54"° Jaargang.
Dinsdag 1 en Woensdag 2 Januari 1901.
No. 10435.
Eerste Blad
NIEUWJAAR.
SCHULDEN.
Bericht.
Kennisgeving.
Kennisgeving.
BUITENLAm
SCHIEDAIMSCHE COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco
per post 11. 1.65.
Prjjs per weekVoor Schiedam en Vlaar dingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauBoterstraat 08.
Met het oog op dien Sleuwjaarsdag
zal de „Schicilani'ischc Courant" dins
dag 1 Januari 1901 WIJEJ1 verschij
nen.
Burgemeester en wethouders va.n
SOIIIEDAM
brengen ter openbare kennis, dal bet met
1 Januari a.s. in werking trerfend tarief en
voorwaarden voor liet gebruik van aan de ge
meente beboerende terreinen, bestemd tot opslag
van koopmansgoederen, den 27sten November jl.
door den gemeenteraad vastgesteld, ter gemeen
te secretarie vetkrijgbaar is gesteld.
Schiedam, 31 December 1900.
Burgemeester cn Wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De Secretaris,
G J. BISSCHOP.
Burgemeester en Wethouders
van Schiedam,
Gelet op art, 18 der wet van den 4den De
cember 1872 (Staatsblad no 134), tot vooi-
ztening tegen besmettelijke ziekten
Brengen bij de/» ter kennis van da ingeze
tenen, dat ten huize van den heer N. F.
ELZEVIER DOM, gemeente-geneesheer, Lmge
Haven No. 08 alhier, op de gewone spi eeturen
den Ssten Jan. a s en verdei driemaandelijks, ip
den eersten Dinsdag van elk kwartaal, gelogen-
held zal bestaan lot
kostelooze inenting en herinüntlng
legen pekken.
Schiedam, den Sisten December 1000.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG,
öe secretaris,
G J. BISSCHOP.
Daar is voor ons allen eon 'tijd geweest,
dat de gesohiödlenis van groote meusohen of
edele daldeta ons opwond en. ons deed verlan
gen oofc Volwassen te zijn. om do wereld te
"vernukikesn ü!oor onze grootsche hanideilin'gen
en verheven gedachten. Wij (hebben allctn we
reldhervormers wilton worden, maar wat 13
üieit eind gew-eeet? Toen de tijd aanibrak, dat
we zelfstandig wiemden, bemerkten we, dab
veel, wab we vboeger moot vokdeai, ons nu
aninsdor belang ïnSbocEamde; hen, d!io wetvroe-
ger 'onverdeeld bewonderden, wantrouwen we
nn en vragen, m hoever eigenbelang, of eer
zucht dfe drij'fvee-r van hun liandelingen was
Wij worden cynisch, halen db schouders op
en mompelen, „aanstellerij", oils we anderen
Roman van
F. VO'N KAPtPF—1ESSENffiHEIR.
1)
I.
ID© indruBewakkendo begrafenis was afge-
loo-pen- Do naaste familieleden waren, in de
rijtuigen met de omfloerste wapenschilden
gestapt.
Heb moetrendbeï der gasten ging to voet;
hot was reeds iaat m den zomer, toch was
het weer zeer schoon; het ld enne stadij© zou
ooik me't geen. mogelijkheid allo rijtuigen
hebben kunnen verschaffen, die noodig wa
ren, om allen naar huis to brengen. Men
dacht daar ook m 't gedieol niet aan. Buiten
begeleidt men da dboden to voet naar hun
laatste rustplaats
"Dd lalxijtko nieuwsgierigen verwijderden
zich, de vrietitïem en bekenden raaafctoiLjen
praatje, heb gezelschap ging ui'tótento'Sfeii
sprak over den gestorvene over zijn fa
milie.
Op een verblindend' schoon meisje, dat de
donkere, zeer eenvoudige kleekling bekoorlijk
stond, ti ad. een jonge man too, die slechts
op bet oogenbTiik gewacht scheen 'to hebben
dat do begeleiders 'aan 'beido zijden zich. in
een gesprek verdiept hadden.
