Praatjes ow TO,lciieMg latT"
Kunst en Wetenschap.
a o r k e ii >S c li o o 1.
Staten-Generaal.
Ingezonden Mededeelingen.
Men verlieze nimmer den moed.
A L L R LEI."""
mej. M. Oostveen, te Rotterdam, en de heer
G. Ostendorf, te Amsterdam.
Bureau voor HandeMnrlehtlngen.
Directeuren tier Ned. Maatschappij ter be
vordering van Nijverheid hebben zich met
een advies tot den Minister van Waterstaat
gewend, waarin zij er op w'^zen dat van de
f 4000 aan j mrlijksehe bijdragen, welke moes
ten zyn toegezegd om met de verwezenlij
king der plannen te beginnen, nu f 3000
bijeen is.
De Maatschappij en ook andere inschrijvers
hebben echter als voorwaarde gesteld, dat
bet geheele bedrag vóór 31 December e v.
moet zijn volteekend, daar zij anders hunne
inschrijvingen intrekken.
In dezen stand der zaak zouden directeuren
het zeer op prijs stellen, indien door den
Minister nog vóór het einde van dit jaar een
beslissing kon worden genompn over de rich
ting waarin hij haar gestuurd wenscht te zien.
Mocht 't voornemen zijn een bureau voor
handels-inrichtingen van staatswege op te
lichten, dan zou de Maatschappij hiervan
dankbaar nota nemen en zich gelukkig achten
tot de erkenning van do noodzakelijkheid
eener dergelijke instelling te hebben mede
gewerkt, In het andere geval, dat ook de
minister er de voorkeur aan geeft om dit
terrein door particuliere krachten te doen
ontginnen, zouden directeuren gaarne intijds
vernemen of zij nog op den steun der regee
ring zouden kuunen rekenen, aangezien liet
anders hoogst waarschijnlijk zou zijn, dat alle
aan de voorbereiding dezer zaak bestede
moeiten en kosten voor niet zoude nzijn ge
maakt.
Jnbilenm van rle „Heraut''.
Dr. Kuyper, minister van binnenlandsche
zaken schlijft het volgende in het nummer
van de tleraut" van gisteravond:
sMet de verschijning van dit nummer heeft
de jHeraut-' vijf en twintig jaar bestaan.Er
bestond geen aanleiding om van dit jubileum
een feestviering te maken, zelfs niet om een
feestnummer te doen verschijnen. iTot anderen
werkkring eet oepen, moest ik mij in de laatste
maanden in hoofdzaak bepalen tot de rubriek
der meditatiën.
Toch is het mij behoefte, mijn dank uit
te spreken, dat het mij, korte weken vau
ziekte in 1894 uitgezonderd, vergund werd
deze vijf en twintig jaien eiken Zondagen-
afgebroken, over de heiligste dingen mijn
gewaarwordingen en denkbeelden ten beste
te geven mijn dank voor den invloed dien
de nHeiaut" deze vijf-en-tvvintig jaar op het
godsdienstig en kerkelijk leven mocht hebben
en mijn dank uiet mmder aan den breeden
kring van mijn getrouwe lezers, die mij dit
vierde eener eeuw door hun warme belang
stelling in mijn arbeid steunden."
OVERSCHIE, 6 December, Bjj Kon. besluit
is ,1e lieer P. N. Hoogerbrugge alhier be
noemd tot hoogheemraad van het hoogheem
raadschap van Schieland,
Naar aanlerditg van de slechte berichten
aangaande de Ned. Opeia verneemt de
uTelegraaf", dat het in Sept. geleden verlies
f'13,000 bedraagt. Dit is te meer te bejam
meren, omdat de maanden October en
November zeer gunstig waren en een winst
van f 6000 opleveiden, zoodat zonder de in
September, tengevolge varr de koristenstaking
ondervonden tegenspoeden, de Nederl. Opera
er nu zoo gunstig voor zoude staan, als in
geen jaren het geval was.
Intusschen verkeert de heer Van der Lin
den door het tekort over de maand September
in ongelegenheid.
