55"" Jaargang. Zaterdag 15 Februari 1902. 10779. SS Kennisgeving. ALISB, J Siïj I TE HL AM?. V Deze courant verschijnt dagelijks, mat uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prjjs per -weckVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zjjn. Bureau ISotcrstraad (SS. Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan bet Bureau te bekomen. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. 1 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN SCHIEDAM, Gelet op de bepalingen der Hinderwet Geven kennis aan de ingezetenen dat op beden aan Th. GROENENDAAL on zijns rechtver krijgenden vergunning v rleend is tot o p r i c li- ting van een slach'plaals in liet pand, sla inde aan do Ketbolstraat no. 20, kadaster sectie A no. 1331. Schiedam, den 13don Februari 1902. Burgemeester en wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, WD TEM A AMJESEEZSIS OVERZICHT. SCHIEDAM, 14 Febr. 1902. Kuid-Afrlka. In het Reu tor-telegram uit Beaufort-West van den 7den met bijzonderheden over de vermeestering van het Engelsche konvooi op weg naar Fraserburg wordt verteld dat het geleide den 5den Februari, toen het geloofde dat de Boeren zich samentrokken voor een aanval, 20 man van de bereden districts- troepen naar kolonel Crabbe zond om hulp te halen. Oi.gelukkigerwijs werden zij om singeld en gevangen genomen door de Boeren en konden zoodoende de boodschap niot over brengen. Het konvooi kampperde denzelfden avond te Uiteparifontein. Inderhaast werden er ver schansingen rondom het kamp opgeworpen dat aan alle kanten behalve aan de noord zijde door lage, rotsachtige hoogten be schermd wa«. De Boeren schenen eerst van plan geweest te zijn liet konvooi, als het 's nachts opbrak, aan te vallen. Toen de Engelschen te middernacht echter nog geen aanstalten maakten om weg te trekken, deden de Boeren hun aanval. Eerst een schijnaanval doende, op het open terrein aan den noordkant, trokken zij het vuur van de Engelschen in die richting. Onderwijl werd liet kamp van den zuid kant bestormd. Majoor Crofton sneuvelde en zijn troepen verloren 22 dooden en gewonden. De Boeren moeten even zwaar geleden heb ben, daar zij, volgens alle berichten, met doodsverachting en zonder haast dekking te zoeken chargeerden. De Bo-rren behielden slechts zes wagens en verbrandden de overige. (De 440 Engelschen in het kamp moesten zich, hoewel de berichtgever het verzwijgt, natuurlijk overgeven.) De aanvallers waren ongeveer 600 man sleik en stonden onder commandant Malan die thans den rang van generaal bekleedt. De commandanten Pijpers, Smit en Ilugo namen ook deel aan het gevecht. De Boeren waren goed gewapend en bereden. Uit het Fransoh, van J. LE-RMINA. Terwijl de aanval op het konvooi aan den gang was en voor hij begon, was kolonel Crabbe bij tusschenpoozen gedurende onge veer twee dagen slaags geweest met de Boe ren, en op dat oogenbük was hij zoowat 19 KM. ver weg. Toen hij te Uitspaufoutein aankwam, volgde een nieuw en scherp ge vecht, Het eindigde in het voordeel van de Engelschen. Zestig garde-soldaten van de bereden infan terie bestormden op prachtige wijze een hoogte en zuivetden haar van een talrijker macht Boeren. Toen inlusschen versterkingen onder kolonel Capper en majoor Lund waren aan gekomen, trokken de Boeren af. Vijf en twintig wagens vierden onder het vechten teruggenomen." Dit laatste is niet duidelijk, omdat de berichtgever hier boven gezegd heeft det de Boeren zes wagens hielden en de overige vei brandden. Hadden zij dan ook nog een gedeelte van Crabbe's tros