57"' Jaargang. Zondag 21 Februari 1904. No. 11397. mg mBm. Tweede Blad. Algemeene Begraafplaats. HET DUEL. INDISCHE PENKRASSEN. S HHIEEIIMSCÜE COURANT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen tl. 1.25. Franco per post fl. 1-65. Pr\js per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau* Peterstraat OS. Advertentiën: Van 1- Reclames 30 cents per regel. -6 .regels fl. 0.02iedere regel Groote letters naar de plaats die zij Prijs der meer 15 cents, innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. Tarieven hier in de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Jileine advertentiSn opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. ïntcrc. Telefoon Ko. 123. Nog slechts con paar onreigelmafci.gr: zand en puinböopen naast do tramrails wijzende plaats aan, waar voor korten tijd nog d© Wilhelmina-in olen Stond, en weldra zal een klein paikjo ook deze laatste sporen uitwis selden. Dan zal er weer con van die groote, typische Scliiedaimsche wi ndkorenmölens verdwenen zijn, van die stecmcn reuzen met liun lange, breeds wieken, wier omtrokken als silhouetten afstekende telgen den. donkei- blauwen avondhemel, zoo m'cnig oog bij. zo merdag of herfstavond tot bewondering brachten. 'Maar voor menigen wandelaar, die de richting Van de Koemarkt naar den Singel nam, was deze molen een coli'to Sba-inkleii- weg, en liet. vrijle gezidht, dat hij nu heeft van af de Broersvost tot diep in de laan naast de begraafplaats, vo-orspelfc hem reeds, lioo in 'het vooi-jaar en den zomer het oog daarin ruimschoots vergoeding zal vinden, hoe dit .gedeelte onzer stad er in den zomer door zal blijken verfraaid te zijn. Maar ook de begraafplaats ligt zooveel lö meer open door deze afbraak, do begraaf plaats, die het .grootste doel van 't jaar aan deze zijde door niets beschermd, dus niet zooals aan den Zuidoosthoek achter beesten* en hulst, vei'boitgen, nu nog Veel moer in 't oog Valt. En daardoor zal er n'og meer dan tot dus ver over gesproken worden, dat het toch een anachronisme is, dat'het geheel in strijd is met don tcgenwooidigen tijdgeest, dat midden in eon stad aidh e'en begraafplaats bevindt. En daaihiji zal er nog meer ge-anompeid worden van hot ongezonde van 'dito aanwe zigheid, on als bewijfcs daarvan zal er worden gewezen op de sloot langs do zuid- ou oost zijde, die met redht eon „stinksloot'' mn.g worden .genoemd. En liet is een anachronisme, hot is in strijjd anet iederen nieuwen stadsaanleg, en zoo er wetten 'bestonden omtrent de plaats der begraafplaatsen, zou er stellig in vast gesteld zijn, dat deze minstens zooveel kilo meter Van den 'bebouwden kom der gemeen to zonden verwijderd moeten zijn. Ook in onze gemeente is de kwestie der begraafplaats meermalen aan de orde1 ge weest en de verlegging zou reedis voor laag hebben plaats gevonden, wanneer deze niet gepaard moest gaan met groote kosten. Het is ihiör als overalcle ghootc uitg'avon doen. het bestuur dor stad or Voor terugdein zen, geldgebrek doet defee, gelijk z.oovoto an dere Verbeteringen, op zich. wachten. En Amerikaansche schels „Ik stol voor, mijne heeren, dat wij een glas drinken op de gezondheid van onze gastheer, kolonel Hawkins siczoo en nadat dit (gebeurd is, vorklaar i'k den gc- acliten kolonel, dat hijt zonder fcwij(fol in ille soorten van conezaken groote ervaring heeft, doch tegcaiovor mij! in dat -opzicht echter nog maar een wik'kelkindje is. Stilte slechts, mijne hecten, ik zal u het bewijs leveren, dat dit zoo is en verplicht mij, voor do volgend© presidentsverkiezing een neger to candideeren, indien u mijl niet gelijk geoft. Ja u