De solisten hebben geen honorarium over
de laatste weken ontvangen. De heer Van
der Linden vroeg hun, geduld te hebben er
op wijzende, dat de eerste helft van Decem
ber gewoonlijk slecht maar daarentegen de
tweede helft van deze maand zeer voordeelig
voor de Nederl. Opera is.
De solisten rmmen daarmede echter geen
genoegen en thans hebben 23 van de 25
dames en heeren den beer Van der Linden
bij deurwaardersexploit gesommeerd, Iiud het
achterstallige honorarium tot een totaal be
drag van f3832 te voldoen. Mocht de lieer
Van der Linden in gebieke blijven, dan zoude
de Opera in staat tan faillissement verklaard
worden,
Wij willen hier nog aan toevoegen, zegt
genoemd blad, dat koristen, orkest en tech
nisch personeel mets van de directie der
Nederl. Opera te vorderen hebben.
Door den Nationalen Bond voor Vreem
delingenverkeer in Nederland zal een eigen
orgaan worden uitgegeven, waarvan het eer
ste nummer vermoedelijk 1 Februari bij den
uitgever den lieer Buldert te Am-terdam zal
verschijnen. Het zal epn maandblad zijn in
het model van het talschrift Eigen Haard"
op fraai papier gedrukt en keurig uitgevoeid.
Diverse plaatsen, waar da Hond afdeelingen
heeft, zullen daarin worden beschreven, ter
wijl de tekst van vele illustraties voorzien
zal zijn.
Thans zijn 39 vereenigingen als afdeelingen
tot den bond toegetreden en zal het blad
onder de plm. 10.000 leden van die afdee
lingen worden verspreid.
De- voorzitter van den Bond de heer P.
De Graaff te Groningen heeft zich voorloopig
bereid verklaard de ledactie van het blad
op zich te nemen.
Op 15 Dec. viert de dan juist 70-jarige
Reuter-vertolker Junkeimann zijn 50jarig
tooneel-jubilee. Hij speelt dien dag sOnkel
BraMg" te Stuttgart.
N'ed. Herv. Kerk.
Beroepen te Mijt sheerenland (toez.)
ds. M. Jorigebreur te jaarsveldta Elburg
ds. W. R. Kalshoven-te Elspeet; te Ter
Aa (bij Nieuwersluis) de heer E. Warmolte,
cand. te Hilversum te Eierland (Texel)
de heer K. P, Daltema, cand. te Rotterdam,
Hoogeu Onderwijs.
Utrecht. Bevorderd tot artsde heer C.
v. Schothotst, tot tandarts de heer Th. C.
van der Voort.
EERSTE KAMER.
Zitting van Zr ij dag 5 Dto,
Vervolg.)
De lieer SOHOLTEN betreurde liet, dat
vrouwen uitgesloten zijn van liot iiumaab-
sdmp van den Beroepsraad.
Do MIN. VAN JUSTITIE betoogde dat,
bestoud er admitaistratieverrechtspraak, vee
bezwaren, die d'e Ecg. thans bij1 de regeling
ontmoette, zich niet zouden hebben voorge
daan. Wat betreft do samenstelling der be
roepsnoden, voor deze gold niet. tiet grondbe
ginsel dab bij) den céntralen raad gold, dio
nl. eenheid van rechtspraak moet waarbor
gen. De bedoeling was, bij dc bedoepsraden,
dat heb volk zelf de regeling zal medeleven,
een volksmcdoworking dib opvoedend werkt
en van gewichtige beteekenis is in steats-
rechtelijkeu zin.
Het is niet de bedoeling loeken to stellen
tegenover juristen. Wat de vrije bewijstheo
rie aangaat, 't gaat hier niet om 't mijn en
dijn, maar over de vraag of de Rijles-verze
keringsbank bij hare beslissingen heeft ge
handeld naar do voorschriften der ongoval-
leneb en of die beslissingen juist waren.