genomen In een correspondentie uit Amsterdam aan de »Figaro" worden door onbetwistbare cijfers de leugens ontrnaskeid van liet Engelsche Ministerie van Oorlog in zake de verminde ring van liet effectief der Eugelsche troepen. Zij gaat schip voor schip de transporten na, die in Juli jl, uit Afrika zijn verzonden met zieke en gewonde soldaten. Deze opsomming leidde tot eert totaal van 5749 teruggekeerde officieren en soldaten in genoemde maand. Welnu, het Ministerie van Oorlog had als liet totaal-cijfer opgegeven 1954 De correspondent der Morning Post" be weert, dat de Boeren, bij voortduring wapenen en munitie ontvangen over Delagoa-baai in het oosten en Lamberls-baai in het westen. Laatstgenoemde baai ligt, zooils men weet, aan de westkust der Kaapkolonie. Chamberlain is gisteren in de Londensche Gildenhalle op schitterende wijze ontvangen. Hij kreeg een adres in een gouden kistje. In zijn antwoord verklaarde hij dat de regeeriug twee groote nationale doeleinden nastreefdede vestiging van het Engelsche gezag over Zuid-Afrika en de handhaving van (Ie eenheid van het lijk. Beide doeleinden waren ten sterkste betrokken bij den oorlog in Zuid-Afrikn. Hij gewaagde vervolgens van de onuitputtelijke kracht die het rijk in zijn koloniën bleek te bezitten en sprak van het onvermijdelijke einde van den oorlog. lig zou den staatsman niet benijden die bij de onder handelingen zou wegwerpen wat met de wa penen gewonnen was. De Britten waren niet wraakgierig, hun vijanden van gisteren zou den, indien zjj zich overgaven, morgen als vrienden verwelkomd worden dat men wei gerde de onverzoenlijken die er op gesnoefd hadden de Engelschen van liet eene zeestrand tot het andere uit Zuid-Afrika te zullen jagen, naar hun woonplaatsen te laten terugkeeren, was echter geen wraakzucht, maar een eiscii van zelfbehoud. De Engelsche regeering en het Engelsche voik verlangden ernstig een eervollen vrede, maar die vrede moest duur zaam zijn door Engeland de doeleinden te laten bereiken, voor welke het zulke groote offers gebracht heeft. Als de vrede gesloten is, vervolgde Chamberlain, zullen wij de wereld 26) Dc dagen gingen voorbij cn haar gefolhor- do ziol werd rustiger. Mijnheer Davidot kwam van tijd tot tijd een oogoilblikje met haar praten. Hij zeide, dat zijn persoonlijk onderzoek niet vorderde, maar in zijn schit terende oogen las zo, dab bij de geheele waarheid niet zeide. Eindelijk, vier dagen nadat Clairac ver trokken was, kwam Davidot des morgens stralend van -blijdschap binnen. „Dc zieken-onpasseres van mevrouw de Versamies is veel' beter, zegt men. De rech ter van instructie zal naar liet hospitaal gaan, om haar te ondervragen," zeide hij 'haar. Alise sloot de oogen halverwege; dat was een steek midden in heb hart, en zóó lievig, dat ze droigdo het uit te schreeuwen. „Heeft ze reods gesproken V' vroeg ze na een oogenbük stilzwijgen. „Ze heeft eenige onverstaanbare klanken geuit. Men meende te begrijpen, dat ze van een klerk sprak, maar zonder te kunnen zeggen, waaraan zo dacht. Voor het overige is liet, geloof ik, zaak zieh te haasten. Dat is een laatste opflikkering. Ecu van de ver pleegsters hooft me gezegd, dat ze er niet van zou opkomen „Klerk!" herhaalde Alise, toen ze weer alleen was. Zij begreep het. De ongelukkige trachtte een naam uit te spreken Clairac, In de nummers, die Dinsdag- «n Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Itleiae ad&ertemiiëm opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. latere. Telefoon Ho. 133. toonen dat Zuid-Afrikn even welvarend