I
1
el
56"* /aargang.
No. 10885.
Dinsdag 24 Juni 1902.
Bericht-
Moeder Maartje.
II
EN,
IT.
et
tatere. Telefoon No, 123.
BEKENDMAKING..
BUITENLAND.
if
SL
na
V"
Twee
ïdiend
üEiV,
>,r,
rdam.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en VU&rdineen 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weckVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
jan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat 68,
Prigs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zy
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeehge voorwaarden. Tarieven hier
van zgn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Bel 'min* mdmmrtmmtiëtm opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
jjjj, die zich met het nieuwe kwar
taal, aanvangende 1 JTult a s., op
de „Schtcdainsche Courant" abon-
nceren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers gratis.
De burgemeester vak Schiedam,
Gezien de wet van 30 Decemher 1887 (staats
blad no. 225) betreffende ondoistand (onder-
sïeuning) aan mindere geëmphdeerden, vaste
werklieden en bedienden op daggeld werkzaam
bij inrichtingen van 's rijks zeemacht en op 's rijks
werkvaartuigen, niet vallende in de termen van
art. 2 der wet van 24 Juni 1854 staatsblad
no. 92):
Gelet op art. O van het Koninklijk besluit
van 10 Januari 1888 stanlsblnd no. 3) hou
dende bepalingen nopens de betaalbaarstelling
der bij eerstgenoemde wet toegekende onder
sleuningen
Maakt bekend dat de attestatiën de vita tot
ontvangst van bedoelde ondersleuningen, in het
begin van ieder kvvaitaal, op de werkdagen van
des voormiddags 10 tot des middags 12 urejn,
ter secretarie der gemeente verkrijgbaar zullen
zijn.
Schiedam, 23 Juni 1902.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
A ï-O KM EEN OVERZICHT.
SCHIEDAM, 23 Juni 1902.
Zuld.jlfrlka.
Minister Brodrick (heeft eindelijk moeten
erkennen dat er een fout was in zijh reken
som. Het is dan ook een beetje dwaas, wan
neer men van 10,000 Boeren er 9000 aftrekt,
dat er dan 18,400 konden overblijven.
'Minister Brodridk komt thans tevens tot
de overtuiging, dat de Kaffers, die door hot
militaire verkenningsdepartemenb werrten
gebruikt, weinig vertrouwen verdienden. Hij
beeft tenminste in 'bet Lagerhuis medege
deeld, dat de oorzaak van misrekening m de
getalsterkte der Boeren de weinige be, iouv;-
iiaarheid was van de inlandsolie verkenners,
die daarover mededeelingen braakten.
Wanneer minister Brodrick eens tot de
conclusie komt, dat de „Kaffcrrapportïn"
onvertrouwbaar zijn, dan kan hij de geschie
denis van den Zuid-Af rikaanschen oorlog
zooals die in do Engelsche verslagen wordt
van
B. RITTWEG-EiR
in,
.95
"50
'.25
.50
I
int.
verteld wel'eens gaan herzien. Want daar
schuilen heel wat „Kafferrapporten" onder.
De inkomsten uit invoerrechten in Trans
vaal waren Voor de eerste vier maanden van
1902 325,452 tegen 89,394 in hetzelfde
tijdvak van 1901.
Lord Milner legde Zaterdag den eed af
als .gouverneur en c ornffi a n d ar, t-gen era al van
do Transvaal-kolon ic.
Voorts zijn de instructies uitgevaardigd,
voor den Uitvoerenden Raad en den Wetge-
vendeu Raad, die beiden benoemd zijn.
De yeomen, de vrijwilligers en de kolonia
len overstelpen de rnijnrnaatsdliappijen met
vragen om werk. De, maatschappijen zullen
enkolen boven den grond kunnen gebrui
ken, maar de meesten zullen zonder emplooi
blijven.
Moor, waarnemend eerste minister van
Natal, heeft geweigerd zich over schorsing
Van de grondwet in de Kaapkolonie uit te
laten, maar hij was er sterk tegen dat het
in Natal zou gebeuren. En zoo schijnen de
voornaamste politici in Natal er ook over te
oordeelen.
