56"" jaargang.
Zondag 23 en Maandag 24 November 1902.
Bit mm Bestaat uit DRIE Haten,
Eerste Blad.
ft! o. 4016
NI NA..
BUITENLAND.
Minister Brodrick antwoordde dat de cij-
V
V
BINNENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uilzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingenil. i 25 Franco
per post 11. 1.65.
Prijs per week: Yoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Adverfcentiën vooi liet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraat 68.
Prijs der Ad v e r ten t i n Van 1—6 regels fl, 0.92; iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde ftteime adver&entiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon 9To. 123.
AJL,GB9II5K1S OVERSïCatTT.
SCHIEDAM, 22 November 10! 12.
E ii 1 d A I li
In liet Lagerhuis vroeg do hoer Libou-
chore mot heb oog op het feit dat Nederland
alleen f 1,325,510 gaf tot ondoistcumng eau
de Boercn-vrouwen, en kinderen gedurende
don jongsten oorlog, van welke som een be
drag groot f 498,161 in geld of goederen ge
durende het laatste tijdperk van dien eoi-
log naar Zuid-Afnka werd gezonden, f mi
nister Brodrick, waar hij1 do bijdragen van
het buitenland' tob ondersteuning m de con
centre bielkanipen raamdo op 562 pd. st. en
2646 pakken („juist genoeg om in do behoef
ten der kampen voor 6 uren, te voorzien"),
jton ipedcdeolen wat geworden i!s van du
resb van bot geld en de goederen door Ne
derland en andere vreemde landen gezonden
en in wiens banden deze rest is gevallen.
jfers 56^1 en 2646 betrekking iiebbcn djl
lichtingen welke de Britseho regeering ter
lmrer beschikking heeft Wat betreft do bij
drage door het buitenland gegeven aan do
concentratiekampen, heeft de1 regeering geen
inlichtingen omtrent de genoemde cijfers tot
haar beschikking
To Londen is een blauwboek verschenen
met betrekking tot het beroep der Boeren
generaals op do beschaafde wereld,
In een briog aan generaal Botha, gedag-
teckcnd 6 November, klaagt miniteler Cham
berlain over den toon van den oproep en
van de redevoeringen van de generaals op
het vasteland. Iliji verklaart dat hel inder
daad niet in do bedoeling van de regeornig
ligt het parlement te verzoeken de vrij©gift
van drie millioen pond' sterli'ng te verhoo-
gen, een gift welke op zichzelf ongeëvenaard
is in do wereldgeschiedenis. Hij zegt echter
verdere hulp toe door middel van een lee
ning op gemakkelijke voorwaarden, als voor
zien in art. 10 van de voorwaarden van over
gave dat nooit werd ingotioklkon.
Chamberlain merkt op> dat do uitgaven
voor de burgerkamp en, welke na den vrede
zijn omgezet in inrichtingen die het volk in
staat stollen naar de haardsteden terug te
'keeren inrichtingen die twee honderd
duizend pond sterli'ng per jaar kosten ge
dragen worden door dta rijksregeoring en do
vrije gift vrij' aanzienlijk verhoogen. Sedert
de oprichting hebben do kampen meer dan
diie millioen pond sterling gekost en men
kan billijkerwijze niet tegenspreken dat ziji
bet middel zijn dat duizenden vrouwen en
kinderen in liet leven heeft gehouden.
Op Bolia's klacht dat de concentratie-kam
pen nog bestaan, antwoordt d'e minister dat
het met het oog op do uitgave allebn in liet
belang van de regeering zou zijn, ze op te
heffen, ze woidcn echter uit menscthlievend-
heid in stand' gehouden.
