OPSTANDING.
57^ Jaargartg,
Zondag 12, baandag 13 en Dinsdag 14 April 1903.
No. 11133
W'H&ïsFs
Tweede Blad
UIT DE PERS.
BINNENLAND.
SCHIEDAMSCME COURANT.
Deze courant verschoot dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prjjs per kwartaalVoor Schiedam enVlaardingen 1.25. Franco
«gr post 1.65.
Prjjs per weckVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
jan het bureau bezorgd zqn.
Bmrcnu Kotcrnfraat 68.
.iVvAoSS, /iv-V
Prjjs der Advertentiën; Van 1b regels 11. Ö.92, iedere ret el
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaat!-- die /ij
innemen.
Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaarde Tarieven hier
van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde 1feïa€»e asdmasrtmmfiSn opgenomen tot den prijs van 40 cents
per* advertentie, bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Imterc. ïelefoos Ho. 123.
Een dwang wet
De »N, R. Ct." stelt de vraag is de pas
aangenomen strafwet we! een dwangwet,
geljjk zy genoemd wordt. Zij komt tot de
conclusie dat van een dwangwet, mnilkorf-
wet, van knevelen en knechten geen sprake is.
Zij schrijft dan ter nadere toelichting.
ïDie voorstelling is valsch, is onwaar, is
leugenachtig.
Men kan van iemands geheime bedoe
lingen precies zooveel kwaad spreken als men
verkiest. Tegen verdachtmaking en laster is
niemand veilig. Maar men mag toch eischen,
dat men een wetsontwerp leest, voor dat men
het veroordeelt en over de bedoelingen van
de voorstellers zijn verachting uitspreekt.
Daarom willen wy nog eens trachten de
bepalingen der voorgestelde wet onder de
oogen van het volk te brengen. Misschien
zal het geduld genoeg hebben om ze kalm
te lezen en te overdenken.
Er worden tweeërlei strafbepalingen voor
gesteld, die we afzonderiyk zullen behandelen.
De bepalingen, die in het eerste artikel
worden voorgesteld, zijn juist het tegen
overgestelde van een dwangwet, Plet is een
anti-dwangwet, een wet om allen dwang te
verbieden en de vrijheid van den werkman
te beschermen.
Er wordt straf bedreigd tegen hem, ïdie
een ander door geweld of eenige andere fei
telijkheid of door bedreiging met geweld of
eenige andere feitelijkheidgericht hetzy
tegen dien ander, hetzij tegen derden, weder
rechtelijk dwingt iets te doen of ie dulden."
Daarenboven wordt een lichtere straf, een
politie-straf bedreigd tegen hem, »die weder
rechtelijk op den openbaren weg een ander
in zijne vrijheid van beweging belemmert of
met één of meer anderen zicli aan een ander
tegen diens uitdrukkelijk verklaarden wil
blijft opdringen of hem op hinderlijke wijze
blijft volgen."
Yoor ieder, die de moeite wil nemen om
te lezen, is het duidelijk, dat de vryheid der
vakvereeaigingen hier volkomen wordt geëer
biedigd. Ook het zoogenaamde -eposten" blijft
vrij. Het woord blijft vrij. Men zal zijn kame-
aden mogen trachten over te halen om te
staken of niet te staken, om te werken of
werk neer te leggen. Alleen men zal hem
niet mogen dwingen. Plet zal bij woor-
'en moeten blijven. Men zal zich van
aden moeten onthouden. Men zal geen
geweld mogen gebiuiken, niet tot feite
lijkheden mogen overgaan, hem van het
lijf moeten blijven, Men zal hem ook daarmee
niet mogen bedreigen. En niet alleen zal
men zich tegen hem zeiven daarvan moeten
onthouden, maar men zal zulke middelen
om hem te dwingen ook niet mogen
;ebruiken tegen derden, tegen anderen, tegen
zijn nabestaanden, zijn vrouw of zijn kin
deren,"
Na nader omschreven te hebben het hin
derlijke van het volgen en opdringen vau
medearbeiders, schrijft zij verder
sEn nu het andere artikel.-
Dit luidt als volgt
»De ambtenaar of eenig in het openbaar
spoorwegverkeer voortdurend of tijdelijk werk
zaam gesteld persoon, riiet behooreride tot
liet personeel ven een spoorweg waarop uit
sluitend met beperkte snelheid wordt ver
voerd, die, met het oogmerk om in de uit
oefening van eenen openbaren dienst of in
het openbaar spoorwegverkeer stremming te
veroorzaken of te doen voortduren, nalaat of
wettig daartoe gelaat, weigert werkzaamheden
te verrichten, waartoe hij zich uitdrukkelijk
of uit kracht van zijn dienstbetrekking heeft
verbonden, wordt gestiaft enz."
