54*" /aargang.
Woensdag 19 September 1900.
No. 10348
TJit één wieg.
DE TROONREDE.
Het is Mij aangenaam, bij het be
gin van dit zittingjaar, U bijeen te
zien tot hervatting Uwer werkzaam
heden. Zij zullen ook ditmaal be
langrijk zijn, want vele gewichtige
wetsontwerpen zijn aanbangig. Tot
deze behoort de voorgedragen Onge
vallenwet, die in talrijke en drin
gende behoeften moet voorzien. Ik
doe een beroep op Uwe medewerking
om haar binnen Korten tijd tot stand
te kunnen brengen.
In de vriendschappelijke betrek
kingen met de Buitenlandsche Mo
gendheden kwam geene verandering.
De binnenlandsche onlusten van
ernstigen aard, die in China zijn uit
gebroken, hebben echter in het ver
keer met dat Rijk stremming ver
oorzaakt.
De ter Vredesconferentie gesloten
verdragen zijn thans door bijna al
de Mogendheden bekrachtigd. Ik
hoop, dat het eerlang hier te vesti
gen Internationaal Bureau van het
Hof van Arbitrage aan zijne bestem
ming zal voldoen door bevorderlijk
te zijn aan het niet hoog genoeg te
schatten belang der vreedzame oplos
sing van geschillen tusschen de Vol
ken.
Twee betreurenswaardige gebeur
tenissen, de oorlog in Zuid-Afrika
en de onlusten in China, maakten
het wenschelijk, dat de Zeemacht
zich in de aangrenzende wateren
vertoonde, ten einde aan landgenoo-
ten zoodanige hulp of bescherming
te verleenen als noodig zou blijken.
Dank zij de ruimere opbrengst
van verschillende middelen is de
firiancieele toestand gunstig te noe
men. Versterking der inkomsten
blijft echter onmisbaar tot dekking
van nieuwe uitgaven, allereerst in
verband met de wet op den leer
plicht.
Gunstig is evenzeer de toestand
der Indische geldmiddelen. Het is Mij
mogelijk U verschillende voorstellen
te doen, waardoor, naar Ik vertrouw,
de zedelijke en stoffelijke ontwikke
ling van Indië krachtig zal worden
bevorderd.
Onder het waakzaam oog van de
bezetting en het eskader verbetert
de toestand in Noordelijk Sumatra
geleidelijk, al moet bijwijlen de kracht
onzer wapenen zich nog doen ge
voelen.
Van de gewichtige wetten, die in
staat van voorbereiding zijn, zullen
die op het arbeidscontract, tot betere
voorziening omtrent het armwezen
en tot Staatsexploitatie van steen
kolenmijnen in Limburg U weldra
bereiken.
Mogen Uwe beraadslagingen, Mijne
Heeren, vruchtbaar zijn en Uwe ijver
en toewijding, onder Gods zegen,
veel goeds doen tot stand komen
voor het Vaderland en zijne Koloniën.
Ik verklaar de gewone Zitting
der Staten-Generaal te zijn geopend.
BUITENLAND.
President Kruger gevlucht?
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelyks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam enVlaardingen fï. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prjjs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer^moeten des middags vóór een uur
aan het^bureau bezorgd zijn.
BureauBoterstraat 69.
H. M. de Koningin, die zich hedenmiddag
te 1 ure met bet voor de opening van de
vergadering der Siaten-Generaal voorgeschre
ven ceremonieel naar het gebouw van de
Tweede Kamer begeven heeft, hield de
volgende openingsrede:
Mijne Heerent
Sou ram aai
VAN
IDA BOY-EED.
67)
HHj had. haar lief in de ellende van dit
oogenblik misschien meer dan ooit. En toch
het kon niet zijn.
„Zou ik nog een man zijn," begon hij, „als
ik mijn bezinning verloor? Als ik telkens en
telkens weder mij tot je speelbal maakte'?
