54"'* Jaargang. Zaterdag 26 Januari 1901. No. 10456 SCHULDEN. mm?- Kennis ff eying. Kennisgeving. KENNISGEVING. DE KONINKLIJKE BRUID. BUITENLAND. KONINGIN VICTORIA, t V V" SCHIEDIMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Pi'ijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, Franco per 'post fl. 1.65. Prjjs per xveek: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan 'iet bureau bezorgd zjjn. Bureau t Boterstraat <SS. Pijjs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere ïegei meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeehge voorwaarden. Taneven hier van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde "klei*cibfc opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Snterc. Deleft»»» JSo. *ai Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Voldoende aan het bepaalde in art. 57 der verordening op de brandweer binnen die gemeente Brengen ter openbare kennis, dat bjj hun besluit van den 24sten dezer, aan den brand meester II. DE KONING op zijn verzoek met ir.gang van 1 Februari a.s., eervol ontslag uit die betrekking verleend is. Schiedam, 25 Januari 1901. Burgemeester en wethouders voornoemd, VERSTEEG. üe secretaris G. J. BISSCHOP. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en wethouders van Schiedam, Gezien bet verzoek van Th. LOOMAN om vergunning tot oprichting van aen slacht plaats in het pand aan de Nieuwe Haven no. 231, kadaster sectie M no. 251 Gelet op de bepalingen der Hinderwet Doen te weten dat voormeld verzoek met de bijlagen op de secretarie der gemeente is ter visie gelegd dat op Donderdag den 7den Februari a.s., des middags ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren togen het toe staan van dat verzoek in te brengen en die mondeling of «.'..nftelyk toe te lichten en dat gedurende drie dagen, vóór het tijdstip hierboven genoemd, op de secretarie der gemeente, van de schrifturen, dio ter zake mochten zijn ingekomen, kennis kan woiden genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 2'!sten Januari 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris G. J. BISSCHOP. aan den Nooidvestsinge! nrs. 137 en 139, ka daster sectie H nrs. 115 en 116; Schiedam, den 24sten Januari 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd VERSTEEG. Da Secretaris, G J. BISSCHOP. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en wethouders van Schiedam Gelet op do bepalingen der Hinderwet Geven kennis aan do ingezetenen, dat op heden aan A. TER HORST en R. VAN HAS SELT te Amsterdam, en hunne rechtvei krijgen den, ondei' zekere voorwaarden vei gunning verleend is tot oprichting alhier van een fabriek tot verkrijging van alko'nolsaethers, vluchtige oliën en vntchl essencen, in de panden, staande Wanneer zich de dochter des huizes iru liiat bruidskleed stefefct en do eerste formaliteit verricht, noodzakelijk om naar die wet den uitverkorene te volgen dn alies wat het lieven voor hem heeft -weggelegd, dan steekt zi'ch het geheel© gezin in feestgewaad-, dan -Wor den do dagclijjk&dië zorgen voor een wijpfe vergeten om plaats te maken voor louter vreugd©! Wel' ssail Oner en daar een moeder een taaan wegpinken bij dei gedachte, dait zij op heb punt staat, haar dochter af te, staan aan een ander, wel zal zioh dei vraag bijl baar opdringen, of het) nieuwe leven, dat haat- kind thans begint, bet -geluk zaT brengen, waarvan zij altijd gedroomd heeft, maar zij aail deze gedachte vardrijVeu