1
INDISCHE PENIHIASSEN.
a'4-?"!
Greadvorkoop,
Vermak van A. Timmermans om afstand
van grond!; mob paras-advies van B. en W.
(Zie ons nr. Van 21 Juli JL)
Wordt aangelvouden.
Aankoop Van p r c o o 1 o n.
Tooi stel van B. en V. tot aankoop van
perceeleu aan del Roosbeek on !t Kamp.
Besloten wordt do povceelc-n 1, 2, 3 eai 4
in 'fc Kamp aan te'koopon.
R. ij wie 1 be r gp laats H, B. S.
Voorstel van B. en W. tob bet inrichten
van oen rijwiclbergplaats aan de Hoogero
Burgerschool.
Wordt thans goedgekeurd onder bepaling
dab -voor bot gebruik oen retributie van
1.50 zal worden geheven.
0 o in p t a b i 1 i t e i t.
Ontwerp-besluit tot wijziging van de be
grooting van inkomsten en uitgaven, dienst
1904, met een bedrag van ƒ10000.
Ontwerp-besluit tob wijiziging van de be
grooting van inkomsten on uitgaven, dknst
1904, met een bedrag van ƒ2600.
Ontwerp-besluit tot wijziging van de be
grooting van inkomsten en uitgaven, dienst
1904, met een bedrag van 535.
Ontwerp-besluit tot betaling uit den post
tooi' onvoorziene uitgaven der begroeting
voor 1904 van eon bedrag ad 1300.
Worden allen goedgekeurd.
Kohier Inkom stonbelasting.
Voorstel van B. en W. tot vaststelling
van het voljaarskohier der inkomstenbelas
ting, dienst 190-1/5, met Vaststelling van het
percentage van heffing.
Voorgesteld wordt evenals het vorige
jaar te heffen 3 85
W7ordt goedgekeurd.
Niets meer aan de orde zijnde sloot do
voorzitter de vergadering.
Aan het slot der vergadering deelt de
burgemeester mede dat liem. op zijn verzoek
een verlof is toegestaan van 4 weken van
af 23 Juli ek. om zich. buiten do gemeente
op te 'houden
Do vergadering van gisteren heeft weer
gernimen tijd in beslag genomen, en dit
niettegenstaande er niet zoo heel veel be
langrijke zaken op de agenda voorkwamen
Eerst te 6 uur kon de voorzitter de ver
gadering sluiten.
Reeds bij, de mededeeling der nagekomen
stukken Werd al heel wat gesproken.
De hoer P. C. 1,1. Jansen was in deze de
baanbreker.
Bij de ingekomen verantwoording van
den heer de Groot naar aanleiding van het
geen door den heer P. Jansen in de vorigs
vergadering was gezegd, stélde de Voorzit
ter voor thans dit incident gesloten te ver
klaren. Bit Voorstel stond den heer P. Jan
sen niet aan; hij zou liever zien dat die
missive weid aangenomen voor kennis
geving.
Waar de Voorzitter echter niet bereid is
in dien geest zijn voorstel te wijzigen, zei
de heer P. Jansen dat hij dan voor
af nog een enkele opmerking wenschte te
maken, hoewel hij een verdere discussie
over de zaak zelve vrij nutteloos oordeelde.
Vooraf wensch ik, zei spr., te zeggen, dat
mijn aanmerking op't betoog door den heer
de Groot uitgesproken in de zitting van
14 Juni jl. niet voortsproot hieruit: dat
ik iets of iemand wenssahte te verdedigen.
Dit achtte ik niet noodig, daar ik mij niet
stel op het standpunt van den heer de
Groot, die an Axt. 24 der G-. W. een m. i.
uiteengerafelde uitlegging wenscht te ge
ven, doch ik bedoelde alleen de opmerk
zaamheid te vestigen op het feit dati n-
d i e n diens wetsuitleg'ring' ingang zou vin-
OS O O O
den, de heer de Groot zelf dat Art. 24
reeds overtreden en dus bijl heb uitspreken
zijner rede zijn eigen vonnis geveld heeft,
Evnmm was het mijn bedoeling aanmerking
te maken op de verrichtingen van de heeren
Loopuyu en Brillenburg. Slechts om die
als voorbeeld aan te halen van hetgeen
placht te geschieden, deed mij die namen
noemen. Kaar mijn meening overtraden ook
deze heeren Art. 24 niet Volgens de op
vatting van den lieer de Groot zonden
echter ook zij evenals hijzelf schuldig zijn.