„Waldiuo," fluisterde hij hartstochtelijk
„ik moet over bvroö uur weer weg met den
trein, ik xjioeb morgen op oom bepaalden tijd
Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan liet Bureau te bekomen.
kooren sproken, zooaJs wij helt toch oofc eens
deden.
Wij kennen van die verandering in onze
gevoelens gewoonlijk de oorzaak met. Wo go-
ven dfem ondervonden teTeursteilingein de
scTMd of zeggen oiiwersrihiffig, dat heb loven
en Vooral de mcnschen ons zoo heibbën ge
maakt. In den gromd van ons li!aiJt zijn wij
echter niet zoo veranderd wij' zijp. alleen
voofSLchibiger gewordbn in het uiten van on
ze gcvocdern Grofheid en onkieschiheid kob
ben ons gekwekslt en wij zijn tóu te bang ge
worden oan ous nogmaals fdateaiata bloot 'te
stellen. Jaimmea* is liet, dat hst gewoonlijk
jurist do beste gevoelens zijn, die wij het
angsltvallfgst verbea-gen m -waar wij) ze toch
vertoond hebben!, gevoelen wij ons verplidht
veren tscbulkhgingen: to jinaiken, daib w© ons
van d'en gutobigsten kant deden kenner.
Maar voor ohs allen komen &r d'agem, dat
We ons vati do nionschen willen a.iwemlden
om, tegenover onszelf gehsal oprecht, oma re
kenschap te geven van onze gevoelens en van
onze d'atten, en die tijd is nu weer daar.
O, die laatsto wtak van oen storvenld jaar'
Als kind Vonden wij hot daigen, di-e zoo vol
komen aan de geaalligheid en huisvlijikihfedd
gewijld waaronnu wij volwassen zijm, vWd&n
wij ze ernstig en weemoedig, 'Oimdalt zij zoo
veel herinneringen in ons wHldken,
Wij zitten alleen. op omze kamer en zien
terug op wat achter ons ligt. Nog mater er
kelo dagen geleden hebben Wiji 'b Kea'stfeest
geiltald. Bij den Kerstboom hlabben kinldlea--
stomtnen 't „"Vredle op aarde, in. de mensdheai
een welbehagen" gezongen en met hot roe
rende Kerstverhaal vormt de werkelijkheid
zoo'n treurig contrast1
Gedwemde negentien ee-uwon helblbcn de
mensdien. jaarlijks plechtig de geboorte ge
vierd van Kemi, Wiens lea- ziji alls de verlie-
veuste prijken, maar zal die loer dan n'ooiit
in toepassing gebracht wordend
„Vrede op aarde, in de mcnschen een wel
behagen."
Wnttr is die vrede, dat wtalibdltagcn
0
Misschim in de lxarteTi van die arano Sol-
d'ateu daar on Gkma, die de ijldolhöiJd, ja-
loeidktliiüioid! en dwaasheid hunner regeerin-
gen met hun bloed en Iran leven moeiten be
talen In d© hiarten van al die ongelukkigan
m Zui'dbAfrifai, wier betrekkingen sneuvel-
don of verbannen werdenwier Hoeven laag
hartig gcplundeid on veiibranld zijh; die
strijd en vooreen zaak, waarvan de rechtvaar
digheid door een ieder woildt ericenld enavBer
bode om Wulp echter- standvastig Wondt afge-
slagen met een hoffelijklhciiid', d.io de weige
ring haast nog pijnlijkcir maakt? In de ziel
van al dio aröve Eingelsoh'e oudeiRf, die nu
pa-s do waarheid leeren kmncn en die wol
dra zullen befeeimen: „Wij benijden die
vrouiWon van ide Boeien nog, want hun man
nen on zonen vreten voor het hoogste: de
vrijheid en heit rech't, rmaar wat is «te pijs
van het leven van onze arme jongens?"
