k
"i
L
li
55,<e Jaargang.
Vrijdag 11 October 1901.
No. 10673.
I
td
Kennisgeving.
ÏO October.
Madame d'Espëre.
Na twee jaren van strijd.
It
1
t i
f- f
'I
73
Of
BUITENLAND.
m
S
|'i
i
I
'I j
|Sr
IS
't,
L
t,(
1*
-i
KI
'data
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen £1. 4.25. Franco
per post fl. 4.65.
Prijs per weckVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
aan het
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
het bureau bezorgd zijn.
Bureau t Boter straat 08.
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde mdwtvSemtiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon Ho. 133.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken
Burgemeester en wethouders
!ïAh Schied AM,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet
Geven kennis aan de ingezetenen dat op heden
aan de firma GEBR. TIEMAN en hare recht
verkrijgenden vergunning verleend is tot op
richting van eene inrichting tot het malen
van granen en peulvruchten en plaatsing van
ean gasmotor van 26 pauiderikiacht, in het
d slaande aan den Buitenhavenweg no. 134,
kadaster sectie L no. 145.
Schiedam, don lOdcn October 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris
WIJTEMA,
Geen feestklanken kunnen, neen (mogen
geuit worden op dezen tienden Ootoiber,
want nog steeds leeft daarginds op villa
,Casa. Cara" do balling, verrei van land en
betrekkingen.
Geen juichkreten te zijner eer© mogen
op dozen dag opgaan, slechts een gewoel van
'imigo deelneming kan ons bezielen, van
deelneming met den man, wien zulk een bit
tere lijdensbeker te drinken werd gegeven.
Zeer terecht werd reeds tevoren gemeld,
dat geen openbaar feestvertoon op dezen dag
gehouden zou worden met het oog op de
^rdsomstandighoden. Zeer terecht, zeggen
wijt, want, ilioei gaarne wij ook !b!ijlken geven
iian onzfe sympathieën ten opzichte van den
liooggeëerden President, laten wij' ons van
daag slechts bepalen tot een in ons hart
medelevenheden is het voor den man, die
op zijn leeftijd nog land en betrekkingen
verliet, ten einde zijn volk tot nut, tot (hulp
te zijn, heden is liet voor dezen man geen
feestdag, het is een dag vol van herinnerin-
feu. Helaas, do meeste van die herinnerm-
n zullen wel van treurigen aard zijn I
Het is eon zware dag voor Paul Ivruger.
Wederom is hem een jaar bij de vele vo
rige gevoegd, een jaar, da,b hem bij veel
Is een van de zwaarste beproevingen
heeft opgelegd.
Heeft hij tot dusverre medegeleefd, mede-
gestreden en medegeledcn met zijn volk,
heeft liij alles wat in zij'u vermogen was ge-
DOOR
GiUY BOOTEEBY.
:19>..
Zij gingen door het dorp en wandelden
ongeveer een halve mijl. Plobsetliiilg stond eau
f voor een paar groote ijzea-en hekken en
regen de oveiblijfselen van een gelbouiw in
Jvi °°S> dab eens een stal ge'weest was. Op
en drempel zat een kleine jongen, die een
ld, haast zoo groot als hijzelf, op zijhi
areën had.
^hddlesboroug'h en de Tarvenac gingeai
jioor da laan en naderden een sdhilderaohtn'gl
gebouw uit den tij'd van Elisabeth, dat ze
°°r da boomen heen kouden zien.
irHat ia gelukkig, dat mijh dochter van
d buiieri.Ie.ven houdt, is het niot?" zeilde
aar vader, toen zo bij het huis kwamen.
Is ben echter bang, dat zo heit heel verve-
vindt, arm meisje."
«Hit zou ik ook denken," zeidei MldUIes-
r°R^h met overtuiging. Eln 'boen hij dit
P^igd 'had, daoht liiji oniwillokeurig aan hun
ontmoeting to Monte Carlo. Hijher-
"serde zich, dat, toon hij haar den hamd-
>xra overgereikt had, hij) haalr lief bleelk
pontje niet goed overeen kon brengen met
9 roulette-tafels en do spelende memijgb©
-iromheon. Hij daoht nog aan dien avond
'i/® huis bereikten.