Nu ter zake zelf. De feiten waarop door
den dag aan en daarmee was hun laatste
uur geslagen. Reeds kwamen soldaten de ge
vangenen uitkiezen die het eerst de dood
straf zouden ondergaan en onder hen waren
ook Dare en Quixarvyn. TVee aan twee
werden zij weggeleid.
De hemel was somber, zware regenwolken
dreven voorbij» De dorpsbevolking was
evenwel op de been en in koortsachtige
spanning. Terwijl de veroordeelden bege
leid door de beulen de nauwe straten dcor-
trokken, verschenen voor de vensters bleeke
gezichten door angst verwrongen.
Op de plaats dor terechtstelling stond een
regiment opgesteld, aan het hoofd waarvan
de wreede overwinnaar, lord Feversham in
vol uniform te paard prijkte. Do wreedaard
wilde opnieuw benijs leveren van zijn ver
regaande hardvochtigheid die zijn reputa
tie als beul sinds langs had gevestigd.
Hij naderde do groep verooreelden met
'n grijnslach om de lippen en wierp eon hoo
nenden blik op do overwonnenen.
„Goed," zei hij tot den aanvoerder, „gij
hebt de voornaamste belhamels uitgekozen,
niet waar DoodschietenSergeant
John, zeg de soldaten dab zij goed mikken.'*
Onmiddellijk werd tot de uitvoering van
hot vonnis overgegaan en de gevan
genen op een rij gesteld Dare en Quixavyn
bevonden zich nog naast elkaar on den
hoek der rij.
mij gewezen is ten opzielito van den heer de
Groot staan vast. Ilij geeft die zelf toe.
Volgt de heer de Groot nu zijn eiigou rede-
noering, dan moet hij uit dezelfde feiten
dezelfde conclusie ti'ekken en komen ten
opzicht van zichzelf en van de heeren Ij
en B. tot dezelfde slotsom als voor een
ander. Dit echter doet do lieer de Groot
niet. Ten opzichte van de genoemde hee
ren L. en B. acht hij liet voldoende, do
.hoop uit to spreken, dat zoo iets zich nooit
moor zal voordoen; voor zichzelf meent hij
met do verontschuldiging te kunnen vol-
staau, „ik wist het niet." Immers hij komt
verklaren „Zedelijk govoel ik mijiinbusschen
geheel onschuldig" en waarom? „deze leve
ling van diensten was mijl zelfs geheel on
bekend toen ziji plaats had". Is dat voor
iemand als de heer de Groot een veront
schuldiging? Voor hem, die zeer zeker in
dien het een ander gold zou uitroepen:
Haar u had liet moeten weten! Ik
neem aan. dat de heer de Groot het niet
wist; doeh spoodig schijut liiji het toch te
hebben ontdekt, altlians hij1 schrijft, dat
hij na de levering den administrateur gelast
heeft ..stieng aan de wettelijke bepaling de
hond te houden". Toen wist bij. En nu
vraag ik. mocht de lieer de Groot, nadat
ik mijn opmerking had uitgesproken, dood
leuk zeggen, dab hiji de noodige bescheiden
miste om dadelijk te antwoorden, terwijl
het feit Hem bekend was? Toen de reke
ning van de Gasfabriek over 1902, in zijn
banden was gesteld als Voorzitter der Com
missie v. d. Financiën toen wist hij dus
dat zij n levering daarin voorkwam toen
werd de schending van Aai. 24 over het
hoofd gezien; toen de leveringen van de
HH, L en B. aan zijn controle werden on
derworpen, toen wist hij ook dat dit vol
gens z ij n opvatting in strijd was met Art.
24 evenmin werd er toen van gerept.
Ware toenmaals de opmerking door dem
heer de Groot als voorzitter der Comm.
v. d. Financiën gemaakt, zeer waarschijn
lijk zou hij. er thans geen aanleiding meer
toe gevonden hebben, daar het door hem
gewraakte feit dan waarsotojtalijik niet zou
zijn geschied. Dat do opmerking toen ach
terwege bleef verwondert mij geenszins en
velen met mijl evenmin.
