mt
JN
rfe
m
;n
G,
54*" iaargang.
Vrijdag 21 December 1900.
No. 10428
ïrtsj
-J De strijd om geluk.
ME1ASSE-SPIRITÖS IN DE KAMER.
M.
l
- Kennis ge ving.
1 op|
Z.,
KENNISGEVING.
Ken nisgCY i n g.
V
BUITENLAND.
I nor.
SI IHIEDAI1SCHE COURAI IT,
iren ge.
meests]
stuipen,
laardooi
vier tol
i eetlusi
t, heeftl
t aecrf
dstoe-
nheid,
ddel te
gaarne
lenbaar!
WEY.
'O gram:
Deze courant verschijnt dageljjks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor S chiedam en VI aar di nare n fl. 1.25. Franco
post 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaarding nlO cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dageljjks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des. middags vóór een uur
jaa het bureau bezorgd zijn.
Bureau t Botersiraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Greote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bjj abonnement op voordeehge voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Ttleimm adcertentiïi» opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Mo. 123.
OF
en
Bukoekeester en Wethouders
van Schiedam,
brengen ter openbare kennis dat de op 1
Januari a.s. in wei king tredende verordeningen
0p de heffing en invoi dering van
Schoolgeld op de openbaar lagere scholen
met uitgebreid leerplan, en
Schoolgeld op de openbare scholen voor
gewoon lager onderwijs,
vastgesteld door den Gemeenteraad den iOden
Jali 1900, op heden zijn afgekondigd en dat
ifdrakken van die verordeningen ter gemeente
secretarie verkrijgbaar zijn gesteld.
Schiedam, 20 December 1900.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De secretaris,
G. J. BISSCHOP.
lata,]
Inrichtingen welke gevaar, schade
oi hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders
van Schiedam,
Gezien het verzoek van A. TER HORST en
R. VAN HASSELT te Amsterdam, om vergun
ning tot oprichting alhier van een fabriek
lot verkrijging van alkoholsaethers, vluchtige
één en vxuchl-cssencen, in de panden, staande
san den Noordvestsingel nrs. 137 en 139, ka
daster sectie H nrs. 115 en 116;
Griet op de bepalingen der Hinderwet;
Doen te weten
dat voormeld verzoek met de bijlagen op
de secretarie der gemeente is ter visie gelegd
dat op Donderdag den 3d-n Januari a.s., dos
middags ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid
ut worden gegeven om bezwaren tegen het toe
staan van dat verzoek in te brengen en die
mondeling of schriftelijk toe te lichten en
dat gedurende drie dagenvóór het tijdstip
hierboven genoemd, op de secretarie der gemeente,
van de schrifturen, die ter zake mochten zijn
ingekomen, kennis kan worden genomen.
En is hiervan afkondiging goschied, waar het
"behoort, den 20slen December 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
Dc Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
Inlichtingen welke gevaar, schade of
"hinder kunnen veroorzaken.
Buköemeester en wethouders van
Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet;
Geven kennis aan de ingezetenen, dat op
beden aan A. VAN BUIJSEN en zijne rechtver
krijgenden vergunning verleend is tot o p r i c h
ting van een distilleerderij in het pand aan
de Lange Haven, achter het perceel no, 69,
kadaster sectie C no. 422.
Schiedam, den 20sten December 1900.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
VERSTEEG.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
DOOR
PAUL ROERAN.
tri 1.;
e.
ibr.5
In.
30.
R.1
66)
Januari 1397.
De strijd tegen de openibai© meaning is
"too ■vernederend. Slédb'ts half is mijta. goede
saam weder gered', altijd Iblijjft er nog iets
Wh achter I Wanneier ik een visite maak,
bemerk ik, d!at men mij mert koele beleefd-
Mi ontvangt of met een vrioudelijk-
fód, die nog veel ergjor is. Tot dusverre was
1 de ongenaakbare. Velen gelooven nu, dat
Bttja koelheid maar een masker is. Man be
proeft mijl zelfs. Ik merk 'b op in de wijze,
*aarop men mij1 de hand reikt en glimiadht.
