BINNENLAND.
V
V
heden, weder directe onderhandelingen met
Yildiz Kiosk te voeren.
De Porte maakt een nota gpteed, waai in
geprotesteerd wordt legen de m litair- in-b»-
reidselen van Bulgaiije.
Z n i d-A m o r i k a.
De E g**i»ehe consul te Panama zou am.
de Junta hebban medegedeeld, dat Engeland
de republiek Panama erkende. Dit be.icht
zou, voegt de Times" er aan toe, in de
Vereenigde Staten een goeden indruk heb
ben gemaakt.
Hofberichten
H. M deKoningin heefi hedenvoormiddag,
in tepenwooidigheid van den Minister van bm
nenlandsche zaken, b-ëedud, den meuwbe
noemden commissatis der Koningin in
Drenthe.
**v
De Koningin en de Prins gebruikten eersten
Kerstdag het middagmaal bij de Koningin-
Moeder, die den tweeden Kerstdag bjj haar
kinderen dineerde.
De Koningin en de Prins waren gisteren
(Zondag) bij de voormiddaggodsdienstoefening
in de Regentessekerk.
Bij de Kerstviering voor kinderen van
tot 12 jaar van liet dienstpersoneel der hof
houding in het paleis te 's-Gravenhage waren
tegenwoordig de chefs der hofdepartementen.
De Koningin en de Prins begaven zich te
4-1/sj uur met gevolg naar de zaal waar de
Kerstboomen waren opgesteld. Toen de
meisjes en jongens opgesteld waren, zong
een dameskoor een Kerstlied. Daarna begon
de uitdeeling der geschenken door de KoningiD
aan de meisjes, door den Prins aan de jongens,
öie uit dezelfde handen ontvingen versnaperin
gen, waarvan de Kerstboomen werden ontdaan.
Na het slotkoor werd door het koninklijk
echtpaar met de leden van het dameskoor
de thee gebruikt in een der salons.
De Koningin-Moeder bracht heden, met
gevolg, een bezoek aan Pulchri Studio, ter
bezichtiging van de aquarellen-tentoonstelling,
eigendom van mevrouw de weduwe Taco
Mesdag, geb. Van Calcar.
Corps diplomatique.
De heer de Bille, biedt hedenmiddag zijn
terugroepingsbrieven aan nan H. M. de Ko
ningin als gezant van Denemarken en dineert
daarna ten Ilove.
De Oostenrijksch-Hongaar«che gezant te
's-Gravenhage is voor eprngen tijd naar Wee-
nen vertrokken.
Binnenkort wordt te 's-Gravenhage ver
wacht graaf Breveru de la Gardie, benoemd
tot den secretaris bij het Russische gezant
schap aldaar.
H. M. de Koningin zal a.s. Dinsdagna
middag baron Guillaume in de gelegenheid
stellen aan H. M. zijne geloofsbrieven te over
handigen als buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister bij het Ho
H. M de Koningin heeft den luiie- am-
knlonel Gallet, laatstelijk militair attaché van
Frankrijk, in den rlaag, benoemd tot co u
mandeur der orde van Oranje Nassau.
Contmfssirls der Koningin In Drenthe.
Bij Kon besl. is, met ingang van 1 Januari
benoemd tot Commissaris der Koningin in
Dienthe, mr. Lmihor-t Hoinan, lid van
Gedeputeerde Staien van Drenthe.
lie heer Homan is een Drenth van ouden
stam. Als advocaat te A-.<en maakte hi]
indertijd naam als zeer bekwaam rechts-
geleeide. Ongeveer twintig jaar geladen werd
'•ij in het college van Gedeputeerde Staten
gekozen, waarvan hij than» het oudste ii
in dieristjaien was. In de vergaderirgen der
Prov. Staten muntte hij uit door de wel
sprekende wijze, waarop hij het woord voerde.