Do regeering zal', ten aanzien van do be
zoldiging dei- voorzitters,, de rijiksbeurs
eenigszins ruim openstellen, daar ook dc
Minister voortreffelijke mannen wenscht.
Vrouwen zijn niet in da raden opgenomen
omdat dat een gevaarlijke proef zou zijn bij
de reeds vele moeilijkheden «au de regeling
verbonden. Aan den. wenscih naar splitsing
van d'en central en raad is thans geen gevolg
te geven.
De MIN. VAN BINNENL. ZAKEN be
toogt, dat hetgeen den werkman krachtens
do Ongevallenwet wordt toegekend, geens
zins het karakter van bedeeling draagt. Ge-
heel het ontwerp gaat uit van het beginsel
dat het risico aan bet bedrijf verbonden,
komt voor rekening van den ondernemer
van het bedrijf.
Een raad van beroep voor elke provincie
acht de Minister volstrekt niet to veel, hiji
zou eerder voor inkrimping van den 'kring
zijn.
Spr. doet uitkomen, dat are. 52 der On
gevallenwet den staat het recht geeft voor
de ongevallenverzekering eigen risico te dra
gen zelfs met vrijstelling van heb stellen van
onderpand en nu is het niet vreemd, dat er
departementen zijn die van dilb recht ge
bruik maken.
Voor do invoering van de Ongevallenwet
op 1 Februari e.k. staat niets in den weg;
de noodage maatregelen van bestuur zullen
binnen enkele d'agen afgekondigd worden.
Zeker zal gewacht moeten worden met de
invoering totdat alle aanvragen bij) de Ko
ningin gedaan, zullen zijn onderzocht. De
vereenigingen en werkgevers zullen zich in
middels biji de Rijksverzekeringsbank, kun
nen doen inschrijiven.
Wat de samenstelling der Raden, van Be
roep betreft, is hier dezelfde waag gedaan
als in de Tweede Kamer, of genoeg samen
werking zal zijn te verkrijgen.
Al deze bezwaren gelooft de Regeering
ondervangen door haar kaarcenstedsel1, in
bijzonderheden te regelen dbor een algemeen-
non maatregel van bestuur.
Deze algemeens maatregel is nu volledig
ontworpen en reeds van den Raad van Sta
te teruggekomen.
Niet alleen zullen de Raden van Beroep
reeds in heb eerste jaar na de invoering van
de beroepswet dn werking kunnen treden,
maar de Regeering ds overtuigd, dat de wij
ze van •benoeming in de praotijk niet op
groot© bezwaren zal' stuiten.
Nadat de keer TER LA-AN nog even het
woord gevoerd en do MINISTER geant
woord had, werden de al'geoneene beraadsla
gingen gesloten en de web zonder hoofdelij
ke stemming aangenomen.
Hierop weid de vergadering gesloten,
De VOORZITTER deelde mede, het
voornemen te hebben, de Kamer tegen 29
dezer des middags te half 2 weder bijeen te
roepen.
Een en ander over de verpleging van ons vee
en tcat daarmede samenhangt.
Vervolg.)
Hoe moeten nu bodem, wand'en en saldo-
ring van den stal rijto.
Voortdurend wordit do bodem verontrei
nigd door de uitwerpselen.' der dieren. Daar
ze niet meewerken de stallucht aangenamer
en geschikter voor de inademing bet maken,
is heb gewensclib, ze zoo spoedig en gemak
kelijk mogelijk te kunnen verwijderen. On
doenlijk is heb echter den dbor de dieren ge-
maakten mest dadelijk na het uitwerpen te
verwijderen; men dient dit dus op geregel
de tijden te doen.
Met de urine is dit anders. Zorgt men,
dat die geregeld weg kan vloeden door het
achtergedeelte der stelling wat te laten hel
len naar grup of achtergang, dan is ze wel
niet uit den stal verwijderd, maar de dieren
staan er nifet in. Ruimt men nu 3 of 4 maal
per dag den mest uit, dan kan die met de
in grup of achtergang staande urine ver
mengd! en gelijktijdig verwijderd: worden.