•En toch. ga ik steeds weder uit, ofschoon die
.«Maohien mij geen van. allen intereaseeren,
s® taai die versShri&kelijlke verlatenheid' naiu-
f,Felijks meer uithouden. BEfcwijle is Ihet' mij
ik uit kluis gedreven wordlt, en doelloos
ik dam in de stad rond, alleen omidat
tdaar leven is en gewoel van menscten, die
'i te ontbeer en die ik veracht
i Onlangs betsodhfc ik donna Carolina.
"i Oïegelend vertelde zij1 mij', dat zij een er-
renis had gekregen em nu geen kamters meer
^tenoefid» te verhuren. Maar bet was een leu-
jSPn en spoedig kwam zijl met de waarheid
- Jtett den dagiedere maianid wordt baan uit
r^tejnerifca een groote som gelds toegezonden.
«'De moede gravin," fluisterde zijl, „de
ouw van mijn neef uit Genua
oet dat de boete zijln. voor een ander lid
III.
(Slot).
De heer Van Limburg Stirum diende den
Minister Merop van repliek met deze woor
den
„Mijnheer de Vooizitter! Er is in, onze
goede stad 's-Grav-enliage, niet ver van de
Amlsterd'amyahle Veerkade, {wanneer men
naar de Hollamdsche spoor gaat) een kade,
die ik niet nader noemen zal. Ik heb heb ge
voel, alsof ik, bij het bespreken dezer quaes-
tie, tegen, die kade vechtende ben.
Ik' ben. volkomen bereid te erkennen, dat
ik van de zaak zelve technisch veel minder
weet dan zoowel de Minister van Financiën
als de heer van der Kun, die goedjgevonden
heeft, „du haut do sa grandeur" mij. te doen
gevoelen, dat ik eigenlijk van de zaak over
welke ik sprak, niets afweet.
Maar gelijk men toch geen groot en ta
lentvol schilder behoeft te rijn om een schil
derij te kunnen beoordeelen, zoo geloof ik
ook, dab wanneer men zijn. gezonld verstand
laat werken, men ook het recht heeft, zaken
te beoordeelon, waarin men teckniiseh niet
thuis is.
De heer van der Kun komt tob ©en zon
derlinge conclusie. Hij leidt uit het feit, dat
ik in mijn rade van zooeven zekere zaken
niet heb genoemd af, dab ik van die zaken
ook niets weet; hij' zegt o. a. dat ik niets
weet van den uitvoer van melasse naar
Frankrijk. Dit weet ik zeer goedevenzeer
weet ik wel wat contingenteeren ie. Ook de
geachte afgevaardigd© kan dat weten; ik
Leb zelf met hem daarover gesproken in d'e
couloirs der Kamer.
De geachte afjgewaardfigjde die gelooft
zoo goed op do hoogte der zaak te rijn
heeft mij niet begrepen, waar hij telde, dat
ik wenschte dat restitutie van premie zou
worden gegeven voor zoover betreft de in do
tot spiritus te verwerken melasse overgeble
ven suiker. Ik heb uitdrukkelijk gezegd, dat
dit mijn wensch niet was; ik wil oen sur
tax© gelieven, zien van, den uit maeflaaso ge-
stookten spiritus voor zoover die- in hot
binnenland blijften nu word ik door de
redë van den geachten afgevaardigd© die
zedde 'dat zooveel' melasse-spirituls naar
Frankrijk gaat versterkt in de meemiing,
dat dit niet al te zeer in het nadeel der sux-
kerfabrikanten zou zijn.
Ik geef, wat bet contligenteeren betreft,
toe dat een Heine vermindering van de pré-
mie er toe zou kunnen leid-en dat nog meer
spiritus uit melasse zou worden gestookt;
maar daarover heeft de Minister niet gespro
ken. De Minister heeft aan de arbeidc-rs-var-
eenigingen uit Schiedam geantwoord, dat heb
„geheel ontnemen" van de premie oorzaak
zou zijln, dat nog meer meiasse-spirituis zou
worden geproduceerd. Dit kan ik niet zoo
grif toegeven. Ben ik goed ingelicht en de
heer van der Kun, die het zoo goed schijnt
te weten, kan dit nog beter weten dan ito
dan is het 'bedrag van de premiën, door bet
Rijk uitgekeerd aan de suikerfabrïfcanten,
hooger dan de in de fabrieken volgons de ba
lansen behaalde winst.
der familie, dat als haar slachtoffer viel1? I-s
er in het hart van. gravin Maud werkelijk
nog plalats voor barmhartigheid
Of wil zij hun ioonen, dat rij bete- ia, dan
heel de rijke familie van wie niemand zich
om het oude moedertje bekommert
Eten sfinx is deze vrouw en men doet te
vergeefs moeite hlaar raadBeladkifig gelaat te
ontcijferen,
Zooeven ontving ik een. telegram dat Sieg
fried gestorven, is. Hjet is snij niet mogelijk,
huichelachtige tranen om hem te storten.
