ICf
y.
XJit één wieg.
54"" Jaargang.
ma
Woensdag 29 Augustus 1900.
No. 10330.
UIT DE PERS.
St
er
BUITENLAND.
SCHIEDA11 :CH
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor S c h i ed am en VI a a r di ngen fl. 4.25. Franco
per post fl. 4.65.
Pr^js per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau s Boterstraat 68.
SOU RANT.
Prijs der Advertentiën: Van 46 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde ttieime adroertenfiët» opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon So, 123.
Verhooging der Invoerrechten.
ht.
115,
3t 59,
«O,
Ook „Het Volk." geeft nu onder den ti
tel: „Geen protectionisme 1" een beschou
wing op de voorgestelde wijziging van het ta
rief van invoerrechten.
Het blad meent dat deze wijziging (en
verhooging) wordt verklaard door twee om
standigheden. De eerste is dat de sociale po
litiek, hoe zuinig ook geregeld, de schatkist
toch altijd iets kost, terwijl in plaats dat
deze gelden gevonden worden door bezuini
ging op de begrooting van oorlog en marine
deze in veel sterkere mate stijgen dan de
nog steeds geringe.kosten onzer sociale poli
tiek.
De tweede is, dat deze Begeering, volgens
shaar u iitdrukkedijke verklaring, tot geen ver
hooging der directe belastingen wil overgaan.
De directe belastingen (grondbelasting, per
soneel, bedrijfs- en vermogensbelasting) kun
nen zoodanig worden ingericht, dat zij den
Triastrógsch'uldige treffen naarmate van zijn
draagkracht, terwijl de indirecte als accijn
zen en invoerrechten met de draagkracht
der betalers geen rekening houden.
Torih, merkt het soc.-dem. orgaan op, heeft
de heer Pierson herhaaldelijk verklaard, de
directe belastingen niet te willen verhoogern
en zoodoende moet hij, nu de schatkist groo
te toevoer eischt, wel komen tot verhooging
der indirecte belastingen.
'e Eerst heeft hij beproefd, door een -belang
rijke verhooging van den drankaccijns, ge
spaard aan een geringe verhooging van den
wijn accijns, een paar milHoen bannen te krij
gen; maar op de algeoneene afkeuring in de
af dodingen dar Kamer is dit plan afgestuit.
Van een wijziging der successiebelasting,
door hem m uitzicht gesteld, is tot lieden
niets gekomen; trouwens „Het Volk" acht
het volstrekt niet zeker, dat die wijziging
een verhooging zou bevatten.
Aan het adres der liberale bladen die in
de voorgestelde tariefherziening een stap
naar het protectionisme zien en daarover
weinig 'gesticht zijn, zegt het blad
„Wij zouden de liberalen, die zich terecht
over deze afdwaling van den minister naar
den kant der zoo fel bestreden tegenstanders
beklagen, wel willen toeroepen dat hun
Machten vrij ijdel zijn, zoolang zij in de
plaats vau heb voorstel des Ministers, om
zijn. paar millioe® te vinden, geen ander stel
len.
„Geen verhooging van directe belastingen
tot heden geen verhooging van successie
rechten of uitbreiding van staatserfrecht
ziedaar de tactiek, die bestreden, het kwaad,
dat opgeheven moet worden."
En dan vervolgt „Het Volk":
We staan hier weer voor den muur waar
tegen do burgerlijke sociale politiek zich
doodloopt: hoe aan het geld te komen. Tot
heden wist men die moeilijkheid bijna geheel
to ontwijken, door hervormingen in te voe
ren, die de schatkist bijna niets kasten. Dat
desniettegenstaande de Regeering, om de ge-
ringt: kosten te vinden, haar toevlucht neemt
tot een beloatingverhooging, die in de prac-
tijk neerkomt op een verraad aan de leuze,
Een roman
VAN
IDA BOY-ED.
49)
„Biehl," zeide Lydia en keek hem. uitvor-
séhend aan, „ga even naar mijn broer toe,
naar mijn jongsten broer, bedoel ik. Het
spijt mi j zoo, dat hij vanavond niet kan ko-
meD" Misschien is hij toch met zajh werk »1
zoover klaar. Zeg tegen hem, dat juffrouw
Von Hammer en wij er zeer naar verlangen,
hem hier te zien. Maar storen moet je hem
■""am een anderen kant ook niet. Leg het ver
standig aan! Vraag aan zijn hospita, of zij
het ook durft wagen, je aan te dienen. Mis-
schien 'heeft mijn broeder bezoekdan moet
je je natuurlijk: in geen geval laten aandie
nen."