Met het oog op dit vermengen verdient het
zelfs aanbeveling de urine te laten staan.
Om het uitschuiven van den mest te verge
makkelijken, laat men den achtergang naar
het mestgat hellen. Dient evenwel de ach
tergang niet tevens tot rnestgang, zoo is het
voldoende den bodem der 'grup hellend te
maken. Omtrent de krilling der stalling mer
ken we op, dat die niet té sterk moet rijn,
daar de dieren dan niet gemakkelijk staan.
De in de urine aanwezige stoffen gaan,
bij een niet te lagen warmtegraad in den
stal, spoedig tot ontbinding (verrotting)
over en daarbij -ontwikkelen zidh gassen,die
zeer schadelijk voor de dieren kunnen wor
den. Vooral dn stallen, waar de dieren veel
krachtvoer ontvangen, zal d'e invloed van
die gassen zich. doen gevoelen.
Van het •grootste belang zal het dus zijn,
dat al' die doelen van den .bodem, welko met
meststoffen in aanraking komen, zoo wei
nig mogelijk van die stoffen kunnen, opzui
gen. Wat door den. bodem opgenomen wordt
kan niet verwijderd' worden ear kan derhalve
schadelijk worden. Zorgt dus, dat de stal-
vloer ondoorlatend' is. De grup of de achter
gang en het achtergedeele dor stalling late
men cementen.
Is het noodig het achtergedeelte der stal
ling met planken te beleggen? Naar onze
mecnihg ds dit onnood%. Was het hout al
tijd droog, dan zou men met grond kunnen
aanvoeren, dab d'e dieren warmer liggen
doch daar het hout vooral in spoeling-
stallen altijd' door eu door vochtig is,
achten wij het onnood'igo kosten. Dat d!e
dieren op cement staande stijf worden,
wordt veel beweerd!, maar niet door de er
varing bevestigd. Bovendien staan de die
ren op cement vaster, glijden minder uit
dan op vochtig hout.
Trachten we zooveel doenlijk zindelijkheid
althans zuiverheid achter de dieren tot haar
recht te doen koonen, vóór d!a dieren h rij'
gebiedend' noodzakelijk. Boes en goten moe
ten ondoorlatend zijn en steeds schoon ge
houden worden. Resten van heb voeder ver
zuren zeer spoedig en geven aan het nieuwe
voeder een onfrisschen bijsmaak, die nad.ee-
lig werkt op den eetlust d'er dieren. Het is
al erg genoeg, vooral bij' het heerschen van
besmettelijke veeziekten, dab al de dieren
van hetzelfde bord, zullen we maar zeggen,
lnm voedsel opnemen, doch laten we dan
voor 't minst op do boes alle onzindelijkheid
weren. 'Het is bij1 het groot aantal dieren,
dat we in onze stallen te verzorgen hebben
een onbegonnen werk ze afzonderlijk te voe
deren, zooals elders regel is; maar de zin
delijkheid' te betrachten is geen overdreven
eisch. Boesen goten moeten van verglaas
de tegels zijn, die rijn zuiver en gemakkclijic
schoon te 'honden.
De muren behoeven niet ondoorlatend te
zijn. Terwiïle der luchtverversching is het
zelfs goed' de muren alleen te voegen. Toch
riet men in sommige nieuwe spoelingstallen
de muren geheel gecement om heb opnemen
van het vele vocht in de muren te voorko
men. Geregeld loopt het water langs die mu
ren af. 'Zulke muren zijn voor de luchtver
versohing zonder waarde. In die stallen,
waar de achtergang tevens mestgang is, rs,
om het optrekken der urine in de muren te
beletten, het nuttig, den muur M. hoog te
cementenhoogerop blijve da muur echter
onbekleed'.
Aan d'o einden d'er stalling verdient het
aanbeveling, dén muur 1.25 M. hoog te be-
Mampen. Staan of liggen de dieren, tegen
den steenen buitenmuur, dan ia dlit te koud.
Laat men tusschen 'het houten schub en den
muur een paar cM, ruimte, zoo is dit nog be
ter; én in heb belang van het hout én om
dat de muur dan doorlatend blijft.
