5g'w Jaargang.
Zondag 5 Juni 1904.
No. 11483
Tweede Blad
Generaal FoekoescMma.
wc
per
Deze courant verschijnt dage lps, met uitsondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl, 1.25. Franco
post fl. 1.65.
■prijs per week: Voor Schiadam en Vlaardingen 10 cent»
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
het bureau bezorgd zp.
Bureau: Koters trant ©8,
1 (Do Japanscho Moltke.)
Poultay Bigelow verhaalt in „Harper's
Weekly" eenige interessante bijzonderheden
over dezen organisator der Japansche over
winningen. Men hoort zelden van dezen
generaal, steeds staat hij op den achler-
giond, maar „van alle zijden omspint hij
mei ijzeien netten Rusland's legermacht",
Bigelovv leerde den Japauschen krijgsover
ste ui Duitschland kennen, waar Foekoe-
schima als militair-attaché aan het hot van
keizer Wilhelm verblijf hield en als zoo
danig ook was uitgenoodigd de groote herfst-
manoeuues bij te wonen.
„Dat waren veinioeiendo dagen," vertelt
de Ameiikaansche journalist, „zelfs vooi
den eenvoudigen toeschouwer. Wie den Duit-
schen keizer tot gastheer heeft, moet vroeg
tijdig opstaan en den golieelen dag op zijn
tellen letten. De keizer is onveimoeid op
merkzaam en terwijl menigeen van zijn mi
litaire gasten vermoeid woult, staat hij nog
kalm op de eommando-brug of zit frisch
in den zadel of kaarsrecht in de keizerlijke
loge om van een Hohonzollern-drama te ge
meten, dat gloeit van patriottische geest
drift.
Foekoeschima was eveneens steeds onver
moeibaar, hij leek geen opmerkzaam toe
hoorder, maar zijn ernstige kleine oogen,
onafgewend in de verte gericht, schenen
Russische regimenten, versterkingen en gar
nizoenen te aanschouwen."
De genoemde journalist onderhield zich
veel met Foekoeschima omdat zij beidon
vrienden in Japan hadden.
De „kleine Moltke" was toentertijd nog
kapitein en de onooglijkste soldaat, wat li
chaamsbouw betreft, dien men ooit in
Duitschland gezien had. Met moeite vond
men voor hem een passend paaidje. Doch
de merkwaardig elegante gestalte was steeds
op haar post, al was het ook te vier uur des
morgens bij een cavalerie-aanval, bij elke
ariillerie-manoevie, bij het slaan van een
brug of het opstijgen van een ballon-captif,
steeds was hij er als de kippen bij.
Foekoeschima sprak nooit een woord,
maar uit den shmmen oogopslag, uit de
bijna onbewust over de kaait glijdende vin
gers, zou men kunnen opmaken dat .hij
alles teidege begreep. Men hield hem voor
een weinig idioot en men stak die mecning
niet onder stoelen of banken.
De Russische militair-attaché sprak van
hem als van een „stompzinnige ezel", de
gemoedelijke Engelsche gezant zag in hem
een „idioot" en menige vriend vroeg den
journalist ernstig waarom hij zooveel tijd
zoek bracht in zulk een gezelschap
Eenige jaren voor den Chineesch-Japau
schen oorlog van 1894 toonde Foekoeschi
ma aan Bigelow foto's, die hij in de grens
districten van Rusland, aan de Zwarte Zee,
Mn den Donau, in Rumeniê, Turkije, Bul
garije enz, gomaakL had. Hij droeg volkomen
kennis van Rusland en do Russische strijd
krachten, maar aan hot Berlijnscho hof had
memand vermoed, dat achter dit kleine Ja-
patische uniform meer stak dan een gewoon
soldaat. Ofschoon hij 7 talen sprak, deed
®j het in Berlijn voorkomen, alsof hij al
ken een weinig gebroken Duitsch kende.
Zoo wordt bijv. veiteld van een gesprek tus-
schen Foekoeschima en een Duitsch gene
ral, dat ongeveer als volgt zou zijn ge
werd. De generaal begon:
«Goeden morgen, kapitein!" Foekoeschi
ma maakte een beleefde buiging en lachte.
Daarop zei de generaal
«Zeg mij eens, mijn waarde foekocschi-
®a: Doe lang zou het duren indien de Ja
panners een legerkorps inobiliseereu en
daarmee in Korea landen?"
Nu antwoordde Foekoeschima, om toch
,v<d te antwoorden
«Dank u, heer generaal, mijn gezondheid
'8 opperbest."
