N >n: \F RC 54"" Jaargang. Zondag 28 en Maandag 29 October 1900. No. 10382 Eerste Blad. De strijd om geluk. Eöl OIK, UIT DE PEES. jTg V'S, BUITENLAND. V n erlj. tB, VEJ Wt ei nebbe! )5. voor Ais mmmische i ;ojr int Deze courant verschijnt dage S ij k s, xnet uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prigs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 4.25. Franco per post 11. 4.55, Prgs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 40 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagehgks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zjjn. Bureau Boterstraat 68. regel Prijs der Advertentiën: Van 46 regels fl, 0.92iedere meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zg innemen. Advertentiën bg abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zgn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon HTo. 133. wen. atio- Bhtjnt van LtB gever e' In r«| icite? Cif ia* liscV citië t. 5 Act hun ire. ll| Prins-Gemaal. Naar aanleiding van heb stuk van den heer Levy m de Am ster d a msche Couranti'' (zie ons nummer vau 20 dezer) merkt de ^Middeïb. Ct." aan dat Qi_ i aar. Levy zich vergiste als hij1 meende, dab de Prins-Ge maal als de eerste onderdaan! kon worden ■beschouwd'. Immers, zegt zij, art. 29 der Grondwet 'bepaalt: „De oudste van des Konings zonen, of ver dere mannelijke nakomelingen, die de ver- moedelijlke erfgenaam, is van de Kroon, is des Konings eerste onderdaan en voert den titel van Prins van Oranje." Er zou dus h. i. wel degelijk een ingrij pende wijziging dear Grondwet noodig rijn, om 'den Prins-Gemaal den rang van „eerste onderdaan" te kunnen gewen. Mr. Levy antwoordt daarop weder m de „Arnst. Ct.", .dat „eerste onderdaan" een qualificatie maar geen „rang is, want aan dat „eerste onderdaan1" is volgens [hem geen redht verknocht. Mr. Levy wilde slechts betwisten, dat de koninklijke echtverbinte nis onder den rechtsregel van ons privaat recht moet worden gebracht. Hierop antwoordt de „Middllb. Ct.", dat volgens haar de verhouding tueschen heb pu bliek ea privaatrecht niet in verband staat met de vraag of do Prins-Garnaal eerste on derdaan is. Zegt mr. Levy, .dat de qualificatie „eerste onderdaan" door hem niet gebezigd was in den grondwettelijke®, dus pulbliekrechtelij- fen zint, dan vraagt rij Hoe nu? Kan' er dan hui ten' het publiek recht ook sprake rijn van onderdanen 1 Haar was dit onbekend. En rij kan rich niet voor stellen! wat onderdaan' beteékent in uiet-pu- hliekrechteüijiken rini. En wat de vraag betreft of (heb rijn van „eerste onderdaan"een rang of ©en qualifi catie is, èn of aan dien rang rechten rijn vwiltnioctoö, zegt' 'het blad, dat werkelijjlc aan „dien rang" niéts yeikniochib is, (behalve voorrang bovenl de andere Prinsen vaa den bloede en boven den Prins-Gemaal. Hetzelfde geldt echter van den titel van Prins-Gemaal, „Het voeren van den titel van den' Prins vaa Oranje is niet een' ibron van rechten, het is één der rechten, door de Grondwet ver leend aan den oudsten zooru des (Konings of verdere mannelijke nakomelingen;, -die de vermoedeliijke erfgenaam is wan de Kroon. Dat men, dezen Prins een bijzondere® tdtel toekennend©, bij de toekenning van rijk! an dere rechten, hem bijl dien titel aanduidt, en dus de omschrijving van art. 29 vermijdt, DOOR PAUL ROBRAN. bei 20) Vanmiddag wil papa weten, wat kijl moet schrijven. Het volgende gesprek had dk met Klam: „Je moet hem nemén"Wie weöt, wat an ders j© toekomst zal rijn. Hen anain', dEen fflen liefheeft, krijgt men todhi niet. Of heb je misschien een ongelukkige liefde?" Ik (vuurrood onder haar