BINNENLAND.
V
V
V*
STADSNIEUWS.
1
Be
Abeasinië.
De >PoiUische Correspondenz" te Weenen
weet uit particuliere bron mee te deeien,
dat Keizer Menelik besloten heeft, aan de
British Abyssinian Exploration Company
limited de concessie te weigeren tot liet ont
ginnen van het rjjhe mingebied in het Zuiden
van Abessinië, eene concessie, waardoor deze
maatschappij 1.000.000 p. st.had willen geven.
Men beweert dat Menelik deze beslissing
genomen heelt onder Finnschen invloed.
Afghanistan.
Lord Curzon, de onderkoning van In die,
heeft uit Londen bevel ontvangen om de
meest ernstige vertoogeo tot den Emir te
richten. De Emir ontvangt van de Britselie
regeeiing ten vrij aanzienlijke jaarlijkse he
ondersteuning. Hij schijnt echter niet, zooals
zijn vader, tam aan den leiband van Engeland
te willen loopen en op dit oogenblik bezig te
zijn, wat met Rusland te flirten. Engeland
dreigt nn met intiekking der geldelijke onder
steuning.
China.
De minister van buitenlandsche zaken
erkent het bestaan van een nieuwen opstand,
die Nan-Ning tot middelpunt en uitroeiing
der Europeanen en Christenen tot doel heeft,
Meer dan duizend oud-soldaten moeten zich
bij de beweging hebben aangesloten. In een
Keizei lijk besluit wordt de overheid gelast te
waken voor de veiligheid der vreemdelingen,
terwijl de Amerikaanselte gezant Conger,
als doyen van het corps diplomatique, prins
Ching uitgenoodigd heeft de nieuwe bewe
ging zoo spoedig mogelijk te onderdrukken.
Hofberichten.
tl, M, de Koningin heeft gistermiddag in
bijzonder gehoor ontvangen den nieuwbe
noemde!! Itnliaanschen gezant den haerTugini,
ter ovei handiging van zijn geloofsbrieven.
Hedenmiddag 5 uur nam H. M. de Ko
ningin van de Commissie der Tweede Kamer
in ontvangst de vooidiacht voor het lidmaat
schap der Rekenkamer.
II. M, de Koningin heeft zich geruimen
tijd bewogen onder Haar gasten op het thé
danranl ten Hove.
H. M. de Koningin-Moeder heeft de soiree
tot het einde bijgewoond.
Z, IC. H. Piins IJendiili, Piiuses Alice van
Albany, de Erfgravin en F.rfgraaf van Et bach
hebben vele malen aan den dans deelgenomen,
die opgt luistei d werd duor de muziek der
Koninklijke Militaire Kapel.
De partij werd bezocht door een GOGial
genoodigden uit de diplomatieke-, hof-, ambte
lijke- en miiitaite kringen dezer stad.
Een keurige versiering met dubbele roode
tulpen gaf aan de zalen een levendig aanzien.
Aan het souper hebbm ook de Vorstelijke
personen deel genomen. De genoodigden ver
lieten omstreeks 2 uur het paleis.
II. M. de Koningin en Z. K. H. dePiins
der Nederlanden zullen morgenavond in het
gebouw voor Kunsten en Weteaschappen de
weldadigheids-souée bijwonen, gegeveo tot
versterking van de kas der's Gravenhaagsche
afdeeling van de »Veteeniging tot opvoeding
in het huisgezin van halt verweesde, ver
waarloosde of verlaten kinderen van alle ge
zindten."
Z. K. H. de Prins der Nederlanden, Hertog
van Mecklenburg, heeft bet beschermheer
schap aanvaard van het Koninklijk Oudheid
kundig Genootschap te Amsterdam en van
de Iloliandsche Maatschappij van Landbouw.
Prinses Elisabeth van Waldeck en Pyr-
mont en Gemaal zullen nog een 14tal dagen
in het paleis bij If. M. de Koningin blijven
logeeren.
