mt JN rfe m ;n G, 54*" iaargang. Vrijdag 21 December 1900. No. 10428 ïrtsj -J De strijd om geluk. ME1ASSE-SPIRITÖS IN DE KAMER. M. l - Kennis ge ving. 1 op| Z., KENNISGEVING. Ken nisgCY i n g. V BUITENLAND. I nor. SI IHIEDAI1SCHE COURAI IT, iren ge. meests] stuipen, laardooi vier tol i eetlusi t, heeftl t aecrf dstoe- nheid, ddel te gaarne lenbaar! WEY. 'O gram: Deze courant verschijnt dageljjks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor S chiedam en VI aar di nare n fl. 1.25. Franco post 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaarding nlO cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dageljjks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des. middags vóór een uur jaa het bureau bezorgd zijn. Bureau t Botersiraat 68. Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Greote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bjj abonnement op voordeehge voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Ttleimm adcertentiïi» opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Mo. 123. OF en Bukoekeester en Wethouders van Schiedam, brengen ter openbare kennis dat de op 1 Januari a.s. in wei king tredende verordeningen 0p de heffing en invoi dering van Schoolgeld op de openbaar lagere scholen met uitgebreid leerplan, en Schoolgeld op de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs, vastgesteld door den Gemeenteraad den iOden Jali 1900, op heden zijn afgekondigd en dat ifdrakken van die verordeningen ter gemeente secretarie verkrijgbaar zijn gesteld. Schiedam, 20 December 1900. Burgemeester en wethouders voornoemd VERSTEEG. De secretaris, G. J. BISSCHOP. lata,] Inrichtingen welke gevaar, schade oi hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en wethouders van Schiedam, Gezien het verzoek van A. TER HORST en R. VAN HASSELT te Amsterdam, om vergun ning tot oprichting alhier van een fabriek lot verkrijging van alkoholsaethers, vluchtige één en vxuchl-cssencen, in de panden, staande san den Noordvestsingel nrs. 137 en 139, ka daster sectie H nrs. 115 en 116; Griet op de bepalingen der Hinderwet; Doen te weten dat voormeld verzoek met de bijlagen op de secretarie der gemeente is ter visie gelegd dat op Donderdag den 3d-n Januari a.s., dos middags ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid ut worden gegeven om bezwaren tegen het toe staan van dat verzoek in te brengen en die mondeling of schriftelijk toe te lichten en dat gedurende drie dagenvóór het tijdstip hierboven genoemd, op de secretarie der gemeente, van de schrifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen, kennis kan worden genomen. En is hiervan afkondiging goschied, waar het "behoort, den 20slen December 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. Dc Secretaris, G. J. BISSCHOP. Inlichtingen welke gevaar, schade of "hinder kunnen veroorzaken. Buköemeester en wethouders van Schiedam, Gelet op de bepalingen der Hinderwet; Geven kennis aan de ingezetenen, dat op beden aan A. VAN BUIJSEN en zijne rechtver krijgenden vergunning verleend is tot o p r i c h ting van een distilleerderij in het pand aan de Lange Haven, achter het perceel no, 69, kadaster sectie C no. 422. Schiedam, den 20sten December 1900. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, VERSTEEG. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. DOOR PAUL ROERAN. tri 1.; e. ibr.5 In. 30. R.1 66) Januari 1397. De strijd tegen de openibai© meaning is "too ■vernederend. Slédb'ts half is mijta. goede saam weder gered', altijd Iblijjft er nog iets Wh achter I Wanneier ik een visite maak, bemerk ik, d!at men mij mert koele beleefd- Mi ontvangt of met een vrioudelijk- fód, die nog veel ergjor is. Tot dusverre was 1 de ongenaakbare. Velen gelooven nu, dat Bttja koelheid maar een masker is. Man be proeft mijl zelfs. Ik merk 'b op in de wijze, *aarop men mij1 de hand reikt en glimiadht. •En toch. ga ik steeds weder uit, ofschoon die .«Maohien mij geen van. allen intereaseeren, s® taai die versShri&kelijlke verlatenheid' naiu- f,Felijks meer uithouden. BEfcwijle is Ihet' mij ik uit kluis gedreven wordlt, en doelloos ik dam in de stad rond, alleen omidat tdaar leven is en gewoel van menscten, die 'i te ontbeer en die ik veracht i Onlangs betsodhfc ik donna Carolina. "i Oïegelend vertelde zij1 mij', dat zij een er- renis had gekregen em nu geen kamters meer ^tenoefid» te verhuren. Maar bet was een leu- jSPn en spoedig kwam zijl met de waarheid - Jtett den dagiedere maianid wordt baan uit r^tejnerifca een groote som gelds toegezonden. «'De moede gravin," fluisterde zijl, „de ouw van mijn neef uit Genua oet dat de boete zijln. voor een ander lid III. (Slot). De heer Van Limburg Stirum diende den Minister Merop van repliek met deze woor den „Mijnheer de Vooizitter! Er is in, onze goede stad 's-Grav-enliage, niet ver van de Amlsterd'amyahle Veerkade, {wanneer men naar de Hollamdsche spoor gaat) een kade, die ik niet nader noemen zal. Ik heb heb ge voel, alsof ik, bij het bespreken dezer quaes- tie, tegen, die kade vechtende ben. Ik' ben. volkomen bereid te erkennen, dat ik van de zaak zelve technisch veel minder weet dan zoowel de Minister van Financiën als de heer van der Kun, die goedjgevonden heeft, „du haut do sa grandeur" mij. te doen gevoelen, dat ik eigenlijk van de zaak over welke ik sprak, niets afweet. Maar gelijk men toch geen groot en ta lentvol schilder behoeft te rijn om een schil derij te kunnen beoordeelen, zoo geloof ik ook, dab wanneer men zijn. gezonld verstand laat werken, men ook het recht heeft, zaken te beoordeelon, waarin men teckniiseh niet thuis is. De heer van der Kun komt tob ©en zon derlinge conclusie. Hij leidt uit het feit, dat ik in mijn rade van zooeven zekere zaken niet heb genoemd af, dab ik van die zaken ook niets weet; hij' zegt o. a. dat ik niets weet van den uitvoer van melasse naar Frankrijk. Dit weet ik zeer goedevenzeer weet ik wel wat contingenteeren ie. Ook de geachte afgevaardigd© kan dat weten; ik Leb zelf met hem daarover gesproken in d'e couloirs der Kamer. De geachte afjgewaardfigjde die gelooft zoo goed op do hoogte der zaak te rijn heeft mij niet begrepen, waar hij telde, dat ik wenschte dat restitutie van premie zou worden gegeven voor zoover betreft de in do tot spiritus te verwerken melasse overgeble ven suiker. Ik heb uitdrukkelijk gezegd, dat dit mijn wensch niet was; ik wil oen sur tax© gelieven, zien van, den uit maeflaaso ge- stookten spiritus voor zoover die- in hot binnenland blijften nu word ik door de redë van den geachten afgevaardigd© die zedde 'dat zooveel' melasse-spirituls naar Frankrijk gaat versterkt in de meemiing, dat dit niet al te zeer in het nadeel der sux- kerfabrikanten zou zijn. Ik geef, wat bet contligenteeren betreft, toe dat een Heine vermindering van de pré- mie er toe zou kunnen leid-en dat nog meer spiritus uit melasse zou worden gestookt; maar daarover heeft de Minister niet gespro ken. De Minister heeft aan de arbeidc-rs-var- eenigingen uit Schiedam geantwoord, dat heb „geheel ontnemen" van de premie oorzaak zou zijln, dat nog meer meiasse-spirituis