Wat betreft de ophooging Van de Wa
rande verbaast mij werkelijk de opvatting
van den heer de Groot. Hij) begint te zeg
gen dab bij het uitbrengen van rijn stem
in die aangelegenheid men hij een strenge
opvatting daarbij geen strijd zal vinden
tegen Art 46, terivijl hij) later toegeeft dat
niet meestemmen heter ware geweest. Dit
zou dan toch voor een strengs wetsuit-
legging gelden. Van den heer de Groot had
ik, en zou ieder, d'e strenge uitlegging
en toepassing hebben verwacht. Adres zijn
uitlegging van Art. 24. Indien, hij een
strenge uitlegging Van Art. 46 niet geheel
verwerpt is volgens mijn meening, hij een
ophooging van een straat, wel het per
soonlijk belang hot grootst hij de eige-
uar.u van daaraan gelegen berittingen en
gaat die ophooging den eigenaren wel dege
lijk persoonlijk aan. Immers rij tocbi
zullen zicih persoon! ij k verweeren, wah-
neer zij meeuen dat hun rechten worden
aangetast. Een geheel ander belang hebben
zij dan een raadslid dat wel eens over dien
weg wandelt. Het bezit van den heeï de
Groot grenst aan de Warande, dus had de
heer de Groot of kon althans hebben per
se on lijik belang En hier ligt m. i. ook
het verschil met het uitbrengen der stem
door Mr. Jansen hij het verminderen der
breedte van de Verlengde Kortlandstraat.
Persoonlijk belang was bier totaal uit
gesloten daar de stemuitbrengende zioh
eventueel niet persoonlijk kon verzet-
ten togen een mogelijke schending zijner
rechten, daar er geen persoonlijk eigen
dom bij in het spel was. Waar nu Burg. en
Wetb. in .het algemeen belang meenden te
moeten voorstellen de Verbetering van een
weg door ophooging, waardoor als aangu-n
zend -eigenaar de heet de Groot persoon-
1 ij k eenige schade kon ondervinden was hij
Wel degelijk persoonlijk belanghebben
de en behoorde hij althans niet tegen te
stemmen. Vóór stemmende, na een oppo
sitie als toen gevoerd werd zon alleen kun
nen uitgelegd worden, alsde persoon-
Een officier kwam naderbij en hen her
kennend, wendde hij zich tot Feversham:
„Wat jammer," zei hij „om die twee man
nen naar de andere wereld te helpen! Ik
ken ze De een is de beste ruiter, de an
dere de beste bardlooper van ihet graaf
schap."
Feversham aarzelde een oogenbük.
„Welnu," zei hij eensklaps, „ik heb oen
idee Wacht nog, sergeant." En tot den
officier ging hij voort
„Als wij hen eens spaarden om ons te
amuseerenWij zullen een wedstrijd, hou
den tusschen 'bedden, de een te voet, de
ander te paard; dan kunnen wijl wedden."
De majoor was menschlievender. Bij
dacht na en zei toen:
„Dat is een goed idee, maar, laten wij
het leven schenken aan hem, die het eorst
aankomt.
Feverskam fronste d© wenkbrauwen, hot
was rijln aard niet om genade te schenken
aan een oproerling. Maar het genoegen
van beid© mannen om hun leven te zien
kampen, behield de overhand.
„Ik zal or toch oen hebben om dood! to
schieten," dacht hij en zoo g-ezegd, zoo gé-
daan. Men bracht beide gevangenen naar
een boom on stolde twee rijen soldaten op
naar oen and ore boom, die als dool word!
aangewezen. Daarheen begaven zich ook
Feversham en do majoor.
1 ij' k o schade te willen dragen in het alge
meen belang. Waar do heer dö Groot zegt,
niet meestemmen ware beter geweest, zou
ik willen zeggen niet tegenstemmen ware
zeker beter geweest.
Wat de heer de Groot vorder als blik
semafleider aan zijn betoog toevoegt ga ik
als niet op mijn opmerking slaande voorbij.
In beide gevallen, waarop ik den heer do
Groot gewezen heb, erkent hiji schuld, aan
het eeuo meer, aan het ander mindea'. Aan
hetgeen hij Oen ander toedichtte was hij
dus feitelijk al reeds schuldig. Ware ik het
in de opvatting van Art. 24 met den heer
do Groot eens, zoo zou ik de conclusie die
hij tegenover een ander trekt ook op hem
moeten toepassen.
