I
si
s
I
I
N,
F.
?ém!s
56"° jaargang.
Zondag 20 en Maandag 21 April 1902.
No. 10832.
e
i
I
Tweede Blad.
9
tf.
Lord Milner.
w
IS:
DE SLAAF.
VfJ /V-Ti
hfi
tóVïftf c3,, Z
Transvaal en Oranje-Vrijstaat.
BINNENLAND.
|h-
per
aan
Deze courant verschijnt d a ge 1 ijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
post 11. 4.65.
Prijs per weckVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
het bureau bezorgd zjjn.
t
Bureau s Boter si rant ©8.
Van bevoegde zijde ontving «de Telegraaf'
een artikel waaraan wij het volgende ont
kenen
Volgens A. M. S. Methuen, schrijver van
jVrede of oorlog in Z.-Afrika", is Lord Milner
de hoofdoorzaak van den verwoeden strijd.
In '1897 werd hij als Onderkoning (Vice
royi High Commissary, of Proconsul) naai
de Kaapkolonie gezonden, met opdracht om
daar de door den Jarneson-raid ontstane span
ning en den opnieuw ontwaakten achterdocht
der «Hollanders" te sussen cn in slaap te
wiegen.
Groote verwachtingen koesterde men van
den grooten Lord, Vooral zijn tijne en be
minnelijke manieren, waaronder do noodige
kracht van karakter en energie verborgen
lagen, deden, voor zijn optreden in Zuid-
Afrika, het Leste hopen. Te meer achtte men
zich daartoe gerechtigd, omdat hij in Egypte
de reputatie had verworven van een uitste
kend gouverneur.
Toch was die laatste gevolgtrekking voor-
harig 1 Om daar in Egypte, bijgestaan dooi
de noodige, met snelvuur-geweren on maxims
gewapende Tommies, vau die al sedert eeuwen
over de geheele wereld als het ongelukkig
ste slavenvolk beruchte Fella's, gold af tc
persen en bij het minste zuchtje van onte
vredenheid of verzet, meedoogenloos en onge
straft zooveel van die rampzalige slovers te
kunnen laten neerschieten, afranselen of op
hangen, als men verkiest, om daarna nog
meer geld te kunnen zenden naar Londen,
ten behoeve der nooit te verzadigen eigc-
naars van Egyptische schuldbrieven en er
dan bij te kunnen rapporteeren «Alles rus-
'tig hier" «Fel la's volkomen tevreden"
negenen de bescherming hun door Britsche
vlag verleend", en dergelijke, dat alles geeft
natuurlijk de reputatie van oen uitstekend
Beheerdermaar het is toch nog heel
wat anders dan geplaatst te zijn van aange
zicht tot aangezicht tegenover mannen, die
in aanleg, verstandelijke ontwikkeling, geest
kracht en zelfvertrouwen, hoofd voor hoofd,
meistens de gelijken zijn van eiken Engel-
schen Lord en die daarenboven nooit een
schaduw van onderdrukking hebben kun
nen of willen verdragen. En tegenover
de zoodanigen geplaatst, schoot de groote
Egyptische Regent jammerlijk tekort! Zóó
erg te kort, dat het hem in twee jaren tijds
gelukte om de, bij zijn aankomst volkomen
loyale Ilollandsche bevolking der Kaapkolo
nie, in anti-Engelschen of sdis-loyalen" te
veranderen en zich zei ven tot den meest ge-
haten man in heel Zuid-Afrika te maken
Een mooie vredes-apostel voorwaar
De oorzaak van die teleurstellende misluk
king is, volgens den schrijver, daarin gelegen,
dat Lord Milner een man is, «without sym
pathy and imagination" zonder gevoel en
zonder voorstellingsvermogen; met andere
woorden een man smet een houten verstand
en een steenen hart."
Twee voorbeelden kunnen dit illustrceren.
Vooreerst de speech, die bij den 2en Maart
1898 lichte tot de leden van het Kaapsche
Parlement. Op bcleedigend verwaanden toon
vertelt hij daarsdat liet hem natuurlijk
aangenaam is te vernemen dat het bij geen
dor vele afdeelingen van Barer Majcsteits
ie».
P".
ra-
ire.
37.
Uit het Duitsch.
Hij kavam tlrais geërgerd cn gekrenkt
til zijn beste gevoelens.