dbordringehdon blik)„Wien zon ik liefhebben, „Dat w,eeb ik ook niet; ik had nooit tijd or op t© letten. Misschien, den student Jullie waart altijd onafsdhïjdeiijk' H: (lachend) „Hoe item je op die gtlalp- iP%o gedachte?" „Grappig? Waarom? Hij is nu niog wel vfot lihlmoh, 'maar wanneer je werkelijk ni©- JOiMdJiefhébt, fcrouiw dlan met WoiÜf, jé be- jé tenminste niet voor helm to sohla- (te®, iwanheeai jhiji je den arm presenteert. Geloof me, het is heb beste voor je!" Ik (kan n'fet! Meirigm aal héb ik ,een viaet "®hu.t genomen, maar wanneer ik.er dan denk, dak hij mij mag kussen, wanneer 'k djn verloofidje ben Veen, heb is niet .mogelijk De eenige, die mij kan radanl, is Fri'da, heb haar niet -meer bezocht, sedert Wweer thuis ben; Frida aal' wél boos op "uj rijn Mijh besluit is genomen. Ik ga lioar eens om laad vragen). Toen ik binnentrad, sborid Siegfried van 0ja stoel op an, kwam (mij met onzdkiesen verandert niets aani den oorsprong der grondwettelijke rechten. Indien bijv. bleek, dat het niet geoorloofd was deni titel Prins van Oranje over te bren gen in de lijn van Koningin Wilhelm ina*, en dus haar oudste izoon geen, Prins van Oranje zou mogen heeben, wat zou dan gebeuren, Men zou met art. 29 de artikelen 26, 30, 41 en 74 der Grondwet moeten herzienten einde de rechten, welke de Grondwet aan den oudsben zoen de? Konings wilde toeken nen, aan den Kroonprins te doen 'blijven. Het is zeker eigenaardig, dat, terwijl prof. Buys dit onderwerp in 1883 behandelde, dus na den doofd van Prins Willem en, na de geboorte van, Prinses Wiilhelmina (alzoo m de dagen waarin alles van het laven van Prins Alexander a,filing) wel besproken heeft don toestand die ontstaan zou als de Kroon overging op een nieuw, in den vreem de gevestigd Huis {Weimar of Von Wied). 'Het destijds meest voor de hand' liggenlde geval, dat er een oudste zoon tvan een reg.ee- rende Koningin zou zijtowerd d'oor hem niet aangeroeid!- H. i. voldoende bewijs dat Buys heb onnoodig vond aan te teeltenen, dab het woord ,,'sKonings" in art. 29 zoo noodig door „Koningin" mag worden ver vangen." Ook in de sProv. Gron. Courant" wordt de vraag gesteld .«Moet de wetgever zich met de burger rechtelijke betrekking van de Koningin tot haren Gemaal opzettelijk inlaten Men vond het in strjjd met de hooge positie vaa de Koningin, dat zij onderworpen zou zgn aan b.v. de bepalingen van het burgerlijk wetboek, die gehoorzaamheid vorderen van de vrouw aan haar man. Het antwoord van de ïProv. Gron. Crt." hierop luidt: Is het, toen koningin Victoria trouwde, iemand in den zin gekomen bij de wet de stelling van den Engelschen Prins-Gemaal te regelen en is er een gelukkiger huwelijk geweest dan dit De Koningin blijft onder alle omstandigheden de hoogste iii den lande, de eenige niet-onderdaan de vrouw kan voor haren man en zal voor hem willen zijn wat iedere andere vrouw, minder nog naar de wet, dan naar de inspraak van haar hart, wenscht te zgn. Als dit juist is, welke reden, vraagt de sPr. Gr, Ct,", kan er dan zijn voor inmen ging van de wet Het gevaar, dat de Ko ningin misschien door haren Gemaal mocht worden gedwongen daar te verblijven waar het belang van den geregelden gang der zaken van staat haar oponthoud niet wen- scheljjk maakt 1 De vrees, dat zg in de meest gewenschte beschikking over haar vermogen of in de opvoeding harer kinderen mocht worden gedwarsboomd Maar op hetzelfde oogenblik dat de Staten- Generaal hur.ne door de Grondwet gevorderde toestemming tot de echtverbintenis der Koningin geven, spreken zg, merkt de »Pr. Gr. Ct." aan, hunne overtuiging uit, dat gang