k "i L li 55,<e Jaargang. Vrijdag 11 October 1901. No. 10673. I td Kennisgeving. ÏO October. Madame d'Espëre. Na twee jaren van strijd. It 1 t i f- f 'I 73 Of BUITENLAND. m S |'i i I 'I j |Sr IS 't, L t,( 1* -i KI 'data SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen £1. 4.25. Franco per post fl. 4.65. Prijs per weckVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. aan het Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur het bureau bezorgd zijn. Bureau t Boter straat 08. Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde mdwtvSemtiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. latere. Telefoon Ho. 133. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken Burgemeester en wethouders !ïAh Schied AM, Gelet op de bepalingen der Hinderwet Geven kennis aan de ingezetenen dat op heden aan de firma GEBR. TIEMAN en hare recht verkrijgenden vergunning verleend is tot op richting van eene inrichting tot het malen van granen en peulvruchten en plaatsing van ean gasmotor van 26 pauiderikiacht, in het d slaande aan den Buitenhavenweg no. 134, kadaster sectie L no. 145. Schiedam, don lOdcn October 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris WIJTEMA, Geen feestklanken kunnen, neen (mogen geuit worden op dezen tienden Ootoiber, want nog steeds leeft daarginds op villa ,Casa. Cara" do balling, verrei van land en betrekkingen. Geen juichkreten te zijner eer© mogen op dozen dag opgaan, slechts een gewoel van 'imigo deelneming kan ons bezielen, van deelneming met den man, wien zulk een bit tere lijdensbeker te drinken werd gegeven. Zeer terecht werd reeds tevoren gemeld, dat geen openbaar feestvertoon op dezen dag gehouden zou worden met het oog op de ^rdsomstandighoden. Zeer terecht, zeggen wijt, want, ilioei gaarne wij ook !b!ijlken geven iian onzfe sympathieën ten opzichte van den liooggeëerden President, laten wij' ons van daag slechts bepalen tot een in ons hart medelevenheden is het voor den man, die op zijn leeftijd nog land en betrekkingen verliet, ten einde zijn volk tot nut, tot (hulp te zijn, heden is liet voor dezen man geen feestdag, het is een dag vol van herinnerin- feu. Helaas, do meeste van die herinnerm- n zullen wel van treurigen aard zijn I Het is eon zware dag voor Paul Ivruger. Wederom is hem een jaar bij de vele vo rige gevoegd, een jaar, da,b hem bij veel Is een van de zwaarste beproevingen heeft opgelegd. Heeft hij tot dusverre medegeleefd, mede- gestreden en medegeledcn met zijn volk, heeft liij alles wat in zij'u vermogen was ge- DOOR GiUY BOOTEEBY. :19>.. Zij gingen door het dorp en wandelden ongeveer een halve mijl. Plobsetliiilg stond eau f voor een paar groote ijzea-en hekken en regen de oveiblijfselen van een gelbouiw in Jvi °°S> dab eens een stal ge'weest was. Op en drempel zat een kleine jongen, die een ld, haast zoo groot als hijzelf, op zijhi areën had. ^hddlesboroug'h en de Tarvenac gingeai jioor da laan en naderden een sdhilderaohtn'gl gebouw uit den tij'd van Elisabeth, dat ze °°r da boomen heen kouden zien. irHat ia gelukkig, dat mijh dochter van d buiieri.Ie.ven houdt, is het niot?" zeilde aar vader, toen zo bij het huis kwamen. Is ben echter bang, dat zo heit heel verve- vindt, arm meisje." «Hit zou ik ook denken," zeidei MldUIes- r°R^h met overtuiging. Eln 'boen hij dit P^igd 'had, daoht liiji oniwillokeurig aan hun ontmoeting to Monte Carlo. Hijher- "serde zich, dat, toon hij haar den hamd- >xra overgereikt had, hij) haalr lief bleelk pontje niet goed overeen kon brengen met 9 roulette-tafels en do spelende memijgb© -iromheon. Hij daoht nog aan dien avond 'i/® huis bereikten. Aan harte welkom," zoldo de Tarvenac, op don idrdmpell ston'den. •'uddlesborongh IbedanOrfe hom. 3 o meesto gehouwen uit dat tijdperild [i!