I 1 el 56"* /aargang. No. 10885. Dinsdag 24 Juni 1902. Bericht- Moeder Maartje. II EN, IT. et tatere. Telefoon No, 123. BEKENDMAKING.. BUITENLAND. if SL na V" Twee ïdiend üEiV, >,r, rdam. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en VU&rdineen 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weckVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur jan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat 68, Prigs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zy innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeehge voorwaarden. Tarieven hier van zgn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Bel 'min* mdmmrtmmtiëtm opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. jjjj, die zich met het nieuwe kwar taal, aanvangende 1 JTult a s., op de „Schtcdainsche Courant" abon- nceren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. De burgemeester vak Schiedam, Gezien de wet van 30 Decemher 1887 (staats blad no. 225) betreffende ondoistand (onder- sïeuning) aan mindere geëmphdeerden, vaste werklieden en bedienden op daggeld werkzaam bij inrichtingen van 's rijks zeemacht en op 's rijks werkvaartuigen, niet vallende in de termen van art. 2 der wet van 24 Juni 1854 staatsblad no. 92): Gelet op art. O van het Koninklijk besluit van 10 Januari 1888 stanlsblnd no. 3) hou dende bepalingen nopens de betaalbaarstelling der bij eerstgenoemde wet toegekende onder sleuningen Maakt bekend dat de attestatiën de vita tot ontvangst van bedoelde ondersleuningen, in het begin van ieder kvvaitaal, op de werkdagen van des voormiddags 10 tot des middags 12 urejn, ter secretarie der gemeente verkrijgbaar zullen zijn. Schiedam, 23 Juni 1902. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. A ï-O KM EEN OVERZICHT. SCHIEDAM, 23 Juni 1902. Zuld.jlfrlka. Minister Brodrick (heeft eindelijk moeten erkennen dat er een fout was in zijh reken som. Het is dan ook een beetje dwaas, wan neer men van 10,000 Boeren er 9000 aftrekt, dat er dan 18,400 konden overblijven. 'Minister Brodridk komt thans tevens tot de overtuiging, dat de Kaffers, die door hot militaire verkenningsdepartemenb werrten gebruikt, weinig vertrouwen verdienden. Hij beeft tenminste in 'bet Lagerhuis medege deeld, dat de oorzaak van misrekening m de getalsterkte der Boeren de weinige be, iouv;- iiaarheid was van de inlandsolie verkenners, die daarover mededeelingen braakten. Wanneer minister Brodrick eens tot de conclusie komt, dat de „Kaffcrrapportïn" onvertrouwbaar zijn, dan kan hij de geschie denis van den Zuid-Af rikaanschen oorlog zooals die in do Engelsche verslagen wordt van B. RITTWEG-EiR in, .95 "50 '.25 .50 I int. verteld wel'eens gaan herzien. Want daar schuilen heel wat „Kafferrapporten" onder. De inkomsten uit invoerrechten in Trans vaal waren Voor de eerste vier maanden van 1902 325,452 tegen 89,394 in hetzelfde tijdvak van 1901. Lord Milner legde Zaterdag den eed af als .gouverneur en c ornffi a n d ar, t-gen era al van do Transvaal-kolon ic. Voorts zijn de instructies uitgevaardigd, voor den Uitvoerenden Raad en den Wetge- vendeu Raad, die beiden benoemd zijn. De yeomen, de vrijwilligers en de kolonia len overstelpen de rnijnrnaatsdliappijen met vragen om werk. De, maatschappijen zullen enkolen boven den grond kunnen gebrui ken, maar de meesten zullen zonder emplooi blijven. Moor, waarnemend eerste minister van Natal, heeft geweigerd zich over schorsing Van de grondwet in de