N
>n:
\F
RC
54"" Jaargang.
Zondag 28 en Maandag 29 October 1900.
No. 10382
Eerste Blad.
De strijd om geluk.
Eöl
OIK,
UIT DE PEES.
jTg
V'S,
BUITENLAND.
V
n
erlj.
tB,
VEJ
Wt ei
nebbe!
)5.
voor
Ais
mmmische i ;ojr int
Deze courant verschijnt dage S ij k s, xnet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prigs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 4.25. Franco
per post 11. 4.55,
Prgs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 40 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagehgks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zjjn.
Bureau Boterstraat 68.
regel
Prijs der Advertentiën: Van 46 regels fl, 0.92iedere
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zg
innemen.
Advertentiën bg abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zgn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon HTo. 133.
wen.
atio-
Bhtjnt
van
LtB
gever
e'
In r«|
icite?
Cif
ia*
liscV
citië
t.
5 Act
hun
ire.
ll|
Prins-Gemaal.
Naar aanleiding van heb stuk van den
heer Levy m de Am ster d a msche Couranti''
(zie ons nummer vau 20 dezer) merkt de
^Middeïb. Ct." aan dat Qi_ i aar. Levy zich
vergiste als hij1 meende, dab de Prins-Ge
maal als de eerste onderdaan! kon worden
■beschouwd'. Immers, zegt zij, art. 29 der
Grondwet 'bepaalt:
„De oudste van des Konings zonen, of ver
dere mannelijke nakomelingen, die de ver-
moedelijlke erfgenaam, is van de Kroon, is
des Konings eerste onderdaan en voert den
titel van Prins van Oranje."
Er zou dus h. i. wel degelijk een ingrij
pende wijziging dear Grondwet noodig rijn,
om 'den Prins-Gemaal den rang van „eerste
onderdaan" te kunnen gewen.
Mr. Levy antwoordt daarop weder m de
„Arnst. Ct.", .dat „eerste onderdaan" een
qualificatie maar geen „rang is, want aan
dat „eerste onderdaan1" is volgens [hem
geen redht verknocht. Mr. Levy wilde slechts
betwisten, dat de koninklijke echtverbinte
nis onder den rechtsregel van ons privaat
recht moet worden gebracht.
Hierop antwoordt de „Middllb. Ct.", dat
volgens haar de verhouding tueschen heb pu
bliek ea privaatrecht niet in verband staat
met de vraag of do Prins-Garnaal eerste on
derdaan is.
Zegt mr. Levy, .dat de qualificatie „eerste
onderdaan" door hem niet gebezigd was in
den grondwettelijke®, dus pulbliekrechtelij-
fen zint, dan vraagt rij
Hoe nu? Kan' er dan hui ten' het publiek
recht ook sprake rijn van onderdanen 1 Haar
was dit onbekend. En rij kan rich niet voor
stellen! wat onderdaan' beteékent in uiet-pu-
hliekrechteüijiken rini.
En wat de vraag betreft of (heb rijn van
„eerste onderdaan"een rang of ©en qualifi
catie is, èn of aan dien rang rechten rijn
vwiltnioctoö, zegt' 'het blad, dat werkelijjlc aan
„dien rang" niéts yeikniochib is, (behalve
voorrang bovenl de andere Prinsen vaa den
bloede en boven den Prins-Gemaal.
Hetzelfde geldt echter van den titel van
Prins-Gemaal,
„Het voeren van den titel van den' Prins
vaa Oranje is niet een' ibron van rechten, het
is één der rechten, door de Grondwet ver
leend aan den oudsten zooru des (Konings of
verdere mannelijke nakomelingen;, -die de
vermoedeliijke erfgenaam is wan de Kroon.
Dat men, dezen Prins een bijzondere® tdtel
toekennend©, bij de toekenning van rijk! an
dere rechten, hem bijl dien titel aanduidt, en
dus de omschrijving van art. 29 vermijdt,
DOOR
PAUL ROBRAN.
bei
20)
Vanmiddag wil papa weten, wat kijl moet
schrijven.