en "blijmoedig afstand doen van hat (Staar toevertrouwde pand, vast vertrouwende, dat heit werkelijtk tot heil zal zijn van dait kind, wetende, dat liiet zoo wezen m o et. Zoo gaait beb ook Nederland- in deze da gen. Ook Nederland staat op hot punt zijn landskind -aan- een ander af te staan, en te midden -wan de sluimerende natuur zullen de juichkreten, opgaan, -di© luide zullen vea*- kondigen de vreugde, dlie het ganschlö volk bezidl-b, nu het zijn kind bituten weinige dia gen voor het echtaltaar zaïli zien demi-ellen. Nog eenige dagen en liet kanongebulder zal verkondigen, dat de jonkvrouw, dia door Haar bevalligheid, Haar bciminiielijkheaid al ter harten won, is overgegaan in de vrouw, de ©cMgenoote, die den man van Haar keu ze volgde. Wij hebben. Haar zien geboren worden; wij hebben angstvallig op aill-es gelet, wat Haar aanging; wij hebben a-liles drachten te verwijderen wat Haar onaangenaam kon aan doen, en wij hebben Haar zien ontluiken van een teed-eren knop tot een tot volten was dom geworden blo-ern. Wol mag Nederland juichen, nu hot z ij n kind zich ziet voreeuigen met den man H-a rer keuze. Geen staatsbelang dwong Haai*, zich te verbinden met eon machtiger Huis; in bot vrije Nederland mocht ook dia Koningin vrij Haar band, schenken aan Hem, dien Zij haar waardig keurde. Vol vertrouwen gaan wij do toekomst tegemoet, overtuigd; dait Zij ook hierin juist handelde. En. wat hiebbeai wijt veel voor! Niet als andere, gommen zien wij -ons kind van -ons gaan, meen, wij behouden Haar in ons midden, wijl mogen de- getuigen zijn van het geluk, dlab wij Haar zoo gaarnei gunnen. Laat wij1 idlei feestbazumen schallen, laait hot de geiheie-lfe wereld' door weerklinken bet gejuich, dab kond1 -doet van de vreugde, die gebed. Nederland' gevoelt, omdat zijn Kind, zijn Koningin) zich naar biet altaar begeeft! Laat vrij- do- vlaggen -en wimpels van to rens en buizen wapperen, zij kunnen slechts een zwak beeld geven van wat wij- op dezen dag gevo elfen en laten wijl onze beste Krach ten inspannen, om Haar «geluk tie- balpen vol maken. Moge ook -al bet zonnetje va,n. buiten ont broken, Iaat helb ons een teeken zijn, dat onze Yorsbin ons eraan herinnert, -dat des niettegenstaande! bat zomietjo van binnlen in staat is, ook op den sombersten winterdag oprecht gelukkig te zijn 1 Mogo Zij -en Haar volk dn -Haar aanstaan den Gem-aal vinden, walt van Hem verwacht wordt en moge Hij in staat blijken, Haar en Haar volk in don waren zin d'es woords gelukkig te maken Roman, van F. YON KAPFF—BSSENTHER. 22) Rud-oilf glimlachte cm verklaarde mtet ito kunnen raden. Hij wist, -dat men Wal dime von GoJltz als zijn bruid beschouwde, ofschoon ze het zoo geheim mogelijk hadden gehou den. Hij was nu ook gekom en, om, zijn ver loving bekend te maken Niettegenstaande zijn moderne bedaardheid, was hij geneigd Jolian's onkieodie grap voor een goed teiekon te houden. „Mijn hemel, Jioban," zeido hij, d'e scherts beantwoordend-, „er is niemand in mijn kring, dien ik me als bruidfegom van die schoone dame -donken kan." „En het is er toch e-or van bot dorp," hield do drager vol. „li. zal me nog eens bedenken," lachte Ru- dolf argeloos. En zij gingen over dön rijweg, d-io tns- schon do bcetwortelVelde'n lag. Johan brandde- bet nieuws echter op -dien tong. „Het is de jongo baron'" „Onzinnige praatjes," me-emdo Rudolf. „Neem, neon, bot is waar," flapte Johan er uit. „Gisteren is de verloving gevierd. Ai- dea