Praatjes ow TO,lciieMg latT" Kunst en Wetenschap. a o r k e ii >S c li o o 1. Staten-Generaal. Ingezonden Mededeelingen. Men verlieze nimmer den moed. A L L R LEI.""" mej. M. Oostveen, te Rotterdam, en de heer G. Ostendorf, te Amsterdam. Bureau voor HandeMnrlehtlngen. Directeuren tier Ned. Maatschappij ter be vordering van Nijverheid hebben zich met een advies tot den Minister van Waterstaat gewend, waarin zij er op w'^zen dat van de f 4000 aan j mrlijksehe bijdragen, welke moes ten zyn toegezegd om met de verwezenlij king der plannen te beginnen, nu f 3000 bijeen is. De Maatschappij en ook andere inschrijvers hebben echter als voorwaarde gesteld, dat bet geheele bedrag vóór 31 December e v. moet zijn volteekend, daar zij anders hunne inschrijvingen intrekken. In dezen stand der zaak zouden directeuren het zeer op prijs stellen, indien door den Minister nog vóór het einde van dit jaar een beslissing kon worden genompn over de rich ting waarin hij haar gestuurd wenscht te zien. Mocht 't voornemen zijn een bureau voor handels-inrichtingen van staatswege op te lichten, dan zou de Maatschappij hiervan dankbaar nota nemen en zich gelukkig achten tot de erkenning van do noodzakelijkheid eener dergelijke instelling te hebben mede gewerkt, In het andere geval, dat ook de minister er de voorkeur aan geeft om dit terrein door particuliere krachten te doen ontginnen, zouden directeuren gaarne intijds vernemen of zij nog op den steun der regee ring zouden kuunen rekenen, aangezien liet anders hoogst waarschijnlijk zou zijn, dat alle aan de voorbereiding dezer zaak bestede moeiten en kosten voor niet zoude nzijn ge maakt. Jnbilenm van rle „Heraut''. Dr. Kuyper, minister van binnenlandsche zaken schlijft het volgende in het nummer van de tleraut" van gisteravond: sMet de verschijning van dit nummer heeft de jHeraut-' vijf en twintig jaar bestaan.Er bestond geen aanleiding om van dit jubileum een feestviering te maken, zelfs niet om een feestnummer te doen verschijnen. iTot anderen werkkring eet oepen, moest ik mij in de laatste maanden in hoofdzaak bepalen tot de rubriek der meditatiën. Toch is het mij behoefte, mijn dank uit te spreken, dat het mij, korte weken vau ziekte in 1894 uitgezonderd, vergund werd deze vijf en twintig jaien eiken Zondagen- afgebroken, over de heiligste dingen mijn gewaarwordingen en denkbeelden ten beste te geven mijn dank voor den invloed dien de nHeiaut" deze vijf-en-tvvintig jaar op het godsdienstig en kerkelijk leven mocht hebben en mijn dank uiet mmder aan den breeden kring van mijn getrouwe lezers, die mij dit vierde eener eeuw door hun warme belang stelling in mijn arbeid steunden." OVERSCHIE, 6 December, Bjj Kon. besluit is ,1e lieer P. N. Hoogerbrugge alhier be noemd tot hoogheemraad van het hoogheem raadschap van Schieland, Naar aanlerditg van de slechte berichten aangaande de Ned. Opeia verneemt de uTelegraaf", dat het in Sept. geleden verlies f'13,000 bedraagt. Dit is te meer te bejam meren, omdat de maanden October en November zeer gunstig waren en een winst van f 6000 opleveiden, zoodat zonder de in September, tengevolge varr de koristenstaking ondervonden tegenspoeden, de Nederl. Opera er nu zoo gunstig voor zoude staan, als in geen jaren het geval was. Intusschen verkeert de heer Van der Lin den door het tekort over de maand September in ongelegenheid. De solisten hebben geen honorarium over de laatste weken ontvangen. De heer Van der Linden vroeg hun, geduld te hebben er op wijzende, dat de eerste helft van Decem ber gewoonlijk slecht maar daarentegen de tweede helft van deze maand zeer voordeelig voor de Nederl. Opera is. De solisten rmmen daarmede echter geen genoegen en thans hebben 23 van de 25 dames en heeren den beer Van der Linden bij deurwaardersexploit gesommeerd, Iiud het