4 57'** Jaargang. Zondag 5 en Maandag 6 April 1903. Tweede Blad. Praatjes over vee, weiie en eepat. j No. 11127. UIT DE PEES. BINNENLAND. Landbouw en Yeeteelt. Kunst en Wetenschap. v 1;}:P l!Ss& flféabi SCH! EDAMSUE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prjjs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weck: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zqn. ISure&a s Knteixtraat eg. Prijs der Advertentiën: Van 1b legels fl. 0.92; ïeoeie ie;el meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groot© letters naar de plaau die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeel ige voorwaarde Tarieven hnr- van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, wor en zoogenaamde kleine opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. latere. Telefoon IVo. 1.23. Het vaccinatiewetje. Hel ïütrechtsch Dagblad" b van meening, dat zijdie werkelijk aan de kracht dei vaccinatie gelooveuais zii hun kinderen maat- laten vacineeren en revaccineeren, zich in 'tminst niet ongerust behoeven temaken over de aanwezigheid van niet gevaccineerde kinderen naast hunne kinderen op de bij zondere school. Wanneer de vaccinatie slechts goed en met goed gevolg binnen den dooi de ervaring ais noodzakelijk bepaalden termijn is toegepast, ioopsn de gevaccineerde kinderen geen gevaar. Anders wordt het echter, wanneer op zekere schee! de ontheffingen op grooter schaal verleend gaan worden, en dat zal, naar de meening van het blad, op den duur het geval zijn. Dan krjjgt men scholen, die brandpunten van besmetting worden. En daar heipt de voorgestelde maatregel niet, om de kinderen, waarvoor ontheffing verleend is, niet toe te iaten, zoolang in de gemeente de pokken epidemisch zijn verklaard. Want in het incubalietijdpeik kunnen zij da pok- ziekte door besmetting verbreiden. Het is dit ernstige geval vooral, dat liet blad de indiening van het vaccinewetje doet betreuren. Terkiezing Prov. Staten. Tot candidaat voor lid der Prov. Staten in het district Ede is door de vrijzinnige kiesvereen. Burgerplicht gesteld de heer mr, A. G. A. ridder van Rappard ie Oosterbeek. Spoonveg-brlgadc. Men schrijft aan de »Telegiaaf": Bij het ontwei pen van ean plan voor de oprichting ecner Spoorweg brigade, is de vraag geiezen op welkn begrooting van Staats uitgaven de noodige gelden daarvoor moeten worden uitgetrokken. Alhoewel het hier eene militaire instelling betreft, gaat het zoo wordt beweerd met het oog op het doel dat er mede wordt beoogd, bezwaarlijk het griieele bediag dei- kosten ten la«te van het departement van Oorlog te brengen, te minder daar dit depar tement ook reeds de kosten draagt voor het wapen der maiécbaussée zuiver politie mannen. Een beslissing moet nog genomen woiden- Ked. ver. fot bevordering van Nat. arbeid. Het hoofdbestuur der sNedeilandsche Ver- eeniging tot bevordering van nntionalen ar beid", gevestigd te Utiecht, heeft een adre« aan de tegeeiing gezonden, waarin o.a. ge vraagd wordt, »het vei bouwen van koren op onzen bodem weder loonend te maken door 't doen heffen van schaalrechten op aan te voeren buitenlandsche granen", en waarin als de meening van adressante wordt te ken nen gegeven idat onze economische politiek voor en bo ven alles ten bate van ons land en volk moet worden gewijzigd üdat, de goede trouw der voorstanders van de theorie van T vrije ruilvei keer buiten ver denking gelaten, het langer handhaven der prnctijk in ons isolement hoogst bedenkelijk zou worden ïdat geen sociale hervormingen behooren tot stand te komen, die ten laste van de land bouwbedrijven komen, voor en aleer het ver bouwen van