>0. SU II 54"* jaargang. Zondag 21 en Maandag 22 October 1900. Tweede Blad. Pb verloving m H. M. ie Koaiiin. No. 10376. at OUDERS. 311, zen tien BDO^ENLAm HIEDAMSCH Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en VI aar ding en fl. 4.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau t Koterstraat COURANT. Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zgn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kletne adeeeteatiüii opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, hg vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Imterc. Telefoon Ko. 123. Natuurlijk ontvangt de Koningin ter go tegenheid van deze gewichtige gebeurtenis niet alleen, van tal van. openbare en bijzon dere corporaties en personen van .binnen- en buitenland voortdurend de meest hartelijke geiuiwenschen, ook de bladen van hiier en inï den, vreemde wijden bijna alle een langer of korter artikel aan dezen voor Vorstin en land zoo belangrijken stap. Wij hebben de verschil lende uitingen in binnen- en buitenlandsdlie pers verzameld om daaruit een greep te doen en onzen lezers zoodoende eon indruk te geven van hetgeen alzoo over de-zo verloving geschreven ;s. De Nederlandsdhe Maden ademen een geest van blijdschap over het heugelijke nieuws, dat de T6e October 1900 ons ge bracht heeft en geen wonder, want reds tot dusverre steeds de vraag, wanneer zal onze Koningin zich verbinden aan een man, die geroepen zal' zijn, lief en leed met Haar te deelen en wie zal de uitverkorene zijn Zal de Koningin ons door Haar keuze dichter bij onzo Oostelijke naburen brengen, of zal Zij den band tusschen ons en onze Wcst-er- sahe stamgenooten nauwer toehalen? Tal van vragen van dergelijken en anderen aard re zen, en nu door Haar proclamatie heeft Zij in eens hieraan een eind gemaakt en ons de zekerheid gebracht, d'at Zij ook hierin zich een edht Oranjekind toont, door op dö Haar eigen verstandige wijze op 't door Haar gekozen oogenblik Haar volk den man voor te stellen, die Haar waardig toeschijnt, den troon mét Haar te deelen. Aangenaam doet het aan te- lezen, hoe meerdere bladen de overtuiging uitspreken, dat Zij zich niet slechts d'oor staatsbeleid heeft laten leiden, maar dut Zij ook hierin naast het belang van Haar land en volk een plaatsje aan Haar hart heeft toegekend. Moge de aanstaande gemaal van onze Vor stin, van ons landskind, voor de meesten on zer tot nu toe ©en onbekende zijn, van alle kanten Wordt Hem een. hartelijk welkom toegeroepen en overal blijkt de overtuiging te bestaan, dat waar Zij de keuze gedaan keft, die keuze een goede zal wezen. Móge de uiting van vreugde bij ons, Ne derlanders, ook een andere zijn dan bij vele lonzer naburen, mogen wij ons al niet door «en onzinnig juichen belachelijk imaken in de oogen, van anderen, ja, al moge onze blijd- sahap aan sommigen ook van te kahnon aard toeschijnen, toch blijkt uiiit alles, dat zij er niet te minder diep gevoeld, te minder goed gemeend dm is. Maar niet alleen in de Nederlandsche pers vindt men instemming met de keuze en medeleven met onze blijdschap, ook het bui tenland laat zich in Aeae niet onbetuigd. Dat do Duiitedhe pers izich' mede verheugt, kam ons niet verwonderen, als wij bedenken, hoe vurig een nauwere aaneensluiting met ons land door middel van een echtverbinte nis onzer Koningin daar steeds begeerd is en DOOR E. VELY. cei w 50 i,- Aarzelend staat oen lange, knappe, blonde jonge man uit den burgerstand voor het jCafé „De Vergulde Klok" stil. Het ie een jïnooia, zonnige, maar frissche morgen in Maait. Het water in 't kanaal, dat naar de rihfeepdbi in mertwe-rf voert, ziet glinsterend en wordt door den wind. licht geirim- ?dd. De jonge man opent do deur van het ^fé en treedt