56"" Jaargang
Woensdag 10 December 1902.
No. 11030.
NINA.
NATIONALE MILITIE.
Kennisgeving.
BUITENLAND.
V
B ol'gi
COURAI r.
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die jij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hur-
van zgn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, wort en
zoogenaamde tslcima e»daevtemtiëm opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Velefoon So. 123.
SCHIEDAMSCHE
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prjjs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 4.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weckVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau s Boterstraai 68.
Burgemeester en wethouders van Schiedam
herinneren hij deze alle belanghebbenden aan hunne
verplichting tot het doen van aangifte ter inschrij
ving voor de nationale militie, in de rmand Januari
-1903.
De bepalingen der Militiewet 1901, die betrek
king hebben op de inschrijving luiden als volgt:
Art. -13.
Voor de militie wordt ingeschreven
lo» ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het Itijk, in liet Dnitsehe Rijk of in
het Koninkrijk België verblijf houdt,
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in
het Duitsche Rijk of m het Koninkrijk België
woonp'oats heeft,
3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het Rijk, in liet Duitsche Rijk of in
het Koninkrijk Bolgie woonplaats heeft,
4o. ieder mannelijk ingezetene met-Nederl*nder,
zoo hij op den lsten Januari van het jaar het
19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert
in een der bij art. 15 omschreven gevallen
Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde
hierboven onder 4o.
A. de binnen het Rijk verblijf houdende minder
jarige niet-Nederlander
i. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk
woonplaats heeft en haar gedurende de voor
afgaande achttien maanden in het Rijk of de
koloniën of bezittingen des Rijks in andere
wereiddeelen gehad heeft;
l. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of
haar overlijden in het hierboven onder a om
schreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogl
met in dat geval of al is deze buiten 's lands
gevestigd
o. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten
is, of die ouderloos is of in wettelijken zin
geen vader of moeder heeft en van wien niet
bekend is dat hij een voogd heeft, indien hij
gedurende de voorafgaande achttien maanden
in het Rijk verblijf gehouden heeft;
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen
het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende
de voorafgaande achttien maanden in het Rijk
of de koloniën of bezittingen des Rijks in
andere wereiddeelen gehad heeft.
"Voor minderjarig wordt voor de toepassing van
het bepaalde hieiboven onder A gehouden hij, die
minderjarig is in den zin der Nederlandsche wet
Voor meerderjarig wordt voor de toepassing van
het bepaalde hiervoren onder B gehouden hij, die
meerderjarig is in den zin van voormelde wet
Art. 14.
Da insehrijv'ng geschiedt:
lo. van hem bedoeld in art. 13 eerste zinsnede lo
Zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn
vader, moeder of voogd aldaar woonplaats
heeft, in de gemeente der woonplaats van vader
moeder of voogd
Zoo hij binnen het Rijk verblijf hooudt en zijn
vader, moeder of voogd elders dan binnen het
Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waar
hij verblijf houdt;
Zoo hij door zijn vader, moeder of voogd ver
laten is, ouderloos is of in wettelijken zin geen
vader of moeder heeft en het niet bekend is
dat hij een voogd heeft, in de gemeente, waar
hij vei blijf houdt
Zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt,
in de gemeente Amsterdam
Zoo hij in het Koninkrijk België verblijf houdt,
in de gemeente Rotterdam
2o. van hem, bedoeld in art 13 eerste zinsnede
2o.
Zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats
heeft binnen het Rijk, in de gemeente der
woonplaats van vader, moeder of voogd
is de woonplaats van vader, moeder of voogd
in liet Duitsche Rijk, in de gemeente Am
sterdam
is zij m het Koninkrijk België, in de gemeente
Rotterdam
3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnedo
3o
Zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in
de gemeente zijner woonplaats;
Zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk,
in de gemeente Amsterdam
Zoo hy woonplaats heeft in het Koninkrijk
België, in de gemeente Rotterdam;
4o A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede
4o., indien hij minderjarig is
Zoo hij verkeert in het geval, in de tweede
Z'nsnede van dat artikel onder Aa omschreven
in de gemeente, waar zijn vader, moeder of
voogd woonplaats heeft;
Z'O hij veikeert in het geval, in die zinsnede,
ender A b omschreven, m do gemeente, waar
zijn voogd woonplaass heeft; is de woonplaats
van dezen buiten 't lands, dan geschiedt de
inschrijving in de gemeente waar de minder
jarige verblijf houdt;
Zoo hij verkeert in een der gevallen, in even-
bedoelde zinsnede onder Ac omschreven, in de
gemeente, waar hij verblijf houdt;
B. van hem, bedoe'd in art. 13, eerste zinsnede
4o, indien hij meet derjarig is:
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft
De in* de vorige zinsnede als plaat9 van in
schrijving aangewezen gemeente is die, waar
het verblijf of de woonplaats gevestigd is of
was op den lsten Januari van het jaar, vol
gende op dat, waarin de m te schrijven per
soon het !8e levensjaar volb-acht, tenzij het
iemand geldt, wiens inschrijving ie Amsterdam
of te Rotterdam moet geschieden wegens ver
blijf of woonplaats onderscheidenlijk in het
Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie.
Ait. 15.
Voor de militie wordt niet ingeschreven:
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst
te behooren tot een staat, waar de Nederlandeis
niet aan den verplichten krijgsdienst zijn onder
worpen of waar ten aanzien van den dienstplicht
het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen;
2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittingen
des Rijks in andeie wereiddeelen vei blijf te houden
of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder,
voogd of curator woonplaats binnen het Rijk.
Art. 16.
Hjj, die volgens art 13 behoort te worden inge-
schieven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester
en Wethouders der gemeente, waai volgens art 14
de inschrijving moet geschieden, aan te geven
tusschen den lsten en den 3lsten Januari vau het
jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levens
jaar volbracht.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van liera, die
zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in
een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede
omschreven, rust de verplichting tot het doen der
aangifte: indien het een minderjarige betreft, op
zijn vader, moeder of voogd;
indien het een meerdei jarige betreft, die on Ier
curateele gesteld is, op zijn curator Da verplichting
van vader, moeder of voogd geldt eienwel slechts
zoo hy of zij binnen het Rijk, m liet Duitsche Rijk
of in het Koninkrijk Belgie woonplaats heeft.
Behoudens de uitzonderingen bij de volgende
zinsnede gemaakt, ruit de zorg voor het doen der
aangifte uitsluitend op den in te schryven minder
jarige;
indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen
het Rijk, in het Duitsche Ryk of m het Koninkrijk
Be'gie woonplaats heeft;
indien zijn vader of moeder of beiden de ouder
lijke macht missen;
indien hij door zijn vader, moeder of voogd ver
iaten isof
indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen
vader of moedor heeft en het niet bekend is dat
hij een voogd heeft.
Hij, die door de bestuurders, in art, 22 vermeld,
ter inschrijving moet worden opgegeven of die in
■lienst is bij do zeemacht, de marine-reseive en het
korps marinieis hieronder begrepen, hij liet leger
hier te lande of hij de kolcmale troepen, is tot het
doen van de aangifte niet verplicht,
Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte
verplicht is, kan de aangifte geschieden door een
ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht
blijft onder Burgemeester en Wethouder', beiusten.
De wijze waarop van de gedane aangifte moet
blijken, wordt door Ons bepaald.
Art. 18.
Voor de militie wordt ook tngesclit even of wordt
opnieuw ingeschreven
1o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór
het intreden van liet 21ste levensjaar zijn verblijf
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk Belgie gevestigd heeft;
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd na den lsten Januari van
het jaar volgende op dat, waarin de minderjarige
het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden
van diens 21ste levensjaar zijn of hare woonplaats
binnen het Rijk, in liet Duitsche Rijk of in het
Koningrijk Belgie gevestigd heeft
3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den lsten
Januari van liet jaar, volgende op dat, waarin hy
het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden
van het 21ste levensjaar Nederlander of opnieuw
Nederlander is geworden, zoo luj in een der hierboven
onder lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens
vader, moeder of voogd verkeert in een der gevallen
liiei boven onder 2o. omschreven
4o. ieder meerderjarig mannelijk Nedei lander, die
na den lsten Januari van het ja.u, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóói
het intreden van het 21 ste levensjaar zijne woonplaats
binnen het Rijk, in liet Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk Belgie gevestigd of er woonplaats ver-
kiegen heeft;
5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten
Januari van het jaar. volgende op dat, waarin hij
het 18de' levensjaar volbracht, en vóór het intreden
van het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw
Nederlander is geworden, zoo hij in een der hier
boven onder No. 4 omsclneien gevallen verkeert.
