56"" iaargang.
No. 10928.
Woensdag 13 Augustus 1902.
F.
NA VEERTIG JAREN.
BUITENLAND.
en
ns- s
;he
Vs
t
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prjjs per kwartaalVoor Schiedam en VI aar dingen fl. 1.25. Franco
er post fl. 1.65,
Prijs per weckVoor Schiedam enVlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen -worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Surcan i Botcrstraat OS.
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels 11. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die rij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hnr-
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, wore en
zoogenaamde tileina advertrnntiërs opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
SaterCi Telefoon Ko. 123.
31*
sre.
mis
ALCHSWEBW OVERZICHT.
SCHIEDAM, 12 Augustus 1902.
luid-Afrl ka.
lis. Bosnian aan 't woord.
In. de „Johannesburg®" Leader" (komt
voor ©eu verslag van oen preek, door dezen
bekenden predikant op den 13en Juli in do
kerk der Nedcrd. Herv. Gemeente te Preto
ria uitgesproken.
D'eze preek adomt niet bepaald een geest
van slaafsche onderworpenheid: aan hot En-
igelscho gezag, en liet blad, dat aan die keu
rige rede een 'hoofdartikel' wijdt, bewondert
ds. Bosnian's moed en ziet in zijn woorden
het gevoelen vertolkt der Boeren afgevaar
digden die to Vereeniging over den vrede
b eraadsloagden
't Verslag luidt aldusDé. Bosman spoort
zijn gemeente niet tot dankbaarheid, maar
tot gedenken aan, en niet vergeten. Er werd
niet gebeden voor den 'koning en heb ko
ninklijk huis, geen woord van eerlijke on
derworpenheid aan don troon. Voor de
preek las ds. Bosman Psalm 79 („O God
Heidenen zijh gekomen in Uwe erfenis; zij
bobben den tempel Uwer heiligheid veront-
rcinigd; zij hebben Jeruzalem tot steen,hoo-
pen gestold, enz." Ten slotte wordt God go
bed'en om zijai volk to verlossen en de vijan
den to straffen.) Daarna las hij Klaagliede
ren 5 („Gedenk, Heere! wat ons geschied
isaanschouw liet, en zie onzen smaad aan.
Ons erfdeel is tot do vreemdelingen gewend,
onze huizon tot de uifclandea's. Enz.") Do
tekst was Psalm 102, vs. 14 en 15„Gij
zult opstaan; Gijl zult u ontfermen over
Zion; want do tijd om haar genadig, te zijn,
want do bestemde tijj. is gekomen. Want
Uwe knechten hebben een welgevallen aan
haar steencn en hebben medelijden met
baar gr-uis."
Dezen tekst nu paste ds. Bosman op don
toestand van da Boeren boo. Gods hand was
zwaar op hen geweest, gelijk op Zion. Hun
Zion, hun staat was verwoest en hun volk
verstrooid. "Vierduizend mannen zijn omge
komen in de verdediging van hun vrijheid
cn het recht. Twintigduizend vrouwen en
kinderen zijn in do kampen weggekwijnd.
Velo duizenden zijn weggevoerd. Hoe kan
er nu dan vreugde wezen Niemand kan1 te
gen hen toornen, omdat rij: weigeren ge
troost tc word'en. Het lijk van hun dierba
ren staat is nauwelijks koud. Hoe kunnen
zij' danken en vreugde bedrijvenEvenmin
■kunnen zij dat, als verwanten biji den dood
van een beminde.
En evenals deze blijven treuren en geden
ken ook na de begrafenis, zoo spoorde ds
Bosman zijd 'hoorders n i n om nooit te ver
geten, maai" d'en stu waarvoor zoovellen
zijn gestorven en heb gel etTen, te geden
ken Het deed hem goed te zien, hoe gewil
lig cn moedig de Boeren weer naar hun
plaats trekken om opnieuw te beginnen, al
bebbon velen weinig meer en sommigen
niets. Maar hij vertrouwde, dab zij nooit
zouden vergoten wat geweest is. Zij kunnen
een welgevallen behouden aan de steen en
van Zion en medelijden hebben met haar
gruis. En het is de plicht van Zion's knech
ten om dé nuttige steencn te ver-zamelen en
het gebouw weer op to brokken.
