57"' Jaargang.
Zondag 21 Februari 1904.
No. 11397.
mg
mBm.
Tweede Blad.
Algemeene Begraafplaats.
HET DUEL.
INDISCHE PENKRASSEN.
S HHIEEIIMSCÜE COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen tl. 1.25. Franco
per post fl. 1-65.
Pr\js per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau* Peterstraat OS.
Advertentiën: Van 1-
Reclames 30 cents per regel.
-6 .regels fl. 0.02iedere regel
Groote letters naar de plaats die zij
Prijs der
meer 15 cents,
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
Tarieven hier
in de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde Jileine advertentiSn opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
ïntcrc. Telefoon Ko. 123.
Nog slechts con paar onreigelmafci.gr: zand
en puinböopen naast do tramrails wijzende
plaats aan, waar voor korten tijd nog d©
Wilhelmina-in olen Stond, en weldra zal een
klein paikjo ook deze laatste sporen uitwis
selden. Dan zal er weer con van die groote,
typische Scliiedaimsche wi ndkorenmölens
verdwenen zijn, van die stecmcn reuzen met
liun lange, breeds wieken, wier omtrokken
als silhouetten afstekende telgen den. donkei-
blauwen avondhemel, zoo m'cnig oog bij. zo
merdag of herfstavond tot bewondering
brachten.
'Maar voor menigen wandelaar, die de
richting Van de Koemarkt naar den Singel
nam, was deze molen een coli'to Sba-inkleii-
weg, en liet. vrijle gezidht, dat hij nu heeft
van af de Broersvost tot diep in de laan
naast de begraafplaats, vo-orspelfc hem reeds,
lioo in 'het vooi-jaar en den zomer het oog
daarin ruimschoots vergoeding zal vinden,
hoe dit .gedeelte onzer stad er in den zomer
door zal blijken verfraaid te zijn.
Maar ook de begraafplaats ligt zooveel lö
meer open door deze afbraak, do begraaf
plaats, die het .grootste doel van 't jaar aan
deze zijde door niets beschermd, dus niet
zooals aan den Zuidoosthoek achter beesten*
en hulst, vei'boitgen, nu nog Veel moer in 't
oog Valt.
En daardoor zal er n'og meer dan tot dus
ver over gesproken worden, dat het toch
een anachronisme is, dat'het geheel in strijd
is met don tcgenwooidigen tijdgeest, dat
midden in eon stad aidh e'en begraafplaats
bevindt.
En daaihiji zal er nog meer ge-anompeid
worden van hot ongezonde van 'dito aanwe
zigheid, on als bewijfcs daarvan zal er worden
gewezen op de sloot langs do zuid- ou oost
zijde, die met redht eon „stinksloot'' mn.g
worden .genoemd.
En liet is een anachronisme, hot is in
strijjd anet iederen nieuwen stadsaanleg, en
zoo er wetten 'bestonden omtrent de plaats
der begraafplaatsen, zou er stellig in vast
gesteld zijn, dat deze minstens zooveel kilo
meter Van den 'bebouwden kom der gemeen
to zonden verwijderd moeten zijn.
Ook in onze gemeente is de kwestie der
begraafplaats meermalen aan de orde1 ge
weest en de verlegging zou reedis voor laag
hebben plaats gevonden, wanneer deze niet
gepaard moest gaan met groote kosten.
Het is ihiör als overalcle ghootc uitg'avon
doen. het bestuur dor stad or Voor terugdein
zen, geldgebrek doet defee, gelijk z.oovoto an
dere Verbeteringen, op zich. wachten. En
Amerikaansche schels
„Ik stol voor, mijne heeren, dat wij een
glas drinken op de gezondheid van onze
gastheer, kolonel Hawkins siczoo en
nadat dit (gebeurd is, vorklaar i'k den gc-
acliten kolonel, dat hijt zonder fcwij(fol in ille
soorten van conezaken groote ervaring heeft,
doch tegcaiovor mij! in dat -opzicht echter
nog maar een wik'kelkindje is.
Stilte slechts, mijne hecten, ik zal u het
bewijs leveren, dat dit zoo is en verplicht
mij, voor do volgend© presidentsverkiezing
een neger to candideeren, indien u mijl niet
gelijk geoft. Ja u inbegrepen, kolonel,
Maar ik vrees, dat i'k met mijn geschiedenis
met gereed, kom, wanneer ik telkens in do
rede word! .gevallen.