Aan harte welkom," zoldo de Tarvenac,
op don idrdmpell ston'den.
•'uddlesborongh IbedanOrfe hom.
3 o meesto gehouwen uit dat tijdperild
[i!^0 '''Eis em raooi'e eikenhouten, v&s-
1r®' -®011 mooie trap leidde naai' de CffiStfet
roping, waar een gekleurd raam op do
daan om te helpen, de dappere strijde»
daarginds 'ul hun reuzenarbeid te steunen,
steeds leefde hij' in de verwachting, in hot
volle vertrouwen nog eenmaal weder zijn ge
liefd Afrika, verlost van 'het juk door geld
dorst on heersclmiel.it opgelegd, te betre
den, en er terug t-a vinden hen, die hij daar
had moeten achterlaten; dit jaar heeft hem
een beproeving opgelegd, duo hom den te
rugkeer in zijiti land zwaai- zal doen zijn.
De gade die niet alleen een trouwe
lihisvroujw, doch tevens in allo opzichten
oen levensgezellin voor hem was, die hem
steunde en hielp, clie alle vreugden en smar
ten ton volle met hem deelde', zijln weder
helft in den volsten zin des woordst is hem in
dit jaar ontnomen, zonder dat hij' haar do
oogen heeft mogen toedrukken, zonder dat
hij haar naar haar laatste rustplaats heeft
mogen geleiden.
V,' anneer liet hem nog e*enmaal gegelven
moge zijn, zijn land, zijn volk' teruig to zien,
zal hij velen aantreffen', die hean eeren, die
in hem den man van groote geest- en wils
kracht zien, die hem liefhebben als hun va-
dor, maar onder die allen zal zich nietmeer
bevinden diegene, die hem het naast aan
liet hart lag. Hiji zal slechts bunnen neer
knielen op haar graf en zijn gemoed zalmeer
dan vol zijn wanneer hij, de oude, veelbe
proefde man daar alleen over is.
Met onverzwakte wilskracht vergeet hij
zijn eigen leed om zich geheel aan de, zaak
van zijn volk te wijden, nog in Volle 'kracht
daaraan arbeiden do en zijn eigen smarten
onderdrukkende, maar liet komt ons voor,
dat dit hem Iheden al zeer zwaar, zoo niet te
zwaar zal vallen.
Daarom past ons heden meer dan ooit
groote veroering voor dezen held, doch te
vens eem onthouden van al wat naar feeste
lijkheid zweemt, integendeel een stil bewon
deren van den man, di'e met recht de vader
van zijn volk is, van den grootsohen, den in-
diufewckkendon ver togenwoordiger van den
echt Hollandschm stam
SCHIEDAM, 10 Oct. 1901.
Toon seis meor dan twee jaar geleden een
twintigtal Uitlanders te Plymouth landden,
kon men het volgende gesprek hooren
,,Die oorlog? Doorgestoken weak, anders
niet."
„'Hoo dab?"
„Wel we hebben dat best zion aankomen.
Men heeft ons kiesrecht laten vragen dat
gang .was, waardoor een stroom liolut m de
vestibule beneden viel. M'idldlesborough be
wonderde het aldus verldregeu effect, toen
hij voetstappen! hoorde op de geboende trei-
den van de trap Een oogeaiblik latei* zag hij
een slanke, siedijko gestalte. Heit meisje,
want zo was wainiig moer, was geheel in hot
■wit gekleed; zij' droeg een witte Oranten fichu
om den hals en de mouwen, die- tot boven
den elleboog reikten. Zooals ze daar voor
hem stond, afstekend tegen den donkeren
achtergrond van do trap, met één handje
rustend op do eikenhouten balustrade, tor-
wijl de punt van baar voetje uit haar witte
japon keek, geloofde Middlesborough uooib
iets Schooners gozien te hebben. Oarolus Du-
rand moest 'haar zoo schilderen, geen ander
zou haar recht doen wederwaren. Haar va-
dor kwam. haar aan den voet van de trap
tegemoet on nam haar hand im de zijne.
