ICf y. XJit één wieg. 54"" Jaargang. ma Woensdag 29 Augustus 1900. No. 10330. UIT DE PERS. St er BUITENLAND. SCHIEDA11 :CH Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor S c h i ed am en VI a a r di ngen fl. 4.25. Franco per post fl. 4.65. Pr^js per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau s Boterstraat 68. SOU RANT. Prijs der Advertentiën: Van 46 regels fl. 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde ttieime adroertenfiët» opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon So, 123. Verhooging der Invoerrechten. ht. 115, 3t 59, «O, Ook „Het Volk." geeft nu onder den ti tel: „Geen protectionisme 1" een beschou wing op de voorgestelde wijziging van het ta rief van invoerrechten. Het blad meent dat deze wijziging (en verhooging) wordt verklaard door twee om standigheden. De eerste is dat de sociale po litiek, hoe zuinig ook geregeld, de schatkist toch altijd iets kost, terwijl in plaats dat deze gelden gevonden worden door bezuini ging op de begrooting van oorlog en marine deze in veel sterkere mate stijgen dan de nog steeds geringe.kosten onzer sociale poli tiek. De tweede is, dat deze Begeering, volgens shaar u iitdrukkedijke verklaring, tot geen ver hooging der directe belastingen wil overgaan. De directe belastingen (grondbelasting, per soneel, bedrijfs- en vermogensbelasting) kun nen zoodanig worden ingericht, dat zij den Triastrógsch'uldige treffen naarmate van zijn draagkracht, terwijl de indirecte als accijn zen en invoerrechten met de draagkracht der betalers geen rekening houden. Torih, merkt het soc.-dem. orgaan op, heeft de heer Pierson herhaaldelijk verklaard, de directe belastingen niet te willen verhoogern en zoodoende moet hij, nu de schatkist groo te toevoer eischt, wel komen tot verhooging der indirecte belastingen. 'e Eerst heeft hij beproefd, door een -belang rijke verhooging van den drankaccijns, ge spaard aan een geringe verhooging van den wijn accijns, een paar milHoen bannen te krij gen; maar op de algeoneene afkeuring in de af dodingen dar Kamer is dit plan afgestuit. Van een wijziging der successiebelasting, door hem m uitzicht gesteld, is tot lieden niets gekomen; trouwens „Het Volk" acht het volstrekt niet zeker, dat die wijziging een verhooging zou bevatten. Aan het adres der liberale bladen die in de voorgestelde tariefherziening een stap naar het protectionisme zien en daarover weinig 'gesticht zijn, zegt het blad „Wij zouden de liberalen, die zich terecht over deze afdwaling van den minister naar den kant der zoo fel bestreden tegenstanders beklagen, wel willen toeroepen dat hun Machten vrij ijdel zijn, zoolang zij in de plaats vau heb voorstel des Ministers, om zijn. paar millioe® te vinden, geen ander stel len. „Geen verhooging van directe belastingen tot heden geen verhooging van successie rechten of uitbreiding van staatserfrecht ziedaar de tactiek, die bestreden, het kwaad, dat opgeheven moet worden." En dan vervolgt „Het Volk": We staan hier weer voor den muur waar tegen do burgerlijke sociale politiek zich doodloopt: hoe aan het geld te komen. Tot heden wist men die moeilijkheid bijna geheel to ontwijken, door hervormingen in te voe ren, die de schatkist bijna niets kasten. Dat desniettegenstaande de Regeering, om de ge- ringt: kosten te vinden, haar toevlucht neemt tot een beloatingverhooging, die in de prac- tijk neerkomt op een verraad aan de leuze, Een roman VAN IDA BOY-ED. 49) „Biehl," zeide Lydia en keek hem. uitvor- séhend aan, „ga even naar mijn broer toe, naar mijn jongsten broer, bedoel ik. Het spijt mi j zoo, dat hij vanavond niet kan ko- meD" Misschien is hij toch