Als Commissaris der Koningin mag men veel
van hem verwachten, daar hij, geboren Drenth,
uitnemend op de hoogte is van de nooden
en behoeften van en de toestanden in deze
provincie.
De heer Homan is volbloed liberaal en
komt daarin overeen met de geheele verga
dering van de Prov. Staten, welke uitsluitend
uit liberalen bestaat.
Raad van State.
Openbare vergadering van den Raad van
State, afdeeling voor de geschillen van bestuui,
op Woensdag 30 dezer, des voormiddags te
elf uren.
De Ridderzaal op het Binnenhof.
Naar wij vernomen is 'het plan voor de
inrichting van de „ridderzaal" op 'het Bin
nenhof, voor do plechtige vereenigde zit
tingen der beide Kamers van de Staton-
Gencraal, door de regeering, in overleg met
de huishoudelijke commission der bedde
Kamers vastgesteld.. Het plan zou bestaan
om den troon voor 'TI. M. de Koningin
aan den rechterzij wand te pl'aatsen, in het
midden der zaal. Daartegenover komt een
verhevenheid, waarop do voorzitter der ver
eenigde vergadering met de leden vn het
bureau zullen zijn gezeten. Voor dat bureau
zullen do ministers, hoofden der departe
menten van algemeen bestuur, 'hun zetels
krijgen. De zaal wordt overigens in vier
rond ombuigende vakken, met fraaie ban
ken, verdeeld. De twee groots vakken aan
d'e voorzijde der zaal worden voor de leden
van Eerste en Tweede Kamer, de beide
andere vakken voor de leden van den Raad
van State, de Rekenkamer en andere hooge
collegiën van Staat en voor het corps diplo
matique bestemd. Boven de voorste vakken
wordt eon tribune aangebracht voor een
vriji talrijk publiek; detse wordt in vakken
gescheiden, waarvan er ééii voor de pers is
gereserveerd. („Vad.")
Art. 8 Ongevallenwet
Meli meldt nu Den lifts;;; dat, bei beMuur
der Rijk-vei z-kei ingshank dyne intei pretatie
van iiiukel 8 nei Ongevallei wet '1901 heeft
bei zien en alsnu besloten heeft voortaan de
door den minister van binnenlandsche zaken
gehuldigde intei pretatie te volgen. Deze ver
anderde opvatting zal terugwerkende kracht
geven ten aanzien van ongevallen, die zich
vroeger hebben voorgedaan.
Zooals men zal w-ten betreft dit de uitkee-
lingen aan volontairs bij tydeljjke ziekten.
Abattoir.
B. en W. van Leeuwarden hebben het
rapport over het onderzoek in de sectiën van
den gemeenteraad van het voorstel tot het
oprichten van een algemeene slachtplaats
schriftelijk beantwoord. Burg. en weth komen
tot de conclusie, dat, zoo al de jaarljjksche
inkomsten, volgens de door hen gemaakte
raming, een klein tekoit mochten opleveren,
een geringe verhooging van die tarieven noo-
dig zou zijn, zoodat de slacht- en keurgelden
over het geheel vrij zeker nog -zouöm blijven
beneden II/3 cent per kilogram vleesch.
Uitvoerig bestrijden Burg. en Weth. ook
de meening van de meerderheid, die, behalve
de voorgestelde jaarliyksche aflossing van de
voor de oprichting der inrichting aan te gane
geldleening, ook nog jaarlijksclie afschrijving
wegens waarde-vermindering der inrichting
verlangt.
Het Groene Kruis.
Te Noordbroek is eene afdeeling opgericht
van het Groene Kruis.
Landel. Boud van Gem -werklieden.
Te Amsterdam werd ln Kerstdag een
congres gehouden van den Landelijken Bond
van Gemeentewerklieden, onder leiding van
den heer J. G. van Zelm.