Kaapkolonie uit te laten, maar hij was er sterk tegen dat het in Natal zou gebeuren. En zoo schijnen de voornaamste politici in Natal er ook over te oordeelen. Jameson is voor schorsing en komt aan dragen met uitspraken van Rhodes over deze kwestie De eerste-minister der Kaapkolonie Sir Gordon Sprigg, 'heeft zich te Londen krach tig verklaard tegen de opheffing der Grond wet in die kolonie, en hij heeft voor die op vatting steun gevonden hij den eersten-mi nister der Australische federatie, Barton. Deze zeide bij een feestmaal van de Zuid- Af rikaansclie vereeniging, dat het gevaarlijk is, wanneer eens vrije instellingen aan een volk zijn geschonken, die weder op te hef fen, al was het maar voor één dag. Dd lifberalen in Engeland juichen het op treden van deze beide koloniale ministers zeer toe. Zal Chamberlain in staat zijn aan deze wassende oppositie tegen de opheffing der constitutie in de Kaapkolonie bet hoofd te bieden 1 Engeland. De vloot. I9c kroningsfeesten. De trots van het Britsdie rijk, de vloot, de macht waarop het voor het grootste deel zijn aanzien en aanmatiging grondt, blijkt ook al niet zoo fraai te zijn als zij lijkt. De admiraal, lord Charles Beresford, beeft in het Lagerhuis den toestand van de vloot, blootgelegd en wat ihij er over te zeggen had, viel niet mede. Het kwam hierop neer, (Slot.) Van dien dag af aan begint ze een be paald plan te Volgen. Zij tracht in Hein. den lust op te wekken om onderwijzer te wor den, Hij leert tocli zoo gemakkelijk en bij vereert den dorpsonderwijzer, die hem les geeft. Zij' heeft door voortdurend© vlijt en onvermoeide zorg haar (klein© bezitting kun nen uitbreiden en ze werpt goede winsten af. Zij zal het wol kunnen bekostigen. In de aaastbijgelegen stad is een seminarie en zij "il hem daarheen zenden. Dan kan ze hem slke week zien en behoeft zij niöt voor lan- fon tijd van hem 'te schoidcn. Op een herfstavond wandelt moeder Maartje mot haar zoon door de weide. Het is frisch en een witte damp hangt over het dal en daarginds het avondrood, do laatste öralen der ondergaande zon, een toover- schtig tafereel. „Moeder, hoe mooiroept hij uit. „Zoo "loet de zee er uitzien, kijk nu eens daar pods, zoo blank en zoo glinsterend ruoe- fe, hebt u nooit de zee gezien V' „Jawel," geeft ze met IdanH'ooze stem ten antwoord. >ils het al lang geleden Was ik toen nog niet geboren V' „Het is al lang geleden. Kijk eens, hem, daar loopt een baas daarginds bij "et bosoh." Hein kijkt er niet eens naar. „O, moeder, Sertel Me eens wat van de zee. Hoe groot en pfadlitig moet ze wol zijnMoeder, h'eeft va- '■f kaar ook wel eens gezien? U hebt me Bog nooit verteld, wat vader eigenlijk ge weest is. Was hij, ook landbouwer? Niemand hier heeft hem toch ooit' gekend „Neen. Toen je vader en ik samen trouw den, had hij geen betrekking. Hij, wilde er eeist weder een zien te krijgen." „Eu vóór dien tijd J" „Voor dien tijd voor dien tijd was hij in betrekking bij een groot koopman, hier ver van daan Maar vraag me nu niets meer, we gaan naar huis." dat de toetsaud in de Middellandse!; e Zee verbeterd was door invloed van buiten, o. a. zijn openbaar protest. Een admiraliteit, die dus van buiten uit tot hoognoodigo hervor mingen gebracht moet worden, deugt niet. Verleden jaar om dozen tijd waren er in de Middellandscho Zee tien slagschepen, waar van acht slagvaardig, nu dertien on alle slagvaardig. E11 de kolenvoorraad is nu 80 groofcer. Evenwel, wat schepen betreft, doet