en vrij kan zijn als elk ander deel van 'sKonings gebied. Toen spr. in den loop van zijn rede ook even de stemming op liet vasteland aan roerde, zeide hg dat het onmogelijk leek, de genegenheid van vreemde volken te winnen maar daarom kon Engeland toch maken dat het hun eerbied afdwong. In de nDaily News" is een lange brief opgenomen van Rev. Dewdney Win, Drew, getiteld Een pleidooi voor Rritzinger. De geestelijke schrijft zijn epistel uit Phi- üppi bij Kaapstad hij was inderiijd te Johan nesburg geplaatst, waar hij in de gevangenis gezet werd door president Kroger gedurende de matiglieidsagitatie, waarna Sir Gordon Sprigg borg voor hem stond. Hij ging van Jo hannesburg naar Kaapstad waar hijteOser- vatory Road als geestelijke een nieuwe stand plaats vond. Ten gevolge van het schrijven van een brief in de »Soath African News", over het verbranden van hoeven, moest hij zijn ontslag nemen. Sedert geeft hij les te Wynberg. In dezen brief tracht de schrijver, zoo het nog niet te laat is en de censor zijn brief doorlaat, invloed uit te oefenen ten gunste van commandant Kritzinger. Afgaande op de tegen hem ingebrachte beschuldigingen schijnt het hem, dat, evenals bij Scheepers, van te voren besloten is tot zijn ondergang. Hij tracht dun aan te toonen, dat de beschul digingen van moord en treinvernieling twijfel achtig) schijnen en in elk geval interessante punten vormen van internationaal recht. En de vrees bestaat, dat zij zullen worden onder- zacht door een zeer incompetente rechtbank. Rev Drew wijst er op, dat dit ook bij Scheepers liet geval was. Scheepers werd bijgestaan door een plaatselijken verdediger, die wel zijn best deed, maar toch zwak werk verrichtte. Menschen in Kaapstad zouden gaarne tiet benoodigde geld bijeen hebben willen brengen voor een knap advocaat, maar het was hun verboden zich met Scheepers in gemeenschap te stellen. Rev. Drew behandelt dan uitvoerig het proces-Scheeperszoo vernemen wij, dat Scheepers door zwakte een wrak scheen van zijn vioeger sterk gestel; verschillende malen moest de dokter het geding doen onderin eken. Maar al was hij nog zoo (link en krachtig geweest, hij had toch geen kans gehad, want, zooals Rev. Uiew zegt, zijn de rechters dik wij Is dezelfde personen, die den beschuldigde reeds op het krijgstooneel als tegenstander ontmoeten. De rechters van Scheepers waren een luitenant-kolonel, eeo kapitein en een luite nant, de beide laatstee eigenlijk poppen en de .eerste, zoo ongeschikt voor zijn functie als een onervaren schooljongen. De schrijver noemt eenige van de Scheepers ten laste gelegde brandstichtingen om aan le toonen dat hij dit op zoo correct mogelijke wijze deed en bovendien slechts handelde als weer wraak op de Engelsche brandstichtingen. Van de beschuldigingen van moord op inboorlingen weet de schrijver slechts van hooren zeggen, dat uit het verhoor bleek, dat Scheepers zich niet had schuldig gemaakt aan schending van de oorlogsgebruiken zooals die dooi Engelschen met inboorliugen werden De angst werd iedere minuut grootcr. En zc vermocht niets. Die werkeloosheid doodde haar; zij zou hebben willen strijden Maar ze had een gevoel, alsof ze voor een blinden muur stond. Ze bracht dien dag thuis door, het voor hoofd togen het vensterglas gedrukt, met saamgekncpc-n keel, cn diep in haar ziol het besef, dat de dood naderde. Eensklaps vestigde zc haar oogen op twee mannen, die slecht gekleed waren, waarvan één haar een gevoel inboezemde, zooals men dat voor eeti kwaadaardig dier heeft. Zo had deze mannen niet zien aankomen, J