De minister van financiën rnaakt bekend
dat op *1 dezer bij de betaalmeesters in kas
wasfj 2,165,474.83
en dat op denzeltden dag
door de Nederl. Bank, in
gevolge art. 11 bis van haar
octrooi, aan 's lands kas
een voorschot was ver
strekt ten bedrage van - 2,191,539.831/a
De minister van financiën maakt bekend,
dat ten behoeve van 's rijks schatkist uit
's-Gravenhage is ontvangen een aan Imt depar
tement van oorlog ingezonden muntbiljet,
groot f 10, wegens gelden aan hot depar
tement van oorlog toebshoorende. (St.-Ct.")
Atjeb.
Blijkens uit Indië ontvangen telegraphische
berichten zijn sedert de jongste mededeelingen
dienaangaande iu de nSt. Ct," van 5 Febr.
1902 bij de krijgsverrichtingen in Atjeh en
onderhoorigheden aari wonden overleden de
sergeanten J. Dekkers en G. Meijer en ge
wond de le luit. der inf. G. F. B. Watrin,
de fuseliers L. van der Werf, J. van Lelitelü,
J. W. van der Zanden en de ziekenverpleger
H. TV. Loep en werd voorts in Djambi ge
wond de fuselier J. lïalkema. (jSt. Cl.")
De correspondent van het iHbld" te Ba
tavia seint
Eenige inlanders maakten op het Konings
plein te Batavia arnok. Zij doodden de Neder
landers Mouleman en Kingma, en verwondden
de gebroedei s Swemer.
De inlanders lijden hevig ten gevolge van
de overstroomingen der Djoewana-rivier.
De gewone audiëntie van den minister van
financiën op 6 Maart en die van den minister
van marine op 7 Maart zullen niet plaats
hebben.
Blijkens bij liet Depart, van Marine ont
vangen bericht is Ilr. Ms. pantserdekschip
Zeeland, onder bevel van den kapitein
ter zee W. Allirol 2 dezer te Aden aange
komen.
Het gouvernementsstoomschip F a z a n t
is gisteren te Tandjong Priok aangekomen.
Alles wel.
Het onderzoek naar de oorzaak van liet
scheefvallen van Ilr. Ms. pantserdekschip
Koningin Regentes moet hebben
aangetoond dat dit aan de wijze van inladen
van steenkolen, munitie enz. moet worden
geweten. Men is thans bezig het schip le
rechten. Vermoedelijk zal liet in 't laatst
dezer week naar West-Indië kunnen ver-
tiekken.
Minister Van Asch vnn Wijck.
Omtrent het vervoer van den minister
Van Asch van Wyck naar Utrecht, wordt
nog het volgende medegedeeld
»Toen de geueesheeren het oogenblik voor
een opeiatie gekomen achtten, werd de
Minister op uitdrukkelijk verlangen van
prof. Nanuh, aan wielt het verrichten der
opetalie zou worden toevertrouwd, naar het
Diaconessen huis te Utrecht vervoeid. Zooals
gemeld is, werd de patient o. a. ook door
prof. Pel vergezeld. Te Utrecht werd de
patiënt voor liet eerst door prof. Narath
gezien eti onderzocht. Deze hoogleer aar was,
geheel in overeenstemming met liet oordeel
der geueesheeren, eveneen-s van meenitig,
dat eene kun-tbevveiking thans noodzakelijk
was. Na gehouden overleg werd echter over
eengekomen dat de operatie eerst hedenoch
tend (Maandag) zou geschieden."
Zooals inen weet, is de operatie goed ge
slaagd. De operatie had te negen uur plaats
en om half elf kon Prof. Pel reeds naar
Amsterdam terugkeeren.
Omtrent den toestand van den Minister
van Koloniën, Jltr. van Asch van Aijek,
luiden de berichten: Nacht rustig, Pols
en temperatuur goed. Algemeene toestand
bevredigend."
Dr. Kuijper was in de jongste dagen ver
hinderd zijne ambtsbezigheden buitenshuis
te verrichten, tengevolge van lichtejiclitaan-
doeningen.