Het volgende gesprek had dk met Klam:
„Je moet hem nemén"Wie weöt, wat an
ders j© toekomst zal rijn. Hen anain', dEen
fflen liefheeft, krijgt men todhi niet. Of heb
je misschien een ongelukkige liefde?"
Ik (vuurrood onder haar dbordringehdon
blik)„Wien zon ik liefhebben,
„Dat w,eeb ik ook niet; ik had nooit tijd
or op t© letten. Misschien, den student
Jullie waart altijd onafsdhïjdeiijk'
H: (lachend) „Hoe item je op die gtlalp-
iP%o gedachte?"
„Grappig? Waarom? Hij is nu niog wel
vfot lihlmoh, 'maar wanneer je werkelijk ni©-
JOiMdJiefhébt, fcrouiw dlan met WoiÜf, jé be-
jé tenminste niet voor helm to sohla-
(te®, iwanheeai jhiji je den arm presenteert.
Geloof me, het is heb beste voor je!"
Ik (kan n'fet! Meirigm aal héb ik ,een viaet
"®hu.t genomen, maar wanneer ik.er dan
denk, dak hij mij mag kussen, wanneer
'k djn verloofidje ben
Veen, heb is niet .mogelijk
De eenige, die mij kan radanl, is Fri'da,
heb haar niet -meer bezocht, sedert
Wweer thuis ben; Frida aal' wél boos op
"uj rijn
Mijh besluit is genomen. Ik ga lioar eens
om laad vragen).
Toen ik binnentrad, sborid Siegfried van
0ja stoel op an, kwam (mij met onzdkiesen
verandert niets aani den oorsprong der
grondwettelijke rechten.
Indien bijv. bleek, dat het niet geoorloofd
was deni titel Prins van Oranje over te bren
gen in de lijn van Koningin Wilhelm ina*, en
dus haar oudste izoon geen, Prins van Oranje
zou mogen heeben, wat zou dan gebeuren,
Men zou met art. 29 de artikelen 26, 30,
41 en 74 der Grondwet moeten herzienten
einde de rechten, welke de Grondwet aan
den oudsben zoen de? Konings wilde toeken
nen, aan den Kroonprins te doen 'blijven.
Het is zeker eigenaardig, dat, terwijl prof.
Buys dit onderwerp in 1883 behandelde,
dus na den doofd van Prins Willem en, na de
geboorte van, Prinses Wiilhelmina (alzoo m
de dagen waarin alles van het laven van
Prins Alexander a,filing) wel besproken
heeft don toestand die ontstaan zou als de
Kroon overging op een nieuw, in den vreem
de gevestigd Huis {Weimar of Von Wied).
'Het destijds meest voor de hand' liggenlde
geval, dat er een oudste zoon tvan een reg.ee-
rende Koningin zou zijtowerd d'oor hem
niet aangeroeid!- H. i. voldoende bewijs dat
Buys heb onnoodig vond aan te teeltenen,
dab het woord ,,'sKonings" in art. 29 zoo
noodig door „Koningin" mag worden ver
vangen."
Ook in de sProv. Gron. Courant" wordt
de vraag gesteld
.«Moet de wetgever zich met de burger
rechtelijke betrekking van de Koningin tot
haren Gemaal opzettelijk inlaten
Men vond het in strjjd met de hooge positie
vaa de Koningin, dat zij onderworpen zou
zgn aan b.v. de bepalingen van het burgerlijk
wetboek, die gehoorzaamheid vorderen van de
vrouw aan haar man.