met zajh werk »1 zoover klaar. Zeg tegen hem, dat juffrouw Von Hammer en wij er zeer naar verlangen, hem hier te zien. Maar storen moet je hem ■""am een anderen kant ook niet. Leg het ver standig aan! Vraag aan zijn hospita, of zij het ook durft wagen, je aan te dienen. Mis- schien 'heeft mijn broeder bezoekdan moet je je natuurlijk: in geen geval laten aandie nen." ®&it was een eenvoudig bevel; zelfs wan neer Biehl' er toe kwam, dfe boodschap te doen, dam kon Wolfgang toch niet op den mval komen, dat hij gecontroleerd werd. Zij bracht aan haar mama een bezoek van mm minuten, keek' wedter in de 'keuken, of avondmaaltijd voor haar moeder wel pie ces naar het voorschrift klaargemaakt werd. "*i ^bmoette Biehl, die juist was teruggako- ®en, op de trap. «Tob mijrn spijt heb ik mijnheer niet kun- spreken/' dealde Biehl mede. „Mijhheer k den heden namiddag slechts voor mijnheer r«a luitenant Von Méyeriinik en mijnheer twa dokter Droyssig te spraken geweest. Juf- die haar aan het roer bracht, doet de vraag rijzen, wat er wel zal gebeuren, als de drang der omstandigheden haar noodzaakt tot meer kostbare hervormingen als bijv. pen- sioitneering van arbeiders. De hoeren Vermeulen en Van Kamebeek hebben beide reede voorspeld, dat maatrege len ais deze de regeering tot protectie zouden brengen. En protectie kan niet plaats hebben zonder benadeeling der arbeidende bevol king. Reeds in het thans voorgestelde tarief worden belastingen geheven van goederen van algemeen volksgebruik. Dab klompen en onversmolten rundvet (waarvan verleden jaar voor 2 millioen kilogram werd inge voerd) weelde-artikelen zijn, zal niemand kunnen beweren. De Regeering erkent zelf in de Memorie van Toelichting, dat het laatste uitnemende voedingswaarde bezit en voor het meereu- deel naar de 'keuken gaat. Deze beide artike len, tot heden onbelast, zullen voortaan be last zijn: hot vet, omdat hier te lande vleeschaccijns wordt geheven. In plaats van dezen af te schaffen, gaat men nu het bui- tenlandsch onversmolten vet belasten. Dat verder het invoerrecht op bier, choco lade met suiker bereid, aardewerk, gipsbeel- den, hoeden, kaarsen, kaas, Meederen, galan teriewaren, lucifers, manufacturen, matten, meubelen, thee (het laatste f 25 per 100 kilo gram) wel degelijk den kleinen man drukt, ligt voor de hand. De verhooging dezer rech ten is een vermeerdering van den belasting druk op het volk. Voor de heeren protectio nistische fabrikanten wordt het tarief gun stiger; voor de arbeidende klasse ongunsti ger. En dat onder een regeering, die alles voor de arbeiders zon doen en van protectie nieti moest hebben. Zóó drijft de vrees, om de kapitalisten door hoogere directe belastangen en verzwa ring van successierechten te treffen, de re geering onverbiddelijk naar de protectie der industrieelen. Hoe grooter deze wordt, hoo meer het vol'k krijgt te betalen- Straks ko men de agrariërs, die alleen dan hun steun willen geven voor hoogere invoerrechten, als ook zij door graanrechten ervan pro- fitoeren. Daarheen gaat het, zoolang regee ringen, die sociale politiek willen drijven zonder meer belasting dor kapitalisten en zonder bezuiniging op militair gebied, aan het roer zijn. Wie geeni socialisme aandurft, belandt in onze dagen mot hun drang naar sociale her vorming onvermijdelijk bij hot protectionis me." Hot blad besluit „De arbeiderspartij heeft zich' in den eeuwenouden strijd in ons Land tusschen grondbezitters en stedelijke kapitalisten, nij~ voraars en handelslieden, geeu partij te stel len. Do burgerlijke vrijhandelspartij moge de arbeiders trachten, te lijlmen door de leuze „goedkoop brood", de bewuste