De raadsheer in den Hoogen Raad mr. B,
El. M. Hanlo is ernstig ongesteld.
Tweede Kamer.
Verhooging van Hoofdstuk binnenlandsche
zaken der Staatsbegrooting voor 1902.
Bij liet afdeelingsondeizoek werd de traag
gedaan, waarom dit ontwerp tot uitbreiding
van het personeel aan de Rijks Universiteit
te Leiden met een hoogieeraar in de geschie
denis van Nederl.-Indië, niet tegelijk is inge
diend umt de voorgedragen regeling van de
benoembaarheid en de opleiding tot Indisch
administratief ambtenaar, gelijk door den
vorigen minister van koloniën was geschied.
Opgemerkt werd, dat dit wetsontwerp als
uitvloeisel van die regeling niet voor afdoe
ning vatbaar is voordat een beslissing ge
nomen zal zijn omtrent die wetsvoordracht.
Van sommige zjjden werd opnieuw de mee-
ning te kennen gegeven, dat een bepaalde
vakschool voor de opleiding der candidaat-
avnbtenaren in het leven zal moeten worden
geroepen. Op ovei legging aan de Kamer van
schriftelijke adviezen omtrent dit punt van
den senaat en van het college van curatoren
der Leidsche Hoogeschooi werd aangedrongen,
In het per se verbinden van het onderwijs
in de historie en methode der zending aan
dat in de Indische geschiedenis, door den
aan te stellen hoogleeraar te geven, zagen
sommige leden een gevaar voor de objectieve
behandeling van laatstgemeld vak, terwijl
onderricht in de zendingsgeschiedenis trou
wens ook onuoodig door hen werd geacht,
daar, naar zij meenden te welen, reeds de
kerkelijke hoogleer aren hierin onderwijsgaven.
Anderzijds werd twijfel geopperd of het Rijk
het in deze wel behoort te laten aankomen
op het onderwijs der kerkelijke hoogleeraren,
wier werkkring zich bepaalt tot opleiding
van aanstaande predikanten van een bepaald
kerkgenootschap.
Gevraagd werd, waarom voor traktement
voor den nieuwen hoogieeraar f40'JO wordt
aangevraagd, terwijl hij slechts geiurende
een gedeelte van 1902 in functie zal kuonen
zijn en waarop de verwachting gegiond is,
dat de meerdere uitgaven gedekt zullen
woiden door de inkomsten van de aanstaande
Indische ambtenareD, die aan de Leidsche
Universiteit zullen gaan studeeien. Gaarne
zou men inlichtingen ontvangen omtrent de
vraag, of het in de bedoeling der Regeering
ligt om, met het oog op de behoeften van
den dienst gedurende de eerstvolgende jaren,
voorstellen te doen omtrent een tijdelijke
regeling van de opleiding en de benoembaar
heid tot Indisch burgerlijk ambtenaar; zoo
ja, welke de aard is der beoogde tijdelijke
voorziening.
Ronselaars in Zwitserland.
Zooals men weet, zijn in Zwitserland ron
selaars aan het werk geweest, zoogenaamd
voor ons Ned.-Ind. leger. De zaak zal dezer
dagen voor de rechtbank behandeld worden
en de Nederlandsche Regeering zit niet stil,
wat zeer te begrijpen is, ais men in aanmer
king neemt, dat het nog altijd eenigszins den
schijn heeft of men nie t absoluut overtuigd
is van de onschuld in deze van de Regeering,
ofschoon reeds vrijwel gebleken is, dat men
hier te doen heeft met immoreele aanwerving
door middel van een particuliere onderneming
te Harderwijk.
Van den gearresteerden ronselaar is vast
gesteld, dat hij twee Zwitsers heeft aange
worven, die door het koloniaal werfdepftt zijn
aangenomen en thans in Indië dienen. De
derde kreeg nog tijdig berouw en bracht de
?aak aan. De werver was in het bezit van
brieven van een andere agentuur in Bazel,
o. a. van een schrijven, waaruit bleek, dat
ook daar een persoon bijna was bepraat en
de zaak op het punt stond beklonken te
worden.