achterstallige honorarium tot een totaal be drag van f3832 te voldoen. Mocht de lieer Van der Linden in gebieke blijven, dan zoude de Opera in staat tan faillissement verklaard worden, Wij willen hier nog aan toevoegen, zegt genoemd blad, dat koristen, orkest en tech nisch personeel mets van de directie der Nederl. Opera te vorderen hebben. Door den Nationalen Bond voor Vreem delingenverkeer in Nederland zal een eigen orgaan worden uitgegeven, waarvan het eer ste nummer vermoedelijk 1 Februari bij den uitgever den lieer Buldert te Am-terdam zal verschijnen. Het zal epn maandblad zijn in het model van het talschrift Eigen Haard" op fraai papier gedrukt en keurig uitgevoeid. Diverse plaatsen, waar da Hond afdeelingen heeft, zullen daarin worden beschreven, ter wijl de tekst van vele illustraties voorzien zal zijn. Thans zijn 39 vereenigingen als afdeelingen tot den bond toegetreden en zal het blad onder de plm. 10.000 leden van die afdee lingen worden verspreid. De- voorzitter van den Bond de heer P. De Graaff te Groningen heeft zich voorloopig bereid verklaard de ledactie van het blad op zich te nemen. Op 15 Dec. viert de dan juist 70-jarige Reuter-vertolker Junkeimann zijn 50jarig tooneel-jubilee. Hij speelt dien dag sOnkel BraMg" te Stuttgart. N'ed. Herv. Kerk. Beroepen te Mijt sheerenland (toez.) ds. M. Jorigebreur te jaarsveldta Elburg ds. W. R. Kalshoven-te Elspeet; te Ter Aa (bij Nieuwersluis) de heer E. Warmolte, cand. te Hilversum te Eierland (Texel) de heer K. P, Daltema, cand. te Rotterdam, Hoogeu Onderwijs. Utrecht. Bevorderd tot artsde heer C. v. Schothotst, tot tandarts de heer Th. C. van der Voort. EERSTE KAMER. Zitting van Zr ij dag 5 Dto, Vervolg.) De lieer SOHOLTEN betreurde liet, dat vrouwen uitgesloten zijn van liot iiumaab- sdmp van den Beroepsraad. Do MIN. VAN JUSTITIE betoogde dat, bestoud er admitaistratieverrechtspraak, vee bezwaren, die d'e Ecg. thans bij1 de regeling ontmoette, zich niet zouden hebben voorge daan. Wat betreft do samenstelling der be roepsnoden, voor deze gold niet. tiet grondbe ginsel dab bij) den céntralen raad gold, dio nl. eenheid van rechtspraak moet waarbor gen. De bedoeling was, bij dc bedoepsraden, dat heb volk zelf de regeling zal medeleven, een volksmcdoworking dib opvoedend werkt en van gewichtige beteekenis is in steats- rechtelijkeu zin. Het is niet de bedoeling loeken to stellen tegenover juristen. Wat de vrije bewijstheo rie aangaat, 't gaat hier niet om 't mijn en dijn, maar over de vraag of de Rijles-verze keringsbank bij hare beslissingen heeft ge handeld naar do voorschriften der ongoval- leneb en of die beslissingen juist waren. Do regeering zal', ten aanzien van do be zoldiging dei- voorzitters,, de rijiksbeurs eenigszins ruim openstellen, daar ook dc Minister voortreffelijke mannen wenscht. Vrouwen zijn niet in da raden opgenomen omdat dat een gevaarlijke proef zou zijn bij de reeds vele moeilijkheden «au de regeling verbonden. Aan den. wenscih naar splitsing van d'en central en raad is thans geen gevolg te geven. De MIN. VAN BINNENL. ZAKEN be toogt, dat hetgeen den werkman krachtens do Ongevallenwet wordt toegekend, geens zins het karakter van bedeeling draagt. Ge- heel het ontwerp gaat uit van het beginsel dat het risico aan bet bedrijf verbonden, komt voor rekening van den ondernemer van het bedrijf. Een raad van beroep voor elke provincie acht de Minister volstrekt niet to veel, hiji zou eerder voor inkrimping van den 'kring zijn. Spr. doet uitkomen, dat are. 52 der On gevallenwet den staat het recht geeft voor de ongevallenverzekering eigen risico te dra gen zelfs met vrijstelling van heb stellen van onderpand en nu is het niet vreemd, dat er departementen zijn die van dilb recht ge bruik maken. Voor do invoering van de Ongevallenwet op 1 Februari