^0 '''Eis em raooi'e eikenhouten, v&s- 1r®' -®011 mooie trap leidde naai' de CffiStfet roping, waar een gekleurd raam op do daan om te helpen, de dappere strijde» daarginds 'ul hun reuzenarbeid te steunen, steeds leefde hij' in de verwachting, in hot volle vertrouwen nog eenmaal weder zijn ge liefd Afrika, verlost van 'het juk door geld dorst on heersclmiel.it opgelegd, te betre den, en er terug t-a vinden hen, die hij daar had moeten achterlaten; dit jaar heeft hem een beproeving opgelegd, duo hom den te rugkeer in zijiti land zwaai- zal doen zijn. De gade die niet alleen een trouwe lihisvroujw, doch tevens in allo opzichten oen levensgezellin voor hem was, die hem steunde en hielp, clie alle vreugden en smar ten ton volle met hem deelde', zijln weder helft in den volsten zin des woordst is hem in dit jaar ontnomen, zonder dat hij' haar do oogen heeft mogen toedrukken, zonder dat hij haar naar haar laatste rustplaats heeft mogen geleiden. V,' anneer liet hem nog e*enmaal gegelven moge zijn, zijn land, zijn volk' teruig to zien, zal hij velen aantreffen', die hean eeren, die in hem den man van groote geest- en wils kracht zien, die hem liefhebben als hun va- dor, maar onder die allen zal zich nietmeer bevinden diegene, die hem het naast aan liet hart lag. Hiji zal slechts bunnen neer knielen op haar graf en zijn gemoed zalmeer dan vol zijn wanneer hij, de oude, veelbe proefde man daar alleen over is. Met onverzwakte wilskracht vergeet hij zijn eigen leed om zich geheel aan de, zaak van zijn volk te wijden, nog in Volle 'kracht daaraan arbeiden do en zijn eigen smarten onderdrukkende, maar liet komt ons voor, dat dit hem Iheden al zeer zwaar, zoo niet te zwaar zal vallen. Daarom past ons heden meer dan ooit groote veroering voor dezen held, doch te vens eem onthouden van al wat naar feeste lijkheid zweemt, integendeel een stil bewon deren van den man, di'e met recht de vader van zijn volk is, van den grootsohen, den in- diufewckkendon ver togenwoordiger van den echt Hollandschm stam SCHIEDAM, 10 Oct. 1901. Toon seis meor dan twee jaar geleden een twintigtal Uitlanders te Plymouth landden, kon men het volgende gesprek hooren ,,Die oorlog? Doorgestoken weak, anders niet." „'Hoo dab?" „Wel we hebben dat best zion aankomen. Men heeft ons kiesrecht laten vragen dat gang .was, waardoor een stroom liolut m de vestibule beneden viel. M'idldlesborough be wonderde het aldus verldregeu effect, toen hij voetstappen! hoorde op de geboende trei- den van de trap Een oogeaiblik latei* zag hij een slanke, siedijko gestalte. Heit meisje, want zo was wainiig moer, was geheel in hot ■wit gekleed; zij' droeg een witte Oranten fichu om den hals en de mouwen, die- tot boven den elleboog reikten. Zooals ze daar voor hem stond, afstekend tegen den donkeren achtergrond van do trap, met één handje rustend op do eikenhouten balustrade, tor- wijl de punt van baar voetje uit haar witte japon keek, geloofde Middlesborough uooib iets Schooners gozien te hebben. Oarolus Du- rand moest 'haar zoo schilderen, geen ander