®&it was een eenvoudig bevel; zelfs wan
neer Biehl' er toe kwam, dfe boodschap te
doen, dam kon Wolfgang toch niet op den
mval komen, dat hij gecontroleerd werd.
Zij bracht aan haar mama een bezoek van
mm minuten, keek' wedter in de 'keuken, of
avondmaaltijd voor haar moeder wel pie
ces naar het voorschrift klaargemaakt werd.
"*i ^bmoette Biehl, die juist was teruggako-
®en, op de trap.
«Tob mijrn spijt heb ik mijnheer niet kun-
spreken/' dealde Biehl mede. „Mijhheer
k den heden namiddag slechts voor mijnheer
r«a luitenant Von Méyeriinik en mijnheer
twa dokter Droyssig te spraken geweest. Juf-
die haar aan het roer bracht, doet de vraag
rijzen, wat er wel zal gebeuren, als de drang
der omstandigheden haar noodzaakt tot
meer kostbare hervormingen als bijv. pen-
sioitneering van arbeiders.
De hoeren Vermeulen en Van Kamebeek
hebben beide reede voorspeld, dat maatrege
len ais deze de regeering tot protectie zouden
brengen. En protectie kan niet plaats hebben
zonder benadeeling der arbeidende bevol
king. Reeds in het thans voorgestelde tarief
worden belastingen geheven van goederen
van algemeen volksgebruik. Dab klompen en
onversmolten rundvet (waarvan verleden
jaar voor 2 millioen kilogram werd inge
voerd) weelde-artikelen zijn, zal niemand
kunnen beweren.
De Regeering erkent zelf in de Memorie
van Toelichting, dat het laatste uitnemende
voedingswaarde bezit en voor het meereu-
deel naar de 'keuken gaat. Deze beide artike
len, tot heden onbelast, zullen voortaan be
last zijn: hot vet, omdat hier te lande
vleeschaccijns wordt geheven. In plaats van
dezen af te schaffen, gaat men nu het bui-
tenlandsch onversmolten vet belasten.
Dat verder het invoerrecht op bier, choco
lade met suiker bereid, aardewerk, gipsbeel-
den, hoeden, kaarsen, kaas, Meederen, galan
teriewaren, lucifers, manufacturen, matten,
meubelen, thee (het laatste f 25 per 100 kilo
gram) wel degelijk den kleinen man drukt,
ligt voor de hand. De verhooging dezer rech
ten is een vermeerdering van den belasting
druk op het volk. Voor de heeren protectio
nistische fabrikanten wordt het tarief gun
stiger; voor de arbeidende klasse ongunsti
ger. En dat onder een regeering, die alles
voor de arbeiders zon doen en van protectie
nieti moest hebben.
Zóó drijft de vrees, om de kapitalisten
door hoogere directe belastangen en verzwa
ring van successierechten te treffen, de re
geering onverbiddelijk naar de protectie der
industrieelen. Hoe grooter deze wordt, hoo
meer het vol'k krijgt te betalen- Straks ko
men de agrariërs, die alleen dan hun steun
willen geven voor hoogere invoerrechten, als
ook zij door graanrechten ervan pro-
fitoeren. Daarheen gaat het, zoolang regee
ringen, die sociale politiek willen drijven
zonder meer belasting dor kapitalisten en
zonder bezuiniging op militair gebied, aan
het roer zijn.
Wie geeni socialisme aandurft, belandt in
onze dagen mot hun drang naar sociale her
vorming onvermijdelijk bij hot protectionis
me."
Hot blad besluit
„De arbeiderspartij heeft zich' in den
eeuwenouden strijd in ons Land tusschen
grondbezitters en stedelijke kapitalisten, nij~
voraars en handelslieden, geeu partij te stel
len. Do burgerlijke vrijhandelspartij moge de
arbeiders trachten, te lijlmen door de leuze
„goedkoop brood", de bewuste arbeiders zul
len zich' daardoor niet laten bewegen, zich
als hulptroepen voor hen te laten gebruiken.
