Zondag 12 en Maandag 13 Januari 1902.
No. 10750.
Iet peraal De Wet In ie KaajkoloÉ
55"tc Jaargang.
Ticeede Blad.
vin.
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
5EHIEDAMSCHIE CCURANT
Deze courant verschijnt dageljjks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 40 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
lturcauBoterstraat 08.
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zy
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier
van zpn gratis aan het Bureau te Bekomen.
In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde ftïei«o« opgenomen tot den prp's van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Iiatcrc. Telefoon Mo. 133.
Wij waren: gebleven hij liet oogenbliik, dab
Marftz, dio in een Icraal 60 EngjeJsöbon te
genhield, op onze linkerflank de Engelsche
amiters 'bemerkte, d'ie onze handpaa reien on
onze terugltodhtslime bedreigden.
Van mijn obserVaitiepogt zie ik dia acht
khaki's van richting veranderen en weldra
voegen zich Van Wijdk, Steuerwaïd, Jou-
berb en Maxibz zelf Veer hij' mij, Maritz, dio
zijn kraal verlaten heeft, eb. twee mooiei
Engelsche paarden medebrengt. Ziende, d'ab
d'e 60 Engelsohon niet tob een aanval durf
den overgaan, had hij ham paarden, die vrij
liepen, achtervolgd, en eo.' twee genomen,
na er acihfc gedood! te hebben, daardoor een
vrij grooit vertes aan den vijland borokke-
noiid, daar or in d'o streek, waar wij nu rijin,
geen paarden te vinden zijn.
Het komt er nu op aan, te weten wait
met die 8 khaki's to doen, welko ons den
weg versperren, en die zeer goed de voor
hoede van ©en steitkei troepenmacht kunnen
zijn. Zij zijn op d'e helliiig Van een kopje op
800 M
„Ziehier heit consigne," zeido MaX'ibz, „wijl
zullen regehTeffi-hl op hen afgaan, tot 200 Mi.
Indien zij op ons vuren, dan hebben zijl
meer mannen achter rich, in dat geval zul
len wij ons verspreiden en een klein kopje
bezatten op hun linkerflank. Als zijj n:et
schieten, dan zijn wij slechts 8 tegen 5 en
zullen wij op 'hem losstormen."
Wol eon weinig vermetel pl'anMaar Ma
ritz weet wajb Stijl doet. Hij stalt) zich aam
■liet hoofd van ons klein troepje, zonder zich
te haasten. "Wij rijden, helt geweer aan d'en
schouder, d:em vinger aan den 'trekken-, tob
op 200 Meter. Houden de khaki's" ons voor
khaki's? of laten zij ons naderbij) komen,
om beter te kunnen ralken? Nog altijd
schieten ze niet.
Plotseling schiet Maritz weg als een pijl
uit den boog, schreeuwendStorm, burgers.
En wij volgen: Ihiem.
De vijand is niet te vreezem. Reedis doen
siji hun paarden. keeren en vluchten. Twee
zijp zelfs te zeer d'oor schrik bevangen om
iheb hazenpad' ibe (kiezen. Geiknieildi am da
struiken, smeeken zij bij onze nadering om
genade zonden- zelfs list hoofd te durven op
heffen.
Wij zetten de zes vluchtenden niet na, om
onze paarden niet te zeer te vermoeien, hun
vlucht heieifb ons tooh demi weg vrij gemaakt
en wij keeren tob onze itwete gevangenen
terug.
Een lis een jong Engelschinan van heb ge
regelde leger, de ander een halfbloed', half
Sngokohman, half Hottentot.
De laatste, niet wetencte wait te doem Van
vrees, beweert dat hij zooveel van ons
houdt. Daarom heeft hij niet willen vuren
op zijn „ibi-oedba-s". Maritz, verontwaardigd,
geeft hem wat me!b de zweep en. waarschuwt
hem, (dat hij, hem haarder zal straffen, in
dien iiiji blijft lieigen. Van Wij|dki herkent
hem als een zekeren Dorson, djie in dezelf
de stad! gewoond' heeft als hij. Wij hebben
later dien kerel in een regiment H'otbemtot-
ten pur-sang toruggevond'ein.