De raanen moeten achter d'e dieren wor
den aangebracht, dus in de lengtemuren.
Het licht valt de dieren dan niet in de
oogen. Liefst plaatse men d'e ramen zoo
hoog ongeveer op een hoogte van 1,5 M,
dat 'het naar buitenziem door de dieren
belet wordtdit is bevorderlijk aan de rust
in den stal. Is dbor het inbouwen van een
stal d'e plaatsing d'er ramen achter do die
ren nilet mogdijfc, dan plaatse men do ra
men toch zóó, dat hot licht de dieren niet
m de oogen valt.
Heb aanbal en d'e grootte der ramen is af
hankelijk van den aard' van dén stal. Melk
vee dient heel1 wat meer licht te hébben dan
meatvee. Over 'heb algemeen zijn onze stal
len echter te donker.
•Het doelmatigst komt het ons voor, in el-
ken stal 5 deuren (elk bestaande uit een on
der- en bovendeur) te hebbenéén om op de
boes te komen en. één deur aan elk eind' van
de achtergangen. In 'korten tijd kan men
dan den stal doen ontruimen, als dit noodig
mocht rijn en de 4 gangdeuren kunnen bij
dé luchtververeching goeden diénst doen.
Men is dan altijd in staat „van den wind af"
te luchten.
De zolder moot van bont rijn en op de
plaatsen, waar de staïlampen worden gehan
gen, behoorlijk van ijzeren schermpjes voor
zien rijn. Het nut van zulk© schermpjes aan
te toonen is overbodig, vooral als men be
denkt, dat db sballaanp gewoonlijk slechts 1
of 2 voet van. don zolder af is. Alleen m
spoelingstallen schijnt die voorzorgsmaatre
gel overbodig, omd'at de zolderingen daar
gewoonlijk sliknat rijn. Toch rijn de kosten
eraan verbonden, te gering om. d© mogelijk
heid van brandgevaar niet te voorkomen,
In het voorgaand' artikel zeiden, we in do
derde plaats te willen letten op de wijze,
waarop de stallucht kan verversóht on de
stalwarmte kan geregeld worden.
Wij rijn niet gewoon onze stallen te ver
warmen. De verwarming der stalruimt© la
ten we over aan onze gestalde dieren en rij
doen dit onwillekeurig. Elk dier bezit een
vrij. standvastige lichaamswarmte. Deze
warmtegraad' is, behoudens enkele uitzonde
ringen, hooger dan db warmtegraad der ons
omringende lucht. Nu weten we bij' erva
ring, dat wanneer twee lichamen, die in
warmte verschillen, met elkander in aanra
king komen, het lichaam dat de meeste
warmte heeft van d'ie warmte aan
het minder warme lichaam afstaat
en dat dit zioolang voortgaat tot hei
de lichamen even warm rijn. Men noemt dit
warmteverlies dbor geleiding. Ligt een
rund tegen een koudien buitenmuur, dan zal'
hot door geleiding warmte verliezen en naar
mate de muur kouder üs, zal het warmtever
lies grooter rijn.
Maar behalve door gel eiding Verliest
een dier ook door uitstraling warmte.
Naderen we een warm voorwerp, dkn voe
len we de warmte reeds op ©enigen afstand'.
Döor geleiding kan dio meodböling van
warmte niet plaats hebben, want aanraking,
middellijk of onmiddellijk bestaat niet. Toch
verliest heb lichaam warmte en wel door uit
straling, zooale men dit noemt. Hoe grooter
nu het verschil' in. warmtegraad is tusschen
het warm teverliozcnd'o lichaam en do hot om
ringende voorworpen, hoe grooter heb warm
teverlies door uitstraling is. Staan nu in een
stall de dieren dicht opéén, dan zal 't warm
teverlies door uitstraling vtriji gering wezen.
Alleen db aan den muur staande dieren, ook
•al raken rij' den muur niet aan, verliezen aan
de muurrijd© eenige warmte door uitstra
ling.
