BINNENLAND. V V V* STADSNIEUWS. 1 Be Abeasinië. De >PoiUische Correspondenz" te Weenen weet uit particuliere bron mee te deeien, dat Keizer Menelik besloten heeft, aan de British Abyssinian Exploration Company limited de concessie te weigeren tot liet ont ginnen van het rjjhe mingebied in het Zuiden van Abessinië, eene concessie, waardoor deze maatschappij 1.000.000 p. st.had willen geven. Men beweert dat Menelik deze beslissing genomen heelt onder Finnschen invloed. Afghanistan. Lord Curzon, de onderkoning van In die, heeft uit Londen bevel ontvangen om de meest ernstige vertoogeo tot den Emir te richten. De Emir ontvangt van de Britselie regeeiing ten vrij aanzienlijke jaarlijkse he ondersteuning. Hij schijnt echter niet, zooals zijn vader, tam aan den leiband van Engeland te willen loopen en op dit oogenblik bezig te zijn, wat met Rusland te flirten. Engeland dreigt nn met intiekking der geldelijke onder steuning. China. De minister van buitenlandsche zaken erkent het bestaan van een nieuwen opstand, die Nan-Ning tot middelpunt en uitroeiing der Europeanen en Christenen tot doel heeft, Meer dan duizend oud-soldaten moeten zich bij de beweging hebben aangesloten. In een Keizei lijk besluit wordt de overheid gelast te waken voor de veiligheid der vreemdelingen, terwijl de Amerikaanselte gezant Conger, als doyen van het corps diplomatique, prins Ching uitgenoodigd heeft de nieuwe bewe ging zoo spoedig mogelijk te onderdrukken. Hofberichten. tl, M, de Koningin heeft gistermiddag in bijzonder gehoor ontvangen den nieuwbe noemde!! Itnliaanschen gezant den haerTugini, ter ovei handiging van zijn geloofsbrieven. Hedenmiddag 5 uur nam H. M. de Ko ningin van de Commissie der Tweede Kamer in ontvangst de vooidiacht voor het lidmaat schap der Rekenkamer. II. M, de Koningin heeft zich geruimen tijd bewogen onder Haar gasten op het thé danranl ten Hove. H. M. de Koningin-Moeder heeft de soiree tot het einde bijgewoond. Z, IC. H. Piins IJendiili, Piiuses Alice van Albany, de Erfgravin en F.rfgraaf van Et bach hebben vele malen aan den dans deelgenomen, die opgt luistei d werd duor de muziek der Koninklijke Militaire Kapel. De partij werd bezocht door een GOGial genoodigden uit de diplomatieke-, hof-, ambte lijke- en miiitaite kringen dezer stad. Een keurige versiering met dubbele roode tulpen gaf aan de zalen een levendig aanzien. Aan het souper hebbm ook de Vorstelijke personen deel genomen. De genoodigden ver lieten omstreeks 2 uur het paleis. II. M. de Koningin en Z. K. H. dePiins der Nederlanden zullen morgenavond in het gebouw voor Kunsten en Weteaschappen de weldadigheids-souée bijwonen, gegeveo tot versterking van de kas der's Gravenhaagsche afdeeling van de »Veteeniging tot opvoeding in het huisgezin van halt verweesde, ver waarloosde of verlaten kinderen van alle ge zindten." Z. K. H. de Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg, heeft bet beschermheer schap aanvaard van het Koninklijk Oudheid kundig Genootschap te Amsterdam en van de Iloliandsche Maatschappij van Landbouw. Prinses Elisabeth van Waldeck en Pyr- mont en Gemaal zullen nog een 14tal dagen in het paleis bij If. M. de Koningin blijven logeeren. De minister van financiën rnaakt bekend dat op *1 dezer bij de betaalmeesters in kas wasfj 2,165,474.83 en dat op denzeltden dag door de Nederl. Bank, in gevolge art. 11 bis van haar octrooi, aan 's lands kas een voorschot was ver strekt ten bedrage van - 2,191,539.831/a De minister van financiën maakt bekend, dat ten behoeve van 's rijks schatkist uit 's-Gravenhage is ontvangen een aan Imt depar tement van oorlog ingezonden muntbiljet, groot f 10, wegens gelden aan hot depar tement van oorlog toebshoorende. (St.