Schuw keek zijn touw hem terzijde aan.
Zij koude deze opecugcpersto lippen, dezo
dwalende, omfloerste oogen cn deze gezwol
kn aderen op liet voorhoofd.
Er moest iets met kern gedreund zijn, want
slechts bij dc grootste opwinding verander
de zijn uitarlijik zoo.
Zijn „gooicdag" was klankloos, zijn hand
druk mat.
Zij zotte het eten op en vroog niets.
Hij at in ziehzclvon gekeerd en wist niet,
wat or in do schalen was. Ziij'n ziol was nog
altijd gedrukt.
Eerst later, toen zij, bui tan iin 'hot pricol-
fjo zaten, waar do bladeren van den wilden,
willigerd redds rood-bruindan, verbrak hij 't
stilzwijgen. Maar het was niet een goed mo-
bef, dat hom liiortoo iloidde.
Hot mcisjo had do koffie gebracht. Zij
morste daarbij on rammelde met kopjes en
schoteljes. Anders orgordo hij zicli daar
over, heden verweet hij zijn vrouw haar be
rispen.
onderdanen aan loyauteit ontbreektmaar
dat het hem nog aangenamer zou zijn, zoo hij
daarvan wat meer bewijzen tc zien kreeg
«Doch".,. aldus gaat hij voort, «hoe zou
ik eigenlijk aan uwe loyalty" (lees Jingoïsmo),
«kunnen twijfelen Wat voor reden zou
er bij ulieden kunnen bestaan voor eenige
ariti-Engeische gezindheid? Zoo wonderlijk
wel als gij onder ons bestuur zijtgedijd 1"
«Wol! Gentlemen of course you are loyal"
NatuurlijkGij moet wel EngoLschgo/ind
zijn!... It would be monstruousif you were
not"«Monsterachtig zou het wezen, als gij
het niet waartenz.Alsof er nota
bene na dien, door de lieelc wereld beruchten
.lameson-raiddaar in Zuid-Afrikageen
andere politiek denkbaar was, dan de klein
zielige en oneerlijke «Ons Belang"-politiek
de politiek van «het winkeltje naast het
kamertje der geboorte
Een tweede voorbeeld van 's mans botheid
is zijn gedrag bij de conferentie met Steyn
en Paul Kruger, tc Bloemfontein. In zijn
verwatenheid is hij daar zóó ver gegaan, dat
hij dien ouden Paul Kruger, den man, die
door Bismarck reeds voor den grootsten en
schranderstcn diplomaat werd gehouden, mot
zoogenaamd fijne onbeschoftheden trakteerde,
zoodat deze lioogstbezadigde grijsaard in ver
ontwaardiging uitriep: «Denkt gijlieden, dat
wij zóó onnoozel zijn, dat wij u niet door
gronden on dat wij niet al sedert lang
zouden weten, waarom het u te doen is? I"
doch, evenals alle kleine en groote heevsch-
zuchtigo gekken en parvenu's, dacht onze
groote Engelschc Lord, dat hij zijn wenk
brauwen maar heeft te fronsen en maar wat
op zijn zijn heeft te bijten, om terstond
iedereen op de vlucht te jagen en in zijn
schulp te doen kruipen En dat tegenover
mannen, die hem wel om hun vinger kunnen
winden en, zijne kwaadaardige domheid ken
nende, weten wat hij zeggen en doen en
«rapporteeren" zal, nog vóór hij er zelf aan
denkt 1
Met zijn bekrompen verstand, («without
sympathy and imagination") is hij maar van
drie dingen heilig overtuigd; nl.'ie, van zijn
eigen, bijna goddelijke onfeilbaarheid2e.
van de Goddelijke Almacht des Engelschcn
Wereldlijks en 3e. van de bijna goddelijk^,
nog nooit overtroffen, wijsheid van lieden,
die 7(j>ó rijk zijn, zóó slim en zóó «pushful"
(energiek) als Chamberlain, Rhodes, Bamato,
Beit en al die andere hooge Parvenu-dingo's
en verder weet hij blijkbaar nietsbe
grijpt hij niets; gelooft hij niets en denkt
hij aan niets
De bekwaamheden, waarop menschen als
Lord Milner hun eerzuchtige aanspraken als
bestuurders gronden, zijn uitsluitend beperkt
tot dutte, machinaal van buiten geleorde rou
tine-lesjes een lijstje ordinaire gemeenplaat
sen eenige wetsartikelen verder wat lie
vigheden, afgewisseld met brutale aanma
tiging kleine listen, streken en onwaarheden
en ten slotte een serielje huismiddeltjes.