■De ervaring, met dit'wetsontwerp opge
daan, is geschikt, om ook de minder politiek
ontwikkelde elementen onder de arbeiders
de oogon te openen. Pierson afzakkend naar
de protectionisten het Kabinet van 1897
verhooging van invoerrechten voorstellend
frouw Mestern1 had- heb strenge bervel, nie
mand anders aan te dienon. Juist waren de
heeren er weer, En. omdat u mij toch uit
drukkelijk bevolen had
„Het is goed. Ja, ja, 'het was heel bost,
dat je hem niet gestoord hebt. Nu, dus be
hoeven wij! met den avondmaaltijd niet op
hem te wachten," zeide Lydia haastig. Dte
medledeeling liet aan duidelijkheid niets te
wensch.cn over. Wat zouden deze beide man
nen zoo gewichtig en zoo ieder ander bezoek
uitsluitend, te doen hebben, als zij' niet zijn
secondanten waren?
'Langzaam gingen zijt naar de eetkamer.
Zij wachtte op Malve en Eileonore.
Deze Irwaaneu met behuilde gezichten. Het
was niet moeilijk te raden, dat Eleonore
haar aanstaande schoonzuster vertroostend
had' toegesproken en dat Malve te zamen
met haar tranen gestort had over het nog
onzekere lot van haar liefde.
Deze weekhartigheid prikkelde en pijnigde
Lydia heden mèer dan ooit. Tranen Arm
zalig middel ter uitdrukking van zwakheid®
Ein. ovenals men een zieke aanspoort om tocli
iets te gebruiken, zoo smeekte Eleonore Ly
dia en Malve telkens en telkens weder om
iets te nuttigen.
Zij kwamen, aan Lydia voor als kinderen.
Aan Malves liefde tot dien man geloofde zij
wed, maar zij gedoofde niet aan de grootheid
en de standvastigheid dezer liefde. Lydia
met haar onverzettelijfcen wil had) geen be
grip van weekhartige zielen.
Waarom sprak Malve reeds over haar lief
de, als er nog tranen moesten vloeien, als er
nog een strijd volstreden moest worden?
waarlijk, de ironie van het noodlot is
groot i
Dit geval leere den 'arbeiders, dat het stre
ven naar sociale hervormingen door hen, die
het betalen kunnen, bekostigd, bij geen bur
gerlijke partij veilig is. Dat de arbeiders, om
deze door te drijVen, alleen op ziclizelven
kunnen vertrouwen en te diem einde hun
eigen partij, de Arbeiderspartiji, met alle
macht dienen te versterken.
Aansluiting bij de Arbeiderspartij en Al
gemeen Kiesrecht, ziedaar wat vóór alles
noodig is 1"
Algemeen ovenicht,
SCHIEDAM, 28 Aug. 1900.
Zuld-Afrika.
Dat is weder treurig nieuws. Olivier, de
wakkere Yrijstaatsche aanvoerder, heeft zich
bij Winburg moeten overgeven.
Het doet smartelijk aan te moeten ver
nemen, hoe de kranige Boerengeneraal, wiens
meesterlijke aftocht van het Zuiden naar het
Noorden van den Vrijstaat zoo groote vol
doening heeft gewekt bij alle Boerenvrienden,
en die nog onlangs aan den knellenden band,
om de Boeren gelegd bij Fouriesburg, 'wist
te ontsnappen, nu toch in handen der En-
gelschen is gevallen.
Olivier is een van die tegenstanders ge
weest, die als De Wet, De la Rey en Grobler,
geboren guei'illa-aanvoerders zijn. Welke
groote diensten had hij nog niet kunnen
bewijzen! Wat werd er nog veel van hem
verwacht 1
Zoo dunt de rij der helden die den moed
er in wisten te houden door hun voorbeeld
alleen.
Wat daar bij Winburg eigenlijk is ge
beurd, is niet recht duidelijk. Eerst hooiden
wij dat Ridley met 250 bereden mannen en
25 infanteristen door 2000 Boeren met 2
kanonnen was omsingeld en 30 man verloor.
Al dadeljjk dachten wij toen aan Olivier.
Niemand dan hij kon dit stoute stukje heb
ben uitgehaald. Maar 2000 man had hij
waarschijnlijk wel niet onder zijn bevelen;
dit hooge cijfer is natuurlek het zand dat
het Engelsche publiek in de oogen wordt
gestrooid om te vergoelijken dat Ridley in
den knel zat.
