55"" Jaargang.
Vrijdag 3 Januari 1902.
No. 10742.
PRINSES DE IERNE,
gen.
BUITENLAND.
mma mi courant
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en V1 a a r d i n g e n £1.1.25. Franco
per post £1. 1.65.
Prijs per weck"Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan liet bureau bezorgd zijn.
Bureau s Boteirstraat 68.
Prijs der Adverten tiën: Van 16 regels fi. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordesligejj voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde 2g{ei«s« imartmntiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau'te voldoen.
luterc. telefoon Mo. 123.
ngen,
'gen.
en.
in.
n.
ALCiKflEKU OVEKZICHT.
SCHIEDAM, 2 Jan, 1902.
Zuid-Afrik».
De correspondent van do „Standard" to
Pretoria, die de jongste bewegingen van ge
neraal De Wet beschrijft, zegt dat deze in
do afgeloopen twee woken plotseling versche
nen en dan weer verdwenen is met afwisse
lenden uitslag op zijn krijgsverrichtingen.
Over het algemeen echter hij moet het
met spijt erkennen was de uitslag voor
De Wet gunstig.
Toen hij! er niet in geslaagd was, Wilson's
troepenmacht bij Heilbron te overvallen ver
strooide Dö Wet zijn commando eu ruikte
westwaarts op naar Liudloy, waar hij de ko-
lonnes van Elliott, Broad'wood en Deliislc
vond. Do Wet achtte deze veioeniigdc kolon-
ïioa tó gevaarlijk en gaf weer aan zijn bur
gers last, om zich te verspre»den.
Dartnell, dio intussclicn oostwaarts ge
gaan was, in do hoop, De' Wet in den mg te
kunnon vallen, vernam dat hot Bocrenoom-
maudo verstrooid was en vond1 toen niets be
tera te d'oen, dan op zijn schreden terug to
keeren. Vervolgens hoorde hij dat t c Boeren
zich, weer verzamelden bij' den Langeborg.
Toen Dartncll dien berg naderde, had De
Wet zijn manschappen verborgen in diepe
donga's; hij begreep och tor d'at het niet mo
gelijk was ze daar to laten en gaf last tot
den aanval. De Boeren sprongen uit de don
ga's en liepen storm over oen vlakte, ge
steund door snelvuurgesoliut on ecu pom
pom; zij renden vlak op het Brilsoho cen
trum. aan, maar konden niet verder gaan le
gen 'het moorddadige vuur rin. Zij' keerden
terug en wijtaigden hun taktiek, dm aanval
hernieuwende uit een hooggelegen 'errem.
Zoo schoten zij vier uren lang, en trokken
•toen af, naar hun schuilhoeken in den Lan
geborg. Vernemende dat Campbell uit Beth
lehem aanrukte, en de positie der Boeren te
stork achtende om ze aan to vallen, ging
Dartncll naar Bethlehem op weg.
Do Wet, d'io intusschen versterkt was door
mannen van Prinsloo en Colliers, trok met
1700 man noordwaarts. Dat bleek echter een
schijnbeweging tc zijn, teil doel hebbende,
den aanval op de 400 yeomen van Firman
to bemantelen. Plotseling sloög Dc Wet zuid
oostwaarts af, op Kerstnacht bereikte hij
Twccfontcin en verraste de yeomen, wier
kamp zich op do helling van een wigvormi-
gen heuvel bevond. Vijftienhonderd' Boeren
ikropen in stilto naar den voet van de steilte!,
deden hun schoenen uit evenals indertijd
bij Wagon IMl (Ladysmith) en bijl Majuba
Veahaal uit den tijd van de Restauratie,
DOOR
ERNEST DAUDET.
en overmanden de wacht. Zij' wierpen een
hagelbui van koge's op do tenten, waairiut dn
opgeschrikte) yeomen to voorschijn sprongen,
mot het geweer in de hand. Wie» uit zijn tont
kwam, vormde togen den heuvel een duide
lijk' zichtbaar d'oel voor d'e kogels der Boeien
dezen zelf waren in de verwarring ter nau-
wernood te onderscheidenmen hoorde al
leen aan hun triomfkreten in welke richting
ziji zich bevonden. De verschrikkelijke wor
steling duurde nog geen half uur. Toen be
vond zich liet kamp met d'o helft d'er yeo
manry, een kanon en een pompom in han
den van de Boeren. In het hevige gevecht
leden bciide partijen zware verhezen. Rundlo,
die te Harrismith het schieten hoorde, zond
cenige mannen uit, die d'e Boeren dn het be
zit van het kamp vonden cn slechts met
moeite aan gevangenneming ontsnapten.