-Ct.") Atjeb. Blijkens uit Indië ontvangen telegraphische berichten zijn sedert de jongste mededeelingen dienaangaande iu de nSt. Ct," van 5 Febr. 1902 bij de krijgsverrichtingen in Atjeh en onderhoorigheden aari wonden overleden de sergeanten J. Dekkers en G. Meijer en ge wond de le luit. der inf. G. F. B. Watrin, de fuseliers L. van der Werf, J. van Lelitelü, J. W. van der Zanden en de ziekenverpleger H. TV. Loep en werd voorts in Djambi ge wond de fuselier J. lïalkema. (jSt. Cl.") De correspondent van het iHbld" te Ba tavia seint Eenige inlanders maakten op het Konings plein te Batavia arnok. Zij doodden de Neder landers Mouleman en Kingma, en verwondden de gebroedei s Swemer. De inlanders lijden hevig ten gevolge van de overstroomingen der Djoewana-rivier. De gewone audiëntie van den minister van financiën op 6 Maart en die van den minister van marine op 7 Maart zullen niet plaats hebben. Blijkens bij liet Depart, van Marine ont vangen bericht is Ilr. Ms. pantserdekschip Zeeland, onder bevel van den kapitein ter zee W. Allirol 2 dezer te Aden aange komen. Het gouvernementsstoomschip F a z a n t is gisteren te Tandjong Priok aangekomen. Alles wel. Het onderzoek naar de oorzaak van liet scheefvallen van Ilr. Ms. pantserdekschip Koningin Regentes moet hebben aangetoond dat dit aan de wijze van inladen van steenkolen, munitie enz. moet worden geweten. Men is thans bezig het schip le rechten. Vermoedelijk zal liet in 't laatst dezer week naar West-Indië kunnen ver- tiekken. Minister Van Asch vnn Wijck. Omtrent het vervoer van den minister Van Asch van Wyck naar Utrecht, wordt nog het volgende medegedeeld »Toen de geueesheeren het oogenblik voor een opeiatie gekomen achtten, werd de Minister op uitdrukkelijk verlangen van prof. Nanuh, aan wielt het verrichten der opetalie zou worden toevertrouwd, naar het Diaconessen huis te Utrecht vervoeid. Zooals gemeld is, werd de patient o. a. ook door prof. Pel vergezeld. Te Utrecht werd de patiënt voor liet eerst door prof. Narath gezien eti onderzocht. Deze hoogleer aar was, geheel in overeenstemming met liet oordeel der geueesheeren, eveneen-s van meenitig, dat eene kun-tbevveiking thans noodzakelijk was. Na gehouden overleg werd echter over eengekomen dat de operatie eerst hedenoch tend (Maandag) zou geschieden." Zooals inen weet, is de operatie goed ge slaagd. De operatie had te negen uur plaats en om half elf kon Prof. Pel reeds naar Amsterdam terugkeeren. Omtrent den toestand van den Minister van Koloniën, Jltr. van Asch van Aijek, luiden de berichten: Nacht rustig, Pols en temperatuur goed. Algemeene toestand bevredigend." Dr. Kuijper was in de jongste dagen ver hinderd zijne ambtsbezigheden buitenshuis te verrichten, tengevolge van lichtejiclitaan- doeningen. De raadsheer in den Hoogen Raad mr. B, El. M. Hanlo is ernstig ongesteld. Tweede Kamer. Verhooging van Hoofdstuk binnenlandsche zaken der Staatsbegrooting voor 1902. Bij liet afdeelingsondeizoek werd de traag gedaan, waarom dit ontwerp tot uitbreiding van het personeel aan de Rijks Universiteit te Leiden met een hoogieeraar in de geschie denis van Nederl.-Indië, niet tegelijk is inge diend umt de voorgedragen regeling van de benoembaarheid en de opleiding tot Indisch administratief ambtenaar, gelijk door den vorigen minister van koloniën was geschied. Opgemerkt werd, dat dit wetsontwerp als uitvloeisel van die regeling niet voor afdoe ning vatbaar is voordat een beslissing ge nomen zal zijn omtrent die wetsvoordracht. Van sommige zjjden werd opnieuw de mee- ning te kennen gegeven, dat een bepaalde vakschool voor de opleiding der candidaat- avnbtenaren in het leven zal moeten worden geroepen. Op ovei legging aan de Kamer van schriftelijke adviezen omtrent dit punt van den senaat en van het college van curatoren der Leidsche Hoogeschooi werd aangedrongen, In het per se verbinden van het onderwijs