„Hoe komt hot dat u zoo vroeg terug
zijt?" vroeg ze, terwijl ze hemi kuste. „Ha
verwachtte u niet vóór den avond." Toen
viel haar blik op Middlesborough on ze gaf
een Hein gilletje van verbazing. Haar vader
merkte dat op en zeide:
„Kan het zijn, dat ge elkaar al meer ont
moet hebt?"
„Wij zaïgon elkaar te Monite Carlo.ant
woordde do jongo man. „TJw dochter had
haar handschoen laten vallen en itto was zoo
goluklcig hem op te kunnen rapen. Dat is
allts. liet verheugt me t© zien, mejuffrouw,
dat u me de eer aandoet mij' to herkennen."
„Ik herkan u heel goed, mijnheer," ant
woordde zo, zonder ben spoor van vertegen-
hedd.
Toen de vormelijke voorstelling plaats ge
had had, gingen ze een kamer binnen, aan
het eind van de- vestibule, Htet was een aar
dig vertrek, ruim eh luchtig, waarvan even
als in dei vestibule, de muren van den grand'
wij niet noodig hebben. Men heeft duizen
den arme drommels laten teekenen die een
wapen wagen, waarvan zij aicih nooit zullen
'bedienen. Men heeft ontdekt, dat wij' leden
onder dingen, waai- onder wijl nooit geleden
hadden."
„Maar dei positie der Uitlanders daar
■ginds is toch niet benijdenswaardig?'
„Och, wij' werklieden zijn naar Transvaal
gegaan om geld te verdienen.
„ledea-oen verdiende er veel geld. En daar
wij ons geheele leiven niet in Transvaal wilden
blijven bekommerden we ons ook niet om
politieke rechten."
„Dtus?"
„Dus niet voor em wordt er oorlog
gemaakt. Dat gebeurt voor de „hooge
oomes", die heb lieele land willen hebben."
Eenvoudig dit gesprek, niet waar? En in
•zijn eenvoud" tooh zoo solioon en waar.
„Niet voor ons, maar voor de „hoog©
oomes". Neen, waarachtig, niet is deze gru
welijke oorlog begonnen en verwekt voor
een uitbreiding van het kiesrecht in Trans
vaal, niet terwille van zoogenaamde Uitlan-
der&griesven, niet om hen, die thans smeek
schrift op smeekschrift zendon aan de Brit-
sclie autoriteiten, om in hun armoede
te halpen, niet om hen, die zoo gaarne den
vorigen toestand onder heb „gehate" heiwind
van do even ,,'gehaten" President Hunger
zouden tcrugwenschen, neen, nogmaals neen,
niet voor hen werd die vervloekte goudoor-
log gevoerd; alleen voor de belangen van
een troep gewetenlooze avonturiers, die
nieta ontzagen, geen enkel middel onge
bruikt lieten om hun verfoeilijk doel te be
reiken, voor de belangen van goudkoningen,
die een prachtig antwoord geven op de be
roemde vraag van HoratiusQuid non mor-
l a li ai petrtora cogis auri sacra fames
(Waartoe dwingt gij' de harten der men-
schen, vervloekte gouddorst Steeds een op
jagen dor Transvaalsclie Uitlanders, steeds
eeuii tergen der Transvaalsclie rogeetring,
die in haar liefde voor den vrede toegaf
voor zoover zij toegeven bon, maar ten slotte
er wel toe moest overgaan de B'ritscho regee
ring het volgende ultimatum te stellen, dat
wij om zijn soberheid van baal, zijn gevoel
van onafhankelijkheid nogmaals onder da
oogen onzer lezers willen brengen. Do Trans-
vaalsdhe regeering vroeg nl. 10 Oct. 1899:
lo Op allo punten va.» gesohil van beido
zijden to doen 'beslissen door vriendschappe
lijke arbitrage of door een zioodanig ander
middel, waarover Transvaal en Eh gel and
het eens moohtetn worden;
2o. do Britsche vroepen onmiddellijk te
rug te trekken van do TransVaalsdlio gren
zen;
3o. alle troepenversteikingon die van 1
Juni af in Zuid-Afnka. zijn aangekomen,
van daar weer terug te trekken, waartegen
over Transvaal belooft, dat geenerlei aanval
tot do zoldering met eikenhout beschoten
waren. Da meubiloermg van het huis was
van geslacht op geslacht overgegaan. Er was
echter hier en daar iets Fransoh op te mer
ken, wat Middlesborough dadelijk in hot
oog1 viol. Tegenover-! da deur waren drio
diepe vensbemissen met kussens belegd en
door de raonen schoen del zon vroolijk naar
binnen, op den geboenden vloer, en maakte
dat dc antieke haard or als goud' uitzag.
