54"'* Jaargang.
Zaterdag 26 Januari 1901.
No. 10456
SCHULDEN.
mm?-
Kennis ff eying.
Kennisgeving.
KENNISGEVING.
DE KONINKLIJKE BRUID.
BUITENLAND.
KONINGIN VICTORIA, t
V
V"
SCHIEDIMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Pi'ijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, Franco
per 'post fl. 1.65.
Prjjs per xveek: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan 'iet bureau bezorgd zjjn.
Bureau t Boterstraat <SS.
Pijjs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere ïegei
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeehge voorwaarden. Taneven hier
van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde "klei*cibfc opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Snterc. Deleft»»» JSo.
*ai
Burgemeester en Wethouders
van Schiedam,
Voldoende aan het bepaalde in art. 57 der
verordening op de brandweer binnen die
gemeente
Brengen ter openbare kennis, dat bjj hun
besluit van den 24sten dezer, aan den brand
meester II. DE KONING op zijn verzoek
met ir.gang van 1 Februari a.s., eervol ontslag
uit die betrekking verleend is.
Schiedam, 25 Januari 1901.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
üe secretaris
G. J. BISSCHOP.
Inrichtingen welke gevaar, schade
of hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders
van Schiedam,
Gezien bet verzoek van Th. LOOMAN om
vergunning tot oprichting van aen slacht
plaats in het pand aan de Nieuwe Haven no.
231, kadaster sectie M no. 251
Gelet op de bepalingen der Hinderwet
Doen te weten
dat voormeld verzoek met de bijlagen op
de secretarie der gemeente is ter visie gelegd
dat op Donderdag den 7den Februari a.s., des
middags ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid
zal worden gegeven om bezwaren togen het toe
staan van dat verzoek in te brengen en die
mondeling of «.'..nftelyk toe te lichten en
dat gedurende drie dagen, vóór het tijdstip
hierboven genoemd, op de secretarie der gemeente,
van de schrifturen, dio ter zake mochten zijn
ingekomen, kennis kan woiden genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 2'!sten Januari 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris
G. J. BISSCHOP.
aan den Nooidvestsinge! nrs. 137 en 139, ka
daster sectie H nrs. 115 en 116;
Schiedam, den 24sten Januari 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
VERSTEEG.
Da Secretaris,
G J. BISSCHOP.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders van
Schiedam
Gelet op do bepalingen der Hinderwet
Geven kennis aan do ingezetenen, dat op
heden aan A. TER HORST en R. VAN HAS
SELT te Amsterdam, en hunne rechtvei krijgen den,
ondei' zekere voorwaarden vei gunning verleend
is tot oprichting alhier van een fabriek
tot verkrijging van alko'nolsaethers, vluchtige
oliën en vntchl essencen, in de panden, staande
Wanneer zich de dochter des huizes iru liiat
bruidskleed stefefct en do eerste formaliteit
verricht, noodzakelijk om naar die wet den
uitverkorene te volgen dn alies wat het lieven
voor hem heeft -weggelegd, dan steekt zi'ch
het geheel© gezin in feestgewaad-, dan -Wor
den do dagclijjk&dië zorgen voor een wijpfe
vergeten om plaats te maken voor louter
vreugd©! Wel' ssail Oner en daar een moeder
een taaan wegpinken bij dei gedachte, dait zij
op heb punt staat, haar dochter af te, staan
aan een ander, wel zal zioh dei vraag bijl baar
opdringen, of het) nieuwe leven, dat haat-
kind thans begint, bet -geluk zaT brengen,
waarvan zij altijd gedroomd heeft, maar zij
aail deze gedachte vardrijVeu en "blijmoedig
afstand doen van hat (Staar toevertrouwde
pand, vast vertrouwende, dat heit werkelijtk
tot heil zal zijn van dait kind, wetende, dat
liiet zoo wezen m o et.
Zoo gaait beb ook Nederland- in deze da
gen.
Ook Nederland staat op hot punt zijn
landskind -aan- een ander af te staan, en te
midden -wan de sluimerende natuur zullen
de juichkreten, opgaan, -di© luide zullen vea*-
kondigen de vreugde, dlie het ganschlö volk
bezidl-b, nu het zijn kind bituten weinige dia
gen voor het echtaltaar zaïli zien demi-ellen.