tegemoet. Hij zag er afeehuwaLijfk uit, waarschijnlijk naaf de laatste Parijisdhe mo de bovendien had hij zoo iets nonchalants. Hij was nog gebfliasearder dan vroeger,infor meerde met neerbuigende viiiranid'aliipahed'd naar de geEonriheild mijner ouders. „Is het .alitijjd' nog zoo prettig bij u thiuiis en komen 'al de oud© vrienden, u nog b'etzoe- k en?" Ik merkte, waar hiji heen wild© en voor hén eerst van mijn léven was lik diplomate. „Ja, het is altijd nog zoo prettig bij ons, an wij zijn alfan zoo vroolijlk, alia maar kan." God vergeve mij die leugan! „Bezoekt die knapp.e dragonder -u nog dik wijls? H)oe heet hij ook? Ah. ja, mijnheer von Lesten!" Nu kon ilk niet andere d!a<n zeggen, dat ik 'hem toevallig sedert ©enigen tijd niet gezien had. Siegfried glumladhte>;# waarschijnlijk wist hij alles reetös, waar heeft mem anders intieme vrienden: voor Toen ik volstrekt niet meer wish, wat i!k mét Siegfried moest praten, kwam Frida eindelijk. „Ne,cm me niet kwiaöijk, dat iflc je liet wachten. Er Was een modeu." „Ik wil db vriendinnen niet storen," zeüdo Siegfried; maar hij, bleef kalm. ritten. „Wij zuilen, ons ook niet dbor je laten sto ren. Ga je mede in mijd eaikui?" Toe® wij samen waren, stortte ik mijn hart voor haar uit. Zij viel mij niet in de rede, ©n liet mij do geheel© geschiedenis stot terend toib hot eind© toe ven-tellen Toen ik Waar was, glimlachte rij weemoedig. „En nu is 't gezegd.geef mij| goeden raad, doch raad hot mij, niet af!" „Zou üd dan, atoar je to© gekomen rijn1?" „Dub mbet ik het je afraden 1" „Dlab weet ik juist' niet," aeildle ik wanho pig. „He weet zelf niet, Wat ifc wil doen." Frida dacht ©ven na,. 'Zij zat tobt de ©11e- deze moeilijkheden zich niet zullen voordoen; dat wederzgdsche genegenheid alle oneffen heden zal weten te effenen, mochten zg ooit om den hoek komen gluren. En vervlogen deze hoop en verwachting in rook, de omstandigheid dat de wet had gespro ken, zou er de beste oplossing niet bren gen. Misschien onkiesch, zeker onnoodig acht zij hier de bemoeiing van ieder ander dun de echtgenooten zeiven. Het verleenen van den titel van Prins- Gemaal acht de ïProv. Gron." niet noodig. De gemaal zal buiten de regeering staan, doch natuurlijk zal zgn invloed groot zfc'n. De weigever zal dan ook goed doen het ge- meene recht zgn loop te laten. Voor den wetgever valt niets te doenalleen is natu ralisatie voor den aanstaanden geniaal ge- wenscht. Vermoedelijk zal, zegt de ïPr. Gr. Ct.", de Hertog, wien onze Koningin haar hart en hand gaat scheriken, niet liever wenschen, dan onmiddellijk het volle burgerschap te aanvaarden van het land, welks Souvereine aan zijne zijde zal gaan en aan hetwelk ongetwijfeld ook hij zal willen toebehooren met hart en met ziel. Heb „Vaderland" spreekt in een artikeltje over cle positie van den vorst, >die oiïeq Ko ningin zal huwen, vani: De Gemaal (der Ko ningin. Naturalisatie acht ook dit blad waar schijnlijk- Missdhien zal; volgens het „Vad." de web, houdende goedkeuring vani het hu welijk, den titel bepalen, die den echtgenoot der Koningin zal toekomen. Het ligt h. i voor de hand, dat die titel zal zijn) Prins- Gemaal. Staatsrechtelijk behoeft zijn positie overigens niet te worden geregeld'; in dit opzicht heeft het huwelijk voor den persoon van den echtgenoot geen gevolgen. Ten slotte doet heb „Vad." uitkomen,, dat een bijtender© wet ter vaststelling van de burgerrechtelijke gevolgen van het huwelijk evenzeer onnoodig is. De vorige regeering sprak dit uitdrukke lijk Tiiic en deze gaf nooit van liet tegendeel blijk. Had men een bijzondere regeling ge wild, zoo ware