zou haar recht doen wederwaren. Haar va- dor kwam. haar aan den voet van de trap tegemoet on nam haar hand im de zijne. „Hoe komt hot dat u zoo vroeg terug zijt?" vroeg ze, terwijl ze hemi kuste. „Ha verwachtte u niet vóór den avond." Toen viel haar blik op Middlesborough on ze gaf een Hein gilletje van verbazing. Haar vader merkte dat op en zeide: „Kan het zijn, dat ge elkaar al meer ont moet hebt?" „Wij zaïgon elkaar te Monite Carlo.ant woordde do jongo man. „TJw dochter had haar handschoen laten vallen en itto was zoo goluklcig hem op te kunnen rapen. Dat is allts. liet verheugt me t© zien, mejuffrouw, dat u me de eer aandoet mij' to herkennen." „Ik herkan u heel goed, mijnheer," ant woordde zo, zonder ben spoor van vertegen- hedd. Toen de vormelijke voorstelling plaats ge had had, gingen ze een kamer binnen, aan het eind van de- vestibule, Htet was een aar dig vertrek, ruim eh luchtig, waarvan even als in dei vestibule, de muren van den grand' wij niet noodig hebben. Men heeft duizen den arme drommels laten teekenen die een wapen wagen, waarvan zij aicih nooit zullen 'bedienen. Men heeft ontdekt, dat wij' leden onder dingen, waai- onder wijl nooit geleden hadden." „Maar dei positie der Uitlanders daar ■ginds is toch niet benijdenswaardig?' „Och, wij' werklieden zijn naar Transvaal gegaan om geld te verdienen. „ledea-oen verdiende er veel geld. En daar wij ons geheele leiven niet in Transvaal wilden blijven bekommerden we ons ook niet om politieke rechten." „Dtus?" „Dus niet voor em wordt er oorlog gemaakt. Dat gebeurt voor de „hooge oomes", die heb lieele land willen hebben." Eenvoudig dit gesprek, niet waar? En in •zijn eenvoud" tooh zoo solioon en waar. „Niet voor ons, maar voor de „hoog© oomes". Neen, waarachtig, niet is deze gru welijke oorlog begonnen en verwekt voor een uitbreiding van het kiesrecht in Trans vaal, niet terwille van zoogenaamde Uitlan- der&griesven, niet om hen, die thans smeek schrift op smeekschrift zendon aan de Brit- sclie autoriteiten, om in hun armoede te halpen, niet om hen, die zoo gaarne den vorigen toestand onder heb „gehate" heiwind van do even ,,'gehaten" President Hunger zouden tcrugwenschen, neen, nogmaals neen, niet voor hen werd die vervloekte goudoor- log gevoerd; alleen voor de belangen van een troep gewetenlooze avonturiers, die nieta ontzagen, geen enkel middel onge bruikt lieten om hun verfoeilijk doel te be reiken, voor de belangen van goudkoningen, die een prachtig antwoord geven op de be roemde vraag van HoratiusQuid non mor- l a li ai petrtora cogis auri sacra fames (Waartoe dwingt gij' de harten der men- schen, vervloekte gouddorst Steeds een op jagen dor Transvaalsclie Uitlanders, steeds eeuii tergen der Transvaalsclie rogeetring, die in haar liefde voor den vrede toegaf voor zoover zij toegeven bon, maar ten slotte er wel toe moest overgaan de B'ritscho regee ring het volgende ultimatum te stellen, dat wij om zijn soberheid van baal, zijn gevoel van onafhankelijkheid nogmaals onder da oogen onzer lezers willen brengen. Do Trans- vaalsdhe regeering vroeg nl. 10 Oct. 1899: lo Op allo punten va.» gesohil van beido zijden to doen 'beslissen door vriendschappe lijke arbitrage of door een zioodanig ander middel, waarover Transvaal en Eh gel and het eens moohtetn worden; 2o. do Britsche vroepen onmiddellijk te rug te trekken van do TransVaalsdlio gren zen; 3o. alle troepenversteikingon