Imlmcro rijn. dood geeft onze arme Klara de
vrijheid wéder.
Ik hab heimwee naar Euis. Maar zoo kan
ik niet terugkeerenNiet met liet brand
merk op mijn ziel! Niebanctden angst, dat
ieder glimlachje op mij betrekking heeft.
Em waarheen m-oet ik gaan? Biet oude va
derland heb ik verloren, sa geen nieuw daar
voor teruggekregen. Een trekvogel ben iflc gé
wordén, die- hot nest ruibt meer vindlen kan,
waaruit hij gevlogen is.
Papa heeft ridh bijna van mij, losgemaakt.
Ikl zou mijn eigen nestje moeten bouwen,
maar het leven heeft mij d'e veeren uilbge-
rtikti en ik kom om van fcoulde. Ik ben
moedeloos geworden.
Hbo ver ligt de tijd reeds achter mij,
Waarin ik mijn ideaal najaagde on daainvoor
ook met vreugde honger en koude leedNu
behoef ik geen honger -en tooudo moer te lij-
d'en wanneer ik moor ijverijg voor den
kunsthandel weak!
Zonder smart kan. ik van mijn beeldjes
scheiden, want mijn ziel hangt en; niet aan.'
Het spreekt dus wel vanzelf dat ik al
zou ik van suiker en van belasting niet meer
venstand hebben dan de minste der broede
ren. tot de conclusie moet komen dat, als
men de premie geheel wegneemt, de suiker
fabrieken langzamerhand zullen moeten ver
dwijnen.
De Minister heeft er rich over beklaagd',
dat ik hem een verwijt heb gemaakt dialb hij
zegt niet te verdienen. Mijn verwijt -was
voornamelijk gericht tegen dén worlm. waar
in des Ministers antwoord gegoten was. Hij
heeft gezegd in de Memorie van Ant
woord dat hij! geen voorstel Wist te doen
wat op gronden van rechtvaardigheid te ver
dedigen was, dab hiji de belangen van den
een niet kon bevorderen zonder de reeïiiten
van den 'andter te krenken.
Nu -echter heeft Zijn Excellentie in dit de
bat gezegd dat hij „nog geen oplossing ge
vonden had".
Ik hoor liever van den Minister een om
zoo te zeggen wanhoopskreet als„ik weet
er geen uitweg op", dan dat ik hem zich van
do zaak rie afmaken, gelijk hij doet in de
Memorie van Antwoord „o-p büiïjkihaiids-
gronden".
Behalve op het bilijlHieidsargunnent heeft
de Minister nog op iets andere gewezen. Hij
heeft namelijk gezegd, niet alleen dat het
niet met de Hllijikheiid te rijmen valt wan
neer op een of andere wijze wordt tegemoet
gekomen aan dte billijke wenschen van hen
die uit graan spiritus bereiden, maar dat de
vervulling van die wenisdhen in hot nadeed
der personen in quaestie zou rijm
Ik geef toe, dab ik van. de techniek der
zaak veel minder weet dan de Minister ©n
vooral dan de heer van der Kun, maar ito
moet nu toch vragenweten de menschen in
Schiedam er dan ook niets van? Die zijn
toch ook niet „van gisteren" Alen lacht
om dïo mtdrukkmg, maar ik weet geen be
tere-.
Er staat in de „Nieuwe Schiedamsc-he
Courant", reeds aangehaald, a propos van
bet onlderihoud der werklied©n-vereeni-
glugen met den Minister: ,jEen der leden
veroorloofde rich nu die vraag of d-eae com-
-m'iseie, voorgelicht door de vel» adressen,
thans als misleide en bedrogene wa® ter
auldaentie gekomen en of dan de Sch'iedaim-
sohe branders, inclusief de heer van Marken
te Delft en de heer H. Kamp te Sapp-em-eer,
in die adressen onwaarheid (hebben gespro
ken."