Een motie werd aangenomen waarbij de
wettelijke instelling van scheidsgerechten in
het ontwerp-gemeentewet onvoldoende wordt
verklaard en het H.B. wordt opgedragen zich
lot de Regeering te wenden om daarin aan
vulling te verkrijgen. Tevens werd het H.B.
opgedragen een agitatie daarvoor te ver
wekken.
Ned. Bakkersgozellenboud.
Op beide Kerstdagen heeft de jaarverga
der. ng plaats gehad van den Ned. Bakkers
gpzellenbond in vZomerzorg" te Leiden. Elf
afdeeliDgen waren vertegenwoordigd. In zijn
operingsrede deelde de voorzitter mede dat
pogingen tot oprichting van afdeelingen te
Schiedam, Middelburg en Zutfen, waaraan
veel geld werd besteed, zjjn mislukt.
De Ned. Scliildersgeiellenbond.
Deze bond heelt op beide Kerstdagen te
's-Hage zyn jaarlijks congres gehouden waar
bij verschillende reorganisatie-plannen ter
sprake zjjn gebracht.
Sigarenmakers-congres.
Te Amsterdam heeft een 4-daagsch congres
plaats gehad van den Intern. Sigarenmaker-
en Tabak-bewerkerpbonrl. De loorzitter deelde
m-de dat hei ledental met 300 was toege-
linnien.
Voel unstinting 'ti, stakingen en slachtoffers
w-id in 1902 uiigegeven rond f 17,000. V-nr
f903 w id dit bidiag geraam l op f30.000
Eenheid voor tijd.
De Nederland-che Hotelhoudersbond te
Amsterdam heeft aan den Minister van
biniienlaml-che zaken een adres gezonden,
waaim instemming wordt betuigd met het
aires .an den Nedeilandschen Bond van
Hor loj;-maker-, beueffendedeee .heid van tijd.
Afschaffing der kermis.
Te Bolsward Reeft dei gemeenteraad, niet
overgroots meerderheid van stemmen beslo
ten niet over te gaan tot het afschaffen van
de kermis. 'Hlet is niet onmogelijk dat eer
lang een voorstel bij, den raad zal worden
ingediend om de kermis te doen houd-en op
andore dagen, zóó dat de Zondag vriji blijft.
Sanatoria.
To Utrecht heeft een bijeenkomst plaats
gehad van personen, die adhaesie hadden
betuigd aan ,het plan van de heeren Haen-
tjeas en Middelburg/ter oprichting Van
een goedkoop Volkssanatorium.
(Het plan zou zijn voorlo-opig een zoo een
voudig mogelijk gebouw op te richten ter
verpleging van 60 onvermogende* longlij
ders, waarvoor een som. van dertig duizend
gulden voldoende zal zijln.
De aanwezigen waren volkomen overtuigd
dat ihet tot de stichting van zulk een sana
toriums moest komen. D'e aanhankelijk toe
gezegde gelden waaronder een bijdrage van
f 1000 van mr. O. V. staande de vergade
ring ingekomen, en de medegedeelde in
stemming uit vele deelen van het land,
gaven vrijmoedigheid om deze zaak aan te
vatten.
De wijze om het weifc te beginnen werd
uitvoerig besproken en men kwam tot het
besluit, een voorloopige commissie te be
noemen en daarnevens te trachten om sub
commissies te vormen in alle plaatsen van
hefc land die op nader te regelen wijze aan
het werk zouden gaan.
Op de vergadering was een volledig uit
gewerkt plan van een sanatorium aanwezig
door een architect uit instemming met het
plan daartoe belangeloos opgemaakt.
Het in het leven roepen van oen sanato
rium te Assen, ten behoeve van militaire
longlijders, waarvan onlangs in verschillen
de bladen sprake was, schijnt een voldon
gen feit te zijn. Althans kan worden mede
gedeeld, dat op het terrein, zuid/lijk van 't
militair hospitaal' te Assen, binnen den
kring der insluitende gracht, vanwege de
genie verschillende afbakingen en uitgravin
gen zijn gedaan, waarvan mag worden ver
wacht, dat deze daarmede in verhand staan.