een algemeen© wet noodig ge weest; nu is het duidelijk, dat, de Koningin en. Haar Gemaal aan het gemeen© recht on derworpen zijn. Komt er botsing tussehen privaat- en publiekrecht, dab gaat het laat ste voor. Een bijzondere wettelijke regeling is echter onnoodig. Algemeen ofcrzlchL SCHIEDAM, /27 Oen 1900. Zuld-Afrlka. De „Standard" begint een ihoodfartikel al dus „De laatste dépêche van lord Roberts is beslist onaangename lectuur. Opnieuw ontvangen, wij het ergerlijks en reeds zoo be kende verhaal van hernieuwde activiteit boog op de leuning der sttoel, en, liet haar kaïn in, de hand, rusten. „Herinner je je nog, Harriet, wat ik je eens uit mijin edge®, leven verteld'heb?" „Natuurlijk." „'Eln ben je er zeker van, dia,t ije er den een of andere® dag geen berouw over zult heb ben, wanneer je neen zegt?" „Dat weet ifc niet." „Heb je ee® ander lief?" Zij zag, mijl met haar heldere oogen zoo dowdlringend a/an, dat uk den moed' niet had, blaar e©n onwaarheid te zeggen. Ik het heb hoofd hangen. „Arm find,," zeide zij, zacht. „Is er vol strekt geen hoop?" „Volstrekt niet." „En je ouders -zouden, het gaairne zien?" „Jai! Moet ik het nu om Ihubnentwil doen Frida- zuchtte. „Ik ik kan je daarin geen raad gaven. Velen van mijn vriendinnen (hébben mijl haar vertrouwen gescshbnSken. Meer dan eens is ©6® jong meisje, d,ait voor hetzelfde geval stond als jij!, bij mij| geweest. Zij ware®' al- tijdi wanhopig en rij, rij® allen later d!e ge lukkige echtgenooten geworden van d© man- pen,, die rij 'tegenover mijl beweerde® te ba te® en het op dat oogenblik ook werkelijk deden! SJodita in een, zeer bijzonder gerval heb ik het afgeraden, en nog heden be treur ik het. De betrokken persoon, h!a,d eon ander man hartsiochte-lijk lief. N'a- vijf jaar had zij hem vergeten en er bitter stpijit over, dat zij 'het geluk voorbij had la,ten gaan, dat haar niet ten tiweede® male werd geboden." Uc stond' op. Frida greep mijn handen. „Je ben nu (boos op mij, omdat ik niet be slister spreek. 33c kan het niet! .anders. Vrou wen gewennen aan zooveel, oolc aan een man dien rij niet liefhebben." Hij de deur hield zij mij nog ©yen tegen. van de Boeren in ebreken, welke meer dan eens schoongeveegd zijn door onze troepen, en die men reeds weken indien niet maan den lang gepacificeerd meende. I® bijna leder gedeelte van het grondgebied, beboo- rende tot de „overleden" republieken, het welk nu door onze garnizoenen bezet wordt gehouden, en dat met binnen het bereik der kanonnon en geweren onzer kolonnes ligt, hebben klem© kommando's 'de worsteling hervat." 'tls jammer, dat Jacobsdal niet >wat eerder in de handen van de^Boere® is gevallen, want dan had® het blad waarschijn lijk niet medegeschrecuwd m het algemeene koor, dat de Engelsche pers aanhief bij het bericht va® het Ministerie van Oorlog (waaibij lord Wolseley opperbevelhebber ad interim zal blijven en de „hoop" uitgespro ken werd, dat Roberts 15 'November zou kunnen vertrekken) „Zoet gij wel, lord Ro berts keert terug, de oorlog is ,uit." De „Daily Telegraph" eegt er van „De aankondigng van den dag waarop lord Ro berts zijn tegenwoordig bevel zal' neerleggen, beteefcent dat de oorlog gedaan is en dat de O O onderdrukking van een stelsel va® roof en doodslag" (het blad sdMjnt 'daarmede de (Boeren te 'bedoelen) zal toevertrouwd wor den aan 'de ijzeren gestrengheid van een an dere en duidelijk aangewezen, hand." Dat de Engelschen ook wel hielden van een, „stelsel van doodslag" blijkt uit hetgeen de Oostenrijfcsche graaf, van wiens meening wij gisteren reeds iets mededeelden, over het Engelsche leger