in de historie en methode der zending aan dat in de Indische geschiedenis, door den aan te stellen hoogleeraar te geven, zagen sommige leden een gevaar voor de objectieve behandeling van laatstgemeld vak, terwijl onderricht in de zendingsgeschiedenis trou wens ook onuoodig door hen werd geacht, daar, naar zij meenden te welen, reeds de kerkelijke hoogleer aren hierin onderwijsgaven. Anderzijds werd twijfel geopperd of het Rijk het in deze wel behoort te laten aankomen op het onderwijs der kerkelijke hoogleeraren, wier werkkring zich bepaalt tot opleiding van aanstaande predikanten van een bepaald kerkgenootschap. Gevraagd werd, waarom voor traktement voor den nieuwen hoogieeraar f40'JO wordt aangevraagd, terwijl hij slechts geiurende een gedeelte van 1902 in functie zal kuonen zijn en waarop de verwachting gegiond is, dat de meerdere uitgaven gedekt zullen woiden door de inkomsten van de aanstaande Indische ambtenareD, die aan de Leidsche Universiteit zullen gaan studeeien. Gaarne zou men inlichtingen ontvangen omtrent de vraag, of het in de bedoeling der Regeering ligt om, met het oog op de behoeften van den dienst gedurende de eerstvolgende jaren, voorstellen te doen omtrent een tijdelijke regeling van de opleiding en de benoembaar heid tot Indisch burgerlijk ambtenaar; zoo ja, welke de aard is der beoogde tijdelijke voorziening. Ronselaars in Zwitserland. Zooals men weet, zijn in Zwitserland ron selaars aan het werk geweest, zoogenaamd voor ons Ned.-Ind. leger. De zaak zal dezer dagen voor de rechtbank behandeld worden en de Nederlandsche Regeering zit niet stil, wat zeer te begrijpen is, ais men in aanmer king neemt, dat het nog altijd eenigszins den schijn heeft of men nie t absoluut overtuigd is van de onschuld in deze van de Regeering, ofschoon reeds vrijwel gebleken is, dat men hier te doen heeft met immoreele aanwerving door middel van een particuliere onderneming te Harderwijk. Van den gearresteerden ronselaar is vast gesteld, dat hij twee Zwitsers heeft aange worven, die door het koloniaal werfdepftt zijn aangenomen en thans in Indië dienen. De derde kreeg nog tijdig berouw en bracht de ?aak aan. De werver was in het bezit van brieven van een andere agentuur in Bazel, o. a. van een schrijven, waaruit bleek, dat ook daar een persoon bijna was bepraat en de zaak op het punt stond beklonken te worden. Spaar- eu leenbanken. Het centraal-bureau voor de statistiek heeft thans in een lijvig boekdeel de statistiek der spaar- en leenbanken over het jaar 1899 bijeenverzameld. Uit liet voorbericht blijkt, dat nog steeds verschillende spaarbanken, spaarkassen en hulpbanken, ondanks herhaald verzoek, na latig zijn gebleven de verlangde gegevens in te zenden. Al behooren zij niet tot de groot ste instellingen, toch is dit gemis zeker te betreuren, omdat daardoor een volledig over zicht van hetgeen op dit gewichtig sociaal gebied hier le lande geschiedt, onmogelijk wordt gemaakt. Mogen deze achterlijken tot het inzicht komen dat gelijk de directeur van het centraal-bureau te recht opmerkt «publiciteit, in het algemeen belang gewenscht, ook de bijzondere belangen der instellingen zelve niet schaadt, maar dient." Nat. Bur. van Vrouwenarbeid. liet Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid te 's-Gravenhage ontving van den Nederl. Coöperatieven Bond een subsidie van f50 ter tegemoetkoming in de kosten van den cursus over coöperatie. Door het bureau werden 14 Febr. 11. ge motiveerde adressen verzonden aan de Ge meentel aden van 's Gravenliage en Rotterdam strekkende tot betuiging van adhaesie aan de itdiessen ter vei krijging eener gemeente lijke regeling van vervroegde winkelsluiting ingezonden door liet Comité voor Vei vroegde Winkelsluiting te 's-Gravenhage, den Alge- meenen Magazijnen- en