Zijn wijl goed ingelicht, dan stond het laat
ste bezoek van den geueraal-onajoor, inspec
teur der genie, daar ter stede gebracht,
mede tot deze aangelegenheid in betrekking.
Congres Toor kinderbescherming.
Omtrent de deelneming aan het congres
voor kinderbescherming verneemt men, dat
zich velen tot medewerking bijl het Natio
naal Bureau voor vrouwenarbeid (waaraan
de voorbereidende organisatie was opgedra
gen) hebben aangemeld.
Nagenoeg 500 led'en gaven zidli reeds op,
waarin zeer talrijke vfereemigingen, groepen
of besturen vertegenwoordigd zijn. Besloten
werd niet een, maar eeu drietal' oongres-
emmissies ter verdere organisatie te vormen.
Het waarborgfonds is nagenoeg Volgestort.
Dir. bel. inroerr. en ace.
Bijl de rijks directe belastingen enz. zijn
benoemd, ingang 1 Januari 1904: tot com-
mies-verif. 3e cat., de commiezen 3e kl. J.
W. Drooggelman en G. Ml. Blokhuis, bei-
te 'Maastricht-, en N. Klaarssens, biji dc am'b.
rech. (2e afd.)
Bevorderd', ingang 1 Januari 1904 tot
verif. Ie cat. P. J. Mulder, verif. 2e cat.
te Rotterdam; tot verif. 2e cat. A. B. Duk-
kers, verif. 3e cat. te [Zwolle; tot verif. 3e
eat. J. 'H. S. Vernède, adsp.-verif. te Am
sterdam.
Verpl'aatst, ingang 1 Jan. 1904H M.
Kersten, verif. Ie cat., Vail Maastricht naar
Rotterdam; W. P. J. Bouman, id. 3e cat.,
van Zevonaar naar Rotterdam; J. H. S.
Vernède, id., van Amsterdam naar Venlo;
A. J. C. Montijn, commies-Verif. 2e cat.,
van Vlissingen (H.) naar AmsterdamJ.
W. Drooggelman, id. 3e cat., van Maas
tricht naar Vlissingen (H.)G. M. Blok
huis, id., van Maastricht naar LobithN.
Klaaseais, id., van de amb. rech. (2e afd.)
naar IJmuiden; C. J. R. Somcrs, adsp.-
v'c-rif., van Lobith naar Zevenaar; K. Hoo-
gerwerf, id., van IJmuiden naai* Amster
dam. („W. v. d. a. d. d. b.")
De Noord-Kotlielpolder,
D'e lezers van ons beknopt Kamerverslag
«hebben reeds gezien dat de kwestie der door
braak en overstrooming van den Noord-Ke-
tkelpolder, in het voorjaar van dit jaar, ook
in de Tweede 'Kamer ter sprake is geweest.
'De afgevaardigde van het district Schie
dam, waartoe ook Kebhel behoort, de heer
Mr. O. J. H. graaf van Limburg Stirum,
bracht dit onderwerp daar ter sprake, naar
aanleiding van wat door Z.Ex. den minis
ter van Waterstaat, Handel en Nijverheid'
is gezegd in zijn Mem. van Antw. op het
sectie-verslag.
Wij' laten hierbij! het stenografisch, verslag
van deze bespreking volgen.
De heer v. Limburg Stirum dan zeide
Het zij mij vergund een enkel woord te
zeggen naar aanleiding van en in verband
met hetgeen door den Minister is geant
woord onder het hoofd „waterschap de Ke
thel". Men leest daar: „thans is de kade in
goeden toestand gebracht, zoodat op dit
punt geen bepaald gevaar oneer bestaat."
Ik heb mij' om inlichting -gewend tot per
sonen en besturen, die van den toestand
van den Kethelpolder verstand hebben, en
die hebben mijl verzekerd, dat de 'kade vol
strekt nog niet in goeden toestand verkeert,
zoo weinig zelfs, dat drie of vier weken ge
leden weder voor een doorbraak werd ge
vreesd.