eegt. (Hetgeen deze officier ugt blijft natuurlijk voor zijn rekening) „De overgroots meerderheid der so-ldaten was een bende ongedisciplineerde' lieden, die nfets van oorlogvoeren afwisten. En de offi cieren, die zich wel is waar dapper en over moedig toonden, waren onvoorbereid an raakten het hoofd kwijt. Zij hadlden geen 'kaarten en opereerden' gewoonlijk maar op goed geluk. De soldaten wai en gewoon kar ri o-nvoeder. „Wel is het waar, 'dat rij- moedag voor waarts Stormden', maar dat had zij® Sbijlzon- dere reden. Als rij namelijk voor het ge schutvuur der Boeren .weken, en het bevel om verder te gaan, niet opvolgden, werd eenvoudig door de achter hen geposteerde ar*- fcilleric op hen losgebrand. Wij hebben vaak medelijden gehad met die arme sol date®, 'Wij hadden meestal onneembare stellin gen, maar de Engdsdhen .geitenen blind te rij®. Onze kogels brachten groote verwoes ting aan, maar de soldaten probeerde® tel kens weer ons te naderen. Ten slotte kwa men wij achter heb gdheim van dezen over moed- Wanneer rij wijken wilde®, kregen zij granaten in -de® rug, en wie te kiezen! heeft, ontvangt liever een Mauser-kogel dan een granaat-scherf." Wij willen gaarne gc-looven, lat onze graaf vreeselijk overdrijft, maar 'dab de Engel schen hun soldaten hét niet erg naar den zin maken, blijkt wel uit een telegram uit Ottawa, waarin gemeld wordt dat volgens „Nog iets. Wij meisjes zijn zonderlinge wezens. Wij wijten een ma® dikwijls af, om dat wij er op diat oogenblik tïotsdh op rijn, huil onze machit te laten gevoelen. Vaar wel!" Ja ik hen toch standvastiger geworden. Nadat ifc alles neergeschreven heb, ben ik er stellig van .overtuigd liet gaat niet! 18 December- Papa is booa op mij. Toen dk hem ver zocht, Wolf mij® afwijizcnd antiwoord te wil len overbrengen, zedide hij kortaf: „Geluk heb ik nu juist niet van mijn hinderen." Nog eenmaal werd mijn. besluit' aan het wankelen gebracht. Het valt zoo ontzettend moeilijk, rijn vader leed tel veroorzaken, wanneer men heb in rijn macht heeft, (hem met een enkel woord gelukkig te maken. Se dert die® dag heeft hij nog nauwelijks een woord met mij gesprokenaan tafel ziet hij mij over heb Qioofd, alsof mijn stoeit ledig was. En toch ben 1c nu veel kalmer. Nu rie ik eerst recht duidelijk in, welk gevaar mij dieigdo ik was op het punt, mij eenvoudig te vei'koo'pc-n 1 Mama behandelt mij nu 'heel andere dan vroeger. Tot nu toe was ik altijd de arme Harriet, om wie niemand' zich bekommerde. En nu is plotseling de zwaan uit de leelijke eendjes te voorschijn gekomen. Zelfs Klara, die altijd zoo wordt gefêteerd!, heeft nooit zulk een schitterend aanzoek gekregen hoogstens Siegfried en toefn 'Ware® de om standigheden niet eens zoo gunstig. Mama heeft 'bepaald (respect voor mïji gekregen- Eij kan evenwel maar niet 'begrijp6®? dat ik neen gezegd heb. Grootmama "schudde het hoofd en zeide„Je bent ecu dom gansje." Klara spreekt geen woord. Het is haar ai les even onversohillig. officicele berichten uit Zuid-A!frika een aan tal Canadeeze® wier diensttijd geëindigd was, weigeren opnieuw zich te .verhinden. Het groote nieuwe van den dag is de inneming van Jacobsdal door de Boeren na een hevig, gevecht, waarhij "t kleme Austra lische of Canadeesche garnizoen twee derden van zijn manschappen verloren heeft. Ja cobsdal ligt aan de westelijke grens van den 'Vrijstaat, ten .Zuidoosten van IOmberlcy en op de lijn naar Bloemfontein. Jacobsdal is lang do operatiebasis geweest van Cronjé te gen iMethue®,-Kitchener, French en lord Roberts zelf, en daarna, toen Cronjé gevan gen was, die van het Britsche leger op marseh