Spaar- eu leenbanken.
Het centraal-bureau voor de statistiek heeft
thans in een lijvig boekdeel de statistiek der
spaar- en leenbanken over het jaar 1899
bijeenverzameld.
Uit liet voorbericht blijkt, dat nog steeds
verschillende spaarbanken, spaarkassen en
hulpbanken, ondanks herhaald verzoek, na
latig zijn gebleven de verlangde gegevens in
te zenden. Al behooren zij niet tot de groot
ste instellingen, toch is dit gemis zeker te
betreuren, omdat daardoor een volledig over
zicht van hetgeen op dit gewichtig sociaal
gebied hier le lande geschiedt, onmogelijk
wordt gemaakt. Mogen deze achterlijken tot
het inzicht komen dat gelijk de directeur
van het centraal-bureau te recht opmerkt
«publiciteit, in het algemeen belang gewenscht,
ook de bijzondere belangen der instellingen
zelve niet schaadt, maar dient."
Nat. Bur. van Vrouwenarbeid.
liet Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid
te 's-Gravenhage ontving van den Nederl.
Coöperatieven Bond een subsidie van f50 ter
tegemoetkoming in de kosten van den cursus
over coöperatie.
Door het bureau werden 14 Febr. 11. ge
motiveerde adressen verzonden aan de Ge
meentel aden van 's Gravenliage en Rotterdam
strekkende tot betuiging van adhaesie aan
de itdiessen ter vei krijging eener gemeente
lijke regeling van vervroegde winkelsluiting
ingezonden door liet Comité voor Vei vroegde
Winkelsluiting te 's-Gravenhage, den Alge-
meenen Magazijnen- en Winkelbediendenbond
en de Ilotteidamsche afdeeling van den
Nederl. Bond van Confectiebedienden te Rot
terdam. Een uitvoerig geargumenteerd adres
werd docr liet Nationaal Bui eau van Vrou
wenarbeid 22 Februari 11. verzonden aan den
Raad van Amsterdam, ter ondersteuning van
het bekende adres der Am-Uerdamsche ge
meente-telefonisten, in zake loonregeling,
vacantie-tijden enz.
Nederl. Rond van Accountants.
Zondagmiddag had te Amsterdam de alge-
meene vergadering van bovengenoemde ver-
eeniging plaats onder voorzitterschap van den
heer J. J. Stürcke. Tegenwoordig waren alle
toegelaten leden benevens 2 leden van den
Raad van Toezicht,
De statuten, welke op voorste! van den
Raad van Toezicht principieel waren gewijzigd,
werden na een korten zaakrijk debat unaniem
goedgekeurd.
Daarna vond de verkiezing van het bestuur
plaats, waartoe werden verkozen de heeren
J. A. Starcke, VV. F. Lokhorst, TV. A. Horst
huis en J. I). Neter, van Amsterdam TV.
C. Kelder van Rotterdam, J. Hagers van Den
Haag en Jac. Vkel van Zaandijk, Tot leden
van deo Raad van Toezicht herkoos de ver
gadering met algemeene stemmen de heeren
M, C. Teves, O. Kameriingh Onnes en F.
Leeuwenberg van Amsterdam, air, M. Tels
en J. Alex Ilioolen van Rotterdam en T. P
Claus van Enschede.
Het bestuur werd opgedragen de kon.
goedkeuring aan te vragen, waartoe do ver
gadering door een notaris werd bijgewoond.
Eene commissie van 3 leden werd benoemd
tot het doen van voorstellen van de wijze
waai op voor den Bond propaganda zal worden
gemaakt. Het secretariaat van den Bond is
gevestigd TVesteinde 19 Amsterdam.
Ycreenlglng Yoor de Zeevaart.