Winkelbediendenbond en de Ilotteidamsche afdeeling van den Nederl. Bond van Confectiebedienden te Rot terdam. Een uitvoerig geargumenteerd adres werd docr liet Nationaal Bui eau van Vrou wenarbeid 22 Februari 11. verzonden aan den Raad van Amsterdam, ter ondersteuning van het bekende adres der Am-Uerdamsche ge meente-telefonisten, in zake loonregeling, vacantie-tijden enz. Nederl. Rond van Accountants. Zondagmiddag had te Amsterdam de alge- meene vergadering van bovengenoemde ver- eeniging plaats onder voorzitterschap van den heer J. J. Stürcke. Tegenwoordig waren alle toegelaten leden benevens 2 leden van den Raad van Toezicht, De statuten, welke op voorste! van den Raad van Toezicht principieel waren gewijzigd, werden na een korten zaakrijk debat unaniem goedgekeurd. Daarna vond de verkiezing van het bestuur plaats, waartoe werden verkozen de heeren J. A. Starcke, VV. F. Lokhorst, TV. A. Horst huis en J. I). Neter, van Amsterdam TV. C. Kelder van Rotterdam, J. Hagers van Den Haag en Jac. Vkel van Zaandijk, Tot leden van deo Raad van Toezicht herkoos de ver gadering met algemeene stemmen de heeren M, C. Teves, O. Kameriingh Onnes en F. Leeuwenberg van Amsterdam, air, M. Tels en J. Alex Ilioolen van Rotterdam en T. P Claus van Enschede. Het bestuur werd opgedragen de kon. goedkeuring aan te vragen, waartoe do ver gadering door een notaris werd bijgewoond. Eene commissie van 3 leden werd benoemd tot het doen van voorstellen van de wijze waai op voor den Bond propaganda zal worden gemaakt. Het secretariaat van den Bond is gevestigd TVesteinde 19 Amsterdam. Ycreenlglng Yoor de Zeevaart. Onder voorzitterschap van den heer C, Vreede werd Zaterdagavond een algemeene vergadering gehouden van de Vereeniging voor de Zeevaart te Rotterdam, waarin de rekening en verantwoording van den pun- ningmeester over hot jaar 1901 werd goed gekeurd en tot bestuurslid herkozen de heer T. Aukes. De voorzitter wekte op tot meer alge meene deelneming in het bijdragen aan liet gerechtelijke onkostenfonds, 't welk zoo nuttig kan werken, wanneer de leden der vereeni ging, voor den Raad van Tucht gedagvaard, rechtskundigen bijstand wenschen. Hierna werd door den voorzitter een over' zicht gegeven van het belangrijkste, wat er op het gebied van de ze-vaart, ook in be trekking lot de vereeniging, in het afgeioopen jaar was voorgevallen, waarna zich een lang durige discussie ontspon over het met man en muis vergaan bij stormweer van de Mesacria en over de stranding van de Solo. Betreurd werd, dat wegens gemis eenei wettelijke verplichting eeo ondeizoek van regeringswege in zake de ramp met de Mesacria was uitgebleven. In andere landen, met name in Engeland en Duitsch- land, wordt oiet alleen een officieel onder zoek naar zeerampen ingesteld, maar elk schip staat, alvorens het zee kiest, onder behoorlijke contröle. Aangenomen werd een motie, waarin de wensclieüjkheid wordt uitgesproken van het instellen van een officieel lichaam, dal toe zicht zal houden op schepen, voordat ze uit varen, gelijk zulks plaats heeft op schepen, waai mede gouvernementsgoederen of -perso nen worden vervoerd. Bij de bespreking van de stranding van de Solo vond het ontnemen vau het certi ficaat van den gezagvoerder algemeen ont stemming, wijl die ramp plaats had in de paar uur rust van den gezagvoerder, nadat deze tweemaal 24 uur in touw was geweest. Het resultaat was de aanneming van een motie, waarin de wenscheiijkheid wordt uit gesproken dat de minister aan den Raad van Tucht zelfs voordat deze in een Raad tot onderzoek naar zeerampen zal zijn om gezet, uitgebreidere bevoegdheid zal verstrek ken, waardoor de Raad van Tucht tot on derzoek naar de handeling van meerdere personen zal kunnen overgaan. Ten slotte werd andermaal de aandacht gevestigd op het feit, dat de