Chamberlain wijst op de aanzicnlijko be
dragen aan Transvaalsch gekl, welke gedu-
icudo den oorlog ten bclioevei van de repu
bliek naar Europa zijn overgemaakt. Do
Bntsche regeering weiischt zich niet te be
moeien met de uitgave van dit geld voor
zoover liet wettig is gebruikt, maar er is
zonder twijfel oen groot saldo over, d'at fei
telijk toekomt aan de Bn'tsclie regeenng als
opvolgster van de regeering der voormalige
ïcpubhek. De Britsclic regeering zou bereid
zijn dit bedrag te voegen bij' bet ondersteu
ningsfonds Minister Chamberlain spreekt
de verwachting uit, dat generaal Botha hem
zal helpen dp personen uit te vinden aan
wie dit gold was toevertrouwd en van Rezen
te verkrijgen ecu staat van uitgaven met 'b
saldo, aangezien de koloniale regeering zich
volkomen verantwoordelijk stolt voor liet
«ndcihuud van noodlijdende w^cn en voor
iet onderwijs.
(Chamberlain doelt hieibiji op d'e veelbe
sproken Transvaalsche milliooncn, Do „Pe
tit Bleu" deelt daaromtrent mede dat tijdens
den opmarscli van RoberU naar Johannes
burg en Pretoria verscheidene banken in
Transvaal, o. a. da „Nelherland's Banik"
haar goudvoorraad, ruim 5 a 6 millioen gul
den, naar Eurapo zond. Dit geld zou via Ko«
matipoort en Lourenjo-Marquoz verscheept
zijn op do boot die mevrouw Reitz, de eclit-
genoolo van den voonnaligen staatssecreta
ris, naar Europa bracht. Do Engelsclien be
schuldigen mevrouw Reitz van medeplich
tigheid' aan de 'kuiperijen van Kiuger en dr.
Leydte om de Transvamlbche staatsgelden te
redden en ten koslo daarvan de Boeren te
laten verhongeren.
Dat deze jiiigo-fantasieêii. allo zweem naar
waarhoid missen, is een voldongen feit.)
Ten slottci erkent de minister dat zeer vele
hoeven verwoest zijn, maar do verliezen zijn
grootelijks oveidreven.
Den 12en November antwoordde generaal
Botha dat tot Chamberlain's redo op 5 No
vember do generaals ctceds in do mecning
hebben verkeerd dat do gift van drie mil
lioen bestemd was voor gedeeltelijke schar
devergoeicling van in den oorlog geleden ver
liezen Zoo begieep ook lord Milner de zaak,
gelijk blijkt uit zijn telegram van 11 Juni.
Onder deze omstandigheden werd do oproep
uitgevaardigd.
Naar F. W. ROBINSON's roman
uit de Artisten wereld.
63)
„Ik weet het tegendeel," antwoordde liijl
met nadruk, zijjn eigen twijfel overwinnend.
„Van ongeneeslijk is bij u in 'b minst geen
sprake, want gij bemint d-zen, Rnskoff niet,
want gij! hebt een trouw en warm-licfhcb-
bend echtgenoot
„Ja, ja, boetpredicabi'es kunt gij tooh wel
afsteken," viol zij' droomerig in do rode,
„maai" gij' meent liet goed Eén gebrek liebt
gij echter en dat is dat gij een weinig tö
Voel weet, dokter Gravatt moet ik u
zeggen dat ik
„Noen, zeg mijl niets meer daarvan," viel
hij haar in de redo, „of niets waarover gij1 la-
tor berouw zoudt gevoelen. Gijl zijt dei wouw
van lord Kano, dat is alles wat i k heib in
acht te nemen en wat ik verzoek dat g iji in
.acht zult nemen."
„Als men zoo weinig achting ontmoet,
wordt men het in acht nemen ook moede,
dokter."
„D'aarin vergist'go u."
„Ik meen van nibb, doch laten wiji daar
over niet twisten. Zeg gij m ijl liever iets,
wilt igij 1"
„Wat zal ik u vertollen?" vroeg hij.
„Wat heeft Ruskoff u voor zijn vertrek
gezegd?"
„Dat kan ik n niet meodeelen," verklaar
de hij snel.