zou worden geproduceerd. Dit kan ik niet zoo grif toegeven. Ben ik goed ingelicht en de heer van der Kun, die het zoo goed schijnt te weten, kan dit nog beter weten dan ito dan is het 'bedrag van de premiën, door bet Rijk uitgekeerd aan de suikerfabrïfcanten, hooger dan de in de fabrieken volgons de ba lansen behaalde winst. der familie, dat als haar slachtoffer viel1? I-s er in het hart van. gravin Maud werkelijk nog plalats voor barmhartigheid Of wil zij hun ioonen, dat rij bete- ia, dan heel de rijke familie van wie niemand zich om het oude moedertje bekommert Eten sfinx is deze vrouw en men doet te vergeefs moeite hlaar raadBeladkifig gelaat te ontcijferen, Zooeven ontving ik een. telegram dat Sieg fried gestorven, is. Hjet is snij niet mogelijk, huichelachtige tranen om hem te storten. Imlmcro rijn. dood geeft onze arme Klara de vrijheid wéder. Ik hab heimwee naar Euis. Maar zoo kan ik niet terugkeerenNiet met liet brand merk op mijn ziel! Niebanctden angst, dat ieder glimlachje op mij betrekking heeft. Em waarheen m-oet ik gaan? Biet oude va derland heb ik verloren, sa geen nieuw daar voor teruggekregen. Een trekvogel ben iflc gé wordén, die- hot nest ruibt meer vindlen kan, waaruit hij gevlogen is. Papa heeft ridh bijna van mij, losgemaakt. Ikl zou mijn eigen nestje moeten bouwen, maar het leven heeft mij d'e veeren uilbge- rtikti en ik kom om van fcoulde. Ik ben moedeloos geworden. Hbo ver ligt de tijd reeds achter mij, Waarin ik mijn ideaal najaagde on daainvoor ook met vreugde honger en koude leedNu behoef ik geen honger -en tooudo moer te lij- d'en wanneer ik moor ijverijg voor den kunsthandel weak! Zonder smart kan. ik van mijn beeldjes scheiden, want mijn ziel hangt en; niet aan.' Het spreekt dus wel vanzelf dat ik al zou ik van suiker en van belasting niet meer venstand hebben dan de minste der broede ren. tot de conclusie moet komen dat, als men de premie geheel wegneemt, de suiker fabrieken langzamerhand zullen moeten ver dwijnen. De Minister heeft er rich over beklaagd', dat ik hem een verwijt heb gemaakt dialb hij zegt niet te verdienen. Mijn verwijt -was voornamelijk gericht tegen dén worlm. waar in des Ministers antwoord gegoten was. Hij heeft gezegd in de Memorie van Ant woord dat hij! geen voorstel Wist te doen wat op gronden van rechtvaardigheid te ver dedigen was, dab hiji de belangen van den een niet kon bevorderen zonder de reeïiiten van den 'andter te krenken. Nu -echter heeft Zijn Excellentie in dit de bat gezegd dat hij „nog geen oplossing ge vonden had". Ik hoor liever van den Minister een om zoo te zeggen wanhoopskreet als„ik weet er geen uitweg op", dan dat ik hem zich van do zaak rie afmaken, gelijk hij doet in de Memorie van Antwoord „o-p büiïjkihaiids- gronden". Behalve op het bilijlHieidsargunnent heeft de Minister nog op iets andere gewezen. Hij heeft namelijk gezegd, niet alleen dat het niet met de Hllijikheiid te rijmen valt wan neer op een of andere wijze wordt tegemoet gekomen aan dte billijke wenschen van hen die uit graan spiritus bereiden, maar dat de vervulling van die wenisdhen in hot nadeed der personen in quaestie zou rijm Ik geef toe, dab ik van. de techniek der zaak veel minder weet dan de Minister ©n vooral dan de heer van der Kun, maar ito moet nu toch vragenweten de menschen in Schiedam er dan ook niets van? Die zijn toch ook niet „van gisteren" Alen lacht om dïo mtdrukkmg, maar ik weet geen be tere-. Er staat in de „Nieuwe Schiedamsc-he Courant", reeds aangehaald, a propos van bet onlderihoud der