6o. ieder mannelijk niet-Nede'lander, die na den
lsten Januari van liet jaar, volgende op dat, waarin
hij het !8de levensjaar volbracht, en vóór liet in
treden van liet 2Iste levensjaar ingezetene of op
nieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede
zinsnede van art. 13.
II erbij gelden de laatste zinsnede van dat artikel
en art 15.
Ten aantóen van de gemeente, waar de inschrij
ving of de inschrijving op nieuw moet geschieden
en van de verplichting tot het doen van aangifte
ter inschrijving of ter insehiijving opnieuw gelden
de eerste zinsnede van ait 14 en de laatste vijf
zinsneden van ait. 16.
De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving
opnieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede
van dit aitikol moet worden ingeschreven, geschiedt
binnen dertig dagen na het verkrijgen of, werd hij
reeds vroeger ingeschreven doch van het register
afgevoerd, na het terug ei langen van het Neder
landerschap of van het ingezetenschap, of na de
vestigmg van verblijf of de vestiging f het ver
krijgen van woonplaats binnen het Rijk, in het
Duitsche Kijk of in het Koninkrijk Belgie,
De inschrijving geschiedt In liet register be
treffende de lichting van liet jaar, waartoe de in
de eerste zinsnede van dit artikel bedoelde peisoon
volgens zijnen leeftijd behoort.
Art. 166.
Met boete van ten minste vijftig cents en ten
hoogste fiOQ.wordt gestraft de ovet treding van
de aitt. 16, 18 en 22.
Dientengevolge wordt aan alie mannelijke inge
zetenen, die geboren zijn in liet jaar 1884, kennis
gegeven, dat in het gebouw de ST. JORIS D OERE,
aan het Voeleplein alhierop dagen en uren hier
onder vermeld, tot het doen dier inschnjving ineei
bepaaldelijk gelegenheid zal worden gegeven, te
weten, op:
'ZATERDAG den 3den Januari 1903,
voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een der
lettel s A tot en mot M, en
MAANDAG den oden Januari 1903,
voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een
der lettei s N tot on met Z,
telkens van des voormiddags half tien tot des middags
twaalf uur.
Voor hen die verzuimd hebben of verhinderd wa
ren, zich op een der voornoemde dagen ter inschrij
ving aan te geven, zal daartoe, ton Ilaadh'dze der
gemeentealsnog gelegenheid bestaan op iedere»
werkdag der maand Januari a.s., op de uren hier
boven vermeldterwijl het ïegister van inschrij
ving, ingevolge ai t. 23 der meergemelde wet, op
den Bisten dier maand voorloopig zal worden ge
sloten.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 9 December 1902.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
JDe secretaris,
WIJTEMA,
ABrtïKflKKK OWKHffilCBiT.
SCHIEDAM, 9 December 1902.
Xuld-Afrlha.
Chamberlain heeft de vorige week Cairo
verlaten en zich Zondag te Suez weder aan
boord van do G o o d 'H o p a ingescheept. Do
minister was ten hoogste voldaan over de
aldaar sedert zijn bezoek in 1900 aange
brachte verbeteringen.
Met lord Crooner had' hijl oei» lang gesprek
dat 'liep over uitgebreide regeea-iiigszaken.
Chamberlain zal nu eerst Zanzibar, daarna,
Mombassa aandoen en eindelijk to Durban
op Engelsch grondgebied aan wall1 stappen.
Do EtigciscliO minister van oorlog, Bro-
driok, beert antwoordend op ©en vraag in
het Lagerhuis, verklaard dat de werkelijke
kosten van d© 'bezetting der- nieuwe koilomos
in Zuid-Afrika bedroegen 15,000 pond stol
ling por week, alzoo een totaal van ruim 9
miillioen gulden per jaar.
Do Londetnsche correspondent van d'o „Pe
tit Bleu" mdldt dat ©en incident aangaande
do hebzucht van veldmaarschalk lord! ïto-
berts groote sensatie te Londen verwekte,
wier afgod „Bobs" is.