De Imperial Light Home begon nauwelijlks
drie uren later De Wet te vervolgen, maar
tevergeefs: De Wet had zijn terrein goed
gekozen, en bevond zich reeds in veiligheid
in een bergachtige streek, met zijp buit van
voorraad, kanonnen en munitie.
Men verneemt dat er gevochten is bijl
Laingsnek en Botha's Pas, den 2Scn. De
Boeren werden teruggedrevn, da Engclsohen
kregen drie gewonden.
Botha moet den 29en een poging gedaan,
hebben om De Wet versterkingen to eenden,
maar een poging om bij St-anderton tusschen
de blokhuizen d'oor te breken, is mislukt.
Aan de „Standard" word Dinsdag uit Pre
toria gemeld Tweehonderd Boeren hebben
een rooftocht gedaan langs do grens van, Swa
ziland. Zij violen Inkanini aan, de residen
tie d'er Koningin; de 'Swazi's boden slechts
weinig tegenstand, velen hunner werden ge
dood.
V*
Uit een brief van Bennet Burleigh in de
„Daily Telegraph", gesaluwen uit Pretoria
7 December:
„Gisteren ben ik langs de geheele linie
(blokhuizen van Standerion naar Ermelo,
gereed tot een 30 K.M. van Ermelo) gere
den, meer dan 48 K.M. lang, van ten N.
van Blesbok af hij' de hoeve Ashoek tot Stan-
ckrton, zonder een Bow te zien."
..Heb is misschien noodig, een uitlegging
te geven, waarom op last van het hoofdkwar
tier voortaan bij den aanleg van de draad-
versporring do helft minder prikkeldraad,
moet gebruikt worden, waardoor do kracht
van deze wering ten halve of meer vermin
derd wordt Dc kan niet aannemen, dat, er
tc weinig draad is, want or kan veel van do
hofsteden gehaald worden, cn Engolsohei fa
brikanten waren telegrafisch te bereiken."
45)
„Ik beschuldig u niet, excellentie,' ver
klaarde Bollart. „Ik heb er het recht niet
toe, cn had ik reden u te besctlmldig-m, dan
zou ik t-och niets tegen u kunnen doen. Uw
hoedanigheid van ambassadeur stolt u bui
ten mijn macht. Maar ik beschuldig u niet.
Ik bracht u alleen te doen begrijpen, dat u
dö waathoid moet zeggen. Wij moeten we
len door wielko oorzaak u zich remidden van
personen bevindt, die wij totdat heb tegen
deel bewezen is, hot recht hebben te be-
soohouwen als de grootste vijanden van on
zen koning en van allo koningen. Alleen
door het stilzwijgen to bewaren, wekt gijl on
ze vermoedens op en noodzaakt gij ons aan
Zijne Majesteit mede te doelen, wat hier ge
beurd ia"
Dat was duidelijk eu do prius do Lcnve
zag zich genoodzaakt te bekennen.
„U wilt de waarheid hooren, hecren," zei-
do hij, vu zult zo hoorenik vertrouw op uw
discretie, op uw eer. Het is niet wat go
d'enkt. Toen ik zoocven hier aankwam, dacht
ik niet, hier samenzweerders t-a ontmoeten.
Ik kwam een dam© afhalen, met wie ik oen
rendez-vous heb. U zult mo wel niet dwin
gen, haai- naam te noemen."
Foudras keek verbaasd op.
„Een dame?" zedde ihijl. „Maar or woont
hier alken mevrouw Lauréal met haar doch
ter on een dienstbode.'"
„Mejuffrouw Lauréal wacbtte mo," beken
de d'e ambassadeur, tot een leugen zijtn toe
vlucht nemende, om zijn ncdëirlaag minder
droevig te maken.