binnen. Een lucht van bier dn wa*®i eten komt hem tegemoet. Het is nog Tt°8g in don namiddag en er zijn nog pas tel paar bezoekers. In een hoek rittejn drie toornen met glazen brandewijn voor zich; 3 praten op gedempten toon met elkaar. Sb te aan een anider tafeltje leest oen ma|n met lei "pjze haren de courant. Niemand kijkt op bij ^binnenkomen van den jongen man, die rc- ?drecht paar 't buffet, gaat. Achter de- rous- 8'itige reclameflesechen, een madhib ,van gla- tel en. stolpen met boter eu kaois, is nog li «ven oen vrouwenhoofd met kort afge- t fteipt, krullend bruin haar te zien. „Bier, mijnheer?" vraagt oen heldere, onverschillig klinkende stem mecluu- rifeb. Maar, dadelijk daarna klinkt het op ge- 'ftaLal®eren toon: ,„Hé, is ,u het, mijnbeer tehne; Om dezen tijddat is iota bijzon- En terwijl zij een bierglas opneenub, Y9%t zij or bij„Todh. een glas bier, niet waar?" 4 "'^a ;wü u het naar dat tafeltje daar juffrouw Eirna, en komt u dam een «^ablik bij me zitten? U heeft het om boe dikwijls van dien kant reeds pretenden ten naar de hand van do Koningin zijn ge noemd, maar al moge er dan ook al egoïsme gemengd zijin in do vele lofzangen, die van daaruit aangeheven worden, toch dieet het goed, dat onder dat alle9 door een toon van hartelijkheid klmkb, die voorzeker werkelijk gemeend is! Ook Engeland, dat nu juist niet al te gunstig over ons volk oordeelt, sedert wij het menigen bitteren pil te slakken hebben gege ven over rijn optreden in den nog steeds woedenden Zuid-Afrikaanschen oorlog, ook datzelfde Engeland,, Waarmede wij reeds zoo dikwijls een appeltje te 6chillen hadden, toont zich verblijd, dat ons volk nu zeker heid heeft, Wie voortaan de eerste plaats naast onze Koningin zal innemen en ver heugt zich voor ons, zich de dagen herinne rende, toen het zelf zooveel goeds voorzag in de vereeniging met zijn Koningin en prins Albert. Ook de Fransche pere wijdt welwillende woorden aan deze gebeurtenis van den dag en erkent, dat men, met heb oog op den godsdienst der Koningin wel moeilijk een an dere Verban tenis dun met een ÓDIuitseken prins kon verwachten. Terwijl dte „Etoila Belga" afwacht welke ontvangst het Nddeflandsche volk deze keus zal bereiden, verdiept de Fransche „Temps" zich. in de vraag, welke de rol ,van den aan staanden gemaal der Koningin zal zijn, of Hij Koning zal heeten dan wel Prins-Gemaal, maar is overtuigd, dat de praotische geest der Holanders ook hiervoor een behoorlijke oplossing zal vinden. Wordt ten opzichte van den jongen Her tog algemeen, zoowel hier als elders, een af wachtende houding aangenomen, hoewel ge mengd! met de verwachting, dat ook Hij zich bemind zal weten te maken bij het volk, dat Zijn aanstaande Gemalin zoo dierbaar is, het doet ons goed, in menig 'stuk een warm Woord te lezen over de Koningin-Moe der, die vrouW, die, vreemdelinge toen Zij1 hier kwam, zich in korten tijid zoo geliefd wist te maken en aller harten wist te win nen. Wij willen hier nog meteen oen paar bij zonderheden aian onze lezers mededeelen om- tron tden Hert ig, die wij tot dusverre aan hen onthielden. De vierentwintigjarige hertog, van middelbare Erootte gn blond, lijkt uiterlijk veel op wijlen zijn grootvader van vaderszijde. Hg is vroolgk en vriendelijk van aard, en in de hofkringen te Potsdam zoowel als in Schweiin geliefd wegens zijn gezonde levensopvatting en be minnelijkheid. Een jaar geleden maakte de hertog een groote reis om de wereld, waarbjj hij aller haiten voor zich innam door zijn vriendelijk en bescheiden optreden. Op zgn tocht door fndië reisde hij met den bekenden, later in Nieuw-Guinea om liet leven gekomen ont dekkingsreiziger, Otto Ehler. Sedert een jaar ongeveer woont hertog Hendrik in Sehwerin om kennis te