de admiraliteit al wat zij kan, de reden ech ter, waarom, volgens lord Ch. Boresfor-i, de vloot niot in orde is, is dat er slechts 20,000 man reserve zijn, terwijl een der naburige mogendheden, met wie Engeland in oorlog kan komen, er 480,000 heeft. Voor de ma chinekamer komen er eenigc duizenden man nen te kort. Eu dat is vooral bedenkelijk. Zonder bekwaam personeel zijn de tegen woordige machines gevaarlijk. Ook de klei ne bewapening van de schepen is onvol doende. De regeering ontkende, dab do verbetering in de Middellandscho Zee een gevolg was van pressie van buiten, dodli verschillende leden violen don spreker bij-. Of Engeland ooren zal hebben voor deze waarschuwende stem In de eersto dagen zal het publiek zich er niet voor interesseeren, want het heeft de kronigsfeesten to vieren. Doch bij de te houden vlootrevue zal wel iets gebeuren wat den anti-regocringsgezi n- den bladen aanleiding zal geven, na de veer tien dagen vol doldriftig feestvieren, do woorden van den admiraal op te rakelen en er op te wijten boe Engeland, vergelijkend®: wijte gesproken, all zijn geld aan het leger moest geven, waardoor het de vloot, die aan onderhoud schatten kost, heeft moeten ver- waarloozen. Nu is men, ten minste in Londen, doof voor alles wat niet direct met de feesten sa menhangt. In Ierland vat men die kroning wat kalmer op. Niet alleen heeft de Iersche partij in het parlement zooals voor eenigo dagen werd medegedeeld, besloten geen deel aan de kroning te zullen nemen, maar nu is in de voornaamste steden van het eiland, Cork, Dublin, Tippanary en andere, door de bevolking besloten Donderdag uit do huizen zwarte vlaggen te steken als protest tegen de juichkreten bij de kroning en om te too- uen dat Ierland, dat verscheidene zijner af gevaardigden in de gevangenis ziet, in rouw is om het verlies van zijn rechten en de vrij heid der Boeren. Alen zegt zelfs dat 't plan bestaat de vlaggen van Transvaal en den Vrijstaat te doen wapperen. Geschiedt dit, dan zal de politie tussckenbeide komen en zijn er in Ierland belangrijke troebelen to wachten op liet oogonblik dat de, Koning van liet Britsolie rijk zal worden gekroond en toegejuicht. De jaren gaan voorbij. Met Pasohen zou Hein het seminarie betrekken. Kort te vo ren brak er brand uit bij een der buren. Het huis van vrouw Maartje liep groot gevaar, het dak had reeds vuur gevat, mannen vlie gen naar den zolder, trekken dakpannen weg en worpen hout en ouden rommel, daar heb een welkome prooi der vlammen zou wezen, op straat. Ook de groote kist. Zij springt open en de inbond rolt er uit. Aller lei zeldzame 'kostbaarheden en sieraden, por tretten Van mannen en jongens in zeemans- kleeding en daar o een wezenlijk,klein schip, wel wat beschadigd, maar toch heel mooi. Hein ziet het en vergeet alles wat rondom hem gebeurt, zelfs het brandgevaar. Hiji raapt de Voorwenpon op en brengt ze in vei ligheid in het prieel, achter het huis. Hij kan er niet genoeg naar kijken en bemerkt niet eens dat de wind gekeerd is en er geen gevaar meer bestaat voor het moederlijke dak. Dan komt moeder Maartje bij hem en vindt haar zoon bij' deze voorwerpen zitten, met helderstralende oogen. „Moeder wat is dat en dit? O, kijk toch. eens, een schip, een edit schip. Moeder, is een van deze mannen mijn vader geweest? En wie heeft dat sdhip gemaakt? Waarom hebt u het mijl nooit laten zien?'' Een smartkreet ontsnapt aan Maartje's lippen. Te'vergeefs al haar voorzorgen, al