"Voor ons gicestesoo'g 'gaswi oolc al die man
nen en viomwem. voorbij, wier leven een oer-
ergons wezen. Gc vvctat kun't ten niiinste
vormoeden, dat ilk; met om den 'doode hier
gekomen bon, Üioetveel veiphditing mij'n, fa
milie ook aan hemi heeftniijh tijd bdhoort
aan den arbeid. Sl-edits om tt 'knvam ik; ik
nam d© gelcgenhaild' waar u veer 'te zien, en
ik heb geeai Iblik van u afgenvemld, Waldlme
Dc 'bid u, laat one met zoo van u gaan Zeg
me, wanneer ik terug mag komen, oan open
lijfc om uwi hand te vragen."
Zij verschoot van kleur. Het teedere rood
maakte plaats voor eein bl'eekc 'tuut, die liaar
nog schooner maafleto
„Het is zondig, Ruldolf nu wo van het
keikhof komen
'Da jonge man liet haar niet uitspa-eiken.
„Ge zoeikt uitvludiiten, Waidme' Noch u,
nodh mij is de man, dien men diaar begroef,
zóó dierbaar, dat ik niet höfc recht 'hatd, aan
mijn eigen leiwaiMgolulc to deaikeai1"
„Hat moogt go ook," begon hek jonge meis
je weer, versdhnkb door dein veilbolgen toon
van den andere, „maar ÏRai'dolf uk ik
Jben wea'kölijfc oneïea" den indamilc zeer on
der den amid'mb, dat kunt ge mij niet fcwaiijb
nenion
„"Waldino ik helb geeien hoe ge hem
aanzaagt, den nieuwen landeigenaar ïl
zag, hoe gc aan zijn lippen hrngtSpeel niet
oneb mo ik ben eir de mtaa niet naar, dat
te ven-dragen Als uw hart behoort aan hem,
die nu do schiit/terende erfenis zijns vadeis
aanvaardt, dan ik smook u zeg, liet
dan! ïïc ben niet alleen stoilk in hot willen,
doch ook sterk in het ojjliberen, Waldin4
Zeg licit me ik smeek er u om 1"
In de nummers, die D i n s d a g— en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Uleine advertentiën. opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intere. Telefoon No, 133.
lijik gemeende öfarij'd! is gewaedt om de amen-
schon gduMrigeir te maken en edhter, ziji Wer
den miskenld en gewantrouwd.
Bin wij zelf 1 Wat is -er van ons gewonden,
van onze best© gervoeterug, die die wereld niet
begreep; van onze genegenhleaid', da© wend
versmaad; van onze illusies en verwachtin
gen, waaraan het leven niet 'bQanlh.Viooiidld'e
waar was onze teeiderstö liefde to© irn staat,
als dö dood tusschonbeidle trad en wegnam,
wion we ons leven wild-en wijjdten
„In d'e meniscih'em. een wielbehagen 1" Wan
neer zal dat er ooit zijn?
Wij dtoken aan al de eflendte, idie we on
machtig zijln om to vemsadbbem en staren
somher voor ons ui't.
Maaa- daar Ommen, uit alle hoeken vriende
lijke gedaanten tls voOrsdliijn. Zijl bewolken
onzo stillei kamer, kloppen aan ons hart qn
vrag'cn: „weet ge 'b nog?" en wij zien op en
herikseimren mat ©en glimlach al idie ouide,
zachte, vriendeüijike gedachten en zijn ver
baasd!, dat zooveel teöders eetns Woonde in
ons hart, d'at zooeven nog zoo bitter oordeel-
do over dc m'ensch'en en d& werelld. Zijl strij'-
keu mot haar zach't'e handen over ons voor
hoofd! qn ouzo blik w'oidt hcHendeat Onze ziel
wondt hooger en daardoor zachter gestemd,
als zij nogmaals de personen oproepen, die
wij Straks zoo beklaagd-en.