ie om don hook van de Rue de Lille waren gegaan en die nu, op oen paar passen afstand van het huis schenen tc overleggen. Eon van hen, de grootste, met een mili tair voorkomen, verwijderde zich even en ging een fruitwinkel binnenvervolgens kwam hij er haastig weer uit cn gaf een teelten aan zijn metgezel. Ze staken de straat over en Alise zag, dat zc op haar woning afkwamen. Zij had de ge waarwording van een op banden zijnde cn sisal liaar energie bijeenrapende, bereidde zo zich op tegenstand voor. "Voetstappen weerklonken op de trap. Vervolgens hielden dc mannen op het portaal stil. Er werd ge beld. Alise opende de deur zonder aarzelen, met den waren moed des martelaars, die zijn lot moet ondergaan. Do kleinste nam den hoed af. „Mevrouw Clairac?" vroeg hij met een eentonige stem, zonder klank of uitdruk king. „Die ben ik." „Kent u niet een zekere juffrouw Benoit, die bij dokter Rcrtliomieu, uw vader, in be trekking is geweest?" „Inderdaad Ik herinner me dien naam licol goed." „In dit geval zijn we aan liet goede adres Mijnheer de Challes, rechter van instructie verzoekt u morgen ochtend om tien uur op zijn bureau te komen. Hier is de mcdedcc- ling." Dit was alles. Alise nam den brief aan ontvouwde hem, las de droge formule waar in zij verzocht werd voor den rechter te ver schijnen en zeide alleen„Ik zal er zijn." De twee agenten, want aan hun hoeda nigheid als zoodanig viel niet te twijfelen vertrokken wecler. Van uit het venster zag Alise zc een drachtelijk al pratende weggaan, zonder nog eens om to zien. Het was zeker dat deze nieuwe verwikke ling iets verschrikkelijks was. Alise kon zicli geen illusies moer maken. Hot feit was er, het noodlot vervolgde zijn weg, de cirkel werd nauwer en nauwer. Er ontstond ver band tusschen het onderzoek oil do waar lieid. Het oogenbük om zich le verdedigen was gekomen. Het leven van haar echtge noot hing af van haar flinkheid, van haar moed. Dit kleine, zachte vrouwtje ontwikkelde een groote mate van halsstarrigheid en ener giezij nam haar taak op met een ongeloof lijke zielskracht. Na lang nagedacht le hebben, antwoord de ze met een paar woorden op een nieuw toegepast; van den beginne af was liet de gewoonte der Boerencommandanten om gewa pende inbom lingen dood te schieten. Rev. Drew noemt dan gevallen, dat de Engelschen inboorlingen wapenden om legen Scheepers te vechten en hoe de Boerencom- mandant den bevelvoerenden Engelschen officier dan verantwoordelijk stelde als hij zich genoodzaakt zag om gevaugengenomen inlanders tprecht te doen stellen. Tot slot zegt de schrijver een en ander gememoreerd te hebben met het oog op Kritzingers proces, en als illustratie hoe dit proces zal zijn hij hoopt, dat zijn geschrijf het gemoed der lezers in Engeland moge verteederen en dus mogen helpen om het leven te redden van iemand, dien de Engelsche soldaten zelf erkennen als een dor dapperste en riddert ij leste hunner vijanden. Zijn daad om driemaal terug te rijden om gewonde kameraden le helpen zou hem in het Engel sche leger het Vieloriakruis hebben bezorgd. Hel Jnynnsieli-EngcIscEi verdrag. Bovengenoemd verdrag is in het Engelsche Lageihuis ter sprake gekomen. Nnrhnin stelde voor de vergadering te verdagen, teneinde te konrien beraadslagen over de Engelscli-.la- pamche overeenkomst. Cranborne zeide dat de wezenlijke oor sprong van de overeenkomst het verlangen van da regeering was om den status quo in China ie handhaven. Het nieuwe tractaatis in overeenstemming met beginselen die door bijna alle andere mogendheden reeds aan- vaaid