Ridley werd ontzet. En dan hooren wij
opeens dat de Boeren van drie zijden een
aanval deden op Winburg, maar met zware
verliezen werden teruggeslagen, terwijl Olivier
en zijn drie zoons gevangen werden genomen.
Welke verliezen de Boeren hier overigens
hebben geleden, is nog onbekend. Lord Ro
berts bericht doet vermoeden dat niet het
geheele kommando is gevangen genomen
ook over de kanonnen zwygt Roberts.
Maar het verlies van Olivier, sde ziel vüd
het verzet in den Vrijstaat", zooal3 Roberts
hem niet zonder reden noemt, is al erg genoeg.
ïnlusschen is aan de Delagoa-lijn de strijd
met kracht begonnen, en gaat alles goed, dan
beleven wij hier een herhaling van de heer
lijke dagen aan de Modderrivier en de Tugela.
Roberts erkent zelf dat de strjjd van Zondag
geen resullaat heeft opgeleverd. De Boeren
houden hardnekkig stand op een terrein dat
uitnemend geschikt is voor hun vechtwijze,
Als zij dien man liefhad' en in zijn lot wilde
deelen, al ging het ook zooals heb gaan wil
de, als zij! zijn verleden mede op zich wilde
nemen, onverschillig hoe duister dit was
waarom aarzelde zij dan nog? Waarom, liet
zij zich met een strijd met haar broeders en
zusters in? Waarom duldde zij, dab men
Walckor op verkenning uitzond'?
In onverstoorbare kracht had zij eenvou
dig moeten zeggen: „Bib is mijn aanstaande
echtgenoot. Wil jullie niet van hem weten,
goed, dan verlaat ik jullie nog op dit zelfde
uur en ga 'bij hem inwonen."
Maar als haar liefde niet zoo (krachtig was,
dan had zij de zaak zwijgend, in slapelooze
nachten strijdend en overwinnend, met zich
zelf moeten uitmaken.
Maar Malve was geen zelfstandig persoon
zij' was meer de zuster van broers en zus
ters, meer heb kind des huizes, dan een per
soonlijkheid.
Toen, Eleonore nu aldoor weder fluiste
rend verzocht, dat Malve toch iets zou eten,
stoof Lydia op en zeide: „Laat haar toch
d/oen, wat zij wil
„Hóe bar ben je!" zeide Malve met een
trillende stem. „Z ij meent het zoo goed. En
zij voelt met mij."
Op dat „zij" werd' een bijzondere nadruk
gelegd. Ach, hoezeer had Lydia op deze klei
nigheden acht moeten slaan I
„Wie weet, hoe jullie morgen zult
schreien dacht Lydia.
Dat blonde kind' Eleonore Werd mis
schien zeer, zeer hard gestraft voor haar
klein weinigje allodaagsche schuld. Zij had
niet ter rechter tijd! gezwegen. En nu sloegen
en waar de Engelschen niet veel hebben aan
hun bereden troepen.
Wij twjjfelen ook niet of Botha zal wel
gezorgd hebben dat de natuurlijke voordeelen
van het terrein nog door schansen en loop
graven verbeterd werden.
Het is hier het gebied van het boschveld,
de groote uitgestrekth—dl die de Boer in den
zomer ontvliedt wegens de onhoudbare hitte
en de ongezonde uitwaseming van den bodem,
waar dichte wouden van doornboomen en
meterhoog gras den doortocht beletten en
alleen eenige gebaande wegen, den Boeren
natuurlijk welbekend, een verderen opmarsch
toestaan.
Het moeilijkste gedeelte van Roberts taak
begint hier, en zij die deze streken kennen,
betwijfelen of het succes hier aan de zijde
der Engelschen zal zijn. Want Botha zal zich
niet laten verslaan. Wanneer de aandrang
der Engelsche legermacht hem te sterk wordt,
zal hij terugtrekken en den vijand steeds
verder lokken in een doolhof van wouden
en bergen.
Met succes maken de Boeren ook hier
weder gebruik van hun tactiek om de velden
in brand te steken, daarmede, volgens Fre-
derik Rompel, den gewezen oorlogscorres
pondent der Volksstem" drieërlei bereikend
dat hun eigen bewegingen verborgen blijven
en de opmarsch des vijands gehinderd, dat
de khaki-uniformeo der Engelschen scherper
uitkomen op het zwart-gebrande veld, dat
de Engelschen het groene en zoo hoog noo-
dige voedsel voor hun paarden missen.