Onder deze laatste zijn er twee, die onop
houdelijk in werking komen en waarmee
zij, voor de oogen van het onnoozele publiek,
een heel vertoon van wijsheid maken. Een
er van is voor zakennl. de «bij gewijs
van proeP'-methode.
Zoodra er zich een zaak voordoet, die ook
maar iets afwijkt van de routine-sleur en
waarvan dc oplossing niet kant en klaar in
liet boek je staat, hebben zij fluks een maat
regel «bij gewijs van proef" bij de hand en
wel, natuurlijk, een halven maatregel, die
weldra op heele schade uitloopt
COURANT.
Prijs dei Advertentiën: Van 1b regels II. 0,92iedere regei
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zu
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde TsSeit&tt më&mrtoaiiiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Tclcfuoa So. 133.
Zoo was de beruchte Jameson-raid niets
anders dan zoo'n halve maatregel «hij gewijs
van proef' en waarvan de schade thans
gevoeld wordt. Zoo is de poging van Cham
berlain, om den Malthezers de Engelsche
taal op te dringen even zulk een stupide
maatregel «bij gewijs van proef"en nog
onlaugs, het zoogenaamd «exploiteeren van
Gouvernementswege" van den Boeren ont
stolen plaatsen «bij gewijs van proef' Alles
echte proeven van idioten-werk 1 Zóo behan
delen de Hoogwijze, zich zelf verrijkende
edele Staatslieden, met Lord Milner in hun
midden, tegenwoordig de zaken van een
wereldrijk
Zijn de zaken, zoodra zij maar oven buiten
hun boekje gaan, voor Lord Milner en zijn
gelijken al verbijsterend, nog veel erger is
zulks, zoodra zij tc doen krijgen met per
sonen, die, in de oogen des edelen Lords,
zoo onbeschaamd zijn om zich anders te ge
dragen .dan als «Traits d'unions", of zooals
hij ze in de Bureaux heeft loeren kennen en
behandelen 1 Dan staan Lord Millner en zijns
gelijken perplex. Dan voelen zij hun inge
beelde onfeilbaarheid wankelen, worden ang
stig en boosaardig en verliezen in hun ver
bijstering eik begrip van verhoudingen
«Bewildered and dismayed", zien zij in elk
verschil van meening een persoonlijke be-
lcediging en in elke oppositie een verraad
tegen het (lees tegen hun) Gezag (Criticism
becomes for them an impertinence, Opposition
a treachery")
Doch daar in Zuid-Afrika, als vertegen
woordiger van Z. M. Edward VII (zijn naam
zij geheiligdals grootwaardigheidsbekleeder
in den tempel van den Jingo-Mammon is, onze
Lord Milner «met het houten verstand en
het steenen hart", hoogst gevaarlijk en
moot dan ook, volgens den schrijver, zoo
spoedig mogelijk worden teruggeroepen tenzij
hij uit zicli zeiven zoo wijs is, ontslag lo
nemen 1 Dit laatste echter is zuiver onzin 1
lloe kan de schrijver, die eenige bladzijden
tevoren heeft gezegd, dat Lord Milner heeft
«Want of sympathy and imagination" en is
san able man and a clever, but not a wise
one", m. a. w. een man zonder gezond ver
stand, nu wijsheid vau hem verwachten
Denkt hij dan «vijgen te plukken van diste
Ion"? Neen! waarde schrijver!«Al stoot
gij don dwaas in eenen mortier met eencn
stamper, te midden van het gekneusde graan
zijne dwaasheid zal nochtans niet van
hem afwijken
In het vaste geloof aan zijne eigen onfei!
baarheid zal Lord Milner in zijn woede zich
eerder aanstellen als een Robespierre ot
Marat, en heel Zuid-Afrika in brand steken
laten uitmoorden cn leeg roeven,dan
toegeven, dat hij dwaaldeiets wat toch
waarlijk voor een verstandig man geen
schande is
Nu zullen alle niet Jingo's van de wereld
geduld moeten hebben tot de Boeren de
laatstcn der Roof- cn Moord-Benden, de
laatsten der dieven en brandstichters te
gelijk met den «edelen" Lord Milner uit
Zuid-Afrika zullen hebben verjaagd
Geduld I Qui vivra verra
„Spreek toch niet zoo 'tegen dat meisje,
Mai'tha! Zij is toch geen slaaf."
