Mandei en.Bedrijf, V BINMf3LAÏïD. voor tuinbouw en plantkunde, hot Blocm- liollonkwcokeregeuootscliap, liet Algemeen Nederlaudsch Werklieden-Verbond en liet departement Haarlem van dei Maatschappij ter bevordering van nijverheid. Dlr bolinveorr. en accijnzen. Biji do administratie der dir. bel. enz. verplaatst, ingang 16 dezerO. Moleu'aar, comm. 2o kl. van Maastricht naar Onijlk, ingang 1 Mei: W. Houwen, comm. 2o ld. van Winschoten naai' Ootmarsium, (tijd.). Eervo-l ontslagen, ingang 1 Mei: J. T. F ,G. Wilbelini, coimm.-ontvangor te Ga- berg, C. A. Yeltkamp, deurwaarder te Kampen. Bij' Kon. besluit is, op grond van verkre gen rechten, een pensioen van f 186 ver leend aan H. Eist, weduwe van den gepen- sionneerden commies 1ste Iklasse bijl 's rijks belastingen J. II. D'ijfkhout. Flnantieel Meuws. Naar „liet Volk" verneemL, moei de voor naamste aanleiding lol den val van het Leeuwarder kassiershuis Gralama gezocht worden in den val voor eenige maanden van den groolcn Amslerdamschen effecten handelaar Do Goeycn, den leider van liet „Internationaal Landsyndicaat". 2e ambt. do heer O. Bregma n en als 3* ambt. do hoer L. Bijl, dia deto benoemi» gear staande do vergadering aannemen. De regelingen betreffend© de vendóelinir der werkzaamheden, kantooruren, b'ezoldi- ging enz. worden daarna, opnieuw vast«<J steld. bn Ten slotte dedt de V oi o r zi t 16 r roe(ja dat hedenmorgen is ingekomen een ver- zoekschrifb van W. Nboteboom, smid1 alhior" waarin dezo te kennen geeft dat bijl van dó gemeente over 1899 te vorderen hoeft oen bedrag van f 230.F3, d'at kijj evenwel ziia rekeningen niet op tijd inleverde en de be- taling door het dag. bestuur weid Gewei gerd dat biji vermeent, nu hij zich in, on- guustige geldelijke omstandigheden bevindt den raad eerbiedig te moeten wagen hem als nog het bedrag uit te betalen. De voorzitter licht dit verzoteikl toe en dedlt mede dat Noooteboom in 1897 zijn tekening ook te laat inleverde, bot een te drag van f 75, doch toen nog met goed keuring Van Ged. Staten betaling ontving. Besloten w'ordt thans geen beslissing te nemen d'oeh vooraf nader© toeüiöbtingon om. treilt deze- tekening af te wachten. Niets moer aan do orde zijlnde werd de vergadering hierna gesloten. Zoo kletst en tuigt Jan Publiek af! Do massa verbeeldt zich clan dadelijk nu ook geen respect meer verschuldigd te zijn „verbeeld je, voor zoo'n smeerlap!", zo denkt dat de besproken persoon nu tot liaar laag niveau is afgedaald, want zij, de massa, die niets kent, die niets weet, die niets doet, kan nu eenmaal geen grootheid boven zich verdragen, wil nivellceren, zoodra ze enkele, lieel enkele puntjes van overeen komst ontdekt, want och, wc weten 't allen heel goed, wij, de massa, vormen een reu zen col lectio vail al zeer onvolmaakte we zentjes Zijn we niet kinderachtig, lezers? Moesten we niet liever de oogen sluiten voor 't kleine, dat ook den giooten aan kleeft ou dankbaar aanvaarden, wat zij naar -buiten bewerken. Zc wonen in een glazen paleis, die uitstekenden, terwijl niemand op het potdicht gesloten hokje van ons let, want anders Ik achtte het bovenstaande noodig, geach te lezers en lezeressen, als protest tegen die anti-Multainlianen, welke uit gebrek aan geest in modder gingen graaien! We hebben uitsluitend en alleen te maken met 's mans geschriften, en ik, uw Indische Penkrasscr, meer