Zondag 12 en Maandag 13 Januari 1902. No. 10750. Iet peraal De Wet In ie KaajkoloÉ 55"tc Jaargang. Ticeede Blad. vin. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. 5EHIEDAMSCHIE CCURANT Deze courant verschijnt dageljjks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 40 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. lturcauBoterstraat 08. Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zy innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zpn gratis aan het Bureau te Bekomen. In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde ftïei«o« opgenomen tot den prp's van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Iiatcrc. Telefoon Mo. 133. Wij waren: gebleven hij liet oogenbliik, dab Marftz, dio in een Icraal 60 EngjeJsöbon te genhield, op onze linkerflank de Engelsche amiters 'bemerkte, d'ie onze handpaa reien on onze terugltodhtslime bedreigden. Van mijn obserVaitiepogt zie ik dia acht khaki's van richting veranderen en weldra voegen zich Van Wijdk, Steuerwaïd, Jou- berb en Maxibz zelf Veer hij' mij, Maritz, dio zijn kraal verlaten heeft, eb. twee mooiei Engelsche paarden medebrengt. Ziende, d'ab d'e 60 Engelsohon niet tob een aanval durf den overgaan, had hij ham paarden, die vrij liepen, achtervolgd, en eo.' twee genomen, na er acihfc gedood! te hebben, daardoor een vrij grooit vertes aan den vijland borokke- noiid, daar or in d'o streek, waar wij nu rijin, geen paarden te vinden zijn. Het komt er nu op aan, te weten wait met die 8 khaki's to doen, welko ons den weg versperren, en die zeer goed de voor hoede van ©en steitkei troepenmacht kunnen zijn. Zij zijn op d'e helliiig Van een kopje op 800 M „Ziehier heit consigne," zeido MaX'ibz, „wijl zullen regehTeffi-hl op hen afgaan, tot 200 Mi. Indien zij op ons vuren, dan hebben zijl meer mannen achter rich, in dat geval zul len wij ons verspreiden en een klein kopje bezatten op hun linkerflank. Als zijj n:et schieten, dan zijn wij slechts 8 tegen 5 en zullen wij op 'hem losstormen." Wol eon weinig vermetel pl'anMaar Ma ritz weet wajb Stijl doet. Hij stalt) zich aam ■liet hoofd van ons klein troepje, zonder zich te haasten. "Wij rijden, helt geweer aan d'en schouder, d:em vinger aan den 'trekken-, tob op 200 Meter. Houden de khaki's" ons voor khaki's? of laten zij ons naderbij) komen, om beter te kunnen ralken? Nog altijd schieten ze niet. Plotseling schiet Maritz weg als een pijl uit den boog, schreeuwendStorm, burgers. En wij volgen: Ihiem. De vijand is niet te vreezem. Reedis doen siji hun paarden. keeren en vluchten. Twee zijp zelfs te zeer d'oor schrik bevangen om iheb hazenpad' ibe (kiezen. Geiknieildi am da struiken, smeeken zij bij onze nadering om genade zonden- zelfs list hoofd te durven op heffen. Wij zetten de zes vluchtenden niet na, om onze paarden niet te zeer te vermoeien, hun vlucht heieifb ons tooh demi weg vrij gemaakt en wij keeren tob onze itwete gevangenen terug. Een lis een jong Engelschinan van heb ge regelde leger, de ander een halfbloed', half Sngokohman, half Hottentot. De laatste, niet wetencte wait te doem Van vrees, beweert dat hij zooveel van ons houdt. Daarom heeft hij niet willen vuren op zijn „ibi-oedba-s". Maritz, verontwaardigd, geeft hem wat me!b de zweep en. waarschuwt hem, (dat hij, hem haarder zal straffen, in dien iiiji blijft lieigen. Van Wij|dki herkent hem als een zekeren Dorson, djie in dezelf de stad! gewoond' heeft als hij. Wij hebben later dien kerel in een regiment H'otbemtot- ten pur-sang toruggevond'ein. Wat onzen anderen gevangene betreft, den Engelschinan, wiji behandelen hem zoo goed mogelijk, want wij heben medefltijlden met hem. Hij vertelt zijn «Tiende steeds het zelfde. "Voor drie jaaa- naar een Engel soln regiment gezonden, is hij zwaar ziek gewor den, maar in plaats van hem naar huis 'tet- irng te zeoid'en, heeft men 'hem in het Kaap- schei leger ingedeeld, temidden van een, ben de half kleurlingen en soldaten, uiit db heffe des volks gereorubeord. Ook hij teetfb neg geen cent soldij ontvangen. 