„Was hij erg meio-dram atisck Heoft liij,
do goden aangeroepen ten bewijze vau zijn
liefde Beweerde hij', dat liiji ui t genegenheid
Voor mijn gevoelens namelijk ook voor-
Met hetrekking tot Chamberlaiu's opmer
king dat de. gift van drie millioen ongeëven
aard is in do geschiedenis, zegt Botha d'at
alle omstandigheden ongeëvenaard waren
en de gift van drie millioen een van do voor
waarden was voor het neerleggen der wa
pens.
Botha verklaart niets to weten vair bedra
gen, als door Chamberlain bedoeld, die naar
Europa zouden rijn gezonden. Mochten ze er
zijn, dan zou bij met genoegen zien dat hot
geld op de aangegeven wijze word besteed.
Botba zegt verder to vreezen, dat ziju op
merking omtrent do concentratiekampen is
misverstaanzijn bedoeling was slechts te
wijzen op ben die, verlangend zijn de kam
pen te veriaten on over- voldoende middelen
beschikken.
Botha wenscht een strijd' te vermijden
welke pijnlijke herinneringen zou kunnen
verlevendigen; hiji erkent dat de rogeering
alle krachten inspant om zorg te dragen voor
liet oudcrwijp in do kampcu, maar zijn land-
gonooteu zijn van oordeel dat hun kinderen
de moedertaal niet moeten vergeten. Hij'ap
precieert ook wat do regeering doet voor de
weczen maar liij maakt bezwaar tegen groo
te weeshuizen. Do weczen moeten zooveel
mogelijk vord'en opgevoed door hun naaste»
verwanten.
Botha wijst et' op dat Chamberlain vor
koord is ingelicht omtrent do hulp der Boe
ren, verleend door hun buitenlandsche
vrienden („foreign sympathisers") en hand
haaft zijn verklaringen omtrent de verwoes
ting door den oorlog teweeggebracht.
In oen schrijven van 15 November aan
generaal Botha zegt Chamberlain dien
wenseh om vorderen strijd' te vermijden, te
apprcciceron. Hij» spreekt den wensch nit
dat» zijn bezoek aan Zuid-Afrïka zal leiden
tot herstel van vrede en voorspoed in de
landen die door den oorlog hebben geleden.
In een schrijven van 18 November ver
klaart Botha te deolen in den wenseh dat
Chamberlain's bezoek zal lelden tot herstel
van vrede en voorspoed ijl liet verwoeste
land.
Generaal Ben Vil joon (van wicn de „Pe
tit. Bleu" thans ten stelligste ontkent da»t
hij zich voor do expeditie in Somaliland
heeft aangeboden), richt in de „Standard"
een oproep tot het Engclscha volk om gelde-
lijkcn steun voor dëgenon onder de Boeren,
welke in den oorlog zoodanig verminkt zijn,
dit zij niet meer iu staat zijn in hun levens
onderhoud te voorzien. De generaal heeft ge
wacht totdat do inzameling voor het fonds
van Botha, Do Wet en Do la Ecy gesloten
is, ten oinda door zijn oproep geen nadeeli-
geu invloed uitte oefenen op liot toevloeien
van bijdiagen voor dit fonds.
Onder do arbeiders aan den Witwators-
and is een beweging ontstaan voor verkor
ting van den werkdag van tien tot negen
Uur. De timmerlieden in de mijnen hebben
eeds don eisch van verkorting van den
werkdag gesteld on men verwacht dat ande
re groepen van werklieden spoedig zullen
volgon.
De Boeven-commandant Pienaar wilde in
Coinibra, Portugal, een lering liouden over
den Zul d-Af rik aan sell e n oorlog. Hot hoofd
der gemeente verbood echter doze vergade
ring, omdat liijl een anti-Engelscho demon
stratie» wilde vermijden, vooral nu, waar de
Portugeeschc koning d'e gast is van koning
Edward.
Gemengde bSeiïedeeltngem»
de zijne! do vlucht heeft genomen als
een lafaard?"