Zóó kras zou i'k mij nu niet willen uit
drukken, maar ik mOge toch tegen over het
geen beweerd wordt d'oor den Alinister en
den heer Van der Kun die zegt het te we
ten de meening van heusdhe deskundigen
stellen.
Ik wil de Kaaner niet langer ophouden.
Mijn taak, namelijk, betvngen te verdedigen
die zeer des vended waard rijn, heb ik
vervuld; verder kan A niet andere doen dan
de zaak in de belangstelling van den Minis
ter aan te bevelen."
De heer Van Dodetn mengde richi nu ook
in het debat en zeide
„Een enkel woord naar aanleiding van het
antwoord' door den Minister aan den geadh-
ten afgevaardigde uiu Schiedam gegeven.
Niets is er, waar ik voor leef mijn toe
komst komt miji zoo donker woor, dat i'k
haar met angst tegemoet ga.
Wie roept er nieuw l-ev-en in mij wakker
Of zal de eenzaamheid, de verlatenheid
mijner riel mij nog tot wanhoop drijven?
Zal het einde rijn zooals van miss O'Brien?
Mei.
Eten redd'endte hand wordt mij itoegedto-
ken.
Be kan naar huis terugkeeren, zonder te
moeten bekennen, door heimwee te worden
gedreven-
Kilara heeft de inrichting verlaten. Zij
schrijft mij' een lieven, langen, zusterlijken
brief en smeekt me bij haar te komen.
Afijn ouders, Frida, allen schrijven, het
zelfde.
Klara is nog mensdiensdhuwrij woont
alleen in een villa in heb Gnunewald al
leen, zooals ik hier.
Frida zegt, dat liet mij alleen gelukken
zal, Klara weder aan het leven te gewennen,
dat zij ontwend is gedurende de lange jaren
van haar vrijwillige gevangenschap.
Gaarne wil ik tot hiaar gaan en in het va
derland terugkeeren.
Nie-tls 'bindt mij hier. Een paar visite
kaartjes en dan kunnen Fingal ©n ik in d!en
trein etappen. Wij rijn beiden riek geworden
in het Zuiden, misschien maakt het Noor
den ons weer gezond.
Ik ging heen, om het geluk te zoeken, en
ik heb de smart gevonden.
Ik heb daaruit begrepen, dat de Minister,
o zoo gaarne, aan de wenschen van de inidks-
trieelen te Schiedam, zou voldoen, maar dat
dit hem; na do meest nauwgezette overwe
ging, niet mogelijk is gebleken.
De Alinister zegt: vermindering van de
protectie van melasse in de katnd werken
en dat zou nog nadediger rijp voor de sto
kers te Schiedammaar nu wil ito todh den
Minister d'oen opmerken, dat de voornoem
de reden, waarom de suikerindustrie in ons
land nog bestaat juist deze is, dat rij pro
tectie geniet. Ontnam men die haar, dan ge
loof ik, dat rij rut Nederland geheel zou ver
dwijnen.
Nu vraag ik: indien een aldus geprote
geerde industrie een andere dreigt ten gron
de te richten, of dan de Regeenng niet tius-
schenbeid-e moet komen en de bedreigde in
dustrie helpen.
lik geloof, dat de Alinister imeb mij eens is,
■dat dit zeer geoorloofd is en ito geloof zelfs,
dat hij' heb ook wel zou willen doen, maar hij
wordt weerhouden, omidat hij' meent, dat
.vanneer er oen extra accijns wordib geheven
van de alcohol uit melasse gestookt, de sui-
kerf abrikan ten zich zouden schadeloos stel
len door remindering van de beetwortel-
prijzen.
Nu waardeer ik in hooge mate de befeng-
steliüg die de Alinister toont voor den land
bouw, maar toch gaat het, dunkt mijl, niet
aan, de suikerfaibrikanten het vermogen toe
te kennen om meester te rijn van de prijzen
der bieten. Ik geloof, dat do landbouw daar
in toch ook een woordje heeft mede te pra-
teu.