e.k. staat niets in den weg; de noodage maatregelen van bestuur zullen binnen enkele d'agen afgekondigd worden. Zeker zal gewacht moeten worden met de invoering totdat alle aanvragen bij) de Ko ningin gedaan, zullen zijn onderzocht. De vereenigingen en werkgevers zullen zich in middels biji de Rijksverzekeringsbank, kun nen doen inschrijiven. Wat de samenstelling der Raden, van Be roep betreft, is hier dezelfde waag gedaan als in de Tweede Kamer, of genoeg samen werking zal zijn te verkrijgen. Al deze bezwaren gelooft de Regeering ondervangen door haar kaarcenstedsel1, in bijzonderheden te regelen dbor een algemeen- non maatregel van bestuur. Deze algemeens maatregel is nu volledig ontworpen en reeds van den Raad van Sta te teruggekomen. Niet alleen zullen de Raden van Beroep reeds in heb eerste jaar na de invoering van de beroepswet dn werking kunnen treden, maar de Regeering ds overtuigd, dat de wij ze van •benoeming in de praotijk niet op groot© bezwaren zal' stuiten. Nadat de keer TER LA-AN nog even het woord gevoerd en do MINISTER geant woord had, werden de al'geoneene beraadsla gingen gesloten en de web zonder hoofdelij ke stemming aangenomen. Hierop weid de vergadering gesloten, De VOORZITTER deelde mede, het voornemen te hebben, de Kamer tegen 29 dezer des middags te half 2 weder bijeen te roepen. Een en ander over de verpleging van ons vee en tcat daarmede samenhangt. Vervolg.) Hoe moeten nu bodem, wand'en en saldo- ring van den stal rijto. Voortdurend wordit do bodem verontrei nigd door de uitwerpselen.' der dieren. Daar ze niet meewerken de stallucht aangenamer en geschikter voor de inademing bet maken, is heb gewensclib, ze zoo spoedig en gemak kelijk mogelijk te kunnen verwijderen. On doenlijk is heb echter den dbor de dieren ge- maakten mest dadelijk na het uitwerpen te verwijderen; men dient dit dus op geregel de tijden te doen. Met de urine is dit anders. Zorgt men, dat die geregeld weg kan vloeden door het achtergedeelte der stelling wat te laten hel len naar grup of achtergang, dan is ze wel niet uit den stal verwijderd, maar de dieren staan er nifet in. Ruimt men nu 3 of 4 maal per dag den mest uit, dan kan die met de in grup of achtergang staande urine ver mengd! en gelijktijdig verwijderd: worden. Met het oog op dit vermengen verdient het zelfs aanbeveling de urine te laten staan. Om het uitschuiven van den mest te verge makkelijken, laat men den achtergang naar het mestgat hellen. Dient evenwel de ach tergang niet tevens tot rnestgang, zoo is het voldoende den bodem der 'grup hellend te maken. Omtrent de krilling der stalling mer ken we op, dat die niet té sterk moet rijn, daar de dieren dan niet gemakkelijk staan. De in de urine aanwezige stoffen gaan, bij een niet te lagen warmtegraad in den stal, spoedig tot ontbinding (verrotting) over en daarbij -ontwikkelen zidh gassen,die zeer schadelijk voor de dieren kunnen wor den. Vooral dn stallen, waar de dieren veel krachtvoer ontvangen, zal d'e invloed van die gassen zich. doen gevoelen. Van het •grootste belang zal het dus zijn, dat al' die doelen van den .bodem, welko met meststoffen in aanraking komen, zoo wei nig mogelijk van die stoffen kunnen, opzui gen. Wat door den. bodem opgenomen wordt kan niet verwijderd' worden ear kan derhalve schadelijk worden. Zorgt dus, dat de stal- vloer ondoorlatend' is. De grup of de achter gang en het achtergedeele dor stalling late men cementen. Is het noodig het achtergedeelte der stal ling met planken te beleggen? Naar onze mecnihg ds dit onnood%. Was het hout al tijd droog, dan zou men met grond kunnen aanvoeren, dab d'e dieren warmer liggen doch daar het hout vooral in spoeling- stallen altijd' door eu door vochtig is, achten wij het onnood'igo kosten. Dat d!e dieren op cement staande stijf worden, wordt veel