Nu dan, hot was in den goeden ouden
tijld, toen noig slechts tweo of drie groote
booten op de '.Miisaisippi voeren en voor
kleine schepen nog iets te verdienen viel. -
voer toentertijd tusschc-n .Memphis on Han
nibal en wij hcbibon mooie dagen op ons
scheepje beleefd. Wij stookten mot liout, dat
bijjna niets kostte, de loodsen vroegen nog
met zulke onbeschaamde, hoogs loodsgelden
als thans en vracht was er meer, dan wijl
'honden, bergen. Kbrtom, ihet was een bruin
leventje. Aan verstrooiing ontbrak h'efc even
min. Indien nieu tijld hald en eon voormdd
dag er aan wildo wagonkon men van di
partij) zij'ti, wanneer d'e oen of andere Ver
vloekte paardendief gelyncht wend on zo.
nu en dan vloog een boot de lucht in. "Waar
door ?D oordat er te sterk gestookt werd
een wedloop tussdhen twee concurrenten.
Wat 'dit alles te maken heeft met eereza-
ken 1 U breekt uiw eerbiedwaardige hoofdon
Met onnoodigei veronderstellingen. Laat mij
bij
waar onze gemeente in do toekomst staat
oor groote uitgaven en op het oogenblik
nog de eerste moeilijke portode doormaakt,
io wel wijst op betore tijden, maar daarom
niet minder moeilijk is, daar ligt het voor
hand, dat men verbeteringen laat. wach
ten, die niet dringend om hulp schreeuwen.
En dat doet ons inziens do ligging van
eze begraafplaats niet, nl. niet in die mate,
dat vóór alles daarin verandering moot wer
en gebracht door overplaatsing. Het is al
leen het oog, het .gevoel, dat onaangenaam
aangedaan wordt, Wanneer het daar die be
graafplaats zoo naakt, zoo kaal' ziet li'ggen,
wanneer het een voor do nabestaanden zco
plechtige ceremonie ziet vervullen als op de
open straat, als aan den weg, wanneer allow
zoo in schrille tefgcnslelling is mot het:
Stille, rustplaats van Gods dooden''. zbodat
het „wie si© se san Ft ruhn", als een parodie
klinkt.
Maar zijn er schatten voor noodig, om do
begraafplaats, ook op deze plaats meer te
maken tot een vredehof? We wezen or reeds
op, hoe aan cle 'Zuidoostzijde hulst on altijd
groene heester de eigenlijke begraafplaats
aan heit ooig onttrekken.
„Maar do .gezondheid, do hygiëne, die
tocli verbieden zal, dat een begraafplaats
zich binnen de bebouwde, ikom bevindt, im
mers denk aan de> bewuste riool.?'' zal er
gezegd woiden.
Indien de hygiëne als iieerseberes mocht
optreden in alles, wal er plaats heeft na
het overijjden, zij zou in de nll-reerate pUats
onze tegenwoordige wijze van begraven 'ver
werpen 7ij zou de begrafenis van uit het
sterfhuis verbieden en aan ieder kerkhof een
groot lijkenhuis verbinden, zooals het in vele
groole steden in Duibchiartd het «eva! is.
Zy zou niet toelaten, dat er in dezelfde
kamer, waarin een lijk is, wordt gewoond
en gpslapen en zelfs gekookt en gegeten, zij
zou de begrabnit van uil h»l lijkenhuis
bevelen.
Eo ofschoon zij om der wille vnn het
mensehelijk voeler) en der ken het kerkhof
buiten de stad zou brengen, zou zij zoggen,
dat de vernietiging tan het lek in de aaide
voor de gezondheid gepn nadeelige gevolgen
heeft
Zoo deze bestonden zon h*n ze plaats vinden
of door door den bodem (de aaide), of doo.
de luchtof door liet water.
Door de aarde zouden du, de kiemen, die
de z.iekte hebben veiooizaaki, hun wig weer
moeten vinden tol de metachen Onderzoe
kingen hebben echter geleerd, dat deze kie
men in het lijk na de begrafenis ilucht.s ring
korten tijd leven, hoogstens diie ii vier
maanden: lyphnsbaci'len di ie maanden, cho
iera en p.'stbiciibn den maand, vnn tiibeikel
bacillen (tering) is men minder zek'T. Bo
vendien beslaat er ongemchijnüjk geene
mogelijkheid voor de bacteriën, om uit de
diepte van het graf naar de oppervlakte te
komen.