Dam staan zij, di© wij dioor iden idodd ver
loren, voor ons in glans, waarmee onze liefde
ben omgeeft en al strekken wij hup. snik
kend onze arm,en tegen, avijl eindigen met
het hoofd te buigen, waai- wij zooetven tegen
do wreedheid van 't leven in veuzlöb kwamen
(Daar zij.n d!ie mannen on vrouwen, Wier
leven en wertocsa met begrepen werd), en die
den strijd toch volhielden. Ziji fluisteren ons
tee, dlait oofc zijl gettwijlfeld helblbep. aam hun
lewen, eer zo inzagen, dat h©t langste leven
vol emstigen arbeid1 todlr pa® vruchten af
werpt voor volgende geslachten. Want het
is hard) to zaaien, maar d© oogst niet te mo
gen bateven.
Verloren gaat er ©chter-*4iiet»het zaad,
dab zij strooiden, zal bloeiein en. vruchten
dragen en de memiaehhe-id zal Iwrn arbeid' ein-
ablijik zegenen, ooik al kent mamanid meer
hun namtem.
Heb Wordt lidh'tei- ra ons hart. O.nze ei'gcu
1 Q
grieven en teleurstellingen schijnen ons nu
zoo nietig en onbeduidend. Wijj Eion nu i,n,
dat we moeten geven en blijivien geven, maar
niet moeten vragen naar heb loon. We be
grijpen nu, wat hot is, dat cte Bberan met
zoo'n bawondlerensiWaardiga volhanding be
zielt oVerwirmen zullen zijl, hun kinideren
of ktedhkfraderen, ho© ooik tijidelijfc de uitslag
moge zijir
Strijden voor bet goede om heit goed.©1
■D'aifc zij ook ons doel.
Aan onzo modemenschcn. en in de eerste
plaats aan ons laud! en ons volk ons teven
gewijd i
Ons land is niet groot, maar ops volk is
godd i Hoe warm -zijn hart klopt^boor d© ge-
rechbigheM, heeft do sympaitld© bew-azen,
Da groote hartstocht, waarimedei bijl, half
fhustereard en toch teder woord met nadruk
uitsprekend, 'tot hatir sprak), lint haar geen
Uitweg. Neen, voor Raidolf Weyto kon men
waarlijk geen geheimen hebben E©n ge
heim Had ze er dan ©en
„Neen, neen," wierp ze ijlveng legen, „ge
helbb mijn blilcken verkeerd urtgel^dl, Ru-
dolf; sledlits oprecht© deelnemin'g in het löt
van den treurende, kou anea daarin lozen
Wie zou dam ook niet begaan zijn met zijn
leed, dia hem kent on zijn vader 'gekend
heeft, klaar meer dlan deolnemang was "et
niet geloof me' Ik weet, wa't ik u ver
schuldigd ben
Hijl kromp smartelijk ineen. Was het dat
woord, dat (beun reads eenmaal diep getroffen
had, of was heb haar gevoelen, waaraan ze
onwillekeurig uiting gaf (heb gin'g hem als
een steek door *t hart.
„Verschuldigd hertaald© firijl, „versdml-
digd? Neen, nog zij b ge me niets verschul
digd go zijt mijh vroiwv nog ni'eb!"
Atehwat Idonlc dat klagend' van do lip
pen van d'en mom, die er todh anders niet zoo
gevoelig uitzag. Het meisje was gakoffen.
„lik blijf u trouw, ïtatdolfmet mijn vol
le overtuiging, met mijn 'geheele ziel 1 Maa-
ïk smodk je hocfen niet meer
Met. smartdijiko onderwerping 'boog hij 't
hoofd. i
Joachim, vrijheer van Rodhlitz, was ter
aarde besteld m het fanriiicgraf, op het
dorpsfcea'khof, dat midden tarsschctti d© beet-
wij inivt onze jonge, dappor© Koningin aan 't J
hoofd, bctoon'd htlblben aan onze moedige
O
stamrv&nvauten..