Plaatst men een jagende d. i. een snel
ademende1 koe in denzedfden stal, dus bij
gelijke stalwarmte op een plaats, waar een
paar stallfngon open zijn, dan zal in de
meeste gevallen hot jagen ophouden; niet
omdat 'het diaar miuder warm is, maar om-
dab zij door uitstraling meer warmte kan
verliezen. In schaapskooien kan men ---o ja
gen zelfs waarnemen bij, een betrekkelijk
geringe stalwarmte, db dieren staan dan te
dicht opéén en kunnen dbor uitstraling
geen warmte genoeg verliezen en nu trach
ten rij' door sneller uitademing hun benau
wend gevoel te verminderen.
Zoowel' door geleiding als uitstraling ver
liezen do dieren de warmt© en verb oogen, op
die wijze de stalwarmte, diis do warmte dor
iu den stal aanwezigs lucht ©n voorwerpen
en de stal wanden.
Do dieren verliezen echter nog op een dor
de wijk© warmte, nl. door verdamping.
In een wanne omgeving is do huid van ©Ik
dier vochtig en scheidt voortdurend! hij
zweeten zelfs in zeer sterk© mate vocht
af. Dit vocht gaat in damp overd'ooh. dc
daarvoor benoodigdo warmte wordt aan het
lichaam onttrokken. In db uitgeademde
lucht is ook oen grooto hoeveelheid water
damp aanwezig. Ook voor die waterdamp-
vorming was warmt© noodig. Het verlies
van warmt© is bij' sterk zweeten zelfs groot,
dit weten wij hij ondervinding.Wie bij' groo-
te zomerwarmte tob zweeten komt, gevoelt
zich aanmerkelijk: frisscher.
Door db uitademing eu db huiduitwase
ming verliest het dier dus niet alleen warm
te, maar maakt d'e stallucht vochtiger. Deze
vochtigheidstoestand der lucht is ook van
beteekenis. Immers hoe droger db lucht is,
hoe sterker de uitwanaming zal kunnen rijn,
dus hoe meer water er aan het dierlijk li
chaam wordt onttrokken. Vochtige lucht
voorkomt derhalve waterVerlies en daardoor
ook warmteverlies.
Het diea* verliest voortdurend' warmte ©n
toch blijft zijn 'libhaamswarmte ongeveer op
diezelfde hoogte. Htb dier berit dus het ver
mogen, het warmteverlies steeds aan te vul
len. Hoe dit plaats heeft, d'aarover een vol
genden keer.
80 cent per regel»
Als men op een gevorderden leeftijd go-
komen is, begint men van. lieverlede allerlei
soort ongemakken to gevoelen; wanneer
men echter maar den moed heeft hot hoofd
opgebeurd to honden en met 'kracht zich to
gen die ongemakken verzet, dan behoeft
men. zich nog volstrekt niet beangst te ma
ken over zijn toekomst. Wij' geven hierna
een voorbeeld van juffrouw Teunissen, wier
man heit beroep uitoefent van koperslager,
Bleokstraab C 110, te Velp, pro vinei© Gel
derland.
Onze verslaggever had van ons last beko
men na een ontvangen schrijven van den
•heer Teunissen, er zi'ch heen te begeven, en
al vi-agende ontmoette hij toevalligerwijs bo
vengenoemd' persoon, 't Is wel toevallig, zoo
ging onze verslaggever voort, juist den per
soon te ontmoeten dien ik bezoeken moest,
en na eenige uitlegging zaid© da heer Teu
nissen. Welnu, ik ga met U, naar mijn huis
teruig en zal U van al'les op de hoogte stellen
hoe 'b met mijn vrouw gegaan is, zooals U
ziet, zijn wijl geen jonge menschen meer. En
al wandelende kwamen wij aan de kopersla
gerij waar zijn vrouw ons open deed.
