Kerk en S chooi.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen: td Makkinga, c. a. de heer
J. Nieweg, eandi te Zuidwdd© (Gr.)ta
St. Maartensdijk. (toee.) ds. B. v. d. Wal te
AVaddiiiigsVeein; te Oudblanden (Zee
land) en to Nedeiheonert (toes) da heer J.
Pannabakker Jr., cand'. te Utrecht.
Christ. Geref. Kerk.
INDISCHE PENKRASSEN.
•naar Ter Neuiendo ifcomm. 3e kl. P. T.
lo Grand, van IJzendijlke naar Sinds; A. J,
W. van d'o "Wied, van Aardemburg (t.) naar
Sas van Gent; J. Visser, van Sb. Jan steen
naar Hoe-dek anskerkeT. C. Ooone, van
Vakfcigt naar Aardemburg; Al. de Maker,
van. Zuiddoape naar Kauter; D, C. Vor-
poo-rbe. van Kantor naai' Zuiddorpe; O', van
Krimpen, van Hulst naar Ter Neuzen; L.
C. van Splunter, van Nispen naar Breskeus
(tijd.); J. Possen, van St. Jansteen naar
KoewachtH. Hofstee1, van Koewacht naar
St. Janssteeu; H. Weetsbrate, van Brook-
heurn© naar Ellewwitsdijk (t.); W. van
Liere, van Baarle-Nassau (t.) naar Hans-
weert.
Ingetrokken do verplaatsingen, van
dei konun. lo kl. B. Manke®, van Mepped
naar Almelo; H. dio Jonge, van Delfzijl
naar Ooevorden; did komm, 3o 'kl. K.
Blaauw, van Budol' naai' Losser-,
(„Wbl. v. d Adm. d. dir. bed., enz.")
39e AJg, Yerg. Leeraren 31. 0.
De Vereeniging van leeraren aan inrich
tingen van M. O., hield Donderdag te Gro
ningen, onder voorzitterschap van Dr. A.
Borgman van Enschedé, haar 39o algemeene
vergadering, voorafgegaan door een huis
houdelijke, waarin verslag wordt uitge
bracht. Het aantal leden steeg tot 846;
met 1 Sept. zal een weekblad verschijnen
bij den uitgever AV. Versluijs, ter vervan
ging van het nu bestaande officieele orgaan.
Uit het verslag van den penningmeester
blijkt, dat do inkomsten bedragen 2,797.081/2,
de uitgaven 2,774.471/2, zoodat een batig
saldo bleef van f 22.61.
Hierna wordt een subsidie van f 50 ver
leend aan het Ned. Schoolmuseum.
Het voorstel van het HB., om de Kon.
goedkeuring op de statuten te vragen, werd,
na behandeling van enkele aitikelen der
statuten, aangenomen.
De volgende jaarvergadering zal 'te Al
melo gehouden worden.
De vraag: „Is het billijk en in het be
lang van het onderwijs, dat de leeiaren
aan II. B. scholen met 3-j. c. lager bezol
digd worden dan die arm scholen met 5-;.
c.?" wordt ingeleid "door clr. E. Knusinga
van Winterswijk. Hij ontkent in zijn prae-
advies de billijkheid op verschillende gron
den: 'lo. hebben de meeste leeraren aan
II. B. scholen 3-j. c. (uitgezonderd de be
zitters eener acte A voor een vreemde taal)
dezelfde opleiding gehad en hebben zij de
zelfde bevoegdheid als hun collega's aan
den 5-j. c.2o. moet de leeraar zoover bo
ven de leerstof staan, dat het voor hem
niet moeilijker kan zijn in de hoogcic dan
in, de lagere klassen les te geven; algemeen
wordt zelfs aangenomen, dat het moeilijkst
deel der taak is, het aanbrengen der be
ginselen. Do tegenwoordige regeling aan de
rijks-H. B. sclrolen acht spreker naileelig
voor het ouderwijs aan de H. B. S. met 3-j.
c., wier personeel voor een groot gedeelte
uit beginners zal bestaan, die, zoodra ze wat
ervaring hebben, zullen trachten geplaatst
te worden aan die met 5-j. c. bij gelijke
bezoldiging voor leeraren met volledige be
voegdheid zal men gemakkelijker goede on
derwijskrachten voor de 3-j. scholen kun
nen behouden. De niet volledig bevoegden
zal die gelijkstelling prikkelen tot het ver
werven der hoogere bevoegdheid, waar
door hun karig salaris, al blijven zo aan
dezelfde school, zal verhoogd woiden.