'Be merk in 'b voorbijgaan op, ,diat onze balde gevangenen geen uniform dragen. Men heeft_ hun in politiek! gelaten, opd'ati zij ons zouden (kunnen vetnrassem. En dd Engeilscheos fusilleeren Roeren, dlie rij „Iflhaki" gevangen nemen1. Nia id'ei twee gevangenen van hun Wapenen •en paarden ontlast te hebben, laten wij se vrij, mqb het verzoek hun commanidanJb te melden, d'ab wij geen tijd hebben hier met hem tel vedh'ten, d'aar wij verdien weg een dringende zending hebben, maar diet hij, in- diien ,hij| er' bij blijft ons tel vervolgen, rijp, koppigheid duur zal moeiten betalen. Den avond! van dbnzelfd'en clag te Kfein- Reabkricenier aankomende, veritóLle® die boe ren ons, d'ab sedert verscheidene diaigerc eon sterko Engelsche patrouille te Camavon en Fraserburg gevormd' is, om ons te pakken, en dalt da dagbladen onzo spoeidlge gevam genneming meld-en. Arme Engelsdhe pa trouille! Wij hebben er vandaag med'e af gerekend!. Zij zal naar haai' garnizoenen te- rugkeeren, maar kleiner in aantaL en gedeel telijk te voet, daar zij vrij wat paarden ver- loren hoeft. En de weg naar Kenhardt is voor ons open. 1617 April. Uk wil hier oen oogenblik mij besigtliouden met een feit van groot belang zoowel met lioc oog op de tegenwooixlige gebeurte nissen als voor helt goeldl begrip van al d'e toekomstige feiten in Zuid-Afrik'a. Ik bedbel de warme ontvangst, die ons op een zeer liooge uitzondering na in alle hoeven der Kaapkolonie ten deel valt. Iets van het hoogste belang in zoover het bewijst, dat de Boeren uit Transvaal en Vrijstaat, de Afrikaanders der Kaapkolonie, vroeger door een zeker volksverband aaneen gesloten, ook politiek verbonden zijn en sleolits droomen van do vereeniging van al liun elementen in één groote republiek, waaraan niemand vóór den oorlog dacht. Vorder zal ik een der redenen van dit be langrijke verschijnsel vermelden. Voorloo- pig noem ik de feiten: De hoer, hij wien wij dezen avond geko men zijn, stelt zijn geheele oogst van heb voxlge jaar tot onze beschikking. Met moei te was deze binnengehaald en voor de En- gelsclien verborgen. Wanneer onzo paarden de eerste zorgen gehad hebben, geeft do Boer ons te eten in een kamer vol' gemak, want de Afrikaander-boeren zijn niet de on wetende en onbeschaafde boeren, die wij in Breiagno of Normandië ontmoeten: het is een heereboer, die zich door heb bezit van goederen in een niet overbevolkt land een aangenaam intérieur geschapen heeft en zijn kinderen een zorgvuldige opvoeding iu Kaapstad of in Europa laat geven. Wij hebben reeds gezien, dat de jonge meisjes allen muziek kennen. De tafel wordt met evenveel netheid verzorgd als in de wonin gen der rijke Europeanen. De vrouwen eten niet met de strijdende Boeren, die de hoe ve herbergt; om ons eer te bewijzen, bedie nen rij ons zelf, die taak overnemende van de Kaffermeiden, die zich tevreden stellen met het aanbrengen der schotels uit de keuken. Wanneer de maaltijd geëindigd is en de paarden, onze flinke krijgsmakkers nog even goed verzorgd en nagekeken zijn, wijst de commandant aan ieder zijn wachtuur aan, waarna vrij, tcrugkeerende