krijgen van de staatsinrichting en het administra'ieve recht van Mecklenburg. Zijn opleiding, nadat hij thuis het eerste onderwijs had ontvangen, was als volgt dezen tijd niet druk, dacht ik, en dan kun nen we eens samen praten." Hij gaat naar heb tafeltje, hangt rijn hoed aan ecu knop in den muur, strijkt met zijn hand door zijn dicht, blond haar en gaat juist zitten, als zij liet glas voor hem neer zat. Erna steunt met haar ellebogen op de leu ning van den stoel naast hem en blijft zoo staan, met den blik naar den grond gerich t. Haar oogen; die rij op deze wij-ze aan 't ge zicht onttrekt, rijn donkenblLmw, zij heeft een net figuurtje, een mooien, mond, volte, roode lippen eu witte, regelmatige tanden- „Hoe gaat liet u, mijnheer Proline? Goed, hoop ik?" vraagt zij eindelijk, half verlegen, omdat hij niets zegt. ,,'t Gaat nogal, juffrouw Erna; en u?" „O, mij uitstekendantwoordt zij lachend en nu kijkt zij Wem aan. „Waarom ook niet? Ik werk, fniaar ik heb ook pleizier. Er is maar één Berlijn en men leeft ook maar eens! Daarom kan je niet beter doen dan vroolijk zijn en pret hebben De toon van haar stem is todh wat heescb. bij die woorden (;zij gaat nu zitten en roept overmoedig uit„Of denkt u er an ders over? Nu, dan zou u wel dwaas rijn!" „Erna, nog drie brandewijntjes," roepen do drie mannen aan den anderen kant van 't vertrek. Ze staat op, gaat vlug naar hen toe, schenkt in, ladhit hartelijk en komt dan weer bij Karl Proline terug. „Ala ik me wel bedenk," zegt ze, hem .aan ziende en haar jongenskapje met een eeaügs- zins brutale beweging in den nek werpend, „is u nooit oen echte pretmaker geweest. U weet niet half, lioo dom dat van u is. Wie Van 1886 tot 1894 bezocht hij het als uitstekend bekende gymnasium van Vitzthum te Dresden. Hij verliet het, om nog een half jaar door privaatlessen verder te worden voorbereid, en legde daarna in het najaar van 1894 voor een militaire commissie te Berlijn zjjn examen voor vaandrig af. Daarop deed hij van 1894 tot 1895 een reis van acht maanden door Ceylon, Indië, Egypte, Palestina en Griekenland naar Konstantino- pel, waarbij hg in Indië aan zijn voorliefde voor de jacht botvierde. In de jaren 1895 en '96 bezocht hij de krggsschool voor offi cieren te Metz er, trad daarna in dienst bij de jagers van de lijfwacht in Potsdam, waar hij ook met den overleden kroonprins Alfred van Koburg nader kennismaakte. Op liet eind van 1899 nam hij een jaar verlof en werd door Johan Albert, hertog regent van Mecklenburg, naar Schwerio ont boden, om daar door practisch werken aan het ministerie van financiën met de admini stratie van de groote Mecklenburgsche vorste lijke domeinen bekend te worden. Daarbij trok hem vooral de houtvesterij aan. Hij wooDde sindsdien in Sehwerin op zich zelf in een allerliefst tuinpaleisje midden in 't groen, dat daarom ook den naam Greenhouse draagt en al het geliefkoosd verblijf van zgn grootmoeder, prinses Alexandrine, was. Als bizonderheid zij nog vermeld dat de hertog zich tot dusver zeer ongaarne liet fotografeeren, zoodat uit de laatste jaren maar heel weinig portretten van hem bestaan, alle in uniform. De hertog spreekt natuurlijk, gelijk alle prinsen van Mecklenburg, voortreffelijk Piat- duitsch, wat hem vermoedelijk het spoedig leeren van het Nederïandsch gemakkelg'k zal maken. Hertog Hendrik is ongetwijfeld een van hen die door hun eigenschappen uitsteken. De zoons van Friedrich Franz II hebben voortreffelijke hoedanigheden en van hun zus ter, groothertogin Elizabeth van Oldenburg, kan hetzelfde gezegd wordeD, i>Ein Mensch wie Gold" zou men van een ander sterveling zeggen. Aan een zeer helder verstand paart Hertog Hendrik een zeldzame vastheid van karakter en wil, een 'zeer