No. 10340
Eerste Blad
Uit één wieg.
54"® Jaargang.
Zondag 9 en Maandag 10 September 1900.
SCHOUW
Openbare Aanbesteding.
UIT DE PE18S.
BUITENLAND.
fr. 500f
500!
i> 500('
500[
500(
00:
168398!
99271!
171 902!
785705
60050!
164836!
53815!
134092!
170480!
1320635
56425!
87335!
4708
619311 i
52857!
1725222
85951!
41247!
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl, 1.25. Franco
er post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan 'ïet^bureau bezorgd zijn.
Bureau t Boterstra&t 69.
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven Uier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Klein* adveetentiën opgenomen tot den prjjs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No. 133.
KW»
orcr de wateringen cn lieinslooten In liet
Ond- en Nienw-west-frankeland,
W A il it S C li II IV IX fi.
RUIKlEMEBSTER EN WETHOUDERS
van Schiedam,
Gezien art. 9 der verordening up het reirigen
en op de gevnrdeide bieerltp en diepte honden
van de wateringen en lieiristi ote» in net Oud
en Nieuw-west frankeland binnen genoemd'' ge
meente, van den l9den Mei 1881
Brengen ter kennis van de eigenaais ven
landerijen, huizen en eiven in genoemd Fi.mke
land, dat op Maandag den listen September 1909,
des voormiddags ten 10 ure, eeno SCHOUW zal
gedreven worden over bovenbedoelde wateringen
en lieinslooten.
Wutdendp bij deze ieder, dien zulks morht
aangaan, gewaarschuwd, te zoigen, dat aan het
lij de bovenaangehaalde verordening voorge-
srhrevene alsdan behoorlijk voldaan 2ij.
En opdat niemand hier van onwetendheid zoude
kunnen voorwenden, zal loze worden afgekon
digd waar het behoort.
Schiedam, den 8sten September 1900.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
VERSTEEG.
De Secretaris
G J. BISSCHOP.
«ËlllËElüTK SC II I B D A M,
Op Donderdag 20 September
's namiddags ten 2 uur, zal door Burge
meester en Wethouders van Schiedam open
baar wo; den aanbesteed t
liet maken eener uitbreiding van het
Stadü-Ziekcnhuis te Schiedam,
Bestek en teekening ligt vanaf 12 Septem
ber a. s. ter inzage op het kantoer der Ge
meentewerken en is verkrijguaar ter Ge
meente-Secretarie tegeu betaling van f0.75,
Aanwqzing ter plaatse geschiedt
Maandag, 17 September, 's morgens elf^uie.
ClIRISTELUR-HlSTOiUSCHEN EN
Katholieken,
Het adres der Evangelische Maatschappij,
de regeering vragende den pauselijken inter
nuntius to verwijderen, deed het „Ned. Dag
blad", dat altijd op verwijdering van den
nuntius heeft aangedrongen, onlangs schrij
ven
„De Evangelische Maatschappij' heeft zich
tot de Tweede Kamer gewend en op verwij-
Eiem roman
VAN
IDA BOY-ED.
uit
59)
En eenige dagen vóór de 'bruiloft, die op
het einde van Juni zou plaats hebben, dacht
Lydia eerst naar huis terug te keeren. Och,
■wat was dat alles kaal en zakelijk I Moest het
genot der toebereidselen dan geheel wegval
len Hoe jam'mer 1
Ondanks den .rouiw wilde Lydia, dat haar
huwelijk in de Domkerk zou ingezegend wor
den. Kerk en rouw dat was toch niet met
elkaar in tegenspraak! En dan een maal
tijd in een beperkten kring. Alleen de broe
ders en zusters, Waloker, Liesbeth's en Eleo-
nore'a ouders, en dan natuurlijk;Ernst Egon
von Iteurieth. en mevrouw Hedwig, geboren
gravin Söll, alsmede de majoor en diens
vrouw, als vertegenwoordigers van Heurie tli's
regiment, moesten daarbij, tegenwoordig zijn.
Lydia vertelde aan haar moeder ook ter
stond, dat Keurieth om zijn verplaatsing zou
verzoeken en -dat hij naar alle waarschijnlijk
heid dadelijk na zijn verlof, d'at hij voor tien
weken zou nemen, bijl een ander regiment
van de veld-artillerio zou komen.