Onder voorzitterschap van den heer C,
Vreede werd Zaterdagavond een algemeene
vergadering gehouden van de Vereeniging
voor de Zeevaart te Rotterdam, waarin de
rekening en verantwoording van den pun-
ningmeester over hot jaar 1901 werd goed
gekeurd en tot bestuurslid herkozen de heer
T. Aukes.
De voorzitter wekte op tot meer alge
meene deelneming in het bijdragen aan liet
gerechtelijke onkostenfonds, 't welk zoo nuttig
kan werken, wanneer de leden der vereeni
ging, voor den Raad van Tucht gedagvaard,
rechtskundigen bijstand wenschen.
Hierna werd door den voorzitter een over'
zicht gegeven van het belangrijkste, wat er
op het gebied van de ze-vaart, ook in be
trekking lot de vereeniging, in het afgeioopen
jaar was voorgevallen, waarna zich een lang
durige discussie ontspon over het met man
en muis vergaan bij stormweer van de
Mesacria en over de stranding van de
Solo.
Betreurd werd, dat wegens gemis eenei
wettelijke verplichting eeo ondeizoek van
regeringswege in zake de ramp met de
Mesacria was uitgebleven. In andere
landen, met name in Engeland en Duitsch-
land, wordt oiet alleen een officieel onder
zoek naar zeerampen ingesteld, maar elk
schip staat, alvorens het zee kiest, onder
behoorlijke contröle.
Aangenomen werd een motie, waarin de
wensclieüjkheid wordt uitgesproken van het
instellen van een officieel lichaam, dal toe
zicht zal houden op schepen, voordat ze uit
varen, gelijk zulks plaats heeft op schepen,
waai mede gouvernementsgoederen of -perso
nen worden vervoerd.
Bij de bespreking van de stranding van
de Solo vond het ontnemen vau het certi
ficaat van den gezagvoerder algemeen ont
stemming, wijl die ramp plaats had in de
paar uur rust van den gezagvoerder, nadat
deze tweemaal 24 uur in touw was geweest.
Het resultaat was de aanneming van een
motie, waarin de wenscheiijkheid wordt uit
gesproken dat de minister aan den Raad
van Tucht zelfs voordat deze in een Raad
tot onderzoek naar zeerampen zal zijn om
gezet, uitgebreidere bevoegdheid zal verstrek
ken, waardoor de Raad van Tucht tot on
derzoek naar de handeling van meerdere
personen zal kunnen overgaan.
Ten slotte werd andermaal de aandacht
gevestigd op het feit, dat de zeelieden niet
in de Ongevallenwet zijn opgenomen.
Nog werd met instemming herinnert aan
het besluit van den Rotterdamschen gemeen
teraad, om subsidie te verleenen voor het
geven van onderricht in de scheepshygiène
en in de verbandleer ten behoeve van den
zeeman. Meer belangstelling van Nederland
in zyn zeevaart werd verwacht door de ver
schijning van het geïllustreerde maandschrift
der Vereeniging voor het Zeewezen.
OVERSCHIE, 3 Maart. Ds. TV. van dei-
Waal Jz. alhier heeft voor liet hem aange
boden beroep te Gameren bedankt.
OVERSCHIE, 3 Maart. Het ruim 3-jarig
zoontje van den veehouder J. Littel is in een
sloot achter de ouderlijke woning aan den
Kleiweg geraakt. Het kind is helaas ver
dronken.
Geloof en Twijfel.
Handelde de heer J. van Loenen Martinet
de vorige week in zijn eerste voordracht over
«Geloof en Weten*", in de tweede voordracht,
gisteravond in de kleine zaal van Muris ge
houden, sprak de heer v. L. over het tweede
onderdeel van liet onderwerp, dat ons drie
avonden zal bezighouden en wel over «onze
wereldkennis en de geloofsvoorstellingen."
Spr. herinnerde er aan, dat de verwarring
tusschen geloof en weten zeer groot is, nog
altijd zijn wij dio verwarring niet te boven.
Waar geloof en weten met elkaar verward
of vereenzelvigd worden, komt alle vooruit
gang in het weten onder verdenking van
het geloof te schaden en tracht geloof het
weten te breidelen die vooruitgang wordt
dikwijls met een argwanend oog aangezien.