Na eenig debat wordt besloten de vraag
van den inleider aan een referendum te
onderwerpen, echter onder toevoeging:
„wanneer beiden volledige bevoegdheid be
zitten".
Tweede dag.
In de gistermorgen heropende vergade
ring van de Vereeniging van leeraren aan in
richtingen van middelbaar onderwijs, werd
door den heer C. Heijman de vraag behan
deld Moet er iets, en zoo ja, wat moet
er gedaan worden door de Vereeniging,
ten aanzien van de Berhlz-scholen
Spreker kwam daarbij tot de volgende
stellingen
10. De Berlilz-scholen, op onderschei
dene plaatsen in ons land gevestigd, bie
den openlijk rum: onderwijs in hot Fiansch,
Hoogduitsch en Engelsch in zijn gebeden
omvang.
2e. Het onderwijs in deze vakken wordt
volgens art. 1, in verhand met arlt. 16 en
17 der wet op het M. 0. gerekend te bo
booien tot hot M. 0. en kan, volgens art.
1 der wet op het L. 0. ook gerekend wor
den te behooreu tot hot L. 0.
3e. De Berlitz-scholen stellen zich opzet
telijk en stelselmatig buiten de wet.
4e. Aangezien do Berlitz-scholen geeuer-
lei waarborgen bieden, dat het onderwijs
gegeven worclt door do wettelijk bevoegden,
ligt het op den weg der Vereeniging een
beslissing uit te lokken of hare piaktijkcn,
die misschien ook leeraren bij het M. 0.
zouden kunnen schaden, geoorloofd zijn of
niet.
i De vergadering nam do conclusie van
den inleider over, doch besloot de wijze,
waarop gehandeld zou worden, aan hetlIB.
over te laten.
Daarna hadden dc verschillende sectiën-
vergadeiingeu jrlaats.
De middagvergadering werd geopend met
een redo van dr. Borgman, die als hoofdfactor
van de schoolorganisatie noemt: breng
uw onderwijs In overeenstemming met de
natuurlijke ontwikkeling van elk normaal
kind.
Die richting kent principieel geen ver
schil in lager, middelbaar en hooger on
derwijs, maar kent alleen onderwijs, dat tot
leidend beginsel beeft: non scholae sed
vitae.
In de sectién werd behandeld: Door den
heer A. de Weerd „Hit is wenschelijk,
dat er door de vereeniging een blijvende
commissie wordt gevormd, die raad kan
geven bij de keuze van werken der Neder-
laudsche letterkunde voor de opnehting en
aanvulling van bibliotheken, verbonden aan
openbare hoogere burgerscholen."
De veigadering stemt hiermede in.
Door den heer C. Grondhoud „De in
richting der eerste middelbaie school.'
In het schriftelijk praeadvies wordt be
toogd, dat hierbij de volgende hoofdbegin
selen moeten, gelden:
I. De eerste middelbare school heefteen
algemeen ontwikkelende strekking.
11. Het onderwijs dient zoo te worden
ingericht, dat dc aanleg van den leerling
in dc een ol' andere richting duidelijk aan
den dag treedt.
III. Er moet onderwijs gegeven worden
in vakken zoowel van mathematischen als
van litterarischen aard.
IV. Er behoort gestreefd te worden naar
het leggen van verband tusschen gelijk
soortige vakken, ook door 'het onderwijs
daarin zooveel mogelijk te brengen in één
hand.
V. Met inachtneming van de nóodige en
wenscheiijke beperking, moet het onder
lijs zóó zijn ingericht, dat zuiver welen-
schappelijk onderwijs op de 2e middelbare
school daarbij kan aansluiten.
VI. De werkzaamheid der leerlingen bui
ten de schooluren moet beperkt worden tot
het allernoodzakelijkste.