naar Bloemfontein. Wij rij® dus weer terug in de eerste helft van dezen lan gen oorlog. Zonder twijfel zal Jacobsdal weer herno men worden, wanneer Roberts gelegenheid zal hebben, groote versterkingen te zenden. Maar in afwachting daarvan blijft het toch een groot succes voor de (Boeren. Zij kunnen nu hun landgenooben. die door de Engel schen ontwapend, waren, weder va® wapenen voorzien en dan weer elders ham slag gaan slaan en den oorlog eindeloos maken. Men begrijpt, dat het garnizoen te Bloemfontein wel een beetje ongerust ie- 'tls een aangena me gewaarwording morgen voor de City-vrij- willigeis, wanneer zij dadelijk moeten hoe ren, dat de plaats, waar zij de® vuuridoop 'hebben ondergaan, weer in het 'bezit van de Boeren is. Terwijl Jacobsdal ingenomen werd; heb ben de Boeren op andere plaatsen niet stil gezeten. In de omstreken va® Machado- 'dorp is een Engelsche trein «net rieken en gewonde® onder majoor Capeland door de Boeren aangehouden, die het detachement ■genoodzaakt hebben, hun den tredu ledig over te geven. Een andere 'trein is eveneens buitgemaakt door den broeder van 'generaal Botha, Hans Botha, ten Noordoosten van iStanderton; tussehen Greylingstad en Heidelberg. Ver scheidene .Eiïgelechen, waaronder (wee offi cieren, zijn gedood, en de rest is krijgsge vangen gemaakt. {Zie de telegrammen.) {Vol gens Reuter is dit incident 't aelfdte als dat door lord. Roberts den lOen gerapporteerd is. Wij merken hierbij op, dat het genoem de voorval op d'en Sen October plaats greep, terwijl dat van lord Roberts op den 9©n ge zet werd en geschiedde bij Kaapmuiden. De eenige overeenkomst bestaat daarin, dab het in beide gevallen de Rifle Brigade geweest IA) Langs de Vaal, in de omstreken va® ■Hoopstad, hébben verscheidene schermutse lingen plaats gehad. Engelsch© telegrammen uit Settle's kamp en Vaalkop spreken van 9 dooden en een 15-tal gewonden- Uit Kaapstad kom't het bericht, dat Pre sident Steyn na. den zetel van liet gouverne ment van Bloemfontein achtereenvolgens naar Kroonstad, Heilbron, Landley, Bethle hem, Vrede verplaatst te helUbèn, nu afe Fritz Wolf heeft geantwoord, zeer hoffe lijk tot mijn spijt! Hij wil mij® ant woord nog niet voor beslissend aanvaarden hij is nog jong en ik ook. Hij' zal' geduldig wachten en er over een jaar nog eens op te rug im®. Nu oen ik nog niets verder gekomen Ca® vroeger' Vandaag kwamen Frida en Sieg fried ons (bezoeken. Ik verheugde mijl jqo, Frida weer eens bij ons te zien, want in' 'an derhalf jaar had' riji ons niet bezocht, dat ik mijl nauwelijks over Siegfried eaigerde. Klara was koudi als noordpool!js'. Mama uiterst vriendélijjk al te vriendelijk. Broeder en zuster noodigdeii ons uit met Silvester bij hen te komen, en mama nam het aan. Papa bewaarde het stilzwijgen'. 22 December. Verwonderlijk Toen ik vandaag van Gerson klwara, zag ik op d© Wetrdevsche markt een dame, die ik eerst voor Klara aanzag. Ik liep haar na, maar riji had zulk een haast, dat de afstand tussehen ons hoe langer hoe gmober werd, en ten laatste was ik ook niet zeker meen van mijln zaak. Maar 'ik volgde haar itocih nog een poosje, tot ik zag dat rij' de trap van het' museum opging. 'Reeds vil de ik te- ragkeeren, toen' ik plotseling Benno in de galerij herkende. (Hlji liet de dame passeeren, zonder te groeten, maar n'a een paar secon den verdiween hij' achter- de deur. Ik ton er niet aan twijfelen1, of het was Benno, want bijl den ingang had hij nog om gezien. Maar was betb Klara werkelKjjk? Wat! was rij' dan verschrikkelijk onvoorzichtig! (Wordi vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1