Yoigens Boerenberichten die uit Lorenpo
Marquez aan de Daily Mail" worden over
gebracht, hebben de Engelschen Vrijdag bjj
Machadodorp feitelijk de nederlaag geleden,
al moesten de Boeren ook per saldo terug
trekken.
Hoe jammer dat juist nu weer Olivier van
het tooneel verdwijnt. Gelukkig is De Wet
er nog om Roberts' gemeenschapslijnen te
verstoren. Ditmaal sehjjnt hij het Zuiden van
Transvaal voor zijn operatiën te hebben uit
gekozen.
Uit Pretoria werd althans Zondag gemeld
dat, naar men meende, De Wet met 250 man
onder zijn bevelen ten Zuiden van Krugers-
dorp de spoorlijn had opgebroken.
In Natal is ook de verbinding niet veilig.
Volgens een Exchange-telegram zyn kleine
troepen Boeren Natal binnengevallen over de
Buffelrivier om den spoorweg af te snijden.
Na een reeks van gevechten trokkeD zij van
een post aan Kotzee's-drift terug.
Uit het Westen van Transvaal weinig
nieuws. De Boeren hebben hier den Ame-
rikaanschen verkenner Chadwick gevangen
genomen, een der mannen die indertijd in
den Spaansch-Amerikaanschen oorlog luite
nant Hobson vergezelden op zjjn gevaarlijken
tocht in de baai van Santiago de Cuba.
Daarentegen moeten de Engelschen een
Boeren-spion hebben gepakt, zekeren apo
theker Klee uit Johannesburg. Op hem zou
den dertien telegrammen zijn gevonden.
De Temps" bevat een brief van den be
kenden ingenieur van Creusot, Grumbey,
over Cordua. Volgens hem was deze een
beslist ontoerekenbaar man, die geen enkelen
vriend had en maar één verlangen had om
bij de Transvaalsche artillerie te worden ge
plaatst, wat niet mogelijk was.
haar belde minnaars elkander de hoofden
aan bloeddie van eergisteren en die van
heden.
Wat voor een dwaze geschiedenisHet
eenige was, dati zij toevallig Lydia's broeder
en Lydia'a aanstaanden echtgenoot tot hol
don had
Zij grimlachte bibter.
„Willen wijj mam?, allo drie te zamen goe-
dennaclit gaan. zeggen?" vroeg Malve.
Lydia knikte. „Och ja, mama houdt er
toch van, dat haar kinderen zoo met elkan
der bijl haar komen
„Lydia, ik twijfel er wel eens aan, of je
wel een. hart hebt 1" riep Malve verstoord uit.
„Ik weet het niet," zeide Lydia bedaard!
en dacht daarbij„Misschien ligt dit bui
ten op het kerkhof
Zij gingen alle drie de trap op. Eleonore
deed dit uiterst verlegen en bekommerd. Zij
kon zich in Lydia's bijzijn nooit op haar ge
mak gevoelen. Zoo hoog verhief haar gevoel
haar niet, dat zij' Lydia zou haten. 'Daartoe
ontbrak het haar aan den moed. Maar zij
vreesde toch voor haar. Het (kwam. haar dik
wijls als een vermomming voor, dat Lydia
zulke klcederen droeg als andere vrouwen en
zich evenzoo gedroeg en sprak. En ondanks
dezen angst, die haar ver, heel ver van Ly
dia deed blijven, bezat' deze toch een onuit
sprekelijke aantrekkingskracht voor haar.
Als een kind, gelukkig glimlachend, ver
wend en toeh waardig, lag haar mama te
bed, van het gezag genietende, als .was dit
door haar afgedwongen, en volstrekt niet
merkende, dat dit haar als liefdegeschenk
harer kinderen toegestaan was.
De
van Pretoria.
Wij deelden onlangs een en ander mede
uit het onderhoud van een Italiaansch jour
nalist te Napels met jhr, Sandberg, adjudant
van Louis Botha.
Jhr. Sandberg is na de overgave der stad!
met toestemming van de regeering der Z.-
Afr. Republiek naar Europa gekomen en
vertoeft thans in ons land. Het „Hbl." is
hem gaan vragen of dit interview juist was
en vernam dat er op vele belangrijke punten
nogal grove onwaarheden waren binnengeslo
pen. Het blad vond daarin aanleiding het
verhaal van de overgave nogmaals uit den
mond van jhr. Sandberg op te teekenen.