Niet zonder 'bitterheid sprak ds. Bosman
over do mannen, dio schuldig staan aan heb
bloed van hun eigen verwanten en staangc-
nootom (do Nationale Verkenners). Die man
nen zijn dood voor ons, en dab zullen zij voor
ons blijven, tot zij1 waar berouw toonen en
om vergeving vragendan kunnen misschien
ook zijl gebruikt worden om Zion weer op
te bouwen. Anders blijven rij dood voor ons.
Alleen goede en bruikbare steencn mogen
gebruikt worden, en di© ontbreken niet.
Want ook in kennis en bekwaamheid zijn
er mannen in Zuid-Afrika die de vergelij
king m'eb do besten van andore natiën kun
nen doorstaan. Ons doel' moet zijn ver
volgd© ds. Bosman een 'gebouw op te trek
ken, steviger d'an hotwolk door Gods wil ver
woest is, als oen gevolg van onze zonden
persoonlijke, maatschappelijke, kerkelijke
en nationale zonden. Dit kruis van Zion
heeft de Heer ons opgelegd, en wij moeten
het deemoedig, maar niet wanhopig of mis^
moedig dragen, en tevens de steonen uit de
puinhoopon zoeken cn schiften. Laat ons be
denken, dat zooails de goudsmid 't goud niet
in don smeltkroes doet om heb te laten ver
teren, maar om heb to zuiveren, zoo he-eft de
Almachtige Goudsmid zijn volk in een vree-
selijken smeltkroes gedaan, opdat het gelou
terd er uit te voorschijn komo.
Hot onderwijs in en het behoud van do
Ho'lilandsclre taal', zeidc db. Bosman, is als
heb ware heb levensbloed van do kerk, en
wordt do taal' ondermijnd of verzwakt, dan
wordt de kerk ondermijnd en verzwakt, en
alzoo ook de nationaliteit. Daarom is heb
onzo heilige plicht te zorgen, dab onze kin
deren in de Hollamdsoh© taal onderwezen
worden. Tot dab doel moesten zij', hoo arm
on vertrapt ook, gold vinden, en alvast vol
ledig gebruik maken van de bepaling in de
vredesvoorwaarden, dat, waar do meerder
heid der ouders het verlangen, het Bijbelsoh
onderricht in hot ïïollandsoh zal' geschieden.
Men zegt zoo besloot ds. Bosman
dab do Engelsclie vlag het zinnebeeld van
vrijheid en gelijk© rechten is. De tijd moet
loeren of dat zoo is. Intusschon, wil men
heel Zuid-Afrika onder dit- vlag en met één
taali tot één maken, maar dab zou een doodc
eenheid rijn. Alleen eenheid in verscheiden
heid kan wa&rlijiJc leven, lïoo dit zij, het
volk en de kerk moeten uit den chaos weer
opgebouwd worden, en do Hollandscho taal'
is, een hoeksteen van hot gebouw. D'e ver
brande kerken en pastorieën moeten1 herrij
zen. En heb slotde Engelsehei vlag moet
geëerbiedigd' worden, maarvergeet niet
Het Afri.kaanderblad „Ons Land" heeft
weer verlof gekregen, om te verschijnen. Om
trent dc houding, welke dit blad zail! aanne
men, leest men o. a.„Wat de krijgswet en
do administratie ervan gedurende den oor
log beteefb, wenscliou wij! duidelijk te zog
gen, dab wij meenen, dat de tijjd nog niet ge
komen is, om daarover in onze krant te
F.
E. DEBANS.
S4)
Zij' was, niettegenstaande do ontwijkende
antwoorden' van haar Vader, overtuigd, dat
de twee heeren te Havre gewichtige om dek
kingen hadden gedaan ©n dezo beschouwing
was inderdaad niet ongerechtigd-. Do uaspo-
ringon hadden in de eerste plaats dien Va-
lenbijh gegolden, maar al heel gauw scheen
'net geheetl onmogelijk om, na verloop van
zooveel jaren, het spoor van zulk een onder
geschikt persoon to vinden. Maar mot Meu-
thier was -het iets anders. Db naam van dien
aanzienlijken bankier was in de maatschap
pelijke wereld1 to Havre nog algemeen be
kend! en er waren zelfs nog menschen genoeg
dio hem persoonlijk gekend hadden.