inbegrepen, kolonel, Maar ik vrees, dat i'k met mijn geschiedenis met gereed, kom, wanneer ik telkens in do rede word! .gevallen. Nu dan, hot was in den goeden ouden tijld, toen noig slechts tweo of drie groote booten op de '.Miisaisippi voeren en voor kleine schepen nog iets te verdienen viel. - voer toentertijd tusschc-n .Memphis on Han nibal en wij hcbibon mooie dagen op ons scheepje beleefd. Wij stookten mot liout, dat bijjna niets kostte, de loodsen vroegen nog met zulke onbeschaamde, hoogs loodsgelden als thans en vracht was er meer, dan wijl 'honden, bergen. Kbrtom, ihet was een bruin leventje. Aan verstrooiing ontbrak h'efc even min. Indien nieu tijld hald en eon voormdd dag er aan wildo wagonkon men van di partij) zij'ti, wanneer d'e oen of andere Ver vloekte paardendief gelyncht wend on zo. nu en dan vloog een boot de lucht in. "Waar door ?D oordat er te sterk gestookt werd een wedloop tussdhen twee concurrenten. Wat 'dit alles te maken heeft met eereza- ken 1 U breekt uiw eerbiedwaardige hoofdon Met onnoodigei veronderstellingen. Laat mij bij waar onze gemeente in do toekomst staat oor groote uitgaven en op het oogenblik nog de eerste moeilijke portode doormaakt, io wel wijst op betore tijden, maar daarom niet minder moeilijk is, daar ligt het voor hand, dat men verbeteringen laat. wach ten, die niet dringend om hulp schreeuwen. En dat doet ons inziens do ligging van eze begraafplaats niet, nl. niet in die mate, dat vóór alles daarin verandering moot wer en gebracht door overplaatsing. Het is al leen het oog, het .gevoel, dat onaangenaam aangedaan wordt, Wanneer het daar die be graafplaats zoo naakt, zoo kaal' ziet li'ggen, wanneer het een voor do nabestaanden zco plechtige ceremonie ziet vervullen als op de open straat, als aan den weg, wanneer allow zoo in schrille tefgcnslelling is mot het: Stille, rustplaats van Gods dooden''. zbodat het „wie si© se san Ft ruhn", als een parodie klinkt. Maar zijn er schatten voor noodig, om do begraafplaats, ook op deze plaats meer te maken tot een vredehof? We wezen or reeds op, hoe aan cle 'Zuidoostzijde hulst on altijd groene heester de eigenlijke begraafplaats aan heit ooig onttrekken. „Maar do .gezondheid, do hygiëne, die tocli verbieden zal, dat een begraafplaats zich binnen de bebouwde, ikom bevindt, im mers denk aan de> bewuste riool.?'' zal er gezegd woiden. Indien de hygiëne als iieerseberes mocht optreden in alles, wal er plaats heeft na het overijjden, zij zou in de nll-reerate pUats onze tegenwoordige wijze van begraven 'ver werpen 7ij zou de begrafenis van uit het sterfhuis verbieden en aan ieder kerkhof een groot lijkenhuis verbinden, zooals het in vele groole steden in Duibchiartd het «eva! is. Zy zou niet toelaten, dat er in dezelfde kamer, waarin een lijk is, wordt gewoond en gpslapen en zelfs gekookt en gegeten, zij zou de begrabnit van uil h»l lijkenhuis bevelen. Eo ofschoon zij om der wille vnn het mensehelijk voeler) en der ken het kerkhof buiten de stad zou brengen, zou zij zoggen, dat de vernietiging tan het lek in de aaide voor de gezondheid gepn nadeelige gevolgen heeft Zoo deze bestonden zon h*n ze plaats vinden of door door den bodem (de aaide), of doo. de luchtof door liet water. Door de aarde zouden du, de kiemen, die de z.iekte hebben veiooizaaki, hun wig weer moeten vinden tol de metachen Onderzoe kingen hebben echter geleerd, dat deze kie men in het lijk na de begrafenis ilucht.s ring korten tijd leven, hoogstens diie ii vier maanden: lyphnsbaci'len di ie maanden, cho iera en p.'stbiciibn den maand, vnn tiibeikel bacillen (tering) is men minder zek'T. Bo vendien