Nog altijd doet zich dit verschijnsel voor
men meent ook nu nog dikwijls, dat de we
tenschap zich niet op een bepaald terrein
mag begeven en gevoelt eon zekere huive-
i ingde wetenschap wordt door degenen,
die deze meening zijn toegedaan, geacht tol
twijfel te voeren en het geloof schuwt het
licht door de wetenschap ontstoken.
Deze meening is al van zeer ouden datum,
men denke slechts aan de paradijsgeschiedenis,
waarin het nan het eerste menschenpaar
verboden was de vruchten van den boom der
kennis te plukken; men denke nau den toren
van Babel, die zoo hoog was, dat hij als het
ware den troon van Go I naderde, en zoo
zijn er nog tal van voorbeelden. Dit alles
rust echter op de verwarring vnn geloof en
weten, maar het is een beprijpelijke ver
warring, want, waar het weten vooruitgaal,
vreest men een verzwakking van hetgeen
tot het geloof behooit.
Men spreekt dan \an de «worsteling tus
schen godsdienst en wetenschap", waarover
de «vrijdenkers" het druk hebben, en toont
daarmee alleen, dat men onderhevig is aan
een noodlottig misverstand. Er kan echter
geen strijd zyn tusschen godsdienst en weten
schap, wel tusschen kei kleei' en wetenschap.
Noodlottig is dat misverstand, ook voor de
wetenschap, als zij zich laat verleiden tot
uitspraken op een terrein, waarop zij onbe
voegd is; er zyn er, die meenen, dat, wan
neer er op wetenschappelijk gebied een vor
dering gemaakt wordt, zoodra een reeks van
onbegrepen zaken wordt opgelost, ook 'tgroote
raadsel zal zijn opgelost. Zelfs wetenschap
pelijke mannen vergeten somsdat elke
wetenschappelijke wet nog niet het raadsel
van den oorsprong oplost.
Er is echter een terrein, waarop de weten
schap tot ooideelen onbevoegd is. Het bestaan
van het kleinste insect, de groei van de
geringste plant is niet te verklaren, de grond
oorzaken liggen buiten het terrein van ons
vorschende drijvende, bezielende kracht is
uiet op te lossen, zy ligt buiten den kring
en de grenzen der wetenschap en gaat deze
builL'ii het experiment, buiten waarneming
dan gaat zij buiten haar bevoegdheid en't is
voor haar noodlottig.
Even noodlottig is 't evenwel voor het
geloof, als het in verzoeking komt de oogen
voor de werkelijkheid t« sluiten en daardoor
zich schuldig maakt aan onwaarachtigheid.
Spr. wijst hier op twee samenvallende
feiten: het optreden van de Christelijke par
tijen met dr. Kuyper nan het hoofd en het
verschijnen van de nieuwe vertaling vnn liet
Oude Testament, voorzien van tal van aan-
teekeningen.
Telkens heelt men Kuyper, wiens geheels
calvinisme op het Oude Testament beiust,
gevraagd te verklaren, waarin nu de weten
schap faalt, maar hij heeft dit steeds gewei
gerd en gezegd, dat 't Oude Testament het
woord Gods is. Leest men echter die vertaling
en die nanteekeningen aandachtig na, dan
moet men wei erkennen, dat die weten
schappelijke aa- teekeningen, tenminste zeer
vele er van, waar zijn en erkent men dit
niet, dan leidt dit tot onwaarachtigheid.
Dergelijke onwaarachtigheid doet zich ech
ter niet slechts bij de calvinisten voor. De
evangelische richting gaat met de zooge
naamde Leidsche schooi mede (de historische
critiek op het Oude Testament), doch bij
het Nieuwe Testament scliqnt dit niet het
geval te zijn; daar hebben zij bovennatuur
lijke openbaringen Gods nooüig en dit leidt
tot dezelfde onwaarachtigheid. Ook bij som
mige modernen is dit het geval.
