5g'w Jaargang. Zondag 5 Juni 1904. No. 11483 Tweede Blad Generaal FoekoescMma. wc per Deze courant verschijnt dage lps, met uitsondering van Zon- en Feestdagen Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl, 1.25. Franco post fl. 1.65. ■prijs per week: Voor Schiadam en Vlaardingen 10 cent» Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur het bureau bezorgd zp. Bureau: Koters trant ©8, 1 (Do Japanscho Moltke.) Poultay Bigelow verhaalt in „Harper's Weekly" eenige interessante bijzonderheden over dezen organisator der Japansche over winningen. Men hoort zelden van dezen generaal, steeds staat hij op den achler- giond, maar „van alle zijden omspint hij mei ijzeien netten Rusland's legermacht", Bigelovv leerde den Japauschen krijgsover ste ui Duitschland kennen, waar Foekoe- schima als militair-attaché aan het hot van keizer Wilhelm verblijf hield en als zoo danig ook was uitgenoodigd de groote herfst- manoeuues bij te wonen. „Dat waren veinioeiendo dagen," vertelt de Ameiikaansche journalist, „zelfs vooi den eenvoudigen toeschouwer. Wie den Duit- schen keizer tot gastheer heeft, moet vroeg tijdig opstaan en den golieelen dag op zijn tellen letten. De keizer is onveimoeid op merkzaam en terwijl menigeen van zijn mi litaire gasten vermoeid woult, staat hij nog kalm op de eommando-brug of zit frisch in den zadel of kaarsrecht in de keizerlijke loge om van een Hohonzollern-drama te ge meten, dat gloeit van patriottische geest drift. Foekoeschima was eveneens steeds onver moeibaar, hij leek geen opmerkzaam toe hoorder, maar zijn ernstige kleine oogen, onafgewend in de verte gericht, schenen Russische regimenten, versterkingen en gar nizoenen te aanschouwen." De genoemde journalist onderhield zich veel met Foekoeschima omdat zij beidon vrienden in Japan hadden. De „kleine Moltke" was toentertijd nog kapitein en de onooglijkste soldaat, wat li chaamsbouw betreft, dien men ooit in Duitschland gezien had. Met moeite vond men voor hem een passend paaidje. Doch de merkwaardig elegante gestalte was steeds op haar post, al was het ook te vier uur des morgens bij een cavalerie-aanval, bij elke ariillerie-manoevie, bij het slaan van een brug of het opstijgen van een ballon-captif, steeds was hij er als de kippen bij. Foekoeschima sprak nooit een woord, maar uit den shmmen oogopslag, uit de bijna onbewust over de kaait glijdende vin gers, zou men kunnen opmaken dat .hij alles teidege begreep. Men hield hem voor een weinig idioot en men stak die mecning niet onder stoelen of banken. De Russische militair-attaché sprak van hem als van een „stompzinnige ezel", de gemoedelijke Engelsche gezant zag in hem een „idioot" en menige vriend vroeg den journalist ernstig waarom hij zooveel tijd zoek bracht in zulk een gezelschap Eenige jaren voor den Chineesch-Japau schen oorlog van 1894 toonde Foekoeschi ma aan Bigelow foto's, die hij in de grens districten van Rusland, aan de Zwarte Zee, Mn den Donau, in Rumeniê, Turkije, Bul garije enz, gomaakL had. Hij droeg volkomen kennis van Rusland en do Russische strijd krachten, maar aan hot Berlijnscho hof had memand vermoed, dat achter dit kleine Ja- patische uniform meer stak dan een gewoon soldaat. Ofschoon hij 7 talen sprak, deed ®j het in Berlijn voorkomen, alsof hij al ken een weinig gebroken Duitsch kende. Zoo wordt bijv. veiteld van een gesprek tus- schen Foekoeschima en een Duitsch gene ral, dat ongeveer als volgt zou zijn ge werd. De generaal begon: «Goeden morgen, kapitein!" Foekoeschi ma maakte een beleefde buiging en lachte. Daarop