zeelieden niet in de Ongevallenwet zijn opgenomen. Nog werd met instemming herinnert aan het besluit van den Rotterdamschen gemeen teraad, om subsidie te verleenen voor het geven van onderricht in de scheepshygiène en in de verbandleer ten behoeve van den zeeman. Meer belangstelling van Nederland in zyn zeevaart werd verwacht door de ver schijning van het geïllustreerde maandschrift der Vereeniging voor het Zeewezen. OVERSCHIE, 3 Maart. Ds. TV. van dei- Waal Jz. alhier heeft voor liet hem aange boden beroep te Gameren bedankt. OVERSCHIE, 3 Maart. Het ruim 3-jarig zoontje van den veehouder J. Littel is in een sloot achter de ouderlijke woning aan den Kleiweg geraakt. Het kind is helaas ver dronken. Geloof en Twijfel. Handelde de heer J. van Loenen Martinet de vorige week in zijn eerste voordracht over «Geloof en Weten*", in de tweede voordracht, gisteravond in de kleine zaal van Muris ge houden, sprak de heer v. L. over het tweede onderdeel van liet onderwerp, dat ons drie avonden zal bezighouden en wel over «onze wereldkennis en de geloofsvoorstellingen." Spr. herinnerde er aan, dat de verwarring tusschen geloof en weten zeer groot is, nog altijd zijn wij dio verwarring niet te boven. Waar geloof en weten met elkaar verward of vereenzelvigd worden, komt alle vooruit gang in het weten onder verdenking van het geloof te schaden en tracht geloof het weten te breidelen die vooruitgang wordt dikwijls met een argwanend oog aangezien. Nog altijd doet zich dit verschijnsel voor men meent ook nu nog dikwijls, dat de we tenschap zich niet op een bepaald terrein mag begeven en gevoelt eon zekere huive- i ingde wetenschap wordt door degenen, die deze meening zijn toegedaan, geacht tol twijfel te voeren en het geloof schuwt het licht door de wetenschap ontstoken. Deze meening is al van zeer ouden datum, men denke slechts aan de paradijsgeschiedenis, waarin het nan het eerste menschenpaar verboden was de vruchten van den boom der kennis te plukken; men denke nau den toren van Babel, die zoo hoog was, dat hij als het ware den troon van Go I naderde, en zoo zijn er nog tal van voorbeelden. Dit alles rust echter op de verwarring vnn geloof en weten, maar het is een beprijpelijke ver warring, want, waar het weten vooruitgaal, vreest men een verzwakking van hetgeen tot het geloof behooit. Men spreekt dan \an de «worsteling tus schen godsdienst en wetenschap", waarover de «vrijdenkers" het druk hebben, en toont daarmee alleen, dat men onderhevig is aan een noodlottig misverstand. Er kan echter geen strijd zyn tusschen godsdienst en weten schap, wel tusschen kei kleei' en wetenschap. Noodlottig is dat misverstand, ook voor de wetenschap, als zij zich laat verleiden tot uitspraken op een terrein, waarop zij onbe voegd is; er zyn er, die meenen, dat, wan neer er op wetenschappelijk gebied een vor dering gemaakt wordt, zoodra een reeks van onbegrepen zaken wordt opgelost, ook 'tgroote raadsel zal zijn opgelost. Zelfs wetenschap pelijke mannen vergeten somsdat elke wetenschappelijke wet nog niet het raadsel van den oorsprong oplost. Er is echter een terrein, waarop de weten schap tot ooideelen onbevoegd is. Het bestaan van het kleinste insect, de groei van de geringste plant is niet te verklaren, de grond oorzaken liggen buiten het terrein van ons vorschende drijvende, bezielende kracht is uiet op te lossen, zy ligt buiten den kring en de grenzen der wetenschap en gaat deze builL'ii het experiment, buiten waarneming dan gaat zij buiten haar bevoegdheid en't is voor haar noodlottig. Even noodlottig is 't evenwel voor het geloof, als het in verzoeking komt de oogen voor de werkelijkheid t« sluiten en daardoor zich schuldig maakt aan onwaarachtigheid. Spr. wijst hier op twee samenvallende feiten: het optreden van de Christelijke par tijen