„Hij i's vertrokken, lady Kane, om geen
voedsel to geven aan verdere verdachtmakin
gen en dat was, zooals wij beiden reeds daar
straks hebben uitgemaakt, oen. verstandige
zet."
„Hebben wijl dat uitgemaakt? Ik herin
ner het ma niet," mom pelde Nin op onver
schilligen toon.
Dokter Gravatt wist wat hij weten wilde
en achtte het onderhoud afgeloopen. Hij
stond op. Zij hief de oogen op, zij wist ook,
dat hij, op liet puut stond afscheid' te ne
men. Ziji zag hem niet aan. Haar blilk weid
de in 't verre verschiet. Zelfs toen hij met
mgestrekte rechterhand op haar toetrad,
verroerde zij geen lid.
„Ik wenseh u een rustigen nacht, lady
Kano1"
„Gaat gijl weg? Goeden nacht, dokter."
'Zonder hem aan to zien, legde rij do kou
de, verstijfde hand in do zijne. Behoedzaam
ging hij naar do deur en sloot haar zoo ge-
rulschloos achter zich alsof hij haar slapend
waande en stoornis wildo vermijden.
Zij sliep niet, maar mijmerde. Woeste ge
dachten-vlagen en droomgestalten doorkruis
ten haai- brein, schijnbaar zoo in vreedzame
rust. Zij' schiep zich een wereld van lucht-
kastcclen, hoe het had kunnen rijn wanneer
zijl lord' Kane's vrouw niet was geworden,
a's zij zich niet had laten verlokken door
titel, diamanten en rijkdom, als zij niet be
drogen en belogen was door die rampzalige
Kitty, die liaaa- bestwil vooistond en haar
en zichzelf zoo betreurenswaardig had ont
goocheld. Als rij slechts toenmaals oen wei
nig meer geduld had bezeten, één oogenblik
had gewacht, hoe zalig had zij thans kun
nen zijii in de vdlle kracht van haar
jeugd, i'n waar, wam liefd'es-geluk.
Nm droomde vendor en vond afleiding cm
lust in de droombeelden van een nooit te
hereiken gcluks-idcaal. Zo was zoo in haar
meditatie verdiept, d'at zij de deur niet hoor
de opengaan, waardoor haar man binnen
trad.
XXXIV.
Hans bleef een oogenblik op den drempel
staan, toen slenterde liij, met zijn slepenlen
gang naar binnen, dien liij zich eerst finds
kort 'had aangewend. Zijn hoofd stak diep
m do schouders en de handen zoo diep mo
gelijk in de zakken. Uit zijn gelaatstrekken
sprak in plaats van de vroegere onbedui
dendheM, misnoegen in sterke male. Nin
keek hem uitvorscheud1, onderzoekend aan
en bijl sloeg zijn viscli-oogen lieer voor dien
blik.
„Heb jo den weg naar Eastbourne toch
kunnen terugvinden V vroeg zij toen hij na
derbij trad.
„O, wat dat aangaat," bromde hij onaan
genaam lachend, „zoo ver was ik niet van
hier verwijderd."
„Wat beduidt dat?" riep Nin, zich ih
haar stool omwendend.
„Juist wat ik gezegd heb 1"
Daarbij! plofte bij als een zoutzak in een
leuningstoel! neer on staarde liaar sleeht-gc-
humourd aan. Zijn gemoedstoestand was
nieuw en haar geheel vreemd. Hij wekte
echter noch haar nieuwsgierigheid noch
haar deelneming op.
„Ben jo dan doorloopend hier geweest!
vroeg zij langzaam.
„ti <1.
„In Eastbouniö dus je hebt schuil
hoekje gespeeld?"
„Je moogt het noemen, zooals j© wilt,
bromde liij, „Het is mij' hetzelfde, niets kan
mij tegenwoordig meer schelen.. Ik zeide je
Engeland.