•Hilar vrouw, stel i'k je voor den Heer die
eenige nadere inlichtingen wenscht to weten
omtrent je vroegere lijden. Welnu, zoo ving
zij aan, dfe hoofdzaak van mijn lijden was
een algemecne uitputting van heb zenuwstel
sel, sedert 5 jaren was i'k landerig in mijn
gevoel en het kwaad verergerd© van dag tob
dag ten gevolg© van een nierziekte. Hoewel
do eetlust vrij wed' was, verteerd© i'k de spijL
zen moeilijk. Steeds had ik maagkrampen,
duizeligheden, oorsuizingen en klaagde
steeds over koud'e voetenhet werd zelfs zoo
erg dat ik begon te wanhopen en mijn. oinde
voelde naderen. Gelukkigerwijs las mijn
mam in de „Amhemsche Courant" db gene
zing Van een vrouw die ongeveer in Aenzelf-
den toestand' verkeerde als ik, cn dio genei-
zing was verkregen 'geworden door het ge
bruik der Pink Pillen van Dr. Williams.
Drommels, dadh ik,'alhoewel ik 60 jaar oud'
ben, moest ik het toch ook eens probeeren,
en werkelijk, van. lieverlbdb verdwenen al
d© ongemakken dlie ik hier opnoemde, en
zooals U riet, gevoel ik mij thans zeer opge
ruimd en verricht met pledzier mijn huise
lijke berighedten.
Dab 'behoeft H me niet te zeggen, zoo ging
onze verslaggever voort, want dat rie ik wel
aan den ijiver dien U aan den dag legt met
Uw breikous, die haai", terwijl' rijj dat alles
vertelde, geen oogemibüfc uit haar handle®,
ontglipte. 'En hierop antwoordde rij'.en U
'kunt wel begrijlpen, dab in zoo'n kleih
plaatsje als Yelp, waar wij zeer bekend' rijn,
eon ieder er verstomd van staat. Wij zullen
dan ook niet nalaten ze een ieder aan te be
velen en verzoeken U van harte den uitvin
der bij Uw terugkomst onzen besten dank
over te brengen.
Wij kunnen er echter niet genoeg óp aan
dringen d'at men wel acht geve de echte
Pink Pitten van Dr. Williams te bekomen,
want gelijk 'allo goedé producten, worden
ook do Pfink Pillen reeds op een grove ma
nia" nagemaakt, zelfs zoodanig dat rij uiter
lijk den sohijjn hebben van d'e echte te rijn,
doch dc heilzame ©n genezende bestanddce-
len bezitten zo in goorten deels. Koopt ze
slechts bijl de depothouders, dio onder d'e at
testen zijp aangegeven of zoo gij maar eeni-
gen twijfel' mocht hebben, laat zo rochstroeks
van don Hoofddepothoudea- komen, den
Heer Snabilié.
Prijs fi 75 de doos, f 9.per 6 doozen.
Verkrijgbaar by Snabilié, Steiger 27, Rot
terdam, lioofddepothouder voor Nederland
en Apotheken. Franco toezending tegen post
wissel.
Krupp's diepzee-onderzoehingen.
Ileinrich Schmidt deelt in de sFrnnkf.
Zig." belangryke gegevens mede omtrent
Krupp's werkzaamheid in het belang der we
tenschap.
Krupp studeerde volgens dezen zegsman
opgewekt door zyn belangen bij den beig-
bouw, reeds lang in de mineralogie, geologie,
en zoölogie (dellstolkunde, aardkunde en dier
kunde). Ook toonde hij veel belangstelling
in de fauna van de golf van Napels. Hij trad
met het zoölogisch station te Napels van
Capii uit in verbinding. Dit station had slechts
met behulp van de bescheiden middelen die
haar ten dienste stonden, de golf tot een
diepte van 50 meter onder de oppervlakte
kunnen onderzoeken.
Daaiop begon Krupp met zyn diepzee-
ODderzoekingen. In het voorjaar van 1901
lustte hij het kleine stoomjacht Maja uit
dat speciaal voor dit doel op een Etigelsche
werf was gebouwd. Met de diepzee-visschery
weid in 't begin van April een aanvang ge
maakt en de geheele maand voortgezet. Het
aantal visclirietten er werd tot 1500 meter
touwdraad neergelaten bedroeg 68. Een
zeventiental was speciaal vervaardigd om
diepzee-plankton (kleine zwevende organismen
der diepzee) te visschen.