Nog eenige dagen en liet kanongebulder
zal verkondigen, dat de jonkvrouw, dia door
Haar bevalligheid, Haar bciminiielijkheaid al
ter harten won, is overgegaan in de vrouw,
de ©cMgenoote, die den man van Haar keu
ze volgde.
Wij hebben. Haar zien geboren worden;
wij hebben angstvallig op aill-es gelet, wat
Haar aanging; wij hebben a-liles drachten te
verwijderen wat Haar onaangenaam kon aan
doen, en wij hebben Haar zien ontluiken van
een teed-eren knop tot een tot volten was
dom geworden blo-ern.
Wol mag Nederland juichen, nu hot z ij n
kind zich ziet voreeuigen met den man H-a
rer keuze.
Geen staatsbelang dwong Haai*, zich te
verbinden met eon machtiger Huis; in bot
vrije Nederland mocht ook dia Koningin vrij
Haar band, schenken aan Hem, dien Zij haar
waardig keurde. Vol vertrouwen gaan wij
do toekomst tegemoet, overtuigd; dait Zij
ook hierin juist handelde.
En. wat hiebbeai wijt veel voor!
Niet als andere, gommen zien wij -ons kind
van -ons gaan, meen, wij behouden Haar in
ons midden, wijl mogen de- getuigen zijn van
het geluk, dlab wij Haar zoo gaarnei gunnen.
Laat wij1 idlei feestbazumen schallen, laait
hot de geiheie-lfe wereld' door weerklinken bet
gejuich, dab kond1 -doet van de vreugde, die
gebed. Nederland' gevoelt, omdat zijn Kind,
zijn Koningin) zich naar biet altaar begeeft!
Laat vrij- do- vlaggen -en wimpels van to
rens en buizen wapperen, zij kunnen slechts
een zwak beeld geven van wat wij- op dezen
dag gevo elfen en laten wijl onze beste Krach
ten inspannen, om Haar «geluk tie- balpen vol
maken.
Moge ook -al bet zonnetje va,n. buiten ont
broken, Iaat helb ons een teeken zijn, dat
onze Yorsbin ons eraan herinnert, -dat des
niettegenstaande! bat zomietjo van binnlen in
staat is, ook op den sombersten winterdag
oprecht gelukkig te zijn 1
Mogo Zij -en Haar volk dn -Haar aanstaan
den Gem-aal vinden, walt van Hem verwacht
wordt en moge Hij in staat blijken, Haar
en Haar volk in don waren zin d'es woords
gelukkig te maken
Roman, van
F. YON KAPFF—BSSENTHER.
22)
Rud-oilf glimlachte cm verklaarde mtet ito
kunnen raden. Hij wist, -dat men Wal dime
von GoJltz als zijn bruid beschouwde, ofschoon
ze het zoo geheim mogelijk hadden gehou
den. Hij was nu ook gekom en, om, zijn ver
loving bekend te maken Niettegenstaande
zijn moderne bedaardheid, was hij geneigd
Jolian's onkieodie grap voor een goed teiekon
te houden.
„Mijn hemel, Jioban," zeido hij, d'e scherts
beantwoordend-, „er is niemand in mijn
kring, dien ik me als bruidfegom van die
schoone dame -donken kan."
„En het is er toch e-or van bot dorp,"
hield do drager vol.
„li. zal me nog eens bedenken," lachte Ru-
dolf argeloos.
En zij gingen over dön rijweg, d-io tns-
schon do bcetwortelVelde'n lag.
Johan brandde- bet nieuws echter op -dien
tong.
„Het is de jongo baron'"
„Onzinnige praatjes," me-emdo Rudolf.
„Neem, neon, bot is waar," flapte Johan
er uit. „Gisteren is de verloving gevierd. Ai-
dea goed en wol' Maar de baron zaliger is
toch pas tien weken dood. De jonge keer 3ia-d
nog we-1 een poosje- kunnen wachten, dat zegt
iede-neen. Eu -dan ail bet -andere, walt ihij| nog
doet. De -niouwo fabriek die bij w-il! bouwen,
waarvoor hij 'hot geld- geeft da.t hij eigenlijk
niet beeftcm daalr toch do fabriek van u,w
vader er isW-aav moet dat op uutloopon
Nu, mijnheer do doctor komt daar zeken- wel
voor hier?"