Jameson is voor schorsing en komt aan
dragen met uitspraken van Rhodes over deze
kwestie
De eerste-minister der Kaapkolonie Sir
Gordon Sprigg, 'heeft zich te Londen krach
tig verklaard tegen de opheffing der Grond
wet in die kolonie, en hij heeft voor die op
vatting steun gevonden hij den eersten-mi
nister der Australische federatie, Barton.
Deze zeide bij een feestmaal van de Zuid-
Af rikaansclie vereeniging, dat het gevaarlijk
is, wanneer eens vrije instellingen aan een
volk zijn geschonken, die weder op te hef
fen, al was het maar voor één dag.
Dd lifberalen in Engeland juichen het op
treden van deze beide koloniale ministers
zeer toe.
Zal Chamberlain in staat zijn aan deze
wassende oppositie tegen de opheffing der
constitutie in de Kaapkolonie bet hoofd te
bieden 1
Engeland.
De vloot. I9c kroningsfeesten.
De trots van het Britsdie rijk, de vloot,
de macht waarop het voor het grootste deel
zijn aanzien en aanmatiging grondt, blijkt
ook al niet zoo fraai te zijn als zij lijkt.
De admiraal, lord Charles Beresford, beeft
in het Lagerhuis den toestand van de vloot,
blootgelegd en wat ihij er over te zeggen
had, viel niet mede. Het kwam hierop neer,
(Slot.)
Van dien dag af aan begint ze een be
paald plan te Volgen. Zij tracht in Hein. den
lust op te wekken om onderwijzer te wor
den, Hij leert tocli zoo gemakkelijk en bij
vereert den dorpsonderwijzer, die hem les
geeft. Zij' heeft door voortdurend© vlijt en
onvermoeide zorg haar (klein© bezitting kun
nen uitbreiden en ze werpt goede winsten af.
Zij zal het wol kunnen bekostigen. In de
aaastbijgelegen stad is een seminarie en zij
"il hem daarheen zenden. Dan kan ze hem
slke week zien en behoeft zij niöt voor lan-
fon tijd van hem 'te schoidcn.
Op een herfstavond wandelt moeder
Maartje mot haar zoon door de weide. Het
is frisch en een witte damp hangt over het
dal en daarginds het avondrood, do laatste
öralen der ondergaande zon, een toover-
schtig tafereel.
„Moeder, hoe mooiroept hij uit. „Zoo
"loet de zee er uitzien, kijk nu eens daar
pods, zoo blank en zoo glinsterend ruoe-
fe, hebt u nooit de zee gezien V'
„Jawel," geeft ze met IdanH'ooze stem ten
antwoord.
>ils het al lang geleden Was ik toen nog
niet geboren V'
„Het is al lang geleden. Kijk eens,
hem, daar loopt een baas daarginds bij
"et bosoh."
Hein kijkt er niet eens naar. „O, moeder,
Sertel Me eens wat van de zee. Hoe groot en
pfadlitig moet ze wol zijnMoeder, h'eeft va-
'■f kaar ook wel eens gezien? U hebt me
Bog nooit verteld, wat vader eigenlijk ge
weest is. Was hij, ook landbouwer? Niemand
hier heeft hem toch ooit' gekend
„Neen. Toen je vader en ik samen trouw
den, had hij geen betrekking. Hij, wilde er
eeist weder een zien te krijgen."
„Eu vóór dien tijd J"
„Voor dien tijd voor dien tijd was
hij in betrekking bij een groot koopman,
hier ver van daan Maar vraag me nu
niets meer, we gaan naar huis."
dat de toetsaud in de Middellandse!; e Zee
verbeterd was door invloed van buiten, o. a.
zijn openbaar protest. Een admiraliteit, die
dus van buiten uit tot hoognoodigo hervor
mingen gebracht moet worden, deugt niet.