zei de generaal «Zeg mij eens, mijn waarde foekocschi- ®a: Doe lang zou het duren indien de Ja panners een legerkorps inobiliseereu en daarmee in Korea landen?" Nu antwoordde Foekoeschima, om toch ,v<d te antwoorden «Dank u, heer generaal, mijn gezondheid '8 opperbest." De generaal drong verder aan «Het verheugt mij zeer dat te hooren, Waar ik zou iets over de Japansche mobili satie wenschen te welen I" foekoeschima: „Gij hebt gelijk, heer ge- neraal, het weer is mooi vandaag, maar mis tten regent het morgen I" En dat gesprek herhaalde zich lederen ,aE> zoodat elkeon die met hem sprak, den ruk had, dat hot een schande voor een peering was, vertegenwoordigen naar Ber th' te sturen, dio geen beschaafde taal kon- "ou verstaan, Op zekeren dag verdween de kleine ka pitein Foekoeschima uit Berlijn en dook vele maanden later hier of daar in Mant- sjoerije of Mongolië op. Op een kleine Ko- zakkenponey was hij door de onafzienbare Siberische steppen gereden en hij hield als gewoonlijk oogen en ooren open, maar den mond gesloten. In zijn aanteekenboekje schreef hij teekens, die hij slechts begreep. Hij telde de telegraafpalen, hij toekende de bruggen en bronnen uit, kortom alles wat voor na hem komende Japansche bezoekers van belang kon zijn. Tot zijn geluk hield men hem in Rusland voor onschadelijk. Anders was hem op zijn langdurigen irit menige hinderpaal in den weg gelegd. Tot slot vertelt Poultney Bigelow, hoe hij Foekoeschima na den oorlog mot China in zijn eigen woning terugzag. Hij was dezelf de eenvoudige, vroohjk lachende Japanner, maar hij was generaal geworden en de be roemde held van den Chineesch-Japanschen oorlog. Te Tokio leefde hij in een soort bungalow van bamboes met verlakte doozen, matten, waai eis en sierlijk theegerei opgevuld. Ilij droeg de Japansche nationale kleeicn, met tal van snuisterijen versierd en in zijn ar men wiegde hij een baby. De geneiaal was daar als kindermeisje even goed op zijn plaats als hij een geducht krijgseiste was aan de spits van zijn leger. Terwijl hij met zijn kinderen speelde, weid hem de komst van een Chinecsch gezantschap bericht. Hij bracht de baby in de kinderkamer en daar na ontving hij do Chineesche officieren, die naar Japan gestuurd waren, om drie jaren na den oorlog van de Japatirieins, die tot dien tijd door hen verachtelijke dwergen ge noemd werden, de kunst van oorlogvoeren te leeicn. BINNENLAND. Audiënties, De gewone audiëntie van den Minister van Justitie op Woensdag 8 dezer zal niet plaats hebben. Scheidsgei echt. D'e haofdarlbiter m het igesdh.il tussdhen do Veroenigde Staten en VeiacEuel'a, de heer mr. TT. Barge, oud-gouverneur van Curayaö, is van zijn reis naar Venezuela in ons land teruggekeerd'. („ïtbodfe.") Staten verkiezingen Dö R. K. ikiesvereenigimg Redkt en. Orde hoeft in Rotterdam III den (heter H. W. D. TMlcibrck'ers ean'didaat gesteld' Voor de Prow. Staten. Voorts is er besloten in, dat district de candifetaur vani demi beter A. van Wijngaarden (ahxisfc.-liisfc.) te steunen. De afd. Dtedft van dei S. D. A. P. heeft in een ledfenivergaderinig1 officieel besloten do cand'id'aten dei' vrijizinnigeai bij de Sta- tenrveiMdsing te steunen. Uit den Delftsclion Gemeenteraad Göd. Staten hébben B. en W. van "Delft er op geweten dat op sommige plaatsen Van d© Se'hie de bodömbreedto en diepte onvoldoende zijn voor het sckeopvaanbver- kccr. B. en "VV. hébben een ondersoek doen instellen, waarbij' is geblekten dat nabij Oversdliie 800 M3, en nabijj de Kandelaar 600 M3 grond moeten worden, voriwijldetrd. Een orediet van f 1600 wordt vöor dit doel aangevraagd. missie tot onderzoek naar de mogelijkheid van het gebruik van loodvrij glazuur in de Ned. aardewerkfabrieken. Erfgooiersquaostle. Van wél-ingelichte sijklo wordt aan, het „N. v. d'. D1." Verzekerd, dat (binnen niet zeer langen tijd van de regeering een voor- steil te wadden ia van een wtet, waanbijl de ca flgteo ierslkwesti afdoende zou geregeld) worden. Vereen, belangen der vrouw. 