De ambtenaren in dit artikel bedoeld kun
ne'.. wij buiten bespreking laten. Voor hen
maken de arbeiders zich niet warm. Wij
bepalen ons tot het spoorwegpersoneel.
Deze wet zal alleen gelden voor het spoor-
wegpeisonsel bij de groote spoorwegen, niet
voor de beambten en werklieden in de cen
trale werkplaatsen voor den spoorwegdienst,
niet voor liet personeel bij de locaal-spoor-
wegeu, de stoomtrammen of paardentrammen,
en veel minder nog voor alle andere arbeiders
of werklieden. Die allen zullen, desverkiezende,
straffeloos het werk eensklaps kunnen neer
leggen.
Waarom worden hier de beambten en
bedienden bij het groote spoorwegverkeer met
Een Paaschgeschiedenis,
naar
E. FAHTROW.
Rce^s tien minuten stond Ada Verlaat
aan de halteplaats d'er elcetrisoli© tram om
te waditen op „haar" tram.
Ongeduldig liep zij met Hein© pasjes op
en neer, het was geen pretje in het nal-
ikoudo voorjaarsweer te moeten waalnen,
vooral wanneer men op audiëntie moet bij
de vrouw van 'n minister, die all raker eid wil
hgsb eens voor haar had willen poseeren.
Jawel, Ad)ai was ten slotte zoo ver gevor
derd, d'at men portretten bij haar bestelde!
En daarin was zij geslaagd sedert haar laat
ste „intiem©" ikunslbcscihomving in de B.
strasze, waar voorname cn voornamere per
sonages haar stemmige pastel-koppen cn
haar karaktervolle portretten hadden bewon
derd.
Ook het jonge meisje zelf was eensklaps
bewonderd en geëerbiedigd geworden. A.la
was opgewekt van natuur en daarom lachte
zo cn amuseerde zich over die lotsverbete
ring, in plaats ca* bitter-gesteiml door te
worden. Want vroeger, vijf jaren lang, had
men noch voor haar convoud, noch voor haar
talent oog gehad en zo had zicli door het le
ven heen moeten slaau als d'o armste stu
dent, menigmaal zonder middagboterham cn
diikwijjs haar studies zondbr avondbrood
moeten. voltooien. Thans echter was die tijd
voorbij) en had zij! zich con weg gebaand en
de eerste zilveren sohijVen had zij. thuis in
een kastje veilig opgeborgen, een kostbaar
klein 'kastje, dat Ekers'bach, de beroemde
kunstgraveur, haar als betaling voor Z1311
portret had geschonken.
Eïnd'elijk, d'aar was de oleetrisohe
Ada stapt© op do tram en veroverde zich
oen plaats. Zij kwam to zitten naast een ele
gant geldccdbn, ooidlcu heer, dien zij sedert
kort op haar tcutoonstciUing had leoreu icon
turn. Het was meneer do liandelsraad' Neu-
•benier, die haar met hartelijke boleofrlhcid
groette.
Meneer do handleilsraad was een bekend
kunstbeschermer en ondersteund© gaarne
jong© talonten met raad «n daad, vooral'
wanneer zij mooi waren.
Ada schrikte ©enigszins, toen zij, den wel-
gedanen hear bemerkte, wien ziji bijna haat
toedroeg! Want zij had toevallig ervaren,
ambtenaren gelijk gesteld? Omdat het groote
spoorwegverkeer is een tak van openbaren
dienst, ten behoeve van het algemeen, en,
ofschoon bij concessie door den Staat opge
dragen aon twee particuliere maatschaappijen,
in hoofdzaak is geregeld bij de wet. liet is
niet onmogelijk, dat de Staat, in navolging
van andere landen, het geraden zal achten de
exploitatie zelf ter hand te nemen, maar het
karakter van het groote openbare spoorweg
verkeer veranderd niet, doordat de Staat,
zooais tot nog toe geschiedt de exploitatie
opdraagt aan een paar groote maatschappijen,
indien dit geschiedt onder voldoend staats
toezicht en volgens door den Staat vastgestelde
regelen, waai over aanstonds meer.