Als die vriendJdiijik©, bevallig© Koningin
ibinnen ©nkelo wdlien Haa-r lilanld zal r©2ken
aan den jongen vorab, hopen wijl idlan, dait dit
ni-eiuiwe leven Haar gelukkig m'oge maken;
scharen wij onis om'Hiaar-, oim Haar te Steomen
in Haar streven, ons land on ops volle wel
varend! en groot te maken ui alles, waarin
een klein Volk groot ücan zijn!"
Nieuwjaar ze-gen dan ops stierven!
F.
Algemeeti otersicut,
SCHIEDAM, 31 Dec. 1900.
Een jaiar, een eeuw is weer kecmgeep'occE,
een niewve tijdrekening ligt weer voor ons
en wij vragen ons af„vanwaar komt gij en
waarheen gaat gij
Vanwaar komt giji? Uit dö eeuw), die ons
in öiaar laatste dbconnmm do wooild&n toe
riep: „VrijJiddi, gelijMieid «nibroodcii'sohapi''
Die leuze weerldonk als de donder over ge
bod Eluropai en maaikite in 's wereld® 'toes'banil
een groote verandering. „Vrijlheild', gehjlkhe':d
en broederschap." Bittere ironie' mat dleze
leuze werd) 'de nu doode eeuw begroot als eon
teckein van vooruitgang, maar zij' heeft zich
niet verwezenlijkt. Wat praa't men van vrij
heid Engeland, liet tenld dbt m 1898 zoo
veel to zeggen en aan te merken had. op zijn
overareosdicn buurman, helt liaind, daib zich
aan do spdts der besdiaving had gesteld van
de oud© werelld!, Engeland teach t nu twee
vrijo rep-ubheiken te onderdrukken, haar be
woners uil te moorden, haai* land! te verwoes
ten 1 Maar Goidldaink, liet is nog zoover met,
do Boeren houlden stand, zij brengen hun
troepen tot op Eu'gelsch gebied en meer d'an
ooit is Engela-iiids toe-stand' critaek gcwordein
Doedeicn'd kanongelbuldbi*, (knetter enid' ge
weervuur, bl'anko salbels, branidenda faildfo-lsl
Ja, zoo is het m Zuid-Afi ilea. Ook ur do nu
read9 vooihijizijnfde Vreideidagen heeft do oor
log zijn vasahriMfcingen ovei* het steeds dooi
de zon bestraalde lahd verspreid. En ook op
'dezen dag allicht hobiben de kanonnen met
donderend gowaldf hun kogels uilgdbraakl,
doclr stil, lezer, zwij^- stille' Daar boven cp
eon kopje ontblooten !do mtonen Iran hoofd
en al is het dan ook met, ruw© stemtaiteür,
daar weeifclinkb uit do borst van ken, dio
zoooven nog den virtger aan den trdklcer
haicSdcn, heb lied van vertrouwen, het li 1
van geloof:
„Maai* d'e Heer zal uitkoms't gevem
(iRs. 42 5.)
GeJijkheid. Ooik weer een ijidlele leus' Hot
lanid zelf iwharvan de kreet: „Vr*ij!liiewl, ge
lijkheid en broederschap" uitging, (kan het
gotnigen. Waar hecrschto meer ongelijkheid
m -don laatsten 'tijd dan juist daar? De cm-
gelnltkigo Dreyfus was hdt slachtoffer van
een rassenüiaat, die waarschijlnlijfc ra idc toe
komst meer te beteakenen zal hebben dan
wij op di'b, oogcnlblik vermoeiden.
Ean machtig© storm is opgegaan tegen het
seniibietscbö ras; al Walt diaarto© Ïbeïi.oordle,
nnoest dbn aweep voolen, Av*aaiim©d© d© natio
nalisten Frankrijk gcaselden. Zij heWben heb
land in onrust gebracht en er meer naidebl
ahn toegebracht dan do 'EransichtD'iiitsche
oorlog. Wat toch verzwakt oen land meer
dan inwendige onrust; zij maoOct een laad
orurnaohtig naar binnen en naar buiten.