„Mijn ervaring en d'io van vole anderen is,
dat aanvoerders van het soort van kolonel
Mike Riming ton cn, van minderen in rang,
majoor Oharlid Ross (Canadecscho verken
ners), dc mannen zijn die verreweg het meest
licbben 'bereikt tegen hot geringste verlies
van ouzo manschappen cn ons materiaal, en
zichtbaar tot het eindigen van den oorlog
het inecslo hebben bijgedragen. Er zijn or
velen meer, o. a. generaal French, van al
onze generaals degcen die verreweg hot mees
te succes heeft gehad, die 'ik in dezelfde ca
tegorie van aanhoudende vechters kan noe
men, o. a. lord Meühuen, Kekewitch, Spens,
Plunier."
„Wij zien or tegenwoordig vrijwel eender
uit, Britten en Boeren. Hoo kan heb ook an
ders bij het kampeeren op het vale veld, in
storm en regen bijl dag en nacht, cn het slij
ten en scheuren van de kleeren
„Den 3en trokken wij het verlaten, ver
woeste Ermelo binnen."
„In de meeste hoeven (onderweg) vonden
wij vrouwen en land eren, als gewoonlijk vui
le ongekamde wezens. De Boeren en do Kaf
fers hadden volei akkers omgeploegd, mielies
geplant cn aardappelen gepoot, eu hier en
daar een weinig tarwe, gerst en haver. Lang
zamerhand zal hot tijd van oogsten worden
door wie?"
Over -d'e verrassing van het Boerenlager
te Oslioék op 4 December:
„Do Boeren hadden geen voorposten uit
gezet-, zoodat onze manschappen lot op 200
M. van lnin lager kond'eu na doren zonder
een ziel op te sohriikken. Toon blafte er een
hond, maar hel was te laat. Onze mannen
kwamen wild aangerend, schreeuwende
Overgeven, ovetrgevenhetgeen de Boeren
dadelijk deden Het geviel, dat de vijtmd
meer d'an dertig ossenwagens had, een aan
tal Kaapsolio kan-en, en bovendien 1500
stilles uitmuntend trekvee. Onze beesten heb
ben juist nu do runderpest. Alleen in gene
raal Spens' kamp moesten er dagelijks hon
derd geslacht worden, maar tot dusver zijn
do gladhanigo ossen van db Boeren in heit
boschveld nog gezond cn goed."
V
liet procos tegen Scheepers is Maandag
geëindigd. Het vonnis te verdaagd.
w 11 s c h 1 a n <1.
Het ware «loei der Poten.
De ïAllpolnisclie Rundschau" bevat een
lang artikel over #de nationale taak dei-
Pruisische Polen". Dit Poolsch maandblad
moet nis hel orgaan van de politieke leiders
du- gezamenl'yke Polen beschouwd worden,
de aitikelen zijn daiiiom in zekeren zin als
officieele inededeelinueri der gezamenlijke
Polen te beschouwen.
De strijd tusschen de Duitschers en Polen,
dus heet het in dit ai tike], is een strijd,
waarbij iedere mogelijkheid van wederzijdsche
toenadering is buitengesloten, een strijd op
leven en dood. Beschouwt men dezen op
zekeren afstand, dan zal men gemakkelijk
opmeiken, dat er hier niet van gewone ver
overing van een kleine landstreek sprake is,
manr dat het hier de quaestie geldt, of mil-
lioenen menschen Polen o£ Duitschers zullen
worden.
liet is een strijd om de heerschappij over
een reusachtige uitgestrektheid, om de Duil-
sclie aanspiaken op de Baltische zee, om de
vraag ot Bot lijn de hoofdstad van Duilscldand
blijven zal, of Pinteen de hegemonie in het
rijk za! behouden. Als de Polen uit dezen
strijd als overwinnaars treden, zullen de
Duitschers niet alleen liet groothei togdom
Posen, maar ook het geheele Poolsch spre
kend Silezië en het Baltische Pommeren ver
liezen, een uitgestrektheid waar zeven millioen
menschen wonen. Tegelijkertijd zullen zij al
hun macht op de Oostzee en al hunne uit
zichten op een toekom-tige inbezitneming der
Baltische provincies van Rusland verliezen.