beweerd!, maar niet door de er varing bevestigd. Bovendien staan de die ren op cement vaster, glijden minder uit dan op vochtig hout. Trachten we zooveel doenlijk zindelijkheid althans zuiverheid achter de dieren tot haar recht te doen koonen, vóór d!a dieren h rij' gebiedend' noodzakelijk. Boes en goten moe ten ondoorlatend zijn en steeds schoon ge houden worden. Resten van heb voeder ver zuren zeer spoedig en geven aan het nieuwe voeder een onfrisschen bijsmaak, die nad.ee- lig werkt op den eetlust d'er dieren. Het is al erg genoeg, vooral bij' het heerschen van besmettelijke veeziekten, dab al de dieren van hetzelfde bord, zullen we maar zeggen, lnm voedsel opnemen, doch laten we dan voor 't minst op do boes alle onzindelijkheid weren. 'Het is bij1 het groot aantal dieren, dat we in onze stallen te verzorgen hebben een onbegonnen werk ze afzonderlijk te voe deren, zooals elders regel is; maar de zin delijkheid' te betrachten is geen overdreven eisch. Boesen goten moeten van verglaas de tegels zijn, die rijn zuiver en gemakkclijic schoon te 'honden. De muren behoeven niet ondoorlatend te zijn. Terwiïle der luchtverversching is het zelfs goed' de muren alleen te voegen. Toch riet men in sommige nieuwe spoelingstallen de muren geheel gecement om heb opnemen van het vele vocht in de muren te voorko men. Geregeld loopt het water langs die mu ren af. 'Zulke muren zijn voor de luchtver versohing zonder waarde. In die stallen, waar de achtergang tevens mestgang is, rs, om het optrekken der urine in de muren te beletten, het nuttig, den muur M. hoog te cementenhoogerop blijve da muur echter onbekleed'. Aan d'o einden d'er stalling verdient het aanbeveling, dén muur 1.25 M. hoog te be- Mampen. Staan of liggen de dieren, tegen den steenen buitenmuur, dan ia dlit te koud. Laat men tusschen 'het houten schub en den muur een paar cM, ruimte, zoo is dit nog be ter; én in heb belang van het hout én om dat de muur dan doorlatend blijft. De raanen moeten achter d'e dieren wor den aangebracht, dus in de lengtemuren. Het licht valt de dieren dan niet in de oogen. Liefst plaatse men d'e ramen zoo hoog ongeveer op een hoogte van 1,5 M, dat 'het naar buitenziem door de dieren belet wordtdit is bevorderlijk aan de rust in den stal. Is dbor het inbouwen van een stal d'e plaatsing d'er ramen achter do die ren nilet mogdijfc, dan plaatse men do ra men toch zóó, dat hot licht de dieren niet m de oogen valt. Heb aanbal en d'e grootte der ramen is af hankelijk van den aard' van dén stal. Melk vee dient heel1 wat meer licht te hébben dan meatvee. Over 'heb algemeen zijn onze stal len echter te donker. •Het doelmatigst komt het ons voor, in el- ken stal 5 deuren (elk bestaande uit een on der- en bovendeur) te hebbenéén om op de boes te komen en. één deur aan elk eind' van de achtergangen. In 'korten tijd kan men dan den stal doen ontruimen, als dit noodig mocht rijn en de 4 gangdeuren kunnen bij dé luchtververeching goeden diénst doen. Men is dan altijd in staat „van den wind af" te luchten. De zolder moot van bont rijn en op de plaatsen, waar de staïlampen worden gehan gen, behoorlijk van ijzeren schermpjes voor zien rijn. Het nut van zulk© schermpjes aan te toonen is overbodig, vooral als men be denkt, dat db sballaanp gewoonlijk slechts 1 of 2 voet van. don zolder af is. Alleen m spoelingstallen schijnt die voorzorgsmaatre gel overbodig, omd'at de zolderingen daar gewoonlijk sliknat rijn. Toch rijn de kosten eraan verbonden, te gering om. d© mogelijk heid van brandgevaar niet te voorkomen, In het voorgaand' artikel zeiden, we in do derde plaats te willen letten op de wijze, waarop de stallucht kan verversóht on de stalwarmte kan geregeld worden. Wij rijn niet gewoon onze stallen te ver warmen. De verwarming der stalruimt© la ten we over aan