Volgens het wetsontwerp zal ieder dus vrij
blyven bij het spoorwegverkeer in dienst te
gaan of den dienst te verlaten, na behoor
lijke dienstopzegging. Maar het zal hein ver
boden zijn, zoolang bij in dienst is, in
strijd met zijn dienstcontract na te laten of
ie weigeren datgene te doen, waartoe hij zich
verbonden heelt of wat hem wettig wordt
gelast. Hij zal dus niet eensklaps het werk
in den steek mogen laton of zijn dienst
weigeren. Dit zal echter alleen dan strafbaar
zijnwanneer hij het doet smet het oogmerk
om in het openbaar spoorwegverkeer strem
ming te brengen of te rloen voortduren".
Dit oogmerk, in het spoorwegverkeer strem
ming te brengen of te doen voortduren, zal
zijn handeling strafbaar stellen. Zonder dat
oogmerk zal hy ook voortaan, evenals ieder
ander, desverkiezende straffeloos zijn dienst-
contiact kunnen verbreken en slaken."
Het bind wijst er nog eens op dat zij met
de bepaling geen vrede zou kunnen hebben
als het spoorwegpersoneel aan de vrijmach
tige beschikking der spoorwegdirecties werd
overgelaten. Nu de algerneene maatregel van
bestuur daar is 0. in. voorschrijvende dat de
directies een reglement moeten maken onder
goedkeuring der regeering, waarin de termijn
van opzegging woidt vastgesteld en de inrich
ting van scheidsgerechten, is de bepaling
niet meer dan billijk.
Ten slotte viangt het blad;
rleder arbeider moge zich dan de vraag
stellen, ofnu het cbenstcontract van het
spoorwegpersoneelhet onderzoek van zijn
wenschen en klachten en het hooger beroep
dat do gi ootmoedige kunstkenner cn nuu-
cnas in zijn dagclijiksöh leven con hoogst
kleinzielig cn egoïstisch menseh was. Vooral
wanneer men hcni 111 zij'n zwakke zijde aan
tastte cn zijn ijdelkckl kwetste, dan was hij
onvorbiddollijk.
Bij' voorbeeld 'had een jongere broeder
van den handolsraad!, reeds jaren goledou,
mot willen „deugen." Dat wil zeggen do jon
ge man was uit de zaak van zijn brocdor ge
treden en 'had zich aan do journalistiek ge
wijld om ten slotte zelfs een arm meisje, een
jong» actrice to trouwen.
Niemand in de groot© stad boord1© daarna
taal of toeken meer van hem. Verdorven -
gestorven was de onnutte tak van hot buis
Neubcuer, onnut, omdat hij' ideale verwach
tingen hooger schatte dan liet alleen zalig
makend© kapitaal.
Ada kende echter dit gesluierd© drama
zij alleen wist ook dat de broeder, di© van
zijn schrijverij) niet voldoende kon loven, te
vergeefs aan den liandelsraad om steun had
verzocht, gesmeekt voor vrouw cn kind, vlaai-
hij zelf voelde d'at zijn einde naderde.
Meneer do liandelsraad Neubeuer had do
bcd'el-briovcn verbrand en beantwoord met
een onbeleefd zwijgen.
Dat was maar het 'beste middel, om door
dat „volk" niet meer to worden lastig go-
val Ion
Vandaag in do tram, zag men het den
wclgedancu heer niet aai;, dat bij onder ecu
of auctor leed gedrukt ging. Met joviale
spraakzaamheid' vroeg hij Ada- naar baai-
jongste succes en naar bot doel van kaar
tocht.
I11 liet blonde hoofd der schilderes Woel
den de gedachten wild dooreen. Zijl wist dat
groote klinkende namen cn hooge bescher
ming den man imponeerden cn daarom zei
ze mot nadruk op weg te zijn naar mevrouw
excellentie X.
„O, inderdaad? Poseert mevrouw?"
„Neen, bet is sleckt9 om over toiletten
te spreken want mevrouw zal bij( mij op hef
atelier posceron".
Wat een ouderscheiding voor u 1 Aan
vaaixlf hiermede mijn gohikwc-nsoh, mijn
waarde juffrouw! En wanneer is het ande
ren stervelingen, eens vergund uw atelier lo
bezichtigen V'
„O, ik hen toderen middag voor bezoeken
op mijn atelier te vinden Nümbergei-
strasse 157, wanneer gij' ra- ten minste niet
tofen opziet om vier tappen hoog te klim
men?"