Vraagt men, waarom die geloovigen de
wetenschap met een zekere achterdocht gade
slaan, dan moet men het antwoord daarop
zoeken in de kerkleer van de Middeleeuwen.
In de middeleeuwen toch is de kerkleer, in
overeenstemming met de toenmalige wereld
kennis, gegrond op de erkenning van den by bei
als de onfeilbare goddelijke openbaring. Wat
vao haar afweek werd als ketterij, en van dit
standpunt terecht, als zondige twijfel verfoeid.
De Hervorming aanvaardde de toenmalige
wereldkennis en bij gemis aan een juist
inzicht in het wezen van 't geloofsleven bleef
zij geloof err weten vereenzelvigen.
Alles wat tol de toenmalige kennis be
hoorde, was in de kerkleer opgenomende
bijbel leerde ook kennen de samenstelling van
het heelal,
Er gingen stemmen op van mensehen dif'ip
beweerden, dat wij tegenvoeters haddenjn>:
rnaar die bewering week af van de kerkleen
en moest dus vernietigd worden. f
Onder keizer Justinianus leefde een zekere,';s
Kastmos, een man, die eerst als koopmj^1'
meerdere landen had bezocht en later, toei
hjj monnik geworden was, zich tot taak steltb
om uit het Oudo Testament het systeem van'
het heelal te verklaren en zoodoende dat111'
fabeltje van de tegenvoeters te niet te doen-*
de schrift moest uitspraak doen beweerde
Hij beschreef nu de wereld als een vlak'
parallelogram, waarin in het midden de aarde
was omgeven door water. Aan de uiteïndeaF 11
van de aarde gingen vier wanden omhooAzo
en steunden het groote hoepeidak, hetfirna.' p
ment, het verblijf der engelen. Werkelijk
kan men een dergelijke opvatting uit het Oud-jjt
Testament lezen, b.v. in Genesis 2:4. p
Er kwam echter een tijd, dat de menscheaLer
die tegenvoeters gingen opzoeken en ze oot-w
werkeljjk vonden en toen viel bovenbedoeldtpor
theorie.
Toen kwam het oogenblik, dat men eettfeh
scheiding moest maken en men ging twijfelenóor
aan de leer van de kerk. De uitbreiding vaonoi
liet weten (natuur- en historiekennis) onderst
groeven menig leerstuk, dat geacht werè0ot
onvet brekelijk samen te hangen met lig,
leven des geloofs. Vandaar, dat met devors li
dering en de verandering der wereldkennis?, i
hei. geloof zelf werd bedreigd geacht. De V
critiek op uitspraken des geloofs geoefend001
leidde tot twijfel en zoo is het gebleven tc|nj{j,
op dezen dag. f
Zoo werkt nog die vrees van vroeger, oa'
af te wijken van hetgeen de kerkleer voor-;
schreef, na. h
Voor onzen tijd is het weggelegd tot lisl'en
beset te komen, dat de wetenschappelijke
critiek, wèi verstaan en wèl beoefend, hei'
geloot zeil ongerept laat, zijn eigenlijk wezet
openbaar maakt en zuiverend werkt op df
geloofsvoorstellingen.
Dipn weg hebben ook de modernen voor
bereid er is gekomen godsdienstwetenschap11
(waarvan nu wijlen prof. Thiele bij ons de
vertegenwoordiger was) d. i. de wetenschap! k'
die zoekt naar de kern. De geloofsvoorstel{. rc
lingeu zijn de taal des geloofs, de vorme(
waarin het geloof zich zijn wereld afbeeldt!
