I
C
Dit teM nil DBI8 Mei
55"* Jaargang.
Zondag 23 en Maandag 24 Maart 1902.
No. 10810
Eerste Blad.
De zaaiende hand.
li c r i c li t.
lïülTËNLANP.
SGHIEDAMISiX «UI,
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingenfl. 1.25 Franco
per post 11. 1.G5.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentien voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan liet bureau bezorgd zijn.
Bureauïloterstraat 68.
Prijs der Advertentien: Van 1—G regels fl. 0.92; iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde leleine advert ent iSn opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon No. 123.
te soo!
ndelijl
en.
trijs,
Zij, die zich met het nieuwe Itivar»
taal, aanvangende 1 April n.s., op
de „%clilcdaniscl»c Courant" ation-
necrcn, ontvangen de tot dien datum
verschonende nummers gratia.
AI-iGEMEEX OVEKX1CHT.
SCHIEDAM, 22 Maait 1902.
1 u i d A f r I k a.
Krugcr en Lnbouclicrc aan 't rvoord.
Bovengenoemde personen hebben beiden
hun mecningeu nog eens geuit., de ecu in do
„Hat,in" de ander in „Truth", Waar zulke
mannen gesproken hebben, meunen wij go-
rust te kunnen zwijgen, temeer daar er in de
laatste dagen zoo weinig van lief oorlogster-
j rein tot ons komt, dat volgens de „Petit
j Bleu" dc ongerustheid te Londen zeer toe-
itzangl neemt. Doch ter zake.
j De jongste krijgsgobcurte,nissen in Zuid-
Afrika, evenals do feiten van internationale
pditiok, hebben president Krugcr aanlei
ding gegeven nogmaals getuigenis af te leg
gen van zijn onwankelbaar vertrouwen in
omen.'
ris ai
ten.
Paris.'
Ilinkltj van x'ia ':uu' uu vol'k. Rij heeft met
nmsjif dit doel, zooals hij vroeger ook wel gedaan
niasK vj 'w s"'™'
Dienc^f» 1 hatmigen Franscheu journmlist,
al Actj IIem'i des Ifoux, op Oranjelust ontvangen
[ues,
■Bil c
itieiitii
t 11.1'
in tegenwoordigheid van do hoeren Fischer
anfaisi 0,1 Leyds. Do heer Van Bocsehoten schijnt
een soort proces-verbaal van de presidiale
verklaring te hebben opgemaakt, wol'kc do
heer Des IIoux thans in de Matin" publi
ceert.
A ja De verklaring van president Kruger is ah
altijd op streng irel'iigicus standpunt. „Ik heb
3Vs ure altijd uit bot woord Gods bet vaste vertrou
wen geput dat bij zijn volk nooit zal verla
ten.Iiij vergelijkt hun toestand met psalm
83. den strijd van Satan tegen bet konink
rijk Cliristi, hierbij herhalende de woorden
door licm op 7 Mei 1900 bij tve opening van
den lnatston Volksraacl gehouden.
„De Engclschen kobben gezegd dit volk
moet niet bestaan. Eu God heeft geant
woord dit volk zal bestaan. Tot nu toe
heeft God's hulp ons niet ontbroken. Dit
volk zal bestaan omdat God heerscht en allo
menscholijke krachten onmachtig zijn tegen
zijn wil,"
President Krugcr ziet in de ruwe „bar-
baarscbo wijze van optreden zijner vijanden
slechts een beproeving des lleeren, die ein
digen zal als het den Heer behaagt. „Wij
■cn
18.-
20.-
22.
24
27.
26.-
28.-
31.-
rape
40,"
44.-
Roman
VAN
IDA BOY—ED.
14)
Wat mevrouw Alteneck zag, moest haar
«el bevallen, want zo wendde liet hoofd om,
en knikte tegen haar zoon. Die begreep.
Hij kuste zijn moeder verrukt op de wang,
«U moet geduld met me bobben, lieve
moeder, en ik moet nog veel van u leeren,"
sprak Ebba met kinderlijke genegenheid,
ïwant u hebt zeker wel gehoord, dat mijn
lieve Mama al lang dood is, en Papa is zoo
onbekend met dc wereld."
Dat was een heerlijke bede. Mevrouw
[Alteneck wensclite niets liever, dan een
schoondochter te krijgen, die van haar lee
ren wilde, in plaats van alles beter te weten.
