1 INDISCHE PENIHIASSEN. a'4-?"! Greadvorkoop, Vermak van A. Timmermans om afstand van grond!; mob paras-advies van B. en W. (Zie ons nr. Van 21 Juli JL) Wordt aangelvouden. Aankoop Van p r c o o 1 o n. Tooi stel van B. en V. tot aankoop van perceeleu aan del Roosbeek on !t Kamp. Besloten wordt do povceelc-n 1, 2, 3 eai 4 in 'fc Kamp aan te'koopon. R. ij wie 1 be r gp laats H, B. S. Voorstel van B. en W. tob bet inrichten van oen rijwiclbergplaats aan de Hoogero Burgerschool. Wordt thans goedgekeurd onder bepaling dab -voor bot gebruik oen retributie van 1.50 zal worden geheven. 0 o in p t a b i 1 i t e i t. Ontwerp-besluit tot wijziging van de be grooting van inkomsten en uitgaven, dienst 1904, met een bedrag van ƒ10000. Ontwerp-besluit tob wijiziging van de be grooting van inkomsten on uitgaven, dknst 1904, met een bedrag van ƒ2600. Ontwerp-besluit tot wijziging van de be grooting van inkomsten en uitgaven, dienst 1904, met een bedrag van 535. Ontwerp-besluit tot betaling uit den post tooi' onvoorziene uitgaven der begroeting voor 1904 van eon bedrag ad 1300. Worden allen goedgekeurd. Kohier Inkom stonbelasting. Voorstel van B. en W. tot vaststelling van het voljaarskohier der inkomstenbelas ting, dienst 190-1/5, met Vaststelling van het percentage van heffing. Voorgesteld wordt evenals het vorige jaar te heffen 3 85 W7ordt goedgekeurd. Niets meer aan de orde zijnde sloot do voorzitter de vergadering. Aan het slot der vergadering deelt de burgemeester mede dat liem. op zijn verzoek een verlof is toegestaan van 4 weken van af 23 Juli ek. om zich. buiten do gemeente op te 'houden Do vergadering van gisteren heeft weer gernimen tijd in beslag genomen, en dit niettegenstaande er niet zoo heel veel be langrijke zaken op de agenda voorkwamen Eerst te 6 uur kon de voorzitter de ver gadering sluiten. Reeds bij, de mededeeling der nagekomen stukken Werd al heel wat gesproken. De hoer P. C. 1,1. Jansen was in deze de baanbreker. Bij de ingekomen verantwoording van den heer de Groot naar aanleiding van het geen door den heer P. Jansen in de vorigs vergadering was gezegd, stélde de Voorzit ter voor thans dit incident gesloten te ver klaren. Bit Voorstel stond den heer P. Jan sen niet aan; hij zou liever zien dat die missive weid aangenomen voor kennis geving. Waar de Voorzitter echter niet bereid is in dien geest zijn voorstel te wijzigen, zei de heer P. Jansen dat hij dan voor af nog een enkele opmerking wenschte te maken, hoewel hij een verdere discussie over de zaak zelve vrij nutteloos oordeelde. Vooraf wensch ik, zei spr., te zeggen, dat mijn aanmerking op't betoog door den heer de Groot uitgesproken in de zitting van 14 Juni jl. niet voortsproot hieruit: dat ik iets of iemand wenssahte te verdedigen. Dit achtte ik niet noodig, daar ik mij niet stel op het standpunt van den heer de Groot, die an Axt. 24 der G-. W. een m. i. uiteengerafelde uitlegging wenscht te ge ven, doch ik bedoelde alleen de opmerk zaamheid te vestigen op het feit dati n- d i e n diens wetsuitleg'ring' ingang zou vin- OS O O O den, de heer de Groot zelf dat Art. 24 reeds overtreden en dus bijl heb uitspreken zijner rede zijn eigen vonnis geveld heeft, Evnmm was het mijn bedoeling aanmerking te maken op de verrichtingen van de heeren Loopuyu en Brillenburg. Slechts om die als voorbeeld aan te halen van hetgeen placht te geschieden, deed mij die namen noemen. Kaar mijn meening overtraden ook deze heeren Art. 24 niet Volgens de op vatting van den lieer de