Wat onzen anderen gevangene betreft, den
Engelschinan, wiji behandelen hem zoo goed
mogelijk, want wij heben medefltijlden met
hem. Hij vertelt zijn «Tiende steeds het
zelfde. "Voor drie jaaa- naar een Engel soln
regiment gezonden, is hij zwaar ziek gewor
den, maar in plaats van hem naar huis 'tet-
irng te zeoid'en, heeft men 'hem in het Kaap-
schei leger ingedeeld, temidden van een, ben
de half kleurlingen en soldaten, uiit db heffe
des volks gereorubeord. Ook hij teetfb neg
geen cent soldij ontvangen.
'Be merk in 'b voorbijgaan op, ,diat onze
balde gevangenen geen uniform dragen.
Men heeft_ hun in politiek! gelaten, opd'ati
zij ons zouden (kunnen vetnrassem. En dd
Engeilscheos fusilleeren Roeren, dlie rij
„Iflhaki" gevangen nemen1.
Nia id'ei twee gevangenen van hun Wapenen
•en paarden ontlast te hebben, laten wij se
vrij, mqb het verzoek hun commanidanJb te
melden, d'ab wij geen tijd hebben hier met
hem tel vedh'ten, d'aar wij verdien weg een
dringende zending hebben, maar diet hij, in-
diien ,hij| er' bij blijft ons tel vervolgen, rijp,
koppigheid duur zal moeiten betalen.
Den avond! van dbnzelfd'en clag te Kfein-
Reabkricenier aankomende, veritóLle® die boe
ren ons, d'ab sedert verscheidene diaigerc eon
sterko Engelsche patrouille te Camavon en
Fraserburg gevormd' is, om ons te pakken,
en dalt da dagbladen onzo spoeidlge gevam
genneming meld-en. Arme Engelsdhe pa
trouille! Wij hebben er vandaag med'e af
gerekend!. Zij zal naar haai' garnizoenen te-
rugkeeren, maar kleiner in aantaL en gedeel
telijk te voet, daar zij vrij wat paarden ver-
loren hoeft. En de weg naar Kenhardt is
voor ons open.
1617 April.
Uk wil hier oen oogenblik mij besigtliouden
met een feit van groot belang zoowel met
lioc oog op de tegenwooixlige gebeurte
nissen als voor helt goeldl begrip van al d'e
toekomstige feiten in Zuid-Afrik'a. Ik bedbel
de warme ontvangst, die ons op een zeer
liooge uitzondering na in alle hoeven der
Kaapkolonie ten deel valt. Iets van het
hoogste belang in zoover het bewijst, dat
de Boeren uit Transvaal en Vrijstaat, de
Afrikaanders der Kaapkolonie, vroeger door
een zeker volksverband aaneen gesloten, ook
politiek verbonden zijn en sleolits droomen
van do vereeniging van al liun elementen
in één groote republiek, waaraan niemand
vóór den oorlog dacht.
Vorder zal ik een der redenen van dit be
langrijke verschijnsel vermelden. Voorloo-
pig noem ik de feiten:
De hoer, hij wien wij dezen avond geko
men zijn, stelt zijn geheele oogst van heb
voxlge jaar tot onze beschikking. Met moei
te was deze binnengehaald en voor de En-
gelsclien verborgen. Wanneer onzo paarden
de eerste zorgen gehad hebben, geeft do
Boer ons te eten in een kamer vol' gemak,
want de Afrikaander-boeren zijn niet de on
wetende en onbeschaafde boeren, die wij in
Breiagno of Normandië ontmoeten: het is
een heereboer, die zich door heb bezit van
goederen in een niet overbevolkt land een
aangenaam intérieur geschapen heeft en
zijn kinderen een zorgvuldige opvoeding iu
Kaapstad of in Europa laat geven. Wij
hebben reeds gezien, dat de jonge meisjes
allen muziek kennen. De tafel wordt met
evenveel netheid verzorgd als in de wonin
gen der rijke Europeanen. De vrouwen eten
niet met de strijdende Boeren, die de hoe
ve herbergt; om ons eer te bewijzen, bedie
nen rij ons zelf, die taak overnemende van
de Kaffermeiden, die zich tevreden stellen
met het aanbrengen der schotels uit de
keuken.