Dan zal het overwicht van Pruisen in het
Duitsche rijk afnemen en Berlijn, dat aan de
grens van den staat ligt, kan niet de hoofd
stad blijven. Als echter de Polen het onder
spit moeten delven, zullen zij niet alleen de
genoemde vinkten verliezen, maai ook vooi
de Duitechers een nieuw veioveiingsveld
openen, waai bij zij dan krachtiger zullen
moeten optieden, om zich de blijvende heer
schappij ovei Oost Pruisen eu de mogelijkheid
eener verdeie machtsuitbreiding aan de Oost
zee te verzekeren.
De strijd gaat dus dam om of de Polen
als een politiek volk, als een rijk zullen blij
ven bestaan, of Duitschland onder l'ruisen's
leiding behouden zai wal liet bezit en zich
een verder ontwikkelingsvehi in Europa ver-
zekeit. Dat is een quaestie, die slechts dooi
de volkomen overwinning van een der beide
partijen opgelost kun worden.
"««mengde <S«<l<Mlec(tiigccn.
Engeland.
Do Koning heeft- den Prins van "Wales
aangewezen orn de viering van 's Keizers ver-
O O
jaardag te Borlijti biji te wonen.
In oen vïorrede bij d'e geautoriseerde le
zing van zijd rede te Chestcifeld, 'die gister
avond is uitgegeven, zegt'Lord Roseibery, na
igeweaen te hebben op de goedkeuring, welke
de aangegeven politiek alom mocht verwer
ven:
„Maar om uitwerking te hebben, moot
een politieke meening georganiseerd worden.
De politieke energie moet haar schansen
bouwen. Ik heb wat van dit graafwerk noo
dig voor mijui politiek, anders gaat de vloed
Een dubbele ontkenning volgde. Bellart
zciido:
„Mejuffrouw Lauréal kon u niet v.rwach
ten, -exceleniie. Ze is met haar moeder naai
Poitiers vertrokken, hedenmiddag om vier
uur."
Do prins do Lome wankelde bij' deze lo
genstraffing en stamelde:
„Dat- 'bewijst dat ze mei voor den gek luieOd.
U wildot de waarheid weten; u kent haar
nu. Als u eraan twijfelt, laat mijn bediendo,
dio zich onder uw 'gevangenen bevindt, d'an
komen. Hij' zal het li bevestigen. Wat mij
betreft, ik zweer u, op mijn eer, dat er hier
slechts sprake is van cien zwakheid Al is
men ook oud," zuchtte hij!, „het hart "blijft
jong. Beoordeel mei gestreng, als u wilt
Maar stort m-e niet 'in het verderf."
Hij was nederig en kruipend geworden.
Bleek, ivc't kondö zwtot op 'liet voorhoofd',
mot smeekenden blik, scheen hij van plan
te zijn, neer te knielen. Maar dc twee Oco-
mnklijke beambten, die elkaar snel geraad
pleegd hadden, kregen medelijden met hem
on stelden hem genist, niet meer twijfelend
aan de waarheid van zijn verhaal.
„U kunt weggaan, excellentie," zeide Fou
dras.
„O, kan ik? U vindt het goed? U
houdt ma niet hier?"
„Ge zijit vrij, excellentie. We zullen u t-ot
liet einde van de straat laten brengen. Ze lis
door de politie ingesloten on als u all een
waart, zou men u niet doorlaten."
De twee agenten werden geroepen. Zon
der huil d'en naam en de hoedanigheid van
den prins det Lorno te nocanen, stelde men
hem ond'er htm hoed'e, hun bevelend hem te
vergezellen, zoover liet hem behaagde. Zij
vergiten zich. niet in den aard van deze be
velen. De man, die hen zooeven had' omge
kocht, waa een hooggeplaatst persoon, dio
herkend was en vrijgelaten werd. Hij had
hen dus niet meer noodig en het winsteeven-
do zaaüqe was afgesprongen. Maar zou hij
liet handgeld tmigeisehen, dat hij hun ge-
geren had? Hij las op hun gelaat dei teleur
stelling en den angst. Mot één blik stelde hij
hen gerust. Hij daclit hen nog noodig te
hebben.
Op .het oogenbük dat hij' wegging, dacht
hij aan zijn kamerdienaar en vroeg naar
hem.