Groot zonden echter ook zij evenals hijzelf schuldig zijn. Nu ter zake zelf. De feiten waarop door den dag aan en daarmee was hun laatste uur geslagen. Reeds kwamen soldaten de ge vangenen uitkiezen die het eerst de dood straf zouden ondergaan en onder hen waren ook Dare en Quixarvyn. TVee aan twee werden zij weggeleid. De hemel was somber, zware regenwolken dreven voorbij» De dorpsbevolking was evenwel op de been en in koortsachtige spanning. Terwijl de veroordeelden bege leid door de beulen de nauwe straten dcor- trokken, verschenen voor de vensters bleeke gezichten door angst verwrongen. Op de plaats dor terechtstelling stond een regiment opgesteld, aan het hoofd waarvan de wreede overwinnaar, lord Feversham in vol uniform te paard prijkte. Do wreedaard wilde opnieuw benijs leveren van zijn ver regaande hardvochtigheid die zijn reputa tie als beul sinds langs had gevestigd. Hij naderde do groep verooreelden met 'n grijnslach om de lippen en wierp eon hoo nenden blik op do overwonnenen. „Goed," zei hij tot den aanvoerder, „gij hebt de voornaamste belhamels uitgekozen, niet waar DoodschietenSergeant John, zeg de soldaten dab zij goed mikken.'* Onmiddellijk werd tot de uitvoering van hot vonnis overgegaan en de gevan genen op een rij gesteld Dare en Quixavyn bevonden zich nog naast elkaar on den hoek der rij. mij gewezen is ten opzielito van den heer de Groot staan vast. Ilij geeft die zelf toe. Volgt de heer de Groot nu zijn eiigou rede- noering, dan moet hij uit dezelfde feiten dezelfde conclusie ti'ekken en komen ten opzicht van zichzelf en van de heeren Ij en B. tot dezelfde slotsom als voor een ander. Dit echter doet do lieer de Groot niet. Ten opzichte van de genoemde hee ren L. en B. acht hij liet voldoende, do .hoop uit to spreken, dat zoo iets zich nooit moor zal voordoen; voor zichzelf meent hij met do verontschuldiging te kunnen vol- staau, „ik wist het niet." Immers hij komt verklaren „Zedelijk govoel ik mijiinbusschen geheel onschuldig" en waarom? „deze leve ling van diensten was mijl zelfs geheel on bekend toen ziji plaats had". Is dat voor iemand als de heer de Groot een veront schuldiging? Voor hem, die zeer zeker in dien het een ander gold zou uitroepen: Haar u had liet moeten weten! Ik neem aan. dat de heer de Groot het niet wist; doeh spoodig schijut liiji het toch te hebben ontdekt, altlians hij1 schrijft, dat hij na de levering den administrateur gelast heeft ..stieng aan de wettelijke bepaling de hond te houden". Toen wist bij. En nu vraag ik. mocht de lieer de Groot, nadat ik mijn opmerking had uitgesproken, dood leuk zeggen, dab hiji de noodige bescheiden miste om dadelijk te antwoorden, terwijl het feit Hem bekend was? Toen de reke ning van de Gasfabriek over 1902, in zijn banden was gesteld als Voorzitter der Com missie v. d. Financiën toen wist hij dus dat zij n levering daarin voorkwam toen werd de schending van Aai. 24 over het hoofd gezien; toen de leveringen van de HH, L en B. aan zijn controle werden on derworpen, toen wist hij ook dat dit vol gens z ij n opvatting in strijd was met Art. 24 evenmin werd er toen van gerept. Ware toenmaals de opmerking door dem heer de Groot als voorzitter der Comm. v. d. Financiën gemaakt, zeer waarschijn lijk zou hij. er thans geen aanleiding meer toe gevonden hebben, daar het door hem gewraakte feit dan waarsotojtalijik niet zou zijn geschied. Dat do opmerking toen ach terwege bleef verwondert mij geenszins en velen met mijl evenmin. Wat betreft de ophooging