Na zijn terugkeer uit Zuid-Airika en do
vervanging d'oor lord! Kitchener, verklaarde
Boberts „dat de oorlog geëindigd was". Haj)
duurde des ondanks nog mum andeahaif jaar
en steeds meer slachtoffers edschton de con
centratiekampen, een instelling, die uit hxrd
Bo-berts' brein was voortgekomen. Voor cfezo
en meer andore krijgsdiensten aan Engelland
bewezen werd Roberts als do overwinnaar
der Boefen benoemd tot ridder in da orde
van den Kouséband, veldmaarsclialk van
G-root-Britannië en last not least kende het
paiüement hem 100.000 pond starling toe.
Het ridderschap van de Kous eband-ordo
Naar F. W. BOBINSON's roman
uit de Arhistenweredd.
77)
„Laten wijl dat ruston, mijnheer Rush off.
Lord Kano loochent niets en 'Hf iis zeer ont
moedigd, wij hebben, echter niet het redht
over hem te oordeoten. En nu verzoek ik u
om haar geschiedenis, mijnheer Ruskoff,
die in elk geval meer verheven, meer eerlijk
Zal zijki alls d'ie van haar man, dien gijl zoo
streng oordeal t."
Rubkoff ademde diep.
,^Zij| ita nog meer tegen de borst stuitend
alls dei zijne 't is vreeselijlk," antwoordde
hij smartelijk.
„Dat bedroeft mij inderdaad," zei Gravatt
ernstig.
„En het is des tei eager omdat de schuld
aan, mij' ligt, want ik ben een ellendeling,
oen schurkIk wilde haar aan 'hem ontroo-
ven, iik wilde haar goeden naam bezoedelen,
ik wild'© baai' door het ïastar-slijk sleuren,
omdat ik dn mijini ontzettende egoïsme geloof
de dat ik alleen! haar gelukkig kon maken.
Dat is (het geval, dokter. En verzachtende
omstandigheden ontbroken."
„En zijl lady Kans?"
„Zij zocht mijl te ontloopen, zelfs door de
poorten des doods! Ze is slechts een liedjes
zangeres, dokter, en toch den engelen zoo in.
«ll'es gelijkend!!"
„Arme, arme Nin!" zeil Gravatb bewogen.
„Zij heeft uw medelijden, niet van noode,
daar, is zij; boven verheven. 'Een -vrouw cii#
haar leven opoffert voor haar goeden
naam riep Paul in geestdrift,
„Ik weet heb. Zij was een hetero man dan
lord1 Kano waardig 'geweest, ©en meer be
trouwbaren vriend dan Paul Ruskoff een
schooner, rijker leven
„Dat kan haai' no>g besehoren zijn."
„Neen. Ziji komt er niet meer boven op,"
verzekerde' Gravatb diepbreurig. „Hot zou
mogeilijik geweest zijn dlat zijl Volkomen her
steld was, maar alleen dan wanneer gij| niet
meer op haar weg waart getreden, mijtaheer
Kuslkoff."
XLII.
Kiitty Bucle wierp zich rusteloos in haar
bedstede van de eene op da and'ere srijid'e.
Moeder stond onbewogen als een zoutpilaar
bij haaa' sterfbed.
Kitty was nu zeer zwak, heb levenslicktje
flikkerde nog slechts nu en dan omhoog.
Het was zoo stil in huis ailsof do dood reeds
zijn intrede had! gedaan.
Het bouwvallige maai' ruime huis had
vele gasten 'kunnen bevatten maar des on
danks keerscktö eir diep© stilte, totdat de
klok benedlem in de huibkamer scherp en af
gemeten middernacht sloeg.
De schrille Mank dreunde door de gehee-
ie woning, de handwerksman d'ie met haas
tigen tred den straatweg langs kwam, kon
haaa' hooren staan en eveneens de groote,
slanke man, die niet var van de pachteis-
wonimg in do donkere hoornen-schaduw, ang
stig duisterde naar wat daarbinnen zou kun
nen voorvallen.
„Moedor 1" riep Kitty, met da Vermagorde
armen op do deken slaande, „bot «toeven
duurt vreeseilijk lang ik heb ei* nu genoeg
van
„Lig rustig, Kitty," vermaande de moe
dor, die door d© kamer dribbelde, „Rustig
moot je lilggen, zegt d'e dokter
„De dokter kan voor mijn part naar den
drommel loopen! In liet graf zal ik toch
rustig igenoeg liggen1 Moedor, ik wil weten
wat er gisteren en vandaag liier in buis ge
beurd is. Hoe komt dokter Gravatt bier?