Bij! de aankomst van keizer Wilhelm te
Dalmony voor het. dejeuner bij lord Rose-
bery is oen ongeluk afgewend dat
ernstige gevolgen had kunnen hebben. Do
keizer was met zijn gastheer juist gestapt in
con a, la daumont bespannen rijtuig, toen de
paarden verschrikten dooi- de eerbewijzen
van de eerewaehb en dreigden op hol te
alaan onder do dichte menigte. Generaal Ar
chibald Hunter, liet gevaar ziende, greep de
dieren bij de»n teugel en braebt zo op den
weg terug. Zonder verder ongeval werd toen
Dalmony Hall bereikt.
De bladen wijden artikelen aan 't bezoek
van den keizer en zien er nogmaals de beste
resultaten in wat betreft do goede verdand-
koudi'ng der beide rijken.
Het Reuber-agonlscliap verneemt uit de
beste bron, dat de Duitscbo keizer zicli over
de» Engelsclien in bewoordingen van hooge
tevredenheid heeft uitgelaten. Niot alleen
heeft hem het samenzijn mot konitig Ed
ward, voor wien hij de warmste vriendschap
govoelt, groot genoegen bereid, maar ook de
vriendelijkheid, waarmede het Engelsche
volk hem lieeft behandeld van bet oogen
blik van aan wal stapjiem af. D'e keizer nam
bij bet afscheid d'o aangenaamste herinne
ringen mode.
Lord Tennyson (zoon van den groot on
dichter Alfml Tennyson) is benoemd tot
gouverneur-generaal van liet Australisch ge-
mecnebesU, op zijn verzoek slechts voor écn
jaar.
Kolonel Swayne, wiens colonne in Somali
land onlangs da bakende dcba.c.1© had is te
Londen teruggekeerd. Swayna moet het bed
houden en is zwaar zitek.
dat do onlusten m Marokko wel geëindigd
schijnen te zijn, maai* er zijn toch maatrege
len genomen voor eventueelo bescherming
der Franschen.
Aan het eind van do zitting van den Se
naat diende de afgevaardigde Lazi'es een
voorstel in tot afkondiging van amnestie
voor stakings-delicten.
Minister Trouiillot merkte op dat van am
nestie geen sprake kan zijn zoolang do sta
king nog voortduurt. Met zijn goedvinden
werd met 371 tegen 175 stemmen besloten
het voorstel naar oen commissie t»e verzeil
den.
Na lange besprekingen hebben de mijn-
maatschappijen to Saint-Etieiine do arbitra
ge-overeenkomst met de werklieden onder
teekend.
Rusland.
Volgens de „Indépendance" neemt de on
gerustheid aangaande do gezondheid1 van de
czarina toe. Do Russische doktoren moeten
hebben aangeraden, vreemde genoesheeren,
specialiteiten in zenuwziekten to raadplegen.
De minister van financiën Witte is te Pe
tersburg uit Livadia teruggekeerd en heeft
onmiddellijk do werkzaamheden aan rijn
ministerie hervat. Hiermede» acht men het
gerucht van het ontslag van dezen ambte
naar voldoende tegengesproken.
Saksen.
De kroonprins Friedrich August, heeft op
do jacht zijn heen gebroken. De toestand
van don prins is bevredigend.
Peru.
Uit Lima wordt geseind dat ook een minïs-
terieele crisis heeft plaats gehad.
F r a n k r ij k.
Delcassó verklaarde in den ministerraad
dat ik je uit den weg zou gaan zoolang deze
Ruskoff om jo hoen draaide en dat heb ik
gedaan. Nu lnj weg is, beu ik er weer de
zaak is liccl eenvoudig."
„Waar lieb jo je dan verstopt?"
„Aan het andere omdo van dit nest, in
de Pevensey-straat," antwoordde hij.
„Blijkbaar is de afwisseling je wel beko
men," merkte Nin spottend op.
„Het was vervloekt vervelend, maar ik
heb mijtl woord gestand gedaan."
„Waarlijk? Die mannioedigheid van ka
rakter zou ik jo niet hebben toegedacht!"
„Och, ik kan zeer standvastig zijn oneven
eigenzinnig als andero menscken."
„Dat is nu juist geen lofwaardige eigen
schap."