Johan wadi-bi e te vergeefs op een ant
woord van „mijnheer den doctarf. Hij zeide
niets Ilij leunde tegen een d-er dunne boo-
men op dle-n rijweg, en wisalite zich -htat zwc-ot
va,n het voorhoofd', ofschoon de wind koel
over de stoppels woed.
Johan was m, 't gehoed niet wiarm, niette
genstaande- hij d-en koffer op do schouders
Nog nooit was Rudolf het ouderlijk huis
zoo -eenzaam cn koud voorgekomen als nu.
Wat ging hier allee rustig zi]n gang, alsof er
niets gebeurd- was. Zijn. vader had zijju ge
woon onbewegelijk gezicht, zijn stee-fan oodei
nam met de- ha-ar eigen koele- onverschJlig-
heid de huishouding waar, en Use's verstan
dige opvoeding w-erd met -dfe uiterste nauw
gezetheid doorgevoerd
En toch wisten zij, -allen, dait Rudolf dat
•schoon© meisje, dat gisteren de verloof de van
den vrijheer geworden was, heel in stiilto als
hef zijn© beschouwd had-, M'aar toch slechts
in 't geheim. Dm hef gevoel bekommerde
zich niemand hier in huis.
De stiefmoeder raaddfe Rudólf aan, ©en
Bcrlijnsch© met geld te trouwen
Ein wat Was er van Paul geworden, die
met thuis Was, terwijl niemand hem kon
zeggen waarom? En Achi'an von Roclilitz zou
werkelijk een coueu-rne-eneiid© onderncm i-m
op touw- zot/ten
„-Hoe- was dat mogelijk, vader?" vroeg Ru-
dolf. „U waart tooli altijd zeen* bevriend met
den vrijheer. Hoe komt het, dat u- met den
zoon zoo spoedig overhoop ligt? Het was
ker over het pachteontraiot?"
„Dait beeft hijl mij opgezegd, -die dwaas 1
tkIgeme-an overzicht.
SCHIEDAM, 25 Jan. 1901.
Verschillende Engelsche bladen bevatten
artikelen over den Koning.
Aan de bijzonderheden, daarin vermeld,
wordt het volgende ontleend Toen de prins
zijn studies, te Edinburg, te Oxford en te
Cambridge voltooid had, maakte hij in 1860
een reis door de Vereenigde Staten en Ca
nada, waar hij met veel geestdrift weid
ontvangen. In 1852 reisde hij met Dean
Stanley naar het Oosten en bezocht hij Je-
uzalem.
In 1863 trad hij in hot huwelijk met
Alexandra van Denematken. In 1871 werd
de prins aangetast door typhus, en vei keerde
hjj geruimen tijd in levensgevaar. Geheel
Engeland leed met de Koningin io die dagen
tan diepe droefheid over sBertie's ziekte.'
Maar door de trouwe zorgen van moeder en
zuster herstelde de prins, en in Februari 1872
kon hij den dankdienst in St. Paul's bijwonen
Sedert 1874 is de prins Grootmeester der
vrijmetselaren in Engeland.
In 1875 en 1876 maakte hij een reis door
Indië.
De groote belangstelling die hij toonde voor
de Paiijsche tentoonstelling van 1878 droeg,
veel bij lot liet welslagen van die expositie
In 1883 woonde de prius de zilveren bruiloft
bij vaD den Duitsclien kroonpiins en zijn
zuster, toen kroonpiinses Fiedenk, thans de
Duitsehe keizerin-weduwe. Hij werd bij die
gelegenheid door keizer Wilhelm I benoemd
tot veldmaarschalk in liet Duitsehe leger.
Herhaaldelijk vertegenwooidigde hij de ko
ningin of de Engelsche koninklijke familie
bij officieele plechtigheden in het buitenland.
De piius staat bekend als een groot sport
man, wiens kleuren overal bij de groote ren
nen te zien zijn, en van wien eenmaal een
paard den Derby heeft gewonnen. En overi
gens moet bij een boofsche gemakkelijkheid
in den omgang bezitten, die hem een zekere
populariteit deed verwerven.