Ik trek 'hieruit geen conclusie en stel mij
geen partij, omdat het vanzelf spreekt, dat
mij-n kennis omtrent deze zaak tweedehands
kennis is; hetgeen bij> diet bespreken van
gevallen als dit, wel met de meeste mijner
medeleden heb geval zal' zijln. Na de door
mij ingewonnen inlichtingen komt het mij
voor, dat de toestand van die boezem'kade
zeer bepaald slechter is geworden 11a het
graven en in werking stellen van het spui-
k an aal' naar den Haag. Ik geloof niet dat
die kade oorspronkelijk gebouwd is met het
vooruitzicht, -dat dit zoo niet stilstaande
dan toch weinig in beweging zijinde water
van tijd. tot tijd, omgezet zou worden in een
sterk Vlietenden stroom, D'at ik in die mee-
nin-;' niet alleen sta, bewijst hetgeen een des
kundige, -de heer Beekman, in zijn artikel
„D'e overstroomd ng in Delfland in ApriL
Mei 1903" in ihet Jul'inummer van het tijd
schrift van het Kon. Ned. Aardrijkskundig
Genootschap zegt. Ik lees daar op bladz.
551 „Do sterke stroom, vooral in de Pol
dervaart, verdiept bovendien dit spui'kamaal
en schuurde deu lossen veenboden: onder
den teen der kaden en deze zeiven weg.
Verdedigingsmiddelen daartegen moesten
worden aangebracht, maar dat was niet al
leen 'kostbaar, doch ook moeilijk en vaak
onmogelijkimmers vroeger kon dat ge
schieden in den zomertijd 'bijl de dan door
gaans lage boezemsfcanden, maar dleeo 'kwa
men nu nooit meer1 voor. Voor den nieu
wen toestand waren de kaden ook niet
hoog eu zwaar genoeg."
Wat de heer Beekman op bladz. 554 vart
datzelfde tijdschrift zegt, is ocfe Wel de
moeite waard om even onder die aandacht
van de Kamer te Worden 'gebracht. Hij
spreekt daar over een adres, dat d'oor vier
langs de Poldervaart gelegen poldbrs is in
gediend ik leea daar o. a.„Biji elk hoog-
watertij' wordt water in g&l'atenmen spuit
20, 30 soms 40 dM. boven Delflandspedl op,
een eu'kele maal 'kwam het over de kaden
dus pl. m. 50 cM. op peil. Het Müaaswater
stroomt Vliegend door de vaart, schuurt
l'angs de kaden, sleurt het langs de boorden
groeiend riet mede, verdiept de vaart en
vervult de onderhoudsplichtigen met de
gegronde vrees, dat hun kaden het Vroeg of
laat zullen afleggen, daar die niet berekend
zijn op en bestand zijln tegen dien zich twee
maal daags herhal enden beogen Waterstand
en de sloopende kracht van den stroom.'
Dat door het hoogheemraadschap van
Delfland een dergelijke mogeüijlkheid! is
voorzien, blijikt uit hetgeen ia voorgevallen
toen er onderhandelingen gaande waren tus-
sohen de gemeente 's-Gravenhage en het
'hoogheemraadschap Delfland'. Er is n.l
sprake van geweest in dio overeenkomst op
te nemen een bepaling, waardoor de ge
meente 's-Graven!:ago zou worden belast
met do evontneele onkosten, die een gevolg
zouden ikunnon zijn van de schade, die de
kade te lijden zou hebben door het spuien
Immers, in do Voorwaarden, die het hoog
heemraadschap van Delfland wilde stellen,
kwam oen art. 10 voor, luidende aldus
„dat vóór don aanvang van het werk, aan
dijkgraaf en hoogheemraden overeenkom
sten moeten overgelegd worden, aangegaan
busscilien de gemeente en de besturen der
door dijkgraaf en hoogheemraden nader aan
te wijzen polders, waarbijl het onderhoud
der waterkeeringen voor heb vorvolg wordt
geregeld. 'Mochten -dijkgraaf en hoogheem
raden oorde'eten, dat die waterketeringen
verzwaard of versterkt moeten Worden, dan
zal dit ten koste dei' gemeente 'geschieden."