Men kon hem slechts beloven, hem vóór
den morgen terug te zenden. De mannen,
die het eerst ondervraagd waren, bevonden
zich reeds niet meer in huis. Zijl waren naar
do gevangenis gebracht en Giacomo met
hen.
Een oogenblik later verliet hij', 'begeleid
door de agenten, dc villa Lauréal, geknakt
door do emoties van dien avond, angstig
voor de gevolgen van dit avontuur, ofschoon
de heer Foudras hom verzekerd had van de
discretie der politie. Hij was toiuggesclinkt
voor do vernedering hem te smeaken om ge
heimhouding en durfde nu niet hopen, dat
ze niets aan do ministers desikonings zouden
zeggen. Als ze babbeld'en, dan zou hij' ge
noodzaakt zijn, zijn ontslag aan te vragen
en Parijs te verlaten. Hij verborg zich het
belachelijke van de rol, dio hiji gespeeld
had, niet on Irij, wist, dat hier in Frankrijk
belachelijkheid doodend is.
Eenmaal buiten, ging :liijl naar de plek,
waar bij zijn rijtuig liad achtergelaten. Het
was verdwenen. Agenten, die daar op wacht
stonden, zeid'en, dat die postwagen hun ver
dacht was voorgekomen. Do koetsieir, die on
dervraagd werd, gaf zulke ontwijkende ant
woorden, dat men het raadzaam geoordeeld
had, hem met wagen en paard naar liet po
litic-bureau te laten brengen."
„Dat 'is goed," antwoordde dö prins. „Mor
gen zal ik een klacht indienen bij! den pre
fect. Wat u betreft, vrienden," voegde hij,
cr t-ot zijn geleiders bij, „gij, kunt me liier
verlaton. Ik héb u niet meer noodig."
Hij was besloten naar do ambassade terug
te keeren, een voorwendsel bedenkend om
zijn onverwachte terugkomst te verklaren.
Maar hij wilde niet, dat men wist waar hij'
heenging. Uit voorzichtigheid verwijderde
hij dc agenten, verre van to kunnen voor
zien, dat ze zijn bevolen zouden weerstaan.
Zijn verbazing was groot en steeg tot toorn,
toen hiji zag, dat ze bij hem bleven en c-en
van hem tot liem zeide
„Noem niiji niet kwalijk, mijnheer, xi ver
geet wat n ons beloofd hebt."
„Wat heb ik beloofd riep hij uit, de ar
men over do borst kruisend, staan blijvend
in liet midden van de straat, en den spieker
nuiaclitend aanziende.
„Ona tos belooncn, als we u lieten ontsnap
pen."
„Welnu, hebt ge me laten ontsnappen?
Heb ik mijn vrijheid aan jullie te danken?"
„Neen, zonder twijfel. Maar het is wol on
gelukkig voor ons, dat uw beloften in rook
opgaan."
„G-e vergeet, dat ge ieder vijf duizmd
pond' hebt ontvangen. Ik eiscli het met te
rug. Behoudt liet en zeg, dat. uw voornemens
koninklijk betaald zijn. Eit mi," zei hij' met
een gebiedend gebaar, „gaat dadelijk heen,
zoo niet, dan zal ik aanstonds mijn beklag
doen bij den heer Foudras."
De twee agenten trokken zich terug cndci
liet vuur van zijn blik, met gebogen hoofden
als overwonnen wolven, verontschuldigingen
stamelend, misschien ook bedreigingen. Maai
bij hoorde slechts de verontschuldigingen en
ging gerustgesteld zijns weegs, zonder te be
merken, dat de mannen hem van verre volg
den.
IX.
Einde van het dagboek van de princes.
19 Juni, zeven uur 's morgens.
Het was drie uur, toen Jean er eindelijk
van de instemming van het volk in 'de ruim
te verloren.
Dö meeste liberale bladen zijn er van over
tuigd, dat lord Rosebery op Sir II. Camp
bell-Bail li er m a ris uitnood'igmg om zich weer
bij dö liberale partij te voegen, afwijzend go
antwoord 'heeft.
F r a n k r ij k.