Verleden jaar om dozen tijd waren er in de
Middellandscho Zee tien slagschepen, waar
van acht slagvaardig, nu dertien on alle
slagvaardig. E11 de kolenvoorraad is nu 80
groofcer. Evenwel, wat schepen betreft, doet
de admiraliteit al wat zij kan, de reden ech
ter, waarom, volgens lord Ch. Boresfor-i, de
vloot niot in orde is, is dat er slechts 20,000
man reserve zijn, terwijl een der naburige
mogendheden, met wie Engeland in oorlog
kan komen, er 480,000 heeft. Voor de ma
chinekamer komen er eenigc duizenden man
nen te kort. Eu dat is vooral bedenkelijk.
Zonder bekwaam personeel zijn de tegen
woordige machines gevaarlijk. Ook de klei
ne bewapening van de schepen is onvol
doende.
De regeering ontkende, dab do verbetering
in de Middellandscho Zee een gevolg was van
pressie van buiten, dodli verschillende leden
violen don spreker bij-.
Of Engeland ooren zal hebben voor deze
waarschuwende stem In de eersto dagen zal
het publiek zich er niet voor interesseeren,
want het heeft de kronigsfeesten to vieren.
Doch bij de te houden vlootrevue zal wel
iets gebeuren wat den anti-regocringsgezi n-
den bladen aanleiding zal geven, na de veer
tien dagen vol doldriftig feestvieren, do
woorden van den admiraal op te rakelen en
er op te wijten boe Engeland, vergelijkend®:
wijte gesproken, all zijn geld aan het leger
moest geven, waardoor het de vloot, die aan
onderhoud schatten kost, heeft moeten ver-
waarloozen.
Nu is men, ten minste in Londen, doof
voor alles wat niet direct met de feesten sa
menhangt. In Ierland vat men die kroning
wat kalmer op. Niet alleen heeft de Iersche
partij in het parlement zooals voor eenigo
dagen werd medegedeeld, besloten geen deel
aan de kroning te zullen nemen, maar nu
is in de voornaamste steden van het eiland,
Cork, Dublin, Tippanary en andere, door de
bevolking besloten Donderdag uit do huizen
zwarte vlaggen te steken als protest tegen
de juichkreten bij de kroning en om te too-
uen dat Ierland, dat verscheidene zijner af
gevaardigden in de gevangenis ziet, in rouw
is om het verlies van zijn rechten en de vrij
heid der Boeren. Alen zegt zelfs dat 't plan
bestaat de vlaggen van Transvaal en den
Vrijstaat te doen wapperen. Geschiedt dit,
dan zal de politie tussckenbeide komen en
zijn er in Ierland belangrijke troebelen to
wachten op liet oogonblik dat de, Koning
van liet Britsolie rijk zal worden gekroond
en toegejuicht.
De jaren gaan voorbij. Met Pasohen zou
Hein het seminarie betrekken. Kort te vo
ren brak er brand uit bij een der buren. Het
huis van vrouw Maartje liep groot gevaar,
het dak had reeds vuur gevat, mannen vlie
gen naar den zolder, trekken dakpannen
weg en worpen hout en ouden rommel, daar
heb een welkome prooi der vlammen zou
wezen, op straat. Ook de groote kist. Zij
springt open en de inbond rolt er uit. Aller
lei zeldzame 'kostbaarheden en sieraden, por
tretten Van mannen en jongens in zeemans-
kleeding en daar o een wezenlijk,klein
schip, wel wat beschadigd, maar toch heel
mooi.
Hein ziet het en vergeet alles wat rondom
hem gebeurt, zelfs het brandgevaar. Hiji
raapt de Voorwenpon op en brengt ze in vei
ligheid in het prieel, achter het huis. Hij
kan er niet genoeg naar kijken en bemerkt
niet eens dat de wind gekeerd is en er geen
gevaar meer bestaat voor het moederlijke
dak. Dan komt moeder Maartje bij hem en
vindt haar zoon bij' deze voorwerpen zitten,
met helderstralende oogen.
„Moeder wat is dat en dit? O, kijk
toch. eens, een schip, een edit schip. Moeder,
is een van deze mannen mijn vader geweest?
En wie heeft dat sdhip gemaakt? Waarom
hebt u het mijl nooit laten zien?''