Van de Wa rande verbaast mij werkelijk de opvatting van den heer de Groot. Hij) begint te zeg gen dab bij het uitbrengen van rijn stem in die aangelegenheid men hij een strenge opvatting daarbij geen strijd zal vinden tegen Art 46, terivijl hij) later toegeeft dat niet meestemmen heter ware geweest. Dit zou dan toch voor een strengs wetsuit- legging gelden. Van den heer de Groot had ik, en zou ieder, d'e strenge uitlegging en toepassing hebben verwacht. Adres zijn uitlegging van Art. 24. Indien, hij een strenge uitlegging Van Art. 46 niet geheel verwerpt is volgens mijn meening, hij een ophooging van een straat, wel het per soonlijk belang hot grootst hij de eige- uar.u van daaraan gelegen berittingen en gaat die ophooging den eigenaren wel dege lijk persoonlijk aan. Immers rij tocbi zullen zicih persoon! ij k verweeren, wah- neer zij meeuen dat hun rechten worden aangetast. Een geheel ander belang hebben zij dan een raadslid dat wel eens over dien weg wandelt. Het bezit van den heeï de Groot grenst aan de Warande, dus had de heer de Groot of kon althans hebben per se on lijik belang En hier ligt m. i. ook het verschil met het uitbrengen der stem door Mr. Jansen hij het verminderen der breedte van de Verlengde Kortlandstraat. Persoonlijk belang was bier totaal uit gesloten daar de stemuitbrengende zioh eventueel niet persoonlijk kon verzet- ten togen een mogelijke schending zijner rechten, daar er geen persoonlijk eigen dom bij in het spel was. Waar nu Burg. en Wetb. in .het algemeen belang meenden te moeten voorstellen de Verbetering van een weg door ophooging, waardoor als aangu-n zend -eigenaar de heet de Groot persoon- 1 ij k eenige schade kon ondervinden was hij Wel degelijk persoonlijk belanghebben de en behoorde hij althans niet tegen te stemmen. Vóór stemmende, na een oppo sitie als toen gevoerd werd zon alleen kun nen uitgelegd worden, alsde persoon- Een officier kwam naderbij en hen her kennend, wendde hij zich tot Feversham: „Wat jammer," zei hij „om die twee man nen naar de andere wereld te helpen! Ik ken ze De een is de beste ruiter, de an dere de beste bardlooper van ihet graaf schap." Feversham aarzelde een oogenbük. „Welnu," zei hij eensklaps, „ik heb oen idee Wacht nog, sergeant." En tot den officier ging hij voort „Als wij hen eens spaarden om ons te amuseerenWij zullen een wedstrijd, hou den tusschen 'bedden, de een te voet, de ander te paard; dan kunnen wijl wedden." De majoor was menschlievender. Bij dacht na en zei toen: „Dat is een goed idee, maar, laten wij het leven schenken aan hem, die het eorst aankomt. Feverskam fronste d© wenkbrauwen, hot was rijln aard niet om genade te schenken aan een oproerling. Maar het genoegen van beid© mannen om hun leven te zien kampen, behield de overhand. „Ik zal or toch oen hebben om dood! to schieten," dacht hij en zoo g-ezegd, zoo gé- daan. Men bracht beide gevangenen naar een boom on stolde twee rijen soldaten op naar oen and ore boom, die als dool word! aangewezen. Daarheen begaven zich ook Feversham en do majoor. 