De vangsten geschiedden onder leiding van
Krupp zelf en persoonlyk rangschikte eu
deelde bij de vele vondsten in. Hij noteerde
de namen van de dieren die bij elke vangst
in de netten kwamen, vermeldde daarbij de
lengte van het neergelaten touw, den tijd
duur, plaats en lichting van de vangst.
Krupp die by zijn studies steeds op den
besten voet met zyn personeel stond, nam
meermalen in persoon deel aan het werk of
was invaller als een der matrozen afwezig
was. Welke moeite en opofferingen, licha
melijke zoowel als geeftelyke, aan dezen ar
beid verbonden zijn kan slechts diegene be
seffen die reeds eenmaal een dergelijke visch-
vangst meemaakte.
De tochten der iMaja" strekten zich uit
vanaf de golf van Salerno, langs Capri en
de Bocca grande op een afstand van 3—16
kilometer vanaf de kust.
In deze zone een der diepste in de "nabij
heid van de golf van Napels treft men laag
ten aan die een diepte van 1000 meter en
meer bereiken.
De resultaten ovei trollen verre de ver
wachtingen wanneer men daarbij bedenkt
dat de expedities inet de ïMaja" een eerste
poging vormden en zonder groole vooi be
reidingen en met naar verhouding zeer een
voudige hulpmiddelen werden tot stand
gebracht.
In hoofdzaak zyn de resultaten, die het
algemeen belaog raken en door de Maja-
vaaiten zyn bereikt de volgende:
Onder de talrijke ongeveer 200 verschil
lende diersoorten welke de netten der M a j a
uit de diepte ophaalden waren 33 pelagischen
soorten, die tot nu toe in de golf van Napels
en de nabyzynde wateren nog niet waren
aangetroffen. Daaronder bevonden zich 4
visschen, 24 verschillende kreeften en 5
ringwouwen, 23 der versch gevangen soorten
waren zelfs totaal onbekend in eenig deel
van de Middellandsche Zee en de eer der
ontdekking komt dus aan de Maja toe.
Buitendien werden bij de laatste vangst
waarbij het vischnet den bodem raakte be
halve een hoeveelheid slyk voor de Napelsche
golf 6 nieuwe benihonische, op den diepzee
bodem tierende soorten buitgemaaktwaar
onder 4 nieuwe soorten van de middelzee.
Het verlengde materiaal veroorloofde na
derhand belangrijke onderzoekingen over de
vethoudingen in de middelzee in den Atlan-
tischen Oceaan over de horizontale en verti
cale verbreiding der planktonisclie dieren
wereld over de actieve en passieve ver
plaatsingen enz.
De vreugde waarmede Krupp mij zijn ont
dekkingen mededeelde, zoo verhaalt Schmidt,
was een reine, bijna kinderlijke blijdschap,
die kenmerkt dat de navorscliingen slechts
geschiedde uit belang voor de wetenschap
om onzen gezichtskring op dat gebied te
verbroeden.
Het wetenschappelijk bericht over de reis
van de Maja is van de hand van dr. Lo
Bianco in een verslag omtrent het Zoölogisch
station te Napels in liet Italiaansch. Binnen
kort zal het werk ook in het Duitscli verrijkt
met 41 tabellen verschijnen onder den titel
van Bijdragen tot de kennis van de zee ea
hare bewoners."
Krupp zon, voortduvend op verbetering en
volmaking van zyn vischtuigen. Zelfs con
strueerde hy een nieuw vischnet voor ds
middelzee en diepzee en verbeterde zee
instrumenten.
Sedert kort voor Krupp's dood staakte by
zyn onderzoekingen.
De verloren hrijgsleas van Napoleon I.
Een bij Wilna in Rusland gevonden oude
soldatenransel, dien men gevuld vond met