„Moet ik je dan verliezen?" weeklaagde
haar moeder.
»Wij kunnen niet allemaal bij' elkander
blijven en ons loven in de schaduw van het
ouderlijk huis doorbrengen," zeide Lydia.
,„Je hebt je broers en zusters niet zoo lief
als zij jou I" weeklaagde haar moed'er weder.
„Weet u dat?" vroeg haar dochter, het
hoofd oprichtend en doelloos voor zich kal
kend.
dering van den nuntius aangedrongen. De
aangevoerde argumenten zijn moeilijk te
weerleggen. Nu Nederland geen gezant meer
naar den Paus zendt, moet het ook geen ge
zant meer van den Paus ontvangen. De Paus
staat nu buiten het volkenrecht, dat liij vroe
ger geheel beheerschte of schiep, en met zul
ke personen, hoe invloedrijk en aanzienlijk
zij ook zijn mogen, onderhoudt een land geen
diplomatieke betrekkingen. Toch kunnen wij
nu niet besluiten dat adres krachtig te sten-
nen. Waar is het, dat ook in het program
van den Christelijk-Historischen Kiezers-
bond van verwijdering van den nuntius
wordt gesproken, maar niet minder waar.
dat de Bond op dat punt nooit den nadruk
heeft gelegd. Geven en nemen is, waar liet
btginselquaesties geldt, niet geoorloofd, maar
wel op ondergeschikte punten. Samenwer
king, bij de stembus, tusschem Roomschen en
Gkristelijk-Historischen is nu eenmaal niet
goed mogelijk. Roomsclie candidaten kunnen
de Christelijk-Historieohen niet overnemen.
Hoogstens zouden zij, naar omstandighe
den, bij herstemming, aan een Roomsclie de
voorkeur kunnen geven boven een radicaal
of een socialist, maar een samengaan van de
verschillende Christelijke partijen in de Ka
mer als Regeeringspartij is wel denkbaar.
En onder die omstandigheden is hot niet
wensclielijk de 'Roomschen noodeloos to ver
bitteren. Van den aanvang af heeft de Bond
gezegd: tegenover de Roomschen beoogen
wij geen aanval, maar verweer. Tot eiken
prijs moet het worden belet, dat de ultra-
montaansche politiek in Nederland overhoer-
schend worde, maar is dat gevaar gekeerd,
dan moet de Bond in de allereerste plaats
gaan letten op de niet minder groote geva
ren, die er dreigen van de zijde der radica
len en socialisten. Wij achten het dus ver
standig, niet te veel de aandacht te vestigen
op de Roomsclie toestanden, die wel nadeelig
en gevaarlijk zijn, maar niet bepaald drei
gend. en den Roomschen te laten wat hun,
zonder groot bezwaar gelaten kan worden.
Op liet punt van onderwijs en sociale wetge
ving hebben Roomschen en Christeiijk-His-
toriscben gemeenschappelijke belangen te
verdedigen en daarom wenschen wij de klo
ve tusschen beide partijen niet noodeloos te
verbroeden."
Het „Gentrum" vroeg of dit een zwenking
beteeken de.
„Dus ook voor liet orgaan tot verspreiding
van de Christelijk-Historische beginselen
schijnen de Roomschen niet meer zoo gevaar
lijk te zijn. als zij vera* drie jaren, en veal
korter nog, werden afgeschilderd.
..Het „Ned. Dagblad" draait bijhet wil
zelfs met on3 in de Kamer optreden als Re
geeringspartij
„Welke vreemde verschijnselen beleven
wij toch en hoe duidelijk blijkt thans, dat wc
zelfs van een zijde, die ons het minst sympa
thiek gezind is, rekening moeten houden met
do kracht en betóekems der Katholieke
partij.
„Of men echter onzerzijds bereid zal wor-
Haai moeder waagde geen woord meer. De
uitdrukking van Lydia's geziekt was zoo
raadselachtig.
Ach en zij was zoo verstandigHaar moe
der vreesde oen weinig voor het verstand
harer dochter.