In antwoord op de toespraak van den de
ken van het corps diplomatique, mgr. Lorai-
zelli, bij gelegenheid van d'e nicuwjaarsonl-
vangst door president LoubcL, zeide deze:
„In zeldzaam juist gekozen bewoordingen
licht gij, Monsaignciu-, de beginselen geken
schetst, door w-elke do regeering van do Re-
jiubliek zich lieeft laten leiden, 'oen zij
moeilijkheden van verschillenden aard had
te regelen, waarbij haar belangen juist sa
mengingen met do belangen van onze be
schaving. Het doet mij' genoegen dat onzo
pogingen worden geapprecieerd, gelijk wij
wenscihtcn en van u daarvan de hooggeschat
te verzekering te mogen ontvangen. Temeer
ben ik voldaan, nu ilc mag constateeren dat
het vcrd'wenen jaar aan liet nieuwe .beeft na
gelaten een toestand van louter overeen
stemming tusschen de mogendheden on, voor
enkelen van haar, de versterking van liaar
verbonden en dc bo\restiging van hun vriend
schap.
„Moge 1902 slechts de uitbreiding van
deze aera van overeenstemmiing brengen,-dat
is de wenscli die ik wil richten t-ot dc ver-
tegcuwoordignrs van de geheele wereld."
Dc gemeenteraad van Parijs nam het be
sluit tot- de uitgifte van een nieuwe leening
van 150 millioen francs, voor't voltooien van
do werken voor den Métropolitain-spoorwcg.
Spanje.
In ï-egceJi-ingsezindö kringen wordt de spot
edreven mot de geruchten over een ophan
den zijnde ministeriecle crisis.
Italië.
Dc „Tribuna" spreekt .liet bericht togen,
dat d'e rad3 van vorst Nilcita naar Petersburg
ten doel zou hebben een bezoek van liet Ko
ninklijk paar aan heb Petersburgselio Hof
voor te bereiden.
Den 9cn Jan. zai do ontzcgcling plaats
hebben van Crispi's papieren. Dïiar de fami
lieleden tegenwoordig willen zijn, tegen den
wil der Regeering, vreest men moeilijkhe
den.
H o n g a r ij e.
De minister-president, Koloman Szeli, ver
klaarde in zijn antwoord op de gclukwen-
in toestemde mij te verlaten, om naar zijn
eigen kamer te gaan, die Bettina, op mijn
bevel, in gereedheid had gebracht, niet ver
van de mijne en waar liiji verborgen zal blij
ven tot den volgenden dag, waarop ik hem,
naar ik hoop, buiten. Frankrijk zal leunuen
zendon, zonder gevaar voor hemzelf. Heel
vroeg ben ik naar de deur van deze
kamer gegaan, waarvan dc voor de veiligheid,
den sleutel bewaar. Na geluisterd te hebben,
heb ik, daar ik geen geluid vernam, stilletjes
de deur geopend' en ben ik zachtjes naar het
bed gegaan.
Jcan sliep d'aar, nog lialf aangekleed. Mijn
bezoek heeft hem niet gewekt. Ik heb daar
bij hem gestaan, hem beschouwend en bewon
derend, terwijl ik mijn oogen niet kon afwen
den van dit manlijk schoonc gelaat, dat, sla
pend zelfs, nog van de vurige hartstocht
sprak, waarvan hij met- mij, het genot gedeeld!
lieeft. Als de vrees, zijn slaap te storen, niet
2rooter was geweest, dan de aantrekkings
kracht, die hij op mij uitoefent, dan zou ik
dien welsprekendeu mond gekust hebben, die
me dien nacht zooveel teed'ere en hartstoch
telijke woorden heeït toegefluisterd. Maar
ik heb mezelf beheersclit. Do kus, die zijn.
lippen misschien vroegen, heb ik licon van
uit de verte toegezonden, van de toppen der
vingers. Vervolgens ben ik heengegaan, zoo
als ik gekomen was, op do te-enen loopend,
hem in zijn rust latende, d'waa-s gelukkig te
denken, dat hiji daar is, onder mijn hoed'e,
beschut voor heb gevaar, gered door mij,
want ik heb hem gered door die vrijwillige
opoffering van mijn vooroordeelen, van mijn
angst cn vreezen, die, in dien onvergclijike-
lijken minnaar, mij een slaaf en een meester
gegeven heeft.
(Wordt vervolgd.)