stelsel van „touit a
l'égout" d. i. dat, waarbij de faecaliën niet
alleen, maar ook het menagewater samen
met het hemelwater worden afgevoerd,
schijnt het- best aan de tegenwoordige eischen
te voldoen. Het bezwaar, daarbij soms onder
vonden, dat- nl. bij hevige regenbuien do rio
len de watermassa's niet kunnen verzwelgen
en dan door overloop juist nadeelig kunnen
werken uit een hygiënisch oogpunt,, kan in
onze met grachten doorsneden steden waar
schijnlijk voorkomen worden door van de
weinig verontreinigde stadsgedeelten, straten,
pleinen, daken enz. het water rechtstreeks in
de grachten, dus op den boezem, te voeren
en dat van de andere doelen in de riolen.
Soms zal de inhoud moeten worden opge
pompt, ale nl. de grondslag der stad weinig
'boven den boezem verheven is en de leidin
gen dus niet genoeg verval kunnen krijgen.
En waar d'an met de door de riolen afge
voerde massa's te blijven? Zij moeten wor
den onschadelijk gemaakt. Dit kan o. a- ge
schieden door toepassing van liet systeem van
bevloeiing, waarbij niet- alk -i door de wer
king van den bodem en de ua-arin aanwezige
bacteriën de organische stoffen worden
ontleed en geoxydcerd, maar ook terreinen
worden vruchtbaar gemaakt. Dit stelsel,
waarbij men op ongeveer 1 Hectare per 300
inwoners moet rekenen, wordt o. a. op groo
te schaal toegepast in Engeland, te Berlijn,
Dantzig, Brcslau, Maagd-eburg, Freiburg, enz.
te Parijs, Reims enz. In vele dezer plaatsen
voldoat het goed, vooral als men niet tevens
belangrijke oeconomischo resultaten ver
langt, want daarom moet het niet in de eer
ste plaats te doen zijn. Bij ons zou hot kun
nen toegepast worden in liet algemeen in de
hoogere helft des lands en in sommige aan
de grenzen van heb polderland, als Zwolle,
Amersfoort, Uitrecht, Breda, enz.
Voor d'e plaatsen van het polderland zou
dit stelsel niet te gebruiken rijn èn wegens
gemis aan terreinen èn wegens de genngo
verheffing va,n den bodem boven het g: oud-
water, waardoor van behoorlijke filtratie
geen sprake kan zijn.
Daar en overal waar het genoemde stelsel
rel" wns, deed or druk aan me©. Walcker kon
het .echter nooit laten, over de-stedelijke aan-
ffelesenheden en de kleine twisten daarover
O O
to spreken. Van daar tot de politiek wasvoor
den hoer Ernst Egon een overgang, die van
zelf sprak. Hij kon niet weten, dat men in
dit huis nooit over politiek praatte of liever
nooit in do gelegenheid was om daarover te
kibbelen, omdat allen in dit -opziebt van het-
zelf-do gevoelen waron- Van de hier heer-
schendo wonderlijke mengeling van conser
vatieve beginselen en begrippen van vrijhan
del had mijnheer Von Reurieth geen begrip
hij meende, omdat hij uitdrukkingen van vu
rige Bismarok-vercering had gehoord, dat hij
rich ook met betrekking 'tot heb Duibsch-Rus-
sische handelsverdrag onder geestverwante,n
bevond, en liet zioh scherpe Voorden tegen
dit verdrag ontvallen. Zelfs Walcker had,
©venals Henri, de zelfbeheersching om daar
op met een algemeen© spreekwijize van be
middelenden aard te 'antwoorden. Maar
Wolfgang vergat, dat een gast zijner moeder
zich onbewust op oen gevaarlijk terrein had
gewaagd. Zijn ontstemming vond gelegenheid'
om zich te uiten zij bruiste op.
Walckor legde mes en vork neer. Hij' was
buiten zich zelf van verwondering, waar
Wolfgang opeens al deze uiterst liberale be
grippen vandaap gehaald h'ad. Hij was toch
een jongmcnsdi, «lat naar Watchers meening
geheel in historische kunst- en, uiterst onhis
torische liefdesbei angen opgegaan was. Ter
wijl Walcker zich hierover slechts verwonder
de, (sidderden de dames bij -die gedachte, dat
hieruit wel eens een -twist zou Inipnen ont
staan, en Lydia, di© in allo vragen, van den
dag belang stelde on over alles wist me© te
praten, schaarde zich aan -die zijde van haar
aanstaanden zwager, verloochende de dochter
van den groothandelaar en stelde rich! met
'bezwaar ontmoet, zou in aanmerkingkuunen
komen een der methoden van mechanische of
scheikundige zuivering, die reeds op veel
plaatsen werden toegepast. Het gezuiverd
rioolwater kan men dan gerust in openbare
wateren doen afvloeien, maar bezwaren zijn
gewoonlijk de duurte der exploitatie en do
moeilijkheid om voor de onschadelijk ge
maakte achterblijvende vaste stoffen geschik
te 'bewaarplaatsen to vinden voor een groot
deel van Londen worden rij (meer dan 2 mil-
hoen ton 'sjaars) met stocgnboaten naar zee
gebracht tot 16 K-M. van den Theemsmond
en dan in. 3 M. water uitgestort. Plaatsen dio
dicht bij zee of groote rivieren liggen, zooals
vele in Holland, kunnen den inhoud hunner
riolen met stoomtuigen rechtstreeks daar
heen. stuwen; dit stels©! is thans in Den
Haag in uitvoering.