in de 'hoe ve, daar den avond doorbrengen met ge sprekken met den ouden Boer, terwijli de jonge dochters muziek maken. Natuurlijk vraagt men ons altijd de volksliederen te zingen, maar daarmede is ons vaderlands lievend concert niet uit zingen nog een menigte liederen, uit oorlog voortge sproten, voor de vuist eu naar gelang de omstandigheden geïmproviseerd, die wel de moeite waard zouden zijn voor een verza meling, want deze zouden later kunnen spreken van de vreugde, de smarten, den toorn van liet Boerenvolk. Deze lyrische poëzie, in dor haast neergeschreven door een advocaat, een ambtenaar, een strijder, soms door men weet niot wie, want de poë zie schijnt allen Boeren aangeboren te zijn, die poëzie is naïef tusschenbeide ook. Er zijn liederen, die den slag bij Colenso be zingen, die met toom melding maken van het 'binnentrekken van Roberts in Preto ria, or is een gemaakt"' op den dood van mijn oom, kolonel de Villebois-Mareuil, dab overvloeit van dankbaarheid; Jameson wordt bezongen, Chamberlain in dichtmaat bespot: t is nog eens de geschiedenis in ro mance's, klachten, ballade's. Ik grijp er toevallig een uit, dat zoo kin derlijk de verachting te kennen geeft, dooi de -Boeren voor Engelsoke legioenen ge koesterd O, England, droom gerust, Zaal (zadel) op you groot macht; Ons es voor you niet bang, Ja nit een enkel dag. Be you es plaatsgebrek En somtid es er nood. Be ons es goed genoeg En al dat vegt heeft brood. Wanneer het repertoire uitgeput is, wordt heb avondgebed uitgesproken door don. ouden „oom", zooals wij alle hoeren noemen, die ons gastvrijheid verleenen, evenals wij zijn vrouw „auntio" (tante) noe men. Na twee psalmen gezongen te hebben, brengt do goede boerin ons dekens in over vloed (zicli dikwijls beroovende van haar eigene, om ze ons te geven, evenals de fami lie haar bedden zou afsaan, indien wij dit toelieten) en ieder zoekt een hoekje op om te slapen, deze onder tafel, een ander daar op, het geweer in hot bereik van ieders hand voor het geval van nachtelijk alarm on weldra hoort men in plaats van de vroo- Jijko gezangen het gesnork der slapenden. Gewoonlijk gaan wij tegen 3 uur 's mor gens weer op wog, maar de vrouwen hebben voor ons dan reeds koffie gezet om ons te verwarmen, wij krijgen een flesch brande wijn mede, en wij verlaten de hoeve om aan het einde van onze dagreis weer bij een an dere te komen, waar wij niettegenstaande het gevaar dat bestaat bij het herbergen van strijdende Boeren, mot dezelteo harte lijkheid begroet worden. 18—19 April. 'Door geforceerde marsclien naderen wij ons doel, daar wij ter hoogte van Wiilistown in Bushman's Land zijn gekomen, een streek geheel anders dan de vorige. Na Hottentot's Kraal doorgetrokken te zijn, bereiken wij tegen 11 uur bij een he- vigeu regen de hoeve Jobs Puts, door een zekeren Lowe bewoond, die ons koel ont vangt en slechts onder bedreiging ons de sleutels van zijn voorraadkamers geeft, ter wijl zijn dochter integendeel zich beminne lijk en gedienstig betoont. Gedurende den maaltijd la-at Lowe ons goed zien door zijn boos uiterlijk, dat hij „loyaal" tegenover Engoland wil blijven. Wij voorspellen hem, dat bij daarvan Berouw zal krijgen. En in derdaad, twee maanden later kwam de En gelsche colonne Jeudwinne bij hem door, nam hem gevangen, confisqueerde al zijn goederen, terwijl zijn vrouw en dochter van honger zouden zijn omgekomen, indien wij haar niet geholpen hadden. Ik heb later Lowe teruggezien. Hij is van zijn „loyalisme" genezen. 