De generaal drong verder aan
«Het verheugt mij zeer dat te hooren,
Waar ik zou iets over de Japansche mobili
satie wenschen te welen I"
foekoeschima: „Gij hebt gelijk, heer ge-
neraal, het weer is mooi vandaag, maar mis
tten regent het morgen I"
En dat gesprek herhaalde zich lederen
,aE> zoodat elkeon die met hem sprak, den
ruk had, dat hot een schande voor een
peering was, vertegenwoordigen naar Ber
th' te sturen, dio geen beschaafde taal kon-
"ou verstaan,
Op zekeren dag verdween de kleine ka
pitein Foekoeschima uit Berlijn en dook
vele maanden later hier of daar in Mant-
sjoerije of Mongolië op. Op een kleine Ko-
zakkenponey was hij door de onafzienbare
Siberische steppen gereden en hij hield als
gewoonlijk oogen en ooren open, maar den
mond gesloten. In zijn aanteekenboekje
schreef hij teekens, die hij slechts begreep.
Hij telde de telegraafpalen, hij toekende de
bruggen en bronnen uit, kortom alles wat
voor na hem komende Japansche bezoekers
van belang kon zijn.
Tot zijn geluk hield men hem in Rusland
voor onschadelijk. Anders was hem op zijn
langdurigen irit menige hinderpaal in den
weg gelegd.
Tot slot vertelt Poultney Bigelow, hoe hij
Foekoeschima na den oorlog mot China in
zijn eigen woning terugzag. Hij was dezelf
de eenvoudige, vroohjk lachende Japanner,
maar hij was generaal geworden en de be
roemde held van den Chineesch-Japanschen
oorlog.
Te Tokio leefde hij in een soort bungalow
van bamboes met verlakte doozen, matten,
waai eis en sierlijk theegerei opgevuld. Ilij
droeg de Japansche nationale kleeicn, met
tal van snuisterijen versierd en in zijn ar
men wiegde hij een baby. De geneiaal was
daar als kindermeisje even goed op zijn
plaats als hij een geducht krijgseiste was
aan de spits van zijn leger. Terwijl hij met
zijn kinderen speelde, weid hem de komst
van een Chinecsch gezantschap bericht. Hij
bracht de baby in de kinderkamer en daar
na ontving hij do Chineesche officieren, die
naar Japan gestuurd waren, om drie jaren
na den oorlog van de Japatirieins, die tot
dien tijd door hen verachtelijke dwergen ge
noemd werden, de kunst van oorlogvoeren
te leeicn.
BINNENLAND.
Audiënties,
De gewone audiëntie van den Minister
van Justitie op Woensdag 8 dezer zal niet
plaats hebben.
Scheidsgei echt.
D'e haofdarlbiter m het igesdh.il tussdhen
do Veroenigde Staten en VeiacEuel'a, de
heer mr. TT. Barge, oud-gouverneur van
Curayaö, is van zijn reis naar Venezuela in
ons land teruggekeerd'. („ïtbodfe.")
Staten verkiezingen
Dö R. K. ikiesvereenigimg Redkt en. Orde
hoeft in Rotterdam III den (heter H. W. D.
TMlcibrck'ers ean'didaat gesteld' Voor de
Prow. Staten. Voorts is er besloten in, dat
district de candifetaur vani demi beter A.
van Wijngaarden (ahxisfc.-liisfc.) te steunen.
De afd. Dtedft van dei S. D. A. P. heeft
in een ledfenivergaderinig1 officieel besloten
do cand'id'aten dei' vrijizinnigeai bij de Sta-
tenrveiMdsing te steunen.
Uit den Delftsclion Gemeenteraad
Göd. Staten hébben B. en W. van "Delft
er op geweten dat op sommige plaatsen
Van d© Se'hie de bodömbreedto en diepte
onvoldoende zijn voor het sckeopvaanbver-
kccr. B. en "VV. hébben een ondersoek doen
instellen, waarbij' is geblekten dat nabij
Oversdliie 800 M3, en nabijj de Kandelaar
600 M3 grond moeten worden, voriwijldetrd.
Een orediet van f 1600 wordt vöor dit doel
aangevraagd.
missie tot onderzoek naar de mogelijkheid
van het gebruik van loodvrij glazuur in de
Ned. aardewerkfabrieken.
Erfgooiersquaostle.