koren op den Nederlandschen bo dem loonend gemaakt isen wat de industrie betreft, totdat het verhoogen cn uitbreiden der tarieven van invoer zal zijn tot stand gebracht. De lichtingen 1900 en 1801. De sSoldatenkrant" welke doorgaans goed is ingelicht, meldt, dat het in de bedoeling der regeering ligt, het tegenwoordig verblgf onder de wapenen van de lichtingen 1900 en 1901 voor twee beurten herhalingsoefe ningen te doen tellen. Intrekking der muntbiljetten, De Regeering heeft, te gelijk met het wets voorstel tot verlenging van het octrooi der Nederlandsche Bank na 1 April 1904, een tweede ontwerp ingediendstrekkende om met dien dog de muntbiljetten, die van rjjks- weBe zijn uitgegevente doen ophouden ^wettig betaalmiddel te zijn". Zg zullen dan nog tot 1 April 1905 bij alle rijkskassen worden in betaling genomen en fot 1 April '909 by de betaalmeesters en bij.de Ned. Bank kunnen worden ingewisseld. In de behoeite aan klein papieren geld wordt dan voorzien door de bevoegdheid aan de Ned. Bank te verleunen, om bankbiljetten uit te geven tot een bedrag van ten minste f-10-(thans 'ten minste f 25) elk. landbouwtentoonstelling. In de gisteravond gehouden vergadering van de afd. Westland der Hollandsche Maat schappij van Landbouw is vastgesteld het programma voor de tentoonstelling, van 9—11 September te Naaldwjjk te houden. Het om vat tuinbouw, akkerbouw, zuivelbereiding, bloemen, werktuigen en vee. Het gezamenlgk bedrag der uitlovingen is pi.m. f1800. Het Generale Boeren-Hulp Fonds. De heer W. J. C. Brebner, thesaurier van het Generale-Boeren-Hulp-Fonds te 's-Gra- venhage, verzoekt de volgende mededeeling te willen publiceeren. Ingevolge telegraphische instructies mg uit Zuid-Atrika geworden om het kantoor van bet Generale Boeren-Hulp-Fonds te 's-Gra- venhage te sluiten, zoo geef ik aan belang hebbenden hiermede kennis, dat dit zal ge schieden Zaterdag 11 dezer a. s. De heeren Scheurleer Sc Zoonen, bankiers te 's-Gravenhage, hebben zich bereidwillig beschikbaar gesteld om bedragen tot het Fonds die vóór den bovengenoemden slui- tingstermijn nog niet konden worden gestort, ook na dien datum in ontvangst te nemen en voor de verzending daarvan naar Zuid- Arrika zorg te zullen drogen. Strafbepalingen omtrent arbeid. Dé Regeering heeft aan. de Tweedte Kamer nog vóór dé openbare beraadslagüngeu over de ,stakingsout werpen'een aanvang nam, overgelégd een hoogst holanigiijlk overzicht omtrent wetgeving en rechtspraak, zoo hier to landé als dn het buitenland!, wat de straf baarheid betreft van feiten die biji arbeids geschillen plegen voor te komen. Het overzicht is verdeeld: in twee afdeo- iingen I. O ngcoor loofde dwangen wel A. om ifots te doen of te laten in het alge meen, en B. gericht op beperking Van de vrijheid van arbeid, IiandoL of nijiverhoid. II. 'Dienstweigering: A. van openbare ambtenaren, cn B. van 'personen in prilvaten dienst, zeelieden uitgezonderd. Wederrechtelijke dwang om iets te doen of te laten is dn alle landen strafbaar ge stald, mot verschil in do aanduiding der ge bruikte midddlen. lil 't algemeen, zonder eonigo bijzondere aanduiding mot het oog op stakingen cn »r- boidbgesohillen, luiden de ongeoorloofde mid delen itn do volgende landen D tl i t s c li '1 a n d„geweld! of bedreiging mot een misdaad of wanbedrijf". O o s t ei li r ij k„geweld of bedreiging met lichamelijk letsel, schennis, van vrijiheüd, eer of eigendom togen den bedreigde, diens •bloed- of aanverwanten of andere onder zijn bescherming staandé personen. •Bulgarije: „gewold', bedreiging of machtsmisbruik" 11 a li „gewald of bedreiging". •Noorwegen: „gedragingen, strijdig