„Al1 t© beminnenswaardigzei de ham
de-lsrnad opgetogen. „Ik zal mij zulks ver-
oorloovon misschien heb ik ook '11 bestel
ling voor u zo-u u de aanstaande Xatenlag
voor Pas then gelegen komen?"
„Zeker mij is elke dag dezelfd©. Paasch-
zondag natuurlijk uitgezonderd! Want dan
maak ik de eerste opstandings-wandeling
met mijn pleegkind maar d'at zal tt we.oig
belang in boezomen."
„Alsjeblieft, mijl intra.esseert alles wat gij
zegt1 Gij hebt een pleegkind?"
„O, slechts cou arm, jong meisje, dat ziek
ligt cn wier krachten totaal zijn uitgeput
ilc vond haar op zekeren dag in onmacht
voor onze deur liggen maar dat is een
treurige geschiedenis. Eni hier moet ik uit
stappenAdieu, mijnheer dc (handolsraad."
„Tot weerziens, mejuffrouw,"
„Ja lacht maar en maakt mij het hof1"
dacht Acla, terwijl zij haastig voortliep. ..Je
zult een. verrassilng beleven, zooals je nog
nooit belbl durven droomen!"
Ach, God geve dat mijn plan slaagt1 Laat
gij toch een zonnestraal van erbarnring m
liet 'hart van dien rijkaard doordringen
D'o audiëntie bij de vrouw van den minis-
ster liep zeer naair Ada's weusoh af en zij
dacht ©r zelfs niet aan klinkende munt uit
ha-' nieuw ouilenkansjc te slaan,
was nog meer verbaasd, toen ze een
paar dagen daarna in de courant een berwht
las omtrent liet aanstaande poseeren van
zijn excellentie's vrouw voor de begaafde cn
jeugdige schilderes Ada Vcriaut, enz en/.
üatlhad natuurlijk de liandelsraad 111 do
courant gezet! Ilij' wilde haar klaarblijke
lijk „Inuccoron" zooals hij reeds^menig Ie
«inncntl talent den* weg had gebaand tot
r en ku n s ten a ars-1 o o pb a au
Bij Ada vonden dragelijke „kruin agen-
tjes" gcon ingang. Zij dacht over t a'src-
meen veel minder aan zichzelf dan aan haar
mind'er gelukkige inodmnenschen en m
't 'bijzonder aan haar beschermeling©, waar
van zij, den liandelsraad 'liad verteld, wijdde
zij bijna al haar zorgen.
"Mot Goedieu Vrijdag ging zij uit, koelit
ecu bosje .heerlijk geurende viooltjes 011
steeg daarmed© de vier trappen op, dic> naar
haar atelier voerden 011 toegang gaven lot
een kamcitjo dat zij sedert er bij had ge
huurd.
Hier lag, op een smal bed', te midden
van een hoogst schamele omgeving met kreu
pele meubelen, een jong meisje, Ada's pleeg
kind.
Dö groote, zwart© oogen kelken treurig
en zonder hoop uit bet vermagerde gezicht
van disciplinaire straffen aldus geregeld wor
den, aan den anderen kant ook nietgeëischt
kan worden, dat het zijn dienstcontract niet
willekeurig en vóór den bepaalden termijn
van opzegging verbreekt.
Hij moge zich ernstig afvragen, of de over
heid, nu zij aldus de zorg voor zijn rechten
op zicli neemt, daartegenover niet den eisch
mag stellen, dat het personeel het openbaar
spoorwegverkeer niet eensklaps mag doen
stilstaan.
Hij vrage zich af, of, nu de overheid meent
dien eisch wel te mogen stellen, dit een
reden kan zijn om het geheele land in be
roering te brengen, en aan de algerneene
welvaart, aan de welvaart van het geheele
volk en in de eerste plaats van de arbeiders
zeiven, zoo onberekenbare schade toe te
brengen, als van al de door het comitó van
verweer oppermachtig bevolen werkstakingen
het treurig gevolg moet zijn."
Verkiezing l'rov. Staten.
Ged. Stalen van Gelderland hebben, met
wyziging van hun besluit van 24 Maart 1903,
bepaald, dat de eventueele herstemming voor
een lid der Provinciale Staten in het kiesdis
trict Ede zal plaats hebben op Donderdag
14 Mei.
Ontworp-Arbehlswet.