Van wél-ingelichte sijklo wordt aan, het
„N. v. d'. D1." Verzekerd, dat (binnen niet
zeer langen tijd van de regeering een voor-
steil te wadden ia van een wtet, waanbijl de
ca flgteo ierslkwesti afdoende zou geregeld)
worden.
Vereen, belangen der vrouw.
'De Vereeniging ter behartiging van de be
langen der Vrouw, te Rotterdam, heeft be
sloten zich met een adres te wenden tot
God. Stalen van Groningen, verzoekende hot
besluit van den gemeenteraad van Veen-
dam, waarbij een gehuwde onderwijzeres,
die' moeder moet worden, ontslagen is, te
willen vernieLigen.
Tevens zal de Vereeniging een adhaesie-
adres verzonden, instemming betuigende
met het adres van het Nat. Bureau voor
Vrouwenarbeid, aan den minister van bin-
nenlandsche zaken, in zake de loodwitver-
giftiging van arbeideis in do aardewerk-
fabricage.
Dit adres vraagt keuring van arbeiders en
arbeidsters en do instelling van een com-
ke>n,
óhem
tien)
vertentiën: Van 10 regels 11. *0.92; teder® ragel
lames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zy
Prijs der Ad1
meer 15 cents. Reclames
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeeiige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan bet Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zate»r.d'aga ond
verschijnen, worden zoogenaamde Uit/ine advert en ti /'n opgenomen tot den pry#
van 40 cents pex mhei teutte, bij vooruitbetaling aan hot Bureau te voldoen.
Ssterc» Telefoon Blo. f,331.
Dir. bel., Invoerr. en accijnzen.
Bij de rijlks directe belastingen zajin, be-
noetaid), met ingang van 30 Juni, tot kottn-
irries-verificatöur, de ikoramiezienJ. C.
Nakfcon. te Rotterdam, (tijid.); A. Y. D'on-
huijtein, te 'Eijlsd'en (station)M'. D'artsen,
to Rotterdam; L. Liöfferinig>, te Rotter
dam; J. Elgerama en. A. wan Silfhout, te
AlmsterdamF. C. te Leo, te Winterswijk;
K. Oosteaihoff, te Delfzijl.
Bevorderd, met ingang van 1 Juni, a.
tot 'komm. Ie fkl., dö kornm. 2© kl. O. Bou-
d'ew'el, te Rotterdam; b. tot komm. 2e AL,
de kbmtm. 3e kl.S. W. T. Lokerman, te
Baarlo Nassau; J. Groen, te Maastiidht;
P. W. Jekél, te Roosendaal (tijd.)P. N.
Faber, te Axel; J. L Trap, te lieer; J.
D'ijlkst&ihuis, tei Hoek van Holland' (tijld1.)
J.. Sdholte, te Gromslbergem; T. Oeseiburg,
te Nieuw Amste'id'ainxC. dén Toom, te
Breskens; D. Cf. v. d. 'Hooft, te Aaddem-
bmig; M. J. Huizinlga, te ULft; II, G.
Enzerink, te Med'delhte; H. Wijltimans, te
Maastricht; K. Molenaar, te "VMssingen;
J. Stovo, te Bunschoten; G. J. Hutten, B.
Blaauw, beiden Maastricht (tijld A. Fe-
rroga, te Meerssen; F. Elders, té Velden;
P. de, Vries, te Wessern; J. (Hartman, te
Keikerad'e (stat); J. Wapstra, te 'Mbkofc;
S. Groot, te Buiksloot; S. Boersun», te
Keilkrade; A. G-eüvoet, te 'HekmandB.
J. Sdhaaip, te Roemnioxild; G. IZagéma, te
Sdhimiveld!P. C. PberebOam, te Twisk
(tij'd'.); J. G. Hoogland', ta Venlo (tijd.);
JU. D. Scha ai j, te Aircen; T. N. J. varu Nee,
te Hengelo (G.); L. Pronk, te de Foippe;
T. J. Biullaeib, te Venlo; A. Sarm.evij|ll©,
t© Hoedekenskerice,.
Bevorderd, möfc ingang van 30 Juni, tot
verificateurde asp. verificateurs K, Hoo-
giewerf, te Amsterd'am,; J. H. F'. Rekkers,
te Ratteadamde kolman, verificateurs W.
H. Hoiusmans, en G. J. Geluik, beiden te
Rotterdam.
Verplaatst, met ingang van 30 Junide
verificateursK, Hoogeriverf, van Ainster-
idam) naar Roosendaal; J. Hl. F. RelMrea's,
van Rotterdam naar Venlo''W. H. Hoois-
inans, vla>n Rotterdam naar Vrnlo; G'. J.