Hans had de handen om zijn opgetrokken
rechterbeen gevouwen en keek naar den
grond. Nin leunde achterover in haar stoel
cn sloeg hem gade» als een natuurwonder.
Het was geen veelbelovend weerzien na do
echtelijke teleurstelling.
„D'us je hebt er geen voordeel bij gehad,
Hans!" zei ze eindelijk op zacliten toon,
wier gedwongenheid slechts lord Kano niet
kon begrijpen. „Ik was zeer veel in de bui
tenlucht en heb mijt niot te beklagen^ over
gebrek aan gezelschap. Een gcheele schaar
oude en nieuwe kennissen, daaronder, zoo
als jo weet, ottalijtke oude vlammen, heeft
gewedijverd de verlaten, onbestorven wedu
we te troosten!"
„Ik neem gaarne aan dat jij' je geamu
seerd bobt."
„GeamuseerdO ja, kostelijk, in een rol
stoel, mot bittere medicijnen cn dokters."
„Hoe gaat bet eigenlijk met je?" vroeg
lord Kane brommerig.
„Niet beter," antwoordde zij.
„Zoo? Ik hoorde altijd dat je goed voor
uit gingt,"
Pro-lfoer-tcnloonstelllng.
In tegenwoordigheid van een aanzienlijk
aantal genoodigde werd heden in het stede
lijk museum te Amsterdam de Tentooustel-
ling geopend van db Ilaagsche Pro-Boer-ver-
eenigiiig. Zij bevat ongeveer 1200 kunstvoor
werpen.
liet Amstcrdamselio comité voor deze in
ternationale kunstverloting vraagt voor deze
gen aardige- en merkwaardige expositie bij
zondere aandacht. En met recht. De hier ten
toongestelde doeken, panecle aquarelle en
beeldhouwwerken to-eh zijh do keur uit de
gehecle collectie cn rijn in ecu twaalftal za
len zoo uitnemend geordend en gerangschikt,
dat alles volkomen tot zijn recht cn op 't
voordeeligst uitkomt.
Prof. Six 'hield een toespraak, waarin hij
nog eens herinnerde dat in do Boeren-oorlog
„Hoorde je dat van dokter Gravatt?"
„Dien heb ik sinds dien tijd riet gerien."
„Jo hebt hem toch Verzocht om naar
Eastbourne te komen
„Ja, ik schreef liem dat hij moest komen."
„Houd jo hem dan voor een wonderdok
ter, die dooden opwekt?"
„Hiji is een verstandig geneesheer en wan
neer hij je nifet kan helpen, d'an is geen en
kel collega daartoe in staat."
„liet verheugt mij, dait je in niemand dan
iu hem vertrouwen stolt. Wat mij aangaat-,
ben ik liever ziefk dan aan hem mijn gene
zing te danken te hebben."
„Waarom?" vroeg Hans zeer verwonderd.
„Omdat hij zioli gedraagt als een spion
van jou!" riep Nin opgewonden. „Hiji is
slechts hier om alles na te snuffelen, züch te
mengen in de zaken van een ander. Ik ben
er zeker van."
„Dan doet bij het op eigen gelegenheid."
verklaarde lord Kane. „Ik gaf liem geen
machtiging daartoe eu hij' zal ze ook nooit
krijgen."
„Hoe wist jij; dat Ruskoff vertrokken is
„Dat is je tocli zeker onverschillig."
„Wie vertelde heb je?" vroeg Nin op ge-
bi eden den toon.
„Welnu het was mijn neef Marking-
liam."
„Die man
,,'IIij behoort tot onze familie en is er ze»er
aan gehecht," antwoordde Hans. „Het is
hem even als mij een gruwel, wanneer jou
naam met dien van Ruskoff in één adem
genoemd wordt. Hij iis daarom even ver
heugd als ik dat de kerel de plaat gepoetst
heeft. Do geschiedenis nam ook een al te
bedenkelijke wending!"
(Wordt vervolgd.)'