zjjn. Er zijn bijzondere moeilijkheden in vel band met Engeland's handelsbelangen in China. De regeering was daarom verplicht alle mogelijke voorzorgen te neinen ten einde Engeland's positie le beveiligen. Engeland en Japan zijn in het bijzonder bij machte om een beleid te volgen dat de onschendbaarheid an China beoogt. De overeenkomst bedoelt niet, een van de twee conlracteerenden zijn machinerie in besveging te laten brengen om een wisse wasje. In geval van een aanvul van den kant van een opzichzelfstaande mogendheid is de andere bondgenoot verplicht, zich onzijdig te houden. Slechts wanneer een andere mo gendheid tusschenbeide komt, ol indien er een coalitie is tegen Engeland of Japan, iust de volstrekte pliclu om zich gewapenderhand in het geschil te mengen op den anderen bondgenoot. Engeland volgt in het Verre Oosten geen aanvallend beleid, ziju eenige verlangen is vooruitgang in het Oosten. Na eenige verdere beraadslagingen trekt Norman zijn voorste! in. C/anborne zeide ook nogDe Engelsch- Japansche overeenkomst heeft evengoed be trekking op Mandchourije als op elke andere provincie van China. (Toejuichingen.) De voornaamste inhoud van de overeenkomst is voor deze openbaar is gemaakt, aandeDuit- sche en Amerika» tnche legeeringen medege deeld. De Engelsch-Dtiitsche overeenkomst betreffende den Jang-tse blijft nog van kracht. Tegenover deze beweringen dat Duitschland deel heeft genomen aan do voorloopjge onder handelingen tusschen Japan cn Engeland en door eeo afzonderlijke overeenkomst met de contracteeicnde pat tijen voor zijn belangen zorg heeft gedingen, wordt te Bei lijn van goeder hand verklaard, dat Duitschland pas na de onderteekening van het traclaat van deszelfs inhoud ambtelijk op de hoogte ge steld is. Van een afzonderlijke oveieenkomsl is geen sprake, en er was trouwens geen aanleiding toe daar de Duitsclie belangen in de overeenkomst met Engeland betreffende den Jang-tse, waarbij Japan zich toen ter tijd heelt aangesloten, voldoende en bij verdragbe- schermd zijn verder heeft Duitschland niet genoeg belang bij het lot van M.mdehourye om Ituslaud's yerlangens op onvriendelijke wijze te dwarsboomen. Duitschland wenscht in Oost-Azië strikte onzijdigheid in acht te nemen- Bij de beraadslaging over het tractnat in hel Hoogerhuis zeide Lansdowne :Wij wen- schen Japan te beschermen tegen het erns tigste gevaar dat het zou kunnen bediei- gen, namelijk een coalitie van mogendheden. Men kan vrijwel vei wachten dat Japan zich Maande zal kunnen houden tegenover een enkele mogenheid, welke ook. Indien Japan echter bedreigd werd door meer, dan eerst zon er een dreigend gevanr zijn en in dfit gevanr wenschen wij het te hulp to komen. De overeenkomst noodzaakt ons dan ook hulp te verleeneu aan een be vriende mogendheid, welker vernietiging wij in geen geval kunnen gedoogen. Indien de vrede ongelukkigerwijs verstoord mocht wor den, zal de overeenkomst er toe strekken, het gebied van de vijandelijkheden te be perken. Rosebery wenschte Lansdowne geluk met de sluiting van het tractaat. Volgens telegrammen aan de Daily Mail uit Tokio en Sjanghai maakt de sluiting van het tractaat zoewel in Japan als China een gunstigen indruk. De correspondent van het blad in Tokio verzekert, ondanks de logen straffing van den Japanschen gezunl te Londen, dal de totstandkoming van liet tractaat het gevolg is geweest van hei bezoek van mar kies Ito te Londen na zijn bezoek aan Petersburg, alwaar de Russische regeeriug hem de hoofdtrekken voor een Russisch- Japansch bondgenootschap vooi