d© offers. Te vergeefs het zich losrukken van haar geboorteplaats, wat haar zoo omzet tend zwaar is gevallen en waaronder ze nog lijdt, te vergeefs alle moeite om bet zee- mansbloed 111 den jongen te onderdrukken. Hij staat daar vol verlangen, met duizend vragen in zijn schitterende oogen. E11 zij moet hem antwoorden. „Ja, Hein," zegt ze, zich met moeite staande houdend, „dab is je vader, en dat, is mijn eersto man en doze drie zijn je halve broers. E11 allen ziju omgek-omen op de woeste, leehjke zee allen, versta je mij En jij Hein, jij' bent de eenigo dien ik heb overgehouden vau al de genen die miji dierbaar waren. Hein, zweer mij dat jij de zee zult ontvluchten cn dat je altijd bij mij zult blijven." Het licht in de oogen van. deu jongen wordt nu eensklaps uitgebluscht. Tesder streelt hij de bleeke wangen van zijn moe der: „Neen, moeder, wees volkomen gerust, ik blijf bij u." blaar vóór dat moeder 'Maartje haar huis en haar erf weder opreddert, bergt ze alles eerst weder op in de groote kist, sluit deze zoo goed mogelijk en opnieuw rusten ;,1 die herinneringen aan hetgeen vroeger bestond, op zolder onder de pannen. Op Malta schijnt ook niet veel' sympathie te bestaan.De Kamer van Koophandel 'heeft ten minste reeds geweigerd een adres van gelukwcnsching ter gelegenheid der kroning aan koning Edward te zenden. Op het medegedeelde plan om de kerken open t© zotten voor de talrijke dakloozeu, die in Londen zullen vertoeven, zal' niet wor den ingegaan. Doch. dit is niet de eenigo onaangenaam heid die den bezoekers wachtbakkers, sla- gors enz, zullen twee dagen lang sluitou, zoodat men verplicht zal zijn, eigen voor raad mee te brengen, of honger te lijden. Alles zal even duur zijp. Reeds wordt medo gedeeld, dat een landauer met één paard voor den grooten dag 100 gulen kost, met twee paaiden, en een groom o-p den koop toe misschien, 200 gulden. Een dame heeft reeds oen rijtuig met twee paarden voorden tijd van drie weken, waaronder de kronings- week, gebuurd voor bijna 1000 guldon, enz. Door do maatregelen, die de politic .heeft genomen om zooveel mogelijk ongelukken te voorkomen, zullen er maar weinig gelukki gen zijn die iets van de optochten zullen zien 011 deze zullen zich tevreden moeten stellen mot de rijkelijk aangebrachte verlichtingen. Men klaagt verbazend over de politie maat regelen. Karakteristiek is ook wat, de correspon dent van de „Times" mededeelt: filet leed wezen constateert 'hij, dat al zijn Vrienden, die niet voor bun zaken op 2G en 27 Juni in Londen moeten zijn, van plan ziju op dia feestdagen de stad te ontvluchten en dat al len, dio blijven zonder uitzondering onte vreden zijn over de maatregelen van orde. Hoe de geest in Londen is blijkt wel uit het gisteren verzonden telegram van Reu- ter's hijzonderen dienst: waaruit wij het volgende aanhalen Er heorsóht in Londen wat man zou kun nen noemen oen „kroningskoorts". Er ziju slechts twee dingen waorover men denkt en spreekt: wat zal er gebeuren indien de Koning niet wel genoeg is om de opwin ding en de vermoeienis -van de kroning en van den optocht -op den volgenden dag te dragen; en hoe zal hst gaan, als hot regent? Iemand die gewoon is aan de kalme rust van Londen op Zondag zou lieden zijn oude bekende niet herkend hebben. De straten geleken wél op den weg naar Epson op een mooien Derby-dag. De voornaamste wegen en straten waren vol met rijtuigen waariii kijklustigen de oogen den kost gaven; en de