goed en wol' Maar de baron zaliger is toch pas tien weken dood. De jonge keer 3ia-d nog we-1 een poosje- kunnen wachten, dat zegt iede-neen. Eu -dan ail bet -andere, walt ihij| nog doet. De -niouwo fabriek die bij w-il! bouwen, waarvoor hij 'hot geld- geeft da.t hij eigenlijk niet beeftcm daalr toch do fabriek van u,w vader er isW-aav moet dat op uutloopon Nu, mijnheer do doctor komt daar zeken- wel voor hier?" Johan wadi-bi e te vergeefs op een ant woord van „mijnheer den doctarf. Hij zeide niets Ilij leunde tegen een d-er dunne boo- men op dle-n rijweg, en wisalite zich -htat zwc-ot va,n het voorhoofd', ofschoon de wind koel over de stoppels woed. Johan was m, 't gehoed niet wiarm, niette genstaande- hij d-en koffer op do schouders Nog nooit was Rudolf het ouderlijk huis zoo -eenzaam cn koud voorgekomen als nu. Wat ging hier allee rustig zi]n gang, alsof er niets gebeurd- was. Zijn. vader had zijju ge woon onbewegelijk gezicht, zijn stee-fan oodei nam met de- ha-ar eigen koele- onverschJlig- heid de huishouding waar, en Use's verstan dige opvoeding w-erd met -dfe uiterste nauw gezetheid doorgevoerd En toch wisten zij, -allen, dait Rudolf dat •schoon© meisje, dat gisteren de verloof de van den vrijheer geworden was, heel in stiilto als hef zijn© beschouwd had-, M'aar toch slechts in 't geheim. Dm hef gevoel bekommerde zich niemand hier in huis. De stiefmoeder raaddfe Rudólf aan, ©en Bcrlijnsch© met geld te trouwen Ein wat Was er van Paul geworden, die met thuis Was, terwijl niemand hem kon zeggen waarom? En Achi'an von Roclilitz zou werkelijk een coueu-rne-eneiid© onderncm i-m op touw- zot/ten „-Hoe- was dat mogelijk, vader?" vroeg Ru- dolf. „U waart tooli altijd zeen* bevriend met den vrijheer. Hoe komt het, dat u- met den zoon zoo spoedig overhoop ligt? Het was ker over het pachteontraiot?" „Dait beeft hijl mij opgezegd, -die dwaas 1 tkIgeme-an overzicht. SCHIEDAM, 25 Jan. 1901. Verschillende Engelsche bladen bevatten artikelen over den Koning. Aan de bijzonderheden, daarin vermeld, wordt het volgende ontleend Toen de prins zijn studies, te Edinburg, te Oxford en te Cambridge voltooid had, maakte hij in 1860 een reis door de Vereenigde Staten en Ca nada, waar hij met veel geestdrift weid ontvangen. In 1852 reisde hij met Dean Stanley naar het Oosten en bezocht hij Je- uzalem. In 1863 trad hij in hot huwelijk met Alexandra van Denematken. In 1871 werd de prins aangetast door typhus, en vei keerde hjj geruimen tijd in levensgevaar. Geheel Engeland leed met de Koningin io die dagen tan diepe droefheid over sBertie's ziekte.' Maar door de trouwe zorgen van moeder en zuster herstelde de prins, en in Februari 1872 kon hij den dankdienst in St. Paul's bijwonen Sedert 1874 is de prins Grootmeester der vrijmetselaren in Engeland. In 1875 en 1876 maakte hij een reis door Indië. De groote belangstelling die hij toonde voor de Paiijsche tentoonstelling van 1878 droeg, veel bij lot liet welslagen van die expositie In 1883 woonde de prius de zilveren bruiloft bij vaD den Duitsclien kroonpiins en zijn zuster, toen kroonpiinses Fiedenk, thans de Duitsehe keizerin-weduwe. Hij werd bij die gelegenheid door keizer Wilhelm I benoemd tot veldmaarschalk in liet Duitsehe leger. Herhaaldelijk vertegenwooidigde hij de ko ningin of de Engelsche koninklijke familie bij officieele plechtigheden in het buitenland. De piius staat bekend als een groot sport man, wiens kleuren overal