„Zij, is zoo onhandig
„G-oetd zeg .hot 'haar dan Eu geeft dit
niot, y.eajcl haar dan wog. Maar vergeet niet,
dat zij een menseli is. Wo kunnen slechts
verlangen dat zo haar plicht doet meer
niet."
„Maar Frits als z,o dat nog niet eens
kan 1"
„Zend haar dan weg'Dat zij do, plich
ten, die zij op zich genomen heeft, vervult,
kunnen wij verlangen. Maar haar uit te
scholden, haar als een ondergeschikte to be
handelen daartoe heb,ben wijbgecn recht."
De jonge vrouw zei niets. Daar zij' wel be
merkte, dat ergonis zich van haar man mees
ter gemaakt Jiad, 'hiold zij het voor beier,
niet meer to antwoorden.
Hij kalmeerde zich echter niet.
„Dat is het juist vaart-ogen gestreden
moot worden. Niet alleen, dat loon cn ar
beid met dlkaar in overeenstemming moe
ten zijiu, dat zij op gelijken trap moeten
staan neen. Voor 'liet gold, dab zo iemand
voor den arbeid betalen, moet men nog klein
zijn on zich vernederen. Superieuren willen
zij zijn, cu wij de •ondergeschikten I Dat zou
den ze het liefst willen I"
IBj' was geheel „in" zijn loom gekomen
cu zat nu mot rood hoofd en fonkelende
liet Pei'sknntoor van het Algemeen Neder-
landsch Vei boud te Dordrecht heeft met
toestemming der Boerenvei tegenwoordigers
in Europa uitgegeven de ambtelijke verslagen
van generaal de la Reij en generaal J. C,
oogen tegenover zijp. vrouw. Zij antwoordde
hem niets. Zc keek hem slechts angstvol in
de oogeu.
„M'aar ik bob het hun gezegd, hoe ik daar
over denk. Ik heb Iran mijn verachting ge
toond, dezo ikneehtcnziclon, deze geboren
slaven."
.Frits in godsnaam, je hebt tocli
niets op het bureau
■ITij ging rechtop in zijn groenen strand
stoel zitten.
„Zeker bob ik dat! Hot (komt niot in me
op to denken, dat ook wiij patroon ou onder
geschikten zijn. Wij' moeten alleen maar
strevon onze plichten zoo goed mogelijk to
vervullen. Iets anders is er niot, want do
verdiensten beslissen cn niet dc plaats, niet
het loon."
,,0, Frits had toch maar liever gezwe
gen
„Jawel Zij'n gezicht kreeg oen honen
do uitdrukking. „Dat doen jullie, vrouwen
hot liefst, je zit thuis cn wacht op het huis
houdgeld. Maar wat wijl daarvoor moeten
lijden natuurlijk' dat is jullie om
men."
iD'o jengo vrouw gaf zich moeite liet ver
wijt in te slikken. Haar gelaat werd iets
blocker en tranen kwamen in haar oogen.
„Heb jo dan ernstig gestreden
Zij, werd opeens zoo bang. Zijl vreesde, dat
Smuts, alsook andere stukken betreffende den
oorlog in Zuid Afrika, kort geleden ontvan
gen. Deze ver/ameling stukken, in een vlug
schrift vereeuigd, zendt het Perskantoor na
ontvangst van f 0,25 franco aan alle aan
vragers.
In ons land is aangekomen de heer W.
F. G. Kroon, een Nederlander, in het begin
van den ooi log <e Eland-laagte gevangen
genomen, naar St. Helena vervoerd en onlangs
van daar, wegens een oogziekte, op parool
ontslagen.
Hofberichten.
Toestand van 11. M. de Koningin
Uit Het Loo wordt gemeld, dat overeen
komstig de bepalingen der Ziektewet ten
aanzien van fabns typhoïdea, de ziekte, waar
aan FL M. de Koningin lijdende is, daaivan
aangifte is gedaan ten gerneenteliuize te
Apeldoorn, in dit geval door den arts, den
beer Pot.
liet gewone biljet, aanwijzende de besmet
telijke ziekte, is voor liet Paleis aarigeplakl,
ter zijde van den ingang naar de poitiersloge.