'De Vereeniging ter behartiging van de be langen der Vrouw, te Rotterdam, heeft be sloten zich met een adres te wenden tot God. Stalen van Groningen, verzoekende hot besluit van den gemeenteraad van Veen- dam, waarbij een gehuwde onderwijzeres, die' moeder moet worden, ontslagen is, te willen vernieLigen. Tevens zal de Vereeniging een adhaesie- adres verzonden, instemming betuigende met het adres van het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid, aan den minister van bin- nenlandsche zaken, in zake de loodwitver- giftiging van arbeideis in do aardewerk- fabricage. Dit adres vraagt keuring van arbeiders en arbeidsters en do instelling van een com- ke>n, óhem tien) vertentiën: Van 10 regels 11. *0.92; teder® ragel lames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zy Prijs der Ad1 meer 15 cents. Reclames innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeeiige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan bet Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zate»r.d'aga ond verschijnen, worden zoogenaamde Uit/ine advert en ti /'n opgenomen tot den pry# van 40 cents pex mhei teutte, bij vooruitbetaling aan hot Bureau te voldoen. Ssterc» Telefoon Blo. f,331. Dir. bel., Invoerr. en accijnzen. Bij de rijlks directe belastingen zajin, be- noetaid), met ingang van 30 Juni, tot kottn- irries-verificatöur, de ikoramiezienJ. C. Nakfcon. te Rotterdam, (tijid.); A. Y. D'on- huijtein, te 'Eijlsd'en (station)M'. D'artsen, to Rotterdam; L. Liöfferinig>, te Rotter dam; J. Elgerama en. A. wan Silfhout, te AlmsterdamF. C. te Leo, te Winterswijk; K. Oosteaihoff, te Delfzijl. Bevorderd, met ingang van 1 Juni, a. tot 'komm. Ie fkl., dö kornm. 2© kl. O. Bou- d'ew'el, te Rotterdam; b. tot komm. 2e AL, de kbmtm. 3e kl.S. W. T. Lokerman, te Baarlo Nassau; J. Groen, te Maastiidht; P. W. Jekél, te Roosendaal (tijd.)P. N. Faber, te Axel; J. L Trap, te lieer; J. D'ijlkst&ihuis, tei Hoek van Holland' (tijld1.) J.. Sdholte, te Gromslbergem; T. Oeseiburg, te Nieuw Amste'id'ainxC. dén Toom, te Breskens; D. Cf. v. d. 'Hooft, te Aaddem- bmig; M. J. Huizinlga, te ULft; II, G. Enzerink, te Med'delhte; H. Wijltimans, te Maastricht; K. Molenaar, te "VMssingen; J. Stovo, te Bunschoten; G. J. Hutten, B. Blaauw, beiden Maastricht (tijld A. Fe- rroga, te Meerssen; F. Elders, té Velden; P. de, Vries, te Wessern; J. (Hartman, te Keikerad'e (stat); J. Wapstra, te 'Mbkofc; S. Groot, te Buiksloot; S. Boersun», te Keilkrade; A. G-eüvoet, te 'HekmandB. J. Sdhaaip, te Roemnioxild; G. IZagéma, te Sdhimiveld!P. C. PberebOam, te Twisk (tij'd'.); J. G. Hoogland', ta Venlo (tijd.); JU. D. Scha ai j, te Aircen; T. N. J. varu Nee, te Hengelo (G.); L. Pronk, te de Foippe; T. J. Biullaeib, te Venlo; A. Sarm.evij|ll©, t© Hoedekenskerice,. Bevorderd, möfc ingang van 30 Juni, tot verificateurde asp. verificateurs K, Hoo- giewerf, te Amsterd'am,; J. H. F'. Rekkers, te Ratteadamde kolman, verificateurs W. H. Hoiusmans, en G. J. Geluik, beiden te Rotterdam. Verplaatst, met ingang van 30 Junide verificateursK, Hoogeriverf, van Ainster- idam) naar Roosendaal; J. Hl. F. RelMrea's, van