Ebba vertelde toen van liet geld in den
ingelaten brief van haar Mama. Mevrouw
Alteneck nam dat anders op dan tante Louise.
Ai Mas er diep door getroffen en zeide, dat
leze vijfduizend Mark een edeler rijkdom
■varen, dan de millioenen van Rotschild.
Zoo liet alles zicli zoo prettig mogelijk
inzien. Mevrouw Ateneck vroeg naar een
ander en met volkomen onbevangenheid
Welde Ebba zonde?' de minste achterhou-
lendhoxid van baar leven thuis. Het viel
nar in het geheel niet in, dat men iets
'«'zwijgen kon en dat sommige feiten haar
ader of haar zelf zouden kunnen vernede-
-h- En ze sprak tot goede toehoorders, die
e'f in moeilijke jaren het echte van het
'flechte hadden leeren onderscheiden en
hebben slechts ons vertrouwen in den Heer
to bewaren cn ons to bukken voor zijn wil.
De vrijheid d'ie wij verdedigen, komt ons
van Hem, onze- plicht is het voor haar niet
al ouzo brachten fco strijden, wee over ons
als wij ouzo onafhankelijkheid niet verdedi
gen. Maar wij moeten geen kwaad mot
kwaad vergelden. Indien onze krijgsgevange
nen verbannen worden of zelfs tor dood ge
bracht, moeten wij dit slechte voorbeeld niet
volgen. Ik weet wel1 dat de openbare mec-
ning soms do edelmoedigheid ai keurt, welke
zij ai te ver gedreven vindt. Maar wij1 moe
ten bedenken dat de Heer gezegd heeft:
„Mij is do wrake."
Ann God's bescherming, die in Zuid-A.fr:
ka wonderen doet, gelijk, aan die dor bijbel-
sclie verhalen, en mensehen bovemnensehe-
lijic wcn-k doet verrichten, schrijft de Presi
dent 'toe, dat do overwinning volgen zal.
„Bij hot bogin van den oorlog heb ik ge
zegd, dat hij, buitengewoon zml zijn, en de
wereld zal verbazen. Ik zeide dit niet om
dat ik vertrouwde op onze eigen kracht,
niaar ik putte een onwankelbaar vertrou
wen in de onfeilbare beloften van den Al
lerhoogste, die gezegd heeft: Kom tot Mij
als gij in benauwdheid zijt cn ik zal u lie1-
pcn." Ilct is om die belofte dot. ik herhaal
dat dc wereld verbaasd zal r.ijn want zij die
nog niet geloovcn in de wonderdoende
kracht des lleeren, zullen gedwongen zijn
er in tc gelooven als zij. in Zuid-Al'rika liet
onmiddellijk werk van zijn a.lnnclifciige hand
zullen gezien hebben."
President Krugcr gaat zoover van het,
prijsgeven dor onafhankelijkheid te beschou
wen als zonde. Do annexaties der Republie
ken bestaan niet, „want onzo vrije burgois
erkennen geen anderen meester dan God,
liet is van Hem dat zij hun rechten en vrijL
'heid hebben, en zoolang Hij deze niet terug
neemt, zullen zij deze tut aan den dood ver
dedigen."
Men heeft den vrede aangeboden met
amnestie, geldelijke 'hulp, enz., maar tot wel
ken prijs t „Tot den prijs van onzo onafhan
kelijkheid alsof dezo een baiidelsvoorwerp
ware! Keen, alle schatten der wereld kun
nen onze vrijheid niet betalen, omdat zij ons
door God is gegeven, en wij haar niet kun
nen prijs geven zonder God to verloochenen
en zijn vloek op ons te laden."
Dat de rcgecringen nog niet aan het be
roep op haar geweten beantwoord hebben,
ontmoedigt lieni niet. „Als de Heer zelf de
regeeringen zal roepen, zullen zij verplicht
zijn <to komen, d'en weg in te slaan, dien llij
haar zal aanwijzen cn stand te houden op de
plaats die Hij zal bepalen. De Eiigclsclic
rcgcaring zal niet moor dan dc andere van
deze oproeping uitgesloten zijn als God zal
bevelen, dat zijl ons eerlijk aanbod van
scheidsgerecht, vrede en vriendschap moot
aannemen."
Ilct Engclscho volk wordt nog in dwa
ling gehouden. Krugor, wiens Christelijk ge-
die aan Ebba merkten, dat ze aan de wel
gesteldheid van haar verloofde, of aan zijn
beteekenis in dc wereld in het geheel niet
dacht.