beslaat er ongemchijnüjk geene mogelijkheid voor de bacteriën, om uit de diepte van het graf naar de oppervlakte te komen. Vun bepaalde besmettingen van keikhoven uitgaande heeft men geen gevallen kunnen constateeren. Daar de bacillen niet aan de oppervlakte kunnen komen, is er voor besmetting door de lucht geen gevaar. Algempen denkt men, dat door het water de ziektekiemen mee zouden kunnen worden geroerd tot het grond water, vanwaar ze in putten of hoe dan ook, tet de menschen zouden kunnen terugkeeren. Maar opgravingen hebben geleerd, dat de bodem een halve meter onder een graf niet meer bacterieën bevat, dan op iedere andere plaats. En bovendien zou de aardlaag het water wel fillteoren en zoo de ziektekiemen in het water mochten komen, zouden ze weldra ster ven onder de voor hen zoo ongunstige levens voor waai den. De verontreiniging vau het water door de vernietiging de lijken bestaat eigenlijk geheel niet. Het biji a ongelooflijke heeft de ervaring geleerd, nldat hel grondwater op keikhoven gewoonlijk zuiverder is, dan dat, wat zich midden in de steden bevindt. liet water in de sloot om het kerkhof zou dus nooit zijn vuile kleur en onaangename reuk kunnen ontleenen aan zijn nabijheid van het kerkhof. Schadelijk voor de gezondheid is dus een kerkhof niet, natuurlijk mits hel goed is aangelegd en goed wordt verzorgd. Toen we hei halen diet behooit het niet in, maar buiten de'stad. Maar, waar voor het oogenblik deze groote verbetering met te bpreikpn is, daar is toch op andere wijze reeds zeer veel tol stand te brengen, opdat het pièleits noch het aesthetisrh gevoel 1 inger onaangenaam woide getroffen. XUVITT. Wc werden zeer hartelijk ontvangen hier op Depok en kobben tot nog too geen be rouw over ons uilstapje naar beneden. .Papa en Mama Loen vertelden ons reeds zóóveel ijlzonderiieden van dit merkwaar dige plaatsje, dat i'k nog moeite zal hdbbe-n alles behoorlijk in één Penkras weei te geven. Laat ons beginnen met bet begin. In 1705 woonde 'bier een vroom lid van den raad van Indië, C. Obastelein genaamd, die 'het land Depok van de Oosl-Indtische Compagnie in eigendom bad getkregcu. Deze heer 'had, volgens 'het gebruik dier dageri, veel slaven in zijn bezit en toen (hij nu m 1714 overleed, hoorden die zwartjes tot hun blijdschap, dat de „baas" Inin niet alleen Je vrijheid terugschonk, doch hun boven- «icn hot land D'cpok in communaal bezit af stond, mits zij zich eerst tot Christenen He ten doop en. Nu, 't waren practische mcnschen die sla- maar kalm koers zetten, ik kom wel aan het doel. Toen ik op een zekeren dag te Hanni bal voor anker laig, over de reeling leunde en in ihet water kringetjes spuwde, kwam zoo een verwenscihte melkbaard mot zijn ba gage aan boord. Het. schijnt, dat ik niet. erg goed uit mijn oogen hob gezien wat zal ik u zeggen, mijne heeren, ik kwam ten iKeotje te veel in zijn nabijheid en do melk- baafrd gcWoelds zich vreeselij'k iMoedigd. Hij liep terstond' op mij) toe. werd onbeleefd en slingerde, mij 'Op mijn eigen schip allerlei lieflijkheden naar het. hoofd. U kent mij en wc'eb dat deze onvoorzich tige persoon ihet .beste gedaan had, maar gauw de .plaat ie poetsen. D'e loods, die naast mijl stond, was van een dergelijke inco ming. Ik was edhter juist in een goed hu mour, daar ik hem juist twaalf dollar met kaarten afgewonnen had en daarom vroeg ik den vreemdeling slechts of het in zij'n ge zegend hoofd wel goed in orde was. Sedert, wanneer mtocht een vrije burger niet spn- wen, waar Ihiji wilde. Tten slotte verzocht ik hem, zich te verwijld ea*on, daar ik lliem an dcis als lundh zou gebruiken. Allo d,ui