Het antwoord van de ïProv. Gron. Crt."
hierop luidt:
Is het, toen koningin Victoria trouwde,
iemand in den zin gekomen bij de wet de
stelling van den Engelschen Prins-Gemaal
te regelen en is er een gelukkiger huwelijk
geweest dan dit De Koningin blijft onder
alle omstandigheden de hoogste iii den lande,
de eenige niet-onderdaan de vrouw kan voor
haren man en zal voor hem willen zijn wat
iedere andere vrouw, minder nog naar de
wet, dan naar de inspraak van haar hart,
wenscht te zgn.
Als dit juist is, welke reden, vraagt de
sPr. Gr, Ct,", kan er dan zijn voor inmen
ging van de wet Het gevaar, dat de Ko
ningin misschien door haren Gemaal mocht
worden gedwongen daar te verblijven waar
het belang van den geregelden gang der
zaken van staat haar oponthoud niet wen-
scheljjk maakt 1 De vrees, dat zg in de meest
gewenschte beschikking over haar vermogen
of in de opvoeding harer kinderen mocht
worden gedwarsboomd
Maar op hetzelfde oogenblik dat de Staten-
Generaal hur.ne door de Grondwet gevorderde
toestemming tot de echtverbintenis der
Koningin geven, spreken zg, merkt de »Pr.
Gr. Ct." aan, hunne overtuiging uit, dat
gang tegemoet. Hij zag er afeehuwaLijfk uit,
waarschijnlijk naaf de laatste Parijisdhe mo
de bovendien had hij zoo iets nonchalants.
Hij was nog gebfliasearder dan vroeger,infor
meerde met neerbuigende viiiranid'aliipahed'd
naar de geEonriheild mijner ouders.
„Is het .alitijjd' nog zoo prettig bij u thiuiis
en komen 'al de oud© vrienden, u nog b'etzoe-
k en?"
Ik merkte, waar hiji heen wild© en voor
hén eerst van mijn léven was lik diplomate.
„Ja, het is altijd nog zoo prettig bij ons,
an wij zijn alfan zoo vroolijlk, alia maar kan."
God vergeve mij die leugan!
„Bezoekt die knapp.e dragonder -u nog dik
wijls? H)oe heet hij ook? Ah. ja, mijnheer
von Lesten!"
Nu kon ilk niet andere d!a<n zeggen, dat ik
'hem toevallig sedert ©enigen tijd niet gezien
had. Siegfried glumladhte>;# waarschijnlijk
wist hij alles reetös, waar heeft mem anders
intieme vrienden: voor
Toen ik volstrekt niet meer wish, wat i!k
mét Siegfried moest praten, kwam Frida
eindelijk.
„Ne,cm me niet kwiaöijk, dat iflc je liet
wachten. Er Was een modeu."
„Ik wil db vriendinnen niet storen," zeüdo
Siegfried; maar hij, bleef kalm. ritten.
„Wij zuilen, ons ook niet dbor je laten sto
ren. Ga je mede in mijd eaikui?"
Toe® wij samen waren, stortte ik mijn
hart voor haar uit. Zij viel mij niet in de
rede, ©n liet mij do geheel© geschiedenis stot
terend toib hot eind© toe ven-tellen Toen ik
Waar was, glimlachte rij weemoedig.
„En nu is 't gezegd.geef mij| goeden
raad, doch raad hot mij, niet af!"
„Zou üd dan, atoar je to© gekomen rijn1?"
„Dub mbet ik het je afraden 1"
„Dlab weet ik juist' niet," aeildle ik wanho
pig. „He weet zelf niet, Wat ifc wil doen."
Frida dacht ©ven na,. 'Zij zat tobt de ©11e-
deze moeilijkheden zich niet zullen voordoen;
dat wederzgdsche genegenheid alle oneffen
heden zal weten te effenen, mochten zg ooit
om den hoek komen gluren.
En vervlogen deze hoop en verwachting in
rook, de omstandigheid dat de wet had gespro
ken, zou er de beste oplossing niet bren
gen. Misschien onkiesch, zeker onnoodig acht
zij hier de bemoeiing van ieder ander dun de
echtgenooten zeiven.