Vun bepaalde besmettingen van keikhoven
uitgaande heeft men geen gevallen kunnen
constateeren.
Daar de bacillen niet aan de oppervlakte
kunnen komen, is er voor besmetting door
de lucht geen gevaar. Algempen denkt men,
dat door het water de ziektekiemen mee
zouden kunnen worden geroerd tot het grond
water, vanwaar ze in putten of hoe dan ook,
tet de menschen zouden kunnen terugkeeren.
Maar opgravingen hebben geleerd, dat de
bodem een halve meter onder een graf niet
meer bacterieën bevat, dan op iedere andere
plaats.
En bovendien zou de aardlaag het water
wel fillteoren en zoo de ziektekiemen in het
water mochten komen, zouden ze weldra ster
ven onder de voor hen zoo ongunstige levens
voor waai den.
De verontreiniging vau het water door de
vernietiging de lijken bestaat eigenlijk geheel
niet.
Het biji a ongelooflijke heeft de ervaring
geleerd, nldat hel grondwater op keikhoven
gewoonlijk zuiverder is, dan dat, wat zich
midden in de steden bevindt.
liet water in de sloot om het kerkhof zou
dus nooit zijn vuile kleur en onaangename
reuk kunnen ontleenen aan zijn nabijheid
van het kerkhof.
Schadelijk voor de gezondheid is dus een
kerkhof niet, natuurlijk mits hel goed is
aangelegd en goed wordt verzorgd.
Toen we hei halen diet behooit het
niet in, maar buiten de'stad.
Maar, waar voor het oogenblik deze groote
verbetering met te bpreikpn is, daar is toch
op andere wijze reeds zeer veel tol stand
te brengen, opdat het pièleits noch het
aesthetisrh gevoel 1 inger onaangenaam woide
getroffen.
XUVITT.
Wc werden zeer hartelijk ontvangen hier
op Depok en kobben tot nog too geen be
rouw over ons uilstapje naar beneden.
.Papa en Mama Loen vertelden ons reeds
zóóveel ijlzonderiieden van dit merkwaar
dige plaatsje, dat i'k nog moeite zal hdbbe-n
alles behoorlijk in één Penkras weei te
geven.
Laat ons beginnen met bet begin.
In 1705 woonde 'bier een vroom lid van
den raad van Indië, C. Obastelein genaamd,
die 'het land Depok van de Oosl-Indtische
Compagnie in eigendom bad getkregcu. Deze
heer 'had, volgens 'het gebruik dier dageri,
veel slaven in zijn bezit en toen (hij nu m
1714 overleed, hoorden die zwartjes tot hun
blijdschap, dat de „baas" Inin niet alleen
Je vrijheid terugschonk, doch hun boven-
«icn hot land D'cpok in communaal bezit af
stond, mits zij zich eerst tot Christenen He
ten doop en.
Nu, 't waren practische mcnschen die sla-
maar kalm koers zetten, ik kom wel aan het
doel. Toen ik op een zekeren dag te Hanni
bal voor anker laig, over de reeling leunde
en in ihet water kringetjes spuwde, kwam
zoo een verwenscihte melkbaard mot zijn ba
gage aan boord. Het. schijnt, dat ik niet. erg
goed uit mijn oogen hob gezien wat zal
ik u zeggen, mijne heeren, ik kwam ten
iKeotje te veel in zijn nabijheid en do melk-
baafrd gcWoelds zich vreeselij'k iMoedigd. Hij
liep terstond' op mij) toe. werd onbeleefd en
slingerde, mij 'Op mijn eigen schip allerlei
lieflijkheden naar het. hoofd.
U kent mij en wc'eb dat deze onvoorzich
tige persoon ihet .beste gedaan had, maar
gauw de .plaat ie poetsen. D'e loods, die
naast mijl stond, was van een dergelijke inco
ming. Ik was edhter juist in een goed hu
mour, daar ik hem juist twaalf dollar met
kaarten afgewonnen had en daarom vroeg
ik den vreemdeling slechts of het in zij'n ge
zegend hoofd wel goed in orde was. Sedert,
wanneer mtocht een vrije burger niet spn-
wen, waar Ihiji wilde. Tten slotte verzocht ik
hem, zich te verwijld ea*on, daar ik lliem an
dcis als lundh zou gebruiken.