bij de groote ren nen te zien zijn, en van wien eenmaal een paard den Derby heeft gewonnen. En overi gens moet bij een boofsche gemakkelijkheid in den omgang bezitten, die hem een zekere populariteit deed verwerven. In den lichten mist en den druilenden regen trok van het Paleis van St. James door de grauwe straten, afgezet door infanteiie en cavalerie, een schitterende optocht, nadat de pi ins van Wales in bet paleis tol Koning was uitgeroepen. De uniform der garde, de schitterende kleedij der herauten, der ïSer- geants at arms", der officieren en van den sPursuivant" met twee trompetters boorden flikkerend door de mistige omgeving. Aan den Temple Bar ontmoette de optocht de City-Magnaten. Slechts de Pursuivant mocht doorgaan en overhandigde den Lord Mayor het bevelschrift van den ï-Pri-.y Council"", waarop deze last gaf de City open te stellen voor de processie. Aan de »Royal Exchange" las de lord mayor het bevelschrift van den Privy-Council voor en verzocht hij den heraut de troons bestijging van koning Edward VII af te kondigen, Deze vervulde zijn plichten besloot met op zeer indrukwekkender! toon uit te roepensGod save the King." Na een korte toespraak verzocht de Loid Mayor den omstanders drie scheers" te geven voor den Koning. Daaraan werd voldaan, waai op iemand het volkslied aanhief, waar mede de geheele ontzaglijke menigte inzette Als ooit een menigte ernstig, waardig en ten volle bewust van het belang var. een plechtigheid was, dan was het wel deze. Elke man of viouw scheen dieper dan gisteren te beseffen het ernstig verlies dat do natie had geleden, de groote verandering die in de geschiedenis van het volk had plaats gegrepen Blootshoofds stonden zij m diepen ernst en toen zij zongen sGod save the King" klonk het ais een psalm en een gebed. -anitivoordd'© "Weye-r. „De pa-cht was laag, maar dl© onwetend©, hoogmoedige- knaap zal luiot eens datgene ©r uitslaan, wait ik hean be taalde. Dio onbekwame- aristociaat met zijn need'buigendo vriendelijkheiddait is een on- vefdraigelijk soort inenschen. Als men voelt en moot gevoelen, -d'a-t men zoo veel meer is, meat* kan en -tot stand brengt clan zij, dan verheet men het -g-edulcl! Wat zou men niet kunnen doen, als mi-en de middelen had, waarover die groote heor-en kunnen beschik ken' En d-an. nog den gedienstig© spelen? Noen Yoor haf eerst vertoond© zijn va-dar- zich m zijn ware gedaante; deze koele, maai en©!giekc, krachtige, zelfbewuste man kon die vriendblijfce neerbuigendheid niet voldra gen. Eii die vriendelijke landheer had ham toch a-ltijd geholpen. Slechts togen zijn zm moest liij d© goedgunstigheid! van den oudbn baron aangenomen hebben, ©n nu koerde hij zich eenvoudig vian den jongen bairou af. „Maar u bent. Acliini toch nog gdd schul dig, vadfeir," onderbrak Rudolf vei schrikt zijn gedacliteaiigang. Afrit een zeldzaam hengen, liee-l ougewonen hartstocht riep zijn vader nut „Schuldig, ik? In 'ib geli-oeï niets! Daarom is juist d'e strijd -tussclmu den. bairou ©n mij uitgebroken De ben niets schuldig' Dat slor dige volk 'heeft- niets geboekt, niets ui orde cn nu koin-b dat jongo menscii eens op ee-n -dag in mvijta. huis e-n vraagt en edschib maar op goed gciluk af, -en wordt ten laatste nog brutaal'" Rudolf was verrast. Hij had! zijd v-adter voor den schuldenaar van den bairou gehou den, we-1 is waar zonder iets naders ervan -te weten. Maar hij! was vandaag, zooals licht t© begrijpen wae, geneigd -de pairbij tegen De tekst van 's konings verklaring bij de aanvaarding der Regeering luidt aldus: jflit is het meest pijnlijke oogenblik waarop ik ooit geroepen zal worden mij tot u te wenden. a Mijn eerste en droefgeestige pl.cht is U mede te deelen den dood van mijn gelieiie Moeder, de Koningin, en ik weet hoezeer gij, het geheide volk en, ik kan welzeggen de geheele wereld met mij medegevoelt in het onherstelbaar verlies, dal wij allen heb ben geleden. sik behoef nauwelijks te verklaren, dat ik steeds zal pogen in haar voetstappen te treden. Nu ik de zware taak aanvaard, die mij is opgelegd, ben ik vast besloten een constitutioneel vorst te zijn in den strengden zin van het woord en zoolang mij nog een ademtocht rest te werken voor het welzij en den vooruitgang van mijn volk. sik heb besloten den naam te voeren van Eduaid, die gediagen is door zes van mijn voorgangers. Daardoor wil ik den naam Albert niet geringschatten, den naam dien ik geërfd heb van mijn steeds betreuiden,grooten en wijzen vader, die met algemeen goedvin den, meen ik, beleend staat als Albeit de Goede en ik verlang dat zijn naam alleen zal blijven staan. »Ten slotte vertrouw ik op bet parlement tiet volk om mij te steunen in de ver vulling der plichten mij door mijn gebooite opgelegd en waaraan ik vast besloten hen de est van mijn leven geheel te wijden". Verder bevatte het Britsche staatsblad een proclamatie van den Koning waarbij allen, die onder de regeeting van Koningin Victoria eenig ambt bekleedden, in dit ambt worden bevestigd. Do hofvrouw is afgekondigd voor den tijd van één jaar, ingaande op 24 Januari en wel een half jaar zwaren rouw en een half jaar zwart- cn witten rouw. Men zegt dat, behalve den koning van België, ook de koningen van Portugal en Griekenland tegenwoordig zullen zijn bij de begrafenis. Ook is er sprake van dat de koningen van Denemarken en Italië overko men. De overige huizen in Europa zullen, voorzoover dit mogelijk is, vertegenwoordigd worden door de troonsopvolgeis. De Duitsehe Keizer zal Engeland niet ver laten voordat de teraardebestelling der Konin gin heeft plaats gehad. De Kroonprins zal 26 Januari te Port Victoria aankomen. Een beeldhouwer heeft op last van den Koning een afgietsel genomen vau het gelaat van de Koningin op haar doodsbed. Het mausoleum van Frogmore, waar het lijk van de Koningin naast dat van den prins gemaal zal bijgezet worden, ligt midden in het paik van Windsor". Boven de portiek van het piaalgrat leest men een Latijnsch op schrift dat vertaald als volgt luidtsin dit graf heeft zijn bedroefde weduwe, koningin Victoria, alles willen neeilegg--n wat er ster felijks was in prins Albert. 1862. Vaarwel, beminde. Hier zal ik rusten naast u, en van hier zal ik met u heengaan om leiug te keereu bij Christus." Zes weken geleden hebben de Koningin en de koninklijke familie nog in dit mausoleum een godsdienstoefening bijgewoond ter herin nering aan den pi ins-gemaai, op diens ge boortedag. Sir Theodore Martin zal de officieele levens beschrijver zijn van koningin Victoria. Van «ir Tneodoie's pen is ook de biographic van den prins-gemaal. Al is '-©dert diens overlijden en het overlijden der Koningin een lange tijd veiloopen, en al is de lettel kundige reeds 85 jaar toch moeten zijn werkkracht en niet vei mindere! zijn. Acliim von Roclilitz op te nemen. Daarbij twijfelde liij ai* geen oogenblik aan, of zijn vader sjrrak d.e waarheid. „De