'Hij bad dienst genomen in onze gelederen. Zoo heeft En geland door do brutaliteit der soldaten en vold'heeren, zelfs die Afrikaander?, welke trouw wilden blijven, tegen zich in het har nas gejaagd. Wordt vervolgd.) ken van voedsel en kleeding aan schoolgaande kinderen", de andere betreffende »Subsidiën ter verstrekking van voedsel en kleeding aan schoolgaande kinderen." Leerplicht. Do minister van binnenlandsclie zaken heeft de volgende missive aan de Godop, Staten der provinciën gezonden Tengevolge van de invoering van de leer plichtwet is eenige uitbreiding noodig van de opgaven, welke jaailijks omtrent iiet lager onderwijs iu uwe provincie door u worden verstrekt. Aangenaam zal het mij zijn, bij bedoelde opgaven in het vervolg tevens liet antwoord te ontvangen op de volgende vragen a. Ia welke gemeenten in uwe piovincie zijn in het jaar, waai over de opgaven loopen, verordeningen vasigesteld, bedodd in art. 15 der ieei plichtwet, en, indien zij niet voor de geheele gemeenten gelden, voor welk deel of voor welke deelen der gemeente zijn zy vast gesteld b. In welke gemeenten zijn meer dan ééne commissie tot wering van schoolverzuim, be doeld in ait. 22 der leerplichtwet, en hoeveel dier commissiën zyn in elk diei gemeenten? Zijn by de samenstelling of instandhouding der commissiën moeilijkheden ondervonden c. Hoeveel malen en voor welke gemeenten is het achtste lid van art. 22 der leerplicht wet toegepast d. Hoeveel malen en in welke gemeenten is het tiende lid van voormeld wetsartikel toegej ast e. In welke gemeenten is de verordening, bedoeld in art. 29 der leerplichtwet, vastge steld en hoeveel malen is in elk dier ge meeoten bedoelde verordening toegepast f. Voor welke gemeenten of gedeelten van gemeenten is de tijdelijke vrijstelling ver leend, bedoeld sub 4° van art. 17 der wet op het lager onderwijs, zooals dat artikel luidt krachtens art. 34 der leerplichtwet? g. In welke gemeenten is art. 35 der leer plichtwet toegepast Is in die gemeenten aan schoolgaande kinderen rechtstreeks van ge meentewege voedsel en kleeding verstrekt, of is daartoe door de gemeente subsidie ver leend, ot wel hebben in die gemeenten recht- streeksche verstrekking en subsidieering beide plaats gehad Voor zooveel noodig zij er uwe aandacht op gevestigd, dat in den jaarlykschen staat houdende opgaven van de uitgaven der ge meenten ten behoeve van het lager onderwijl onder de kosten van het plaatselijk school toezicht vooitaan die van de commissiën tol wering van schoolveizuiin behooren te wor den begrepen. Voorts verzoek ik u, in den bedoelden staat, achter de kolom Plaatse!yk school toezicht", tusschen te voegen twee kolom men, de eene betreflende ïKosten wegens het van gemeentewege rechtstreeks verstrek- Dr. Seliacpmaii's Chronica. Van dr. Sckaepman's „Chronica" is hot laatste nummer van de tweede reeks ver schenen. Hij zegt daarin, dat hij zich voorshands het genoegen moet ontzeggen zich met rijn lezers te onderhouden over het begrootings- debat in de Tweede Kamer. liet ministerie heeft ontvangen wat men noemt: le bap- tême de feu; de ministers ieder voor zich evenzeer; do Kamermeerderheid ook. „Maar" vervolgde sclir. „in onzo omstandigheden is het groote doopsel nog wachtende. Dit toch kunnen wij en mogen wij ons niet ontveinzenevenals bij ko ninklijke spruiten komt voor dit ministerie het plechtige doopfeest in de Eerste Kamer. Wij hebben nog een Eerste Kamer, dio dis- sentieert. Iloe men hot feit ook aanduidt, deze aanduiding is do zachtste. Geen oogen blik vrees ik dat onze Senaat verwarring in den toestand zal willen hrongeu, ik ducht noch uitdaging, noch