speciaal met het hoek, „dat een rilling deed gaan door den lande", het zoo heerlijk mooi geschreven boek, waarvan ik den stijl met een 10, een 100, een 1000 desnoods, doch den inhoud met een 0 zou willen zien getaxeerd Het is mij werkelijk onbegrijpelijk, dat er tot heden geen deskundige opstond, die eens helder aantoonde, hoe onnatuurlijk, hoe wei nig Soendanecsch gedacht bijv. die tragische liefdesgeschiedenis van Saïdjah en Adinda is. Ook wist de heer Üouwes Dekker blijk baar niet, dat Saïdjiili de naam is van een meisje en Adinda of liever adinda „jongere broeder" of „jongere zuster" betcekent. De jongeling zou Saïdjan hebben moeten boe ten. want Saïdjah's treft men alleen ouder de doch te ren des lands aan.-Tot over maat vim ramp is adinda geen Soendu- neesch. doch een zuiver Maieiscli woont, dat nimmer als naam wordl aangetroffen, Het doet er nu wel niet heel veel toe, doch 't. kan „en passant" als illustratie die nen, met hoeveel kennis van de Soendanee- sche maatschappij Multatuli zijn „Max Ha- velaar" dorst schrijven. De karakters van Saïdjah en Adinda zijn al even on-Inlandsch als de namen. Hel liefdeleven hij den Oosterling, en vooral hier op West-Java, is uitsluitend zinnelijk en een Soerulaneesche knaap, die zes en dertig manen of ongeveer drie jaar zijn bruidje trouw blijft, trouw, op Batavia nog wel, kijk zoo'n Jozef nroct hier nog geboren worden! En de Soendaneesche meisje- nu, lees daar Van Kol, blz. 604 maar eens op na! Grappig is 'f, dat de heer Douwes Dekker- zijn held „in 't Maleisch, dat Italiaansch van het Oosten", zijn schoon aandoenlijk lied van de „badjing" liet zingen. Een Soendaneesclr uit Lebak spreekt en zingt in het Soendaneesch, ook al een klei nigheid, maar het teekent! Ik heb dit trouwens noodig voor een op merking van meer waarde, die later volgen zal. Als ik den „Max Havolaar" verwerp, wil ik daarmee nog niet beweren, dat er in het Lcbaksche geen misbruik van gezag werd maakt. Integendeel! Ik ben ten volle over tuigd dat er zwaar gezondigd werd door de Hoofden, dat bet volk veel onrecht ge schiedde en dal de Resident en ook de Gou verneur-Generaal dit volkomen goed wis ten. voor," voegde hij er aan toe met een koelen blik, toen hij dacht aan het meisje, dat zijn ongolukkigen zoon in haar armen had geb lokt en eeii leegt© in 'het vaderhart had ge bracht, dio nooit weer verdwijnen zou aan deze zijde van het graf. Avis sidderde en heet zidh op de lippen, want zij, buitengewoon gevoelig, wist biji in geving, dat hij op bedekte wijze op baar moeder zinspeelde. „Ik ik gelijk, ook op mijn moeder, lord Pasmore," waagde zij te zeggen, terwijl haar mooie oogen onheilspellend schitterden. „Ik heb haar oogen en dezelfde 'kleur van haar." „Dat is des te meer te betreurenfluis terde hij, terwijl liij zijn bovenlip toornig krulde en met de band op da tafel, die naast hem stond, trommelde. „Waarom te betreuren?" vraagde zij, be vend van verontwaardiging, terwijl haar neusvleugels trilden en zij !het hoofd trotseb in den nek wierp, waardoor haar schoon heid des te meer uitkwam. „Laat ons, als 't u belieft, bij dit samen zijn zekere onaangename zaken vergeten," hernam hij. „Ik herken u als het kind van inijia zoon en wil u gaarne voor de wereld als zoodanig erkennen, maar daar moeten zekere bepalingen bij in acht genomen wor den. Begrijp u wat ik bedoel 2" „Ik