Neen, mijn kmd tweemaal héb je mij, ver
loochend. Dat is genoeg. Indertijd, toen je
mij bij Waloker liet komen, had je mij lief,
zonder het zelf te weten. Maar zelfs je onbe
wust gevoel verborg zich! lafhartig, toen je
broer kwam. Teen dat uur, waarop je je aan
mij
Zijn stem weigerde hem haar drenst. Mal
ve weende heviger.
„En voor den storm, dien hoogmoed en
vooroordeel onder den dakmantel van broe
derlijke en zusterlijke liefde liepen, bezweek
je moed. Je vondt den weg niet tot mij. Hoe
zou ik je nog gelooven f
„EEhnoriep zij snakkend uit.
„Neen, ik kan niet.'Ik wil wel gelooven,
dat je droefheid welgemeend is nu al
thans .Maar dat zijn voorbijgaande gevoe
lens, lieve Malve. Ook ter. wille van jou
mag ik je geen. gehoor geven. Het is voorbij-"
„Je doodlt mijl," mompelde zij.
t Hij glimlachte treurig.
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde bicia* advert eatiën opgenomen tot den* prjjs van 40 cents
per advertentie, bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intcrc. Telefoon Mo. 123.
Heden, als den door de Grondwet daartoe
aangewezen dag, heeft H. M. de Koningin
zich weder in plechtigen stoet begeven naar
het gebouw der Tweede Kamer om de ge
wone zitting der Staten-Generaal te openen
en mede te deelen, hoe de regeering over
den toestand des lands denkt en wat zjj in
de nieuwe zitting verwacht te doen.
Den inhoud der Troonrede drukten wij
hiervoor af.
Er komen in deze rede eenige passages
voor die o. i. wel de aandacht verdienen, en
evenzeer dient gelet op wat wij missen.
Van den Zuid-Afrikaanschen oorlog wordt
met de onlusten in China in één adem ge
waagd als van een ^betreurenswaardige ge
beurtenis" die het wenschelijk maakte dat
onze zeemacht zich in de aangrenzende
wateren vertoonde, ten einde aan landgenoo-
ten szoodanige hulp of bescherming te ver
leenen als noodig zou blijken,"
Even te voren werd in den gebruikelijken
passus over de betrekkingen met de Buiten
landsche Mogendheden eenvoudig geconsta
teerd dat daarin geene verandering kwam,
uitgezonderd eene siremmrag in het verkeer
met China.
Al is nu de Troonrede zeker niet geschikt
om in te gaan op pijnlijke qua»sties, toch
zou het onzes inziens niet misplaatst zijn
geweest met een enkel woord te vermelden
dat de regeering het oog gevestigd houdt
op de nadeelen die Nederlanders en
Nederlandsche belangen leden en lijden door
den oorlog iu Zuid-Afrika.
Wat de Troonrede wèl zegtVóórop
staat het beroep op de Volksvertegen
woordiging om de Ongevallenwet binnen
korten tjjd tot stand te helpen brengen.
Wèl een bewijs hoezeer deze veelbesproken
aangelegenheid de regeering ter harte gaat,
en óók dat een spoedige behandeling der
wet te verwachten is.
Van de nieuw-aangekondigde wetsontwerpen
„•Stoot je mij van je af?"
„Jiji zelf hebt mij van je gewezen," zeide hij.
„Geloof je niet aan mijn liefde?" jammer
de zij.
Hij nam haar hand en feeek haar ernstig
aan.
„Ik geloof, dat je mij nu liefhebt tp
dit oogenblik namelijk. Maar ik heb wel noe-
ten begrijpen, dat je broers en. zusters voor
immer tusschen ons staan. Als je je nu ook
moedig op mijn zijde plaatst toch zou
spoedig de ure komen, waarop je verlangende
blikken, zich op hen vestigden op hen, die
mijn vijanden zijn. Dat zou ik niet kunnen
verdragen. He wil een vrouw geheel voor mij
zelf hebben of in 't geheel niet. Jiji echter
bent met duizend banden aan je broers en
zusters verbonden. Ik mag die banden niet
verbreken. Want ik weet hetals zij verbro
ken waren, zou je geen waarachtig geluk vin
den. Misschien," zeide hij ten slotte met een
pijlnlijk grimlachje, terwijl rijp oogen vochtig
werdén, „misschien vindt je 't ook verre van
mij niet. Maar troost je dan en denk aan
iemand, die het ook nooit vond en nimmer
vinden zal."