De beer de Groot zou, na 'hetgeen do
heer P. Jansen thans heeft gezegd, wol
gaarne zien dat do voorzitter rijn voorstel
wijzigde en het incident niet gesloten
werd verklaard, omdat spr. gaarne in d©
gelegenheid zou zijn do argumenten dooi
den heer Jansen aangevoerd na to gaan en
te ovex-wegcu of hij daarop nog zal ant
woorden.
Op het oogenblik schijht het spr. too c'at
dit niet noodig zal rijn, omdat door den
heer Jansen niets is gezegd Wat bij) deze
kwestie een nieuw gezichtspunt oplevert.
Stelt hij zioh op een wettelijk standpunt,
d w. z neemt 'hiji do meest gangbar© uit
leg van art 24 der gemeentewet als zijn
standpunt aan, dan kan dit niet leiden tot
schorsing of ontslag van eenig lid.
Dat standpunt weid vroeger ook ingeno
men door de financieele commissi© t n toen
zijin er meermalen zaken voorbij' gegaan,
waarop nu misschien aanmerking zou wor
den gemaakt'. Misschien is daarvan de oor
zaak wel geweest dat toea dio gevallen met
zoo zeer de aandacht hebben getrokken.
Hoewel srpr, voorzitter dier commissi© is
kan hiji zioh toch niet all© gevallen her
inneren die zich hebben voorgedaan, maar
wel weet spr. dat er vele gevallen met
enkele rijn geweest die volgens de alge
meen gangbare opvatting niet waren in
strijd met art. 24, hoewel ze wel in strijd
waren, met do -opvatting die spr. van dat
artikel heeft.
Volgens d© officieel© uitlegging van art.
24. is dus niet gehandeld in strijd met de
wet.
Doch de zuiver© wettelijke kwestie .aab
spr. feitelijk kond; maar het geheel van
de houding Van mr. Jansen heeft spr. er
toe gebracht de opmerking te maken zoo
als hij dat heeft gedaan. Spr. herhaalt ton
slotte zijn verzoek oip. het inoideint niet Ij-
sluiten doch zijh. missive aan te nemert
voor kennisgeving.
De voorzitter1 zegt dat hij) het in
het algemeen niet Wensöhelijjk acht dat mis
sives van raadsleden, eenvoudig voor kennis
geving worden aangenomen; waar hier het
betrokken raadslid echter zelf daartoe het
verzoek doet, maakt dit Wel ©enig versrLil.
Spr. blijft echteaJ bij rijn meeniug dat
zulke besprekingen, die spr. als incidenten
beschouwt, in één, hoogstens twee rittingen
belmoren af te loopen, "Wil echter de raad
den heer de Groot nog in de gelegenheid
stellen in de volgende zitting een antwoord
te geven, dan verwerpt hiji eenvoudig het
voorstel Van B. en W., dat spr. handhaaft.
Het wordt daarop aangenomen met 12
tegen 6 stemmen, zoodat het incident geslo
ten wordt verklaard.
Vóór stemmen de heeren. mr. Jansen,
v. d. Poel, Lagerwey, Wittkampf, v. d.
Drift, Klein, v. d. Velden, Beukers, Gouka,
Dirkzwager, Smit en v. Westendorp.
Tegen stemmen do heeren Bender, de
Groot, v. d. Schalk, Kranen, Ris en P.
Jansen.
De heer Loopuyt, wiens naam hij dit in
cident is betrokken, onthoudt rich van
stemming.
Adresvaa N. v a n D' ij k.
Een korte bespreking volgt nog naar aan
leiding van het adres van N. v. Dijk, die
den raad verzoekt stappen te doen om hem
oen vaste aanstelling te 'bezorgen bij' de
Gemeentereiniging.
Het blijkt daarbij dat adressant zich tot
den raad heeft gewend irog vóór 'hij wist
hoe de commissie voor de Gemeentoreini-
ging op zijn verzoek had beslist. Die beslis-
Toen de maatregelen getroffen waren,
deelde men de beide oproerlingen de voor
waarden van den. wedstrijd mede: de eer
ste die bij lord Fervetrshami zou aankomen
was vrij.