En die ezel' van, een lord, dia Hans? En
waarom komt Nin nibt bij mij Zeg mijl toch
waai' is Nin?"
„Je moot j© niet opwinden, Kitty, maak
je> ma-ar niet bezorgd
„Alsof u niet bezig waart mij op te win
den Wat bedluidt in 's homals naam die ge
heimzinnigheid Het is me 'hier of ik in een
gekkenhuis 'hen! "Wat ia er aan de hand,
moeder 1"
„Men zegt miji immers ook niets, Kitty,"
antwoordde moeder Piekerson onverstandig,
terwijl ze een snuifje nam. „Men denkt dat
ik tei dom ben maar ik ben een hinder
paal voor hen. Do ïange dokter heeft 1 at
mij gisteren nog ongezouten gezegd."
„Waar is Nin 1 Ais je het me nu nog lan
ger weigert t© zeggen, dan smijt ik je het
kussen naai' het hoofd, oude
„Nin slaapt, zij slaapt reeds verscheidene
uren achtereen en daarvoor moeten vrij
dankbaar zijn- Wat ik mot jullie meisjes al
uitgestaan heb en dan weer met Piekerson
zelfs nu nog, nu we in onze oude dagen
komen Het moedertjo snikte.
„Moeder," vroeg Kitty schor-fluisterend,
„is Nin or-Van-door Was zijl weg do en
Hans met dien ouden kwakzalver bier
kwam Alfe het zoo i* en je hebt liet me niet
wwi' mpam—nca—iio—mi
gezegd, d)an is het een doodzonde o, dio
vervloekte hoest mij db eeniiget vreugde
te ontnemen, die ik nog smaken kan Is
Nin weg? Je kunt toch wol ja of neen zeg
gen. Of lis je dat ook te veel moeite?"
„Kitty," antwoordde dei moeder geërgerd,
„je bent iemand dio een ander heelemaal
buiten westen zou brengen I Je doet net als
of ik leugens sta te verkoopeai, en d!an nog
wel 'snachts om twaalf uur, bij' iemand!
„Waai' is Nin?" gild© Kitty krijschend.
„Zei ik je niet, dat ze slaapt?"
„Waar?"
„In de laatste fcamor aan 'b eind vau de
gang."
„En Hans is Hans bij' haar
„Neen ten minste zooeven was hij', be
neden bij den dokter."
„Is Nin ziek?"
„Ja bijpa zoo ziek als jij als jo het
nu toch weten wilt," barstte moeder Pioker-
son los. „Ziji heeft een zware verkoudheid'
opgedaan en iheeft ijllende koorts. „De vol
maaktste rust heeft de dokter aanbevolen."
„Waarom beeft men het voor mij geheim
gehouden krijsclrte Kitty. „Heb ik dan
ook geen recht op mijn zuster? Heeft zij
niet naar mij, gevraagd?"
„Zij, vraagt steeds en nog meor naar aller
lei dilngen het braakt iemand' 't hart,haar
te hooren ij'len.En dan, dan moet ik schreien
en dan jaagt ze mijl wög. Haar eilgen moeder,
Kits, haar eigen moedler en ze jaagt haar
weg!"
,,'t Is ja ©igen schuldJo bent een zieke
tot grooten last. Wat heb ik niet met ja uit
te staaii gehad!"
„Dat as anoodb ondankbaarheid, Kitty,
maar ik ben 't immer# niet anders gewoon
logt ook vele verplichtingen op. Ben recht
geaard ridder betaalt aan e-en onafzienbare
meaigto kleine ambtenaars on hofdignitaris-
son fooien, hij moet zich oen kostbare plaats
koopen i'n de koninklijke kapol van Sint-
Gcorge. Bij elkaar komt dit neer op onge
veer 12000 gulden onkosten.
Roberts nu, die als militair-adm Lnisfcrm
tour dor transportmaatsahappijen. in troe
bel water vischte ea bij! do transportschan-
dalen zijn garen spon, weigert thans des©
kosten t© betalen, er zicli op beroepende
dat wijion koningin Victoria (van wie hij-1
hot lintje ontving) had! beloofd hem van do
daaraan verbonden geldelijke verplichtin
gen te zullen ontslaan.