Buiten, aan het eind van de laan en de
volden daarachter, gaf de 'dichte 'bladercn-
tooi van een bosch juist dab idee van koelte
aan heb Landschap, dat noodig was. Er lag
iets oudeirwetsoh over alles, waarmede do
slanke, sierlijke gestalte in hot wit goed har
monieerde.
„We gmgen vanmorgen om vijf uur uit
Londen," zeide de Tarvenao bij wijze .van
uitlegging. „We hebben dientengevolge hon
ger. Zou'dt ge denken dat het mogelijk' was,
dat de bedienden hot ontbijt binnenbrach
ten
„Het zal zoo gauw mogelijk in orde ge
bracht worden," antwoordde zc.
Nu vroeg zö MiifTdlesbotrough haar te ex-
cuseeren en ging de kamer uit, terwijl zij de
heeren alleen liet.
Toen zo weg was, stond 'Middlesborough
op en ging door do kanier om een mooi uit
gesneden schoorsteen ito bekijken. Hij was
een oukeidkenner, maar deed' deze beweging
meer om zijn gelaat voor zijn metgezel te
verborgen.
Do Tar'venac, die 'alle® opgemakt had
zeide niets. Hij wild© hot niot doen voorko
men, alsof hij zijh dochter aan Middkebo-
rough wild© opdringen. Zoo'n handelwijze
zou noodlottig knrnen zijn. Hij h'ad verkre
gen, dat hij' met hem meo gegaan was, liet
overige liet hij' over aan Ceeala's eigen be-
'koorlijlelioid. Hij stolde voor, dat ze wat in
zal geschieden op ©enig deel van hot Brit
sche gebied, zoolang de onderhandelingen
voortduren. Wordt deze voorwaarde aange
nomen, dan is Transvaal zijnerzijds bereid
de gewapende burgers van de grenzen terug
te trekken;
4o. de Britsche troepen die nog over zee
op weg zijn, niet in eenig deel van Zuid-
Afrika te ontschepen.
Deze vragen waren vergezeld' van een uit
voerige inleiding, di© wij hier niet behoeven
te herhalen. Men weet hoe die matige
eïschen door Chamberlain o.s. beantwoord
werden; „deze vèr-gaamle oisehon" noemde
hij zc.
Uit dat antwoord bleek duidelijk dat En
geland den oorlog wilde, en hij is uitgebro
ken.
Onze leizers kennen heb verloop van dezen
ongeiijken strijd, wij juichten met de Boei-
ren melde in den eersten tijd hunner heer
lijke overwinningen, wij' gloeiden van geest
drift bij liet vernemen, dat het onzen broo
ders daar ginds goed ging, wijl zagen met
belangstelling uit, wij' scheurden Ibijlna d'o
couranten open om tei zien hoe 't stond met
de belegering van Ladysmit'h, Kiimberley en
Maf eking.
Maar ook weenden wijl met hen, waren
bedroefd toen het Britsche leger steed's voor
waarts rukte, toen Cronjé's overgave den
val van Bloemfontein veroorzaakte, toen in
Johannesburg en Pretoria d© gehate Brit
sche vlag werd gehescken. Wij, weiden moe
deloos toen de vijand doordrong tot Korna-
tipoort; doch die wanhoop in de zaak der
Boeren werd beschaamd; dapper hielden zij
stand, een oogenblikikelijikb paniek mocht
zich van hen hebben meester gemaakt;
Steijn, de wakkere President van den Vrij
staat, wiens woorden -en daden door ons
niet hoog genoog geprezen kunnen worden,
de ongrijpbare De Web, do kloeke Botlia en
zijn generaal De la Itey ei. a., zij welkten hun
burgers weer tot een 'vernieuwden strijd, die
slechts met hun aller dood of do onafhan
kelijkheid zal eindigen.