onze gestalde dieren en rij doen dit onwillekeurig. Elk dier bezit een vrij. standvastige lichaamswarmte. Deze warmtegraad' is, behoudens enkele uitzonde ringen, hooger dan db warmtegraad der ons omringende lucht. Nu weten we bij' erva ring, dat wanneer twee lichamen, die in warmte verschillen, met elkander in aanra king komen, het lichaam dat de meeste warmte heeft van d'ie warmte aan het minder warme lichaam afstaat en dat dit zioolang voortgaat tot hei de lichamen even warm rijn. Men noemt dit warmteverlies dbor geleiding. Ligt een rund tegen een koudien buitenmuur, dan zal' hot door geleiding warmte verliezen en naar mate de muur kouder üs, zal het warmtever lies grooter rijn. Maar behalve door gel eiding Verliest een dier ook door uitstraling warmte. Naderen we een warm voorwerp, dkn voe len we de warmte reeds op ©enigen afstand'. Döor geleiding kan dio meodböling van warmte niet plaats hebben, want aanraking, middellijk of onmiddellijk bestaat niet. Toch verliest heb lichaam warmte en wel door uit straling, zooale men dit noemt. Hoe grooter nu het verschil' in. warmtegraad is tusschen het warm teverliozcnd'o lichaam en do hot om ringende voorworpen, hoe grooter heb warm teverlies door uitstraling is. Staan nu in een stall de dieren dicht opéén, dan zal 't warm teverlies door uitstraling vtriji gering wezen. Alleen db aan den muur staande dieren, ook •al raken rij' den muur niet aan, verliezen aan de muurrijd© eenige warmte door uitstra ling. Plaatst men een jagende d. i. een snel ademende1 koe in denzedfden stal, dus bij gelijke stalwarmte op een plaats, waar een paar stallfngon open zijn, dan zal in de meeste gevallen hot jagen ophouden; niet omdat 'het diaar miuder warm is, maar om- dab zij door uitstraling meer warmte kan verliezen. In schaapskooien kan men ---o ja gen zelfs waarnemen bij, een betrekkelijk geringe stalwarmte, db dieren staan dan te dicht opéén en kunnen dbor uitstraling geen warmte genoeg verliezen en nu trach ten rij' door sneller uitademing hun benau wend gevoel te verminderen. Zoowel' door geleiding als uitstraling ver liezen do dieren de warmt© en verb oogen, op die wijze de stalwarmte, diis do warmte dor iu den stal aanwezigs lucht ©n voorwerpen en de stal wanden. Do dieren verliezen echter nog op een dor de wijk© warmte, nl. door verdamping. In een wanne omgeving is do huid van ©Ik dier vochtig en scheidt voortdurend! hij zweeten zelfs in zeer sterk© mate vocht af. Dit vocht gaat in damp overd'ooh. dc daarvoor benoodigdo warmte wordt aan het lichaam onttrokken. In db uitgeademde lucht is ook oen grooto hoeveelheid water damp aanwezig. Ook voor die waterdamp- vorming was warmt© noodig. Het verlies van warmt© is bij' sterk zweeten zelfs groot, dit weten wij hij ondervinding.Wie bij' groo- te zomerwarmte tob zweeten komt, gevoelt zich aanmerkelijk: frisscher. Door db uitademing eu db huiduitwase ming verliest het dier dus niet alleen warm te, maar maakt d'e stallucht vochtiger. Deze vochtigheidstoestand der lucht is ook van beteekenis. Immers hoe droger db lucht is, hoe sterker de uitwanaming zal kunnen rijn, dus hoe meer water er aan het dierlijk li chaam wordt onttrokken. Vochtige lucht voorkomt derhalve waterVerlies en daardoor ook warmteverlies. Het diea* verliest voortdurend' warmte ©n toch blijft zijn 'libhaamswarmte ongeveer op diezelfde hoogte. Htb dier berit dus het ver mogen, het warmteverlies steeds aan te vul len. Hoe dit plaats heeft, d'aarover een vol genden keer. 80 cent per regel» Als men op een gevorderden leeftijd go- komen is, begint men van. lieverlede allerlei soort ongemakken to gevoelen; wanneer men echter maar den moed heeft hot hoofd opgebeurd to honden en met 'kracht zich to gen die ongemakken verzet, dan behoeft men. zich nog volstrekt niet beangst te ma ken over