Wanneer de maaltijd geëindigd is en de
paarden, onze flinke krijgsmakkers nog
even goed verzorgd en nagekeken zijn, wijst
de commandant aan ieder zijn wachtuur
aan, waarna vrij, tcrugkeerende in de 'hoe
ve, daar den avond doorbrengen met ge
sprekken met den ouden Boer, terwijli de
jonge dochters muziek maken. Natuurlijk
vraagt men ons altijd de volksliederen te
zingen, maar daarmede is ons vaderlands
lievend concert niet uit zingen nog een
menigte liederen, uit oorlog voortge
sproten, voor de vuist eu naar gelang de
omstandigheden geïmproviseerd, die wel de
moeite waard zouden zijn voor een verza
meling, want deze zouden later kunnen
spreken van de vreugde, de smarten, den
toorn van liet Boerenvolk. Deze lyrische
poëzie, in dor haast neergeschreven door
een advocaat, een ambtenaar, een strijder,
soms door men weet niot wie, want de poë
zie schijnt allen Boeren aangeboren te zijn,
die poëzie is naïef tusschenbeide ook. Er
zijn liederen, die den slag bij Colenso be
zingen, die met toom melding maken van
het 'binnentrekken van Roberts in Preto
ria, or is een gemaakt"' op den dood van
mijn oom, kolonel de Villebois-Mareuil, dab
overvloeit van dankbaarheid; Jameson
wordt bezongen, Chamberlain in dichtmaat
bespot: t is nog eens de geschiedenis in ro
mance's, klachten, ballade's.
Ik grijp er toevallig een uit, dat zoo kin
derlijk de verachting te kennen geeft, dooi
de -Boeren voor Engelsoke legioenen ge
koesterd
O, England, droom gerust,
Zaal (zadel) op you groot macht;
Ons es voor you niet bang,
Ja nit een enkel dag.
Be you es plaatsgebrek
En somtid es er nood.
Be ons es goed genoeg
En al dat vegt heeft brood.
Wanneer het repertoire uitgeput is,
wordt heb avondgebed uitgesproken door
don. ouden „oom", zooals wij alle hoeren
noemen, die ons gastvrijheid verleenen,
evenals wij zijn vrouw „auntio" (tante) noe
men. Na twee psalmen gezongen te hebben,
brengt do goede boerin ons dekens in over
vloed (zicli dikwijls beroovende van haar
eigene, om ze ons te geven, evenals de fami
lie haar bedden zou afsaan, indien wij dit
toelieten) en ieder zoekt een hoekje op om
te slapen, deze onder tafel, een ander daar
op, het geweer in hot bereik van ieders
hand voor het geval van nachtelijk alarm
on weldra hoort men in plaats van de vroo-
Jijko gezangen het gesnork der slapenden.
Gewoonlijk gaan wij tegen 3 uur 's mor
gens weer op wog, maar de vrouwen hebben
voor ons dan reeds koffie gezet om ons te
verwarmen, wij krijgen een flesch brande
wijn mede, en wij verlaten de hoeve om aan
het einde van onze dagreis weer bij een an
dere te komen, waar wij niettegenstaande
het gevaar dat bestaat bij het herbergen
van strijdende Boeren, mot dezelteo harte
lijkheid begroet worden.
18—19 April.
'Door geforceerde marsclien naderen wij
ons doel, daar wij ter hoogte van Wiilistown
in Bushman's Land zijn gekomen, een streek
geheel anders dan de vorige.
Na Hottentot's Kraal doorgetrokken te
zijn, bereiken wij tegen 11 uur bij een he-
vigeu regen de hoeve Jobs Puts, door een
zekeren Lowe bewoond, die ons koel ont
vangt en slechts onder bedreiging ons de
sleutels van zijn voorraadkamers geeft, ter
wijl zijn dochter integendeel zich beminne
lijk en gedienstig betoont. Gedurende den
maaltijd la-at Lowe ons goed zien door zijn
boos uiterlijk, dat hij „loyaal" tegenover
Engoland wil blijven. Wij voorspellen hem,
dat bij daarvan Berouw zal krijgen. En in
derdaad, twee maanden later kwam de En
gelsche colonne Jeudwinne bij hem door,
nam hem gevangen, confisqueerde al zijn
goederen, terwijl zijn vrouw en dochter van
honger zouden zijn omgekomen, indien wij
haar niet geholpen hadden.