En nu, hoe staat het thans Zal de zaak
der Boeren, de rechtvaardige, de verhevene
zegevieren Onze lezers kennen uit de over
zichten onze meening. Wij gelooven niet,
dab de Brit zal overwinnen, neen, nooit zoo
lang nog één Boei' zijn geweer omvat houdt,
zoolang zij hun ideaal lioog houden, zoolan'g
zij' hun groot en onwankelbaar Godsverti ou
wen bewaren.
Hiea' de verder© reden uiteen te zotten is
niet noodig, alles wijst er trouwens op, hoe
slecht het met John Buil staat. Waartoe
anders die moordholen, die Engeland voor
vrouwen ca kinderen onder den) naam van
reooncentrado's opricht, dan om de Boeren
tot overgave te dwingen? 'D© Boerenvrouw
moet, haar man overhalen, maar zij wil dat
niet, zij spoort als eertijds Regains, tot ver
don tuin zouden gaan wandelen, totdat het
ontbijt gereed was.
Toen ze buiten gehoor waren, stond Mid
dlesborough stil en wendde zich tot zijh
metgezel.
„U moet me één vraag beantwoorden.,"
zei'da hij. „Weet mejuffrouw do Tarvenac
do reden, van mijn komst?"
„Neon, dab weet ze niet," zeide liaar va
der. „Mijn woord van eer erop. Zij' weet
niets dan dat u een vriend van mijl zijt;
ik nam de vrijheid u aldus voor te stellen."
Middlesborough was blij' dit te hooren.
Vóór hij ha,ar gezien had, was hij' van ge
dachte dat ze misschien, met haai- vader sa
menspande. Maar nu was hij' daaromtrent
zeer gerustgesteld.
Omstreeks eeu half uur wandelden ze
rond. In vroeger dagen was het een verruk
kelijke! plaats geweestnu. echter zag k©t er
zeer vervallen uit. Heb park was treurig ver
waarloosd, terwijl de rozentuin van do daime
des huizes, eens. zoo m'ooi, nu slechts een
wildernis was. In do stallen, vaar vroeger
dozijnen paarden gemakkelijk ondergebracht
konden worden, vlogen de ratten onder de
voeten dei- bezoekers weg, terwijl de boom
gaard en de moestuin zoo door elkaar ge
groeid waren, dat het onmogelijk was, de
plaats te vinden, waar vroeger de grens was.
„In mijn idee is er niets treuriger," zeide
de Tarvenac, terwijl ze op het hok van den
boomgaard leunden em zoo liet geheel over
zagen, „dan een oud huis van dezo soort.
Laat ons trachten uit to vinden hoe het
vroeger was. Die raïnö aan ouzie rechterhand
was waarschijnlijk de melkorij'; daar staan
nog do overblijfselen Van de stallen. Hij dit
hek hebben Wiel, do staljongen en Moll de
melkmeid, honderd jaren geleden waar
schijnlijk geflirt. In gindsclien tuin wandel
de de vrouw des h'tïizeg en droomde zij' van
zet aan, tot volharding in den schoon en
strijd voor recht en onafhankelijkheid.
Met schrille kleuren hoeft Jean Veber on
langs den toestand in die kaïnpen geschil
derd, maar baten zal hot niet; de rógeerin-
gen zullen niet tusschenbeiden komen, om
eon eind aan die uitmoording te maken; zij
blijven slapen, zij blijlven toezien hoe een
geheel volk van vro-uwen en kinderen ver
moord wordt in' kooien bloede; nog nieanand
denkt aan tusschenkomst.
Do eenige, die tot heden iets gedaan
heeft, is onze geëerbiedigde on gelifede Ko
ningin, door haar daad heeft Zij Zich do
„eenige man op den troon" getoond.
Dodh blijft maar toezien, 'gij „groote" mo
gendheden, de Boeren zullen, naar wij ver
trouwen, ook zonder uw hulp hun strijd wel
strijden; zonder uw tusschenkomst zullen
onze broeders don vijand wei van hun erf
verdrijven, hun onafhankelijkheid woten te
herkrijgen, zoodat als één luide jubelkreet
klinkt over het groote Zuid-Aifriikaansehe
veld, dat door de Engelschö beulen en brand
stichters is vernield en verwoest:
„Dat vrij'© volk, dat vrij© volk,
Dab vrij©, vrij© volk zijn wij."