zijn toekomst. Wij' geven hierna een voorbeeld van juffrouw Teunissen, wier man heit beroep uitoefent van koperslager, Bleokstraab C 110, te Velp, pro vinei© Gel derland. Onze verslaggever had van ons last beko men na een ontvangen schrijven van den •heer Teunissen, er zi'ch heen te begeven, en al vi-agende ontmoette hij toevalligerwijs bo vengenoemd' persoon, 't Is wel toevallig, zoo ging onze verslaggever voort, juist den per soon te ontmoeten dien ik bezoeken moest, en na eenige uitlegging zaid© da heer Teu nissen. Welnu, ik ga met U, naar mijn huis teruig en zal U van al'les op de hoogte stellen hoe 'b met mijn vrouw gegaan is, zooals U ziet, zijn wijl geen jonge menschen meer. En al wandelende kwamen wij aan de kopersla gerij waar zijn vrouw ons open deed. •Hilar vrouw, stel i'k je voor den Heer die eenige nadere inlichtingen wenscht to weten omtrent je vroegere lijden. Welnu, zoo ving zij aan, dfe hoofdzaak van mijn lijden was een algemecne uitputting van heb zenuwstel sel, sedert 5 jaren was i'k landerig in mijn gevoel en het kwaad verergerd© van dag tob dag ten gevolg© van een nierziekte. Hoewel do eetlust vrij wed' was, verteerd© i'k de spijL zen moeilijk. Steeds had ik maagkrampen, duizeligheden, oorsuizingen en klaagde steeds over koud'e voetenhet werd zelfs zoo erg dat ik begon te wanhopen en mijn. oinde voelde naderen. Gelukkigerwijs las mijn mam in de „Amhemsche Courant" db gene zing Van een vrouw die ongeveer in Aenzelf- den toestand' verkeerde als ik, cn dio genei- zing was verkregen 'geworden door het ge bruik der Pink Pillen van Dr. Williams. Drommels, dadh ik,'alhoewel ik 60 jaar oud' ben, moest ik het toch ook eens probeeren, en werkelijk, van. lieverlbdb verdwenen al d© ongemakken dlie ik hier opnoemde, en zooals U riet, gevoel ik mij thans zeer opge ruimd en verricht met pledzier mijn huise lijke berighedten. Dab 'behoeft H me niet te zeggen, zoo ging onze verslaggever voort, want dat rie ik wel aan den ijiver dien U aan den dag legt met Uw breikous, die haai", terwijl' rijj dat alles vertelde, geen oogemibüfc uit haar handle®, ontglipte. 'En hierop antwoordde rij'.en U 'kunt wel begrijlpen, dab in zoo'n kleih plaatsje als Yelp, waar wij zeer bekend' rijn, eon ieder er verstomd van staat. Wij zullen dan ook niet nalaten ze een ieder aan te be velen en verzoeken U van harte den uitvin der bij Uw terugkomst onzen besten dank over te brengen. Wij kunnen er echter niet genoeg óp aan dringen d'at men wel acht geve de echte Pink Pitten van Dr. Williams te bekomen, want gelijk 'allo goedé producten, worden ook do Pfink Pillen reeds op een grove ma nia" nagemaakt, zelfs zoodanig dat rij uiter lijk den sohijjn hebben van d'e echte te rijn, doch dc heilzame ©n genezende bestanddce- len bezitten zo in goorten deels. Koopt ze slechts bijl de depothouders, dio onder d'e at testen zijp aangegeven of zoo gij maar eeni- gen twijfel' mocht hebben, laat zo rochstroeks van don Hoofddepothoudea- komen, den Heer Snabilié. Prijs fi 75 de doos, f 9.per 6 doozen. Verkrijgbaar by Snabilié, Steiger 27, Rot terdam, lioofddepothouder voor Nederland en Apotheken. Franco toezending tegen post wissel. Krupp's diepzee-onderzoehingen. Ileinrich Schmidt deelt in de sFrnnkf. Zig." belangryke gegevens mede omtrent Krupp's werkzaamheid in het belang der we tenschap. Krupp studeerde volgens dezen zegsman opgewekt door zyn belangen bij den beig- bouw, reeds lang in de mineralogie, geologie, en zoölogie (dellstolkunde, aardkunde en dier kunde). Ook toonde hij veel belangstelling in de fauna van de golf van Napels. Hij trad met het zoölogisch station te Napels van Capii uit in verbinding. Dit station had slechts met behulp van de bescheiden middelen die haar ten dienste stonden, de golf tot een diepte van 50 meter onder de oppervlakte