Aan dit punt was nog de volgende toelick
ting toegevoegd
„De ingelanden van de polders mogen
niet bezwaard worden met de meerdere kos
ten van onderhoud" der watenkeeirmgon, die
het gevolg zijp van het met meerdere kracht
inlaten van water ten behoeVe der gemeente.
De besturen van de in de nabijheid' der 111
l'aatsluizen gelogen polders bahooren in de
gelegenheid te wordon gesteld zoodanige
maatregelen te namen als zijl noodig oor-
deelen."
Nu zal ik do geschiedenis van deze over
eenkomst niet verder uiteenzetten; maar
Van dat art. 10 is niets gekomen. Intuss'ohen
komt het mij voor, dab het hoogheemraad
schap Delfland1 zich min of meer aanspra
kelijk heeft gesteld voor do onkosten, diie
zonden kunnen voortvloeien uit de meerdere
uitgaven voor onderhoud Van de boeteemka-
ren. Immers, toen door de gemeente 's-Gra
venhage op die quaestie werd teruggekomen,
is door D'elfland geantwoord', dat dit een
zaak was, die het Grootwatersdhap aanging,
en dat dit bereid was „te zijnen laste te ne
men de eventueel' noodige voorzieningen aan
de poklerkaden langs de Poldeavaarb".
In confess» sohijht het dus, dat
Delfland zelf heeft voorzien, dat het spuien
ten bate van Den Haag nadeeligen invloed
op de 'boeeemlkaden hébben zou.
En wat ziet men nu gebeuren? .Zoowel
door liet hoogheemraadschap als door de
provinciale autoriteiten wordt nu de nadee-
ligo invloed van het spuien op de kaden
ontkend en wordt beweerd dat d'e polders en
hoefslagplichtigen in die polders de onder
houdsplichtigen dier kaden zijn. Niet alleen
is dit 111 zekeren zin waar, 't is zelfs „une
vérité de la Palicé'. Ik moge hier aanhalen
wat de heer Beekman in dat verhand zegt:
Een op zich zelf volkomen juiste bewering,
maar die hem niet verontschuldigt, wel'ko
die kade geweld aandoet, namelijk gebruikt
voor een doel waarvoor zij: niet bestemd is."
-En nu is de ernstige, en naar het mij'
voorkomt ook billijke grief van de polderbe
sturen, dat zij, moeten dragen de uitgaven
niet door den toetstand der dijken qua
talis veroorzaakt, maar die het gevolg zijn
van een maatregel bijl welks uitvoering zij
geen belang hebben.
Op verschillende wijzen zou aan de grief
der polderbesturen te gemoet te komen zijln.
Het zou 'kunnen geschieden hetzij' doo-rdat
Delfland de kosten van ewentueeto voorzie
ningen gelijk dat Hoogheemraadschap
het zelf noemde op zich nam, hetzijldoor
de gemeenten 's-Gravenhaga en D'elft in
voorgenoemde kosten te doem dealen. Die
gemeenten toch helbben het grootste belang
hij, het spuien, D'it zou 'kunnen geschieden
door uitbreiding van het Delflandsch sluis-
geild, dat in een gedeelte van Den IH'aag nog
wordt geheven. Er zijn toch gedeelten van
Den Haag waar nog niet zoo heel lang 'gele
don -weilanden waren en waar nu huizen
staan, en waar de eigenaars dier huizen
voor d'en grond sluisgeld aan Dblfland moe
ten betalen.