1 ij' k o schade te willen dragen in het alge meen belang. Waar do heer dö Groot zegt, niet meestemmen ware beter geweest, zou ik willen zeggen niet tegenstemmen ware zeker beter geweest. Wat de heer de Groot vorder als blik semafleider aan zijn betoog toevoegt ga ik als niet op mijn opmerking slaande voorbij. In beide gevallen, waarop ik den heer do Groot gewezen heb, erkent hiji schuld, aan het eeuo meer, aan het ander mindea'. Aan hetgeen hij Oen ander toedichtte was hij dus feitelijk al reeds schuldig. Ware ik het in de opvatting van Art. 24 met den heer do Groot eens, zoo zou ik de conclusie die hij tegenover een ander trekt ook op hem moeten toepassen. De beer de Groot zou, na 'hetgeen do heer P. Jansen thans heeft gezegd, wol gaarne zien dat do voorzitter rijn voorstel wijzigde en het incident niet gesloten werd verklaard, omdat spr. gaarne in d© gelegenheid zou zijn do argumenten dooi den heer Jansen aangevoerd na to gaan en te ovex-wegcu of hij daarop nog zal ant woorden. Op het oogenblik schijht het spr. too c'at dit niet noodig zal rijn, omdat door den heer Jansen niets is gezegd Wat bij) deze kwestie een nieuw gezichtspunt oplevert. Stelt hij zioh op een wettelijk standpunt, d w. z neemt 'hiji do meest gangbar© uit leg van art 24 der gemeentewet als zijn standpunt aan, dan kan dit niet leiden tot schorsing of ontslag van eenig lid. Dat standpunt weid vroeger ook ingeno men door de financieele commissi© t n toen zijin er meermalen zaken voorbij' gegaan, waarop nu misschien aanmerking zou wor den gemaakt'. Misschien is daarvan de oor zaak wel geweest dat toea dio gevallen met zoo zeer de aandacht hebben getrokken. Hoewel srpr, voorzitter dier commissi© is kan hiji zioh toch niet all© gevallen her inneren die zich hebben voorgedaan, maar wel weet spr. dat er vele gevallen met enkele rijn geweest die volgens de alge meen gangbare opvatting niet waren in strijd met art. 24, hoewel ze wel in strijd waren, met do -opvatting die spr. van dat artikel heeft. Volgens d© officieel© uitlegging van art. 24. is dus niet gehandeld in strijd met de wet. Doch de zuiver© wettelijke kwestie .aab spr. feitelijk kond; maar het geheel van de houding Van mr. Jansen heeft spr. er toe gebracht de opmerking te maken zoo als hij dat heeft gedaan. Spr. herhaalt ton slotte zijn verzoek oip. het inoideint niet Ij- sluiten doch zijh. missive aan te nemert voor kennisgeving. De voorzitter1 zegt dat hij) het in het algemeen niet Wensöhelijjk acht dat mis sives van raadsleden, eenvoudig voor kennis geving worden aangenomen; waar hier het betrokken raadslid echter zelf daartoe het verzoek doet, maakt dit Wel ©enig versrLil. Spr. blijft echteaJ bij rijn meeniug dat zulke besprekingen, die spr. als incidenten beschouwt, in één, hoogstens twee rittingen belmoren af te loopen, "Wil echter de raad den heer de Groot nog in de gelegenheid stellen in de volgende zitting een antwoord te geven, dan verwerpt hiji eenvoudig het voorstel Van B. en W., dat spr. handhaaft. Het wordt daarop aangenomen met 12 tegen 6 stemmen, zoodat het incident geslo ten wordt verklaard. Vóór stemmen de heeren. mr. Jansen, v. d. Poel, Lagerwey, Wittkampf, v. d. Drift, Klein, v. d. Velden, Beukers, Gouka, Dirkzwager, Smit en v. Westendorp. Tegen stemmen do heeren Bender, de Groot, v. d. Schalk, Kranen, Ris en P. Jansen. De heer Loopuyt, wiens naam hij dit in cident is betrokken, onthoudt rich van stemming. Adresvaa N. v a n D' ij k. Een korte bespreking volgt nog naar aan leiding van het adres van N. v. Dijk, die den raad verzoekt stappen te doen om hem oen vaste aanstelling te 'bezorgen bij' de Gemeentereiniging. Het blijkt daarbij dat adressant zich tot den raad heeft gewend irog vóór 'hij wist hoe de commissie voor de Gemeentoreini- ging op zijn verzoek had beslist. Die beslis- Toen de maatregelen getroffen waren, deelde men de beide oproerlingen de voor waarden van den. wedstrijd mede: de eer ste die bij lord