Het wetsontwerp dat wij hedenmiddag i'n
de afdeelingen zullen onderzoötoen. geeft,
mijns inzicne, wederom een voordeel am de
sa i'k erf ahri'k an t en. Indien de accijns niet zal
worden geheven voor de suiker d'ie gebruikt
zal wonden voor het maken van kalfrooun,
d'an as dat een voordeel, waarschijnlijk meer
voor de suikerfabrikanten dan wél voor de
boerenwant ik heb nog nooit geboord dat
de kailfroom zoo noodag db voor do voadktg
deer kaEvers en dat aan. die voeding veel zou
ontbreken, wanneer er geen kalfroam werd
gemaakt.
Ik geloof, dat er alle aanleiding voor don
M'nistcr is om de zaak nog eöns nader te
overwegen."
Daar de Voorzitter het foeter achtte, over
dit -wetsontwerp niet langer te spreken,
sprak de Minister nog slechts een kort woord
naar aanleiding van hetgeen gesproken was
„De heer van Limburg Stirum verbaast
er rich over dat ik mijl verklaar tegen een
stelsel Waarbij de een bevoordeeld Wordt ten
koe te van de billijkheid jegens den. ander.
Ik verbaas mij over die verbaring. Het is
toch' een eerste régel bij alle Wetgeving dat
de billijkheid betracht word't, dat niet de
een bevoordeeld moot worden ten koste van
de büijlklhoid jegens den ander.
Wat de h-eer van Diedem gezegd heeft over
het kleine ontwerp betreffende don kalf-
room, daarover zal ik volgens aanwijzing van
den Voorzitter niob spreken. Slodhte dit
eeneik geloof niet dat d'e suikerfaforsikaji-
ten rich over de aanneming of do verwer
ping daarvan warm zullen maken.
Berlijn.
Wanneer men jarenlang dn den vreemde
hoeft gepasseerd, kan men zich nauwelijks
meer voorst-ellen, hoe innig gehecht men is
aan zijn geboorteplaats. Alaar toen do eerste
lichtjes van Berlijn zich in de verte vertoon
den, maakte een ware koorts zich van mij
meester, het natuurlijke gevoel voor rijn va
derland en voor de streek waarop men zijn
jeugd' heeft doorgebracht.
Na dien laatsten brief van. papa had! ik
nauwelijks durven hopen, dab mijn ouders
op het perron zouden zijn.
Alaar do eerste, dien ik in heit menscken-
gëiwoe! zag, was mijn vader. De reuzenge
stalte ©en weinig gebogen en de lange baard
sneeuwwit geworden Eu mama naaisu hem,
lief en vriendelijk maar van Klara goen
epoor.
Papa tildo mij als een kinsd van do tree
plank cn drukte mij zwijgend aan ziju borst.
Adh wat deed mij dat goed
Ook dat mama bezorgd naar mijn ba
gage vroe-g hoe lang heeft niemand zich
meer liefdevol over mij bekommerd
„En waar is Klara-?" vroeg ik me't vuur.
Papa's gelaat trilde, en haas!big legde hij
mijn arm op den zijtae.
„Klara wacht jo 'biji haar thuis. Zij
heeft je haar rijtuig gezonden, maar wilde
zelf niet komen. Eu weet je, waarom Dén
weg tot haar ouderts heeft rij nog niet gevon
den, siedert rij terug is. Mama en ik hebben
met Frida tezamen de villa uitgezocht en
gemeubileerd; rij wilde niéts hebben, wat
haar aan het verleiden herinnert. Enfin, rij
ban zich nu iedere weelde veroorloven. Alaar
Ik houd vol, dat van het heffen eeuer eur-
taxe op melasse-alcohol, waarom van ver
schillende rijden gevraagid is, de landbouw
de eenige eouffre-douleaxr zou rijn. De „dou-
leur" zou wel zoo erg niet wezen; ware dat
zoo aanvankelijk, dan zou spoedig d© waar
heid' blijken van hetgeen de geachte afge
vaardigde- te rechiu heeft opgemerkt, name
lijk, dat bij de bepaling van den prijs d«r
beetwortelen de landbouwers zelf ook ean
woord mee te spreken hebben. Alaar juist!
omdat met een zeer kleine vermindering
kon worden volstaan, geloof ik idlat rij wel
degelijk zou intreden. En nu vraag ik nog
eens: wat ware dan gewonnen? Alen zou in
onze aiccijus-wetgeving een beginsel gébracht
hébben, dat er nog nooit in was opgenomen
ongelijke belasting naar igelaug van do
aangewende grondstof zonder bet ge-
wenschte resultaat te verkrijgen.