Nu zal de 'Minister mij mogelijk toevoe
gen dab hij in deze aangelegenheid geen mo-
de'zeggingsschap heeft, want dat art. 19Ö
van de Grondwet onmiddellijko inmenging
van de Regeering op dit punt niet toelaat.
Ik zal de laatste zijn dit tegen te spreken
maar indien dit zoo is, wijst dit dan niet op
de wensohelijklieid om in de bestaande toe
standen en verhoudingen verandering te
brengen 1
'Er is nog een punt waarop i'k de aandacht
van den Minister wilde vestigen. -D'al d'e ca
tastrophe in den Noordlkethelpolder zulke
onrustbarende verhoudingen heeft aangeno
men, was het gevolg hiervan, dat niet alleen
het boezemwater zich over de wedden heeft
verspreid, maar dat alles Wat Delft en Den
Haag aan water in do grachten bevatte,
naai' die weilanden is toegestroomd.
D'it zou in het vervolg kunnen voorkomen
worden, indien etr een sluis gebouwd werd
daar, waar het boezemwater ziel: met de
Schie vereenigt.
D'e 'heer Goeko-'op voegt rniji tob, dat daar
door de scheepvaart belommerd zou worden.
iMaar indien ik -wel ben ingelicht, zou dit
niet 'het geval zijn, daar die sluis zou dienen
niet tot afsluiting van de Schie, maar van
de hoezemvaart.
Toen ik hierover met deskundigen g©.
sproken 'heb, maakte ik ook de objectie, dat
de scheepvaart door die sluis belemmerd
kunnen wordenmaar toen werd mij beant
woord, dat daaruit absoluut geen stremming
voor de scheepvaart zou voortvloeien.
'Heb groote voordeel van dia schutsluis zou
zijn, dat bij' liet doorbreken Van de boezem-
kade de overstrooming tot het water van
den boezem zou worden beperkt, en dat niet
alleen heb water van de Schie niet over de
landen zal vloeion, maar dat ook de dach
ten van -Den Haag en D'elft, hij! doorbraaf
niet meer in den toestand' zullen komen'
waarin zij! in dit voorjaar geweest zijn, na
melijk dat de bodem er van te zien kwam.
De sluis zou dus ook een voordeel zijn voor
Den Haag en voor D'elft.
De heeren die ik over deze zaken gespro
ken heb, verwachten veel van het wetsont
werp tot voorziening tegen hinderlijke 0f
schadelijke waterverontreiniging (104), wan
neer dit wet geworden zal zijn. Ik heb nog
geen nauwgezette studie van dat wetsmt-
werp 'kunneta maken, dat trouwens ook niet
aan de orde is, maar ik 'hoop en Vertrouw
dat het aan belanghebbenden brengen za".
wat zij er van verwachten, nl. minder ver
ontreiniging dei" wateren. "Wanneer eenmaal
't water reiner zal' zijn, niet meer verontrei
nigd zal worden door afval van fabrieken als
anderszins, dan zal ook spuien minder noo
dig worden. Den Minister zal men daarvoor
dank brengen.
Daarop, nam, de afgevaardigde van Briel-
le ,mr. J. G. Goekoop, ook lid' van Ged.
Staten van Zuid-Holland, het woord en
zeide:
Mijnheer de Voorzitter! Een kort wooid
slechts; en zulks naar aanleiding van het
daar straks -gesprokene door den geachte:
afgevaardigde uit Schiedam over de door
braak van de kade van den Noord-Ket'ad-
polder in heb voorjaar.
Een Ikort woord, dat mij echter noodig
schijnt, omdat heb, naar mijn bescheiden
meening, voor de beantwoording van 00
vraag welke- maatregelen zullen behooren to
worden genomen, om rampen als in het
voorjaar zijn voorgekomen, zoo mogelijk, in
het vervolg te voorkomen, in hoofdzaak
aankomt op het goed vaststaan: van d'e oor
zaken die tot de ramp aanleiding hebben
gcgeVen.