In den lichten mist en den druilenden regen
trok van het Paleis van St. James door de
grauwe straten, afgezet door infanteiie en
cavalerie, een schitterende optocht, nadat de
pi ins van Wales in bet paleis tol Koning
was uitgeroepen. De uniform der garde, de
schitterende kleedij der herauten, der ïSer-
geants at arms", der officieren en van den
sPursuivant" met twee trompetters boorden
flikkerend door de mistige omgeving.
Aan den Temple Bar ontmoette de optocht
de City-Magnaten. Slechts de Pursuivant
mocht doorgaan en overhandigde den Lord
Mayor het bevelschrift van den ï-Pri-.y
Council"", waarop deze last gaf de City open
te stellen voor de processie.
Aan de »Royal Exchange" las de lord
mayor het bevelschrift van den Privy-Council
voor en verzocht hij den heraut de troons
bestijging van koning Edward VII af te
kondigen, Deze vervulde zijn plichten besloot
met op zeer indrukwekkender! toon uit te
roepensGod save the King."
Na een korte toespraak verzocht de Loid
Mayor den omstanders drie scheers" te geven
voor den Koning. Daaraan werd voldaan,
waai op iemand het volkslied aanhief, waar
mede de geheele ontzaglijke menigte inzette
Als ooit een menigte ernstig, waardig en
ten volle bewust van het belang var. een
plechtigheid was, dan was het wel deze. Elke
man of viouw scheen dieper dan gisteren
te beseffen het ernstig verlies dat do natie
had geleden, de groote verandering die in de
geschiedenis van het volk had plaats gegrepen
Blootshoofds stonden zij m diepen ernst en
toen zij zongen sGod save the King" klonk
het ais een psalm en een gebed.
-anitivoordd'© "Weye-r. „De pa-cht was laag,
maar dl© onwetend©, hoogmoedige- knaap zal
luiot eens datgene ©r uitslaan, wait ik hean be
taalde. Dio onbekwame- aristociaat met zijn
need'buigendo vriendelijkheiddait is een on-
vefdraigelijk soort inenschen. Als men voelt
en moot gevoelen, -d'a-t men zoo veel meer is,
meat* kan en -tot stand brengt clan zij, dan
verheet men het -g-edulcl! Wat zou men niet
kunnen doen, als mi-en de middelen had,
waarover die groote heor-en kunnen beschik
ken' En d-an. nog den gedienstig© spelen?
Noen
Yoor haf eerst vertoond© zijn va-dar- zich
m zijn ware gedaante; deze koele, maai
en©!giekc, krachtige, zelfbewuste man kon
die vriendblijfce neerbuigendheid niet voldra
gen. Eii die vriendelijke landheer had ham
toch a-ltijd geholpen. Slechts togen zijn zm
moest liij d© goedgunstigheid! van den oudbn
baron aangenomen hebben, ©n nu koerde hij
zich eenvoudig vian den jongen bairou af.
„Maar u bent. Acliini toch nog gdd schul
dig, vadfeir," onderbrak Rudolf vei schrikt
zijn gedacliteaiigang.
Afrit een zeldzaam hengen, liee-l ougewonen
hartstocht riep zijn vader nut
„Schuldig, ik? In 'ib geli-oeï niets! Daarom
is juist d'e strijd -tussclmu den. bairou ©n mij
uitgebroken De ben niets schuldig' Dat slor
dige volk 'heeft- niets geboekt, niets ui orde
cn nu koin-b dat jongo menscii eens op ee-n
-dag in mvijta. huis e-n vraagt en edschib maar
op goed gciluk af, -en wordt ten laatste nog
brutaal'"
Rudolf was verrast. Hij had! zijd v-adter
voor den schuldenaar van den bairou gehou
den, we-1 is waar zonder iets naders ervan -te
weten. Maar hij! was vandaag, zooals licht t©
begrijpen wae, geneigd -de pairbij tegen
De tekst van 's konings verklaring bij de
aanvaarding der Regeering luidt aldus:
jflit is het meest pijnlijke oogenblik
waarop ik ooit geroepen zal worden mij tot
u te wenden.