„Vergeef het aan mijn broers en zusters,"
smeekte zij. „Zij wilden immers mijn geluk."
„Wilden zij alleen je geluk of gaven zij
ook voedsel aan hun familietrots, toen rij
den armen minnaar, die in een kwaden reuk
staat, terogstieten 1" vroeg hij.
,jEnno Enno/ stamelde Malve ver
schrikt. 'En toch was het haar, als zag zij iets
nieuws, tot dusverre onbekends opdoemen.
„En jij,'' sprak hij verder, zonder bitter
heid, maar zóó hopeloos treurig, ale men
geldtjWji multa sed multam. Gelukkig 1 Want
er is reeds zooveel dat op afdoening wacht
en vooreerst wel niet tot afdoening zal komen.
Moge daartoe niet behooren de wettelijke
regeling der exploitatie van steenkolenmijnen
in Limpurg. Zoo ooit dan is thans dit vraag
stuk actueel. Wij vernemen thans reeds dat
de regeering is vóór exploitatie der rnïjnen
door den Slaat.
Nog worden aangekondigd een wetsont
werp op het arbeidscontract en een nieuwe
armenwet. Zij kornen niet onverwacht, en al
zal er in deze zitting niet veel van komen,
ook deze onderwerpen zullen »nu weldra" op
de agenda staan, waarvan ze, naar wjj hopen,
niet weer zullen worden afgevoerd.
Verblijdend is het te vernemen, dat de
financieele toestand des Rijks gunstig is. En
nu wordt ook gezegd waarom desondanks
sonmisbaar" versterking der middelen noodig
is, zooals door minister Pierson in zijn toe
lichting bij de voorgestelde tariefverhooging
zonder schijn of schaduw van motiveering
reeds werd betoogdmet name de wet op
den leerplicht zal nieuwe uitgaven eischen.
In het woordje sonmisbaar" ligt reeds het
begin van den aandrang die ongetwijfeld zal
uitgeoefend worden, om de verhooging der
tarieven door" te krijgen.
Ook met de Indische geldmiddelen staat
het goed, zóó zelfs dat de regeering in staat
zal zjjn voorstellen te doen ter bevordering
van de zedelijke en stoffelijke ontwikkeling
van Indië. Voorloopig blijft op die voorstel
len een sluier rusten. Het is te wenschen
dat deze belofte niet ijdel zijer moet en
er kan voor Indië veel gedaan worden.
In Atjeh wordt de toestand geleidelijk
beter. Waakzaamheid van leger en vloot
blijven echter noodig, en ïbij wijlen" moet
ook de kracht onzer wapenen zich nog doen
gevoelen. Quousgue tandemtot hoe-
lange nog?
Vraagt men onzen indruk van deze Troon
rede, dan antwoorden wij, dat zij is zeer
mager, maar dat zij moeilijk anders kon zijn.
Er liggen reeds zoovele paperassen gereed
die doorgewerkt moeten worden waartoe er
nog vele bij voegen, die toch vermoedelijk
naar de reeds overvolle archieven zouden
verhuizen. De afgeloopen zitting was als haar
voorgangster verre van vruchtdragend. Yan
al wat in de vorige Troonrede werd aange
kondigd, kwam niets tot standvan het
meeste is zelfs de openbare behandeling nog
niet of nog onvoldoende voorbereid.