vrees, dat ik het begrijp," antwoord de zij met gloeiend gezicht en harde stem, „u bedoelt, dat mijn lieve moeder uit uw barb en huis uitgeste© ten is en dat zij niet inbegrepen is in deze verzoening?" „Natuurlijk, ik zou dezelfde voorrechten niet tot uw moeder willen zien uitgestrekt, in aanmerking genomen de rol die zij speel de, om uw misleiden vader van zijn familie, zijn huis en allen die hom lief hadden te vervreemden.' „Zou u vriendelijk genoeg willen zijn, mij „Wat blief ?1" hoor ik u al roepen, „Nu trek je toch één lijn mot Douwes Dekker!" „Pardon, in 't geheel niet. Ge zult het hoorene Multatuli zegt in zijn boek, dat liet Gou vernement liever tien Residenten ontslaat dan cén Regen!, en dat heeft dan betrek king op het ontslag hem eervol op verzoek verleend. Iu een noot tracht hij dit nog wat te ver duidelijken door T volgende: „De bespottelijke angst voor 'n In landse h Hoofd wordt door de residenten bij de Regeering levendig gehouden in h li n e i g e n bel a n g, en berust eigen lijk op 'n woordspeling." Wal hij met die „woordspeling" bedoelt, verklaar ik niet te begrijpen. De noot luidt verder: „De waarheid is, dat wij in 't orga- ni stmts van ons bestuur de-In la nd- sche Roofden niet kunnen missen, d. i. het stelsel waarin die II o o f- d en een zoo voorname plaats bckleeden. Maar hieiuil volgt volstrekt niet, dat men een Inlandsch lloofd niet aan z'n plicht zon kunnen houden. Waar zou 't heen, als men geen luitenant straffen of ont slaan moclit, omdat men in 'n leger de officieren niet missen kan?" De laatste opmerking, van die officieren bedoel ik, is -zoo ontzettend stom, dat daar reeds het hecle bock mee valt! Meende de Assistent-Resident Douwes Dekker werkelijk, dat de verhouding van een officier tot zijn soldaten, dezelfde was als die van een Regent tot het volk?! En dat wou nog wel Gouverneur Gene- raai geworden zijn! Nu, de „Javasehe Cou rant" (de Indische Staatscourant) zou ze ker veel lezers getrokken hebben, doch bin nen liet jaar was de vaan van den opstand outiold eu we waren er door de slachtoffers der Hoofden netjes uilgewoipen, uit Java bedoel ik! Welk soldaat zal naar zijn spuil grijpen als een officier wenen-, wangediag ontslagen wordt oL in de kast gestopt?I De vergelijking gaat mank, heel erg mank! De instelling van de betrekking van Re gent is reeds van zeer ouden oorsprong. Zij dateert van de oorspronkelijke Javaan- scbe Vorsten, die aan liet hoofd der pro vinciën bloedverwanten plaatsten, om die rijksdeelcn namens hen te besturen. Deze leenmannen, want dat waren het eigenlijk, moesten hun Vorst in tijd van oorlog bij staan, op bepaalde tijden hun hulde bren gen en schatting betalen. Zij verkregen daar door alle rechten op den grond en op do bewoners, hun lijfeigenen. Later, toen de Oost-Indische Compagnie de Vorsten had verslagen, wist zij de Regen ten aan zich te binden, door hen te hand haven, terwijl dit handelslichaam dan in de plaats van de oude Vorsten trad. Later weer, onder Daendels, werden de Regenten koninklijke ambtenaren en dit zijn ze nu nog, doch het lagere volk ziet in lien steeds de oude Hoofden, de werke lijke Regeerders en begrijpt natuur lijk niet veel van hun verhouding tot het Gouvernement. De Regenten zijn van hoogadellijke, dik wijls vorstelijke afkomst en in de oogen van den dessaman staat de Randjong Boepali heel wat liooger