Allo d,ui veis. elk ander zou als een gesla
gen hond zijn afgedropen, maar hij' liet rich,
niet van zijn -stuik brengen, lliji was een
groote, 'forsoho jongen, die de eens wang vol
litieekc-ns had. Later tlxeeft men miiji verteld,
dat daarginder in DUitschland do jongelin
gen elkaar mei groote messen liet gezicht-
kerven. Of het waa.r 'is, voet ik niet en oie
het mij' Verteld] heeft, kan het ook gelogen
hebben. (Zona,Is gezegd1, hij1 deinsde niet te
rug, maar vorklaaakl© zich bereid., mij ter
stond dö hersenen in te slaan, wanneer ik
hem geen Voldoening' gaf.
Zoo Vaar ik Smith heet, zoo iets was .mij,
in mijn leven nog niet overikomten. Zonder
twijfel was hijt j© meent opmerkelijke molk
ven en ze volgden daarom het verheven
voorbeeld van den Pranschen koning Henri
IV, zo veranderden van geloof ter wille
van het zoo prachtige aanbod Of ze toen
darlciijpc ook overtuigde Christenen geweest
milch zijn, Valt m. i. wel wat to betwijfelen,
vooral als men wtaet, dat de Islam het toe
staat om, zoo noodig, voor den vorm een
andere religie te belijden, mits men in zijn
hart maar 'n ttouw volgeling van Moham
med blijft
Ook bepaalde de lieer Chastelein, dat er
zich op Dfepók (geen Ghineezen m'ochten ves
tigen en dat er nooit of te nimmer opium
zou imogen worden verkocht
Honderd twintig slaven omhelsden toen
liet Christendom en werden de stamvaders
van de z.g. Depoksehe gemeente.
Ze kiegen, behalvlei het gemeenschappelijk
grondbezit, nog 't beheer over 300 koeien,
2 gam el a n spel en, 50 mOoie statielan sen met
zilveren beslag en .16 Ttijksda aiders per ge
zin aan contanten.
Wel een practische manier van kerstenen,
zou ik denken, want al waren die eerste
„bekeerden" nog van weinig waarde, hun
nakomelingen, thans pl. m. 500 zielen tel
lende, zijn Protestanten van streng recht
zinnige opvatting, ik zou haast zeggen, nog
vaster in 't geloof dan menige anti-revolu
tionair in Holland.
Depok is op 't oog eau stil leelijk plaatsje
met. sleoht onderhouden wegen. Overal1 ziet
men er vette varkens rondsnuffelen, een
gruwel in de oogen Van dö Mohammedanen,
waaruit da meerderheid dar bevolking hier
todli'nog steeds bestaat.
't Is merkwaardig om op te merken, hoe
die monschen door de Christenen met een
zekere minachting worden bejegend, terwijl
ze o.a. heel grappig van „Inlanders" spre
ken, net alsof ze dat zelf niet zijn Ze trach
ten in kleeding enz. den blanda na te boot
sen en onder de jongeren treft, men zelfs
echte fatjes aan, keuriger gekleefd dan ine
nig volbloed Europeaan hier te lande.
Nog één leelijk ding hebben cle D'epok
kers van ons blanken afgekeken, dat. is het
drinken van jenever en andere alcoholische
dranken, doch oVerigens is 't. wel een goecl
slag van mensdlien. dat zeer aan 011= Gou
vernement. gehecht, is.
Depok houdt er een soort van gemeente-
bestuur op na, tinans onder Voorzitterschap
van Adam Jacobs, terwijl Polis Laurens se
cretaris is.
De broer van mijn gastheer, de Inlander
ir. Loen is d'e politieman, de tjamat c-n
heeft, gelukkig maar een schimmetje te doen
Wel zijn de Dtopokkers eenige weiken gele
den verontrust door een brief van den be-
rudhfcen reoverhoofdman Gantang. die thans
met. zijh 'bonden nog steeds de residentie
Batavia onveilig mlaaikt. Hie sinjeur, welke,
dank ziji ons zWatk optreden, de schrik is van
muil dien ik ooit ontmoet heb en daarom
stemde ik toe. Natuurlijk !had ik geen lust
door mijn lichaam de zon te laten schijnen
maar ik .wilde hem eens loeren, dat hij met
^po'n ouden hond als ik ben, niet beginnen
moot.
■Hij was zeer haastig en stelde een duel
op pistolen voor, was ook niet tegen buk
sen. Ik viel 'hem. in de rede. Voor zoover ik
vorstand had van die. zaken, geloofde ik, dat
ik de uitgedaagde was, en dus het redht had
do wapens te kiezen. Ik was iemand, die niet
van half wenk hield.