Een smartkreet ontsnapt aan Maartje's
lippen. Te'vergeefs al haar voorzorgen, al
d© offers. Te vergeefs het zich losrukken van
haar geboorteplaats, wat haar zoo omzet
tend zwaar is gevallen en waaronder ze nog
lijdt, te vergeefs alle moeite om bet zee-
mansbloed 111 den jongen te onderdrukken.
Hij staat daar vol verlangen, met duizend
vragen in zijn schitterende oogen.
E11 zij moet hem antwoorden. „Ja, Hein,"
zegt ze, zich met moeite staande houdend,
„dab is je vader, en dat, is mijn eersto man
en doze drie zijn je halve broers. E11 allen
ziju omgek-omen op de woeste, leehjke zee
allen, versta je mij En jij Hein, jij' bent de
eenigo dien ik heb overgehouden vau al de
genen die miji dierbaar waren. Hein, zweer
mij dat jij de zee zult ontvluchten cn dat
je altijd bij mij zult blijven."
Het licht in de oogen van. deu jongen
wordt nu eensklaps uitgebluscht. Tesder
streelt hij de bleeke wangen van zijn moe
der: „Neen, moeder, wees volkomen gerust,
ik blijf bij u."
blaar vóór dat moeder 'Maartje haar huis
en haar erf weder opreddert, bergt ze alles
eerst weder op in de groote kist, sluit deze
zoo goed mogelijk en opnieuw rusten ;,1 die
herinneringen aan hetgeen vroeger bestond,
op zolder onder de pannen.
Op Malta schijnt ook niet veel' sympathie
te bestaan.De Kamer van Koophandel 'heeft
ten minste reeds geweigerd een adres van
gelukwcnsching ter gelegenheid der kroning
aan koning Edward te zenden.
Op het medegedeelde plan om de kerken
open t© zotten voor de talrijke dakloozeu,
die in Londen zullen vertoeven, zal' niet wor
den ingegaan.
Doch. dit is niet de eenigo onaangenaam
heid die den bezoekers wachtbakkers, sla-
gors enz, zullen twee dagen lang sluitou,
zoodat men verplicht zal zijn, eigen voor
raad mee te brengen, of honger te lijden.
Alles zal even duur zijp. Reeds wordt medo
gedeeld, dat een landauer met één paard
voor den grooten dag 100 gulen kost, met
twee paaiden, en een groom o-p den koop
toe misschien, 200 gulden. Een dame heeft
reeds oen rijtuig met twee paarden voorden
tijd van drie weken, waaronder de kronings-
week, gebuurd voor bijna 1000 guldon, enz.
Door do maatregelen, die de politic .heeft
genomen om zooveel mogelijk ongelukken te
voorkomen, zullen er maar weinig gelukki
gen zijn die iets van de optochten zullen zien
011 deze zullen zich tevreden moeten stellen
mot de rijkelijk aangebrachte verlichtingen.
Men klaagt verbazend over de politie maat
regelen.
Karakteristiek is ook wat, de correspon
dent van de „Times" mededeelt: filet leed
wezen constateert 'hij, dat al zijn Vrienden,
die niet voor bun zaken op 2G en 27 Juni in
Londen moeten zijn, van plan ziju op dia
feestdagen de stad te ontvluchten en dat al
len, dio blijven zonder uitzondering onte
vreden zijn over de maatregelen van orde.
Hoe de geest in Londen is blijkt wel uit
het gisteren verzonden telegram van Reu-
ter's hijzonderen dienst: waaruit wij het
volgende aanhalen
Er heorsóht in Londen wat man zou kun
nen noemen oen „kroningskoorts". Er ziju
slechts twee dingen waorover men denkt en
spreekt: wat zal er gebeuren indien de
Koning niet wel genoeg is om de opwin
ding en de vermoeienis -van de kroning en
van den optocht -op den volgenden dag te
dragen; en hoe zal hst gaan, als hot regent?
Iemand die gewoon is aan de kalme rust
van Londen op Zondag zou lieden zijn oude
bekende niet herkend hebben. De straten
geleken wél op den weg naar Epson op een
mooien Derby-dag. De voornaamste wegen
en straten waren vol met rijtuigen waariii
kijklustigen de oogen den kost gaven; en
de trottoirs waren ingenomen door een lang
zaam zich bewegende menigte niet ah een
bewoners der hoofdstad, maar ook een
belangrijk contingent uit de provincie
die de versieringen in oogenscfliouw namen
en bewonderden.