Voorziening: in do rcgeerlng.
Nu het officieel vaststaat dat II. M. de
Koningin ook onder de gunstigste omstandig
heden wellicht langen tijd niet in staat zal
zijn de regeering te voeren, zullen er onge
twijfeld buitengewone maatregelen worden
genomen om daarin te voorzien.
Deze worden geregeld door de Grondwet.
Zoodra nl. de ministerraad bevindt, dat
daartoe noodzakelijkheid bestaat, geeft hij
daarvan kennis aan den Baad van State, met
uitnoodiging om binnen een bepaalden ter
mijn advies uil te biengen. Blijven zij na
afloop van den gesteiden termijn bij hun oor
deel, dan roepen de ministers de Staten-
Geaeiaal in vereenigde veigadering bijeen,
om hun, onder overlegging van liet advies
van den Raad van State, zoo dit is ingeko
men, van het vooriianden geval verslag te
doen.
Zijn de Staten-Genei na! in vereenigde ver
gadering van oordeel, dat liet bedoelde geval
aanwezig is, dan voiklaten zij dit bij een
besluit, dat op last van don vooizittcr wordt
afgekondigd en op den dag dor afkondiging
in werking treedt.
liet koninklijk gezag wordt dan tijdelijk
waargenomen door den Raad van State, die
alle stukken toekent, totdat een Regent is
benoemd en deze zijn waardigheid heeft aan
vaard. De Raad van State dient het voorstel
in, om ia het Regentschap te voorzien.
Dit geval heeft zich tweemaal voorgedaan
tijdens het leven van Koning Willem III,
onder de Regeering van het Ministerie-Maekay.
In de vergadering van het Kabinet, 25 Maart
1889, waren de Ministers «eenparig van
oordeel, «dat Z. M. buiten staat was geraakt
om de Regeering waar te nemen". Z. M.
leed aan suikerziekte en nierontsteking. De
Raad van State sprak als zijn oordeel uit,
dat «zonder uitstel de Stalen-Generaal in
vereenigde zitting behooren saam te komen."
De vereenigde zitting werd 3 April gehouden
en met eenparige stemmc-n werd uitgemaakt,
dat «het in art. 38 Ie lid der Grondwet om
schreven geval aanwezig is". De Roa 1 van
State tiad op, waarnemende het koninklijk
gezag. Voordat nog een Regem was benoemd,
reeds 7 April, werd de gezondheidstoestand
er ton slotte nog ecu slechte tijding zou ko
men.
„Gestreden bromdo haar man, „heb
i'k heclemaal niet. Ik heb alleen maar mijn
mooning gezegd."
Aan wicu dan
„Aan den eersten ingenieur. Hij heeft
zich dn ons gesprek gemengd."
Den eersten riep zijl verschrikt
uit. „Dön zwager van den chef?!"
IIij werd ongeduldig. „Ja zekor. Vraag
toch niot zooveel, als je 't loeh a'llccn weet."
Ilaar lippen waven opeen geperst
Zijl moest plotseling oven naar de kouken.
Maar zij ging er niet heen. Selruw sloop
z'ij in de slaapkamer en drukte haar ziak-
doek tegen de nat to oogen.
Toen zij na eenige minuten terugkeerde,
was er con vriendelijk glimlachje op haar
bleekc wangen. Zij nam dat driftige hoofd
van haar man in haar handjes en schudde
het heen en vroor.
„Mijn arme jongen, wat he.b-jo je toch
zoo op te winden V'
En dezo goed overlegde teoderheid miste
haar uitwerking niet. Na korten, tijd werd
Frits weder vergenoegd en spotte met zich
zelf.
„Weet je, feitelijk hob jo gelijk. Wat
gaan mij die zaken aan?" En hij 'lachte.
„Niot? Nu, wees dan ook weer vriendelijk
des Konings aanmerkelijk beter en den 30n
April verklaarden de Sinten-Generaal, weder
in vereenigde zitting, dat liet geval van *rt,
38, 1ste lid der Grondwet had opgehouden
te bestaan.