werklied©n-vereeni- glugen met den Minister: ,jEen der leden veroorloofde rich nu die vraag of d-eae com- -m'iseie, voorgelicht door de vel» adressen, thans als misleide en bedrogene wa® ter auldaentie gekomen en of dan de Sch'iedaim- sohe branders, inclusief de heer van Marken te Delft en de heer H. Kamp te Sapp-em-eer, in die adressen onwaarheid (hebben gespro ken." Zóó kras zou i'k mij nu niet willen uit drukken, maar ik mOge toch tegen over het geen beweerd wordt d'oor den Alinister en den heer Van der Kun die zegt het te we ten de meening van heusdhe deskundigen stellen. Ik wil de Kaaner niet langer ophouden. Mijn taak, namelijk, betvngen te verdedigen die zeer des vended waard rijn, heb ik vervuld; verder kan A niet andere doen dan de zaak in de belangstelling van den Minis ter aan te bevelen." De heer Van Dodetn mengde richi nu ook in het debat en zeide „Een enkel woord naar aanleiding van het antwoord' door den Minister aan den geadh- ten afgevaardigde uiu Schiedam gegeven. Niets is er, waar ik voor leef mijn toe komst komt miji zoo donker woor, dat i'k haar met angst tegemoet ga. Wie roept er nieuw l-ev-en in mij wakker Of zal de eenzaamheid, de verlatenheid mijner riel mij nog tot wanhoop drijven? Zal het einde rijn zooals van miss O'Brien? Mei. Eten redd'endte hand wordt mij itoegedto- ken. Be kan naar huis terugkeeren, zonder te moeten bekennen, door heimwee te worden gedreven- Kilara heeft de inrichting verlaten. Zij schrijft mij' een lieven, langen, zusterlijken brief en smeekt me bij haar te komen. Afijn ouders, Frida, allen schrijven, het zelfde. Klara is nog mensdiensdhuwrij woont alleen in een villa in heb Gnunewald al leen, zooals ik hier. Frida zegt, dat liet mij alleen gelukken zal, Klara weder aan het leven te gewennen, dat zij ontwend is gedurende de lange jaren van haar vrijwillige gevangenschap. Gaarne wil ik tot hiaar gaan en in het va derland terugkeeren. Nie-tls 'bindt mij hier. Een paar visite kaartjes en dan kunnen Fingal ©n ik in d!en trein etappen. Wij rijn beiden riek geworden in het Zuiden, misschien maakt het Noor den ons weer gezond. Ik ging heen, om het geluk te zoeken, en ik heb de smart gevonden. Ik heb daaruit begrepen, dat de Minister, o zoo gaarne, aan de wenschen van de inidks- trieelen te Schiedam, zou voldoen, maar dat dit hem; na do meest nauwgezette overwe ging, niet mogelijk is gebleken. De Alinister zegt: vermindering van de protectie van melasse in de katnd werken en dat zou nog nadediger rijp voor de sto kers te Schiedammaar nu wil ito todh den Minister d'oen opmerken, dat de voornoem de reden, waarom de suikerindustrie in ons land nog bestaat juist deze is, dat rij pro tectie geniet. Ontnam men die haar, dan ge loof ik, dat rij rut Nederland geheel zou ver dwijnen. Nu vraag ik: indien een aldus geprote geerde industrie een andere dreigt ten gron de te richten, of dan de Regeenng niet tius- schenbeid-e moet komen en de bedreigde in dustrie helpen. lik geloof, dat de Alinister imeb mij eens is, ■dat dit zeer geoorloofd is en ito geloof zelfs, dat hij' heb ook wel zou willen doen, maar hij wordt weerhouden, omidat hij' meent, dat .vanneer er oen extra accijns wordib geheven van de alcohol uit melasse gestookt, de sui- kerf abrikan ten zich zouden schadeloos stel len door remindering van de beetwortel- prijzen. Nu waardeer ik in hooge mate de befeng- steliüg die de Alinister toont voor den land bouw, maar toch gaat het, dunkt mijl, niet aan, de suikerfaibrikanten het vermogen toe te kennen om meester te rijn van de prijzen der