David Dare voelde een. straal van hoop
in 't hart terugkeeren, maar spoedig wan
hoopte hij weer. Zeker hij was da eerste
hardloopei' van zijn land, maar zijn mede
dinger was ta paard. Maar «va-winnen was
leven met Mary Seldom tot vrouw.
Bij die gedachte traden, hem traneni in de
oogen, maai* reeds was Qudxarvyn tusschen
twee soldaten, te paard gestegen. Zijn ge
laat vertoonde een. uitdrukking vam woeste
vreugde. De laatste woorden van Dare:
zij beminde u niet en gij 'hadt haar nooit
gelukkig kunnen maken, klonken als een
uitdaging in rijn ooren.
Beiden werden bij den boom gebracht,
Quixarvyn lachte toon (hij D'ar© zag staan
op bloote voeten en met gelaaide vuisten.
Een pistoolschot zou het sein tot afrit zijn.
Allen waöhten met spanning en hadden de
oogen gericht op de veroordeelden, die voor
een oogonblik hun eigen ongeluk ver
gaten.
Hord Feversham gaf Van uit dei verte
het teeikendo sergeant hief den arm op,
het pistoolschot weerklonk: man en paard
snelden in galop voort. Aanstonds was Dare
Voor en binnen enkele seconden Wol twin-
sing luidde trouwens gunstig, terwijl de
heer Klein hem bovendien- nog den goeden
raad had gegeven zijn adres terug te nemen
als zijnde niet alleen voorbarig maar ook
ongemotiveerd.
Interpellate e-R i s. -
Door den heer Ris werd!, alvorens lot
do aan de orde zijnde zaken over te gaan,
gevraagd of de commissie van gemeente
werken reeds haar rapport liad uitge
bracht naar aanleiding van rijln interpel
latie inzake de benoeming van een hoofd-
irachinisb.
De voorzitter antwoordde dat dit
rapport gisteren bij! het college van B. en
W. was ingekomen en dat dit heb had ge
zonden aan den directeur van gemeente
werken om advies.
In do volgende zitting kan dit in den
raad overgolegd worden.
J aarwedde hoofden der
scholen.
Ook het voorstel tot herziening der jaar
wedde der schoolhoofden lokte nog al dis
cussie uit.
Nadat do heer v. d. Poel rijm instem
ming had betuigd meb het voorstel, ver
klaarde de heer R i s dat ook hiji de vorhoo-
ging der aauvangs-jaarwedde toejuichtte,
maar„hij' had gaarne gezien dat ook de pe
riodieke verliooging herzien waren. Dit rijn
in deze verordening 2 5-jaarlijiksck© ver
hoogingen, terwijl bij' alle andere salaris-
regelingen 4 of 5 3-jaarlij'ksche Vorhoogingen
zijn bepaald.
Om nu deze verordening in overeenstem
ming te brengen met de andere stelt hij
voor do 2 5-jaarlijksohe vorhooging&n ta
veranderen in 4 3-jaarlijjksctka verhoogingen.
Financieele bezwaren kunnen hier niet
tegen worden aangevoerd' omdat het ver
schil zeer gering is terwijl de 'billijkheid
medebrengt dat de regeling bijl de ver
schillende ambtenaren zooveel mogélijjk
eenvormig moeten rijn.
De Voorzitter acht een dergelijk
voorstel te ingrijipend om onvoorbereid in.
behandeling te nemen.
neb betreft hier niet een kwestie van
meer of minder maar een wijiziging van de
wijze waarop de salarissen zijn geregeld.
De heer Ris zegt dat hiji met rijn voor
stel niet buiten de lijm gaat, omdat het
aansluit aam het slot Van. het adres der
hoofden.
De heer de Groot zegt dat belangheb
benden een verzoek kunnen doen, doch dab,
wie liet voorstel doet, moet weten hoe dat
zal luiden. -
Spi-, maakt dan ook bezwaar tegen dade
lijke behandeling van bet voorstelRis.
De heer Loopuyt vraagt of er bezwaar
is tegen een dadelijke beslissing van het
verhoogde salaris en aanhouding der perio
dieke verhooging.
De heer Ris ontkent dat hiji buiten de
orde gaat met zijn voorstel; hiji breddt al
leen .het voorstel uit.