Toen begon Ebba te vragen en wilde alles
van Andreas weten vanaf zijn kinderjaren.
De moeder begon een waren lofzang te zin
gen Andreas verklaarde lachend, dat hij dan
niet blijven wilde.
Dus dan moet ik je zijn echten levens
loop maar eens onder vier oogen vertellen,"
zeide de moeder vroolijk geluimd, in breede
trekken, is bij ook heel eenvoudig. Hij was
als jongen zwakker dan ge liet van dezen
grooten, breeden man denken zoudt. Ook
niet zoo aardig, als je eerbied je gedoogt dit
aan te nemen. Ik heb heel wat met hem
te stellen gehad, llan, op de universiteit
hm, toen heeft hij wel een beetje geboe
meld bijna had hij toen een nooit meer
goed te maken domheid begaan
»Moeder 1"
»Nu ja, Ebba zal toch niet denken, dat
je altijd bij moeder's pappot gebleven zijt
en steeds gebeden hebt
«Moeder I"
»Laat moeder toch voortgaan," bad Ebba,
»het is het recht, ja de plicht van ieder
menscli, het leven te leeren kennen. Hoe kan
men het beoordeelen, als men er niet mid
denin gestaan heeft
«Juist dat past den man," sprak mevrouw
Alteneck, die dat «mensch" voor een toe
vallige uitdrukking hield.
«Overigens mag Andree, als hij wil, je
den roman, dien hij toen beleefde, zelf ver
tellen. Daar mijn jongen niet geprezen wil
zijn, kan ik er alleen nog bijvoegen, dat
hij zich door de moeilijkste jaren, die op den
dood van mijn man volgden, manhaftig heen
geslagen heeft. Mijn man was n.l. tien jaar
lang aan het ziekbed gekluisterd en toen
weten niet vergunt tc hate.il, bidt dat het dc
oogen geopend z;ul worden. Dc gesuhiulei.'s
van dezen gebeden oorlog was con same n-
zwering togen do waarheid.
,'Mc.n beweert dat onze onafhankelijkheid
onvercenigbaar is met den vrede in Zuid-
Afrika. Dit is laster, het tegenovergestelde
is waar. Indien men ons dc onafhankelijk
heid weigert, zal de oorlog zonder einde zijn
en wanorde en troebelen voortduren in Zuid-
Afn'ka. Men overtuigt, ook dc liehtgeloovig-
heid van het Britschc volk dat. dc burgerlij
ke cn militaire Engelsc'hc overlieden mees
ter zijn der beide republieken, de/.e bestu
ren en or regeei'cn. Welnu, do Engelsehen
iSjn slechts meester daar waar li ijlt troepen
verblijven, overal elders, in ons zoo uitge
strekt kind rust liet gezag in de handen van
onze overheidspersonen. De «Tovering gaat
niet vooruit, rij gaat achteruit.
„Elke dag kost Engeland ontzaggelijke
geldsommen, en wat een meer onherstelbaar
verlies is, ecu gevoelige vermindering van
7,ijn zedelijk gezag, zijn eer cn zijn politioken
invloed; de feiten bewijzen de waarheid mijt-
ucr woorden.
„Kog is een cci-volle vrede mogelijk. Den
dag waarop de oogen van de Engolsche re-
gecring cn van hot Ettgölseho volk voor liet
onvermijdelijPce zullen opengaan, zal d'c vre
de gesloten zijn, want de oorlog wordt slechts
verlengd door de hebzucht cn de leugens on
zer tegenstanders. Ik bid God bij. alle won
deren, die hij' ten onzen gunste verricht, ook
nog dit te voegen, dat Hij de verblinding
der Engct'.Sohen verdrijvc. Moge Hij spoedig
deze bede veirhoorenGod nil loon is do
Heer
Commentaar op d'eze verklaring is niet
uoodig, hot standpunt van den President
was rood's bekend, maar duidelijker dan to
voren heeft hij thans uitgesproken waarom
prijsgeven der onafhankelijkheid voor hem
en zijn volk een onmogelijkheid is, daar iets
dergelijks bij ben niet valt binnen de nut-
tigheidsberekening, maar een vraag is van
zedelijkheid 011 geloof.
In „Truth" staat het opstel van Lnbou-
chere, waarin hij' den geheulen toestand in
Zukl-Afrika samenvat en do punten scherp
op d!e i's zet.