Wraar in de Troonrede ten vorigen jare ge
waagd w&rd van de ter Vredesconferentie tot
stand gekomen internationale verdragen, wordt
nu de bekrachtiging dier verdragen door bijna
alle Mogendheden gememoreerd. Niet onver
meld blijft daarbij het internationale Bureau
van het Hof van Arbitrage dat spoedig te
's-Gravenhage zal worden gevestigd,
slechts over een verleden spreekt, waaraan
met te veranderen valt, „jij verwierpt mij1 op
grond van het eerste het beste verhaal van
•de wandaden mijner jeugd zonder onder
zoek, zonder strijd, moedeloos, lafhartig
Hij' rukte zich eensklaps in rijn volle lengte
op. „Neen, Malve, je bent geen vrouw, voor
mijl
Zij hield rich met moeite staande. Haar
krachten dreigden haar te begeven. Dat was
het beslissende woord. Zij hoorde het wel.
Daartegen viel niet meer te strijden.
Het was uit. Zij had hem verloren.
Door eigen schuld? Werkelijk eenig en al
leen door eigen schuld En plotseling verhief
zich in haar ziel een gevoel van Hat tegen
haar broeders en zusters.
En de haat is een levenwekkende macht.
Malve viel niet in onmacht, zij barstte niet
in radeloos snikken uit.
Het was haar, als was haar een nieuwe
groote taak op de schouders gelegd, als
móest rij rich wreken. Een onduidelijk, voor
waarts dringend gevoel vervulde haar.
Misschien was het niet alleen dit „ik zal
rékenschap vorderen", misschien was ook het
trotsche vrouwelijke gevoel daarbij, zich sterk
te toonen, nu hij haar voor lafhartig uitge
maakt had.
„En nu hoe moet het verder gaan?"
vroeg rij en stond tegenover hem, ook in
haar volle lengte opgericht, evenals hij.
„Hoe het verder gaan moet?"
„Ja mijb. mama en ik kunnen hier niet
plotseling onze reis afbreken. Mama heeft
óp niets vermoeden. Bijna onbetamelijk, on
kinderlijk hqb ik het doorgezet dat wij op
Algemeen overalclit.
SCHIEDAM, 18 Sept. 1900.
Zuid-Afrika.
Reuter meldde gisteravond uit Londen:
Men zegt, dat in den ministerraad), heden on
der voorzitterschap van de Koningin te Bal
moral gehouden, besloten werd het Parle
ment in het begin der volgende week te ont
binden.
'tls waar gebleken, want Reuter meldt
nader dat in den te Balmoral gehouden mi
nisterraad door de Koningin de proclamatie
is ge teekend, waarbij het tegenwoordige Par
lement dén 25en September wordt ontbon
den. Op dien dag zal tevens het besluit wor
den afgekondigd, waarbij het nieuwe Parle
ment tegen 1 November wordt bijeongeroo-
pen.
De maand October zal ons dus op het
Engelsche tooneel te zien geven de slotakte
van het drama van Chamberlainsche politiek,
waarvan de eerste bedrijven in Zuid-Afrika
zijn afgespeeld.
Dag op dag wordt het in de Engelsche
berichten herhaaldde Boeren-republieken
geannexeerd nog maar weinige Boeren
in het veld en dezen verdeeld Kruger
gevlucht, Botha afgetreden, Olivier en Theron
gesneuveld, De Wet in hopelooze positie
de vrede dus nabij.
Het oogenblik is dus nu voor Chamberlain
gekomen om, misbruik makend van de im
perialistische roes van het Engelsche volk,
décharge te erlangen voor den oorlog. En
niemand is er die Chamberlain een spaak in
het wiel zal steken. De eenige die het zou
kunnen beproeven, John Morley, is ernstig
ongesteld door een keelaandoening en mag
niet spreken. En dat is in een Engelsche
verkiezingscampagne het eerst noodig.