mat dé wet, of bedreiging". Z wo dein: „gewold of bedreiging". I) o n e ra a r ken,: „geweld of bedreiging met gewold/'. Finland: „gewold of 'bedreiging". Zwitserland (ontwerp) „geiweld of zware bedreiging". Japan (ontwerp): „geweld of bedrei ging mét ikrenking van, lijd, leven, persoon lijke vrijjlieid', eer of vermogen van bedreigde of verwanten". Nedlerland: „gewelld of bedreiging met gewold". In Engeland daarentegen worden in do wet van 1875, ook bepaalde feitelijk heden in Verband staande met arbeidsgé- sch'illen opgdsomd1, rit Iedaro persoon bégaat een misdrijf cm kan worden beboet of gevangen gezet (a) (d) die mot (heit oogmerk cem'g ander per soon te dwingen ecnigo handeling te ver richten of na to laten, di'e zoodanig ander persoon hot recht heeft té doen of na te 1 alten, onrechtmatig on zonder wettige! be voegdheid, (1) geweld gébruikt togen of vrees aan jaagt aan zoodanig ander persoon of zijn vrouw of kinderen, of zijn eigendom be schadigt of (2) oniafgebrdken. zoodanig ander peWoou overal van oord' tot oord volgtof (3) eonig gereedschap, Ideedmgstuk of andér good, door zoodanig ander persoon bezeten of gébruikt, verbergt of wegneemt of hom dn hot gebruik daarvan hindert; of (4) hét 'huis of zoodanige anders plaats, waar zoodanig ander persoon verblijft, of werkt of een bedrijf uitoefent, of toevallig aanwezig is, of den toegang tot zoodanig hu,is of zoodanige plaats beiwaaikt of afzet; of (5) zoodanig •ander persoon mot twéé cf meer andere personen op orde verstorende wijze in (op) of door (over) eenige straat of eenigen weg volgt. Wachten aan of nabij het huis of do plaats waar iemand verblijft of weakt of een bedrijf uitoefent of toevallig aanwezig is, of aan of nabij den toegang tot znlik huis of zulke plaats, enkel' 'ten eindé inlichtingen to krijgen of te geven, ds nilet een bewaken of afzetten, zooaüs bedoeld in (4). Elders sommen de bepaliingen van straf recht niot aldus de gevallen op, maai- spre ken zijl in het algemeen van ongeoorloofde middelen iti verband niet arbeidstoestanden. Daartoe behooren Italië. Art. 165 Strafwetboek. Hij dié, met gewold of bedreiging, de' vrijheid van nijverheid, of handel, op welke wijizc ook, verkort of belemmert, wordt gositraft Frankrijk. Art. 414 (gew. 25 Maart 1864) Strafwetboek. Wordt" gestraft hij die, door middel van gewold, feitelijkheden, bedreigilngen of bedriogelijko kunstgrepen, heeft veroorzaakt of doen voorrtduron of gepoogd heeft to veroorzaken of te doen voortduren eon vooraf beraamde werksta king, mot hot doei! een vorliooging of vcrlar ging van loonen door te drijven of do vrije uitoefening van nijverheid of arbeid aan t e randen. België. Art. 310 (gew. 30 Maart 1892) Sti-afwebboék. Wordt gestraft iéder die, met het doel een vemhooging of verlaging van loonen door te drijven of do vrije uitoefening van nijverheid of arbeid aan ta randen, ge wold heeft gepleegd, scheldwoorden of be- dreigingen heeft geuit, oetn boete, een ver bod, ontzegging of eenig beval heeft uitge sproken, hetzij! tegen hen die arbeiden, het zij togen hen dio dben arbeiden. Hetzelfde geldt van hen die da vrijheids van patroons of werklieden hebben aange rand, hetzij door samenscholingen bij, de in richtingen waarin de arbeid wordt verricht of bij de woning van hen di© dezen leiden, hetzij! door zich over te geven aan daden van vrees-aanjaging tegenover werklieden -die zich naar het werk begeven of or van tcrug- ikeeren, hötzij door ontploffingen te verwek ken bij de imrichitingen waarin de arbeid wordt verricht of in de lokaliteiten door do werklieden bewoond', hetzij door d© afslui tingen