dan de Assistent-Resident, ja zelfs de Gouverneur-Generaal! Zoo is het nu nog, hoeveel te meer in 1856, reeds bijna eeu halve eeuw geleden, in do daigeu van den Assistent-Resident van Lebak. Wat gebeurde er nu in genoemd Gewest? De lieer Douwes Dekker had, één maarul na de aanvaarding van zijn ambt, de on vergeeflijke dwaasheid begaan, om den zes- te verklaren, lord Pasmore, viel zij uit met bevende lippen en wild kloppend hart, „waarom u mij 'hier heeft laten komen?" Beleedigde waardigheid en gekwetste lief de schitterden in haar oogen, toen zij ijs koud en fonkelend hem aanzagen. „Om n in mijn hart op te nemen en u die plaats te verzekeren dio u krachtens uw rang en de familie, waaruit u afstamt, rechtens toekomtom „En om mijn lieve, ziekelijk© moeder, de vrouw van uw zoon, te verstootenviel zij hem met scherpe stem in de rede. „Maar ik wil niet toestemmen in zoo een wreed© en meedoogenlooze schikking. Ik eer mijn ge storven vader evenals mijn moeder, voor mij is zij een heilig pand. mij1 nagelaten door iemand, dio haar deugden kende en die de trots van familie cn geboorte, noen, alles op de wereld opgeofferd heeft voor haar en haar alleen." ,,U spreekt als oen onopgevoed meisje, die een paar lesjes noodig heeft om die on getemde en onstuimige natuur te bedwin gen," zei de hij. met een ernstig verwijt in stem en blik, dat echter op haar vrijmoe- digon geest geen indruk maakte. „Spreken is zilver, dat geef ik toe, maar omzichtig heid en zelfs zwijgen is nog heter." „Heb spijt mij, indien ik u belcedigd betb, grootpapa," stamelde zij terwijl zij, be schaamd en berouwvol hem voor de eerste maal met dien naam toe-sprak, om zij'n hart te vermurwen en good© vrienden met hem te worden. „Ik weet dat ik onstuimig ben en misschien heb ik niet gesproken met den eerbied dien ik u verschuldigd ben, maar, wat ik n bidden mag, spreekt u niet slecht van mijn moeder schat haai' niet gering." „Ik wensch geen 'hinderpaal tusstohen u en mij; te plaatsen, maar terzelfder tijd hen ik genoodzaakt n te zeggen hij zeido dit op beslisten toon „dat uw moeder nooit tigjarigen Regent van Lebak, Raden Adipati Karta Nata Negara plompweg te beschuldi gen van misbruik van gezag. Hij stelde per spoedbrief vóór, aan zijn chef, den Resident van Bantam, om den Regent naar Scrang fo mogen opzenden en zijn schoonzoon, den Denning van Parang Koedjang met de overige familieleden van den Regent in voorloopig arrest te mogen nemen. Kijk, als ik Resident van Bantam was ge weest, had ik onmiddellijk een dokter van Serang gezonden om do tempera!uur van den Assistent-Resident op te nemen. Alleen een koortslijder of een gek toclr zou met zulke ingrijpende spoed voorstellen kunnen komen aandragen en ik geloof wel, dat de naam, Slijmering goed gekozen is voor den (oenmaligen titularis te Serang, want de deftige kalmte, waarmee de zaak verder, volgens de beschrijving, behandeld schijnt te zijn, doet iemand met visschen- bloed veronderstellen. Jammer, dat mijn plaatsruimte zoo be perkt is, doch ik denk, dat de duizenden on nog eens duizenden in den lande, die den „Max Havelaar" gelezen hebben en do velen, dio dat boek wellicht nu nog wil len lezen, de zaak belangrijk genoeg zullen achten, om er nog één Penkras aan te mo gen wijden. Lt. Ci.ockener Bkousson, b. d. Sindauglaja. Onze gezanten Mr. R. van Swinderen, da nieuwe