„Den 2en Juli, drie dagen vóór de overga
ve, benoemde generaal Botha mij en twee
anderen itot civiele en militaire gouverneurs
van Pretoria, met absolute volmacht. Botha
ging heen en weer tusschen het kamp en de
stad. In den. avond van den 4em Juni, ter
wijl ik in mijn kantoor was, werd ik aan de
telephoon geroepen. Het wias de zwager van
generaal Bothia, tevens een zijner adjudan
ten, die mij zeide naar zijn huis te komen,
waar ik moest onderiiand'eten met een parle
mentair die uit het kamp van Roberts was
gekomen.
„Ik ging dadelijk en vond in het huis van
generaal Botha een jongen Engelschen lui
tenant, Watson genaamd. Ik vroeg, wat hij
verlangde en kreeg" ten antwoord, dat hij1 op
bevel Van lord Roberts, (opperbevelhebber
der Engelsche troepen, kwam eiscben dat
Pretoria zich onvoorwaardelijk zou overga
ven.
„Ik vroeg hem. hoe laat hij' zijn antwoord
wilde hebben en hij antwoordde„Ter
stond-"
„Ik noodigdo hem uit te gaan zitten, en
wij spraken ook over 'amdére dingen. Na een
oogenblik herhaalde ik: „Hoe laat verlangt
u dus antwoord
„Hij zeide: „Zoo spoedig mogelijk," en
hij drong aan: „Waarom kunt u het mij
niet dadelijk geven Ik merkte op dat d!e
overgave van «en stad niet iets is dat allo
dagen voorkomt, en dat het onmogelijk was
zulk een antwoord van te voren klaar te heb
ben.
„Daartegenover gaf de jonge luitenant zich
gewonnen. Toen ging ik rapport maken van
het gebeurde aan mijn generaal, die intus-
schen van het slagveld in de stad gekomen
was. Botha keerde dadelijk met mij' terug
naar de kamer waar luit. Watson zat. Later
kwam generaal Lu kas Meijer ook. Botha on
derhandelde zelf met den Engelschen parle
mentair en het slot was", dat Botha aan, Ro
berts een brief zon schrijven, waarin de be
velhebber der Boeten troepen aam den bevel
hebber der Engelsche troepen een „rendez
vous" vroeg voor den volgenden diag, ten ein
de te onderhandelen over de overgave van
Pretoria, of zoo mogelijk, don tijd to bepalen)
die den Boeren zou worden toegestaan om
hun vrouwen en kinderen de stad uit te la
ten (trékken.
„Ik wbrd belast dien brief zelf aan lord
Roberts te over handige®, en eventueel) een
vergelijk te treffen. Ik nam de opdracht aan
en vroeg alleen dat iemand met mij mee zou
gaan. Generaal Oosthuizen bood aan mij te
Zij liet zich door het drietal na elkander
op de wang ürussen, Yan een lijdenden toe
stand was niets meer te bemerken.
Be lamp, die op een tafeltje naast het bed'
stond, bestraalde een friedh gezicht.
„Ik kom mij zelf als erg lui voor, dat ik
nog te bed lig," zeide haar moeder.
Lydia zat op den. linkerrand van het ledi
kant; rechts, waar zich het tafeltje met de
lamp bevond, stonden Eleonore en Malve.
Peinzend keek Lydia haar moeder aan.
Daar lag zij nu, zij, het hoofd der familie,
die allen onder heb harte gedragen 'had, om
wier wel of wee op dit oogenblik een zwaran
strijd gestreden werd. Heden een stralende
moeder, wier trots en geluk de mooie, krach
tige, vreedzame hand dn hand staande schare
harer kinderen was, morgen misschien een
weenende moeder, die moest ei-kennen, dat
zij voor een waan geleefd, voor een dwaling
gewerkt had. Want het leven was eigenwil
lig het nam met zijn luimen, de hand des
broeders uit die der zuster. Het dreef d©
eonen op dezen weg, de anderen op genen.
En de dag kwam misschien, waarop hun
niets me-rr gemeen was, dan het graf dezer
dierbare, geliefde vrouw, waarheen zij met
gebroken harten bedevaarten deden
Lydia 'boog zich diep terneder. Voor haar
oogen was het donker.
In onuitsprekelijiken eerbied kuste zij de
hand harer moeder.
(Wordt vervolgd