VII. Het onderwijs dient bij hot stellen
van eischen aan de leerlingen rekening te
houden met dat gedeelte der opvoeding,
dat buiten de school ligt.
VIII. Er worde voldoende aandacht ge
schonken ook aan andere dan intellectueele
ontwikkeling.
De stellingen van het hoofdbestuur en
het ontworpen programma der vakken wer
den in principe goedgekeurd.
Door -mejuffrouw Eldering: „Hoe staat
het met den bloei der middelb. meisjes
scholen."
Zij ontwikkelde de volgende stellingen:
le. Het aantal leerlingen op de II. B. S.
v. M. neemt, vergeleken met dat op de II.
B. S. v. J., en met 't aantal meisjes, dat
aan den spotlust van 't geheel© kamp bloot
stellen. Als ik de lieden voor niets tien
mijl en ver weg braakt en mijt aan een of
anderen onschuldige vergreep! In plaats
van bevordering werd mijn deel dan waar
schijnlijk met schade en schande wegge
jaagd te worden!
Dan besloot ik mijp. droomgezicht een
voudig te vergeten, dan weer nam ik nnj
ernstig voor het spoor te volgen door de
nachtelijke bezoeker aangegeven en mijn
gelijk daarmee te beproeven. EindeDjk
sliep ik in anet het vaste voornemen, geen
gevolg te geven aan de aanduiding, maar een
onverklaarbare aandrang dreef er mij toe
en een onzichtbare fluisterde mijl in do
ooren„Nu loopt eindelijk het geluk u
in de handen. Grijp het dus met beide ban
den."
Met zonsopgang riep ik mijin kameraden
bijeen, zonder hen evenwel in vertrouwen
te nemen en ik verbaasde mijt over mijtzelf
toen ik met krachtige stem commandeerde
„Opzadelen, en binnen een half uur naar
Laffan's wedde rijden. Neemt een rraerve-
paard mede Martin's paard kunt gij ne
men. verder touwen handboeien en een
paar spaden."
Natuurlijk werd ik niet weinig bespot,
maar ik liet mij door de kwinkslagen niet
van mijn stuk brengen.
„Gij schijnt den vogel reeds in den val
te hebben, gelokt'? Heeft men je soms ge
telegrafeerd waar bij is? 'Martin wacht ons
wel met de koffie?"
Deze en andere opmerkingen deden de
rondte doch ik stoorde mij er niet aan, In
nerlijk was ik echter niet zoo gerust op den
afloop van mijn avontuur, maar met een
brutaal gezicht stelde ik mijl aan de spits
van de troep, terwijjl het koude zweet mij
uitbrak.
Van het verloop die het geval nemen zou,
hing mijtn geheele toekomst af. Zonder twij
fel zou ik ais onbruikbaar en gevaarlijk
peisoou worden ontslagen, als heb misliep,
doch aan den anderen kant was mij pro
motie en een flinke som geld beschoren.
Wat zou mijn deel worden
Het was nauwelijjks zeven uur des mor
gens, toen wij Laffan's hut omsingelden,
do hut die mij aangeduid was. Laffan's
schaapherder was een gedeporteerde, die
door goed gedrag was ontslagen. Verschei
dene jaren was hij| reeds als border in dienst.
De ka-el Henderson heette hij had
een boeventronie, maar daarbij een reus
achtige lichaamsbouw. Toen ik mij] met
vier mijner manschappen in de hut begaf,
boog hij rich juist over rijh haard waar
hij eon stuk vleesch voor zijn ontbijt
braadde.
„Wat verlangt gij1?" stotterde hij1, omkij
kend. „Wat is er aan de hand? Zijn er
schapen gestolen? Wat wilt gij van mij?"
„Je zelf," antwoordde ik haastig. „Ik
arresteer je," reeds trok ik de hand-
boeden te voorschijn „wegens moord op
den politieagent Martin."
Nog voordat ik had uitgesproken, was
hij woedend opgesprongen en sloeg hij met
de braadpan naar mijn hoofd.
„Doe hem de boeien aan!" bev'al ik.
„Wat de boeien?" brulde hij, rondomi
zich slaand' als een 'bezetene. „Waarvoor?