Lyclid liad aan haar moeder door dit ge
sprek genoeg te denken en te zorgen gege
ven, 20odat Malve's toestand haar gemakke
lijk voor dien dag verborgen kon gehouden
worden. Als mevrouw Werlhof het hoofd' vol
van andere gedachten had, werd zij' eenigs-
zms blind voor alles, wat er om haai* heen ge
beurde.
En morgen? Wie wist, of Malve morgen
nog wel zou weenen
Omdat Lydia haar zuster wankelmoedig
zag, geloofde zij' aan geen innige liefde
Des avonds kwam er een brief voor Malve.
Heel gewoon met de post, en hijl was zóó dik,
dat Lydia hem lang op de hand woog.
Zonder twijfel was hij van Enne Mauracli.
„Zou ik hem vandaag nog aan kaai* geven?"
dacht Lydia. Stellig trachtte die man door
hartstochtelijke woorden Malve's besluit aan
het wankelen te brengen.
'Nu, dat was vooruit to zien geweekt-:--- Als
Malve wankelmoedig werd, dan wae hot er
maar om te doen, haar nog. eenmaal steun
te geven.
De barmhartigheid van het uitstel ver
wierp Lydia. Slechts in harden strijd' wordt
men standvastig. En standvastig te worden
was* voor Malve zeer noodig.
Al spoedig stond zijl vrijwel alleen. De ge
huwde brooders on zusters zouden geheel
door do bezigheden van hun eigen leven inge
nomen zijn.
Dat was de kleine dwaling in Wolgang's
mooie toospraak geweesthijl schilderde de
beelden van. het verledene, en Kif en Henri
den gevonden Regeeringspartij te worden
met do Christelijk-Historischen, is een an
dere vraag."
De „Tijd" toonde zich sceptisch. „Hoe
nu?" vroeg het blad, dat tot nu toe altijd in
.goeden ernst gemeend had, dat hot „Ned.
Dagblad" het als zijn voornaamste taak be
schouwde „do aandacht te vestigen op Room-
scho toestanden" en de 'klove tusschen al wat
Protestantsch is en „Rome" te verbroeden-
„Voorzeker, zalig zijn degenen, die zich be-
keeren. Toch willen wij ons niet al te haas
tig over deze bckeering blijde maken. De al-
gemeene verkiezingen komen in zicht, en dan
beleeft men vreemde dingen."
De „Nederlander" kiest de partij van het
„Ned. Dagblad". Het orgaan van mr. A. F.
de Savornin Lobman zeide nl.
„Wat de redactie mee tot haar schrijven
drong, was ongetwijfeld het boo-ze radicale
beginsel, waaruit ondanks alle radicale
gestes en zeer te waardeeren neigingen tot
gemeen overleg ook het huidige Kabinet
bleek te leven
„Het huidig Kabinet was tot dusver niet
ecu „partij'-Kabinet in den inconstitutionce-
len, haast zeiden wij' immoreelen zin van het
woord. Wij hebben 't, meer dan ééns, dank
baar erkend. Maar het was wèl een Kabinet,
waaruit een beginsel sprak, en wel een begin
sel. dat- in menig opzicht lijnrecht inging te
gen het beginsel zoowel der Christelijk-His
torischen als van vele Roomschen. En het is
blijkbaar deze overtuiging, waardoor liet
„Ned. DSgblad" is geïnspireerd."
Maar volgens de „Ned." had het chriet.-
historisch blad geen katholieken van het ty
pe-Centrum op het oog, wat dr. Schaopman's
orgaan sarcastisch doet opmerken
„Na al hetgeen in de Christelijk-Histori
sche en ook in de wij-antirevolutionaire pers
tegen de Roomschen werd geschreven ge
schreven tot vervelens toe heeft men on
getwijfeld reden tot verwondering over de
thans gevoerde taal.
„En wij gelooven daarom, dat het in één
adem noemen van Christelijk-Historische en
Roomsclie beginselen den Katholieken voor-
loopig nog wel erg vreemd in de ooren zal
klinken, ook al zijn deze gesloten voor de
„radicale" taal van het- „Centrum''.
Algemeen overelcht.