Neder- landsehe gezant te "Washington, is "Woens dag met de R ijud'n m te New Yoitk aan gekomen. Yolgens de „NewYork illerald", zeide hij' dat Koningin Willielmina iu de afsohoids- audiëntie, welke zij hem verleend had, de 'beste weiisehen voor de Yereenigde Staten meegaf en liem mededeelde „dat zij Andrew Carnegie dankbaar was voor ziju imooio go- schenk aan hot Haagsohe hof van arbi trage." Mr. van Swiuderen voegde erbiji dat spoe dig meer omtrent do plannen bekend' zou worden. Heb kiezen van een goede plaats voor het gebouw had moeilijkheden opge leverd, omdat men z'n groot stuk grond noodig had. Onze Consuls. Bij Kon.* beluit is aan den heer B. A. Wennink, op verzoek, eervol ontslag ver leend uit zijn betrekking van consul der Nederlanden te Colombo-. De waarneming van bet consulaat is opgedragen aan den heer A. Schwarz. Uniforme tijd. De „Avp." verneemt, dat er bij het de partement van binnenlandsche zaken een wit.-ontwerp tot invoering van een wette- lijken tijd in voorbereiding is. Vermoede lijk zal d© Midden-Europeesolie tijd geko zen worden. Tariefwet. Aan d© openbare vergadering, tegen Dinsdag 19 April "belegd door de afdeeling Haarlem van de Libex-ale Unie, ter bespre king van de tariefwet, zal ook worden deel genomen door bestuurders van de Haarlem- seke Handelsvereeniging, de Haarl. Krui- deniersvcrecniging, de Neutrale (midden stands) 'kiesvereeniging Burgerplicht, de af- deelingen van den Vi-ijzmig-Democratischcai Bond, der Sociaal-Democratische Arbeiders partij, der Vereeuiging voor vrouwenkies recht, de afdealiugen van de Holl. Maat schappij, van Landbouw, de Maatschappij door eenig lid! van mijn familie kam. wor den ontvangen tenzij als igewcme bekende. U kan haar op bepaalde tijden bezoeken en oen passende toelage zal haar worden toege staan, maar meer kan ik niet beloven." „Dat is uw ultimatum!" zeide zij koel, hoort u dau het- nrijno, grootpapa groot papa voor de laatste maal want van dit uur af zijn u en ik vreemdelingen. Liever dan uw voorwaarden aan te nemen, zou i'k mijn vingers tot bloedens toe met werken verwonden. Mijn moeder is mij! dierbaarder dan rijkdom en positie vaarwel dan voor altijd „Onbezonnen, dwaas meisje, volg dan maar je eigen weg! Zoo vader, zoo dochter!" zeido bij met hevige aandoening iu zijp stom. Daarop verliet do trotscke, beleedigde Avis met een deftige buiging de kamer. „Avis, mijn liefste, waarom leiclt je dit leven van slavernij' verder, wanneer je weet dat ik je met hart en ziel toebehoor?" pleit te kapitein Belliars, drie maanden na de samenkomst met haar grootvader. Hij,- had haar iederen avond opgewacht om haar naai- huis te brengen als haar dag taak was afgeloopen. „Kan je me vragen, wanneer j© weet, welk 'n kloof er ligt tussdhen lord Pasmore en mij stamelde zij. „Maar wat 'hebben zijn grillen uit te staan met jou en mij1?" vraagde hij. bijna hartstochtelijk. „Ik zou dan een scheiding teweeg bren gen tusschen hem en jou, Harry, en op die wijze den haat nog vergrooten. Dat waag ik niet te doen, want met al zijn fouten is hij toch de bloedverwant van unijtn dier baren vader." „En wat dan, indien ik zijjn toestemming verkrijg," pleitte hij verder. „Dau zou je Gemeenteraad van Ketlicl en Spnland. Voorzitter do heer L. Mazel, burge meester. Afwezig met kennisgeving de heer A. Poot. De voorzitter opent de Vergadering. De notulen van