Villeframcho, dia goed! op de hoogte was
van al'la maatschappelijke verhoudingen,
stelde rich in verbinding met een bejaarden,
kalm en makelaar, Pibec genaamd, die al
meer dan een halve eeuw lang op de beurs
zakeE deed. Hij droeg 'hem verschillende
aanzienlijke beorrsoperabies op, doch legde
hem de grootst mogelijke stilzwijgendheid
op, omtrent zijpn lastgever, daar 'hijl in -geen
enkel opzicht de aandacht op rijin persoon
wilde vestigen. Pibec was zeer verheugd dat
een zoo rijk persoon met hem zaken ging
doen, di'e hem een schitterende provisie zou
Echrijlven of correspondentie daarover too t©
laten. Men veriliozo niet uit het oog, dat de
krijigswc'tproclamaties nog niet teruggeroe
pen zijn. Do beëindiging van den oorlog sluit
een allerpijnlijkst on belangrijkst hoofdstuk
in de geschiedenis van gehool Zuid-Afrika.
De fcwoc Republieken hebben haar onafhan
kelijkheid moeten opgeven cn zij hebben
zioli manmoedig bij den uitslag van den
strijd nodergclegd. De kolonisten, dio zich
'bij do republikeinsche commando's hadden
aangesloten, hebben zich op de proclamatie
van den gouverneur onderworpen. Wat zal
de toekomst zijtu 1s hot te vcol om te hopen
dat de verstandigen, van wolk ras zijl ook
mogen zijn, elkander beter zullen loeren ver
staan en met behoud van zelfrespect op ge
lijken voet zullen samenwerken voor do ge
meenschappelijke on blijvende belangen van
het VeroenigA Zuid-Afrika 1 Laten wiji ech
ter moed houden. D'o nevelen van rook en
damp, de onvermijdelijke bijproducten van
de ontploffing des oorlogs, kunnen metter
tijd verdwijnen voor de stralen van de zoiino
des gezond verstands. Moge dit spoedig lvet
geval zijn."
Van de afkondiging van een groote am
nestie voor do Kaapsche rebellen, ter gele
genheid van koning Edward's kroning, is bot
nu to© niets bekend. AVe moeten dus het ge
rucht opvatten voor wat hot i6.
Naar de „D'aily Express" uit Kaapstad
verneemt, is de openbare meeting niet op
do hand der partij die groudwetscliorsing
wil en do Kaapsche premier, sir Gordon
Sprigg, is overtuigd zijn stem krachtig tegen
die plannen to kunnen verhrVoii.
In heb Lagerhuis deelde minister Balfour
mede dat do commissie van onderzoek naar
den oorlog zal' bestaan uit lord Elgin, voor
zitter; veldmaarschalk sir H. Norman, ad
miraal' sir J. Hopkins, lord Esher, sir J.
Jaékson en nog eenogen, die hij later zou
kunnen noemen. De commissie zou de last
geving krijgen „Een onderzoek naar do mi
litaire voorbereiding van don oorlog in Zuid-
Afrika en de levering van manschappon,
munitie, uitrusting en hot transport over
land en zee, en naar do krijgsverrichtingen
tot aan do bezetting van Pretoria."
Een der leden van het Lagerhuis merkto
op, dab men zoodoende geen onderzoek kan
instellen naai" heb herhaalde malen na dien
tijd (5 Juni 1900) voorgekomen „hands up"
van de Engelschon.
den afwerpen en deswege beloofde hijl hem
gaarne Volkomen geheimhouding.
Meer dan eens verzocht Yillefranchehem
bij zich in het hotel, ten einde over zaken te
sproken; zoodra dezo afged'aan waren, ble
ven do beide heeren, onder het genot van
oen lekker glaasje wijn, nog wat over aller
lei dingen praten.; .1 ulius Berger was er al
tijd bij tegenwoordig.
Nadab Villefranche het voll'e vertrouwen
van Pibec hadi weten te verwerven, bracht
hij, op een avond geheel als van zélf het ge
sprek op Bernard Mouthiea*hijl kon dit des
co geruster doen, daar de, juist nu door gei-
wichtigo politiek© gebeurtenissen hoofdzake
lijk in beslag geaiomen couranten, tot nu
toe over het proces te St. Etienne slechts
weinig vermeil'd hadden. Pibec die de wanden
lend© beurscouranb van Havre was ging da
delijk op dit thema in en vertelde van do
jeugd van d'ezeai uitstekenden zaakman.