Gelnik, van Rotterdam naai' Rotbead.airn
(tijld.)F. Bodde, van Nijmegein naar- Rot
terdam; IT. J. van den Oord, van Rot-
teidaani naai' Nijmegen; de komimies-verifi
cateurs: E. Kool, Van D'orxlreolit naai' Rot
terdam; H. Zandlvoort, Van Hoek van Hol
land, naai' Amsterdam,P. F. Steenïnan,
van Alikiniaar naar Aimsteird'amJ. H.
Sassen, van Venlo naar Amsterdam; H.
Brodkman, van Roosendaal naar Zwolle;
J. J. A. v. Blokhnijsen, Van HdHevoetskds
naar Hoe'k van Holland; G. Boersraia, Van
Kampen naar Dordreclht; S. A. Wagcmaar,
vati Zuitplhen. naar Kaïmuon; G. Stuiver,
van Ho'efc van Holland, naar Rotterdam;
A. J. v. Sdhaik, van Roosendaal naar Rot
terdam C A. do Langen, van LJmuiden
naar AmsterdamJ. Rengers, van Roosen
daal naar Groeefoéêik; F. Huitama, Van
Groesbeeik naar Roosendaal; J. D. Mlel-
linlk, van Lobifh. naar Weert; J. C, Nak-
van Rotterdam, (tijld.) naar Gmin-
A. J. Déiiihuijteen, van Eysiden (sta
ll a>ar Zevenaar; H. Nieswaag, van
Kerkrado (station) naar Vlissingan; M.
Dansen, van Rotterdam naar Rotterdam
(tijld P. Moerdijk, van Maastricht (stat.)
naai' Hanswc'erb; L. Liefïering, vani Rtot-
terdam, naar Héllevaetsluis; J. E'lgersima,
van Amsteid'am naar Lobitihl; A. v. SLlf-
ihout, Van Amsterdam naaa- IJmiuideu; F.
C. te Lao, van Winterswijk naai- Zutplieu
K. Oosterhotf, van D'eifzijil naar Roosen
daal de asp.-VerifieaterarsL. F. J. M.
La Rose, van Zewenaar (tijld1.) naai' Rotter
dam; de kommieze,n 2e M.A. J. Vermeu
len van Gouda naar Rotterdam! (tijd.)H.
II. Prummel, van! Maassluis naar Gouda
Mot ingang van 1 Juli: A. L. Atzema,
fco'm.-ontv., van Rood'estuis naai' Caiberg;
de adj. oont. kad.L. J. II. Eversen, Van
Maastricht naar ArnhemA. Kriebel, van
Arniheimi naar MaastrichtC. J. Hoefman,
'kam. 2e kl. van Almelo maar Rammdbedk
Eervol ontslagenmet ingang van 1 Juni
1904 J. Pouwels, komm. 3e kl. tijd. te "Ui-
mond. („W. v. d. A. d. dl b.")
INDISCHE PENKEASSEN.
LKIII.
Ik zou onrechtvaardig wezen, lezers, door
te beweren, dat er in de laatste jaren niet
hard, zeor haid aan onze verdediging iê
gearbeid.
De oorlog tusschen China en Japan in
1894 schuddo de Regeering plotseling wak
ker. Het Rijk der gele dwergen trad als bij
tooverslag op den voorgrond en zijn groot
leger, z'n sterke vloot, waarmede hot Chi
na vernederde, werden ook een bedreiging
voor ons hierin Indië.
Tot dien tijd had hier niemand ooit ern
stig aan een aanval van buiten geloofd. Men
rekende eenvoudig op don onderlingen na
ijver der groote mogendheden. Onze Archi
pel lag immers dwars op den handelsweg
en strategische communicatie tusschen Euro
pa en Oost-Azië en daar onze liberale „open-
deurpolitiek" (d. w. z. dat alle naties op
commercieel en industrieel gebied volkomen
dezelfde rechten hebben als de Neder-
landsche) daar ons systeem van vrije con
currentie dus, algemeen zeer in den smaak
viel, hadden wij liior weinig' to vreezen.