En de andere woordvoerders der liberale
party, kunnen die niet wat a honest John'?
moet nalaten? s
Zaterdag heeft Asquith te Ladybank (Schot
land) gesproken voor de liberale vereeniging
en verklaard dat de annexatie der Zuid-Afri-
kaansche Republieken onherroepelijk iszy
moeten en zouden definitief bij het Ryk wor
den ingelijfd. De oorlog had Engeland de oogen
geopend voor het gevaar waarin het had
gezweefd om Zuid-Afrika te verliezen.
En let wel, Asquith voerde die jingo-taal
niet op eigen verantwoordinghij sprak uit
naam van de meerderheid van de leiders
der liberale party.
Neen, het lijdt geen twijfel of het minis
terie zal een flinke overwinning behalen. Een
imperialistisch Parlement zal met de impe
rialistische bewindsmannen samenwerken om
den Hollandschen stam in Zuid-Afrika te
vernietigen
Intusschen zorgt lord Roberts er wel voor
dat de toestand in Zuid-Afrika niet duidelijk
wordt. Slechte berichten over de Boeren
worden ijverig overgeseind een blik op de
keerzijde der medaille wordt het Engelsche
volk bespaard, 't Mocht eens opschrikken uit
zijn imperialistische verrukking 1
Evenwel, met de Boeren ziet het er werke
lijk treurig uit. Dat zij de spoorbrug bij
Kanprnuiden, waar de lijn naar Barberton
deze boot de reis zouden ondernemen. Je be
grijpt, dat het gelijk zou staan met haar op
heldering te geven Zijl mag ter wille van
mij niet weenen. En jou jou bindt je
plicht."
Haar vaste, bijna harde toon klonk hem
zoo vreemd in de ooren.
„Ik zal je wél uit den weg weten te gaan,
evenals tot dusverre."
„Neen. Ik bid je, je niet voor de nieuws
gierige oogen van dien mijnheer Köeter ten
toon te stellen. Hij zou het toch eindelijk be
merken, dab je ter wille var. mij de tafel ver
mijdt
„Zoo vastberaden Of zoo door den hoog
moed geprikkeld?" dacht hij.
•Hij had haar wel in de ziel willen lezen.
„Als je meent, ons de kwelling te moeten
aandoen zeide hij aarzelend.
„Wat is dab alles, vergeleken, bij het bar-
seh® woord, dat je tegen mij' gezegd hebt?"
antwoordde rij met zulk oen uitdrukking, dat
hij verschrikte. En toen: „Goedennacht."
„Goedennachtzeide ook hij.
Lang bleef hij nog 9taan. Maar hij was niet
biji machte, iets anders te denken, dan altijd
slechts dit ééne
„VoorbijHet moet voorbij, zijn!"
Malve ging naar haar kajuit. Bijl het hel
dere licht sliep haar mama rustig, ofschoon
van verre en dof het gedruisen van het laden
en het steunen der praam te hooren was.
Langzaam kleedde Malve zich uit. Maar
toen zij daarop heb Heine laddertje opzette,
om in liet bed boven de legerstede harer
mama te klimmen, werd mevrouw Werlhof
toch wakker.
zich van de Delagoa-üjn afscheidt, die bij
Krokodilpoort (meer westelijk) en 300 wagens
door hen zyn vernield, toont dat de Ooster
spoorweg door hen wordt prijs gegeven, en
daarmede de verbinding met de zee.
De bezetting van Barberton door French
schynt een verrassing voor de Boeren te zijn
geweest.
Uit een telegram van Roberts blijkt dat
het weder French' cavalerie is geweest die
onverwacht verscheen. Zijn hoofdmacht was
toen nog 35 mijlen achter en ondervond
groote moeilijkheden by het transport der
wagens over den pas naar het dal waarin
de siau is gelegen.
French vond te Barberton behalve de 43
locomotieven en nog wat rollend materieel
voor drie weken mondkost voor zijn mannen
en voor een week voeder voor de paarden;
In het omringende land grazen groote kudden
vee en schapen. French heeft ook groote
konvooien onderschept, waaruit hij afleidt
dat Barberton oen van de voorraadschuren
der Boeren in den oorlog is geweest.