buitengewone mate van plichtsbesef, groote belangstelling voor alles wat wetenswaardig is, een groote goedhartig heid en een diep gevoel van ei kentelgkheid jegens hen, wien het vergund is geweest, zgn licharoelgke en geestelijke vorming te leiden. De ijverige jager, die geen vermoeienissen en geen gevaar kent, is ook een jagerofficier vol dienstijver en met een echt militair optre den; als eenvoudig en innemend jongmensch is hg de lieveling van zijn kameraden en ook van zgn Mecklenburgers. De spreuk der Groothertogelgke familie van Mecklenburg is: vPer aspera ad astra". In haar wapenveld komen twee stierenkoppen, twee griffioenen, een vrouwenarmaanbiedende een ring, benevens een gekroond kruis. De tenanten zijn een griffioen en een stier. De kleuren zgn blauw, geel en rood. Het »Hbl." zet uiteen, dat naar zijn mee ning volgens de Grondwet door een bijzondere wet blgk gegeven zal moeten worden van weet, boo gauw 't met ons uit is. Dat moest iedereen toch begrijpen „Hm." Frohne beeft nog steeds zijn glas bier niet aangeroerd. Zij, pakt liet op en neemt er een teug uit. „Daar!" zegt ze. Hij neemt bet glas wel in rijn band, maar brengt bet todh niet aan. rijn mond. „U zegt, als ik, me wel bedenk, en dan herinnert u* zidk de dagen van vroeger, in Sciïsen, toen u nog bij uw ouders thuis waart." Zij haalde ©ven haar schouders op. „Iemand! als u moet er nog 'geboren worden, zoo so lied eEn wat hebt u 'daar nu aanDe solicde lui moeten immers evengoed sterven als de andere." „Dat rijn maar zulke gezegden, die u hier opvangt; er ligt al' beol weinig waars in," antwoordde Proline, „U is net een dommee; waarom is u dat niet geworden i" hernam rij met een half brutalen lach en strijkt' eens mot haar* rech terhand, waaraan, een paar ringen glinsteren, door haar korte haar. „Waarom ia u niet in dat nest daarginds gebleven? Daar' hoort u beter thuis dam, hier in Berlijn." „Hoe kan u dat beoord-eelen, juffrouw Er na Er rijlu hier nog wel andere menschen dan d.<j van de soort, waar u van houdt." „En .waar ik bij hoor. Zeg bet maar rond uit. Ik heb het keel goed gemerkt, dat n schrikte, toen u voor 't eerst hier kwam en me herkende. U schaamde u ervoor; ik heb heb dadelijk gezien." Zij bijt ridh op d© lip pen. „Waarom is u eigenlijk teruggekomen?" „Waarom?" vroegi Proline, die mtussolien rijn glas uitgedronken had'. „Otmriat, juf frouw J3ma, ik heb uw ouders toen al dade lijk gelijk gegeven, toen rij u niet graag naar het door deze wet gevorderd gepleegd gemeen overleg en dat daarom dezelfde vorm ge kozen zal worden als in 1879 bij het huwelijk van Koning Willem III, toen het eenig des betreffende wetsartikel luidde: nHethuwelijk, door Ons aan te gaan met mevrouw Adel- heid Emma Wilhelmina Therésia van Wal- deck-Pyrmont, wordt goedgekeurd," Het nHbld," houdt bovendien een beschou wing omtrent nog een ander punt. Het blad zegt "Wegens den rechtsregel dat de vrouw de nationaliteit van haren man volgt, zal de aan staande echtgenoot der Koningin vóór of bg het sluiten van het huwelijk Nederlander moeten worden. In dit geval is trouwens vooizien bij de wet van 1892 ophetNeder- ianderschap, waarvan art. 3: ïNaturalisatie kan ook om redenen van staatsbelang worden verleend", o. a. met het oog op dit geval is voorgeschreven. Bij zulk een naturalisatie behoeven dan ook de gestelde voorwaarden, o. a. van zekeren tgd van inwoning, niet te worden vervuld, maar wel regelt dan een afzonderlijke wet de voorwaarden aan die naturalisatie verbonden. Ten slotte willen wij nog melding maken van het feit, dat een der eerste telegrammen, die Diusdagavond op het Loo van particulieren werd ontvangen, was die van de Jongelin gen-Eerewacht nKlein maar Dapper", bekend uit de Kroningsfeesten. Jongens