'tWas voor h'et staatkundig evenwicht
bovendien liet veiligst, wanneer een klom
landje als het onze in Indië de lakens uitgaf
en daarom, zoo redeneerde men, waien we
hier verzekerd van ons ongestoord kolo
niaal bezit. Viel toch Engeland of Duitsch
land of Amerika ons aan, dan zou 'I welbe
grepen eigenbelang van andere grootmach
ten tot interventie moeten leiden. Deze ge-
dachtengang was volkomen juist, was lo-
logisch in die dagen, doch geldt nu niet
meer voor een land als Japan, dat èn dooi
z'n verren afstand èn door z'n oilandenvorm
zeer lastig te overweldigen valt. Wie had
nu ook ooit kunnen denken, dat 't sprook
jesachtige Mikadorijk nog eens 'n rol van
gewicht op het Wereldtooneel zou gaan spe
len?
Van de Europeoscho Staten en ook van
Amerika hebben wij weinig, zeer weinig te
duchten, doch bij het zoogenaamde „gele
gevaar", zijn we vrijwel het eerste aan bod.
'tWas daarom dat de Regeering in 1899
een zeer bekwaam Nederlandsch opperolfi-
cier als Landvoogd uitzond. Onze Indische
generaals waren zeer zeker dappere chefs,
mannen van de daad met oorlogsondervin
ding in Atjeh en elders opgedaan, doch
van „Europeesehe vechtwijze" hadden zij
niet veel begrip, evenmin als de hoofdoffi
cieren en subalternen in het leger.
Toen ik in 1896 als gedetacheerd tweede
luitenant in het land kwam, merktc?A bij
idle oefeningen, hoe weinig men voorbereid
was tot een kamp met een modern bewapen
de geregelde strijdmacht.
De manoeuvres in den omtrek van Ba
tavia tegen een „gelanden vijand" waren
gewoonweg ridicuul I Ik herinnei me nog
levendig, hoe we eens 'n ontmoetingsge
vecht hadden, waarbij we op 't moment
van 't eerste treffen onze artillerie aan het
hoofd zagen, gevolgd door de infanterie in
de marschcolonne met vieren en hcelernaal
achteraan do cavalerie!
De reglementen en voorschriften waren
dan ook geheel verouderd en 't zich dek
ken tegen vijandelijk vuur werd vrijwel als
lafheid beschouwd I Van het verspreide ge
vecht en do opgeloste vormen hadden onze
troepen geen flauw begrip. Officieren noch
kader begrepen iets van de moderne vuur-
uitwerking en haar invloed op de te vol
gen tactiek.
Er waren toen vele gedotacheerden uit
Holland hier in het leger. De overval op
Lombok en 't verraad van Toekoe Oeinar,
hadden aanvulling van subalternen uit het
moederland noodig gemaakt. Onder elkaar
nu spraken we dikwijls over de slachting
die er volgen moest, zoo het eens bloedige
ernst werd.
Do Indische collega's, vooral de oudere
heeren, moesten niets van onze beschou
wingen hebben.
„Een flink salvo, mijnheer, en dan mot
een hoera or op los, dat is je tactiek, dau
hou jo je kerels in de haud en je prikt de
verspreide tirailleurs van don vijand aan
't bajonetje!"
'De oorlog in Zuid-Afrika heeft die stoim-
loopers nog bijtijds dc oogen geopend.
Veel, zeor veel is er sinds dien tijd ver-
terd.
Het begon in '1897 reeds mot de invoering
dor nieuwe geweren. Wel pruttelden eerst
sommige erg conservatief aangelegdeu, wel
had men allerlei aanmerkingen over te korte
bajonet, mindere soliditeit enz., doch do
resultaten op Atjeh voor den vijand, spra
ken al spoedig in het voordeel van de Milan
licher-spuitjes en men verzoende zich mot
de enkele gebreken. Jammer is liet zeker,
dat de vizieren niet deugen en do vuurlei
ding hier eonigszins door bemoeilijkt wordt.
Tegelijk met het minimaal-kalibergoweer
kreeg de infanterie ook nieuwe reglemen
ten voor oxercitio, nieuwe voorschriften
voor het gevecht.
Een frissche wind waaide door het le
ger!
Daar kwam plotseling een telegram:
„Luitenant-generaal Rooseboom, de com
mandant van de Stelling Amsterdam, be
noemd tot Gouverneur-Generaal.'1
Er ging een juichkreet op bij do gedeta-
cheerden cn ook hij de jongeren, afkomstig
van Bieda en Kampen. De oudjes keken vrij
zuur, ze begrepen heel goed waar dat op
uitdraaien moest.