Het verleenen van den titel van Prins-
Gemaal acht de ïProv. Gron." niet noodig.
De gemaal zal buiten de regeering staan,
doch natuurlijk zal zgn invloed groot zfc'n.
De weigever zal dan ook goed doen het ge-
meene recht zgn loop te laten. Voor den
wetgever valt niets te doenalleen is natu
ralisatie voor den aanstaanden geniaal ge-
wenscht.
Vermoedelijk zal, zegt de ïPr. Gr. Ct.",
de Hertog, wien onze Koningin haar hart
en hand gaat scheriken, niet liever wenschen,
dan onmiddellijk het volle burgerschap te
aanvaarden van het land, welks Souvereine
aan zijne zijde zal gaan en aan hetwelk
ongetwijfeld ook hij zal willen toebehooren
met hart en met ziel.
Heb „Vaderland" spreekt in een artikeltje
over cle positie van den vorst, >die oiïeq Ko
ningin zal huwen, vani: De Gemaal (der Ko
ningin. Naturalisatie acht ook dit blad waar
schijnlijk- Missdhien zal; volgens het „Vad."
de web, houdende goedkeuring vani het hu
welijk, den titel bepalen, die den echtgenoot
der Koningin zal toekomen. Het ligt h. i
voor de hand, dat die titel zal zijn) Prins-
Gemaal. Staatsrechtelijk behoeft zijn positie
overigens niet te worden geregeld'; in dit
opzicht heeft het huwelijk voor den persoon
van den echtgenoot geen gevolgen.
Ten slotte doet heb „Vad." uitkomen,, dat
een bijtender© wet ter vaststelling van de
burgerrechtelijke gevolgen van het huwelijk
evenzeer onnoodig is.
De vorige regeering sprak dit uitdrukke
lijk Tiiic en deze gaf nooit van liet tegendeel
blijk. Had men een bijzondere regeling ge
wild, zoo ware een algemeen© wet noodig ge
weest; nu is het duidelijk, dat, de Koningin
en. Haar Gemaal aan het gemeen© recht on
derworpen zijn. Komt er botsing tussehen
privaat- en publiekrecht, dab gaat het laat
ste voor. Een bijzondere wettelijke regeling
is echter onnoodig.
Algemeen ofcrzlchL
SCHIEDAM, /27 Oen 1900.
Zuld-Afrlka.
De „Standard" begint een ihoodfartikel al
dus „De laatste dépêche van lord Roberts
is beslist onaangename lectuur. Opnieuw
ontvangen, wij het ergerlijks en reeds zoo be
kende verhaal van hernieuwde activiteit
boog op de leuning der sttoel, en, liet haar
kaïn in, de hand, rusten.
„Herinner je je nog, Harriet, wat ik je
eens uit mijin edge®, leven verteld'heb?"
„Natuurlijk."
„'Eln ben je er zeker van, dia,t ije er den een
of andere® dag geen berouw over zult heb
ben, wanneer je neen zegt?"
„Dat weet ifc niet."
„Heb je ee® ander lief?"
Zij zag, mijl met haar heldere oogen zoo
dowdlringend a/an, dat uk den moed' niet had,
blaar e©n onwaarheid te zeggen. Ik het heb
hoofd hangen.
„Arm find,," zeide zij, zacht. „Is er vol
strekt geen hoop?"
„Volstrekt niet."
„En je ouders -zouden, het gaairne zien?"
„Jai! Moet ik het nu om Ihubnentwil
doen
Frida- zuchtte.
„Ik ik kan je daarin geen raad gaven.