arbeiders zul len zich' daardoor niet laten bewegen, zich als hulptroepen voor hen te laten gebruiken. ■De ervaring, met dit'wetsontwerp opge daan, is geschikt, om ook de minder politiek ontwikkelde elementen onder de arbeiders de oogon te openen. Pierson afzakkend naar de protectionisten het Kabinet van 1897 verhooging van invoerrechten voorstellend frouw Mestern1 had- heb strenge bervel, nie mand anders aan te dienon. Juist waren de heeren er weer, En. omdat u mij toch uit drukkelijk bevolen had „Het is goed. Ja, ja, 'het was heel bost, dat je hem niet gestoord hebt. Nu, dus be hoeven wij! met den avondmaaltijd niet op hem te wachten," zeide Lydia haastig. Dte medledeeling liet aan duidelijkheid niets te wensch.cn over. Wat zouden deze beide man nen zoo gewichtig en zoo ieder ander bezoek uitsluitend, te doen hebben, als zij' niet zijn secondanten waren? 'Langzaam gingen zijt naar de eetkamer. Zij wachtte op Malve en Eileonore. Deze Irwaaneu met behuilde gezichten. Het was niet moeilijk te raden, dat Eleonore haar aanstaande schoonzuster vertroostend had' toegesproken en dat Malve te zamen met haar tranen gestort had over het nog onzekere lot van haar liefde. Deze weekhartigheid prikkelde en pijnigde Lydia heden mèer dan ooit. Tranen Arm zalig middel ter uitdrukking van zwakheid® Ein. ovenals men een zieke aanspoort om tocli iets te gebruiken, zoo smeekte Eleonore Ly dia en Malve telkens en telkens weder om iets te nuttigen. Zij kwamen, aan Lydia voor als kinderen. Aan Malves liefde tot dien man geloofde zij wed, maar zij gedoofde niet aan de grootheid en de standvastigheid dezer liefde. Lydia met haar onverzettelijfcen wil had) geen be grip van weekhartige zielen. Waarom sprak Malve reeds over haar lief de, als er nog tranen moesten vloeien, als er nog een strijd volstreden moest worden? waarlijk, de ironie van het noodlot is groot i Dit geval leere den 'arbeiders, dat het stre ven naar sociale hervormingen door hen, die het betalen kunnen, bekostigd, bij geen bur gerlijke partij veilig is. Dat de arbeiders, om deze door te drijVen, alleen op ziclizelven kunnen vertrouwen en te diem einde hun eigen partij, de Arbeiderspartiji, met alle macht dienen te versterken. Aansluiting bij de Arbeiderspartij en Al gemeen Kiesrecht, ziedaar wat vóór alles noodig is 1" Algemeen ovenicht, SCHIEDAM, 28 Aug. 1900. Zuld-Afrika. Dat is weder treurig nieuws. Olivier, de wakkere Yrijstaatsche aanvoerder, heeft zich bij Winburg moeten overgeven. Het doet smartelijk aan te moeten ver nemen, hoe de kranige Boerengeneraal, wiens meesterlijke aftocht van het Zuiden naar het Noorden van den Vrijstaat zoo groote vol doening heeft gewekt bij alle Boerenvrienden, en die nog onlangs aan den knellenden band, om de Boeren gelegd bij Fouriesburg, 'wist te ontsnappen, nu toch in handen der En- gelschen is gevallen. Olivier is een van die tegenstanders ge weest, die als De Wet, De la Rey en Grobler, geboren guei'illa-aanvoerders zijn. Welke groote diensten had hij nog niet kunnen bewijzen! Wat werd er nog veel van hem verwacht 1 Zoo dunt de rij der helden die den moed er in wisten te houden door hun voorbeeld alleen. Wat daar bij Winburg eigenlijk is ge beurd, is niet recht duidelijk. Eerst hooiden wij dat Ridley met 250 bereden mannen en 25 infanteristen door 2000 Boeren met 2 kanonnen was omsingeld en 30 man verloor. Al dadeljjk dachten wij toen aan Olivier. Niemand dan hij kon dit stoute stukje heb ben uitgehaald. Maar 2000 man had hij waarschijnlijk wel niet onder zijn bevelen; dit hooge cijfer is natuurlek het zand dat het Engelsche publiek in de oogen wordt gestrooid om te