de vorige vergadering worden gelezen en onveranderd goedge keurd. Ingekomen ou voor kennisgeving wordt aangenomen, het proces-verbaal van kas opname op 13 April 1904, waaruit blijkt dat in lias is f 556.934. Daarna biedt de voorzitter den raad aan het. verslag van deu toestand dei- gemeente over 1903. Goedgekeurd wordt vervolgens het 1© sup pletoir kohier op de hondenbelasting tot een bsdiag van f 49. De voorzitter deed verder meded'ee- ling dat, naar aanleiding van de benoeming van ambtenaren van don Burg. Stand in de vergadering van 30 Maart 1.1. een schrijven is ingekomen van den officier van justitie bij de rechtbank te Rotterdam aan wien volgens de wet, afschrift van dio benoe mingen was toegezonden dat volgens Z.Ed. waar de wet van 1 Fohr. 1904 „Stbl." 25 eerst op 1 April 1904 iu Werking is ge treden, vóór dien geen benoemingen konden worden gedaan of besluiten genomen, welke op die wet konden gebaseerd zijn, en dat die meening ook wordt gedeeld door den pre sident der rechtbank, en deze dö benoemde ambtenaren niet toelaat tut de gevorder de eed. Hoewel de voorzitter dezo opvatting in gcenen deele deelt en zijn meening verde digt, o. a. ook aanvoerende dat volgens den Minister van Binnen!Zaken benoemingen en beëedigingen vóór 1 April gedaan, als wettig worden aangemerkt, en andere recht banken, o. a. die te Haarlem deze meening ook deelen, zoo komt het den voorzitter tooh. het meest gewenscht voor maarjio© te ge ven aan liet verzoek van den officier van justitie en de benoemingen optrieuv te doen plaats hebben. Na eenige besprekingen wordt besloten nu de benoemingen toch opnieuw moeten geschieden het aantal der ambtenaren van 2 op 3 te brengen en wordt als zoodanig benoemd als lc ambt. d© burgemeester, als LEEUWARDEN, 15 April Bitor. Boereboter f40.50 afAanvoer 32 Vi, 15 Vb en 3 Vis vaten. Fabrielisboter f38a f40.Aanvoer 30 Vs. 4! '/o en Vu vaten. Nuteering van do Commissie. iokwal.Fabrieks- boter 1 40.— Landb. V4 vat: Ie keur f40.— tot f -2e keur f39tot f3o keur f38,~ Aanvoor 7 Vs, 7 t/s en 3 '/ie vaten, HAMBURG, 15 April Petioleum loco 6 95 brief. Spiritus kalmeer Apt i! 25, Mei/Juni 25," zonder fust. BUDAPEST, 15 April Tarwe. Pei April 7.96 kr. Mais per Mei5,!0kr. N1ÏW-YOKK, 5 April, Mei. Juli. Aug. Sept. Dec. Tarwe 95 91%WöS/8 85% Met. Ju'i. Aug. Sopt Deo. Ma is 55-4 54% Faillissementen, Uit de Stnalt-Covrani. Uitgesproken: De handelsvennootschap onder de fiiraa Gebroeders Gratama, kassiers te Leeujvarden en linre eenige leden, de heeren T. Gratama en G. Giatama, belden kassier te Leeuwar den Recti iet-commisratis mr. G. L, baron van Hminxi.a tlioe Slooten, curatoren mrs. C. Beekhuis en J. A. Stoop, en F. I. de Grew, kassier. J. Strnnders, restaurateur, te Amsterdam. Rechler-commissaris nor, P. J. Bijleveld,cu rator mr. Ed. Lankhout. J. II. O vermei) er, eenig lid der fuma 11. J. Overniejjer en Zoon, rijtuigfabrikant, te Amsterdam/wonende te Hilversum. Rechter commissaris mr. P. J. Bijleveld, curator mr. II. J. Biederlack. J. L. Bootzcma, winkelier, te Zuidluen. ReehUr-coinmissaris mr. E. Pelinck,curator mr. N. G. Servatius. De Nuaml. Venn. Manisch. tot expl. van bouwgrond West-Vatkenooid gevestigd te Rotterdam. Rechte!