En wanneer wijl dat lied dan m onze ge
dachten hooren weerklinken, dan zal er
vreugde en dankbaarheid zijn in ons hart
over het feit, dat liet recht heeft getriom
feerd over hot onrecht, d© zege behaald is
dooi- onze stamverwanten.
Strijd dan voort, 'gij' dapper Boerenvolk,
versaag niet, blijf biji uw ikleaal en neem als
strijdleuze! het woord van uw voorvader J.
P. Coen:
„Einde desespereerb niet."
Zuid -Afrika.
Op dezen gedenkwaardigen da.g is heb
nieuws van 't oorlogster-rem al zoor schaarsch,
dooh al hadden wij oolc niets meer dan heb
ééne telegram uit Kaapstad, dat wijl hier la
ten volgen, dan was het reeds meor dan vol
doende!
Do ÜQ-ijgswob is afgekondigd in de volgen
de districten dei- Kaapkolonie'Wijnberg,
Simonsslad, Port Elizabeth on Oost-Londen.
De proclamatie van do krijgswet strekt
zich ook uit tob Kaapstad en het district.
Zeer zeker oen veelzeggend en veelbetce-
kenend bericht! Vooral wanneer de corres
pondent van het „Ilibl." te Londen goed is
ingelicht, die seint:
„Ik verneem uit bijizonder betrouwbare)
bron dat de afkondiging van de krijgswet te
Kaapstad is geschied' tegen den nadrukkclij-
ken Wensch van de regeering hier."
Dus oen conflict. Lord Milner heeft de
vlag moeten strijken voor het militairismö.
Do regeering te Londen, de regeering dei-
Kaapkolonie lieibben zich moeten buigen!
voor den Sirdar. In ieder 'geval krijgt liet
d© lange rij afstammelingen, die deze plaats
jaren lang zouden 'bewonen, doch dis onge
boren bleven. En hier lidbben we de rut-
komst. Mevrouw en mijnheer en Moll en
kaar echtgenoot, met al hun nakomehngoxr
liggen op het gindsohe kerkhof, vergeten en
nog staat het oude huis daar naar de koude,
grijze zee te tru-en, en naar all© waarschijn
lijkheid zal het dat nog doen lang nadat u
en ik gestorven zijn en vergeten, als zij; van
wie we nu spreken
Middlesborough keek hem verrast aan.
Hij had zoo'n gevoelsuiting niet van zijn
metgezel verwacht. Hij wild© juist icits over
dit onderwerp zeggen, toen zijn aandacht
getrokken werd door een witt© japon, dio
tussschen de* hoornen zichtbaar was.
„Hot zal Cecile zijn, die ons komt roe
pen," zeida haar vader. „Laat onr naar bin
nen gaan."
Zij gingen door de wrakke poort, de laan
door naar het huis.
Ceeilei kwam hun op den drempel tege
moet, stak haar arm door dien van haar
vader en geleidde hen naar de eetzal.
Hot is zeer waarschijnlijk dat, liad men
dien dag Middlesborough gevraagd heb di
ner t© bosclirijiven, dab hem voorgezet werd,
hij dit een zeer moeilijke taak zon vinden.
Hij zou zich waarschijnlijk herinneren dat
er een omelette was, di© zeer licht was, zoo
dat hij' eivan -overtuigd was, dat Cecile zo
eigenhandig had klaar gemaakt ©n ook dat
er koffie was, die ze zelf schonk' on dio bij
gevolg als nectar Smaakte. Hij zou u zeker
niet meer 'kunnen verteHen, om de eenvou
dige roden, dat hij' te veel verdiept was ill
heb meisje, dat voor hem zat, dan dat hi]
veel lette op wat hem voorgezet werd.
(Wordt vervolgd
[i,\ <k
ff
t
f'
!5. 9
i f1
f, 1
t II
V- 't
1 J
1
te
1;
11
\$L