machtsvertoon. Hot zou ijdelheid wezen en waar kracht is is geen ijdelheid. Nu moet men erkennen, dat er wel kracht in onzo Eerste Kamer gevonden wordt. Een lichaam, waarin men mannen vindt van na ture groot en door het leven grootor ge worden, mannen als Fransen van do Putto, Geerteema, Pijnacker Hordijk, om slechts deze drie te noemen, zulk een lichaam heeft zijn beteekenis. Het kan op dit oogenblik slechts spreken, slechts getuigen, het inag zijn. Maar sprake eu getuigenis moeten worden aanhoord, aandachtig aanhoord. Dan, maar ook dan eerst, kan men verzeke ren dat, kan men uiteenzetten 'hoe hot mi nisterie de vuurproef heeft doorstaan." Vervolgens komt sdhr. nog eens terug op den inhoud van zijn achtste „Chronica", waarin hij er op gewezen heeft, dat de met het nieuwe ministerie bevriende pers na de verkiezingen oen andere taak had gekre gen, en waarin hij waarschuwde tegen het geven van raadgevingen. Die „Chronica" is niet overal gunstig ontvangen. De „Residentiebode" vioeg destijds eon nadere uitlegging; en herhaalde die vraag onlangs. Dr. Schaepman wijst nu op de ver klaring welke de „Nederlander" van zijn woorden gegeven heeft. „Wat nu gaf de „Nederlander" als de „pit en keerne van goeden smaak" van dit „begrijpelijker wijze" „wrevel" zaaiende „Chronica" terug?" schrijft hij. „Eenvoudig dit: „De christelijke pers 'heeft op dit oogenblik een andere positie dan vóór de verkiezingen. Wat haar toen geoorloofd was is 'het thans niet meer Onderlinge ge schillen en vriendelijke raadgevingen aan de regeering hebben thans een gansch an dere uitwerking dan vroeger. Dit mag niet uit heb oog worden verloren. Dit was alles. Niet minder, maar ook niets meer was door mij bedoeld. Niet al leen ik, maar meerderen met mij meenden, dat sommige raadgevingen onder meer den schijn met zich brachten van of de sociale vragen wat terug te willen schuiven of het geheele Regeeringsbeleid te willen maken tot partijbeleid. Ik, en waarlijk niet ik al leen, maar meerderen achtten dit een ge vaar, een gevaar, dat naar alle kanten ver wikkelingen, verwarringen, geschillen en twisten kon doen ontstaan. Op een nadere uiteenzetting ga ik niet inrij zou voor mij dienstbaar worden aan do liefde tot gelijk- hebben, een gevaarlijke liefde in 't rijk der geesten en overal. Polemiek is door mij niet gevoerd. Ik heb op de bondigst mogelijke wijze mijn meening gezegd over een optreden dab ik ongeraden en gevaarlijk vond. Over de hoffelijkheid van toon komt 'liet oordeel niet alleen toe aan den spreker, maar ook aan den hoorder. De „tamme" polemiek liad, dit kan men niet -ontkennen, haar gevaarlijke zijde. Wie eenige kennis lieeft van onze toestanden, zal dit waarlijk niet tegenspreken. En dan nog: wanneer ik vasthoud aan de uitspraak„alle polemiek is uit den dwaze", dan geef ik daarmede toch niet het recht op een oordeel uit te spreken over eeu door een ander geopenbaarde mcening. En nu het arbeidsveld der pers. Ik zal mij wel wachten het af te bakenen. Slechts ééno gronslijn geef ik aan zij ont- koude zich van de „.vriendelijke raadgevin gen", die dikwijls klinken als „allerhöch- ster Befekl". Dit is do eenige beperking, die ik do macht van de „Koningin der wereld" zou durven stellen. „De pers is een zeer ge voelige Koningin", zegt de „Nederlander". Weluu, ik lioop met deze uitspraak haar ge voeligheid te hebben geëerbiedigd." Pa bricks- en Ifanilwerksnij verheid. De Vereeniging tot bevordering van Fa- brieks- en Hand wei ksnij verheid in Nederland heeft reeds eenige punten van beschrijving ter behandeling op de 51 o algemeene ver gade: ing vastgesteld, te weten 1. De algemeene vergadering spreke de wenschelijkheid uil, dat van i egeeriugswege tot het houden van eene bedryf&teliing worde overgegaan. 