•commis-aiis mi. G. W. baton v. d. Felt/, curatoieri mr. J. Rornbtch, mr. P. J. v. Wijngaarden, notaris, en mr. D E v. Raalte. Geëindigd: D. F. W. Woyj-man, te AmsterdamG. T. Wo'zakJ. Ruysermars, aannemer en timmerman, te VeRenD. P. Hendriks, timmerman en aannemer, en J- Konings, metselaar en aannemer, beiden Nijmegen. todh niet weigeren, mij gelukkig te maken, lieveling?" vervolgde Ihijl, terwijl 'hij oen tee- deren blik op ihaar richtte. „Ja, «dan zou i'k misschien van meening veranderen." bekende zij! met een blos van verlegenheid. „Mijn lieveling, ik Juist- verscheen op dat oogenblik oen politieagent en onderbrak het gesprek. Zij spoedde zich met gloeiende wangen naar haar woning, ingelukkig, want ook zij had kapitein Belliars hartelijk lief ge kregen. Eenige dagen na deze samenspraak onder do sterren, ovoischrecksn lord Pasmore, zijn nicht freule Belliars en. haar broeder den drempel der bescheiden woning van me vrouw Cbaloner en Avis. Hob was op oen Zondagmorgen, de kerk klokken luidden en n wierp gouden stralen iu 'het smaakvolle kleine salon, waai de zieke op een rustbed tegenover het ven ster lag en genoot van het 'gesjilp der vo gels en van de geuren die opstegen uit oen bouquet viooltjes, die liaar lief kind haar gebracht had. „Ik hob urijin broeder ou mijn oom mee gebracht, mevrouw Chaloner," zeido de freule, met eenvoudige, ongedwongen© vriendelijkheid, toen zij haar band mevrouw Chaloner reikte. Toen begroef lord Pasomcr do strijdbijl voor altijd door zijn lippen op de bleeke, maar nog steeds mock wangen van zijn schoondochter te drukken. „Intussohen stal de stoutmoedige kapi tein kus op leus van zijn lieftallige „fian cee" en fluisterde: „Zie je nu wel, diat alles zou terecht 'komen, rniju lieveling; jo zoudt met je schoonheid en jo lieve natuur het hart van eeu wilde kunneu vermurwen, laat staan van een. Pasmore. Oom 'heeft er weet niet wat voor willen gevou om weer met jou verzoend te worden. Wij. allen za gen dat „Na u, meneer, ate 't tl belieft," zeido een stem, min of meer kortaf maar toch, o, zoo verheugd en load Pasmore trok Avis naar jtich toe en terwijl hij .haar kuste zeido hij „Toon je mij dien. dag verliet, nam je het beste gedeelte van mijn hart met je mee, oen plaats openlatende, di© jijf&olf alleen kunt innemen." „Dan vergeeft u mij. immers dat ik zoo ruw, zoo onbeleefd was?" zeide zijl bevend'. „Ik bewonder jo des te meer1 voor jo flinke en loyale verdediging van je moedor het bewijst onomstoolelijk dat jo een ©del en op offerend karakter bebt, dat .weigert je ge boorterechten te aanwaaiden, met uitslui ting van haar" toen zich tot zijin neef wendende zeide hij met diepe ©motie „druk 'haar aan j© hart, Harry, en stel! prijs op haar, Want je bobt liet schoonste juweel .gevonden, dat ik op do wereld heat „Voor mij," stamelde mevrouw Chaloner, „is zijl kostbaarder .geweest dan robijnen. God zegene haar!" Db prettigste stemming 'heorschto op dezen dag van vrede en eensgezindheid en voordat de rozen iu vollen luister prijkten, werd Avis mevrouw Belliars en het licht en de zonneschijn van haai- iman en haar hui$ niet alleen, maar ook van lord Pasmore en freule Belliars, die 'haar letterlijk veraf goodden. De gezondheid van mevrouw Oh al or® verbeterde spoedig onder de behandeling van kundige artsen en door een verblijf in liet zuiden. Iedereen onderschreef haar liefhebbende woorden, dat Avis, de lieve, flink©, trouwe Avis was „kostbaarder dan robijnen,"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 6