vergoelijken dat Ridley in den knel zat. Ridley werd ontzet. En dan hooren wij opeens dat de Boeren van drie zijden een aanval deden op Winburg, maar met zware verliezen werden teruggeslagen, terwijl Olivier en zijn drie zoons gevangen werden genomen. Welke verliezen de Boeren hier overigens hebben geleden, is nog onbekend. Lord Ro berts bericht doet vermoeden dat niet het geheele kommando is gevangen genomen ook over de kanonnen zwygt Roberts. Maar het verlies van Olivier, sde ziel vüd het verzet in den Vrijstaat", zooal3 Roberts hem niet zonder reden noemt, is al erg genoeg. ïnlusschen is aan de Delagoa-lijn de strijd met kracht begonnen, en gaat alles goed, dan beleven wij hier een herhaling van de heer lijke dagen aan de Modderrivier en de Tugela. Roberts erkent zelf dat de strjjd van Zondag geen resullaat heeft opgeleverd. De Boeren houden hardnekkig stand op een terrein dat uitnemend geschikt is voor hun vechtwijze, Als zij dien man liefhad' en in zijn lot wilde deelen, al ging het ook zooals heb gaan wil de, als zij! zijn verleden mede op zich wilde nemen, onverschillig hoe duister dit was waarom aarzelde zij dan nog? Waarom, liet zij zich met een strijd met haar broeders en zusters in? Waarom duldde zij, dab men Walckor op verkenning uitzond'? In onverstoorbare kracht had zij eenvou dig moeten zeggen: „Bib is mijn aanstaande echtgenoot. Wil jullie niet van hem weten, goed, dan verlaat ik jullie nog op dit zelfde uur en ga 'bij hem inwonen." Maar als haar liefde niet zoo (krachtig was, dan had zij de zaak zwijgend, in slapelooze nachten strijdend en overwinnend, met zich zelf moeten uitmaken. Maar Malve was geen zelfstandig persoon zij' was meer de zuster van broers en zus ters, meer heb kind des huizes, dan een per soonlijkheid. Toen, Eleonore nu aldoor weder fluiste rend verzocht, dat Malve toch iets zou eten, stoof Lydia op en zeide: „Laat haar toch d/oen, wat zij wil „Hóe bar ben je!" zeide Malve met een trillende stem. „Z ij meent het zoo goed. En zij voelt met mij." Op dat „zij" werd' een bijzondere nadruk gelegd. Ach, hoezeer had Lydia op deze klei nigheden acht moeten slaan I „Wie weet, hoe jullie morgen zult schreien dacht Lydia. Dat blonde kind' Eleonore Werd mis schien zeer, zeer hard gestraft voor haar klein weinigje allodaagsche schuld. Zij had niet ter rechter tijd! gezwegen. En nu sloegen en waar de Engelschen niet veel hebben aan hun bereden troepen. Wij twjjfelen ook niet of Botha zal wel gezorgd hebben dat de natuurlijke voordeelen van het terrein nog door schansen en loop graven verbeterd werden. Het is hier het gebied van het boschveld, de groote uitgestrekth—dl die de Boer in den zomer ontvliedt wegens de onhoudbare hitte en de ongezonde uitwaseming van den bodem, waar dichte wouden van doornboomen en meterhoog gras den doortocht beletten en alleen eenige gebaande wegen, den Boeren natuurlijk welbekend, een verderen opmarsch toestaan. Het moeilijkste gedeelte van Roberts taak begint hier, en zij die deze streken kennen, betwijfelen of het succes hier aan de zijde der Engelschen zal zijn. Want Botha zal zich niet laten verslaan. Wanneer de aandrang der Engelsche legermacht hem te sterk wordt, zal hij terugtrekken en den vijand steeds verder lokken in een doolhof van wouden en bergen. Met succes maken de Boeren ook hier weder gebruik van hun tactiek om de velden in brand te steken, daarmede, volgens Fre- derik Rompel, den gewezen oorlogscorres pondent der Volksstem" drieërlei bereikend dat hun eigen bewegingen verborgen blijven en de opmarsch des vijands gehinderd, dat de khaki-uniformeo der Engelschen scherper uitkomen op het