„ITij was een schrandere bol1", verzekerde
hij, „maar hij had ook verbazend veel goluk.
Dat werd al bewezen, door zijn allereerste
speculatie die 'hem in eens tob oen rijk man
maakte."
En daarop vertelde hijl de aandachtige
toehoorders van hst kunstmatige opzetten
van den koffieprijs in het jaar 1854 waar
aan Mouthier déél had' genomen.
„Dhs vóór dien tijd was bij nog niet rijk?"
vroeg Yillefranche.
„O neen, zeker niet,"
„Hoeved' won hij wél met die speculatie?"
„Do een zei, vijf millioon, anderen zeiden
Czaar heeft Duitsch gesproken en dat
overtrof alle verwachtingen.
Een gloeienden toost bracht by uit op zijn
broeder en vriend, aan de officierstafel van
de Hohenzollern: en dat hg dien in
vloeiend Duitsch uitsprak, heeft in de Duit-
sche landen grooten indruk gemaakt. De
Czaar heeft onze taal geleerd, jubelt de sToss.
Ztg., «en het wil ons voorkomen, dat de
Duitsche toost van den Czaar een hoogsi
verblijdend verschijnsel is."
Wjj helpen het do «Voss. Ztg." wenschen,
De «National Ztg." spreekt aldus
«Keizer Wilhelm II, die deze reizen en be
zoeken met een zekere consequentie sedert
het aanvaarden van de regeering volhoudt,
ziet er blijkbaar een middel tot behoud en
bevordering van zijn vredesbebeleid in, en
stemt in deze meening met andere monar
chen overeen. Het bezoek dat hij pas aan
Czaar Nikolaas II op de reede van Reval heeft
gebracht, is een schalm in deze ketting. Het
is opnieuw een bewp voor de vriendschap
pelijke verhouding die de vorstenhuizen en
volken van Rusland en Duitschland sedert
eeuwen hebben tot stand doen komen, en is
een bekrachtiging van den Europeeschen
vrede."
Hoe deze hartelijke vriendschapsbetuigin
gen tusschen keizer Wilhelm en den czaar
in Frankrijk worden opgevat is niet moeilijk
te begrijpen. Fiarikrijk heeft zeer veel gedaao
om de liefde van Rusland te winnen, en nu
wil het die liefde alleen hebben het is ijver
zuchtig geworden.
©«ïnaeugdc H Redcel Sm ge®.
Rusland cn Dultseiiland,
Met innig welbehagen wijden de Duitsche
bladen warme woorden aan de samenkomst
der beide keizers te Reval. Keizer Wilhelm
heeft Reval weder verlaten, en de Ho hen
zo! 1 ern zet koers naar Kiel.
Nooit was de ontmoeting van keizer Wil
helm en den Czaar zoo hartelijk ais deze.
Niet alleen hebben de beide vorsten hunne
epauletten verruild, wat door de «Voss.
Ztg." als een symbool van warmgevoelde
verbroedering wordt gehoudenmaar de
Engeland.
Eonige bijzonderheden, van dc kroning
mogen nog volgen
Men staat er werkelijk van verbaasd, hoo
flink de Koning zich gedurende do plechtig
heid! gedroeg, doch. zooveel' is zeker, dat het
omklccden des Itonings voor en na do Ho
ning tamelijk vcol' tijd vorderde, cn dat een
goed ingelicht man de tegenwoordigheid der
nurses cn het leggen van nieuwe windselen
om de nog niet geheel genezen wond met el
kaar in verband' bracht. Do Koningin, wier
kunstmatige schoonheid toen tot het maxi
mum scheen opgevoerd' van hot kunnen vau
posticheuT, kameniers en Franscho kleeder-
makers, scheen bijyondor onder den indruk.
Er was een bijna smartelijke glimlach om
haar lippen en nauwelijks de Abbey binnen
getreden greep zij met een zenuwachtige be
weging, als iemand die dreigt ineen to zin
ken, den arm van don links van haar gaan-
den bisschop van Norwich.