In de vergadering van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Vlissingen werd vast
gesteld een antwoord aan den minister, be
treffende het ontwerp arbeidswet. In dat ant
woord zal worden gemeld dat de kamer met
belangstelling van de nieuw ontworpen wet
heeft kennis genomen, daar zij zeker zal kun
nen medewerken om den arbeidersstand op
te heffen en daardoor aan de bekwame ar
beiders die plaats in de maatschappij verze
kert, waarop zij, met het oog op hun econo
mische waarde, recht hebben. Naar de mee
ning van de Kamer was het goed gezien de
ze nieuwe wet in de plaats te stellen van de
oude arbeidswet en van de veiligheidswet, de
wijl deze beide wetten zuh geheel op heizelfde
terrein bewegen. Verder worden verschillende
opmerkingen gemaakt op enkele artikelen in
het ontwerp.
Spoorwegverbinding in hot IVestiand.
De commissie belast met een onderzoek
naar de aanhangige spoorwegplannen, heeft
het resultaat van de gehouden conferenties
neergelegd in de volgende conclusies
1. De Zuiderlijn verdiend den kraehtigen
steun van Delft en 't Westland. Zij brengt
't Staatsspoor in onze buurt en bevordert
daardoor zoowel 't snellere vervoer, als een
eerlijke concurrentie, brengt den Hoek van
Holland tot ontwikkeling en zal 't daardoor
mogelijk maken, dat een geregeld bootverkeer
niet alleen op Londen, doch op alle belang
rijke plaatsen in Engeland rendeeren kan
rechtstreeks helpt die lijn Den Hoorn en
De Lier.
2. De Noorderljjn, obehoon eigenlijk doende
wat des trams is, kim in 't iokaalverkeer
voor 't Westland diensten bewijzen, door
personen nanr de verschillende dorpen te
vervoeren en de goederen naar Hoek van
Holland te brengenis echter, zooals zy nu
ligt, voor Delft totaal van geen waarde. De
eindpunten Rijswijk en Voorburg zijn voor
't "Westland ook van weinig belang.
3. Een tramitjnLoosduinen Wateringen
Den Hoorn, aansluitende op de Zuideilijn,
is voor Loosduinen van groot belang, doch
voor Wateringen een levenskwestie, vooral
als de Noorderlijn niet tot stand mocht komen.
Uitbreiding' Westlandsche Sloomtram,
Door D. en W. van Delft wordt aan den
raad machtiging gevraagd om andermaal
bezwaren in te brengen tegen de geprojec
teerde richting der Westlandsche stoomtram.
Nu bij de plaats gehad hebbende uitba-
kening in de Coendei straat en aan den Spoor-
singel den Raad afdoende is gebleken dat
deze richting overgroote bezwaien heeft,
meenen B. en W. dat zij zich daartegen
namens den Raad moeten verzetten.
Ned. Werltl. Verband.
Ook de jnariijksehe algerneene vergadering
van het Algemeen Nederlandsch Werklieden-
Vei bond, die op de beide Panschdagen zou
worden gehouden, is, wegens de spoorweg
en andere stakingen, lot nadeio byeeinwping
uitgesteld.
en de kleino leringachti'ge handen, die op
de dekens lagen, spiaken van zwaren arbeicl,
d'ic zij' wol beproefd 'had doch voor do arme
wees met genoeg opleverde om in haar on
derhoud te ikiumen voorzivn.
Toen Ada mcb haar viooltjes hilnnentrad',
gleed oen glans van vreugd© -over het inge
vallen gezicht der ziek©.
„O, juffrouw Ada, waf zijt ge to-ch goed
Wat verwent go mij toclli 1"
„In 't geheel nietIk moet 30 toch ccn
lentegroet brengen in j© kamertje. En de
volgende week zal ik je uitschilderen. Dan
leunt go mijl van uw zijd© een groot genoe
gen doen, door oen poosje stil ta zitten."
„O, go keert do zaken om Gij! zijt mijn
beschermengel geweest, juffrouw Ada, gij
hebt mij van den dood gered, 011 nooit zal
ik u kunnen vergolden, wat ge voor mij'
deedt,"
„Wie weet. Ik heb somtijds ecu heerlijke
gedachte, Maria en het lijkt mij: dan toe
dat g© spoed'iig ccn vreugd© zult beleven
waardoor uw hecle bestaan ©en ommekeer
zal nemen."