Do Voorzitter wijjst et op dat nie
mand heeft gezegd dat d© heer Ris met
zijn voorstel buiten de ord© gaat, doch dat
alleen een dergelijk voorstel te veel de ge
heel e regeling aangaat om zoo dadelijk te
kunnen behandeld worden.
Bet voorstel-Ris wordt ondersteund door
de heeren "Wittkampf en V. d, Scffédk.
De heer Gouka gelooft dat er een mis
verstand bestaat. Bet is niet de bedoeling
van den heer Ris om een grooter aantal
verhoogingon van een zelfde bedrag te be
palen, maar alleen om het zelfde totaal
verhoogingen op andere wijze toe te kennen.
Ten slotte stélt de heer Ris voor het ge
heel© voorstel aan te houden opdat men
behoorlijk de zaak: zal kunnen bekijken.
Hiertoe wordt besloten.
Schoolartsen.
Een uitvoerige bespreking lokt ook uit
hot voorstel tot wijziging der verorden'n ven.
in verband met de instelling van school
artsen.
De heer Ris, die zich in hoofdzaak wel
met de voorstellen kan vercenigen, mist
daarin echter tot zijin spijt de bepaling dat
de schoolartsen moeten onderzoeken elk
kind dat op school komt. Staat dit niet uit
drukkelijk in d'e verordening dan! zou de
schoolarts zich er toe kunnen benalen eens
tig meter, maar weldra had de ruiter hem
ingehaald en beiden vervolgden naast el
kaar den weg. D© helft van den. weg
was afgelegd', een 100-taI meter scheidde
hen nog van het doel
De strijd werd spannend: de voetganger
verdubbelde zijjn snelheid en de ruiter gaf
rijn paard d'e sporen.
Nog vijftig meter, het paard scheen to
winnen Geen hoop meer 't was ge
daan met Dar©
Maar neen, heb paard struikelt De
uitgeputte looper deed een bovenmenscbe-
lijike poging om vooruit te komen Hij
maakt een sprong en valt, heb paard voor
bij schietend, voor de voeten van rijn rech
ters neer. Ondanks den eerbied di© de sol
daten voor hun veldheer 'koesterden juich
ten rij den overwinnaar toe. iZelfs lord Fe
versham. glimlachte.
„Ik heb mijn weddenschap Verloren," zei
hij onverschillig, maar ik voel miji schade
loos gestold door een dorgelijken spannen-
den strijd."
Twee soldaten' gaven Dare t© drinken en
na eenige ©ogenblikken was déz© weer in
staat op to staan. 0.p eenigem! afstand stond!
Quixarvyn naast zijn paard.
Dare verkloekte en zijn mededinger nade
rend, zed hiji:
„Quixarvyn, heht gijl uw paard inge
houden?"
in de maand eens in de klassen tö koine*
kijken, aan d© hoofden der scholen te vra
gen of deze ook iets omtrent eonig Hnd'cm
te merken hebben, doch ©en individueel
nagaan van eiken leerling, waarom het jui^
te doen is, blijft dan achterwege.
Voorts zon spr. nog gaarne zien opgcu0.
men do bepaling dat de schoolartsen zuU®,
zijjn leden der commissie van T. o. h. L 0
Als zoodanig zullen zijl onafhankelijk van
den wil der schoolhoofden steeds toegatw
tot allo scholen hebben. Ci
De v o o r z i tt r wijst ca- op dat in dat
geval do geheels verordening regelende de
C. v. T. o. h. L. O. zou moeten worden her
zien o. m. bepaalt dez© hot aantal leden
terwijl de raad do vrijle keuzo hooft bij| bei.'
noemingen van leden in die commissie.
Spr. is overigons overtuigd dab op geen
enkele 'bijlzander© school ds schoolarts zal
geweigerd worden, zoodat daarvoor de be
paling niet noodig zal zijai.
Wat d© eea-sto opmerking van den heer
Ris betreft, wijst spr. er op dat men hier
.heeft to doou met doctoren, bestudeerde
mensohen, die hun taaie tooki .niet behoeven
to zien nib de geschreven artikelen, maar <3ie
zelf kennen.
Bovendien zijn deze ontwerpen gemaakt
in overleg met de schoolartsen en daarom
acht spr. het wensohelijker dat er geen be
palingen bijl gemaakt worden zondor hen
daarin te kennen.