die van 1 Juni af in Zuid-Afnka. zijn aangekomen, van daar weer terug te trekken, waartegen over Transvaal belooft, dat geenerlei aanval tot do zoldering met eikenhout beschoten waren. Da meubiloermg van het huis was van geslacht op geslacht overgegaan. Er was echter hier en daar iets Fransoh op te mer ken, wat Middlesborough dadelijk in hot oog1 viol. Tegenover-! da deur waren drio diepe vensbemissen met kussens belegd en door de raonen schoen del zon vroolijk naar binnen, op den geboenden vloer, en maakte dat dc antieke haard or als goud' uitzag. Buiten, aan het eind van de laan en de volden daarachter, gaf de 'dichte 'bladercn- tooi van een bosch juist dab idee van koelte aan heb Landschap, dat noodig was. Er lag iets oudeirwetsoh over alles, waarmede do slanke, sierlijke gestalte in hot wit goed har monieerde. „We gmgen vanmorgen om vijf uur uit Londen," zeide de Tarvenao bij wijze .van uitlegging. „We hebben dientengevolge hon ger. Zou'dt ge denken dat het mogelijk' was, dat de bedienden hot ontbijt binnenbrach ten „Het zal zoo gauw mogelijk in orde ge bracht worden," antwoordde zc. Nu vroeg zö MiifTdlesbotrough haar te ex- cuseeren en ging de kamer uit, terwijl zij de heeren alleen liet. Toen zo weg was, stond 'Middlesborough op en ging door do kanier om een mooi uit gesneden schoorsteen ito bekijken. Hij was een oukeidkenner, maar deed' deze beweging meer om zijn gelaat voor zijn metgezel te verborgen. Do Tar'venac, die 'alle® opgemakt had zeide niets. Hij wild© hot niot doen voorko men, alsof hij zijh dochter aan Middkebo- rough wild© opdringen. Zoo'n handelwijze zou noodlottig knrnen zijn. Hij h'ad verkre gen, dat hij' met hem meo gegaan was, liet overige liet hij' over aan Ceeala's eigen be- 'koorlijlelioid. Hij stolde voor, dat ze wat in zal geschieden op ©enig deel van hot Brit sche gebied, zoolang de onderhandelingen voortduren. Wordt deze voorwaarde aange nomen, dan is Transvaal zijnerzijds bereid de gewapende burgers van de grenzen terug te trekken; 4o. de Britsche troepen die nog over zee op weg zijn, niet in eenig deel van Zuid- Afrika te ontschepen. Deze vragen waren vergezeld' van een uit voerige inleiding, di© wij hier niet behoeven te herhalen. Men weet hoe die matige eïschen door Chamberlain o.s. beantwoord werden; „deze vèr-gaamle oisehon" noemde hij zc. Uit dat antwoord bleek duidelijk dat En geland den oorlog wilde, en hij is uitgebro ken. Onze leizers kennen heb verloop van dezen ongeiijken strijd, wij juichten met de Boei- ren melde in den eersten tijd hunner heer lijke overwinningen, wij' gloeiden van geest drift bij liet vernemen, dat het onzen broo ders daar ginds goed ging, wijl zagen met belangstelling uit, wij' scheurden Ibijlna d'o couranten open om tei zien hoe 't stond met de belegering van Ladysmit'h, Kiimberley en Maf eking. Maar ook weenden wijl met hen, waren bedroefd toen het Britsche leger steed's voor waarts rukte, toen Cronjé's overgave den val van Bloemfontein veroorzaakte, toen in Johannesburg en Pretoria d© gehate Brit sche vlag werd gehescken. Wij, weiden moe deloos toen de vijand doordrong tot Korna- tipoort; doch die wanhoop in de zaak der Boeren werd beschaamd; dapper hielden zij stand, een oogenblikikelijikb paniek mocht zich van hen hebben meester gemaakt; Steijn, de wakkere President van den Vrij staat, wiens woorden -en daden door ons niet hoog genoog geprezen kunnen worden, de