En andermaal verliepen een paai' jaren,
Hein logeert met de Kerstvakantie bij zijn
moeder.Hij' is zoo stil en karig met zijn woor
den, een 'bleeke, slanke jongen, fifoeder
Maantje is ongerust over hem. Hij is al zoo
lang niet meer de vroolijke,, frissahe jongen
van vroeger. De moedor weet wel, hoe hij
zoo veranderd is, zij' voelt het, al wil ze het
zich zelf niet bekennen. Haar zoon heeft
geen lust in de studio, do schoollucht drukt
hem neder naar lichaam en ziel, en hij
kwij'nt weg in verlangen naar de zee. Aan
duizend kleinigheden merkt ze liet op. Als
hij gedurende de vacantie bij haar zit te wer
ken, dan trekt hij met de pen ongemerkt
allerlei lijntjes op den kant van het papier
en als ze dan adhter zijn stoel passeerend,
scherper toekeek, dan waren hot altijd sche
pen, die de ,pen had getcekend. E11 zoodra
Hein dan 'bespeurde wat hij gedaan bad, dan
wjerp bij steelsgewijze een blik op zijn moe
der en schoof het vloeiblad over de verra
derlijke krabbelteekeningen, want hij had
zijn moeder zielslief en wilde haar voor niets
ter wereld verdriet doen. Als hij een cou
rant langer dan gewoonlijk in de hand hield,
dan kou moeder -Maartje zeker zijn dat bet
blad een beschrijving inhield van een zee
reis of een vlootmatiocuvre. Zij wil het zich
zelf niet bekennen, maar steeds komt op
nieuw do gedachte bij haar op„Je kind
.lijdt, en het is jou schuld." E11 dan troost
ze zich weder: Als 'hij maar eerst zijn be
trekking heeft, dan zal hij die onuitvoerba
re wenschen wel vergeten.
Op den eersten Kerstdag "legt Maartje
met Hein het gewone bezoek af bij den pre
dikant. Er zijn logees over; de zoon, de stu
dent en een neef, eon adelborst der marine,
filaartje's hart klopt hevig bij deze onver
wachte ontmoeting. De jonge man was dien
morgen pas gekomen. Zo had geen zeeman
meer gezien an al die jaren. Vroolijk en op
gewekt verbelt hij' vau zijn laatste reizen en
do lust 'tob zijn beroep klinkt uit icdei
woord. En de oogen van Hein hangen aan
don mond van den verteller en zijn oogen
schitteren als destijds toen hij van Robinson
las, en als toen hij de portretten, zag en het
kleine scheepje. Stil en in zich zelf gekeerd
gaa't Maartje, met haar zoon naast zich, naar
buis terug. Hein zwijgt eveneens en zwij
gend nuttigen ze liet middagmaal. Daarna
loopt de moeder onrustig heen en weder
door de ruime kamer. Hein volgt 'haar een
poosje met de oogen en zegt dan zuchtend
„Moeder, wilt u mij een groot genoegen
doen, laat me dan nog eens dat scheenje
zien, en vaders portret. Of geef ze mij beide
ik het is alleen omdat ik dan ook iets
Londen ziet er kranig uit.
Er zijn weinig eerebogen; de Voornaam
ste zijh de Canadeeschc eerepoort in White
hall, geheel samengesteld uit hooi en stroo,
op kunstige wijze ineengevlochten, en be
kroond door een opschrift waaruit blijkt
dat „Canada do graanschuur van Groot-
Brittannië is." Een andeie eerepoort staat
bij Temple Bar, waar do Lord filayor en de
Shcnifs in vol ornaat den Koning en do
Koningin op Vrijdag den 27 Juli zullen
ontvangen, en hun het CityzWaard zullen
aanbieden, als bewijs van de bezworen trouw
der City. Deze poort hoeft twee bogen die
de straat overspannen, en maakt den indruk
van do oude City-poort.