De lieer Ris beroept zich op de verorde
ningen in heb buitenland, in het bin
nen land zijn ze niet waarin de door hem.
gemaakte bepaling evenzeer voorkomt.
Aan den goeden wil der hoofden twijfelt
spr. niet.
Dé heer v. Westendorp wijbb er op
dat met art. 1 de strijd wordt beslecht die
bij do instelling bestond over de vraag of
do gemeentegeneesheer verplicht ig 'als
school a rts op te treden. Toen is echter be
paald dat bijl w%.© van proef de instellihg
voor 1 jaar zou gelden, dooh hier wordt zo
definitief geregeld.
De Voorzitter antwoorb dat de ia-
stelling is Voor 1 jaar als proef doch dit
noemt niet weg dat er ©en regeling noodig
is. Wordt de instelling na een jaar opgehe
ven dan vervallen eenvoudig de gemaakte
verordeningen.
D'e verordeningen worden daarna, vrijl-
wel ongewijrigd, goedgekeurd.
Aan het slot der vergadering doet de
heer Klein namens de bewoners der
Singelstraat liet verzoek dat ook daar de
sproeiwagens 'hun werk zullen verrichten.
De voorzitter antwoordt dat beslo
ten is aan zoo'n verzoek, dat ook reeds bij
het college was ingekomen, niet te voldoen,
Wanneer de 'bewoners der particuliere stra
ten gevoelen dat zijl niet in gelijiko conditie
verkoeren als de oVerige bewoners der ge-
meent© dan zal daardoor misschien van hen
een drang uitgaan waardoor een eind ge
maakt wordt aan den toestand voortvloeien
de uit het bestaan Van particulier© straten.
LXIX.
Na een lekkere, echt Indische rijst
tafel bij mijn vriend den Djaksa, ver
trekken wij heden om 3 uur 30 min.
met den boerneltrein naar Bandoeng.
M\jn gastheer was toevallig in feeststem
ming cn wel omdat hij vanmorgen uit
Buitenzorg een telegram ontving, waar
in zijn overplaatsing naar het heerlijke
Soekaboemi gemeld werd.
De lezers, die zich nog wel herinne
ren zullen uit vroegere Penkrassen,hoe
veel aangenamer dit plaatsje is clan 't
stille Tjiandjoer, kunnen zich dus wel
begrijpen, dat genoemde verplaatsing te
vens als een welverdiende onderschei
ding mag worden aangemerkt.
Wij wennschten den Djaksa dan ook
veel geluk en een aangenaam verblijf
ginds, overtuigd, dat hij cr spoedig zeer
goede vrienden zal zijn met den zoo
veelzijdig ontwikkelden Patih, u ook
reeds bekend.
Aan het station Tjiandjoer onlmoet-
ten wlij 'n paar officieren van den Ge-
neralen Staf, die terugkwamen vaneen
verkenning in 't gebergte. Zij vertelden
dat er bij het Departement van Oorlog
verschillende maatregelen werden geno
men tot handhaving onzer neutraliteit
John keek 'hemi diep in de oogen maar
antwoordde niet.
„Gij bobt mij laten winnen," ging David
voort, ,,©n dat ter wille van Mary's liefdot'
Quixarvyn drukte Daro de hand zoo ste
vig dat de nagels in diens huid drongen.
„Gij zult haar gelukkig maken," fluis
terde hij dringend', en zioh op do hielen
ronddraaiend', schreed hiji met opgeheven!
hoofd naar de plaats der ter dood' veroor
deelden
Dar© wild© hem nasnellen, doch! uitge
put viel hij neer.
E©n kort commando verbrak de stilte:
„Legt aan! Vuur!"
Toon David d© oogen Weer opsloeg be
dekte een blauwachtige wolk d© plaats der
terechtstelling, waar zwart© lichamen onbe
weeglijk Jagen.
Dare snelde ©r hoen om Quixarvyn ta
zoeken. Hiji vond hem liggen met do ar
men over de borst gdkruist, het gelaat naaf
den grond gekeerd.
In zijin rechterhand' klemde hiji ©en! vrou
wenportret, dat do kogel doorboord! had,
alvorens liet hart te troffen
lip