Waar zijn uw bewijzen 1 Ik wil zweren dat
middelbaar onderwijs geniet, to woinig toe.
2e. Zoolang de programma's van de II.
B. S. v. J. en van do Gymnasia niet ge
wijzigd zijn, voorzien dc openbare meisjes
scholen in een bepaalde behoefte.
3c. Reorganisatie van de scholen, waar
bij naast algemeene ontwikkeling aanslui
ting aan do praktijk vvoidt verkiegen, is
wenschelijk en mogelijk.
4e. Splitsing in de hoogere klassen met
facultatiefstelling van alle vakken is daar
voor noodig.
5e. Het verdient overweging hij die reor
ganisatie het schoolgeld in de eerste klas
sen te verlagen, desnoods mot verhooging
m de hoogere klassen.
6o. De staat onthoudt ten onrechte aan
de middelbare meisjesscholen alle subsidie.
De voorzitter bedankt© allen, die tot bet
welslagen van de algemeene vergadering
luidden meegewerkt.
De lieer Reehorst biacht eenige warme
wooidon van hulde aan de scheidende be
stuursleden dr. Quint (secretaris) en Grond*
houd, waarbij de voorzitter zich, namens
het bestuur, aansloot en de aanwezigen
hun luide instemming betuigden.
De 39sle algemeene vergadering woidt
daarna gesloten.
Bed a li k tvoor het beroep te Koe
dijk (toez.) dboa- ds S. J. Piso ta Twisk; 1
voor het beroep ta Zxrid-Scharwoudö (tocz.)
door dk A. Kabel te Kedichem.
Gerei'. Kerken.
Aangenomen: liet beroep te Md-
demiblik door ds. J. Eokkimga ta Zuiid!-
laren (Dr.).
B e dankt: voor het beroep ta Noor
del ooa door dien hoer J. Jansen, cand. ta
Arnhem.
LXXXÏV.
Eindelijk kwam or d'au took een oogen-
blik pauze, want heb rijtuig hield stil voor
een. mooie kraam, waar keizer Pakoe Boö-
wana X. inkoopen wensdhte te doen.
Eerst nu kon ik -een blik om ma heen
werpen en de vorstelijke personen, alsmede
liet. schitterend' gevolg, op mijn gemak eena
wat nadar opnemen.
De Soesoehoeman, gehuld in een langen
blauw zijdien mantel, van voren open zoo
dat het bruin fluweel en hofkostuum zicht
baar was, schitterde van de diamanten. Op
don. voorsten tip van Zijn strakgespannen
hoofddoek, op Zijn borst, aau Zijn horloge
ketting, manchetknoopen en ringen, overal
flikkerde steeneu, te samen zeker wel voor
een waarde van een ten goudis. Een prach
tig gebatikte saroeng, waarin van Voren
een ook al wem- met diamanten als bezaaide
dolk stak, bedekte het onderlijf, terwijl een
poesakakris ter waarde van zestig duizend
gulden op den rug wetrd gedragen.
Pakoe Boewana X. heeft een hoogst
eigenaardig doch fijn, besneden gericht,
jammer dat het geheel géblanket ia en fciji-
gewerkt niet bruin, karmijmrood cm zwart.
Zoo zijn. b.v. do wenkbrauwen geheel weg
geschoren en vervangen door twee Schuin
naar boven loopende licht brum geschil
derde kunst-dito's. Del neus is licht aristo
cratisch gebogen. Een dun, scherpgetee-
kend en bruin geschilderd kneveltje! geeft
een, bepaald typischen tretk aan den \ri)
grooteu mend, die jammer genoeg ontsierd
wordt door, de volgens dein adat, zwart ge
schilderde tanden, 't Mhest opvallend zijn
zeker wel <te buitemgewoii groot© oogen, die
ik Martin sedert Kerstmis nieb gezien heb.
Dab zult gij, boeten Daarvoor zal ik u
voor den rechter brengen Aau den galg
zult giji bengelen, stotterde .hiji, toen hems
eindelijk de handen geboeid waren.
„Wat bezielt ulieden om zich aan een
onschuldige te vergrijpen? Wacht maar tot
Laffan en zijn zonen de geschiedenis te we
ten koon enWat weet ik af van dien Mar
tin vroeg hij onder het uiten van de vree-
selijkste vloeken en scheldwoorden. „Waar
gaat gij nu heen?" gilde bijt opeens met ont
steld gelaat.