„lloo zou dat mogelijk zijtul Wonderen
geschieden er niet oneer."
„Niet? Maai* ik verzeker je dat ©1* eiken
dag nog wonderen geschiedenMen kan ze
opmerken als men er slechts oog voor hei ft
en ze wil erkennen! Is het met reeds een
onder d'at giji met Zondag weer op do be°n
zult zijn? Do doktor heeft u eigenlijk een
paar weken geleden roods opgegeven."
„E11 die opstandilng heb ilc aan n te dan
ken," nionipokl© Maria. Maar op haar ver
moeid gelaat was geen bijzondere bevredi
ging over haar genezing te bespeuren. ll"t
ernioeicnd'o ie\cn ;um de naaimachine, dat
zij ïceds vroeger had ter hand genomen, was
toch slechts een fatsoenlijk© wijze van »i-
moc-hjdcn. Och, waarom was zij ook niiot ge
storven toen vader cn moeder van haar en
den weggerukt!
1
Ada wilde haar verwachtingen niet nader
uiteenzettenmisschien enidligden ze toch
met een treurig© ontgoocheling cn die wilde
zij dan liever alleen verkroppen
Zaterdagmiddag spijkerde zij haar visite
kaartje, dat als naambordje aan de deur van
haar atolier was bevestigd', aan de dein* van
Maria's kamer. Wanneer nm meneer do lian
delsraad werkelijk zijn belofte nakwam, dan
kon bijl eerst in het ziekenvertrek bihnon-
tredeu.
O in vijf uur word el* geklopt. Maria, die
niet wist, wien Ada. verwaoktto, riep binnen.
Verbluft stond meneer Neubeuer, de lian
delsraad, op den drempel, toen niet Ada s
lief gelaal, maar dü bleekc, ingevallen ka-
kou van el© jonge herstellende naar hem wa
ren gewend.
Hef vol'gcndo o-ogenbhk sprong Ada van
haar stool aan het venster op en kwam <Tm
bezoeker tegemoet.
„O, meneer de liandelsraad, zijt gij het?
Dat treft goed! zie eens naar dit jonge
meisje'herinnert zij' n aan niemand?"
Onderzoekend bekeek Neubcuer do inger
vallen wangeneen onbehagelijk gevoel be
kroop hem daar was ibts in di© groote
oogen, rondom den mond lag een bekende
trek li ij| kon zich niet t© binnen brengen
op wie zij' geleek. „Ik wist niet stot
terde hij'.
„Welnu," zei Ada, wier boezem hijgde,
„ik heb u met opzet bij mijn pleogkfnd iocr
golalen. Gij' zijt immers bekend als een wel
dadig en grootmoedig mensch, meneer d©
liandelsraad ©11 tilt anno kind is ©en wies,
staat gebcol alleen 031 do wereld dc oude/s
zijn gestorven misschien wol van gebrc-k
meneer de liandelsraad cn namelijk
zij heet Marila Neubcuer, en en zij is uw
nicht
Als door d'on bliksem getroffen stond
daar de deftige meneer, krijtwit in 'fc ge
laat, 'krampadhtilg omknelden zijn vingers
een stoelleuning.
„naa is hot mogelijk' Het kan ïr.et
waar zijn ik vcivoek u, juffrouw Verlaat.
Gij scheitst immers?"
„D'at zou. misdadig schertsen zijn liet *s
waarheid, meneer d© 'liandelsraad hier be
vinden zibh de overtuigend© papieren."
„Maar waarom en hier wendde nij
ziek tot de verschrikte zieke, „waarom heb
heb je j© niet tot mij gewend?"
Maria sloeg de oogen neer.
„Ik wilde niet bedelen,zeil zc zadht.
Onhoorbaar vallet Ada het vertrek.
Toen zijj 11a verloop van een kwartier w<-c.r
binnentrad, vond zij oom en nicht hand 'li
hand, beiden niet vochtige oogen.
„O, goddank'" rïep zc uit. „Nu komt al
les weer in 't reine, niet waar?"
„Gij' zijt een eugel," zei do' haiidelsra-td
geroerd. „Ik neem Maria natuurlijk Hij vuj
in huis op. Xij. zal een Paasehvreugde voor
mijn vrouw worden."
„"Wij vieren immers morgen „Opïi.m-
dung" mompelde Ada. zielsgelukkig.