van 12 tot 16 jaar, die met het oog op de aanstaande feesten bij het huwelijk van H. M. zich bg het korps willen voegen, kunnen zich daartoe aanmelden Zondag a.s. van 10 tot 3 uur Keizersgracht 149, bij de Leliegracht te Amsterdam. Artikel 18 „Van da erfopvolging zoowel voor zich zelve als voor hunne nakomelingen zijn uitgesloten alle kinderen, geboren uit een huwelijk aangegaan door een Koning of eene Koningin buiten gemeen over leg met de Staten-Generaaï, of door een Prins of Prinses van het regeerend Stamhuis buiten de bij do wet verleende toestemming. „Zoodanig hawelijk aangaande, doet eene Koningin afstand van en verliest eene Prinses haar recht op de Kroon." Vredesconferentie. In het nJournal de Genève" wordt naar aanleiding van een lezing, daar ter stede door baron d'Estournelle de Constant gehouden, weder eens de vraag geopperd, waarom Trans vaal niet op de vredesconferentie genoodigd was. De Fransche gedelegeerde antwoordt, dat Engeland waarschijnlijk zich verzet zou heb ben tegen deze toelating en dat Engelands wegblgven gevolgd zou zgn door dat van andere groote mogendheden, die het beginsel der vredesconferentie weinig gunstig gezind waren. In die omstandigheden was het nog beter, dat de conferentie bijeenkwam zonder Transvaalsche gedelegeerden, dan dat zg niet ware bijeengekomen na aai. de gausche we reld te zijn aangekondigd. süeze mislukking schrijft baron d'Es tournelle verder zou een teruggang ge- Berlijn. wlld'en laten gaan. Maar u heeft het door weten te zetten, en u is met uw nichtje en haar man meegegaan, toen rij hun zaak naar Berlijn verplaatsten, en zij u vroegen hen te helpen in den winkel. En uw ouders hebben langen tijd niet geweten, dat er'al gauv onaangenaamheden waren en u van hen weg is gegaan." „Zoo'n zaak van (witte goederen, af schuwelijk vervelend, nooit anders dan dames in den winkel en dan tot in den nadht nog aan de naaimachine ritten, jawel hoorZij' spitste haar lippen, alsof zij wilde fluiten. „Maar uw oudera gélooven nu nog altijd, dat u in uw itweede betrekking zlj't." „Nu ja, gelooven maakt ga lig Zij buigt ridi wat voorover en vervolgt: „IJ heeft er geen begrip wan, wat dab ie! Altijd maar met een vriendelijk gezicht voor iedereen klaar staan, al ben je ook zoo moe, dat je voeten je niet langer dragen kunnen. En dan al dat moois in Berlijn om je heen w.ia -om zou ik daar niets van hebben Ma rio en l.aar man werken als gekken, ze wil ier de hoogte in. Later kunnen, e zich da:: wat genot gunnen, zeggen ze. W-eten as dat vooruit? Geniet je leven als je jong bent! Jelui I" ze maakt een beweging met haar haiid „rijn allemaal oven dom Frohne fronst de wenkbrauwen. „Weten uw ouders „Och, loop heenMaai dm verandert zij plotseling van toon, buigt zidh naar hem toe en zegt„Doet u. /me 't pleizier en schrijf er niets van ik ben hier maar voor behulp. Ik ken dö menschen hier goed; zij' rijn altijd, zoo vriendelijk voor mij geweest, dat ik 't niet kon weigeren Dat is waar ook, ik lieb weest zijn, de krasse ontkenning van elke hoop op een vreedzame overeenstemming tus- schen de voornaamste beschaafde Mogendhe den de bijeenkomst daartegen beteekende een vooruitgangeen betwistbaren vooruit gang ongetwijfeld wat de resultaten betreft een onmeteigken schoon onbegrepen vooruit gang volgens mijeen bijna nietswaardigen vooruitgang volgens de sceptici en volgens allen, die belaag hebben de zaak van twee dracht en geweld te dienen, maar desniettemin een voox-uitgang." Als het tribunaal maar eerst in werking is, dan zal men, volgens den geestdriftigen Franschen gedelegeerde, wel zien, welk een nuttig werk de conferentie heeft gewrocht. Want honderden miliioenen menschen roe pen om internationale gerechtigheid, en