Ik ging intusschen kabni mijn weg en
volgde stipt de aanwijzingen van de geest
verschijning, maar ik beefde over 'b geheele
lichaam, toon ik twee mijner manschappen
gelastte af te stijgen en zich met spaden te
voorzien. Intusschen mat ik met bevende
handen zes meter vanaf de schaapskooi en
gaf bevel aldaar te graven.
De grond was week een verdachte om
standigheid, die mij moed ingaf, 'hoewel de
arbeid zeer zwaar viel. Toen het gat grooter
werd en nog steeds niets gevonden was,
word het mij benauwd -omi 't hart.
,,Dannenvetter," riep oen der gravers
plotseling. „Daar ligt een lijjk I"
„En een ruiterlaars," voegde rij kameraad
opgewonden erbij.
Nu vlotte het werk beter, de aardkluiten
waren spoedig verwijderd en toen het lijk
zichtbaar was riepen de mannen als uit een
mond:
„Dat is Martin
Dan mompelde de eene: ,,'t Is gedaan
met hem hij is dood en al sedert een
dag of tien
onder het zenuwachtige', haastige spreken
van den Vorst, als uit hun kassen dreigen
to rollen.
De tot Haar groot leedwezen knndlerloozet
Tooan Batoe, oen eigen zuster van d'en om
afhanlkelijken Prins Mangkoe Negara, sprak
slechts enkele woordbn ter minzame begroe
iing, Ook Zij schitterde v'an diamanten en
heeft een lief vriendelijk doch niet bepaald
mooi gelaat, terwijl da bei-diei Hollandscb
sprekende prinsesjes da-aren togen, marijee
van omi en de bij de veertien, 'n paar heer
lijk schoono kindieren zijn, die doem denken
aan Sulthan's dochters uit d'e „Duizend cn
Eén nacht", 't Moete® dan ook dc- lievelin
gen van Papa wezen, naar ik. l'ater hooide
en in stilte benijdde ik reeds de gelukkige
Pangèrens, diet nu wal spoedi-g dloor den
Soesoehöenan tot edhtgenooten dier Prinses
jes zullen woirdcni aangewezen.
De Indo-Europoesch© koetsier en ook da
Inlandscka laikeiem, d'ie naast de paaiden
li'epen, waren gekleed als Eransche huzaren
met rood® kepi's, licht blauwe, zwarige-
fcreste' attila's en wijde rood© pantalons.
Een oude Javaan met 'm bril op zijn neus,
hield een buitengieiwoon grooten gouden
„song somg" boven het hoofd' van zijlui Kei
zer, 't Was wol avond en het regende niet,
maar toch, als symbool van do vorstelijke
macht, blijft de „pajoong" zdlfs ook d'ani nog
onmisbaar
Ge herinnert u wol, wat ik reeds vroeger
oiver d'e hypnotische werking van zoo'n gou-
d!en zonnescherm heb medegedeeld.
Terwijl de Keizerin en d'e Keizer Hunne
inikoopen deden, maakte de höelc ruiitci'-
schaar front naar het rijtuig. D'e cavalcade
'bestond uit rijk gekleed® Pmisoo °ai Prrn-
se-ajete van den bloede, hoogadellijke Kraton-
ambtenaren, verschillende rijlksgrooton, Ja-
vaansch© lansiers, jeugdige elegante pages,
officieren dei' Pradjoorit-Cavaleria, even
als de kolonel gestoken in do oude uniform
van liet leger, met giberne en oranjesjerp
om, alsmd'e uit nog eeu twintigtal kranige
Eu ropeeeehe cavaleristen, de z.g. lijfwacht-
dragondeas, waarvan er totaal Vijf-ein-zeven-
tig omdoi' commando van den 1ste luite
nant Gout z. g. voor d'e noodiige „staatsie"
van Zijne Hoogheid hebben' zcu-g te dragen.