Ilijl was van dezelfde meetiing, zeide hij
en hij hoopte mij te bcwijfcen, dat hij een
man, zoonis ik, met gemak oVer de kling
k' n jagen. Ik twijfelde daaraan in 't geheel
niet, maar maakte hem er op opmerkzaam,
dat ik mijn grillen had en mij in het hoofd
had .gezet., dat. wiji elkaar op geheel bijzon
dere wijze hot tijdelijke met 't. eeuwige zou
den doen verwisselen.
„Boe dan vroeg hij.
„D'oor kruitvaten, meneer, de methode Ï3
zeker."
iffiji zette een tamelijk do'm gezicht, maar
ik zette Ihenii spoedig de zaak uiteen.
„Zie eens aan, vreaindeling, ik ben een
kapitein van een stoomboot, en als zoodanig
heb ik het vooruitzicht den een of anderen
d'ag in do lucht te v! agen. Dal is een kans,
dien i'k mij niet laat. ontnemen. D'aaroin zal
ik twee kruitvaten uit het ruim laten halen,
wiji zoeken aan den cover oen afgelegen
plaatsje op en gaan op de vaten zitten. Ver
volgens zullen wij! twee roten lange lonten
aansteken en wiens vat het eerst uit elkaar
springt, die heeft Vederen."
Dat Was toch zeker een zeer aannemelijk
voorstel, maar (hij! maakte 'bezwaren. Zoo
een vreemde manier van duelleer en was bij
hem thuis geen uno'de en het was een zonde,
zich op zoo n wijze van Sict leven te boroo-
veu. Of dat in Duitschland mode was c.f
niet, was mijl totaal onversdliillig. Wij ston
den op den roemvol 1 en bodem v'an da gröofce
republiek en zonden tool; onze zaken gólieel
kunnen regelen, zooals wij dat wilden. En
mijns inziens was dit een zeer verstandige
manier. Indien hij echter bang was, dan zou
ik ook met een andere methode tevreden
zijn.
Ik had hem Verbazend goed geschat; hij
stoof op en 'bezwoer dat lrij in 't geheel geen
vrees kende.
Daarop liet ik de twee vaten opTiijsohen
en aan dek stellen.
Een uur later stoomden wij de haven uit
en loen rechts en links geen spoor van wo
ningen meer te ontclkekcn was, stopten wij
Mijn mannetje was onderweg opmerke
lijk stil geworden ©n ook toon ds vaten naai
den oever werden gebracht, zeide hij niets,
maar keek van tiijtd' tot tijd stoetsgewijze
naar mij. Wijl «tapten aan wal en de loods
ging mee. Twee lonten weiden gebracht, ta
molijfc lange einden, die werden gemeten, d©
loods stak ze aan, hing ze in het spongat en
maakte toon, dat hij) aan hoard kwam. Wij
gingen op de vaten zitten.
Mijn tegenstander was ongeveer vijfti
schreden van mij verwijderd. Hij was zeer
bkek en zag, de tanden opeengeklemd, i echt
voor zich uit. Dïto of vier minuten hoorde
men niets andcis dan het gonzen der mus
kieten. üaair zij, slaken, nam ik een si ga:
en stak ze: aan d'e brandende Jont aan
.Mijne heeren, u had daarbij het gezicht
van den ander moeten zien. Hij' was doods
ble'ck en zag mij' met verwilderde blikken
aan, alsof ik een wonderdier was.
Ik vroeg hem. of ik hem anet ©en sigaar
kon dienen. Iïdji sol nulde het hoofd.
De lonten glommen verder en verder, het
Europeaan, Inlander, Chinees en Arabier,
heeft beloofd D'epok met een bezoPk te ver-
e-ea-en. Ik vertrouw, dat die ingezetenen hem
en zijn rotgenooteli niet al te Christelijk
zullen ontvangen. Eo (hebben hid* gelukkig
goede wapens in overvloed en zijn vast be
sloten zich flink to verdedigen.