Ik heb later Lowe teruggezien. Hij is van
zijn „loyalisme" genezen. 'Hij bad dienst
genomen in onze gelederen. Zoo heeft En
geland door do brutaliteit der soldaten en
vold'heeren, zelfs die Afrikaander?, welke
trouw wilden blijven, tegen zich in het har
nas gejaagd.
Wordt vervolgd.)
ken van voedsel en kleeding aan schoolgaande
kinderen", de andere betreffende »Subsidiën
ter verstrekking van voedsel en kleeding aan
schoolgaande kinderen."
Leerplicht.
Do minister van binnenlandsclie zaken
heeft de volgende missive aan de Godop, Staten
der provinciën gezonden
Tengevolge van de invoering van de leer
plichtwet is eenige uitbreiding noodig van
de opgaven, welke jaailijks omtrent iiet lager
onderwijs iu uwe provincie door u worden
verstrekt.
Aangenaam zal het mij zijn, bij bedoelde
opgaven in het vervolg tevens liet antwoord
te ontvangen op de volgende vragen
a. Ia welke gemeenten in uwe piovincie
zijn in het jaar, waai over de opgaven loopen,
verordeningen vasigesteld, bedodd in art. 15
der ieei plichtwet, en, indien zij niet voor de
geheele gemeenten gelden, voor welk deel of
voor welke deelen der gemeente zijn zy vast
gesteld
b. In welke gemeenten zijn meer dan ééne
commissie tot wering van schoolverzuim, be
doeld in ait. 22 der leerplichtwet, en hoeveel
dier commissiën zyn in elk diei gemeenten?
Zijn by de samenstelling of instandhouding
der commissiën moeilijkheden ondervonden
c. Hoeveel malen en voor welke gemeenten
is het achtste lid van art. 22 der leerplicht
wet toegepast
d. Hoeveel malen en in welke gemeenten
is het tiende lid van voormeld wetsartikel
toegej ast
e. In welke gemeenten is de verordening,
bedoeld in art. 29 der leerplichtwet, vastge
steld en hoeveel malen is in elk dier ge
meeoten bedoelde verordening toegepast
f. Voor welke gemeenten of gedeelten van
gemeenten is de tijdelijke vrijstelling ver
leend, bedoeld sub 4° van art. 17 der wet
op het lager onderwijs, zooals dat artikel
luidt krachtens art. 34 der leerplichtwet?
g. In welke gemeenten is art. 35 der leer
plichtwet toegepast Is in die gemeenten aan
schoolgaande kinderen rechtstreeks van ge
meentewege voedsel en kleeding verstrekt, of
is daartoe door de gemeente subsidie ver
leend, ot wel hebben in die gemeenten recht-
streeksche verstrekking en subsidieering beide
plaats gehad
Voor zooveel noodig zij er uwe aandacht
op gevestigd, dat in den jaarlykschen staat
houdende opgaven van de uitgaven der ge
meenten ten behoeve van het lager onderwijl
onder de kosten van het plaatselijk school
toezicht vooitaan die van de commissiën tol
wering van schoolveizuiin behooren te wor
den begrepen.
Voorts verzoek ik u, in den bedoelden
staat, achter de kolom Plaatse!yk school
toezicht", tusschen te voegen twee kolom
men, de eene betreflende ïKosten wegens
het van gemeentewege rechtstreeks verstrek-
Dr. Seliacpmaii's Chronica.
Van dr. Sckaepman's „Chronica" is hot
laatste nummer van de tweede reeks ver
schenen.
Hij zegt daarin, dat hij zich voorshands
het genoegen moet ontzeggen zich met rijn
lezers te onderhouden over het begrootings-
debat in de Tweede Kamer. liet ministerie
heeft ontvangen wat men noemt: le bap-
tême de feu; de ministers ieder voor zich
evenzeer; do Kamermeerderheid ook.
„Maar" vervolgde sclir. „in onzo
omstandigheden is het groote doopsel nog
wachtende. Dit toch kunnen wij en mogen
wij ons niet ontveinzenevenals bij ko
ninklijke spruiten komt voor dit ministerie
het plechtige doopfeest in de Eerste Kamer.
Wij hebben nog een Eerste Kamer, dio dis-
sentieert. Iloe men hot feit ook aanduidt,
deze aanduiding is do zachtste. Geen oogen
blik vrees ik dat onze Senaat verwarring in
den toestand zal willen hrongeu, ik ducht
noch uitdaging, noch machtsvertoon. Hot
zou ijdelheid wezen en waar kracht is is
geen ijdelheid.