a Mijn eerste en droefgeestige pl.cht is U
mede te deelen den dood van mijn gelieiie
Moeder, de Koningin, en ik weet hoezeer
gij, het geheide volk en, ik kan welzeggen
de geheele wereld met mij medegevoelt in
het onherstelbaar verlies, dal wij allen heb
ben geleden.
sik behoef nauwelijks te verklaren, dat
ik steeds zal pogen in haar voetstappen te
treden. Nu ik de zware taak aanvaard, die
mij is opgelegd, ben ik vast besloten een
constitutioneel vorst te zijn in den strengden
zin van het woord en zoolang mij nog een
ademtocht rest te werken voor het welzij
en den vooruitgang van mijn volk.
sik heb besloten den naam te voeren van
Eduaid, die gediagen is door zes van mijn
voorgangers. Daardoor wil ik den naam
Albert niet geringschatten, den naam dien ik
geërfd heb van mijn steeds betreuiden,grooten
en wijzen vader, die met algemeen goedvin
den, meen ik, beleend staat als Albeit de
Goede en ik verlang dat zijn naam alleen
zal blijven staan.
»Ten slotte vertrouw ik op bet parlement
tiet volk om mij te steunen in de ver
vulling der plichten mij door mijn gebooite
opgelegd en waaraan ik vast besloten hen de
est van mijn leven geheel te wijden".
Verder bevatte het Britsche staatsblad een
proclamatie van den Koning waarbij allen, die
onder de regeeting van Koningin Victoria
eenig ambt bekleedden, in dit ambt worden
bevestigd.
Do hofvrouw is afgekondigd voor den tijd
van één jaar, ingaande op 24 Januari en
wel een half jaar zwaren rouw en een half
jaar zwart- cn witten rouw.
Men zegt dat, behalve den koning van
België, ook de koningen van Portugal en
Griekenland tegenwoordig zullen zijn bij de
begrafenis. Ook is er sprake van dat de
koningen van Denemarken en Italië overko
men. De overige huizen in Europa zullen,
voorzoover dit mogelijk is, vertegenwoordigd
worden door de troonsopvolgeis.
De Duitsehe Keizer zal Engeland niet ver
laten voordat de teraardebestelling der Konin
gin heeft plaats gehad. De Kroonprins zal 26
Januari te Port Victoria aankomen.
Een beeldhouwer heeft op last van den
Koning een afgietsel genomen vau het gelaat
van de Koningin op haar doodsbed.
Het mausoleum van Frogmore, waar het
lijk van de Koningin naast dat van den prins
gemaal zal bijgezet worden, ligt midden in
het paik van Windsor". Boven de portiek van
het piaalgrat leest men een Latijnsch op
schrift dat vertaald als volgt luidtsin dit
graf heeft zijn bedroefde weduwe, koningin
Victoria, alles willen neeilegg--n wat er ster
felijks was in prins Albert. 1862. Vaarwel,
beminde. Hier zal ik rusten naast u, en van
hier zal ik met u heengaan om leiug te keereu
bij Christus."
Zes weken geleden hebben de Koningin
en de koninklijke familie nog in dit mausoleum
een godsdienstoefening bijgewoond ter herin
nering aan den pi ins-gemaai, op diens ge
boortedag.
Sir Theodore Martin zal de officieele levens
beschrijver zijn van koningin Victoria. Van
«ir Tneodoie's pen is ook de biographic van
den prins-gemaal. Al is '-©dert diens overlijden
en het overlijden der Koningin een lange tijd
veiloopen, en al is de lettel kundige reeds
85 jaar toch moeten zijn werkkracht en
niet vei mindere! zijn.
Acliim von Roclilitz op te nemen. Daarbij
twijfelde liij ai* geen oogenblik aan, of zijn
vader sjrrak d.e waarheid.
„De zal n (helpen, vader, als het noodig is,"
aaide liij vastbesloten.
„Hij zal geen aanklacht indienen, Ilij zal
wel oppassen, hij kan ane-t aanklagen,"' stiiot
Weyer uit. „Maar nu wordt Irij mijn conciu-
rent En je broeder Paul had vvfel lust, zich
aan d» zijde- van dfen baron te bchaion, daar
hij met -ditens zuster een liefdesgeschiedenis
aan do hand h-cieft. Yuud'aai db breuk."