trottoirs waren ingenomen door een lang zaam zich bewegende menigte niet ah een bewoners der hoofdstad, maar ook een belangrijk contingent uit de provincie die de versieringen in oogenscfliouw namen en bewonderden. En andermaal verliepen een paai' jaren, Hein logeert met de Kerstvakantie bij zijn moeder.Hij' is zoo stil en karig met zijn woor den, een 'bleeke, slanke jongen, fifoeder Maantje is ongerust over hem. Hij is al zoo lang niet meer de vroolijke,, frissahe jongen van vroeger. De moedor weet wel, hoe hij zoo veranderd is, zij' voelt het, al wil ze het zich zelf niet bekennen. Haar zoon heeft geen lust in de studio, do schoollucht drukt hem neder naar lichaam en ziel, en hij kwij'nt weg in verlangen naar de zee. Aan duizend kleinigheden merkt ze liet op. Als hij gedurende de vacantie bij haar zit te wer ken, dan trekt hij met de pen ongemerkt allerlei lijntjes op den kant van het papier en als ze dan adhter zijn stoel passeerend, scherper toekeek, dan waren hot altijd sche pen, die de ,pen had getcekend. E11 zoodra Hein dan 'bespeurde wat hij gedaan bad, dan wjerp bij steelsgewijze een blik op zijn moe der en schoof het vloeiblad over de verra derlijke krabbelteekeningen, want hij had zijn moeder zielslief en wilde haar voor niets ter wereld verdriet doen. Als hij een cou rant langer dan gewoonlijk in de hand hield, dan kou moeder -Maartje zeker zijn dat bet blad een beschrijving inhield van een zee reis of een vlootmatiocuvre. Zij wil het zich zelf niet bekennen, maar steeds komt op nieuw do gedachte bij haar op„Je kind .lijdt, en het is jou schuld." E11 dan troost ze zich weder: Als 'hij maar eerst zijn be trekking heeft, dan zal hij die onuitvoerba re wenschen wel vergeten. Op den eersten Kerstdag "legt Maartje met Hein het gewone bezoek af bij den pre dikant. Er zijn logees over; de zoon, de stu dent en een neef, eon adelborst der marine, filaartje's hart klopt hevig bij deze onver wachte ontmoeting. De jonge man was dien morgen pas gekomen. Zo had geen zeeman meer gezien an al die jaren. Vroolijk en op gewekt verbelt hij' vau zijn laatste reizen en do lust 'tob zijn beroep klinkt uit icdei woord. En de oogen van Hein hangen aan don mond van den verteller en zijn oogen schitteren als destijds toen hij van Robinson las, en als toen hij de portretten, zag en het kleine scheepje. Stil en in zich zelf gekeerd gaa't Maartje, met haar zoon naast zich, naar buis terug. Hein zwijgt eveneens en zwij gend nuttigen ze liet middagmaal. Daarna loopt de moeder onrustig heen en weder door de ruime kamer. Hein volgt 'haar een poosje met de oogen en zegt dan zuchtend „Moeder, wilt u mij een groot genoegen doen, laat me dan nog eens dat scheenje zien, en vaders portret. Of geef ze mij beide ik het is alleen omdat ik dan ook iets Londen ziet er kranig uit. Er zijn weinig eerebogen; de Voornaam ste zijh de Canadeeschc eerepoort in White hall, geheel samengesteld uit hooi en stroo, op kunstige wijze ineengevlochten, en be kroond door een opschrift waaruit blijkt dat „Canada do graanschuur van Groot- Brittannië is." Een andeie eerepoort staat bij Temple Bar, waar do Lord filayor en de Shcnifs in vol ornaat den Koning en do Koningin op Vrijdag den 27 Juli zullen ontvangen, en hun het CityzWaard zullen aanbieden, als bewijs van de bezworen trouw der City. Deze poort hoeft twee bogen die de straat overspannen, en maakt den indruk van do oude City-poort. London bridge en Westminster bridge, waar