Nu moet men erkennen, dat er wel kracht
in onzo Eerste Kamer gevonden wordt. Een
lichaam, waarin men mannen vindt van na
ture groot en door het leven grootor ge
worden, mannen als Fransen van do Putto,
Geerteema, Pijnacker Hordijk, om slechts
deze drie te noemen, zulk een lichaam heeft
zijn beteekenis. Het kan op dit oogenblik
slechts spreken, slechts getuigen, het inag
zijn. Maar sprake eu getuigenis moeten
worden aanhoord, aandachtig aanhoord.
Dan, maar ook dan eerst, kan men verzeke
ren dat, kan men uiteenzetten 'hoe hot mi
nisterie de vuurproef heeft doorstaan."
Vervolgens komt sdhr. nog eens terug op
den inhoud van zijn achtste „Chronica",
waarin hij er op gewezen heeft, dat de met
het nieuwe ministerie bevriende pers na
de verkiezingen oen andere taak had gekre
gen, en waarin hij waarschuwde tegen het
geven van raadgevingen.
Die „Chronica" is niet overal gunstig
ontvangen.
De „Residentiebode" vioeg destijds eon
nadere uitlegging; en herhaalde die vraag
onlangs. Dr. Schaepman wijst nu op de ver
klaring welke de „Nederlander" van zijn
woorden gegeven heeft.
„Wat nu gaf de „Nederlander" als de
„pit en keerne van goeden smaak" van dit
„begrijpelijker wijze" „wrevel" zaaiende
„Chronica" terug?" schrijft hij. „Eenvoudig
dit: „De christelijke pers 'heeft op dit
oogenblik een andere positie dan vóór de
verkiezingen. Wat haar toen geoorloofd was
is 'het thans niet meer Onderlinge ge
schillen en vriendelijke raadgevingen aan
de regeering hebben thans een gansch an
dere uitwerking dan vroeger. Dit mag niet
uit heb oog worden verloren.
Dit was alles. Niet minder, maar ook
niets meer was door mij bedoeld. Niet al
leen ik, maar meerderen met mij meenden,
dat sommige raadgevingen onder meer den
schijn met zich brachten van of de sociale
vragen wat terug te willen schuiven of het
geheele Regeeringsbeleid te willen maken
tot partijbeleid. Ik, en waarlijk niet ik al
leen, maar meerderen achtten dit een ge
vaar, een gevaar, dat naar alle kanten ver
wikkelingen, verwarringen, geschillen en
twisten kon doen ontstaan. Op een nadere
uiteenzetting ga ik niet inrij zou voor mij
dienstbaar worden aan do liefde tot gelijk-
hebben, een gevaarlijke liefde in 't rijk der
geesten en overal.
Polemiek is door mij niet gevoerd. Ik
heb op de bondigst mogelijke wijze mijn
meening gezegd over een optreden dab ik
ongeraden en gevaarlijk vond.
Over de hoffelijkheid van toon komt 'liet
oordeel niet alleen toe aan den spreker,
maar ook aan den hoorder.
De „tamme" polemiek liad, dit kan men
niet -ontkennen, haar gevaarlijke zijde. Wie
eenige kennis lieeft van onze toestanden,
zal dit waarlijk niet tegenspreken.
En dan nog: wanneer ik vasthoud aan
de uitspraak„alle polemiek is uit den
dwaze", dan geef ik daarmede toch niet het
recht op een oordeel uit te spreken over eeu
door een ander geopenbaarde mcening.
En nu het arbeidsveld der pers.
Ik zal mij wel wachten het af te bakenen.
Slechts ééno gronslijn geef ik aan zij ont-
koude zich van de „.vriendelijke raadgevin
gen", die dikwijls klinken als „allerhöch-
ster Befekl". Dit is do eenige beperking, die
ik do macht van de „Koningin der wereld"
zou durven stellen. „De pers is een zeer ge
voelige Koningin", zegt de „Nederlander".
Weluu, ik lioop met deze uitspraak haar ge
voeligheid te hebben geëerbiedigd."
Pa bricks- en Ifanilwerksnij verheid.