ite vernielen van de inrilchtingen waarin do arbeid wordt verricht of van de woningen of akkers door do werklieden ge bruikt, heitzij door dé gereedschappen, werk tuilgen, toestellen of benoodigdheden voor het werk of do nijverhoid te vernielen of ongeschikt té maken voor liét gebruik waar toe zij bestemd zijn. D'uiitschl and. Art. 153 (Gowerbeord- nung.) Wie andieren door aanwending van lichamelij'ken dwang, door bedreigilngen,door krenking in hun eer of eörioosveiiklaring be weegt of tracht te bewegen aan zoodanige afspraken (d. i. ten cindé gunstige loons- cn ai-beildsvoorwaardleai to verkrijgen, in het bij zonder door middöl van staking van don ar boid' of ontslag van werklieden) d'eel te ne men of daaraan gevolg te geven of anderen dloor gelijke middelen belet of tracht te bc- ilotten zich van zoodanige afspraken terug te trekken, wordt gestraft Oostenrijk. Art. 3 wet 7 April 1870. Wie, om het tot stand 'komen, do verbrei ding of hot door middöl van dwang doorzet ten van ecu der in 2 aangedhiide afspra ken (d. i. 'ten einde ongunstiger axbaid'svoor- waardom op te'leggen of gunstilgere tc ver krijgen) te bowerkon, werkgevers of werk nemers in do uitvoering van bun wijl besluit arbeid te geven of 'tc nemen, door middel van vreesaanjaging of geweld hindert worditgestraft. Bulgarije. Art. 300 Srwb. Wié arbei ders in een bedripsi nrichti ng 'of fabriek dwingt hun arbeiS te staken of den gestaak- ten arbeid nfet weder op f'ö neanen, wordt gestraft. Van dé lange 'lijst van voorbcdldcn uit de verschillende staten der wereld, bepalen wij ons tot bovenstaande, 'uitsluitend' betreffen de rijken binnen Europa. Een en ander over de verpleging van ons vee en wat daarmede samenhangi. {Vervolg). Gedachtig aan het opschrift boven doze artikelen on aangelokt door liet zonnige, hel dere weer der laatstei dagen, dat trouw ge holpen d'oor den wind', onze landerijen wat heeft opgedroogd, willen wo yens de weide inloopen. Gaf dé stal en zijn inrichting stof te over tot bespreking, met do weide is dit niet mind'sr héb geval. Hier toch vordt het veo van den apodlingboer do Scliiedamsoho, die zonder land' boert, valt hier buiten een groot dool en d'at van den buitenboer het grootst© gcdcelto van het jaar vörzorgd. Stélden wo aan den sta!, als tijdolij|ke ver blijfplaats voor ons veo bepaalde eischem, wo stollen duo eveneens aan do plaats, waar ons rundvee van 5 tot 8 maanden, al naar hot bedrijf en hét weer is, rondloopt. Wil een wedde als geschikt worden, aangemerkt, den zal zijl zélfs aan tweeërlei easchen moe ten voldoen. Zij moot toch ons veo nilet alleen eon go- schikte v o r b 1 ijl f p 1 a a t s biedenmaar bovendien het in de gelegenheid stellen or vO' 1 do end cn 'good1 voedsel' té vin don. Vooreerst dus dient biji de beoordééling een er weide geilet tc worden op haar min of meer droge liggingvervolgens op dé ge legenheid', wélke zij-biedt er eenige 'beschut ting tc vindén tegen dé onaangenaamhedtei, verbonden aan een langdluritg verblijf onder den blooten hemd ;dan op dé planten, waar mode d'e veilde bekleed is, en eindelijk of het veé er void'oendö, goed' cn gemalkkellj|k drinkwater kan vinden Ziehier eenige punten, waarop we achter eenvolgens onze nanacht kunnen vestigen. Al beantwoordde onze stal aan hoogst ge stelde oischon, 'toch verkiest het vee dé wed de boven den stal. Héb is d'en dieren aan to zien, dat ze volop genieten van de frisschei, zuivere lucht, ze ademen ruimer, én zo stellen zich ruimschoots schadeloos voor de lang ontbeerde vrijo beweging, ^oor de wed- d'c rond te galoppeoren. Wél zal nog menilgo guro voorjaarsdag of -nadhb het