alleen eenige duizenden eerzuclitigen, zotten en ka nonfabrikanten willen den oorlog. Handel met Griekenland. De jongste aflevering van de „Consulaire Verslagen" ia geheel geiwijd aan hét uitvoe rig jaarverslag over 1899 van onzen consul- generaal, -den heer P- Oh. van Lennep te Athene. Daaruit blijkt dat van een toenemen on zer handelsbetrekkingen m-et Griekenland niet of niet noemenswaard) sprake is. Zal Nederland aldaar rijn relaties uitbreiden, dan is de keus der vertegenwoordigers en agenten een zeer belangrijke zaak. In-dien er Nederlandisehe huizen bestonden, gevestigd' te Piraeus en te Syra, met een genoegzaam1 kapitaal om tot waarborg -te strekken voor de nijverheid', dan zou men al d© zaken in hun handen hebben kunnen vereenigen, en ongetwijfeld zou daardoor ©en nieuwe stoot aan de betrekkingen gegeven rijndoch aan gezien zulke huizen (voor het oogenlblik niet bestaan, blijft er niets anders over dan on der het oneindige aantal comanissionairs de genen te Mezen, die in staat rijn, de grootste voordeelen aan be bieden. De goede verte genwoordigers, aJis uitstekend bekend en op prijb gesteld door d© bes'te -cliënteel©, wer ken slechts met de handelaren van ©en vol komen soliditeit, ©n zij kunnen dan ook de verantwoordelijkheid voor do betaling der orders op zich nemen, tegen een onbedui dend percentage. Evenwel, zooals men ,wel kan nagaan, bepalen deze groote commissio nairs er zich niet toe om slechts met een speciaal Land te Werken. Zij vertegenwoordi gen een -aantel vreemde fabrieken, zooals Duitsche, Engdsche en Fransdhö, en rij on derwerpen de monsters en de prijzen aan 't oordeel der handelaren, die daaruit kiezen hetgeen hun aanstaat. Het initiatief moet door -de Nederiand- sdlie fabrikanten en handelaren genomen worden, om te trachten den afziet van hun producten in dit land 'te vergrooten, en rij kunnen vooraf overtuigd zijn, dat hun van de zijde van den consul-generaal alle ihulp zal worden verleend. Indien de invoert and el nog veel t© wen- schen laat, zoo neemt de uitvoer ©venwel naar Nederland toe in tot hiertoe onbeken de verhoudingen. Dank zij der activiteit van. den (heer J. Tas Ehn-, t© Amsterdam, be draagt de invoer der krenten thans 19 f juffrouw Peters beloofd haar te helpen met 't, passen van een japon. Ze wacht reeds al dion tijd op me!" Ze strijkt over haar blauw-rijden blouse ©n trekt h'aar zwakten rok glad. „Ik was Ma ria te netjes gekleed," zeide rij met tets sma lend:-) in haar stem. Daarop steekt riji hem haar hand toe. „Neem me niet kwalijk, tót weerziens." Frohne neemt haar hand' in de zijne, knikt, maar zegt niets. Een oogenblik later is zij weg. De eigenaar van 't café, die een oogenblik van te voren binnengekomen is, treedt naar zijn tafeltje tóe en. begint een praatje, tot dat er een nieuwe gast bomt, dien hij be dienen moet. Frohne heeft een tweed© glas bier besteld en drinkt d'at langzaam uit. Stil rit hij voor rioh heen te staren. Dat mooie, vroolijke meisje, dat, zooals hij vroeger in stilte hoop te, welhdhit eens rijn vrouw zou worden! Vroolijk is ij nog, maar zoo heel anders! Toen hij 'haar den eersten keer in Eerlijn terugzag, verbaasde hij er rich over, dat haar mooie, zware vlechten weg varen.. En toen hij gevraagd had, waarom rij ze af had! laten knippen, had zij met haar handen doo-r haar korte, gefriseerde lokken gestreken ©n geant woord: ,,'t Is zoo toch veel leuker, hé." „En misdhien. kat ik me blond verven; mijn kennissen denken, dat me dat zoo goed zal staan." Hij 'liad haar ontsteld aangakeken en :ij had onbedaarlijk gelachen. „Ocih, is u daar nog, mijnheer Froöme?" Daar Was zij weer -terug. Opnieuw zotte rij rich naast hem neder.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 5