D'o Koning hield rich niet alileon flink,
hij nam de zaak 'blijkbaar zeer ernstig op en
menschen die hem kennen, zeggen, dat hij
dit ook meenb. Met luide, overal' hoorbar©
stem logde hij den eed af.
Bijl het verlaten van liet kerkgebouw liep
de Koning met don scepter in do een©, den
rijksappel in do andere hand en op 't hoofd
de kroon waarom hij met den dood had' ge
worsteld. Fier on krachtig liep hijl voort op
don -breoden smaragdblauwcn looper, een
meesterstuk op zichzelf. Toon daverden de
gewelven van minuten Hang aanhoudend'
slechts twee. Ik weet hoe dat het met zoo
iets gaat. Ieder doet er wat bij1, maar zeker
is heb dab Mouthieir twaalf of veertien, mis
schien zelfs wel zestien millioen heeft nage
laten'."
„Do 'geschiedenis die u mij daar mede
deelt, interesseert mijl zeer. Weet u mis
schien of do makelaar nog leeft, dien Mout
hier toen had?"
„Dat was mijn voormalige chef Jamon.
Hiji is in het jaar 1869 gestorven, en ik heb
toen rijn zaak overgenomen."
„D'at is jammer. Ik had gaarno do bijzon
derheden over die speculatie uit do boeken
willen weten."
„Daaraan kan ik u halpen on indien de
heeren mot mijl mede willen gaan zal ik n
met genoegen inzage geven van de boeken
van het jaar 1854."
Men ging samen naar hot kantoor van Pi
bec en spoedig daarna lag het journaal' van
1854 open voor Villefranche en Berger. Do
eerste operatie die Mouthier ondernomen,
had', was van 9 September. Do dekking be
droeg vij,f en twintig duizend franken. Maar
cm 5'. was door do urnstcrepen dor baisse
partij! de koffieprijs aanzienlijk gedaald.
„Naar i!k zie, had' Mouthier geen geluk op
zijn eerst© speculatie," zeide Villefranche
zoo kalm mogelijk, ofschoon hij' inwendig
ontzettend opgowondon was.
„Neen, hijl verloor een groot bedrag," ant
woordde da makelaar, op do betrokken boe
king wijzende. „Maar twee dagen na de af
rekening haalde hij zijn verlies ruimschoots
terug," voogd© hiji or bij, terwijl hijl ©enige
bladen omsloeg,
„Mot een nieuwe dokking?"
„Natuurlijk. Mijd
voorzichtig man en stond er op. Hot was be
leend' dat Mouthier niét meer dan dertig dui
zend franken rijk was, on zijn eerst© veld
slag was niet dienstig om het voltrouwen
uit te breiden."
„Hoeveel koaht hij toen weer?"
„Voor zeventig duizend francs, als mijn
geheugen mijl niet bedriegt.
„Ja, d'aar staat het-juist, acht en zestig
duizend, negen honderd vijftig francs, zeker
heeft hij iemand 'gevonden die deze som voor
schoot."
„Dat sehijnt wel zoo."
„Wio zou d'at geweest kunnen zijn?
„Dat heeft men nooit to weten' kunnen
komen. Zijn chef, Lukas Morreau., is het ze
ker niet geweest."
Villefranche en Berger wisselden een. b.ik
vau verstandhouding; rijl waren heiden' op
den 26en September uit Havre vertrokken
D'at kwam alles precies uit; hun doel was
bereikt. Opdat het niet zou opvallen, keken
ze d© speculaties van Mouthier nog verder
na, die voortaan geregeld prachtige resulta
ten aanwezen, en d'aarna namen zo afscheid
van Pibec.
Toen zij buiten waren, zeide Berger met
com stem dié van ingehouden woede beefde
„Miju dochter heeft dus toch gelijlk ge
had. Nu weten wij', wie destijds do vijf cn
zeventig duizend francs gestoten1 heeft en
hoerageroep en knettead© handgeklap als
salvo's van geweerschoten
Salisbury's afwezigheid hij! de kroning
wordt door goed ingeliehtcn daaraan toege
schreven, dat do Koning niet den edelen
markies overhoop ligt omdlat deze geweigerd
had sir Thomas Lipton en andore groothan
delaren in theo en spek, die tegelijkertijd
millionaire zijn, in don adelstand te verhef
fen.