veis. elk ander zou als een gesla gen hond zijn afgedropen, maar hij' liet rich, niet van zijn -stuik brengen, lliji was een groote, 'forsoho jongen, die de eens wang vol litieekc-ns had. Later tlxeeft men miiji verteld, dat daarginder in DUitschland do jongelin gen elkaar mei groote messen liet gezicht- kerven. Of het waa.r 'is, voet ik niet en oie het mij' Verteld] heeft, kan het ook gelogen hebben. (Zona,Is gezegd1, hij1 deinsde niet te rug, maar vorklaaakl© zich bereid., mij ter stond dö hersenen in te slaan, wanneer ik hem geen Voldoening' gaf. Zoo Vaar ik Smith heet, zoo iets was .mij, in mijn leven nog niet overikomten. Zonder twijfel was hijt j© meent opmerkelijke molk ven en ze volgden daarom het verheven voorbeeld van den Pranschen koning Henri IV, zo veranderden van geloof ter wille van het zoo prachtige aanbod Of ze toen darlciijpc ook overtuigde Christenen geweest milch zijn, Valt m. i. wel wat to betwijfelen, vooral als men wtaet, dat de Islam het toe staat om, zoo noodig, voor den vorm een andere religie te belijden, mits men in zijn hart maar 'n ttouw volgeling van Moham med blijft Ook bepaalde de lieer Chastelein, dat er zich op Dfepók (geen Ghineezen m'ochten ves tigen en dat er nooit of te nimmer opium zou imogen worden verkocht Honderd twintig slaven omhelsden toen liet Christendom en werden de stamvaders van de z.g. Depoksehe gemeente. Ze kiegen, behalvlei het gemeenschappelijk grondbezit, nog 't beheer over 300 koeien, 2 gam el a n spel en, 50 mOoie statielan sen met zilveren beslag en .16 Ttijksda aiders per ge zin aan contanten. Wel een practische manier van kerstenen, zou ik denken, want al waren die eerste „bekeerden" nog van weinig waarde, hun nakomelingen, thans pl. m. 500 zielen tel lende, zijn Protestanten van streng recht zinnige opvatting, ik zou haast zeggen, nog vaster in 't geloof dan menige anti-revolu tionair in Holland. Depok is op 't oog eau stil leelijk plaatsje met. sleoht onderhouden wegen. Overal1 ziet men er vette varkens rondsnuffelen, een gruwel in de oogen Van dö Mohammedanen, waaruit da meerderheid dar bevolking hier todli'nog steeds bestaat. 't Is merkwaardig om op te merken, hoe die monschen door de Christenen met een zekere minachting worden bejegend, terwijl ze o.a. heel grappig van „Inlanders" spre ken, net alsof ze dat zelf niet zijn Ze trach ten in kleeding enz. den blanda na te boot sen en onder de jongeren treft, men zelfs echte fatjes aan, keuriger gekleefd dan ine nig volbloed Europeaan hier te lande. Nog één leelijk ding hebben cle D'epok kers van ons blanken afgekeken, dat. is het drinken van jenever en andere alcoholische dranken, doch oVerigens is 't. wel een goecl slag van mensdlien. dat zeer aan 011= Gou vernement. gehecht, is. Depok houdt er een soort van gemeente- bestuur op na, tinans onder Voorzitterschap van Adam Jacobs, terwijl Polis Laurens se cretaris is. De broer van mijn gastheer, de Inlander ir. Loen is d'e politieman, de tjamat c-n heeft, gelukkig maar een schimmetje te doen Wel zijn de Dtopokkers eenige weiken gele den verontrust door een brief van den be- rudhfcen reoverhoofdman Gantang. die thans met. zijh 'bonden nog steeds de residentie Batavia onveilig mlaaikt. Hie sinjeur, welke, dank ziji ons zWatk optreden, de schrik is van muil dien ik ooit ontmoet heb en daarom stemde ik toe. Natuurlijk !had ik geen lust door mijn lichaam de zon te laten schijnen maar ik .wilde hem eens loeren, dat hij met ^po'n ouden hond als ik ben, niet beginnen moot. ■Hij was zeer haastig en stelde een duel op pistolen voor, was ook niet tegen buk sen. Ik viel 'hem. in de rede. Voor