Rotterdam naar Venlo''W. H. Hoois- inans, vla>n Rotterdam naar Vrnlo; G'. J. Gelnik, van Rotterdam naai' Rotbead.airn (tijld.)F. Bodde, van Nijmegein naar- Rot terdam; IT. J. van den Oord, van Rot- teidaani naai' Nijmegen; de komimies-verifi cateurs: E. Kool, Van D'orxlreolit naai' Rot terdam; H. Zandlvoort, Van Hoek van Hol land, naai' Amsterdam,P. F. Steenïnan, van Alikiniaar naar Aimsteird'amJ. H. Sassen, van Venlo naar Amsterdam; H. Brodkman, van Roosendaal naar Zwolle; J. J. A. v. Blokhnijsen, Van HdHevoetskds naar Hoe'k van Holland; G. Boersraia, Van Kampen naar Dordreclht; S. A. Wagcmaar, vati Zuitplhen. naar Kaïmuon; G. Stuiver, van Ho'efc van Holland, naar Rotterdam; A. J. v. Sdhaik, van Roosendaal naar Rot terdam C A. do Langen, van LJmuiden naar AmsterdamJ. Rengers, van Roosen daal naar Groeefoéêik; F. Huitama, Van Groesbeeik naar Roosendaal; J. D. Mlel- linlk, van Lobifh. naar Weert; J. C, Nak- van Rotterdam, (tijld.) naar Gmin- A. J. Déiiihuijteen, van Eysiden (sta ll a>ar Zevenaar; H. Nieswaag, van Kerkrado (station) naar Vlissingan; M. Dansen, van Rotterdam naar Rotterdam (tijld P. Moerdijk, van Maastricht (stat.) naai' Hanswc'erb; L. Liefïering, vani Rtot- terdam, naar Héllevaetsluis; J. E'lgersima, van Amsteid'am naar Lobitihl; A. v. SLlf- ihout, Van Amsterdam naaa- IJmiuideu; F. C. te Lao, van Winterswijk naai- Zutplieu K. Oosterhotf, van D'eifzijil naar Roosen daal de asp.-VerifieaterarsL. F. J. M. La Rose, van Zewenaar (tijld1.) naai' Rotter dam; de kommieze,n 2e M.A. J. Vermeu len van Gouda naar Rotterdam! (tijd.)H. II. Prummel, van! Maassluis naar Gouda Mot ingang van 1 Juli: A. L. Atzema, fco'm.-ontv., van Rood'estuis naai' Caiberg; de adj. oont. kad.L. J. II. Eversen, Van Maastricht naar ArnhemA. Kriebel, van Arniheimi naar MaastrichtC. J. Hoefman, 'kam. 2e kl. van Almelo maar Rammdbedk Eervol ontslagenmet ingang van 1 Juni 1904 J. Pouwels, komm. 3e kl. tijd. te "Ui- mond. („W. v. d. A. d. dl b.") INDISCHE PENKEASSEN. LKIII. Ik zou onrechtvaardig wezen, lezers, door te beweren, dat er in de laatste jaren niet hard, zeor haid aan onze verdediging iê gearbeid. De oorlog tusschen China en Japan in 1894 schuddo de Regeering plotseling wak ker. Het Rijk der gele dwergen trad als bij tooverslag op den voorgrond en zijn groot leger, z'n sterke vloot, waarmede hot Chi na vernederde, werden ook een bedreiging voor ons hierin Indië. Tot dien tijd had hier niemand ooit ern stig aan een aanval van buiten geloofd. Men rekende eenvoudig op don onderlingen na ijver der groote mogendheden. Onze Archi pel lag immers dwars op den handelsweg en strategische communicatie tusschen Euro pa en Oost-Azië en daar onze liberale „open- deurpolitiek" (d. w. z. dat alle naties op commercieel en industrieel gebied volkomen dezelfde rechten hebben als de Neder- landsche) daar ons systeem van vrije con currentie dus, algemeen zeer in den smaak viel, hadden wij liior weinig' to vreezen. 'tWas voor h'et staatkundig evenwicht bovendien liet veiligst, wanneer een klom landje als het onze in Indië de lakens uitgaf en daarom, zoo redeneerde men, waien we hier verzekerd van ons ongestoord kolo niaal bezit. Viel toch Engeland of Duitsch land of Amerika ons aan, dan zou 'I welbe grepen eigenbelang van andere grootmach ten tot interventie moeten leiden. Deze ge- dachtengang was volkomen juist, was lo- logisch in die dagen, doch geldt nu niet meer voor een land als Japan, dat èn dooi z'n verren afstand èn door z'n oilandenvorm zeer lastig te overweldigen valt. Wie had nu ook ooit kunnen denken, dat 't sprook jesachtige Mikadorijk nog eens 'n rol van gewicht op het Wereldtooneel zou gaan spe len? Van de Europeoscho Staten en ook van Amerika hebben wij weinig, zeer weinig te duchten, doch bij het zoogenaamde „gele gevaar", zijn we vrijwel het eerste aan bod. 