zwart-gebrande veld, dat de Engelschen het groene en zoo hoog noo- dige voedsel voor hun paarden missen. Yoigens Boerenberichten die uit Lorenpo Marquez aan de Daily Mail" worden over gebracht, hebben de Engelschen Vrijdag bjj Machadodorp feitelijk de nederlaag geleden, al moesten de Boeren ook per saldo terug trekken. Hoe jammer dat juist nu weer Olivier van het tooneel verdwijnt. Gelukkig is De Wet er nog om Roberts' gemeenschapslijnen te verstoren. Ditmaal sehjjnt hij het Zuiden van Transvaal voor zijn operatiën te hebben uit gekozen. Uit Pretoria werd althans Zondag gemeld dat, naar men meende, De Wet met 250 man onder zijn bevelen ten Zuiden van Krugers- dorp de spoorlijn had opgebroken. In Natal is ook de verbinding niet veilig. Volgens een Exchange-telegram zyn kleine troepen Boeren Natal binnengevallen over de Buffelrivier om den spoorweg af te snijden. Na een reeks van gevechten trokkeD zij van een post aan Kotzee's-drift terug. Uit het Westen van Transvaal weinig nieuws. De Boeren hebben hier den Ame- rikaanschen verkenner Chadwick gevangen genomen, een der mannen die indertijd in den Spaansch-Amerikaanschen oorlog luite nant Hobson vergezelden op zjjn gevaarlijken tocht in de baai van Santiago de Cuba. Daarentegen moeten de Engelschen een Boeren-spion hebben gepakt, zekeren apo theker Klee uit Johannesburg. Op hem zou den dertien telegrammen zijn gevonden. De Temps" bevat een brief van den be kenden ingenieur van Creusot, Grumbey, over Cordua. Volgens hem was deze een beslist ontoerekenbaar man, die geen enkelen vriend had en maar één verlangen had om bij de Transvaalsche artillerie te worden ge plaatst, wat niet mogelijk was. haar belde minnaars elkander de hoofden aan bloeddie van eergisteren en die van heden. Wat voor een dwaze geschiedenisHet eenige was, dati zij toevallig Lydia's broeder en Lydia'a aanstaanden echtgenoot tot hol don had Zij grimlachte bibter. „Willen wijj mam?, allo drie te zamen goe- dennaclit gaan. zeggen?" vroeg Malve. Lydia knikte. „Och ja, mama houdt er toch van, dat haar kinderen zoo met elkan der bijl haar komen „Lydia, ik twijfel er wel eens aan, of je wel een. hart hebt 1" riep Malve verstoord uit. „Ik weet het niet," zeide Lydia bedaard! en dacht daarbij„Misschien ligt dit bui ten op het kerkhof Zij gingen alle drie de trap op. Eleonore deed dit uiterst verlegen en bekommerd. Zij kon zich in Lydia's bijzijn nooit op haar ge mak gevoelen. Zoo hoog verhief haar gevoel haar niet, dat zij' Lydia zou haten. 'Daartoe ontbrak het haar aan den moed. Maar zij vreesde toch voor haar. Het (kwam. haar dik wijls als een vermomming voor, dat Lydia zulke klcederen droeg als andere vrouwen en zich evenzoo gedroeg en sprak. En ondanks dezen angst, die haar ver, heel ver van Ly dia deed blijven, bezat' deze toch een onuit sprekelijke aantrekkingskracht voor haar. Als een kind, gelukkig glimlachend, ver wend en toeh waardig, lag haar mama te bed, van het gezag genietende, als .was dit door haar afgedwongen, en volstrekt niet merkende, dat dit haar als liefdegeschenk harer kinderen toegestaan was. De van Pretoria. Wij deelden onlangs een en ander mede uit het onderhoud van een Italiaansch jour nalist te Napels met jhr, Sandberg, adjudant van Louis Botha. Jhr. Sandberg is na de overgave der stad! met toestemming van de regeering der Z.