zoover ik vorstand had van die. zaken, geloofde ik, dat ik de uitgedaagde was, en dus het redht had do wapens te kiezen. Ik was iemand, die niet van half wenk hield. Ilijl was van dezelfde meetiing, zeide hij en hij hoopte mij te bcwijfcen, dat hij een man, zoonis ik, met gemak oVer de kling k' n jagen. Ik twijfelde daaraan in 't geheel niet, maar maakte hem er op opmerkzaam, dat ik mijn grillen had en mij in het hoofd had .gezet., dat. wiji elkaar op geheel bijzon dere wijze hot tijdelijke met 't. eeuwige zou den doen verwisselen. „Boe dan vroeg hij. „D'oor kruitvaten, meneer, de methode Ï3 zeker." iffiji zette een tamelijk do'm gezicht, maar ik zette Ihenii spoedig de zaak uiteen. „Zie eens aan, vreaindeling, ik ben een kapitein van een stoomboot, en als zoodanig heb ik het vooruitzicht den een of anderen d'ag in do lucht te v! agen. Dal is een kans, dien i'k mij niet laat. ontnemen. D'aaroin zal ik twee kruitvaten uit het ruim laten halen, wiji zoeken aan den cover oen afgelegen plaatsje op en gaan op de vaten zitten. Ver volgens zullen wij! twee roten lange lonten aansteken en wiens vat het eerst uit elkaar springt, die heeft Vederen." Dat Was toch zeker een zeer aannemelijk voorstel, maar (hij! maakte 'bezwaren. Zoo een vreemde manier van duelleer en was bij hem thuis geen uno'de en het was een zonde, zich op zoo n wijze van Sict leven te boroo- veu. Of dat in Duitschland mode was c.f niet, was mijl totaal onversdliillig. Wij ston den op den roemvol 1 en bodem v'an da gröofce republiek en zonden tool; onze zaken gólieel kunnen regelen, zooals wij dat wilden. En mijns inziens was dit een zeer verstandige manier. Indien hij echter bang was, dan zou ik ook met een andere methode tevreden zijn. Ik had hem Verbazend goed geschat; hij stoof op en 'bezwoer dat lrij in 't geheel geen vrees kende. Daarop liet ik de twee vaten opTiijsohen en aan dek stellen. Een uur later stoomden wij de haven uit en loen rechts en links geen spoor van wo ningen meer te ontclkekcn was, stopten wij Mijn mannetje was onderweg opmerke lijk stil geworden ©n ook toon ds vaten naai den oever werden gebracht, zeide hij niets, maar keek van tiijtd' tot tijd stoetsgewijze naar mij. Wijl «tapten aan wal en de loods ging mee. Twee lonten weiden gebracht, ta molijfc lange einden, die werden gemeten, d© loods stak ze aan, hing ze in het spongat en maakte toon, dat hij) aan hoard kwam. Wij gingen op de vaten zitten. Mijn tegenstander was ongeveer vijfti schreden van mij verwijderd. Hij was zeer bkek en zag, de tanden opeengeklemd, i echt voor zich uit. Dïto of vier minuten hoorde men niets andcis dan het gonzen der mus kieten. üaair zij, slaken, nam ik een si ga: en stak ze: aan d'e brandende Jont aan .Mijne heeren, u had daarbij het gezicht van den ander moeten zien. Hij' was doods ble'ck en zag mij' met verwilderde blikken aan, alsof ik een wonderdier was. Ik vroeg hem. of ik hem anet ©en sigaar kon dienen. Iïdji sol nulde het hoofd. De lonten glommen verder en verder, het Europeaan, Inlander, Chinees en Arabier, heeft beloofd D'epok met een bezoPk te ver- e-ea-en. Ik vertrouw, dat die ingezetenen hem en zijn rotgenooteli niet al te Christelijk zullen ontvangen. Eo (hebben hid* gelukkig goede wapens in overvloed en zijn vast be sloten zich flink to verdedigen. Fraaie toestanden toch in dieizel residentie, die nol.abene drie flinke garnizoenen telt. t Lijkt wel of we in Turkije, zijn dn plaats van in een beschaafde kOlonied Dodli om op dat gemeentebestuur terug te komen, hef wordt bijgestaan of misschien ook wel eens tegengewerkt door oen raad van vijven, een vörtegenwoordiding der Christen-ingezetenen, gekozen door allo meerderjarigen, waaronder ook de vrouwen, hoofdon van gezinnen. Dit laatste geef ik ook de Vrijle' 'Dames in Holland in over weging ©n .wel als geleidelijke overgang naar 't vrouwenkiesrecht. 