Thans zijn we bijna vijf jaar verder en 't
mag getuigd worden, het Indische leger is
als herborenOnze militaire landvoogd heeft
daar allo eer van en we hopen, dat een ge
neraal Van Houtsz zijn werk zal komen vol
tooien. Wij spraken reeds vroeger den
wensch uit, dat de Atjehbedwinger tot den
Troon van Buitenzorg zou worden geroepen
en thans schijnt dit ook werkelijkheid to
zullen worden. Tal van geruchten doen reeds
de ronde in de bladen. Niets zou zeker
gevaarlijker wezen dan thans een burger,
misschien wel 'n politicus, die nimmer In-
die aanschouwde, naar 't Zonneland werd
uitgezonden. Er is hier nog veel, zeer veel
te doen en zeker zal een piactisch bewind
hebber en kranig veldoverste nu „the right
man on the right place" blijken. Als do
Gouverneur van Atjeh 't nu ook maar aan
neemt! 'tis zoo'n eigcnaaulig man, die ge
neraal Van Heutszl Zeker zal men in Hol
land de teugels wat moeten laten vieren,
want Van Heutsz is 'n man, die altijd zijn
zin wil hebben, als hij iets noodig acht.
Juist zoo iemand echter heelt Indië, heeft
het leger thans noodig.
'Een zeer urgente maatregel dus, de ur
gentste wel voor het moment, is de benoe
ming van luitenant-generaal Van Heutsz tot
opvolger van gouverneur-generaal Roose
boom I En dan de bekende overste van Daa-
len, de onvermoeide Atjehtrotter, gouver
neur van Atjeh!
Waarlijk, zoo wordt 't hier algemeen ge-
wenscht.
Ik schreef hierboven, dat het Indische
legerbestuur in de laatste jaren in allen
ernst druk in de weer is, om alles gereed
te maken voor een oorlog tegen een bui-
tenlandsehen vijand, den B. V., zooals men
hier eenigszins spottend schrijft en zegt.
Naar we vernamen, is o. a. alles klaar voor
een snelle mobilisatie en concentratie on
zer troepen.
Hoe die door den goneralcn staf hier
geregeld zijn, is natuurlijk strikt geheim,
zooals trouwens het geheele plan van defen
sie, doch wel is bekend, dat de Gouverneur-
Generaal, als opperbevelhebber van zee- en
landmacht, er kiacliüg aan heeft meege
werkt. Men zegt, dat hij de komst van zijne
Excellentie nog niets positiefs bepaald was,
terwijl thans alles, net als in Holland, nauw
keurig is voorgeschreven en iedere com
mandant, iedere stationschef enz. zijn in
structies heeft.
Onder generaal Rooseboom werden ook
maatregelen getroffen om sommige kwetsba
re punten als Tandjong Priok, Soerab'aja
en Sabang (Poeloe-Weh gewichtig kolensta
tion, handhaving neutraliteit) krachtiger te
maken en dus voor een zgn. „coup de main"-
te beveiligen.
Er werden foiten en batterijen gebouwd,
en met modern geschut bewapend.
'We hopen spoedig ook in 't bezit te zijn
van de nieuwe snelvuur veld- en berg-bat-
terijen. Ik zeg „spoedig" want we zijn nu
helaas! nog in het tijdperk dor proefnemin
gen, rapporten en adviezen. Als 't daardoor
nu maar niet te laat zal worden!
Er worden verder pogingen in het weik
gesteld om iets als een soort legertrein te
organiseeren. Een zeer lastige kwestie ech
ter hier in Indië!
Intendance, geneeskundige dienst te vel
de en noodverplcging der troepen op marsch,
alles werd voorzien en op moderne leest
geschoeid.
Verschillende verkenningsreizen door go-
nerale-staf-officieren, ja zelfs door den gou
verneur-generaal in hoogst eigen persoon,
werden naar Java's bergland gemaakt en
otp bepaalde steunpunten werden nu reeds
batterijen opgeworpen, batterijen, die later
het geraamte onzer stellingen zullen moe
ten vormen.
Ook aan de oefeningen van hoofdofficie
ren, subalternen en troepen werd een nieu
we richting gegeven. „Pop on Hoogeboorn"
zijn druk bestudeerd en in tactische bijeen-
M „Pop en Hoogeboorn", een tactisch leerboek,
onder dien noem bij hot Legor populair. Het word
geschreven door den tegen woord igen Dirocteur-
Goneraal van do Posterijen en oversto A.Hooge
boorn van het Regiment Grenadiers on Jagers.
,tj iv i - C4
SCHIEDAMSICHE COURANT