legde. Ito legde deze hoofdtrekken op zijn beuit ann de Engelsche regeeriug voor, haar vragende of zij genegen was op die grond slagen een Engelsch-Japansch bondgenoot schap te sluiten. De Engelsche regeeriug besloot er ten laatste toe, waarop Ito aan de Russische regeeriug seinde dat Japan Rusland's voorstellen niet kon aannemen. •iSeiaciigdo 3Sci5c«Icc5Sngca. briefje van haar echtgenoot, hetwelk luid de: „Alles ging goed. liet werk vorderde." Zij antwoordde licm „Niettegenstaande ik zeer verlang jc te zien, moet jo jo maar niet haasten terug te komen. Je tante, mevrouw dc Versamies, is dood. Dat zou moeilijkheden na zich kun nen slepen, die jc vervelen. Men weet niet waar ge zijl. Ik zal 'het ook aan niemand zeggen. Ik sta voor alles in." Ilot was onnoocfig, zich duidelijker uit lo drukken. Het was een aansporing tot voor zichtigheid. Toen zo haar brief op de post gedaan had, begaf zc zich voor het overige van den dag naar mevrouw Davidot, die van liaar zoon bericht had gekregen, dat hij dien nacht niet thuis zou komen. De beide vrouwen spraken lang samen. Toen Aliso weer in haar kamer terug kwam, was ze zeer bleek, maar toch glimlachte zo bijna. Klaarblijke lijk had zc de zaak van den politic-dienaar bepleit en wanhoopte zc er niet aan te zul len slagen. Den volgenden morgen om negen uur maakte zij zich gereed om gevolg te geven aan do oproeping van den overheidspersoon. Zij kleedde zich in het zwart, deed een voile voor, en trachtte zieh een wat geposcerdcr voorkomen to geven. Aüse kwam een kwartier voor het vastge stelde uur in liet paleis van Justitio aan. "Zo had het koiul en toch gloeide haar voor hoofd. Zij had haar naam genoemd aan den portier en zat daar op con hank in de wacht kamer, onbewegelijk, niet haar oogen, waar van de voile den koortsgloed verduisterde,al- Eingeland. Zooaiso men weet, is in Duitschland de eerste phase van den Spaanscli-Amorikaau- schcn oorlog ter sprake gekomen. Ook in hot Lagerhuis is aan de regeering gevraagd of ooit door middel barer gezanten een gemeen schappelijke nota aan de Ver. Staten was aangeboden, waarin gezegd werd, dat do ge wapende interventie van de Ver, Staten op Cuba als ongerechtvaardigd werd be- degenen opnemende die daar waren, voorbij gangers of medespelers in do gerechtelijke drama's, dio daar achter die stomme muren afgespeeld werden. „Mevrouw Clairac," zeide dc portier. ■Ze stond op en volgde hem. als in een mist Ioopendc, maar met een helder hoofd en vluggen gedachtcngang. Er ontstond oen verdubbeling iu haar wezen terwijl haar phisioko kracht afnam, brak het licht van haar intelligentie, van liaat vrouwelijk ver nuf door, en leidde haar. 'Mijnheer do Challes was een overheids persoon men stelde maar rechters en offi cieren aan, ze zeer royaal betalende. Welke speciale aanspraken hadden hem dit delicate ambt bezorgd, waarvoor de er varing een eerste vereisclite is? Dat zou hij zelf heel moeilijk hebben kunnen verklaren. Vóór alles man van de wereld, stond hij op om mevrouw de Clairac tegemoet te gaan, wier eenvoud hem zeer smaakvol toe scheen. „Vergeef me, mevrouw, u dien last te heb ben bezorgd, door u op mijn 'bureau te la- ton verschijnen. Maar mijn drukke bezighe- ren veroorlooven mij niet bij u te komen. Het betreft, zooals u zonder twijfel weet, een arme vrouw, slachtoffer, evenals me vrouw dc gravin de Versamies, van een vrco- sclijke misdaad, en ik wilde u uit naam van het gerecht, eerst om oen paar inlichtingen en dan om een gunst verzoeken." (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 1