Zich aansluitend bij de overlevering mogcr p
zij, in overeenstemming met de voortgaand^
algemeene geestelijke (verstandelijke en zedejer
üjke) ontwikkeling zich wijzigen als ally;
poëzie staan zy buiten het bereik der weteiqet
schappelijke critiek. ierv
Dat wjj tweeërlei functiün verrichten komt|j,7e
dagelijks voor. Men denke slechts aan dfi^c
ring, dien men zijn verlooide aan den vinger
doet. Zoodra men dit doel, is het een andert
ring liet is niet meer hetzelfde stuk goudf,iy
hetzelfde geldt voor het vaandel vau de*Jje 1
krijgsman, de banier van den partijmanfp'
het is niet meer dat stuk doek, die lap. j?]'1-
Zoo is het met alles; alles krjjgt eerJ c
andere beleekenis, zoodra ons innerlyk leven6131'
er mede gemoeid is. P*
De menschelijke geest staande voor dat*
wonder van het heelal, voor het menschelijkeL—
wezen, kan het niet waarnemen, tasten, er
omdat wij het riet zintuigelijk kunnen uenW
noemen wij het bovennatuurlijk.
Er is een wetenschappelijke zielkunde, dil
het bestaan der zonde noemt wetten dererVi,
erlelykheid, aanpassing enz., manr dat gaal|erdj
tot op zekere hoogte buiten de dingen d(ilezn!
geloofs om. f01':
De geloovige mcnsch verneemt een oordeel"61"
over zijn daden en noemt ze goed of kwaaJf® v
liet moge aanvankelijk omsluierd tol Item
komen, doch hij weet te spreken van goeill g0
van zonde. Dit is een drang zijner natuurj.]ie,
die het hem toedrijft en daarom heelt hijo e
gezegd het is de wil van God. Hij ontdekiJ
als iiij met het kleine, het verlorene in aattj
raking komt, een beroep op reddende, be
houdende liefde en als zijn innerlijk heEj
zegt, dat liet sterkere den dood van he(
Mt
"ierst
)UCCC
zwakkere eisehl, dan zegt hy, dat is de vd:
Gods. Hij zegt tot de wetenschap: gij be-^
schrijft wat het is, maar ik heb ontdekt wal.
bet behooit te zijn. Lruj
Nadert het geloof aldus alles wat er in
wereld is, dan nadert dit geloof de verbeel^
ding, d. I. de uitbeelding. God op den hem^j
troon omgeven door de engelen is een uik'p:,
beelding, een verbeelding; zoo ook de engelen,
die voor onheil bewaren en de booze geesten,
die trachten te verleiden. Dit is beeldspraak?^
Het protestantisme heeft veel van die^..^
beelden verbannen. In zekeren zin haddenje
zij alle evenveel recht van bestaan, maar het|-e jj
beeld is een ander geworden, omdat het
rneer overeenstemde met onze wereldbe'
schouwing.
Veel wat ons als geschiedenis is overgo
leverd bleek te zijn gewrocht der verbeelding."
Het behouden van de voorstellingen van,
onze verbeelding schaadt in geen enkel op-j
zicht, zoo het slechts blijft een voorstelling
van onze verbeelding en niets anders. t
Er heerscht eeo wonderlijke schuchterheid?®11
over de vraag wat te verstaan onder en hoellnge
te gebruiken den naam van God, Zooveienjp
aarzelen dien naam uit te spreken, omdatjnek
daarmee een persoonlijk wezen wordt uit-lng
gesproken. p—
Wij kunnen echter niet anders van Goéj
spreken dan in beeld en gelijkenis. De ge-j
loofsvoorstellingen dragen niet bij tot ver-j
meerdering der wereldkennis, maar zij ver-,
tolken de geestelijke werkelijkheid, wnarvasj 1
het geloof getuigt.
Eenerzijds de uitdrukking' dier werkelyk-;
jeiiel
De
beid, verlevendigen zij nnderzyds het bewustj
zyn er van voor het geloof,
De eigenlijke twijfel is daar waar
werkelijkheid verdwijnt of wegzinkt
staat daarom minder met onze verstandelijke
inzichten dan met ons zedelijk karakter in
verbar.d.
diseer
en
Voi
an d
oor
e Ro
Aan het einde van deze belangwekkende al o;
voordracht deelde de voorzitter mede, dat de! G.j
volgende en laatste zal plaats hebben op? C.
Dinsdag 11 dezer. i A.
I Hel
ader