met dr. Kuyper nan het hoofd en het verschijnen van de nieuwe vertaling vnn liet Oude Testament, voorzien van tal van aan- teekeningen. Telkens heelt men Kuyper, wiens geheels calvinisme op het Oude Testament beiust, gevraagd te verklaren, waarin nu de weten schap faalt, maar hij heeft dit steeds gewei gerd en gezegd, dat 't Oude Testament het woord Gods is. Leest men echter die vertaling en die nanteekeningen aandachtig na, dan moet men wei erkennen, dat die weten schappelijke aa- teekeningen, tenminste zeer vele er van, waar zijn en erkent men dit niet, dan leidt dit tot onwaarachtigheid. Dergelijke onwaarachtigheid doet zich ech ter niet slechts bij de calvinisten voor. De evangelische richting gaat met de zooge naamde Leidsche schooi mede (de historische critiek op het Oude Testament), doch bij het Nieuwe Testament scliqnt dit niet het geval te zijn; daar hebben zij bovennatuur lijke openbaringen Gods nooüig en dit leidt tot dezelfde onwaarachtigheid. Ook bij som mige modernen is dit het geval. Vraagt men, waarom die geloovigen de wetenschap met een zekere achterdocht gade slaan, dan moet men het antwoord daarop zoeken in de kerkleer van de Middeleeuwen. In de middeleeuwen toch is de kerkleer, in overeenstemming met de toenmalige wereld kennis, gegrond op de erkenning van den by bei als de onfeilbare goddelijke openbaring. Wat vao haar afweek werd als ketterij, en van dit standpunt terecht, als zondige twijfel verfoeid. De Hervorming aanvaardde de toenmalige wereldkennis en bij gemis aan een juist inzicht in het wezen van 't geloofsleven bleef zij geloof err weten vereenzelvigen. Alles wat tol de toenmalige kennis be hoorde, was in de kerkleer opgenomende bijbel leerde ook kennen de samenstelling van het heelal, Er gingen stemmen op van mensehen dif'ip beweerden, dat wij tegenvoeters haddenjn>: rnaar die bewering week af van de kerkleen en moest dus vernietigd worden. f Onder keizer Justinianus leefde een zekere,';s Kastmos, een man, die eerst als koopmj^1' meerdere landen had bezocht en later, toei hjj monnik geworden was, zich tot taak steltb om uit het Oudo Testament het systeem van' het heelal te verklaren en zoodoende dat111' fabeltje van de tegenvoeters te niet te doen-* de schrift moest uitspraak doen beweerde Hij beschreef nu de wereld als een vlak' parallelogram, waarin in het midden de aarde was omgeven door water. Aan de uiteïndeaF 11 van de aarde gingen vier wanden omhooAzo en steunden het groote hoepeidak, hetfirna.' p ment, het verblijf der engelen. Werkelijk kan men een dergelijke opvatting uit het Oud-jjt Testament lezen, b.v. in Genesis 2:4. p Er kwam echter een tijd, dat de menscheaLer die tegenvoeters gingen opzoeken en ze oot-w werkeljjk vonden en toen viel bovenbedoeldtpor theorie. Toen kwam het oogenblik, dat men eettfeh scheiding moest maken en men ging twijfelenóor aan de leer van de kerk. De uitbreiding vaonoi liet weten (natuur- en historiekennis) onderst groeven menig leerstuk, dat geacht werè0ot onvet brekelijk samen te hangen met lig, leven des geloofs. Vandaar, dat met devors li dering en de verandering der wereldkennis?, i hei. geloof zelf werd bedreigd geacht. De V critiek op uitspraken des geloofs geoefend001 leidde tot twijfel en zoo is het gebleven tc|nj{j, op dezen dag. f Zoo werkt nog die vrees van vroeger, oa' af te wijken van hetgeen de kerkleer voor-; schreef, na. h Voor onzen tijd is het weggelegd tot lisl'en beset te komen, dat de wetenschappelijke critiek, wèi verstaan en wèl beoefend, hei' geloot zeil ongerept laat, zijn eigenlijk wezet openbaar maakt en zuiverend werkt op df geloofsvoorstellingen. Dipn weg hebben ook de modernen voor bereid er is gekomen godsdienstwetenschap11 (waarvan nu wijlen prof. Thiele bij ons de vertegenwoordiger was) d. i. de