En nu wil heb snij! met alle bescheiden
heid voorkomen, dat ds geachte afgevaardig
de uit Schiedam een minder juiste voorstel
ling heeft 'gegeven Van de oorzaken van de
ramp in April van dit jaar voorgekomen.
Ik zeg een minder juiste, die echter ook
reeds in een andere vergadering, toevallig
eveneens in deze zaal gehouden in de maand
Juli van dit jaar nl. in de vergadering
der Provinciale Staten werd gegeven en
ook door een -geacliten afgevaardigde uit
Schiedam ter Statenvergadering. Toen ech
ter zedde de heer dr. "Van Dissel, d'e hoofd
ingenieur van Rijnland, een in alle opzich
ten bekwaam en ervaren waterstaatkundige,
dienaangaande, dat hij wenschte te verkla
ren dat hiji niet 'geloofde aan de legende
zoo qualifieeerde die spreker dö gegevens
voorstelling „dat het spuien de oorzaak
zou zijn geweest van de doorbraak." En
toch heeft nu weer de geachte afgevaardig
de uit Schiedam er op gewezen, dat naar
zijn oordeel' sedert de loozing te Scheve-
ningen, m. a. w. sedert 'het tot stand komen
van de waterverversohiug voor dea: Haag,
dio dateert van het jaar 1889, cn Van de
daaraan verbonden meerdere inlating van
water door de Vijfsluizen 011 te Vlaardin-
gen, het onderhond' dea' kaden langs de Pol
dervaart geheel van karakter zou zijln ver
anderd. Daarom wenseü: ik er even op te
wijter. en dit is een niet te wederspro
ken feit dat officieel is geconstateerd, dat
in dei 14 dagen voorafgaande aan do door
braak van den 24sten April', geen druppel
water is ingelataen, noch door de Vijfslui
zen, noch te Vlaardingieu. En in dö tweede
plaats wenscik ik elr op te wijten, dat, als
het inderdaad waar was, dat het inlaten
et: doorlaten van water, het doorv liegen
van het «water zooafs het daarstraks ge
noemd werd om dei (Hiaagsche en Delft-
schei grachten door te spuien, inderdaad van
zoo grooten invloedi was op de kaden, er
dan toch iets geheel anders had moeten blij
ken na de doorbraak, dan toen viel waar te
nemen. Want het merkwaardigste feit werd
toon geconstateerd dat dc touitenbermei:
'langs dö kade van den Noord-Kebhelpolder
en waarlangs dan sedert 1889 heb water
zou hebben Ihocugevlogen naar Delft eu deu
Haag, en die onmogelijk zouden hebben
'kunnen blijfven bestaan, indien werkelijk
het d'oorsbroomingsvermoigen door do Pol
dervaart zoodanig was verhoogd nog aan
wezig waren. Neen, mijnheer do Voorzitter,
het karakter dor Poldervaart is niet ver
anderd sedert 1889. .Zijl höeft sinds eeuwen
gediend zoowel Voor waterVerversdhing als
tot mtwateringstkanaal. Ik geef toe, dab na
het tot stand -komen: van het Haaigscihe wa-
terververschingskanaal het watea' in de
Poldervaart meermalen een hoog-eoi stand
heeft bereikt. Maar men raadjdegei slechts
do verslagen van Délfl'and van vroege:d
jaren om td zien dat vóór dit kanaal toe
stand 'kwam, dis hooget Waterstanden ook
voorkwamen en daarbij! Van Veel langoren
duur waren.
D'ö oorzaak van de doorbraak is dan ook
mijks inziens Volstrekt niet te zoeken in ke
Veranderde karakter van de! Poldervaart'.
Maar die oorzaak is wol te vinden in die ver
regaande onachtzaamheid en nalatigbei
van de poHeahesturen. Terwijl art. 3 van
de Keur, regelende héb onderhouden dea*