'tWas daarom dat de Regeering in 1899 een zeer bekwaam Nederlandsch opperolfi- cier als Landvoogd uitzond. Onze Indische generaals waren zeer zeker dappere chefs, mannen van de daad met oorlogsondervin ding in Atjeh en elders opgedaan, doch van „Europeesehe vechtwijze" hadden zij niet veel begrip, evenmin als de hoofdoffi cieren en subalternen in het leger. Toen ik in 1896 als gedetacheerd tweede luitenant in het land kwam, merktc?A bij idle oefeningen, hoe weinig men voorbereid was tot een kamp met een modern bewapen de geregelde strijdmacht. De manoeuvres in den omtrek van Ba tavia tegen een „gelanden vijand" waren gewoonweg ridicuul I Ik herinnei me nog levendig, hoe we eens 'n ontmoetingsge vecht hadden, waarbij we op 't moment van 't eerste treffen onze artillerie aan het hoofd zagen, gevolgd door de infanterie in de marschcolonne met vieren en hcelernaal achteraan do cavalerie! De reglementen en voorschriften waren dan ook geheel verouderd en 't zich dek ken tegen vijandelijk vuur werd vrijwel als lafheid beschouwd I Van het verspreide ge vecht en do opgeloste vormen hadden onze troepen geen flauw begrip. Officieren noch kader begrepen iets van de moderne vuur- uitwerking en haar invloed op de te vol gen tactiek. Er waren toen vele gedotacheerden uit Holland hier in het leger. De overval op Lombok en 't verraad van Toekoe Oeinar, hadden aanvulling van subalternen uit het moederland noodig gemaakt. Onder elkaar nu spraken we dikwijls over de slachting die er volgen moest, zoo het eens bloedige ernst werd. Do Indische collega's, vooral de oudere heeren, moesten niets van onze beschou wingen hebben. „Een flink salvo, mijnheer, en dan mot een hoera or op los, dat is je tactiek, dau hou jo je kerels in de haud en je prikt de verspreide tirailleurs van don vijand aan 't bajonetje!" 'De oorlog in Zuid-Afrika heeft die stoim- loopers nog bijtijds dc oogen geopend. Veel, zeor veel is er sinds dien tijd ver- terd. Het begon in '1897 reeds mot de invoering dor nieuwe geweren. Wel pruttelden eerst sommige erg conservatief aangelegdeu, wel had men allerlei aanmerkingen over te korte bajonet, mindere soliditeit enz., doch do resultaten op Atjeh voor den vijand, spra ken al spoedig in het voordeel van de Milan licher-spuitjes en men verzoende zich mot de enkele gebreken. Jammer is liet zeker, dat de vizieren niet deugen en do vuurlei ding hier eonigszins door bemoeilijkt wordt. Tegelijk met het minimaal-kalibergoweer kreeg de infanterie ook nieuwe reglemen ten voor oxercitio, nieuwe voorschriften voor het gevecht. Een frissche wind waaide door het le ger! Daar kwam plotseling een telegram: „Luitenant-generaal Rooseboom, de com mandant van de Stelling Amsterdam, be noemd tot Gouverneur-Generaal.'1 Er ging een juichkreet op bij do gedeta- cheerden cn ook hij de jongeren, afkomstig van Bieda en Kampen. De oudjes keken vrij zuur, ze begrepen heel goed waar dat op uitdraaien moest. Thans zijn we bijna vijf jaar verder en 't mag getuigd worden, het Indische leger is als herborenOnze militaire landvoogd heeft daar allo eer van en we hopen, dat een ge neraal Van Houtsz zijn werk zal komen vol tooien. Wij spraken reeds vroeger den wensch uit, dat de Atjehbedwinger tot den Troon van Buitenzorg zou worden geroepen en thans schijnt dit ook werkelijkheid to zullen worden. Tal van geruchten doen reeds de ronde in de bladen. Niets zou zeker gevaarlijker wezen dan thans een burger, misschien wel 'n politicus, die nimmer In- die aanschouwde, naar 't Zonneland werd uitgezonden. Er is hier nog veel, zeer veel te doen en zeker zal een piactisch bewind hebber en kranig veldoverste nu „the right man on the right place" blijken. Als do Gouverneur van Atjeh 't nu ook maar aan neemt! 