Velen van mijn vriendinnen (hébben mijl haar
vertrouwen gescshbnSken. Meer dan eens is
©6® jong meisje, d,ait voor hetzelfde geval
stond als jij!, bij mij| geweest. Zij ware®' al-
tijdi wanhopig en rij, rij® allen later d!e ge
lukkige echtgenooten geworden van d© man-
pen,, die rij 'tegenover mijl beweerde® te ba
te® en het op dat oogenblik ook werkelijk
deden! SJodita in een, zeer bijzonder gerval
heb ik het afgeraden, en nog heden be
treur ik het. De betrokken persoon, h!a,d eon
ander man hartsiochte-lijk lief. N'a- vijf jaar
had zij hem vergeten en er bitter stpijit over,
dat zij 'het geluk voorbij had la,ten gaan, dat
haar niet ten tiweede® male werd geboden."
Uc stond' op. Frida greep mijn handen.
„Je ben nu (boos op mij, omdat ik niet be
slister spreek. 33c kan het niet! .anders. Vrou
wen gewennen aan zooveel, oolc aan een man
dien rij niet liefhebben."
Hij de deur hield zij mij nog ©yen tegen.
van de Boeren in ebreken, welke meer dan
eens schoongeveegd zijn door onze troepen,
en die men reeds weken indien niet maan
den lang gepacificeerd meende. I® bijna
leder gedeelte van het grondgebied, beboo-
rende tot de „overleden" republieken, het
welk nu door onze garnizoenen bezet wordt
gehouden, en dat met binnen het bereik der
kanonnon en geweren onzer kolonnes ligt,
hebben klem© kommando's 'de worsteling
hervat." 'tls jammer, dat Jacobsdal niet
>wat eerder in de handen van de^Boere® is
gevallen, want dan had® het blad waarschijn
lijk niet medegeschrecuwd m het algemeene
koor, dat de Engelsche pers aanhief bij het
bericht va® het Ministerie van Oorlog
(waaibij lord Wolseley opperbevelhebber ad
interim zal blijven en de „hoop" uitgespro
ken werd, dat Roberts 15 'November zou
kunnen vertrekken) „Zoet gij wel, lord Ro
berts keert terug, de oorlog is ,uit."
De „Daily Telegraph" eegt er van „De
aankondigng van den dag waarop lord Ro
berts zijn tegenwoordig bevel zal' neerleggen,
beteefcent dat de oorlog gedaan is en dat de
O O
onderdrukking van een stelsel va® roof en
doodslag" (het blad sdMjnt 'daarmede de
(Boeren te 'bedoelen) zal toevertrouwd wor
den aan 'de ijzeren gestrengheid van een an
dere en duidelijk aangewezen, hand."
Dat de Engelschen ook wel hielden van
een, „stelsel van doodslag" blijkt uit hetgeen
de Oostenrijfcsche graaf, van wiens meening
wij gisteren reeds iets mededeelden, over het
Engelsche leger eegt. (Hetgeen deze officier
ugt blijft natuurlijk voor zijn rekening)
„De overgroots meerderheid der so-ldaten
was een bende ongedisciplineerde' lieden, die
nfets van oorlogvoeren afwisten. En de offi
cieren, die zich wel is waar dapper en over
moedig toonden, waren onvoorbereid an
raakten het hoofd kwijt. Zij hadlden geen
'kaarten en opereerden' gewoonlijk maar op
goed geluk. De soldaten wai en gewoon kar
ri o-nvoeder.
„Wel is het waar, 'dat rij- moedag voor
waarts Stormden', maar dat had zij® Sbijlzon-
dere reden. Als rij namelijk voor het ge
schutvuur der Boeren .weken, en het bevel
om verder te gaan, niet opvolgden, werd
eenvoudig door de achter hen geposteerde ar*-
fcilleric op hen losgebrand. Wij hebben vaak
medelijden gehad met die arme sol date®,
'Wij hadden meestal onneembare stellin
gen, maar de Engdsdhen .geitenen blind te
rij®. Onze kogels brachten groote verwoes
ting aan, maar de soldaten probeerde® tel
kens weer ons te naderen. Ten slotte kwa
men wij achter heb gdheim van dezen over
moed- Wanneer rij wijken wilde®, kregen zij
granaten in -de® rug, en wie te kiezen! heeft,
ontvangt liever een Mauser-kogel dan een
granaat-scherf."