SCHIEDAM, 8 Sept. 1900.
Zuld-Afrlba.
Eindelijk nieuws van de Oosterkjn, van
Bullor die nog steeds op den weg van Lij-
u< riburp. V;i Bant onrein, tegenover do Bre-
ien staat. Jin Let aüi.jnt dat de strijd hervat
is, nu van twee zijden.
Dinsdag werd uit Badfontein bcricln
dat de Engelscken en dt- Boeren heliogiufi-
sche seinen wisselden. De Engelschen Relden
de Boeren in kennis van de inlijving van
en Malve vleiden zich met de dwaze hoop,
dat ooi de toekomst dezelfde stemmingen en
dezelfde genoegens zou opleveren.
„Wio alleen leert staan," dacht Lydia,
„staat veilig. In vrijheid kan hij' dan weder
aan den broeder*, aan de zuster de hand toe
steken. Als men met geklemde armen aan
iieu wil vasthouden, dan maakt men zich tot
ten slaaf of tot een verwoester van het geluk
van zich zelf en van anderen."
Zij bracht den brief naar boven.
Malve lag in do avondschemering stil op
haar bed. Zij was naar het lichaam te ellen
dig, te zeer uitgeput, om nog veel na te den
ken.
„Een brief. Waarschijnlijk van Mauracli,"
zeide Lydia binnentredend.
Nu vloog -zij op, van nieuw leven ver. uld,
met den gloed eenc-r plotselinge koortsachti
ge spanning op het gelaat.
Haar voeten droegen haar weder. Met be
vende vingers nikte zij het convert open. En
zij slaakte oen kreet
Zij wankelde.
„Hij veracht mij riep zij uit, zocht naar
steun en viel.
Lydia snelde too. Maar zij kon niet moor
verhinderen, dat de vallende vlak tegen den
scherpen kant der schrijftafel aansloeg.
•yoen gleed zij in Lydia's armen zachtjes op
den grond-
Lydia knielde naast haar zuster neer, diep
over liaar hoen gebogen, niet doodsangst in
haar blik.
En haar donkere oogen werden vochtig, en
haar heerschzuchtige mond vertrok zich pijn
lijk. Een heete traan viel op het voorhoofd
der bowustelooze.
Daarop, met rappe cn zekere handen, deed
zij alles om aan haar ongelukkige zuster wel
te doen. Zij nam een handdoek en droeg wa-
Transvaal en vroegen waarom de Boeren zich
niet overgaven.
De Boeren antwoordden dat zij op Botha's
bevel moesten doorgaan met strijden. Zij
vroegen of de gevangenen nog altijd naar
Cej'lon werden gezonden, en toen het ant
woord bevestigend luidde, verklaarden zij dat
zij den strijd moesten voortzetten.
't Vraag- en antwoordenspel tussdien En
gelschen en Boeren heeft op zich zelf weinig
waarde. Maar er blijkt uit dat de Boeren
volstrekt niet ontmoedigd zijn, maar hun
kalmen humor hebben behouden.
Dien dag stonden Bulier en Botha nog in
dezelfde stellingen als Zondag 1.1. tegenover
elkaar.
's Avonds kropen de Boeren naar de En-
gelscke voorposten toe, waarop geweervuur
gewisseld werd.
Woensdag is daarop verandering gekomen
m don toestand. Hamilton heeft, versterkt
met cavalerie, de om trekking in het Westen
voortgezet en is Dulstroom doorgetrokken.
Hij zou daarna beproeven de rechterflank
der Boeren om te trekken.
Vermoedelijk zullen de Boeren dit niet zoo
gemakelijk toelaten. De Steenkampsbergeu
geven hun gelegenheid den aanval krachtig
te weerstaan.
ïntusschen was Bui Ier Woensdagmorgen
weer in gevecht met de Boereu.
Sinds dagen zijn de Engelschen dus geen
slap gevorderd, maar wil men Reuters cor
respondent te Badfontein gelooven, dan be
ginnen de Boeren te wankelen. Zij zouden
hun voorraden naar Pelgrimsrust brengen,
waarheen Kruger van plan te gaan. Steyn
zou Kruger hebben overgehaald zich niet
over te geven, zoolang er nog kan» is dat De
Wet (die zich maar niet over wil geven, zoo
als de correspondent droevig zucht) een keer
brengt in den toestand.