Labouche-ro begint met erop te wijzen,
dat de nederlaag en de gevangenneming van
Methucn door de EngeS&che „armchair war
riors" (krijgers bij. het vuur) op de lang ge
bruikelijke wijze zijn begroet. In verheven
taal geven zij aan de wereld te verstaan, dat
zij niot wankelen in hun geloof in hun land,
al stond ook Hannibal voor lnin poorten.
Labouchero vertrouwt echtcir, dat de vreem
de natiën dezo Engclscho scribenten niet
zullen vereenzelvigen met heb Engelscilio
volk. Dat volk vertegenwoordigen zij even
min als de chanteuses der tingeltangels dat
doen.
Do ware Engolschcn zijn niet dc snoevers
ging onze fabriek natuurlijk meer achteruit,
dan vooruit."
De deur ging open en een andere vrouw,
gevolgd door een jong dienstmeisje iri een
rose katoenen japonnetje, met een Hamburger
mutsje op liet bloote haar, kwam binnen.
Zij droegen alles, om een feestelijke koffie
tafel klaar te komen maken.
«Dat is mijn verloofde juffrouw Ilerlingen,
ge kunt haar gelukwenschen," zeide Andreas.
Stralend gewichtig en gevlijd reikten hei
den Ebba de hand.
«Kijk, onze oude vrouw Fliederbusch, is
al achtentwintig jaar hier," sprak Andreas,
haar op den rug kloppend.
».Ta, dat zal wel zoo zijn. En, neen maar
waar de tijd toch blijft. Nu denkt onze
jonge heer ook al aan trouwen!" merkte ze
op, Ebba met haar verstandige oogen, scherp
opnemend.
«Hebben, hebben zal ze wel niet veel,"
zeide vrouw Fliederbusch buiten tot het
kamermeisje, «en ze was maar zoo la la
gekleed. Ik had altijd gedacht, dat onze jonge
lieer er nog eens een uit Hamburg zou nemen,
met veel geld, zoo'n knappe man ah hij is.
Vrouw Yosz, de dochter van mijn broer,
dient bij den professorgeen heelc zakdoek
in de kast en dan zeker ook wel geen heel
hemd aan 't lijf."
«Ja, jammer is het," zeide Anna, liet
kamermeisje, die zoo van heel uit de verte
op den jongenheer verliefd was.
Ondertusschen liet Ebba zich, onbewust
van baar ontevredenheid, de verdiensten van
vrouw Fliederbusch vertollen, en daarna liet
Andreas haar de woonkamers zien.
De naar achter gelegene waren wat som
ber. Vooral de studeerkamer van Andreas.
Die was bijna een zaal en met boekenplanken
in de rondte voorzien, Voor het eene venster
bevond zich eene groote tafel, op welker
dor jingo-bladcn. Gene erkennen ten volle,
dat deze oorlog in geen geval den Britschen
krijgsroem opluisteren kan. Daartoe is de
wanverhouding tussehen het getal der strij
ders en hun hulpmiddelen veal to groot. Het
is alsof elf voetballers streden tegen elfhon
derd. Do Polen worden door de Russen ver
pletterd, maar geen Russische geschiedschrij
ver .heeft ooit op dio g-ebeurtenis gepocht.
Al ware, gaat Labouchero voort, de Boeren
oorlog ook nog zoo 'rechtvaardig, toch zou
Iiij zich 'schamen over de wijze, waarop En
gclscho bladen dc wereld uilnoodigcn de
oorlogsdaden dor Britten te bewonderen,
liet vork der soldaten in Zuid-Afrika kan
hiji bewonderen, maar hun dapperheid is
nooit betwijfeld.
Ruim twee jaren reeds duurt de oorlog;
dii'Zeiulen mcnselicnlcvens zijn geofferd, mu-
ikenen erbij. I)e Boerenstalen zijn vernoest,
viouwen cn kinderen in kampen bijeenge
biflfht, waar tienduizenden het leven gela
ten hebben. Vele Boeven zijn gedood, vil*
geile portend. De hoofdsteden zijn bezet. A.
p> T'amaiion den oorlog eindigen konden
iiij zou reeds lang geleden «cdaan wezen.
„Maar wij hebben het einde erva i vele ma
len aangekondigd cn geproclameerd, dat alle
Bocrcnoveis-ten die dat niet willen erken
nen voor altoos verbannen zullen worden.