- Afr. Republiek naar Europa gekomen en vertoeft thans in ons land. Het „Hbl." is hem gaan vragen of dit interview juist was en vernam dat er op vele belangrijke punten nogal grove onwaarheden waren binnengeslo pen. Het blad vond daarin aanleiding het verhaal van de overgave nogmaals uit den mond van jhr. Sandberg op te teekenen. „Den 2en Juli, drie dagen vóór de overga ve, benoemde generaal Botha mij en twee anderen itot civiele en militaire gouverneurs van Pretoria, met absolute volmacht. Botha ging heen en weer tusschen het kamp en de stad. In den. avond van den 4em Juni, ter wijl ik in mijn kantoor was, werd ik aan de telephoon geroepen. Het wias de zwager van generaal Bothia, tevens een zijner adjudan ten, die mij zeide naar zijn huis te komen, waar ik moest onderiiand'eten met een parle mentair die uit het kamp van Roberts was gekomen. „Ik ging dadelijk en vond in het huis van generaal Botha een jongen Engelschen lui tenant, Watson genaamd. Ik vroeg, wat hij verlangde en kreeg" ten antwoord, dat hij1 op bevel Van lord Roberts, (opperbevelhebber der Engelsche troepen, kwam eiscben dat Pretoria zich onvoorwaardelijk zou overga ven. „Ik vroeg hem. hoe laat hij' zijn antwoord wilde hebben en hij antwoordde„Ter stond-" „Ik noodigdo hem uit te gaan zitten, en wij spraken ook over 'amdére dingen. Na een oogenblik herhaalde ik: „Hoe laat verlangt u dus antwoord „Hij zeide: „Zoo spoedig mogelijk," en hij drong aan: „Waarom kunt u het mij niet dadelijk geven Ik merkte op dat d!e overgave van «en stad niet iets is dat allo dagen voorkomt, en dat het onmogelijk was zulk een antwoord van te voren klaar te heb ben. „Daartegenover gaf de jonge luitenant zich gewonnen. Toen ging ik rapport maken van het gebeurde aan mijn generaal, die intus- schen van het slagveld in de stad gekomen was. Botha keerde dadelijk met mij' terug naar de kamer waar luit. Watson zat. Later kwam generaal Lu kas Meijer ook. Botha on derhandelde zelf met den Engelschen parle mentair en het slot was", dat Botha aan, Ro berts een brief zon schrijven, waarin de be velhebber der Boeten troepen aam den bevel hebber der Engelsche troepen een „rendez vous" vroeg voor den volgenden diag, ten ein de te onderhandelen over de overgave van Pretoria, of zoo mogelijk, don tijd to bepalen) die den Boeren zou worden toegestaan om hun vrouwen en kinderen de stad uit te la ten (trékken. „Ik wbrd belast dien brief zelf aan lord Roberts te over handige®, en eventueel) een vergelijk te treffen. Ik nam de opdracht aan en vroeg alleen dat iemand met mij mee zou gaan. Generaal Oosthuizen bood aan mij te Zij liet zich door het drietal na elkander op de wang ürussen, Yan een lijdenden toe stand was niets meer te bemerken. Be lamp, die op een tafeltje naast het bed' stond, bestraalde een friedh gezicht. „Ik kom mij zelf als erg lui voor, dat ik nog te bed lig," zeide haar moeder. Lydia zat op den. linkerrand van het ledi kant; rechts, waar zich het tafeltje met de lamp bevond, stonden Eleonore en Malve. Peinzend keek Lydia haar moeder aan. Daar lag zij nu, zij, het hoofd der familie, die allen onder heb harte gedragen 'had, om wier wel of wee op dit oogenblik een zwaran strijd gestreden werd. Heden een stralende moeder, wier trots en geluk de mooie, krach tige, vreedzame hand dn hand staande schare harer kinderen was, morgen misschien een weenende moeder, die moest ei-kennen, dat zij voor een waan geleefd, voor een dwaling gewerkt had. Want het leven was eigenwil lig het nam met zijn luimen, de hand des broeders uit die der zuster. Het dreef d© eonen op dezen weg, de anderen op genen. En de dag kwam misschien, waarop hun niets me-rr gemeen was, dan het graf dezer dierbare, geliefde vrouw, waarheen zij met gebroken harten bedevaarten deden Lydia 'boog zich diep terneder. Voor haar oogen was het donker. In onuitsprekelijiken eerbied kuste zij de hand harer moeder. (Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1