do optocht Vrijdag zal overtrekken zijn prachtig versierddo laatste (heeft aan beide zijden groote, goedgevormde kolom men gekregen, waarop de borstbeelden van Engelands vorsten^ op uitnemende wijze door de School of Arts uitgevoerd, zullen geplaatst worden. Westminster Abbey is nu bijna gereed voor do kroningsplechtigheid. Door liet op richten van reusachtige galerijen hebben de architecten al het mogelijke gedaan om zonder do schoonheid van do heerlijke lij nen dezer Gothisehe kerk te schenden plaatsen te maken waar vele duizenden in staat zullen zijn tenminste iets le zien van de plechtigheid. De kroning en wat daartoe behoort kan echter slechts door een beperkt aantal personen worden aanschouwd, daal de kruisgalerij het altaar van het schip dei- kerk afscheidt. De draperieën, waarmede heb inwendige van de kerk versierd is, zijn van een prach tig blauw pluche, afgewisseld door goud kleurig pluchen-draperieën, waarop leliën en kronen geborduurd zijn. Van de westelijke deur, waardoor de ko ninklijke stoet binnentreedt, tot aan den kansel loopt een prachtig blauw kleed. Heb platform waarop de Koning en de Koningin zullen zitten is vijf voet 'boven den vloer opgericht. De troonzetel voor den Koning is drie stappen liooger dan die der Konin gin. Dit platform is bekleed met een kleed van goudlaken. Het wordt betwijfeld of de aartsbisschop van Canterbury, die hoewel hij, ondanks zijn 80 jaren een gezond en krachtig man is, in den laatston tijd nogal wat gesukkeld heeft, wel in staat zal wezen om zijn zeer vermoeiend deel der plechtigheid, welke niet minder dan drie uren zal duren, te vol- breugen. /"v/- heb om mij op to verheugen. U weet, ik wil alles doen wat u verlangt. Maar, o, ik smeek u, vervul' mijn vurigsten weasch." 'Do oude vrouw gaat zwijgend naar de deur. Zij is veel verouderd in de laatste ja ren, maar het valt haar zoon nu voor 't eerst op, dat ze zoo voorover loopt. Zou hij haar verdriet gedaan hebben door zijn woor den? Hij waagt het niet, baar te volgen, maar wacht stil 'liaar terugkomst af. Ruim een kwartier verloopt, dan gaat 'de deur open en (moeder 'Maartje komt binnen. In baar arm lioudt zij hot scheepje, in de rech terhand het portret van haar echtgenoot. „Hier, Hein, mijn jongen, neem het por tret neem heb mee op jo eerste zeereis. Jo zult zeeman worden, ik verzet er mij niet langer tegen. 'Mijn liefde iheeft mij verblind, ik had vergeten dab ieder menscli het redht heeft voor zidli zelf te leven, op ziju eigen wij zo, als 'het maar geen slechte wijze is. Ik weet al lang wat in je omgaat, wat je zoo 11100, zoo slap en zoo mismoedig maakt. Het 'heimwee is liet, het heimwee naar de zee. Ik heb het noodlot willen dwingen. Te ver geefs. Hot is sterker dan 's menschen wil. En het moet wel goed zijn aldus. Ga met God, mijn jongen, den weg die je 't liefst is word zoo gelukkig mogelijk op zee!" „Moeder, moeder, als u wist wat u mij gaaft. fifag ik werkelijk naar zee, zooaJs va der? O moeder, met iederen ademtocht zal ik u daarvoor danken." fifoeder -fifaartjo lacht. Een vreemde lach. Het schijnt haar toe of ze pas nu als oude vrouw, pas in dit oogen blik waarlijk moeder geworden is, pas door dit offer dat ze brengt, en waarvan zij alleen den omvang kan beoordeelen. Tot nu toe tocli had zij in 'haar kiud alleen zichzelf "bemind, en eerst in deze ure is de onbaatzuchtige, 'heilige moederliefde in haar ontwaakt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 1