Fraaie toestanden toch in dieizel residentie,
die nol.abene drie flinke garnizoenen telt.
t Lijkt wel of we in Turkije, zijn dn plaats
van in een beschaafde kOlonied
Dodli om op dat gemeentebestuur terug
te komen, hef wordt bijgestaan of misschien
ook wel eens tegengewerkt door oen raad
van vijven, een vörtegenwoordiding der
Christen-ingezetenen, gekozen door allo
meerderjarigen, waaronder ook de vrouwen,
hoofdon van gezinnen. Dit laatste geef ik
ook de Vrijle' 'Dames in Holland in over
weging ©n .wel als geleidelijke overgang naar
't vrouwenkiesrecht. 'De fiere, kampvc-clit-
sfcers voor het rcvoil' van het zwakke ge
slacht, zullen zeker ook met belangstelling
vernemen, lat ei* wel eens een D'epokseh
weeuwtj© in den raad is toegelaten, Voor de
gezelligheid zeker, als ze er ten minste nog
toonbaar heeft uitgazien.
Die raad dan vergadert elke maand in
bet. raadhuis, de Kknnpoelan geheet en en de
leden wohclen er- netjes voor betaald.
Natuurlijk heeft zoo'n r©publiekje z'n
eigen inkomsten en uitgaven.
Waarvóór anders een raad met bestuur 1
En zon brongen de Christenen dUn 1/10
van hun rijstgewas op aan do kas der ge
meente, terwijl de Mohammedanen 1/5 moe
ten afstaan en bovendien nog verplicht zijn
om eens in Uo wetek 'liearendionst te verrich
ten of t© we! onbet.aaMen niheidi aan de
wegen, waterleidingen op de rijstvelden enz.
D'at slavenwerikje kan voor twee dubbeltjes
per dag .worden afgekocht. Als men nu
weel, d'at, ev hier pl. m. 3000 Mohamme
danen Volden aangetroffen en dat er toch
nooit eenig Verzet tegen deze, willekeur
heeft, plaats gehad, dan moet. men toegeven,
dat 't geduld' «en de lijdzaamheid, in l'ndië
groot zij'n.
Als hoofd van hef land Depok, als oifi-
cieel hoofd namelijk, wordt dtoor den assis
tent-resident van Buitenzorg een djoeragau
aangesteld en wel op vooidracibt van meer
genoemde gemeenteraad.
Tot zoover de niededcclingen Van d© fami
lie Loen.
Nadat we lekker gegeten en gedronken
hadden, stelde de oudé heer een rij.toea-tjei
voor. Een van de .gemeenteleden bood zijn
werkelijk net wagentje' met vurig 'paard ter
beschikking ©n toen reden we 't plaatsje
rond, overal vriendelijk toegeknikt. Aller
aardigste jongens en meisjes speelden op de
wegen ©n bun hartelijk „dag mijhbeerrr
dag mijmheem-1" klonk zeer sympathiek.
Er komen hieir maar weinig vrebtrndelin-
derde .gedeelte Was reeds verbrand. Ik had
mij in 't geheel niet om mijn tegenstander
bekommerd, maar kalm mijn sigaar ge
rookt.
Toen ik de asch Van mijn sigaar Wegtipte,
zag ik hem aan. Hij zat daar alsof bij' koorts
had. Hij hóófd® over 'liet gekoele lichaam
en ilk hooide zijjn tanden klapperen. Maar
liij was toch een flinke kerel en verroerde
zidh niet.
En ik? Of ilc 'bang was? Maar laat mij
nu uitspreken, U zult wel alles te weten
komen. Ik was niet. bang, integendeel. Ik
bad mijn sigaar bijha opgerookt en daar ik
anders niets te doen Qiad, begon ik een
deuntje te fluiten.
De ander scheen op het punt bewusteloos
te worden. Bij zwaaide) heen en weer, alsof
hij elk oogenblik van ttiet vat zou Vallen.
Ik hield me alsof ik uitte merkte. Intus-
sdlion naderde het. vuur do spondgaten, Mijn
lont was een beetje korter -geworden dan de
zijne en ik zag dat in zijn oogen een straal
tje van hoop vlamde. Plotseling begon zijn
lont vlugger te smeulen en binnen vijf mi
nuten was ze redds een groot oind korter.
Nog een kwartier en ze zou het kruit-be
reikt hebben. I'k zag hem scltërp -aan. Hij
hield ziclh goed, tot do menschfelijlke natuur
in iliem de overhand verkreeg. Opeens
sprong hij van het vat, nikt® de lont et-
uit on doofde Ze met. den voet uit.
Voordat ik een woord kbn zeggen was kij
in_ het bosch verdwenen. Ik hcib hem nooit
weergezien.
Ik klom natuurlijk ook naar beneden en
doofde mijn lont nit.
Of ik niet ontzaglijk ibliji was? Neen kolo
nel, in 't geheel niet, want in ds Vaten was
geen 'kruit, m'aar gemalen peper.