ongrijpbare De Web, do kloeke Botlia en zijn generaal De la Itey ei. a., zij welkten hun burgers weer tot een 'vernieuwden strijd, die slechts met hun aller dood of do onafhan kelijkheid zal eindigen. En nu, hoe staat het thans Zal de zaak der Boeren, de rechtvaardige, de verhevene zegevieren Onze lezers kennen uit de over zichten onze meening. Wij gelooven niet, dab de Brit zal overwinnen, neen, nooit zoo lang nog één Boei' zijn geweer omvat houdt, zoolang zij hun ideaal lioog houden, zoolan'g zij' hun groot en onwankelbaar Godsverti ou wen bewaren. Hiea' de verder© reden uiteen te zotten is niet noodig, alles wijst er trouwens op, hoe slecht het met John Buil staat. Waartoe anders die moordholen, die Engeland voor vrouwen ca kinderen onder den) naam van reooncentrado's opricht, dan om de Boeren tot overgave te dwingen? 'D© Boerenvrouw moet, haar man overhalen, maar zij wil dat niet, zij spoort als eertijds Regains, tot ver don tuin zouden gaan wandelen, totdat het ontbijt gereed was. Toen ze buiten gehoor waren, stond Mid dlesborough stil en wendde zich tot zijh metgezel. „U moet me één vraag beantwoorden.," zei'da hij. „Weet mejuffrouw do Tarvenac do reden, van mijn komst?" „Neon, dab weet ze niet," zeide liaar va der. „Mijn woord van eer erop. Zij' weet niets dan dat u een vriend van mijl zijt; ik nam de vrijheid u aldus voor te stellen." Middlesborough was blij' dit te hooren. Vóór hij ha,ar gezien had, was hij' van ge dachte dat ze misschien, met haai- vader sa menspande. Maar nu was hij' daaromtrent zeer gerustgesteld. Omstreeks eeu half uur wandelden ze rond. In vroeger dagen was het een verruk kelijke! plaats geweestnu. echter zag k©t er zeer vervallen uit. Heb park was treurig ver waarloosd, terwijl de rozentuin van do daime des huizes, eens. zoo m'ooi, nu slechts een wildernis was. In do stallen, vaar vroeger dozijnen paarden gemakkelijk ondergebracht konden worden, vlogen de ratten onder de voeten dei- bezoekers weg, terwijl de boom gaard en de moestuin zoo door elkaar ge groeid waren, dat het onmogelijk was, de plaats te vinden, waar vroeger de grens was. „In mijn idee is er niets treuriger," zeide de Tarvenac, terwijl ze op het hok van den boomgaard leunden em zoo liet geheel over zagen, „dan een oud huis van dezo soort. Laat ons trachten uit to vinden hoe het vroeger was. Die raïnö aan ouzie rechterhand was waarschijnlijk de melkorij'; daar staan nog do overblijfselen Van de stallen. Hij dit hek hebben Wiel, do staljongen en Moll de melkmeid, honderd jaren geleden waar schijnlijk geflirt. In gindsclien tuin wandel de de vrouw des h'tïizeg en droomde zij' van zet aan, tot volharding in den schoon en strijd voor recht en onafhankelijkheid. Met schrille kleuren hoeft Jean Veber on langs den toestand in die kaïnpen geschil derd, maar baten zal hot niet; de rógeerin- gen zullen niet tusschenbeiden komen, om eon eind aan die uitmoording te maken; zij blijven slapen, zij blijlven toezien hoe een geheel volk van vro-uwen en kinderen ver moord wordt in' kooien bloede; nog nieanand denkt aan tusschenkomst. Do eenige, die tot heden iets gedaan heeft, is onze geëerbiedigde on gelifede Ko ningin, door haar daad heeft Zij Zich do „eenige man op den troon" getoond. Dodh blijft maar toezien, 'gij „groote" mo gendheden, de Boeren zullen, naar wij ver trouwen, ook zonder uw hulp hun strijd wel strijden; zonder uw tusschenkomst zullen onze