'De fiere, kampvc-clit- sfcers voor het rcvoil' van het zwakke ge slacht, zullen zeker ook met belangstelling vernemen, lat ei* wel eens een D'epokseh weeuwtj© in den raad is toegelaten, Voor de gezelligheid zeker, als ze er ten minste nog toonbaar heeft uitgazien. Die raad dan vergadert elke maand in bet. raadhuis, de Kknnpoelan geheet en en de leden wohclen er- netjes voor betaald. Natuurlijk heeft zoo'n r©publiekje z'n eigen inkomsten en uitgaven. Waarvóór anders een raad met bestuur 1 En zon brongen de Christenen dUn 1/10 van hun rijstgewas op aan do kas der ge meente, terwijl de Mohammedanen 1/5 moe ten afstaan en bovendien nog verplicht zijn om eens in Uo wetek 'liearendionst te verrich ten of t© we! onbet.aaMen niheidi aan de wegen, waterleidingen op de rijstvelden enz. D'at slavenwerikje kan voor twee dubbeltjes per dag .worden afgekocht. Als men nu weel, d'at, ev hier pl. m. 3000 Mohamme danen Volden aangetroffen en dat er toch nooit eenig Verzet tegen deze, willekeur heeft, plaats gehad, dan moet. men toegeven, dat 't geduld' «en de lijdzaamheid, in l'ndië groot zij'n. Als hoofd van hef land Depok, als oifi- cieel hoofd namelijk, wordt dtoor den assis tent-resident van Buitenzorg een djoeragau aangesteld en wel op vooidracibt van meer genoemde gemeenteraad. Tot zoover de niededcclingen Van d© fami lie Loen. Nadat we lekker gegeten en gedronken hadden, stelde de oudé heer een rij.toea-tjei voor. Een van de .gemeenteleden bood zijn werkelijk net wagentje' met vurig 'paard ter beschikking ©n toen reden we 't plaatsje rond, overal vriendelijk toegeknikt. Aller aardigste jongens en meisjes speelden op de wegen ©n bun hartelijk „dag mijhbeerrr dag mijmheem-1" klonk zeer sympathiek. Er komen hieir maar weinig vrebtrndelin- derde .gedeelte Was reeds verbrand. Ik had mij in 't geheel niet om mijn tegenstander bekommerd, maar kalm mijn sigaar ge rookt. Toen ik de asch Van mijn sigaar Wegtipte, zag ik hem aan. Hij zat daar alsof bij' koorts had. Hij hóófd® over 'liet gekoele lichaam en ilk hooide zijjn tanden klapperen. Maar liij was toch een flinke kerel en verroerde zidh niet. En ik? Of ilc 'bang was? Maar laat mij nu uitspreken, U zult wel alles te weten komen. Ik was niet. bang, integendeel. Ik bad mijn sigaar bijha opgerookt en daar ik anders niets te doen Qiad, begon ik een deuntje te fluiten. De ander scheen op het punt bewusteloos te worden. Bij zwaaide) heen en weer, alsof hij elk oogenblik van ttiet vat zou Vallen. Ik hield me alsof ik uitte merkte. Intus- sdlion naderde het. vuur do spondgaten, Mijn lont was een beetje korter -geworden dan de zijne en ik zag dat in zijn oogen een straal tje van hoop vlamde. Plotseling begon zijn lont vlugger te smeulen en binnen vijf mi nuten was ze redds een groot oind korter. Nog een kwartier en ze zou het kruit-be reikt hebben. I'k zag hem scltërp -aan. Hij hield ziclh goed, tot do menschfelijlke natuur in iliem de overhand verkreeg. Opeens sprong hij van het vat, nikt® de lont et- uit on doofde Ze met. den voet uit. Voordat ik een woord kbn zeggen was kij in_ het bosch verdwenen. Ik hcib hem nooit weergezien. Ik klom natuurlijk ook naar beneden en doofde mijn lont nit. Of ik niet ontzaglijk ibliji was? Neen kolo nel, in 't geheel niet, want in ds Vaten was geen 'kruit, m'aar gemalen peper.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 5