Ook d'eze mededeelnig verraste Rudolf
Daar hij veel van Paul hield, beproefde- hij
ziju vader te vermurwen
„U -ino-eb Paul met zoo baad' beooi-deelen,
vader," zoido hij, „lnj is een gcvoclsmcnsch,
maai* geloof me, hij zal altijd een go-_d zoon
blijven
Zijn vader mompelde iets onverslaan
baars; anders sprak hij zoo holder en dui
delijk.
Na dit onderhoud bleef er nog vee-I duister
voor Rudolf, no© had Avium, dl-c aardige,
minzame, maar in 't geheel niet energieke
man, de zaken zoo in -ec.ii ommezien vet-an
•desTd
Achun ©n "Waldine namen \a.n Rud'olf's
aanwezigheid geen mo-ti-tie; misschien ver
schrikt en rad-eiloos door zijn plo-lss-lmg-o aan
komst. Rudolf moest weer gauw weg om zijn
ai-boid te "hervatten.
Op den twoe-d'eu dag van zijn verblijf vond
hij m zijns vaders huis d© gedrukte verlo
vingskaart van lied- slot Rudolf scheurde- ze
in stukken. Zijh mo-e-iUjk onderdlntMo, smar
telijk© woed© barstte -los.
Alls een gemeen© dief had Abhiin hem ach
ter zijiii -rug om, zijn golnk ontstolen Wal-
dine had hom bedrogen, -eenvoudig bedrogen.
ZuiibAfrika.
Van het oorlogsterrein.
Men heeft gisteren vroor heit eerst in de
Londensch© City het woord -gehoord: „D1©
Koning wil het," maar deze -eerstel woleui-ting
had alleen betrekking op den eed van trouw,
dien Eduard YII van zijn onderdanen
eisehte.
Maar wat „vil de Koning" -ten opzichte
van den Zuid-Afrikaanschen oorlog, van het
recht, van den wereldvrede? Het zou belang
rijk zijn, zulks t© weten. De nieuwe koning
zal, zegt men, in persoon tegenwoordig zijn
en zou evenals ik graag
Hot vUs e-eii heilig verhond -tuesOlien haar ©u
liem, RudolfHot- op d:e manier te verbre
ken, was een schandelijke daad. Hij zou hef
hun zeggen, beiden m het gezicht'
Mot dit doel heg-af hij zich naar hei huis
van -don burgemeester.
Heit bruidspaar kv^am hand in hand, glim
lachend, van geluk stralend den van opwin
ding bovendon, biceken man tegomoot. Zij
st iken de handen naar hem m-t. "Woldrae
renle-
Ach' vvo zijn zoo gelukkig, zoo onuiUpie-
kclijik gelukkig' J-e vergeeft het me toch?
Ach nu weet. a'les,
zien, dat ge onze vriend blccft
Nopit le voren had Wnldlino over zulke
lieve woorden, over zulke vleiend© zinnen
beschikt Zij wis altijd koud cn trotech ge
weest heit geluk had haar veranderd.
Rudolf was donkerrood gewo-rion, toon
weer bkelc Iïijl kon zich zcH wel' mot zien,
maar voor dit schoone, van geluk sta-al-eaidb
braids paar voelde- hij het onbe-teokenen-de
van zijn persoonlijkheid dubbel
„11c bail e-en gele gewecef, anders niats'"
zcide hij mot gedampte stem, ,ik heb mets
te vergeven' En wat do vriendschap aan
gaat, mejuffrouw Wnldnne, daaraan zal u
wel niet zooveel gelegen zijn
Hij wenschibei de oudeais vormelijk geluk
en nam spoediger afscheid dan gebruikelijk
was
Acliim keek somber voor zich. Hij be
schouwd© de afwijzing der vriendschap als
een belec-digiug. Waldme legde het schoone
köpj© met vochtige oogen op zijn schouder
en fluisterde
„Wij zullen eeuwig bij hem in schuld blij
ven, Achim!"
(Wordt vervolgd.)