In liet volgende jaar was Z M. weder
ernstig ongesteld. Den 29sten October 1890
vergaderden de Staten-Generan! om het
koninklijk gezag np te dragen aan den Raad
van State, den 14den November benoemden
zij tot Regentes II. M. Koningin Emma, die
als zoodanig beëedigd werd den 20sten
November. Reeds den 23sten d. a. v. over
leed Z. M. de Koning.
Onderscheidingen.
Bij Kon. besluit is aan G. \V, VV. C. baron
Van Ilóevoll, gouverneur van Celebes en
onderhoorigbeden, vergunning verleend tot
liet aannemen van de teekenen van ridder
tweede kl. der orde van den Rooden Adelaar
van Pruisen, hem door Z. M. den DuRseben
Keizer, Koning van Pruisen, geschonken.
Atjeh.
Dee correspondent van de »N. R. Ci." te
Batavia seint
Een bende ouder Teungkoe Tjot Titjim
(een hoofd van minder beteekenis) werd te
Kemala omsingeld. Zij liet 42 dooden achter.
Aan onze zijde werd alleen de 2e luitenant
der infantum L. Dersjant aan den schouder
gewond.
Onze oorlogsvloot.
Blijkens bij het Departement van Marine
outvangen bericht is Hr. Ms. instructieschip
Nautilus, onder bevel van den kapitein-
luitcr ant ter zee P. G. Swann, in den morgen
van 18 dezer, Dungeness gepasseerd.
Audiënties.
De gewone audiëntie van den Minister van
Ju-titie zal op Woensdag 23 April e. k. niet
plaats hebben.
Jacht.
De «Residentiebode" meldt, dat de Regee-
ring haar aandacht schenkt a(m de oplossing
der j ichl-quaestie in den geest der motie-
Kolkman.
Tiveedc Kamer.
Boekhouding bij de Werven.
Hoewel de minister van marine gaarne
bereid is, al het mogelijke te doen om den
strijd over het wei f beheer te doen beëin
digen, kun hij toch niet zoover gaan ah bij
de jongste Marine-begrooting in de Tweede
Kamer van één zijde verlangd werd.
De Min. meent dat in de tusschen de
Regeering en de Kamer gewisselde stukken
wel degelijk het bewjs is geleverd, dat het
in algemeene trekken geschetste stelsel der
minderheid van de Staatscommissie zelfs in
het land zijner herkomst totaal op zyde is
gesteld, omdat er niet mede kan gewerkt
worden; de gevolgtrekking dat dergelijk stel
sel practisch onbruikbaar is, schijnt hem
daarom toe volkomen gemotiveerd te zijn.
Met de instelling van een bureau van con
ti óle bij het departement van marine kan
de minister zich vereenigen; hij zal hierdoor
tijdig kunnen ingrijpen en niet de kans loopen
voor faits accomplis te worden gesteld.
De zeer gewichtige vraag, of het inderdaad
mogelijk is om buiten de werkvakken om
zoodanige betrouwbare gegevens te verzamelen
omtrent de verdiende arbeidsioonen, dat ze tot
op .hefc bureau opdat "zo 't vergeten cn ze
jo 't niet kwalijk nemen."
„Och, die donken er nu niot meer aan."
„liet zou ook te dom zijn, als je om zaïïko
zaken jo mooie betrekking zoudt moeten
varliezen."
„Nou, mooi
„Ja. Zij is toch altijd boter dan zoo go-
heel zonular iets zekers te zijn,"
Maar zij hadden liet niet vergeten, zooa-ls
hij dacht. Reeds toen hij 's namiddags op 't
bureau kwam, bemerkte hij, dat er iets in
do i'uoht zat.
Zijn collega's waren zoo vreemd, tegen
hem en toon de chef kwam, hoorde hij
het.
Zonder veel omslag word hij uit zijn be
trekking ontslagen. Omdat een standpunt,
zooais hij gisteren verkondigd had, in een
groote zanik niet geduld kon worden.
Mot oen glimlachje ging Frits waar huis,
maar hot was oon koud, verlegen glimlachje.
Twee uur 'had hij in do straten, rondgedoold,
om zij,n vrouw niet te verontrusten an om
zioli holder to maken Maar dio helderheid
was niot gekomen, en do schrik ikvam toch.
Dc arme vrouw zonik bijna onmachtig ne
der. Na een echt van vijf maanden was haai
man, was zij -IbrooddoosHef wilde er
heckmaal niet bij haar in.
«I