Generaal de Wet zei de reeds r „Maar-
sehalk Roberts iu een volbloed' Engolsdh-
man."
Gemengde SSededeeliuge».
De „Pctit Bleu" beweert te weten dat na
door haaa- ingewonnen informaties in de om
geving van koning Leopold nog niets bekond
is van oen aanstaande reis naar Egyptcs. Heit
Brusselsche Mad' vermeldt er bij dat men in
den regel do plannen des konitogs eerst op
hot laatst© moment vernoemt.
Engeland.
Dbm Oarlos is van zijn bezoek aan ko
ning Edward1 Maandagmorgen teruggekeerd
en na zijn velo jachtpartijitjes weer ui Parijs
aangekomen.
Officieel tegengesproken wordt het be
richt van een bezoek van koning Edward
aan het Hof t© Lissabon.
In hot Lagerhuis zoide Balfour, 'in ant
woord op een vraag omtrent VcnwBU&la:
„Vijf jaren lang hebben wijl ernstige re
den van klachten goliad over ongerechtvaar
digde handalingen van do Venezudlaanscha
rogeering ten opzifcbte van d'e vrijheid ende
eigendommen van Britsche onderdanen. Er
zijn door ons geen pogingen gespaard' om
een minnelijke regeling van die gevallen te
verkrijgen, maar in geen enkel geval is oen
bevredigende verklaring ontvangen, eu. dcai
laats bon 'tijd is or van do vorttoogen. van don
Brilscheu gezant feitelijk geen nota geno
men. Wijl zijn nu opgetreden in vereeniging
mot d'o Duitsche regeering. Onzo 1-aatetei me>-
dedealing is aan d© Veneaublaansohe regee-
ring gedaan. Indien daarop geen bevredi
gend antwoord wordt ontvangen, zullen de
beide ï'egecrmgen dei maatregelen nemen,
die nood'ig mochten zijn om haar eischen
kracht bij te zetten."
F r a li k r ij k.
Delcassé heeft zijp. ontwerp tot ratificatiSa
van hot Fransch-Siam-eeseh© verdlrag bijl de
Kamer gedeponeerd, en daarbiji oen uiteen
zetting van de motieven d'er regeering ge
geven. De Franschei koloniale bladlen had
den naar aanleiding van dit veixlrag een, ge
weldig kabaal op touw 'gezet. Vooral vond
en het verwondert me in t geheel niet
misschien zal je in do andter© wereld gaan
inzien, wat of je zei jo wat Kiitty?"
Kitty's lippen bewogen zich, maar moe
dor moest zicli diep over liaar heen buigen
om haar te verstaan.
„Houdt je mond'," steunde zij'.
Moedor Piekerson nam haar bril en adeü»-
almanak om met dezo troost te vinden en
bet evenwicht ito. haar geschokte ziel weder
t© herstallen.
Kitty lag nu ook stil en beproefde in da
duisterheden die liaar omringden, d'oor te
dringen. Er was het eon of ander met Nin
voorgevallen, daarvan was ze overtuigd. Had
moeder, die over 't algemeen een geloof
waardige bron was, ha-ar niet met nadruk
verzekerd' dat Nin ziek te bed lag, Kitty zou
onvoorwaardelijk hebben aangenomen, dat
zij met Paul er-van-d'Oor was, hetgeen het
beste voor haar zou wezen, zooals zij, haar
zuster, baar had aangeraden
Opeens werd d'o kamerdeur geruischloos
geopend en Kitty's groote donkere oogen
staarden in gespannen verwachting in. die
richting Neen, het was Nin niet; slechts
haar man, dien zijl zoo diep had lecren min
achten, Wat kon hij; nog van haar verlan
gen?
Ilars stak voorzichtig slechts heb hoofd'
naar binnen alls om zich te overtuigen, dat
het geoorloofd was binnen te treden. Zijn
borstelig haar stak weerbaa-stig in de. hoog
te, zijn gelaat was vaal-ged, de ronde visch-
oogeu brandden met felle randen
Kitty had hem nog nooit zoo gezien.
(Wordt vervolgd.)