Fervetrshami zou aankomen was vrij. David Dare voelde een. straal van hoop in 't hart terugkeeren, maar spoedig wan hoopte hij weer. Zeker hij was da eerste hardloopei' van zijn land, maar zijn mede dinger was ta paard. Maar «va-winnen was leven met Mary Seldom tot vrouw. Bij die gedachte traden, hem traneni in de oogen, maai* reeds was Qudxarvyn tusschen twee soldaten, te paard gestegen. Zijn ge laat vertoonde een. uitdrukking vam woeste vreugde. De laatste woorden van Dare: zij beminde u niet en gij 'hadt haar nooit gelukkig kunnen maken, klonken als een uitdaging in rijn ooren. Beiden werden bij den boom gebracht, Quixarvyn lachte toon (hij D'ar© zag staan op bloote voeten en met gelaaide vuisten. Een pistoolschot zou het sein tot afrit zijn. Allen waöhten met spanning en hadden de oogen gericht op de veroordeelden, die voor een oogonblik hun eigen ongeluk ver gaten. Hord Feversham gaf Van uit dei verte het teeikendo sergeant hief den arm op, het pistoolschot weerklonk: man en paard snelden in galop voort. Aanstonds was Dare Voor en binnen enkele seconden Wol twin- sing luidde trouwens gunstig, terwijl de heer Klein hem bovendien- nog den goeden raad had gegeven zijn adres terug te nemen als zijnde niet alleen voorbarig maar ook ongemotiveerd. Interpellate e-R i s. - Door den heer Ris werd!, alvorens lot do aan de orde zijnde zaken over te gaan, gevraagd of de commissie van gemeente werken reeds haar rapport liad uitge bracht naar aanleiding van rijln interpel latie inzake de benoeming van een hoofd- irachinisb. De voorzitter antwoordde dat dit rapport gisteren bij! het college van B. en W. was ingekomen en dat dit heb had ge zonden aan den directeur van gemeente werken om advies. In do volgende zitting kan dit in den raad overgolegd worden. J aarwedde hoofden der scholen. Ook het voorstel tot herziening der jaar wedde der schoolhoofden lokte nog al dis cussie uit. Nadat do heer v. d. Poel rijm instem ming had betuigd meb het voorstel, ver klaarde de heer R i s dat ook hiji de vorhoo- ging der aauvangs-jaarwedde toejuichtte, maar„hij' had gaarne gezien dat ook de pe riodieke verliooging herzien waren. Dit rijn in deze verordening 2 5-jaarlijiksck© ver hoogingen, terwijl bij' alle andere salaris- regelingen 4 of 5 3-jaarlij'ksche Vorhoogingen zijn bepaald. Om nu deze verordening in overeenstem ming te brengen met de andere stelt hij voor do 2 5-jaarlijksohe vorhooging&n ta veranderen in 4 3-jaarlijjksctka verhoogingen. Financieele bezwaren kunnen hier niet tegen worden aangevoerd' omdat het ver schil zeer gering is terwijl de 'billijkheid medebrengt dat de regeling bijl de ver schillende ambtenaren zooveel mogélijjk eenvormig moeten rijn. De Voorzitter acht een dergelijk voorstel te ingrijipend om onvoorbereid in. behandeling te nemen. neb betreft hier niet een kwestie van meer of minder maar een wijiziging van de wijze waarop de salarissen zijn geregeld. De heer Ris zegt dat hiji met rijn voor stel niet buiten de lijm gaat, omdat het aansluit aam het slot Van. het adres der hoofden. De heer de Groot zegt dat belangheb benden een verzoek kunnen doen, doch dab, wie liet voorstel doet, moet weten hoe dat zal luiden. - Spi-, maakt dan ook bezwaar tegen dade lijke behandeling van bet voorstelRis. De heer Loopuyt vraagt of er bezwaar is tegen een dadelijke beslissing van het verhoogde salaris en aanhouding der perio dieke verhooging. De heer Ris ontkent dat hiji buiten de orde gaat met zijn voorstel; hiji breddt al leen .het