Zij bewaken ook don Kraton eni vergezel
len Zijne Hoogheid overal, waar Hij maar
gaat. 't Is een goed' baautjei voor onze cava
leristen, want de Soesoelioetnam is erg royaal,
waar het Zijln Europeesche gardesoldaten
geldt en de dienst is niet zwaar, veol lichter
tenminste Aan bij het regiment.
Alleen zeer oppassende mannen worden
bijl die lijfwacht geplaatst en provooststraf
b. V. wordt onverbiddbllijk gevolgd door te
rugzending naar het Regiment.
Ook kolonel Kadlhlen Mas Haryo Koeso'ema
Winata, die plotseling verdwenen was,
merkten we nu onctea" de voorste ruiters op.
Allo Inlanders in den omtrek wartin eer
biedig neergehurkt, de handen, duarbijt als
tot een gebed' gevouwen, 't Is in het Oosten
heelemaal geen adat om een "Vorst met
hoerah's en gewuif te begroeten. Een Ja
vaan toont zijn liefde en trouw door een
stille hulde en zou ons zoo luidruchtig g&-
jutick bij de kouinMijiko intochten b. v., al
zeer weinig eerbiedig vindenVoor dia Oos-
teirsche opvatting is wel wat te zeggpn
Tusschen de neergehurkte massa zagea
we ook enkele Europeanen en vreemde Oos
terlingen natuurlijk reohtop, doch mot ont
bloot hoofd.
Er heerschto in de nabijheid van 't rij
tuig eem volmaakte stilte, alles zweeg en al
leen de stem van dein Soesoehoeman werd ge
boord.
Do Vorst was bezrlg met inkoopen. Hij
acht 't n.l. tob één zijner plichten afel lands-
vader, om iedteren sekatènavoind voor on
geveer vijfhonderd' gulden te verteren en op
dlie wijze dan do verschillende kleinhande
laren eens een Voordeedt]© te gunnen. Hiji
betaalt daarbij natuurlijk grof an zonder
„t-awarren" (afdingen).
Een d'er Kratoubeambtem, die! dien avond
d'en dienst te voet had, zat voor 't vorste
lijk rijtuig neergehurkt en kreeg de beveden
Ja, dat was Martin, daarover kon geen
twijfel bestaan. Heb was do vermist© ©n
mijn carrier© was gered. Arme kerel t Hij
was van achteren aangevallen en doodge
stoken.
Ik riep de overige kameraden toe die
den gevangen Henderson in de hut bewaak
ten, dat zij' hom zouden medebrengen. In 't
begin bood hij nog weerstand, maar- spoe
dig liet hij zich gewilHg naar d© plek' bren
gen waar hiji rijn slaohtoffer begraven bad.
Met strakke oogen en bewegingloos keek
hij in do groeve, dan sloeg hij langzaam
de oogen op en keek nriji brutaal aan.
„De duivel hal© u!" gilde hij met een
woeste^ vloek. „Ho© wist gijl het 1 Wis hoeft
het u verteld
„Dat raakt ja niet, dat is mijin zaak."
„Geen lovende ziel heeft mij! gezien Ik
had reeds l'ang op iiemi geloerd, ds ellen
dig© kerel
„Ik waarschuw' je! Bezig geen uitdruk
kingen, die gevaarlijjk voor je kunnen wor
den," viel ik hem. in de rede. ,/Hbud' liever
je mond."
„Den mond houden? Waartoo? Ik kom
toch aan den 'galg! Hij heeft het ook ge
zegd. Ja, dab is zijn revolver ik kon m©
niet bedwingen om het ding mijl toe te
eigenen, 't is te mooi Als ik, ze in mijn
handen had en deze waren vrij, wat zou ik
jelui gaten in heb lijf schietenLuister zoo
is het gebeurdMartin trad mijin hut bin
nen om rijn pijp aan te steken en toen hij
zich over het vuur boog, stiet ik hem Van
achter het jachtmes ia den rug, juist onder
het schouderblad. D'e wond was doodeüjfe
Hij zei niets, dan:. Da-arvoor kom je aan
voor den inkoop. El'k oogenblik viel deze
ordonnans, zullen, we maar zeggen, zi'm
Vorsb als 't ware in d'ö rede, met een, snel es
Icort uitgesproken „noemnimggih" dat „k"
heteckeut, terwijl hij eerbiedig met saam-
gevoegde liandbni^ een seimbah maakte ej
wel dooi' twee snel op elkaar vol'gendei tiki»,
d'er d'uimen tegen demi netus.