zal n (helpen, vader, als het noodig is," aaide liij vastbesloten. „Hij zal geen aanklacht indienen, Ilij zal wel oppassen, hij kan ane-t aanklagen,"' stiiot Weyer uit. „Maar nu wordt Irij mijn conciu- rent En je broeder Paul had vvfel lust, zich aan d» zijde- van dfen baron te bchaion, daar hij met -ditens zuster een liefdesgeschiedenis aan do hand h-cieft. Yuud'aai db breuk." Ook d'eze mededeelnig verraste Rudolf Daar hij veel van Paul hield, beproefde- hij ziju vader te vermurwen „U -ino-eb Paul met zoo baad' beooi-deelen, vader," zoido hij, „lnj is een gcvoclsmcnsch, maai* geloof me, hij zal altijd een go-_d zoon blijven Zijn vader mompelde iets onverslaan baars; anders sprak hij zoo holder en dui delijk. Na dit onderhoud bleef er nog vee-I duister voor Rudolf, no© had Avium, dl-c aardige, minzame, maar in 't geheel niet energieke man, de zaken zoo in -ec.ii ommezien vet-an •desTd Achun ©n "Waldine namen \a.n Rud'olf's aanwezigheid geen mo-ti-tie; misschien ver schrikt en rad-eiloos door zijn plo-lss-lmg-o aan komst. Rudolf moest weer gauw weg om zijn ai-boid te "hervatten. Op den twoe-d'eu dag van zijn verblijf vond hij m zijns vaders huis d© gedrukte verlo vingskaart van lied- slot Rudolf scheurde- ze in stukken. Zijh mo-e-iUjk onderdlntMo, smar telijk© woed© barstte -los. Alls een gemeen© dief had Abhiin hem ach ter zijiii -rug om, zijn golnk ontstolen Wal- dine had hom bedrogen, -eenvoudig bedrogen. ZuiibAfrika. Van het oorlogsterrein. Men heeft gisteren vroor heit eerst in de Londensch© City het woord -gehoord: „D1© Koning wil het," maar deze -eerstel woleui-ting had alleen betrekking op den eed van trouw, dien Eduard YII van zijn onderdanen eisehte. Maar wat „vil de Koning" -ten opzichte van den Zuid-Afrikaanschen oorlog, van het recht, van den wereldvrede? Het zou belang rijk zijn, zulks t© weten. De nieuwe koning zal, zegt men, in persoon tegenwoordig zijn en zou evenals ik graag Hot vUs e-eii heilig verhond -tuesOlien haar ©u liem, RudolfHot- op d:e manier te verbre ken, was een schandelijke daad. Hij zou hef hun zeggen, beiden m het gezicht' Mot dit doel heg-af hij zich naar hei huis van -don burgemeester. Heit bruidspaar kv^am hand in hand, glim lachend, van geluk stralend den van opwin ding bovendon, biceken man tegomoot. Zij st iken de handen naar hem m-t. "Woldrae renle- Ach' vvo zijn zoo gelukkig, zoo onuiUpie- kclijik gelukkig' J-e vergeeft het me toch? Ach nu weet. a'les, zien, dat ge onze vriend blccft Nopit le voren had Wnldlino over zulke lieve woorden, over zulke vleiend© zinnen beschikt Zij wis altijd koud cn trotech ge weest heit geluk had haar veranderd. Rudolf was donkerrood gewo-rion, toon weer bkelc Iïijl kon zich zcH wel' mot zien, maar voor dit schoone, van geluk sta-al-eaidb braids paar voelde- hij het onbe-teokenen-de van zijn persoonlijkheid dubbel „11c bail e-en gele gewecef, anders niats'" zcide hij mot gedampte stem, ,ik heb mets te vergeven' En wat do vriendschap aan gaat, mejuffrouw Wnldnne, daaraan zal u wel niet zooveel gelegen zijn Hij wenschibei de oudeais vormelijk geluk en nam spoediger afscheid dan gebruikelijk was Acliim keek somber voor zich. Hij be schouwd© de afwijzing der vriendschap als een belec-digiug. Waldme legde het schoone köpj© met vochtige oogen op zijn schouder en fluisterde „Wij zullen eeuwig bij hem in schuld blij ven, Achim!" (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1901 | | pagina 1