Maar dit alles zal voel geld' kosten. Zeker!
De verlangde wet kan echter ook maatrege
len van overgang voorschrijven, waardoor ge
leidelijk verbetering wordt verkregen. Bo
vendien kunnen R'ij'k, provincie en water
schappen, die eeuwen lang tien 'tegenwoordi-
gen totstand hebben geduld of veroorzaakt,
to hulp komen. Ook deze tak van zorg voor
de volksgezondheid zal offers eischen, maar
liet is zeker geoorloofd -die te brengen.
Vóór alles een wet. De Regeering «moet
zoo spoedig mogelijk verlossing brengen uit
e-cn toestand, die schade cn schande brengt
over gansdi Nederland.
A. A BEEKMAN.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 4 Aug. 1900.
Zuid-Afrlka.
Weer hebben zich 700 Vrijsta tors aan ge
neraal Hunter overgegeven, zoodat de zaak
der vrijheid in het geheel 2900 strijders min
der telt
Een voor de Vrijlstaters zeer waardeeren-
de beschrijving van deze overgave geeft de
correspondent der „Daily News", de Austra
liër Hales, die al eens meer getoond heeft zoo
eerlijk als dit voor een Brit- mogelijk is, dei
zaken te bekijken.
Hij meldt dat d© voorbijtrekkende Boeren
er krachtig an waardig uitzagen. Er was geen
zweem van bombast m hun woorden, maar
ook geen onderdanigheid. Zij maakten den
indruk van mannen, die voor hun land ge
daan hadden wat zij konden, en daarvan
overtuigd waren. Scherp namen rij' de En
gelsche -troepen op. Sommigen waren al grijs,
anderen niet meer dan jongens, maar het
meerendeel waren flinke jonge ma-nnen,
toonbeelden van kracht en gezondheid.
Zij hadden nog geen gebrek aan voedsel of
kleeren, en hun paarden waren i-n uitsteken
de conditie en van goed ras. Het was een
kranige troep, die moest buigen voor het on
vermijdelijke.
Op don correspondent der „Daily Mail"
heeft die overgave ook veel indruk gemaakt.
De overgave vond plaats op con hoogen heu-
sclierpe woorden voor de aanspraken der
agrariërs in de bres.
Daarbij vestigden zich haar blikken op di©
van haar broeder uittartend en vijandig.
De stemmen werden zoo luid en zoo scherp,
als men ze aan dezo tafel nog nooit had' ge
hoord.
Maar gelukkig was Walcker er bij. Dezo
ging in alle stedelijke zaken voor meer dan
liberaal, voor radicaal door on stond overi
gens ook meer aan de linkerzijde dan zijn
vrienden. Maar hij kon het niet verdragen,
als andere menschen en inzonderheid jonge
lieden 'Liberaal waren.
Hij nam Wolfgang eens duchtig onderhan
den en wendde ricli toen tot mijnheer Ernst
Egon, ton einde hem deze uniek voorkomen
de complicatie van politieke gevoelens te ver
klaren.
„U heeft een distilleerderij! op uw land
goed, nietwaar?"
„Ik niet. Maar mijn schoonvader, graaf
Soli, die is distillateur
„Welnu dan, ik neem aan, dat graaf Soil
den drank haat en heb gebruik daarvan niet
in de hand wil «verken. Toch distilleert hij,
zooals ik verder wil aannemen en hopen, een
lekkeren, borrel De distilleerderij is nu een
maal zijn zaak. Yoor onze raak nu hebben wij
den vrijhandel noodig, ofschoon wij conserva
tief rijn."
Allen lachten, het uitbundigst mijnheer
Ernst Egon. Op die wijze had Walckeris hu
mor de opgekomen wolk weder verdreven e®
kon men rustig van do snippen eten, die
Bïehl juist opdroeg.
Wordt vervolgd.)