Hartstochten wobden. ontketend, d© paaitijen
Bchai-en zidh tegonova* elkaar en in da ver
blinding van dien strijd' (bornit men tot daden,
waarover men laltcr berouw heeft.
(De arm© Dreyfus' Zijn zaak was «üis van
het recht; slechts zij,, die dn raderen Jood
Zen sledh'ts op Kola epr Picquart, dli© hun steon
feit alleen voor een booswicht, oen verradbr
van zijn l'an'd.
Eén lichtpunt Staat echter tegenover deize
eoo duistere zaak. Kasnpüoenen van het
recht ©taan op en verhel'deren door hun) idea
lisme dei schaduwen dbr parttjlraa't. Wij! wij
zen steMs op Zol'a en Picquart, dio hun stem
verhieven voor dfem ongel/uWcigen ibaiHmg.
Het heeft helaas niet m'ogen baten, da
reichtbank to Hennes sprak haar tob no'g too
onbegrijipelijik vonnis uitwel kreeg Dreyfus
gratie, maar zijn eea* is idaanmeide möb ga*eli.
Het ministerie WaMeck-Rlousseanx heeft nu
d© „spons"-pohtiek door zijn amnesti'eiwot la
ten zegevierenborusten echter zal men niet,
zooals onze lezers reeds weten. Zola heeft
zijn „J'aeouso" wödcr herhaald. Wat Bret ge
ven zal, moet do nieuw© eeuw loeren.
Golijikhsi'd klonk aan heb begin dezer
eeuw. Wreed© tegenstelling
Broederschap. Oofc dat niet' Sla slechte,
lezeri, oen blik maai* hot OostenIn helt Czs-
rem*ij!k, wol'ks heerscher tab anitiiaitief tot cl©
Vrddesconfoi-onti© nam, heeasdht verd'nulc-
Inng van twee deeren der bewolklug. Ei'imen
on Polen zudhten onder idem (druk van do
(Russificatie» Het oiidcnvnjs in cfe Poolscho
taal i3 veihodeu en hoe het ra Finland, ge
steld is, zuilen onze lezers ni't hot uitsteken
de stuk van don Leidsdlieu h'oogtoeraai* 'Van
dfer Vlugb wol watcn Letten wij' vc-ndter op
do mooidfcn daar in Armanië, do besaha-
vingspolibielk 'der mogendheden in Ghina,
don oorlog, dien Amerika voedt op d© Phi-
lippij'nen, en wij geloovon dat een ïöder Iret
met ons eens zal zij'n, wanneer wij ook broe
derschap voor bitter© ironie verklaren'
„Waar gaat gij hoen!" Wat zult gij ons
biengen, nieuw© eeuw? Zal Ihot weakolijk
zijn „vi-ijpieid, gelijkheid en 'broiCdei-sdiap"
Wij bopen heit Mogo het reohtsi'deiaal zege
vieren o-vor db zelfzucht, d© liefde over don
baat! d!an zal d© nieuwe» eeuw goed en deal
men-sch tob zegen zijln geweest.
Waar galat giji hoen
Wij weten Met niet, wijl kunnen slechts
WemsohenEn als wij dan nog zien do duis
ternis om ons honen, d'an hopen, wij op een
eeuw van licht, dio ons zal voeren naar de*
humaniteit, naar do gcredhtighed'd
Onze leuze voor dern nieuwen tijdkring zij
Per ardua aid adstra! 'Door* de iduistemis
tot het lioht 1 Eixcelsior
Suid-ilfriba.
Van het oorlogaterrein.