Wij willen gaarne gc-looven, lat onze graaf
vreeselijk overdrijft, maar 'dab de Engel
schen hun soldaten hét niet erg naar den
zin maken, blijkt wel uit een telegram uit
Ottawa, waarin gemeld wordt dat volgens
„Nog iets. Wij meisjes zijn zonderlinge
wezens. Wij wijten een ma® dikwijls af, om
dat wij er op diat oogenblik tïotsdh op rijn,
huil onze machit te laten gevoelen. Vaar
wel!"
Ja ik hen toch standvastiger geworden.
Nadat ifc alles neergeschreven heb, ben ik
er stellig van .overtuigd liet gaat niet!
18 December-
Papa is booa op mij. Toen dk hem ver
zocht, Wolf mij® afwijizcnd antiwoord te wil
len overbrengen, zedide hij kortaf: „Geluk
heb ik nu juist niet van mijn hinderen."
Nog eenmaal werd mijn. besluit' aan het
wankelen gebracht. Het valt zoo ontzettend
moeilijk, rijn vader leed tel veroorzaken,
wanneer men heb in rijn macht heeft, (hem
met een enkel woord gelukkig te maken. Se
dert die® dag heeft hij nog nauwelijks een
woord met mij gesprokenaan tafel ziet hij
mij over heb Qioofd, alsof mijn stoeit ledig
was.
En toch ben 1c nu veel kalmer. Nu rie ik
eerst recht duidelijk in, welk gevaar mij
dieigdo ik was op het punt, mij eenvoudig
te vei'koo'pc-n 1
Mama behandelt mij nu 'heel andere dan
vroeger. Tot nu toe was ik altijd de arme
Harriet, om wie niemand' zich bekommerde.
En nu is plotseling de zwaan uit de leelijke
eendjes te voorschijn gekomen. Zelfs Klara,
die altijd zoo wordt gefêteerd!, heeft nooit
zulk een schitterend aanzoek gekregen
hoogstens Siegfried en toefn 'Ware® de om
standigheden niet eens zoo gunstig. Mama
heeft 'bepaald (respect voor mïji gekregen- Eij
kan evenwel maar niet 'begrijp6®? dat ik
neen gezegd heb. Grootmama "schudde het
hoofd en zeide„Je bent ecu dom gansje."
Klara spreekt geen woord. Het is haar ai les
even onversohillig.
officicele berichten uit Zuid-A!frika een aan
tal Canadeeze® wier diensttijd geëindigd
was, weigeren opnieuw zich te .verhinden.
Het groote nieuwe van den dag is de
inneming van Jacobsdal door de Boeren na
een hevig, gevecht, waarhij "t kleme Austra
lische of Canadeesche garnizoen twee derden
van zijn manschappen verloren heeft. Ja
cobsdal ligt aan de westelijke grens van den
'Vrijstaat, ten .Zuidoosten van IOmberlcy en
op de lijn naar Bloemfontein. Jacobsdal is
lang do operatiebasis geweest van Cronjé te
gen iMethue®,-Kitchener, French en lord
Roberts zelf, en daarna, toen Cronjé gevan
gen was, die van het Britsche leger op
marseh naar Bloemfontein. Wij rij® dus
weer terug in de eerste helft van dezen lan
gen oorlog.
Zonder twijfel zal Jacobsdal weer herno
men worden, wanneer Roberts gelegenheid
zal hebben, groote versterkingen te zenden.
Maar in afwachting daarvan blijft het toch
een groot succes voor de (Boeren. Zij kunnen
nu hun landgenooben. die door de Engel
schen ontwapend, waren, weder va® wapenen
voorzien en dan weer elders ham slag gaan
slaan en den oorlog eindeloos maken. Men
begrijpt, dat het garnizoen te Bloemfontein
wel een beetje ongerust ie- 'tls een aangena
me gewaarwording morgen voor de City-vrij-
willigeis, wanneer zij dadelijk moeten hoe
ren, dat de plaats, waar zij de® vuuridoop
'hebben ondergaan, weer in het 'bezit van de
Boeren is.