voorstel uit. Do Voorzitter wijjst et op dat nie mand heeft gezegd dat d© heer Ris met zijn voorstel buiten de ord© gaat, doch dat alleen een dergelijk voorstel te veel de ge heel e regeling aangaat om zoo dadelijk te kunnen behandeld worden. Bet voorstel-Ris wordt ondersteund door de heeren "Wittkampf en V. d, Scffédk. De heer Gouka gelooft dat er een mis verstand bestaat. Bet is niet de bedoeling van den heer Ris om een grooter aantal verhoogingon van een zelfde bedrag te be palen, maar alleen om het zelfde totaal verhoogingen op andere wijze toe te kennen. Ten slotte stélt de heer Ris voor het ge heel© voorstel aan te houden opdat men behoorlijk de zaak: zal kunnen bekijken. Hiertoe wordt besloten. Schoolartsen. Een uitvoerige bespreking lokt ook uit hot voorstel tot wijziging der verorden'n ven. in verband met de instelling van school artsen. De heer Ris, die zich in hoofdzaak wel met de voorstellen kan vercenigen, mist daarin echter tot zijin spijt de bepaling dat de schoolartsen moeten onderzoeken elk kind dat op school komt. Staat dit niet uit drukkelijk in d'e verordening dan! zou de schoolarts zich er toe kunnen benalen eens tig meter, maar weldra had de ruiter hem ingehaald en beiden vervolgden naast el kaar den weg. D© helft van den. weg was afgelegd', een 100-taI meter scheidde hen nog van het doel De strijd werd spannend: de voetganger verdubbelde zijjn snelheid en de ruiter gaf rijn paard d'e sporen. Nog vijftig meter, het paard scheen to winnen Geen hoop meer 't was ge daan met Dar© Maar neen, heb paard struikelt De uitgeputte looper deed een bovenmenscbe- lijike poging om vooruit te komen Hij maakt een sprong en valt, heb paard voor bij schietend, voor de voeten van rijn rech ters neer. Ondanks den eerbied di© de sol daten voor hun veldheer 'koesterden juich ten rij den overwinnaar toe. iZelfs lord Fe versham. glimlachte. „Ik heb mijn weddenschap Verloren," zei hij onverschillig, maar ik voel miji schade loos gestold door een dorgelijken spannen- den strijd." Twee soldaten' gaven Dare t© drinken en na eenige ©ogenblikken was déz© weer in staat op to staan. 0.p eenigem! afstand stond! Quixarvyn naast zijn paard. Dare verkloekte en zijn mededinger nade rend, zed hiji: „Quixarvyn, heht gijl uw paard inge houden?" in de maand eens in de klassen tö koine* kijken, aan d© hoofden der scholen te vra gen of deze ook iets omtrent eonig Hnd'cm te merken hebben, doch ©en individueel nagaan van eiken leerling, waarom het jui^ te doen is, blijft dan achterwege. Voorts zon spr. nog gaarne zien opgcu0. men do bepaling dat de schoolartsen zuU®, zijjn leden der commissie van T. o. h. L 0 Als zoodanig zullen zijl onafhankelijk van den wil der schoolhoofden steeds toegatw tot allo scholen hebben. Ci De v o o r z i tt r wijst ca- op dat in dat geval do geheels verordening regelende de C. v. T. o. h. L. O. zou moeten worden her zien o. m. bepaalt dez© hot aantal leden terwijl de raad do vrijle keuzo hooft bij| bei.' noemingen van leden in die commissie. Spr. is overigons overtuigd dab op geen enkele 'bijlzander© school ds schoolarts zal geweigerd worden, zoodat daarvoor de be paling niet noodig zal zijai. Wat d© eea-sto opmerking van den heer Ris betreft, wijst spr. er op dat men hier .heeft to doou met doctoren, bestudeerde mensohen, die hun taaie tooki .niet behoeven to zien nib de geschreven artikelen, maar <3ie zelf kennen. Bovendien zijn deze ontwerpen gemaakt in overleg met de schoolartsen en daarom acht spr. het wensohelijker dat er geen be palingen bijl gemaakt worden zondor hen daarin te kennen. De lieer Ris beroept zich op de verorde ningen in heb buitenland, in het bin nen land zijn ze niet waarin de door hem. gemaakte bepaling evenzeer voorkomt. Aan den goeden wil der hoofden twijfelt spr. niet. Dé heer v. Westendorp wijbb er op dat met art. 1 de strijd wordt beslecht die bij do instelling bestond over de vraag of do gemeentegeneesheer verplicht ig 'als school a rts op te treden. Toen is echter be paald dat bijl w%.