Do Shah van Perrië 'komt den 17en lo Do
ver aan en blijft daar tot den volgendon dag.
Hij wordt dan te Londen -door den Prins
van Wales ontvangen. De overige dagen (tot
24 dezer) bezoekt hiji allerlei merkwaardighe
den van Londen.
Na do veranderingen en aanvullingen van
het Engoléche ministerie, waarbij, :hct aantal
ministers van twintig op achttien is geko
men, is het als volgt samengesteld
Balfour, eerste lord der schatkist en mi
nister-president, graaf Ilalsbury, lord kan
selier, hertog van Devonshire, president van
den Privy Council, Chamberlain, minister
van koloniën, markies Landsdowno, buiteu-
landscho zaken, Brodriok, oorlog, Ritchio,
financiën, graaf Selhorne, marine, Akers
Dougl'as, b'innenlandsehe zaken, lord George
Hamilton, minister van Indië, lord Ashbour-
ne, kanselier van Ierland, George Wynd-
ham, eersbe-socrclaris van Ierland, lord Bal
four of Burleigh, secretaris van Schotland,
Gerald Balfour, minister van handel, Wal
ter Long, voorzitter d'er administratie van
do lokale autoriteiten, Ilanbury, landbouw,
markies van Londonderry, onderwijs, Aus
ten Chamberlain, posterijen.
Volgens bót „Mémoral Diplomatique" zal'
koning Edward persoonlijk een reorganisa
tie van het Engcfcche leger ter hand nemen,
m overleg met Roberts en "Wolseley en do
generaals Kitchener, KeEy Kenny en
French. Ilofc vrij'willigcrstelsel zou losgela
ten worden, maar er zou ceu auxiliair leger
worden geschapen tot versterking van liet
vaste leger. In elk geval zou een belangrijke
uitbreiding in getalsterkte vooropstaan.
Weer dreigt eon hongersnood in Engolsch-
Indió groote afmetingen aan te nemen. De
onderkoning van Indië meldt, dat do hon
gersnood toeneemt. De gevallen regen is ver
re van voldoende. In Gujarat, Bombay, Ilei-
derabad cn in de centrale provincies genie
ten 386,000 menschen onderstand.
Frankrijk.
Dé prefect van het departement Saóne et
Loire heeft vier van zijn burgemeesters in
gevolge hun houding in de quaesti© der orde-
seholen ontslagen.
Duitschland.
Do zittingen! der commissie voor de tol
tarieven zijn afgoloopeu. 'Zij behandelde in
eerste lozing het gehoole tarief en verwierp
de motie der sociaaldemocraten tot aanvoe
ging van een nieuw slot-artikel, om van rid-
waartoö ze moesten, dienen. Of twijfelt ge
nog
„Er valt nu niet meer te twijfeleta voor
ons althans niet. Maar of de rechtbank deze
mededeel ingen als een voldoend bewijs
Voor Mouthier's schuld zal aannemen, d'at
kan nog wel aan twijfel onderhevig zijn."
Zo besloten nu naar Rouaan te gaan. Het
rechtsgeding, d'at met hun veroordeoling ge
ëindigd was, had' d'aar plaats 'gehad; zijl wil
den nu, niettegenstaande do eerste afwij
zing, probeeren inzage te krijgen van de ak
ten van hun proces. To Rouaan wendde Vil
lefranche zich tot advocaat Revel, een der
eerste rechtsgeleerden aldaar, avion hij alles,
met inbegrip van him luu' ste bevindingen,
mededeelde, en wien hiji opdroeg zijn belan
gen en die van Julius Berger te behartigen.
Hij verzuimd© niet, den rechtskundige
een schitterend honorarium aan te bieden,
om zijin ijver aan te moedigen en het ont
brak Revel dan ook geenszins d'aar aan.
Hij' verkreeg dab alle akten van heb pro
ces hem werden ter 'hand gesteld, zag ze eerst
zelf in en gaf ze daarop aan Villefranche en
Berger over.
„Uit do akten van uw proces ziet men."
merkte Revoï tegen Villefranche en Berger
op, „dat de znalk tamelijk beknopt weid af
gehandeld, daar men het vonnis vollen kon
bij- afwezigheid' der bedde beklaagden."
(Wordt vervolgd,)