2. De algemeene veigadeiine s('elude wenschelijkheid uit, dat de besturen van groote gemeenten overgaan tot het vestigen van inrichtingen voor handelsonderwijs aan jongelieden, die reeds op kantoren wei kzaam zijn. 3. In welken geest behoort door den wet gever in het nrnbachtsonderwijs te worden voorzien 4. Welke voorname punten moet eene con cessie voor gemeentelijken tramaanleg en exploitatie bevatten en welke regeling omtrent elk van deze punten moet zij inhouden 5. Behooit de wetgever by regeling der nuamlooze vennootschappen niet bovenal uit te zijn op verplichte openbaarmaking en toe zicht, een en ander met aanstelling van accoun tants van Rijkswege (5. Welke bijzondere wettelijke voorziening ebcliL het vraagstuk van de betaling van loo- nen, verdiend door minderjarigen? 7. Welke zjjn bij aanbesteding de voor-en nadeelen van persoonlijken borgtocht tot onbe perkt bedrag tegenover zakelijke zekerheid tot bepmkt bedrag? Yoor tm kunstemakcr. Op de algemeene begrao(plants in Crooswijk te Rotteidam is, namens Barnums urid Baileys show, een haidsteenen monument opgericht, gewijd aan de nagedachtenis van Percy Bouqefc die op G October in dicnat von de onderne ming aldaar overleden. Voor den tijd van een halve eeuw zijn de onderhoudskosten voor dit monument vooruitbetaald. Rondom liet voetstuk word een perkje aangelegd met klimop en ander groen, Arme katten. Het katlenstelen is te Amsterdam en ook wel eldeis aan de oide van den dag. In den laatsten tijd waren heel veel ïMiesjes", »Delly's" of hoe die muizenvan- gertjes ook gedoopt waren, verdwenen. Door de politie weid op die jagers zonder vergunning in den laatsten tijd steile gelet en werden aan verschillende politie-bureaux lui gebracht, verdacht of op heeterdnad be trapt op jacht zonder vergunning op dakhazen. Aan het politiebureel Spaarndammerstraat zijn eergisteren weder een vrouw en een man geleid, die een voorraud hall gevilde katten en eenige nog pas gestroopte kattenvellen in hun bezit hadden, Ook werd een man gearresteerd die een kat gestolen en onmiddellijk gedood had. Bezonken, Te Lemmer is bij stormachtigen zuidewind, in de Zuiderzee tusscben Kuinre en Blan kenham een met twijg geladen schip gezon ken. De opvarenden werden dooreen Lemster visscher gered en te Kuinre aan wal gebracht. Schip en lading kunnen als verloren beschouwd worden Ping-pong hoffahig. Keizer Wilhelm speelt ping-pongDeze geweldige mare vervult de Engelsche bladen met geestdiiltige bewondering. Zij vertellen dat zijn keizeilijke majesteit, die er altijd op uit is zijn gasten na tafel bezig te houden, kort geleden aan de aanzittenden ernstig meedeelde, dat hjj een verrassing voor hen had. Hij verliet de zaal en kwam spoedig terug met een doos onder zijn arm. Er was een ping pong spel in. »Baar is 'triep de Keizer verrukt uit een geschenk van mijn oom, koning Edward, 'tis prachtig." Na deze historische woorden, direct over 't Kanaal geseind, werd een spelletje gespeeld. Bijensteken. Ovei' de vraag of bijensteken doodelijk of schadelijk zijn, laat dr. Otto von Mulhau- sen zicb in. do „Tierböi'soaldus uit. Het hangt geheel af van den persoon die gesto ken wordt. Drinkt iemand veel bier, wijn of sterkon drank, zoodat zijn bloed arm aan natron doch rijk aan koolzuur is, dan zul len bijensteken eeu schadelijk gevolg op

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 5