Helden ten twaalf uur* ie het 446 dagen
dait die oorlog taissdieoi Engeland en de Repu
blieken. uitbrak; in dien tijld zijn ca* 600 a
700 gevechten geleverd. En niettegenstaan
de groote -overwinningen, die op ©en oogen-
bliik beslissend ©chenen voor de todkomsb,
sdhijnt het machtigs Groot-Bnbannië op heb
wortelvaMen. lag die tot zijn, 'grondigelbieid bc-
liooiden. D© dood doet overal zijn anbrode
ui tat gewone, alledaagsohe laven, is zelfs
ietis zoor alledaagsch en ibij uitzondbring
kiest hij zich ecu romdn'tiscdiei omgCA*iug. Heb
fceuMof va.n Ro-Chhtz avas zaïlk ©en uitzon
dering niet. Uit de- nucM-erlieid. van dozen
doodennifcker, van de gansche vlaklc©, maar
vruchtbar© streek, van 'het in do nabijheid
liggende slot van den vrijheer van Rochlitz,
kon men liet karakter van iden zoooven ver-
scheiden Joachim niet- opmaken. Deize> was
eon lustig, joviaal heer geweest, die gaarne
loefde cai liet leweto. Maar walt vertellen u de
'grafstecnon rata. hen, mer stoffelijOc o-mBiul-
sel ze bedolkken?
Grafsteenen zeggen mots en weten niets
Maar alle mcnschen konden u vertellen, wie
die man geiwecsb was. Men. mocht hem zeer
gaarne lijd'cn, ein ledeaeen spralc got'd van
hem, al waren liet ook geen grooteche diin-
gen, die hij bot stapd) ha.d gebracht.
Weldadig was hij, liij gaf gaarne, was
steeds gastvrij en stcöds good^elnimeuxd
't Is waar, «its van belang hadi hij voor zijn
stamhuis of voor liet vaderland niet gedaan
Maar daaraan, dacht zijn zoon Joaichim
vrijheer van Roohhtz Jr. nn niet. Hij had
zijn innig geliefden vader verloren, en d'it
betreurd© hij diep. Want zijm vader was zijn
©enige vriend geweest, en tcgelijjc ©cn zachte
en daarom nog meer gowaafdeeudo Ieikübman
Joaoliim, meest Achim gonaam'd:, beween-
■db hdden, den. dag van do begrafenis, zijn
vader ra den waren am dfes woonds. In d>
drie laatetei dageii hadfdon zijn plidtten als
heer des huizes, de tranen. weeiHioud-en.
Een officier mag men niot zien weearen.
Gedurende de begrafenis-cereunonien, voor
al als ze met zoo'n bijjzondere pracht worden
gehouden, komt mon in 't gelisel niet lot
nadenteii. Nu wai-en echter all© galttcn ver
trokken Het was opeens heel stil ge/word-en
in helt slot Ro-chlitz En toon men nn voor 't
eerst geheel allecm aan tafel ging en, dö
plaats van papa, de geroplaata, aan liet hoofd'
der tafel, open bleef, toen (brak Aclfiim in
tranen uit. Ile't deöd tam goed, nu eens uit
te (kunnen weenon, hier, Waar hij geem offi-
ciev en geen vrijheer was, maar slechte -d©
bioeder vanzijh drie zusters, dio hem. troos
tend omringden.
Zonder het te willen weten, aanbaden zij
hom, den aardigen, n'ddferlijklen broeder.
Iöd'er van haar 'gaf op hem af, -en toch dong
ieder heimolijik naar zijn gunst, hoe ver
schillend van aaitd ze anders oofk waren. Mis
schien droeg daartoe bij, dat junst de meisjes
niet mooi waren, .geen van haar. Zij geleken
allen op haar moeder, can fimko, energieke
maar bijna teel ij k©° vrouw, die do ziel van
het hui-s was, m'aar jaimmcr genoeg, vroeg
stierf.
Na haar dodd trad! een zij het ooik haast
onmerkbare achteruitgang in, want de heer
de® huizes was levenslustig, vrijgevig en, zij
liet ook niet direct éen slechte, dan toch een
onverstandige gastheer. •-
(Wordt vervolgd.)