broeders don vijand wei van hun erf verdrijven, hun onafhankelijkheid woten te herkrijgen, zoodat als één luide jubelkreet klinkt over het groote Zuid-Aifriikaansehe veld, dat door de Engelschö beulen en brand stichters is vernield en verwoest: „Dat vrij'© volk, dat vrij© volk, Dab vrij©, vrij© volk zijn wij." En wanneer wijl dat lied dan m onze ge dachten hooren weerklinken, dan zal er vreugde en dankbaarheid zijn in ons hart over het feit, dat liet recht heeft getriom feerd over hot onrecht, d© zege behaald is dooi- onze stamverwanten. Strijd dan voort, 'gij' dapper Boerenvolk, versaag niet, blijf biji uw ikleaal en neem als strijdleuze! het woord van uw voorvader J. P. Coen: „Einde desespereerb niet." Zuid -Afrika. Op dezen gedenkwaardigen da.g is heb nieuws van 't oorlogster-rem al zoor schaarsch, dooh al hadden wij oolc niets meer dan heb ééne telegram uit Kaapstad, dat wijl hier la ten volgen, dan was het reeds meor dan vol doende! Do ÜQ-ijgswob is afgekondigd in de volgen de districten dei- Kaapkolonie'Wijnberg, Simonsslad, Port Elizabeth on Oost-Londen. De proclamatie van do krijgswet strekt zich ook uit tob Kaapstad en het district. Zeer zeker oen veelzeggend en veelbetce- kenend bericht! Vooral wanneer de corres pondent van het „Ilibl." te Londen goed is ingelicht, die seint: „Ik verneem uit bijizonder betrouwbare) bron dat de afkondiging van de krijgswet te Kaapstad is geschied' tegen den nadrukkclij- ken Wensch van de regeering hier." Dus oen conflict. Lord Milner heeft de vlag moeten strijken voor het militairismö. Do regeering te Londen, de regeering dei- Kaapkolonie lieibben zich moeten buigen! voor den Sirdar. In ieder 'geval krijgt liet d© lange rij afstammelingen, die deze plaats jaren lang zouden 'bewonen, doch dis onge boren bleven. En hier lidbben we de rut- komst. Mevrouw en mijnheer en Moll en kaar echtgenoot, met al hun nakomehngoxr liggen op het gindsohe kerkhof, vergeten en nog staat het oude huis daar naar de koude, grijze zee te tru-en, en naar all© waarschijn lijkheid zal het dat nog doen lang nadat u en ik gestorven zijn en vergeten, als zij; van wie we nu spreken Middlesborough keek hem verrast aan. Hij had zoo'n gevoelsuiting niet van zijn metgezel verwacht. Hij wild© juist icits over dit onderwerp zeggen, toen zijn aandacht getrokken werd door een witt© japon, dio tussschen de* hoornen zichtbaar was. „Hot zal Cecile zijn, die ons komt roe pen," zeida haar vader. „Laat onr naar bin nen gaan." Zij gingen door de wrakke poort, de laan door naar het huis. Ceeilei kwam hun op den drempel tege moet, stak haar arm door dien van haar vader en geleidde hen naar de eetzal. Hot is zeer waarschijnlijk dat, liad men dien dag Middlesborough gevraagd heb di ner t© bosclirijiven, dab hem voorgezet werd, hij dit een zeer moeilijke taak zon vinden. Hij zou zich waarschijnlijk herinneren dat er een omelette was, di© zeer licht was, zoo dat hij' eivan -overtuigd was, dat Cecile zo eigenhandig had klaar gemaakt ©n ook dat er koffie was, die ze zelf schonk' on dio bij gevolg als nectar Smaakte. Hij zou u zeker niet meer 'kunnen verteHen, om de eenvou dige roden, dat hij' te veel verdiept was ill heb meisje, dat voor hem zat, dan dat hi] veel lette op wat hem voorgezet werd. (Wordt vervolgd [i,\ <k ff t f' !5. 9 i f1 f, 1 t II V- 't 1 J 1 te 1; 11 \$L

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1901 | | pagina 1