'tis zoo'n eigcnaaulig man, die ge neraal Van Heutszl Zeker zal men in Hol land de teugels wat moeten laten vieren, want Van Heutsz is 'n man, die altijd zijn zin wil hebben, als hij iets noodig acht. Juist zoo iemand echter heelt Indië, heeft het leger thans noodig. 'Een zeer urgente maatregel dus, de ur gentste wel voor het moment, is de benoe ming van luitenant-generaal Van Heutsz tot opvolger van gouverneur-generaal Roose boom I En dan de bekende overste van Daa- len, de onvermoeide Atjehtrotter, gouver neur van Atjeh! Waarlijk, zoo wordt 't hier algemeen ge- wenscht. Ik schreef hierboven, dat het Indische legerbestuur in de laatste jaren in allen ernst druk in de weer is, om alles gereed te maken voor een oorlog tegen een bui- tenlandsehen vijand, den B. V., zooals men hier eenigszins spottend schrijft en zegt. Naar we vernamen, is o. a. alles klaar voor een snelle mobilisatie en concentratie on zer troepen. Hoe die door den goneralcn staf hier geregeld zijn, is natuurlijk strikt geheim, zooals trouwens het geheele plan van defen sie, doch wel is bekend, dat de Gouverneur- Generaal, als opperbevelhebber van zee- en landmacht, er kiacliüg aan heeft meege werkt. Men zegt, dat hij de komst van zijne Excellentie nog niets positiefs bepaald was, terwijl thans alles, net als in Holland, nauw keurig is voorgeschreven en iedere com mandant, iedere stationschef enz. zijn in structies heeft. Onder generaal Rooseboom werden ook maatregelen getroffen om sommige kwetsba re punten als Tandjong Priok, Soerab'aja en Sabang (Poeloe-Weh gewichtig kolensta tion, handhaving neutraliteit) krachtiger te maken en dus voor een zgn. „coup de main"- te beveiligen. Er werden foiten en batterijen gebouwd, en met modern geschut bewapend. 'We hopen spoedig ook in 't bezit te zijn van de nieuwe snelvuur veld- en berg-bat- terijen. Ik zeg „spoedig" want we zijn nu helaas! nog in het tijdperk dor proefnemin gen, rapporten en adviezen. Als 't daardoor nu maar niet te laat zal worden! Er worden verder pogingen in het weik gesteld om iets als een soort legertrein te organiseeren. Een zeer lastige kwestie ech ter hier in Indië! Intendance, geneeskundige dienst te vel de en noodverplcging der troepen op marsch, alles werd voorzien en op moderne leest geschoeid. Verschillende verkenningsreizen door go- nerale-staf-officieren, ja zelfs door den gou verneur-generaal in hoogst eigen persoon, werden naar Java's bergland gemaakt en otp bepaalde steunpunten werden nu reeds batterijen opgeworpen, batterijen, die later het geraamte onzer stellingen zullen moe ten vormen. Ook aan de oefeningen van hoofdofficie ren, subalternen en troepen werd een nieu we richting gegeven. „Pop on Hoogeboorn" zijn druk bestudeerd en in tactische bijeen- M „Pop en Hoogeboorn", een tactisch leerboek, onder dien noem bij hot Legor populair. Het word geschreven door den tegen woord igen Dirocteur- Goneraal van do Posterijen en oversto A.Hooge boorn van het Regiment Grenadiers on Jagers. ,tj iv i - C4 SCHIEDAMSICHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 5