De Vereeniging tot bevordering van Fa-
brieks- en Hand wei ksnij verheid in Nederland
heeft reeds eenige punten van beschrijving
ter behandeling op de 51 o algemeene ver
gade: ing vastgesteld, te weten
1. De algemeene vergadering spreke de
wenschelijkheid uil, dat van i egeeriugswege
tot het houden van eene bedryf&teliing worde
overgegaan.
2. De algemeene veigadeiine s('elude
wenschelijkheid uit, dat de besturen van
groote gemeenten overgaan tot het vestigen
van inrichtingen voor handelsonderwijs aan
jongelieden, die reeds op kantoren wei kzaam
zijn.
3. In welken geest behoort door den wet
gever in het nrnbachtsonderwijs te worden
voorzien
4. Welke voorname punten moet eene con
cessie voor gemeentelijken tramaanleg en
exploitatie bevatten en welke regeling omtrent
elk van deze punten moet zij inhouden
5. Behooit de wetgever by regeling der
nuamlooze vennootschappen niet bovenal uit
te zijn op verplichte openbaarmaking en toe
zicht, een en ander met aanstelling van accoun
tants van Rijkswege
(5. Welke bijzondere wettelijke voorziening
ebcliL het vraagstuk van de betaling van loo-
nen, verdiend door minderjarigen?
7. Welke zjjn bij aanbesteding de voor-en
nadeelen van persoonlijken borgtocht tot onbe
perkt bedrag tegenover zakelijke zekerheid
tot bepmkt bedrag?
Yoor tm kunstemakcr.
Op de algemeene begrao(plants in Crooswijk
te Rotteidam is, namens Barnums urid Baileys
show, een haidsteenen monument opgericht,
gewijd aan de nagedachtenis van Percy Bouqefc
die op G October in dicnat von de onderne
ming aldaar overleden. Voor den tijd van
een halve eeuw zijn de onderhoudskosten
voor dit monument vooruitbetaald. Rondom
liet voetstuk word een perkje aangelegd met
klimop en ander groen,
Arme katten.
Het katlenstelen is te Amsterdam en ook
wel eldeis aan de oide van den dag.
In den laatsten tijd waren heel veel
ïMiesjes", »Delly's" of hoe die muizenvan-
gertjes ook gedoopt waren, verdwenen.
Door de politie weid op die jagers zonder
vergunning in den laatsten tijd steile gelet
en werden aan verschillende politie-bureaux
lui gebracht, verdacht of op heeterdnad be
trapt op jacht zonder vergunning op dakhazen.
Aan het politiebureel Spaarndammerstraat
zijn eergisteren weder een vrouw en een man
geleid, die een voorraud hall gevilde katten
en eenige nog pas gestroopte kattenvellen in
hun bezit hadden,
Ook werd een man gearresteerd die een
kat gestolen en onmiddellijk gedood had.
Bezonken,
Te Lemmer is bij stormachtigen zuidewind,
in de Zuiderzee tusscben Kuinre en Blan
kenham een met twijg geladen schip gezon
ken. De opvarenden werden dooreen Lemster
visscher gered en te Kuinre aan wal gebracht.
Schip en lading kunnen als verloren beschouwd
worden
Ping-pong hoffahig.
Keizer Wilhelm speelt ping-pongDeze
geweldige mare vervult de Engelsche bladen
met geestdiiltige bewondering. Zij vertellen
dat zijn keizeilijke majesteit, die er altijd op
uit is zijn gasten na tafel bezig te houden,
kort geleden aan de aanzittenden ernstig
meedeelde, dat hjj een verrassing voor hen
had. Hij verliet de zaal en kwam spoedig
terug met een doos onder zijn arm. Er was
een ping pong spel in.
»Baar is 'triep de Keizer verrukt
uit een geschenk van mijn oom, koning
Edward, 'tis prachtig." Na deze historische
woorden, direct over 't Kanaal geseind, werd
een spelletje gespeeld.
Bijensteken.
Ovei' de vraag of bijensteken doodelijk of
schadelijk zijn, laat dr. Otto von Mulhau-
sen zicb in. do „Tierböi'soaldus uit. Het
hangt geheel af van den persoon die gesto
ken wordt. Drinkt iemand veel bier, wijn of
sterkon drank, zoodat zijn bloed arm aan
natron doch rijk aan koolzuur is, dan zul
len bijensteken eeu schadelijk gevolg op