De Boeren zijn volgens dezen correspon
dent 2000 man sterk. Hamilton zou van Dul
stroom opiukkend, een deel van hen voor
zich uit drijven.
Volgens den correspondent der „Times"
te Lorenyo Mnrqucz, de beruchte leugenaar
Moncyponny. ziet het er te Barberlon aller
treurigst uit. Het dorp is vol Boeren van la
gen stand. Er heer-rhten typhus, roodvonk
en andere besmettelijke ziekten. Als er nu
nog malaria bijkomt, zegt de man zeker niet
een stille hoop. dan staat groote sterfte te
wachten, daar de gezondheidsmaatregelen
zeer slecht zijn. In de landbouwschool zou
den meer dan 40 Engelschc officieren gevan
gen worden gehouden.
ïntusschen heeft Roberts een nieuwe pro
clamatie uitgevaardigd aan do bewoners der
„Oranjerivier-kolome' waarin hun wordt ge
zegd dat zij nu onderdanen zijn, behalve de
burgers die steeds bij hun kommando zijn ge
bleven. Dezen zullen worden behandeld als
krijgsgevangenen, terwijl zij die den eed van
onderwerping hebben afgelegd en daarna ge
broken, met de doodstraf, gevangenisstraf en
boete worden bedreigd. De huizen en gebou
wen van hen die den vijand geherbergd heb
ben, zullen van nu aan met den grond wor
tel* aan, vond eau-de-cologne en den wijn,
dien haar mama gistermorgen naar boven
had gezonden, toen men haar zeide, dat Mal
ve niet wel was.
'Mot een lichaamskracht, waarvan zij' zelf
niet had gedacht, dat zij deze bezeten had,
hielp zij haar naar bed en zat naast haar,
terwijl zij haar koude hand tusschen haar
handen nam en haar geheele ziel vervuld was
van geruststellende medelijdende gedachten.
Het scheen, alsof zij met een gohc'ine
kracht op Malve werkten.
Zij begon te weenen, strekte kaar ai'nen
naar haai zuster uit, en Lydia liet zich om
klemmen en hield haar wang stil, volkomen
stil tegen de wang, die zoo heet en zoo nat
was.
Wat de brief had' gebracht dat had Ly
dia met een enkelen blik ingezien.
Niets andera was er in het couvert dan
Malves brief van den vorigen dag en die van
heden.
Geen woord voegde de man daaraan toe,
geen enkel om de wankelende met kracht
aan te gorden. Zwijgend en trotsch gaf hij
haar de getuigen van den korten gcluks-
droom terug.
„Hij is een man!" dacht Lydia.
En er vertoonde zich iets als sympathie in
haar hart.
Zoo zou zij in zijn plaats ook gehandeld
hebben, juist zoo.
„Arm kind," dacht zij. „Misschien was d'at
een man cn een noodlot, waartegen je nog
niet opgewassen waart."
Dan was het eerst recht goed en verstan
dig, dat men haar er voor bewaard had, haar
leven daaraan te wagen.
Over het huis Werlhof kwamen nu zonder
linge dagen. Somber en niemand kon zeg
den gelijk gemaakt, on hoeven in welker na
bijheid de spoorweg wordt beschadigd, staan
bloot aan een boete van 21 shilling per mor
gen.
De bewoners moeten voor het vervolg do
Engelsche troepen kennis geven dat de Boe
ren er zijn; anders worden zij als medeplich
tigen beschouwd en staan zij er aan. bloot als
oproerlingen te worden beschouwd.
Een proclamatie als door Roberts reeds in
Transvaal werd afgekondigd, maar hier steu
nende op de inlijving van het land, wat des
tijds ten aanzien van Transvaal nog niet was
geschied.