Wij hebben het dezen onnoozden Boeren
aan het verstand gebracht, dat het een mis
daad is van den zwakke om zich te verdedi
gen tegen den sterkere, en wij hebben bun
bewezen, dat hel. zoo is. Doch in weerwil on
zer vangsten, onzer slachtingen, onzer con
centratiekampen, staan or nu meer Boeren
to velde tegen ons dan zes maanden gele
don. Altoos, volgens de regecring, In Kaap
land zijn wij zoo opgetreden, dat wij die ko
lonie van ons vervreemd hebben de Boe
ren vinden er nu steeds nieuwe reeneten.
Mclliucii's nederlaag is een der incidenten
van eiken oorlog. Maar onze bladen vinden
or aanleiding in voor zelfbewicrooking
Instedc echter van de wereld uil te noodi-
gen, om onzen moed, ons vast besluit te be
wonderen, zou hei, ons boter passen, om on
zen toestand in het oog te vatten, nii t we
gens dit voorval, maar op breeder, practi-
seher gronden."
Labouchero behandelt dan nogmaals don
ooi sprong van den oorlog. Iiij toont helder
aan, lioc hol de beweging der uitlanders was.
Hun grieven werden door de mijneigenaars
geknutseld. Lord Salisbury verklaarde
pl'cchtslaitiglijk, dat Engclschen land noch
goudmijnen begeerden. Doch van Bloemfon
tein en Pretoria, kwamen dc inlijtvingsproola-
mntiën, waartegen de liberalc partij niot zoo
sterk to volde getrokken is als Gladstone zou
bobben gedaan. Aan de toenmalige plicht
verzaking der liberalen danken wij, meent
Labouchero, de voortzetting van den oorlog.
De Boeren waren en zijn bereid een schade
vergoeding te betalen, en een verdrag aan te
gaan met dc noodigo waarborgen voo-r Enge-
kamers waren gezellig, maai
land tegen een hervatting van den strijd' in
later jaren; oude goudmijnen willen zij, ook
afstaan. Maar hun volksbestaan willen zij
niet prijsgeven. Kunnen wij hen laken? Zou
den do Engclschen niet ovenzoo handelen?
Heeft do worold sedert eeuwen niet erkend,
dat mannen, die hun leven veil hebben voor
lum volksbestaan, de edelste vaderlanders
zijn?
„Wij, zeggen, dat onzo cor ons noopt om
door te vechten, liever dan onrecht te be
kennen. Onzo eer staat in oneer geworteld.
Het is lang niet zeker ,dat wij den tegen
stand ooit 7,ullcn kunnen overwinnen van
mannen die het leven en wat het leven biedt
waardeloos achten zonder hun onafhanke
lijkheid. Dat him onderwerping nog verre
van ons ligt, geven allen toe, en evenzoo, dat
zelfs de overwinning ten Slotte ons nojien
zal om voor een zeer langen tijd eon enorme
en kostbare bezetting in Zuid-Afrika to leg
gen, teneinde dc minderheid in staat to
stellen om over dc meerderheid te regeoren.
Do cenigo mcnschcn, die thans bij dc7,en oor
log profiteeven zijn de leveranciers. De ceni
go mcnschcn, die mogelijkerwijze iets win
nen kunnen bij' den overgang van onze inlij
ving op hot papier in werkelijke inlijving,
zijn de mijneigenaars, en zelfs zij enkel maar
in het geval, dat wij de Kaffers dwingen om
voor hen in dc mijnen te werken. Het is nil b
waarschijnlijk, dat dc regearing ooit ongelijk
bekennen zal. Dat do moesten barer volge-
ingem haar steunen in haar inlijvingsboleid
verrast ons niet, want dergelijk beleid vin
don de Tories altijd mooi."
De bonding der Eoseibcry-mannen vindt
Lahouehoi'e ook verklaarbaar, „docli" vraagt
hij, „waarom moeten de werkelijke vrijzinni
gen met hun beginselen spelen en van hun
gezond vorstand afstand doen?... De cenigo
zaak, waarin Engeland zou moeten doorstrij
den zonder op de kosetn te letten, is wan
neer zijn eigen onafhankelijkheid in do
waagschaal lag. Dan zou hot dat Boerenbe-
lcïd belmoren to volgen. Een veroverings
oorlog evenwel is iets geheel and'ers. Zelden,
zeer zelden is zoo'n oorlog te rechtvaardigen,
en dan moeten wel degelijk practisohe rede
nen erbij een rol spelen Maai- alle betoo-
gen en alle rede gaan op liet oogenblik on
der in oen orkaan van woeste wraakkreten
tegen do Boeren, omdat zij het wagen hun
land te verdedigen; tegen hen die het recht
der Engelsehen durven betwisten om dc Boe
ren dood te maken, als zij niet toegeven.