Voor ik van dit onderwerp afstap, moeit1
ik nog een leemte in mijh vorige redo aan
vullen.
Van verschillende kainten is gevraagd:
waarom exporteeren de fabrikanten van al-
cdiol uit melasse hun product niet? Eh zal
dat exporteeren niet sterk worden bevorderd
Wanneer men een extra accijtos van hun pro
duct 'gaa-t heffen Alaar hij die alcohol ex
porteert, vind"- nergens een voordeeli'ge
markt. De alcoholproductie wordt in bijha
alle landen van de wereld zeer sterk be
schermd men komt dus overal in concur
rente met zeer sterk beschermden alcohol-
Het gevolg daarvan is, dat men rich hier te
lande veel liever een hoogeren accijns zal ge
troosten Een der personen d!ie het bedt in
staat zijn over deee zaak mededeelingen te
doen, heeft mij gezegd, dat met uitvoer een
proef was genomen, maar dat 'dié zeer heeft
teleurgesteld.
Ik heb vender niete toe te voegen aaax het
geen ik in mijn eerste rede heb gezegd."
êtgemeem «rmicht.
SCHIEDAM, 20 Dec. 1900.
Zutd'AJxiba.
Groot is de ontroering onder de jingo's
wegens het opgeven van den dankdienst in
St. Paul's ter gelegenheid van Robert's terug
keer en wegens de koninklijke boodschap
die de koloniale en onregelmatige troepen
uituoodigt om onder de wapenen te blgven.
Voor deze dubbele en openlijke erkentenis
van een voortduren des oorlogs en voor de
walging, ^lie de oorlog aan de soldaten begint
in te boezemen, zijn de schellen van deEn-
gelsche oogen een weinig aan het vallen
gegaan. Een woede begint het publiek te
bezielen tegen de regeenng, tegen lord Ro
berts, tegen allen, die het land bedrogen en
de comedieïDe overwinning is daar" ge
speeld hebben, en men kan volgens den
Londenschen correspondent van de sPetit
Bleu" zeggen dat te beginnen met gisteren
een meeniog ten gunste van het einde der
oorlog zich baan begint te breken, ook ten
koste van gewichtige concessies aan de Boe
ren, en dat die beweging een groote afmeting
zal aannemen, zoodra Kitchener nog eenige
nederlagen zal geleden hebben.
het heeft one moeite genoeg veroorzaakt 1 Zij
heeft mama een brief geschreven om baar
te bedanken en verzocht niet boos te rijm dat
zij zelf niet kwam maar rij kon mij niet
verig'eveu. Miji heb kind den vader!"
Hij lachte gedwongen.
„AI ij stelt rij voor haar ongeluk verant
woordelijk Wat kan ik eraan doen? Zij wist
toch wat rij deed, to-eu zij' mét Siegfried
trouwde; ik heb er mij in geschiikt. Of was
het ander®
Stilzwijgend drukte ik ziju arm. Arme
vader1 Kon dc tot hem zeggenrij dééd het
slechts om uit d'e onverdragelijke, buieelijike
ellende te komen?
„En toen," vervolgde papa,, kwam rij' na
eenige weken mijn hulp tot editedheddirig
inroepenVolgens miju imichit is het huwe
lijk onverbreekbaarik laat mij niet inpak
ken door moderne ideeën dat kan je haar
zeggen, wanneer hot ter sprake komt!"
Wij waren aan het rijtuig gekomen; nog
een laatste -oinöielring, en ik reed door de
.'nel-verlidito straten met Fingal, die be
haaglijk genoot van de koele avondlucht,
aaai mijn voeten.
Als een reus kwam Berlijn mij voor, leven
dig, krachtig opvallend' iuidrucli'tag, wan
neer men uit de voornam© stilte van Floren
ce komt. Alaar alles leeft hier. -Allesspreekt
hier van het helden, daar ginds is het slechts
een droom van verdwenen grootheid.
(Wordt vervolgd