De „Petit Bleu" herinnert zich bij d-eze
proclamaties het fiere woord van De Ne vors,
toen hem bevolen word de Ilugenote-n uit te
roeien„Wij zijn soldaten, geen moorde
naars." Het blad vraagt of Roberte niet zulke
taal voegde, wanneer hij op bevel van Cham
berlain handelt, cn het voegt er bijZullen
de Europeesdie mogendheden nog langer zul
ke misdaden gedoogen? En is er geen gene
raal van gezag in Europa om Roberts toe te
roepen dat hij den krijgsmansstand ontcert
door zulke middelen
In Engeland wordt int spoedig de ontbin
ding van het Parlement verwacht, na de be
slissende overwinningen van Roberts. Eén
daarvan is zeker de bezetting van Lijdenburg
die de „Standard" meldt.
Laat ons kalm afwachten of het waar is.
Zoo ja. dan zal Botha wel gezorgd hebben,
dat ook deze Engelschc victorie geen beslis
sing geeft.
Verspreide berichten.
Baden-Powel! is te Kaapstad geestdriftig
ontvangen. Men spande de paarden van zijn
rijtuig uit, en de menigte trok den „held" in
zege door do stad.
Bij do gevechten om Ladybrand zouden
volgens Engelschc berichten de Boeren 24
dooden en 35 gewonden en de Engelschen
slechts 5 dooden hebben gehad.
Een patrouille van bereden grensfuse]Iers
i« Woensdag in een hinderlaag gevallen en
gevangen genomen. Het telegram, dat uit
Durban verzonden is, meldt niet waar het
gebeurd is; vermoedelijk midden in Natal.
Een te Kaapstad verschenen blauwboek,
behelzende dc verklaringen der overheidsper
sonen uit de districten die door' do Boeren
in den aanvang van den oorlog bezet worden,
toont aan dat two derde der Hollandscbe
bevolking zich bij de Republikeinen aansloot.
Men verzette zich nergens tegen den inval en
op iiet oog was men geneigd de Vrijetaatsche
vetten aan te nemen, hoewel sommigen wei
gerden mee te vechten. In enkclo gevallen
werden loyale kolonisten gedwongeu zich bij
dc kommando's te voegen.
Do advocaat-generaal te Kaapstad heeft de
vervolging wegens hoogverraad tegen Botha,
lid van het Kaapscho parlement, opgegeven.
Dc Zuid-Afrikaansclte Mail.
Een ontsnap' gevangene.
Het „N. v. d. D." ontleent aan een particu-
sen, waaraan de somberheid lag. Vreugde
loos en niemand kon zeggen, vanwaar do
vreugde gekomen was. Oneenig en nie
mand kon zeggen, vanwaar de eensgezindheid
gekomen was, dio toch haar sdioonsten
triumf nog pas had gevierd, toen Malve uit
riep „Zonder jullie kan ik niet loven
Maai ziji kon ook niet meer met hen le
ven Dat kwam al .spoedig aan het licht.
Een offer stond tussclien lien. Diegenen,
die het hadden geëischt, bevonden zich in
een eigeuaardigen zielstoestand; zij gevoel
den hun verantwoordelijkheid en wilden haar
volstrekt afwijzen; zij waren hun zuster
dankbaar en stelden liet toch niet zoo hoog,
wat ri*' eedaan had; zij meeudeu gelukkig te
mogen zijn. omdat zij hun zuster tegen oen
gevaar behoed hadden, cn zagen toch oen
weinig op deze zuster neer als op een dwaas,
die tei wille van een stroovuur zooveel alarm
geslagen had. Zij zouden iedereen uitgelachen,
hebben, die tegen hen had gezegd „Je slaat
Malve te gering aan," cn toch was er iele
waars in gelegen Malve scheen hun niet
meer als iemand toe, die in staat is om zich
zelf en zijn alles voor dc bereiking van ecu
doel op to offeren.
En zij, die dit offer had gebracht, zag iede-
ren dag haar broeders en zusters aan mot de
gedachte: „Loont jullie het mij Zij' meen
de metï liefde te mogen eischen dan ooit en
vond minder dan vroeger. Zij' kon het niet
tasten, niet met handen, niet aan daadza
ken maar het schoen haar toe, als ontwe
ken haar "broeders haar onvrij en verlegen.
Zij weende niet meer. Zwijgend en ellen
dig liep zij in het huis rond.
(Wordt vervolgd
S ft*
w