Niet alleen bobben wij het recht niet
om dc twee republieken in tc lijven, ook ons
eigenbelang picit ertegen. Gelijk de neer
Morlcy heeft, gezegd in zijn nobele ïedcvoe-
ring te Manchester, is dezo inlijving een on
rechtmatige gewelddaad Do Engclscho
liberalen behoorden deze Inlijving van hun
ne lei weg te vegen. Want dc moord van een
geheel volk is eon even groote misdaad als
dc moord van een individu. Ja een grootero
misdaad zelfs."
ruwe oppervlakte lallooze fleschjes, bussen,
distilleerfieschjes, doozen en allerlei werk
tuigen lagenvoor het andere stond de bui
tengewoon groote schrijftafel, waarbij een
paar gemakkelijke stoelen en een tafeltje
voor couranten stonden
De andere
zonder luxe ingericht,
Ebba merkte slechts de gezelligheid op,
voor luxe had ze weinig oog en zij ver
wonderde er zich niet over, dat mensehen
als de Ateneck's geen echte tapijten en
kostbare meubelen bezaten. Hel viel haar
niet op, dat lrot anders kon zijn
Men zeide haar, dat boven precies dezelfde
indeeling was en dat moeder
dacht hadden, dat bet jonge paar boven
kon wonen. Nu waren de meeste kamer
gesloten, door een andere indeeling der be
nedenkamers, zouden die ran boven geheel
vrij worden.
«Deze mededeeling is een toetssteen," had
mevrouw Alteneck tot haar zoon gezegd
uit de manier, waarop ze inwilligt of er
tegen op komt, kunt ge veel opmaken."
«Ik ben zeker van mijn zaak," sprak
Andreas rustig.
En Ebba, die in het geheel nog niet over
het woningvraagstuk lmd nagedacht, hoorde
de mededeeling met oprechte vreugde aan
«Ach, dan kan ik moeder alles vragen
ik hen zoo bang, dat ik niet veel van de
huishouding versta ach, en dan kan ik
veel bij moeder zijn, als je in de fabriek
zijt."
Ze omarmde haar schoonmoeder als een
kind, hetwelk men iets moois beloofd heeft,
en mevrouw Alteneck knikte weer haar zoon
verheugd toe
Zoo zochten de mensehen, die door de
liefde tezaamgebmchl waren, elkander nader
te leeren kennen. Eigenlijk ging het hun
als allen, die plotseling in zoo'n intieme ver
houding tot alkaar staan ze wisten niets
van den weg en den aard van lum zijn af,
niets van den geest van hun werk en niets
van de vreugde van hun vrije uren. Alles
wat den een betrof, was den ander vreemd.
Vragend, zoekend, raakten hun harten elkaar
aan. De een sloeg voor den ander het boek
zijns levens op en liet den inhoud van alle
bladzijden zien. Het uiterlijke werd vlugger
begrepen en medegedeeld dan het inner
lijke.
En terwijl men zich zoo, in dit korte tijds
bestek trachtte te leeren kennen, werd het
pas recht duidelijk, dat men elkaar in het
geheel niet kende.
Wat een raadselachtige woordendoor
zwijgend aanschouwen, in afgesneden ge
sprekken, bij vluchtige ontmoetingen was in
hun harten de liefde ontstaan. Ze hadden
het beiden gewetenze konden slechts elkaar
of niemand toebehooren. En sedert ze den
eersten kus gewisseld hadden, was deze zeker
heid nog grooter en onomstoolelijker ge
worden.
Ik heb hem lief omdat ik hem lief
heb, dat zou het eenige antwoord geweest
zijn, dat Ebba op de vraag «waarom had
kunnen geven en ook de man zou niets
anders hebben kunnen zeggen dan Ik heb
haar lief omdat ik haar lief heb
De verstandige en goede vrouw vroeg
echter niet naar liet «waarom". Zij wist
dat de liefde met de zekerheid van een
slaapwandelaar op koene wegen gaat.
Glimlachend vroolijk opende haar hart
zich voor bet vreemde meisje, dat spoedig
haar dochter zou zijn.
(Wordt vervolgd