wetenschap! k' die zoekt naar de kern. De geloofsvoorstel{. rc lingeu zijn de taal des geloofs, de vorme( waarin het geloof zich zijn wereld afbeeldt! Zich aansluitend bij de overlevering mogcr p zij, in overeenstemming met de voortgaand^ algemeene geestelijke (verstandelijke en zedejer üjke) ontwikkeling zich wijzigen als ally; poëzie staan zy buiten het bereik der weteiqet schappelijke critiek. ierv Dat wjj tweeërlei functiün verrichten komt|j,7e dagelijks voor. Men denke slechts aan dfi^c ring, dien men zijn verlooide aan den vinger doet. Zoodra men dit doel, is het een andert ring liet is niet meer hetzelfde stuk goudf,iy hetzelfde geldt voor het vaandel vau de*Jje 1 krijgsman, de banier van den partijmanfp' het is niet meer dat stuk doek, die lap. j?]'1- Zoo is het met alles; alles krjjgt eerJ c andere beleekenis, zoodra ons innerlyk leven6131' er mede gemoeid is. P* De menschelijke geest staande voor dat* wonder van het heelal, voor het menschelijkeL— wezen, kan het niet waarnemen, tasten, er omdat wij het riet zintuigelijk kunnen uenW noemen wij het bovennatuurlijk. Er is een wetenschappelijke zielkunde, dil het bestaan der zonde noemt wetten dererVi, erlelykheid, aanpassing enz., manr dat gaal|erdj tot op zekere hoogte buiten de dingen d(ilezn! geloofs om. f01': De geloovige mcnsch verneemt een oordeel"61" over zijn daden en noemt ze goed of kwaaJf® v liet moge aanvankelijk omsluierd tol Item komen, doch hij weet te spreken van goeill g0 van zonde. Dit is een drang zijner natuurj.]ie, die het hem toedrijft en daarom heelt hijo e gezegd het is de wil van God. Hij ontdekiJ als iiij met het kleine, het verlorene in aattj raking komt, een beroep op reddende, be houdende liefde en als zijn innerlijk heEj zegt, dat liet sterkere den dood van he( Mt "ierst )UCCC zwakkere eisehl, dan zegt hy, dat is de vd: Gods. Hij zegt tot de wetenschap: gij be-^ schrijft wat het is, maar ik heb ontdekt wal. bet behooit te zijn. Lruj Nadert het geloof aldus alles wat er in wereld is, dan nadert dit geloof de verbeel^ ding, d. I. de uitbeelding. God op den hem^j troon omgeven door de engelen is een uik'p:, beelding, een verbeelding; zoo ook de engelen, die voor onheil bewaren en de booze geesten, die trachten te verleiden. Dit is beeldspraak?^ Het protestantisme heeft veel van die^..^ beelden verbannen. In zekeren zin haddenje zij alle evenveel recht van bestaan, maar het|-e jj beeld is een ander geworden, omdat het rneer overeenstemde met onze wereldbe' schouwing. Veel wat ons als geschiedenis is overgo leverd bleek te zijn gewrocht der verbeelding." Het behouden van de voorstellingen van, onze verbeelding schaadt in geen enkel op-j zicht, zoo het slechts blijft een voorstelling van onze verbeelding en niets anders. t Er heerscht eeo wonderlijke schuchterheid?®11 over de vraag wat te verstaan onder en hoellnge te gebruiken den naam van God, Zooveienjp aarzelen dien naam uit te spreken, omdatjnek daarmee een persoonlijk wezen wordt uit-lng gesproken. p— Wij kunnen echter niet anders van Goéj spreken dan in beeld en gelijkenis. De ge-j loofsvoorstellingen dragen niet bij tot ver-j meerdering der wereldkennis, maar zij ver-, tolken de geestelijke werkelijkheid, wnarvasj 1 het geloof getuigt. Eenerzijds de uitdrukking' dier werkelyk-; jeiiel De beid, verlevendigen zij nnderzyds het bewustj zyn er van voor het geloof, De eigenlijke twijfel is daar waar werkelijkheid verdwijnt of wegzinkt staat daarom minder met onze verstandelijke inzichten dan met ons zedelijk karakter in verbar.d. diseer en Voi an d oor e Ro Aan het einde van deze belangwekkende al o; voordracht deelde de voorzitter mede, dat de! G.j volgende en laatste zal plaats hebben op? C. Dinsdag 11 dezer. i A. I Hel ader

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 2