bieten. Ik geloof, dat do landbouw daar in toch ook een woordje heeft mede te pra- teu. Het wetsontwerp dat wij hedenmiddag i'n de afdeelingen zullen onderzoötoen. geeft, mijns inzicne, wederom een voordeel am de sa i'k erf ahri'k an t en. Indien de accijns niet zal worden geheven voor de suiker d'ie gebruikt zal wonden voor het maken van kalfrooun, d'an as dat een voordeel, waarschijnlijk meer voor de suikerfabrikanten dan wél voor de boerenwant ik heb nog nooit geboord dat de kailfroom zoo noodag db voor do voadktg deer kaEvers en dat aan. die voeding veel zou ontbreken, wanneer er geen kalfroam werd gemaakt. Ik geloof, dat er alle aanleiding voor don M'nistcr is om de zaak nog eöns nader te overwegen." Daar de Voorzitter het foeter achtte, over dit -wetsontwerp niet langer te spreken, sprak de Minister nog slechts een kort woord naar aanleiding van hetgeen gesproken was „De heer van Limburg Stirum verbaast er rich over dat ik mijl verklaar tegen een stelsel Waarbij de een bevoordeeld Wordt ten koe te van de billijkheid jegens den. ander. Ik verbaas mij over die verbaring. Het is toch' een eerste régel bij alle Wetgeving dat de billijkheid betracht word't, dat niet de een bevoordeeld moot worden ten koste van de büijlklhoid jegens den ander. Wat de h-eer van Diedem gezegd heeft over het kleine ontwerp betreffende don kalf- room, daarover zal ik volgens aanwijzing van den Voorzitter niob spreken. Slodhte dit eeneik geloof niet dat d'e suikerfaforsikaji- ten rich over de aanneming of do verwer ping daarvan warm zullen maken. Berlijn. Wanneer men jarenlang dn den vreemde hoeft gepasseerd, kan men zich nauwelijks meer voorst-ellen, hoe innig gehecht men is aan zijn geboorteplaats. Alaar toen do eerste lichtjes van Berlijn zich in de verte vertoon den, maakte een ware koorts zich van mij meester, het natuurlijke gevoel voor rijn va derland en voor de streek waarop men zijn jeugd' heeft doorgebracht. Na dien laatsten brief van. papa had! ik nauwelijks durven hopen, dab mijn ouders op het perron zouden zijn. Alaar do eerste, dien ik in heit menscken- gëiwoe! zag, was mijn vader. De reuzenge stalte ©en weinig gebogen en de lange baard sneeuwwit geworden Eu mama naaisu hem, lief en vriendelijk maar van Klara goen epoor. Papa tildo mij als een kinsd van do tree plank cn drukte mij zwijgend aan ziju borst. Adh wat deed mij dat goed Ook dat mama bezorgd naar mijn ba gage vroe-g hoe lang heeft niemand zich meer liefdevol over mij bekommerd „En waar is Klara-?" vroeg ik me't vuur. Papa's gelaat trilde, en haas!big legde hij mijn arm op den zijtae. „Klara wacht jo 'biji haar thuis. Zij heeft je haar rijtuig gezonden, maar wilde zelf niet komen. Eu weet je, waarom Dén weg tot haar ouderts heeft rij nog niet gevon den, siedert rij terug is. Mama en ik hebben met Frida tezamen de villa uitgezocht en gemeubileerd; rij wilde niéts hebben, wat haar aan het verleiden herinnert. Enfin, rij ban zich nu iedere weelde veroorloven. Alaar Ik houd vol, dat van het heffen eeuer eur- taxe op melasse-alcohol, waarom van ver schillende rijden gevraagid is, de landbouw de eenige eouffre-douleaxr zou rijn. De „dou- leur" zou wel zoo erg niet wezen; ware dat zoo aanvankelijk, dan zou spoedig d© waar heid' blijken van hetgeen de geachte afge vaardigde- te rechiu heeft opgemerkt, name lijk, dat bij de bepaling van den prijs d«r beetwortelen de landbouwers zelf ook ean woord mee te spreken hebben. Alaar juist! omdat met een zeer kleine vermindering kon worden volstaan, geloof ik idlat rij wel degelijk zou