London bridge en Westminster bridge,
waar do optocht Vrijdag zal overtrekken
zijn prachtig versierddo laatste (heeft aan
beide zijden groote, goedgevormde kolom
men gekregen, waarop de borstbeelden van
Engelands vorsten^ op uitnemende wijze
door de School of Arts uitgevoerd, zullen
geplaatst worden.
Westminster Abbey is nu bijna gereed
voor do kroningsplechtigheid. Door liet op
richten van reusachtige galerijen hebben de
architecten al het mogelijke gedaan om
zonder do schoonheid van do heerlijke lij
nen dezer Gothisehe kerk te schenden
plaatsen te maken waar vele duizenden in
staat zullen zijn tenminste iets le zien van
de plechtigheid. De kroning en wat daartoe
behoort kan echter slechts door een beperkt
aantal personen worden aanschouwd, daal
de kruisgalerij het altaar van het schip dei-
kerk afscheidt.
De draperieën, waarmede heb inwendige
van de kerk versierd is, zijn van een prach
tig blauw pluche, afgewisseld door goud
kleurig pluchen-draperieën, waarop leliën en
kronen geborduurd zijn.
Van de westelijke deur, waardoor de ko
ninklijke stoet binnentreedt, tot aan den
kansel loopt een prachtig blauw kleed. Heb
platform waarop de Koning en de Koningin
zullen zitten is vijf voet 'boven den vloer
opgericht. De troonzetel voor den Koning
is drie stappen liooger dan die der Konin
gin. Dit platform is bekleed met een kleed
van goudlaken.
Het wordt betwijfeld of de aartsbisschop
van Canterbury, die hoewel hij, ondanks
zijn 80 jaren een gezond en krachtig man is,
in den laatston tijd nogal wat gesukkeld
heeft, wel in staat zal wezen om zijn zeer
vermoeiend deel der plechtigheid, welke niet
minder dan drie uren zal duren, te vol-
breugen.
/"v/-
heb om mij op to verheugen. U weet, ik
wil alles doen wat u verlangt. Maar, o, ik
smeek u, vervul' mijn vurigsten weasch."
'Do oude vrouw gaat zwijgend naar de
deur. Zij is veel verouderd in de laatste ja
ren, maar het valt haar zoon nu voor 't
eerst op, dat ze zoo voorover loopt. Zou hij
haar verdriet gedaan hebben door zijn woor
den? Hij waagt het niet, baar te volgen,
maar wacht stil 'liaar terugkomst af. Ruim
een kwartier verloopt, dan gaat 'de deur
open en (moeder 'Maartje komt binnen. In
baar arm lioudt zij hot scheepje, in de rech
terhand het portret van haar echtgenoot.
„Hier, Hein, mijn jongen, neem het por
tret neem heb mee op jo eerste zeereis. Jo
zult zeeman worden, ik verzet er mij niet
langer tegen. 'Mijn liefde iheeft mij verblind,
ik had vergeten dab ieder menscli het redht
heeft voor zidli zelf te leven, op ziju eigen
wij zo, als 'het maar geen slechte wijze is. Ik
weet al lang wat in je omgaat, wat je zoo
11100, zoo slap en zoo mismoedig maakt. Het
'heimwee is liet, het heimwee naar de zee.
Ik heb het noodlot willen dwingen. Te ver
geefs. Hot is sterker dan 's menschen wil. En
het moet wel goed zijn aldus. Ga met God,
mijn jongen, den weg die je 't liefst is
word zoo gelukkig mogelijk op zee!"
„Moeder, moeder, als u wist wat u mij
gaaft. fifag ik werkelijk naar zee, zooaJs va
der? O moeder, met iederen ademtocht zal
ik u daarvoor danken."
fifoeder -fifaartjo lacht. Een vreemde lach.
Het schijnt haar toe of ze pas nu als oude
vrouw, pas in dit oogen blik waarlijk moeder
geworden is, pas door dit offer dat ze
brengt, en waarvan zij alleen den omvang
kan beoordeelen. Tot nu toe tocli had zij in
'haar kiud alleen zichzelf "bemind, en eerst
in deze ure is de onbaatzuchtige, 'heilige
moederliefde in haar ontwaakt.