vee rillend en klagend' doen loeien, als wcnsclito hét te rug te koeren binnen da beschuttende stal- V and en cn zicli nog eens te koestoren in de zoo behaaglijke stalwarmto; de zonnige da gen, 't malsche gras geven ruimschoot ver goeding voor hét gevoelde gemis. Een nik mate molkgift is er ons borg voor, dat dé gezondheidstoestand' van het dier ca- niet ondér lijdt. In hét najaar is dat gehe'el anders.. Als liet aantal' voeren hooi d'ait 's zomers is bin nengereden, bedenkelijk klein "s, als de wei de nog overvloed van gras beeft, dan blijven do diex-eii wel eens langer blootgesteld aan do onaangename herfstvlagen, dan in bot belang van boei- on beest beide is. Dan slij ten db dieren soms merkbaar. Vooral het nat ib hét bezwaar. Blijft het droog, dan kan hot vee lang buiten blijjven maar tegen veel nat kan hot 'liet, hot moot oen plaats vinden, waai- liet droog kan lig gen. Daarom moet d'e grond van onze weiden zoodanig zijn, d'at liet hemelwater geregeld door het land 'kan worden opgenomen. Dtot zal echter alleen mogelijk zijin, als do grond behoorlijk dborlaitendl is en do ondergrond liet overtollige water 'geregeld kan afvoeren. Het eorste zal verkregen werden oite de gras zode voldoend© openilngen ueeft, dus dé grond', zooals men dat ploegt te noemen, een goede structuur 'heeft. Voor alles is alzoo het „poreus zijn" van don bovengrond noodza kelijk. Dit heeft edlvter alleen doel, wanneer do ondérliggendo grondiiaaig op zijp beurt het water doorlaat of althans voldOondé af voert. Juist in ons polderland' baart die water afvoer do meeste bezwaren. D'e geringe hoog te Van het maaiveld boven het zomerpedl kn de poldbrs is vaak oorzaak dat het grond water- liet grootste bezwaar oplevert voor den waterafvoer. Dikwijls moet hot water een voet beneden het zomerpeil worden af gemalen, wil het land, zooals het heet, goed kunnen uitzakken. De bepaling nu van dé hoogte van het zo- merpeil is vooral als do p oldérgronden zeer ongelijk liggen, niet zoo eenvoudig; dé eige naars der hoogere gedeelten klagen reeds oven- een to laag peil, Wanneer de bezitters der lagere stukken nog aandringen op ver laging van hot peil'. Het meest aanbevelens waardige! in zulke gevallen is dan, helt peil vast te stollen met het oog op de laagste gronden en het watergebrek in de hoogere deelen tö vooikomen, door het plaatsen, van keordarmmen of schutten. De af voor van het door dén bovengrond doorgelaten hemelwater heeft m deze stré ken algemeen plaats door middel van grep pels. Een goede begreppoling is dan ook voor een weidé voor oen lage natuurlijk inzonderheid, maar ook voor ton hooge op kleigrond van het meeste belang. Het water zoekt dé laagse plaatsen, daar zullen derhalve do greppels geschoten moe ten worden. Eorgt men nu voor voldoende schot en denke men er om dat een greppel ook dichkgezet moet kunnen worden, dan zal de weidei voldoende droog zijn en waterge brek niet te vreezen zijn. Of deze wijizo van droogleggen, ook in onzo 3'ago weiden niet doelmatiger plaats zou kunnen hebben, 't zij' door steenen, houten of tiu-fdrains of door diepe met koolasch of takkenbossen gevuldé gioppels, zal later bij het bespreken der boekt voor liet molken ter sprake komen. Zeker is het, dat bij een goede structuur van dén grond en oen flinke begreppoling onze weilanden in zeer goeden staat kunnen zijn. Toch wenschto ik op één ding wel dé aan dacht tö vestigen, en dat vooral nu, omdat men in dézen tijd van het jaar liet beet in de gelegenheid ib het goed waar te nomen. Ik bedoel het mos in onze weiden. Hot mos heeft dei eigen aardigheid om vooral op onze veenachtige weilanden