Wat is er toch geschied dat aldus van
nature bijna onneembare posities prijs worden
gegeven? En wie voert nu eigenlijk het be
vel, Botha of Viljoen? De geregelde oorlog
schijnt nu wel voor goed afgeloopen en alleen
van de guerilla kan nog iets worden verwacht.
Dat de Boeren het daarmede de Engel-
schen nog lastig genoeg kunnen maken, blijkt
weer in het Zuidwesten van Transvaal. Daar
houdt een Boerenmacht reeds twee weken
het garnizoen van Schweizer Reneke om
singeld.
Verspreid! nieuws.
Te Barberton is o. m. door deEngelschen
gevangen genomen de Voorzitter van den
Vrijstaatschen Volksraad Van der Post. In
den tronk vonden de Engelschen generaal
Schoeman.
Volgens den correspondent der sDaily Mail"
te Pretoria heeft het iyddiet op de rols-
achtigen bodem groote uitwerking en zijn de
Boeren er zeer bang voor.
Gevangenen, door generaal Grobler naar
Pretoria teruggestuurd, vertellen dat de Boe
reu er, wat verpleging betreft, ellendig aan
toe zijn.
Men vreest te Pieloria voor hongersnood,
o.a. wegens de massa's sprinkhanen.
Men beweert dat voor president Kruger
een villa gehuurd is op Sicilië en wel te
Taormina, waar ex-keizerin Eugenie, aarts
hertogin Stefanie, de hertog en hertogin van
Orleans en vele andere aanzienlijken vaak
vertoeven wegens het heerlijke klimaat.
De ïArena" te Verona verneemt nog uit
Rome dat Kruger een telegram aan den Paus
zou hebben gezonden, waarbij dezen dankt
voor de belangstelling die bij Transvaal steeds
heeft getoond, en de hoop uitspreekt dat de
rechtvaardige zaak der Boeren toch nog zal
triomfeeren. H'y zelf trekt zich voorloopig
van den strijd terug omdat hij oud en ziek is.
«De heer Firederik Rumpel, gewezen redac
teur en oorlogscorrespondent der „Volks
stem" schrijft im het ,,'Hbl-":
Het is natuurlijk moeilijk, ver van hot too
neel van den onrechtvaardigen strijd, -den
toestand van het oogenblik te overzien. Wat
„Ben je daar eindelijk, kind? Nu, slaap
lékker 1"
„TT ook, mama!"
En toen vervolgde zij na verloop van eeni
ge oogenblikken
„EMama, ik heb zooeven eindelijk ook den
scheepsdokter gezien en gesproken. Weet u,
wie het is? Maurach, die papa onder behan
deling heeft gehad."
„Die die?" antwoordde mevrouw Werl
hof-
Wat had Waloker haar ook weer eens ver
teld, dat hij' geloofde, dat Malve dien man
liefhad Maar Malve's stom klonk zoo zacht,
zoo slaperig naar beneden Men is niet
slaapdronken, als men zooeven -den man heeft
gesproken, dien men heimelijk liefheeft.
Lang bleef mevrouw Werlhof nog luisteren.
Maar Malve lag doodstil.
Eta. bij het gedruisch van het laden verloor
het oor der vrouw eindelijk het vermogen om
met juistheid te onderscheiden, en het scheen
haar toe, alsof Malve stil en gelijkmatig
ademhaalde.
„Walcker verbeeldt rich dikwijls iets,"
dacht rij eindelijk en viel allengs in slaap.
Dé beide dagen te Brussel wareu voorbij.
Mevrouw Klever had zich daarbij' gedragen
als een vorstin, die met haar hofstoet reist,
en bovendien te Brussel nog zooveel voor
haar toilet gekocht, dat mevrouw Werlhof
door deze groote uitgaven van geld een wei
nig verblind! was. t
Bijl de terugkomst, even vóór het vertrek
der stoomboot, ontving men de eerste post
van huis. -•■
Wordt vervolgd