intreden. En nu vraag ik nog eens: wat ware dan gewonnen? Alen zou in onze aiccijus-wetgeving een beginsel gébracht hébben, dat er nog nooit in was opgenomen ongelijke belasting naar igelaug van do aangewende grondstof zonder bet ge- wenschte resultaat te verkrijgen. Voor ik van dit onderwerp afstap, moeit1 ik nog een leemte in mijh vorige redo aan vullen. Van verschillende kainten is gevraagd: waarom exporteeren de fabrikanten van al- cdiol uit melasse hun product niet? Eh zal dat exporteeren niet sterk worden bevorderd Wanneer men een extra accijtos van hun pro duct 'gaa-t heffen Alaar hij die alcohol ex porteert, vind"- nergens een voordeeli'ge markt. De alcoholproductie wordt in bijha alle landen van de wereld zeer sterk be schermd men komt dus overal in concur rente met zeer sterk beschermden alcohol- Het gevolg daarvan is, dat men rich hier te lande veel liever een hoogeren accijns zal ge troosten Een der personen d!ie het bedt in staat zijn over deee zaak mededeelingen te doen, heeft mij gezegd, dat met uitvoer een proef was genomen, maar dat 'dié zeer heeft teleurgesteld. Ik heb vender niete toe te voegen aaax het geen ik in mijn eerste rede heb gezegd." êtgemeem «rmicht. SCHIEDAM, 20 Dec. 1900. Zutd'AJxiba. Groot is de ontroering onder de jingo's wegens het opgeven van den dankdienst in St. Paul's ter gelegenheid van Robert's terug keer en wegens de koninklijke boodschap die de koloniale en onregelmatige troepen uituoodigt om onder de wapenen te blgven. Voor deze dubbele en openlijke erkentenis van een voortduren des oorlogs en voor de walging, ^lie de oorlog aan de soldaten begint in te boezemen, zijn de schellen van deEn- gelsche oogen een weinig aan het vallen gegaan. Een woede begint het publiek te bezielen tegen de regeenng, tegen lord Ro berts, tegen allen, die het land bedrogen en de comedieïDe overwinning is daar" ge speeld hebben, en men kan volgens den Londenschen correspondent van de sPetit Bleu" zeggen dat te beginnen met gisteren een meeniog ten gunste van het einde der oorlog zich baan begint te breken, ook ten koste van gewichtige concessies aan de Boe ren, en dat die beweging een groote afmeting zal aannemen, zoodra Kitchener nog eenige nederlagen zal geleden hebben. het heeft one moeite genoeg veroorzaakt 1 Zij heeft mama een brief geschreven om baar te bedanken en verzocht niet boos te rijm dat zij zelf niet kwam maar rij kon mij niet verig'eveu. Miji heb kind den vader!" Hij lachte gedwongen. „AI ij stelt rij voor haar ongeluk verant woordelijk Wat kan ik eraan doen? Zij wist toch wat rij deed, to-eu zij' mét Siegfried trouwde; ik heb er mij in geschiikt. Of was het ander® Stilzwijgend drukte ik ziju arm. Arme vader1 Kon dc tot hem zeggenrij dééd het slechts om uit d'e onverdragelijke, buieelijike ellende te komen? „En toen," vervolgde papa,, kwam rij' na eenige weken mijn hulp tot editedheddirig inroepenVolgens miju imichit is het huwe lijk onverbreekbaarik laat mij niet inpak ken door moderne ideeën dat kan je haar zeggen, wanneer hot ter sprake komt!" Wij waren aan het rijtuig gekomen; nog een laatste -oinöielring, en ik reed door de .'nel-verlidito straten met Fingal, die be haaglijk genoot van de koele avondlucht, aaai mijn voeten. Als een reus kwam Berlijn mij voor, leven dig, krachtig opvallend' iuidrucli'tag, wan neer men uit de voornam© stilte van Floren ce komt. Alaar alles leeft hier. -Allesspreekt hier van het helden, daar ginds is het slechts een droom van verdwenen grootheid. (Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1