kunnen onderzoeken. Daaiop begon Krupp met zyn diepzee- ODderzoekingen. In het voorjaar van 1901 lustte hij het kleine stoomjacht Maja uit dat speciaal voor dit doel op een Etigelsche werf was gebouwd. Met de diepzee-visschery weid in 't begin van April een aanvang ge maakt en de geheele maand voortgezet. Het aantal visclirietten er werd tot 1500 meter touwdraad neergelaten bedroeg 68. Een zeventiental was speciaal vervaardigd om diepzee-plankton (kleine zwevende organismen der diepzee) te visschen. De vangsten geschiedden onder leiding van Krupp zelf en persoonlyk rangschikte eu deelde bij de vele vondsten in. Hij noteerde de namen van de dieren die bij elke vangst in de netten kwamen, vermeldde daarbij de lengte van het neergelaten touw, den tijd duur, plaats en lichting van de vangst. Krupp die by zijn studies steeds op den besten voet met zyn personeel stond, nam meermalen in persoon deel aan het werk of was invaller als een der matrozen afwezig was. Welke moeite en opofferingen, licha melijke zoowel als geeftelyke, aan dezen ar beid verbonden zijn kan slechts diegene be seffen die reeds eenmaal een dergelijke visch- vangst meemaakte. De tochten der iMaja" strekten zich uit vanaf de golf van Salerno, langs Capri en de Bocca grande op een afstand van 3—16 kilometer vanaf de kust. In deze zone een der diepste in de "nabij heid van de golf van Napels treft men laag ten aan die een diepte van 1000 meter en meer bereiken. De resultaten ovei trollen verre de ver wachtingen wanneer men daarbij bedenkt dat de expedities inet de ïMaja" een eerste poging vormden en zonder groole vooi be reidingen en met naar verhouding zeer een voudige hulpmiddelen werden tot stand gebracht. In hoofdzaak zyn de resultaten, die het algemeen belaog raken en door de Maja- vaaiten zyn bereikt de volgende: Onder de talrijke ongeveer 200 verschil lende diersoorten welke de netten der M a j a uit de diepte ophaalden waren 33 pelagischen soorten, die tot nu toe in de golf van Napels en de nabyzynde wateren nog niet waren aangetroffen. Daaronder bevonden zich 4 visschen, 24 verschillende kreeften en 5 ringwouwen, 23 der versch gevangen soorten waren zelfs totaal onbekend in eenig deel van de Middellandsche Zee en de eer der ontdekking komt dus aan de Maja toe. Buitendien werden bij de laatste vangst waarbij het vischnet den bodem raakte be halve een hoeveelheid slyk voor de Napelsche golf 6 nieuwe benihonische, op den diepzee bodem tierende soorten buitgemaaktwaar onder 4 nieuwe soorten van de middelzee. Het verlengde materiaal veroorloofde na derhand belangrijke onderzoekingen over de vethoudingen in de middelzee in den Atlan- tischen Oceaan over de horizontale en verti cale verbreiding der planktonisclie dieren wereld over de actieve en passieve ver plaatsingen enz. De vreugde waarmede Krupp mij zijn ont dekkingen mededeelde, zoo verhaalt Schmidt, was een reine, bijna kinderlijke blijdschap, die kenmerkt dat de navorscliingen slechts geschiedde uit belang voor de wetenschap om onzen gezichtskring op dat gebied te verbroeden. Het wetenschappelijk bericht over de reis van de Maja is van de hand van dr. Lo Bianco in een verslag omtrent het Zoölogisch station te Napels in liet Italiaansch. Binnen kort zal het werk ook in het Duitscli verrijkt met 41 tabellen verschijnen onder den titel van Bijdragen tot de kennis van de zee ea hare bewoners." Krupp zon, voortduvend op verbetering en volmaking van zyn vischtuigen. Zelfs con strueerde hy een nieuw vischnet voor ds middelzee en diepzee en verbeterde zee instrumenten. Sedert kort voor Krupp's dood staakte by zyn onderzoekingen. De verloren hrijgsleas van Napoleon I. Een bij Wilna in Rusland gevonden oude soldatenransel, dien men gevuld vond met

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 6