zich tö nestellen en daar hot veenachtig karakter van dén grond sterk te doen toenemen. Het mos. ril! groeit heel dicht biji den grond en breidt zich daar langzaam maar zéker uit, zoo 'het niet wordt verwijderd Al aan den top doorgroeiend on in zijn wor tels afstervend, houdt liet veel vocht vast. Zelfs al is het bovenop zeer droog, dan iis liét ondereind toch nat. Dit vochthoudend vermogen nu werkt hoogst nadeelig op dc zode, waarop het voorkomt. De plantenres ten i li en o p do zode kunnen met voldoen de v en-O tien, zo verzuren langzamerhand. Do groot© kracht waarmcdei 'hét mos hot wa ter vast houdt, maakt, dat bovenwater en grondtvater samenwerkend', een behoorlijke toetreding van luolit iri den grond beletten. Kan do Judlit niet iln den bodem door dringen, dan ontstaan daar schadelijke ver bindingen, die nibt het mos of het zure gras of het driekant of dé dotterbloem hin deren in hun groeil, maar wel de meer ge- wenschte goedé grassen. En dit nu moet voorkomen worden. Spoelt do lucht (zuurstof) zooals we vroe ger zagen, een voornam© rol in het dierlijk leven, een even belangrijke rol vervult ze m liet plantenleven cn in den grond. Zonder- vrijo toetreding van lucht in onzen bodem, komt, welke bemesting en hoe zwaar ook aangebracht, nilet tot haar recht, kan verzu ring van den grond niot worden voorkomen. Ja, soms schijnen in enkele droge jaren die zure plekken iets kleiner, maar gaandeweg nemen zo in omvang toe en bovengonoemdé onkruiden winnen steeds meer veld. Droog leggen, dat is li et w a.ter vordr ijiven en de lucht toog au g verscliaf- f e n, is noodzakelijk ter bestrijding van liet kwaad; doch hot is slechts half werk, zoo de verdrijving van liet mos or niet me© ge paard gaat. Houdt hot mos stand', zoo houdt verzuring aan. Nu worden ter bestrijding van het mos velé middelen aan de hand ged'aan. Een be mesting mdt ijizersulfaat verdrijft volgens sommilgcr ondervinding hot mos en doet het gras zelfs beter groeien. Doch de juiste aan wending ervan eisebt eenige ervaring cn daarom zie ik liever ter verwijdering van het mos eeii weide-eg iu gebruik netmen. De Wöidc-og een beschrijving ervan te geven acht ik onnoodilg, want ze zijn bekend genoeg, al is hot gebruik er van nog maar al te bepesnkt vooral' als ze aan de voor zijde behoorlijk belast wordt bij' een eersté beëgiging van do weide, rukt net loswonto lend© mos uit en ruiknt bet al to viltige kleed' onzer weiide op. Er is echter aan liét gebruik desr woido-eg nog meer voord col verbonden. Met bot mos werdén de dooden grasbossen van het vorig jaar ook uitgetrokken, do mest beter ver deeld' en do molshoopen vrij' goed geslecht. Vrij goed, zog i'k, want zei met de riék uitr één tc slaan aclit ik beter, daar dc grond dan beter verspreid wordt. D'aar komt nog bij, dat door de eg de grasnerf min of meer verscheurd wordt, de grond dus opgelegd cn dé luclit vrijer toe gang verschaft wordt zoodat zij haar lieiT- zamen invloed onbelemmerd kan uitoefenen. Wie ééns de nuttige werking van liet eggen d'er wedde heeft gezien, erkent het groot© nut ervan ten volle. Fee-uitvoer naar België. In de maand Maart zijn uit Nederland* langs de g'ensstations Esschen naar het bui tenland verzonden 485 stuks fokvee en 3640 stuks slachtvee, ter waarde van 620.000 francs. Van het fokvee zgn er in de quarantaine stallen 72 stuks afgekeurd en naar Nederland teruggezonden. Voor dén nationaleu zangwodstrijd voor Marmenkoren op 31 Mei en 1 Juni te Rot terdam te houden, en uütgesdircven door dc i rfr^f 1 "Ta M. i é- '"IT ""fc Tl f! fit** 4 I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1903 | | pagina 5