© van proef de instellihg voor 1 jaar zou gelden, dooh hier wordt zo definitief geregeld. De Voorzitter antwoorb dat de ia- stelling is Voor 1 jaar als proef doch dit noemt niet weg dat er ©en regeling noodig is. Wordt de instelling na een jaar opgehe ven dan vervallen eenvoudig de gemaakte verordeningen. D'e verordeningen worden daarna, vrijl- wel ongewijrigd, goedgekeurd. Aan het slot der vergadering doet de heer Klein namens de bewoners der Singelstraat liet verzoek dat ook daar de sproeiwagens 'hun werk zullen verrichten. De voorzitter antwoordt dat beslo ten is aan zoo'n verzoek, dat ook reeds bij het college was ingekomen, niet te voldoen, Wanneer de 'bewoners der particuliere stra ten gevoelen dat zijl niet in gelijiko conditie verkoeren als de oVerige bewoners der ge- meent© dan zal daardoor misschien van hen een drang uitgaan waardoor een eind ge maakt wordt aan den toestand voortvloeien de uit het bestaan Van particulier© straten. LXIX. Na een lekkere, echt Indische rijst tafel bij mijn vriend den Djaksa, ver trekken wij heden om 3 uur 30 min. met den boerneltrein naar Bandoeng. M\jn gastheer was toevallig in feeststem ming cn wel omdat hij vanmorgen uit Buitenzorg een telegram ontving, waar in zijn overplaatsing naar het heerlijke Soekaboemi gemeld werd. De lezers, die zich nog wel herinne ren zullen uit vroegere Penkrassen,hoe veel aangenamer dit plaatsje is clan 't stille Tjiandjoer, kunnen zich dus wel begrijpen, dat genoemde verplaatsing te vens als een welverdiende onderschei ding mag worden aangemerkt. Wij wennschten den Djaksa dan ook veel geluk en een aangenaam verblijf ginds, overtuigd, dat hij cr spoedig zeer goede vrienden zal zijn met den zoo veelzijdig ontwikkelden Patih, u ook reeds bekend. Aan het station Tjiandjoer onlmoet- ten wlij 'n paar officieren van den Ge- neralen Staf, die terugkwamen vaneen verkenning in 't gebergte. Zij vertelden dat er bij het Departement van Oorlog verschillende maatregelen werden geno men tot handhaving onzer neutraliteit John keek 'hemi diep in de oogen maar antwoordde niet. „Gij bobt mij laten winnen," ging David voort, ,,©n dat ter wille van Mary's liefdot' Quixarvyn drukte Daro de hand zoo ste vig dat de nagels in diens huid drongen. „Gij zult haar gelukkig maken," fluis terde hij dringend', en zioh op do hielen ronddraaiend', schreed hiji met opgeheven! hoofd naar de plaats der ter dood' veroor deelden Dar© wild© hem nasnellen, doch! uitge put viel hij neer. E©n kort commando verbrak de stilte: „Legt aan! Vuur!" Toon David d© oogen Weer opsloeg be dekte een blauwachtige wolk d© plaats der terechtstelling, waar zwart© lichamen onbe weeglijk Jagen. Dare snelde ©r hoen om Quixarvyn ta zoeken. Hiji vond hem liggen met do ar men over de borst gdkruist, het gelaat naaf den grond gekeerd. In zijin rechterhand' klemde hiji ©en! vrou wenportret, dat do kogel doorboord! had, alvorens liet hart te troffen lip

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 6