Terwijl Jacobsdal ingenomen werd; heb
ben de Boeren op andere plaatsen niet stil
gezeten. In de omstreken va® Machado-
'dorp is een Engelsche trein «net rieken en
gewonde® onder majoor Capeland door de
Boeren aangehouden, die het detachement
■genoodzaakt hebben, hun den tredu ledig
over te geven.
Een andere 'trein is eveneens buitgemaakt
door den broeder van 'generaal Botha, Hans
Botha, ten Noordoosten van iStanderton;
tussehen Greylingstad en Heidelberg. Ver
scheidene .Eiïgelechen, waaronder (wee offi
cieren, zijn gedood, en de rest is krijgsge
vangen gemaakt. {Zie de telegrammen.) {Vol
gens Reuter is dit incident 't aelfdte als dat
door lord. Roberts den lOen gerapporteerd
is. Wij merken hierbij op, dat het genoem
de voorval op d'en Sen October plaats greep,
terwijl dat van lord Roberts op den 9©n ge
zet werd en geschiedde bij Kaapmuiden. De
eenige overeenkomst bestaat daarin, dab het
in beide gevallen de Rifle Brigade geweest
IA)
Langs de Vaal, in de omstreken va®
■Hoopstad, hébben verscheidene schermutse
lingen plaats gehad. Engelsch© telegrammen
uit Settle's kamp en Vaalkop spreken van
9 dooden en een 15-tal gewonden-
Uit Kaapstad kom't het bericht, dat Pre
sident Steyn na. den zetel van liet gouverne
ment van Bloemfontein achtereenvolgens
naar Kroonstad, Heilbron, Landley, Bethle
hem, Vrede verplaatst te helUbèn, nu afe
Fritz Wolf heeft geantwoord, zeer hoffe
lijk tot mijn spijt! Hij wil mij® ant
woord nog niet voor beslissend aanvaarden
hij is nog jong en ik ook. Hij' zal' geduldig
wachten en er over een jaar nog eens op te
rug im®.
Nu oen ik nog niets verder gekomen Ca®
vroeger' Vandaag kwamen Frida en Sieg
fried ons (bezoeken. Ik verheugde mijl jqo,
Frida weer eens bij ons te zien, want in' 'an
derhalf jaar had' riji ons niet bezocht, dat ik
mijl nauwelijks over Siegfried eaigerde. Klara
was koudi als noordpool!js'. Mama uiterst
vriendélijjk al te vriendelijk. Broeder en
zuster noodigdeii ons uit met Silvester bij
hen te komen, en mama nam het aan. Papa
bewaarde het stilzwijgen'.
22 December.
Verwonderlijk
Toen ik vandaag van Gerson klwara, zag
ik op d© Wetrdevsche markt een dame, die
ik eerst voor Klara aanzag. Ik liep haar na,
maar riji had zulk een haast, dat de afstand
tussehen ons hoe langer hoe gmober werd,
en ten laatste was ik ook niet zeker meen
van mijln zaak. Maar 'ik volgde haar itocih
nog een poosje, tot ik zag dat rij' de trap
van het' museum opging. 'Reeds vil de ik te-
ragkeeren, toen' ik plotseling Benno in de
galerij herkende. (Hlji liet de dame passeeren,
zonder te groeten, maar n'a een paar secon
den verdiween hij' achter- de deur.
Ik ton er niet aan twijfelen1, of het was
Benno, want bijl den ingang had hij nog om
gezien. Maar was betb Klara werkelKjjk? Wat!
was rij' dan verschrikkelijk onvoorzichtig!
(Wordi vervolgd.)