Vol blijd'e verwachting stond de koon,
man, een donkere M'oor, c» zoon van Ma»
rakka, to wachten op de dingen 'die zoude5
komen, daarbij met wdttancLemgefLkker v®,
legen lachend© en buigend© in de richting
van den keizer. 5
Da ord'ors waren gegeven. Nog ©en tw%.
maal herhaald' „noenminggih", „noemnm®,
gih", nog eens een seuubah on de fcuapj^
slanke ord'onnans, ook al weer zoo eokt
smaakvol gokteed', sprong op en vloog
den Moor af, omi hem1, ©enigszins bescher,
mend nit d© hoogte, de wenschiem zijpg Kej,
zers med'e te dbelon.
De nog steeds lachend©, nn voor den adel»
•lijken jonkmam buigend© Moor, berekende
snel hoeveel procent winst hij wel zou d'ur-
vein nemen, vloog d'aaima op zijn bcturt naaf
de uitstalkast 'em haalcfc eien Japansck ivo
ren sabeltje voor den d'ag, hoogstens 'n dn«
gulden waardi, dat echter met een muntje
van tien betaald weid1. Hbevaeii' da jongoliiF
ei' zelf later voor in rekening gebracht zal
hebben, wtoet i!k natuurlijk niet, doch naar
boozo tongen mijl veirteldon, verdient zoo'n
ordonnans op een koopavond al gaunv een
hondend pop! Nou, 't moet toch op! „Le
ven en laten leven" deukt d'e „Soenan".
Z'o© krijgen b. v. do lijfwachtdragomteira
van 't escorte, na afloop van den rondrit
voor rekening van. d'en Soesoehoenan een
fijn touper met wijn en bier en fijtne gita
renZe hou d'en clan ook veel van kun "Vorst
dia cavaleristen, en zonden voor Ilfem door
*t vuur gaan „Zijn© Hoogheid; wceb wat 'n
soldaat toekomt, luitenant!" zoo sprak
dbzor dagen nog een der dragondem tot,
mei, „en d'aarom leve de Keizer!"
Daar ïetto do stoot zich al weer ia be- i
weging. Voortp zes cavaleristen met ge-
trokken sabel. Achter het rijtuig de schit
terend© ruitermassa en daarachrer weder
oen lange fife van hofrijtimgm, waarin da
Prinsessen, enkele go-endik's (hijvrouwen)
van Zijne Hoogheid, de jongste zoontjes des
Keizers en enkel'© oudlon van dagen gezeten
waren. Elk rijtuig had' rijn eigen pajoan»
met ©emig'a poenakawaus' (volgeimgeu, be
dienden enz.) te Voet er 'achter. j
Weer began nu Zijn© Hoogheid ©em reeks j
van, vragen, d'och ik was in zooverre al eea
beetje aam vorstelijke nabijheid gewend,
dat ik 't waagde ook eens naar rechts en
links te kijken, waar dlau overal een vroolijk
met hoeden zwaaien van Europeanen, 'u
stram gesaluoer van militairen au 'n eer
biedig neerhurken van Javanen tö zien was
Wij passeerden o. a. ook het rijtuig lan
d'en Resident de Vogel, die vrooliiik ver-
rasb opkeek, toch hij bemerkte, dat de
audientie-kwesbie gedurende de feestweek
al opgelost was.
Nog bij tal van kramen wWd stilgehou
den en ingekocht en tot besluit ging de
heele stoeit in draf d'a Alben Aloen af en
maakte ik zeker voor het eerst en waar
schijnlijk Voor liet laatst van mijn leven
een vorstelijiken toer en dat door dfe nd
zaeht maanlicht overgoten lanen van 't i
mooie Soloi
Zóó wa9 dan mijn eerste ontmoeting met
den dooiiuchtigetni tehg van een der oudste
heei-schersgesilaahen op aard© en dit open
lijk bewijs van sympathie, mij door dien Sce-
s'oehoeman zelf gegeven, opend'e als bij too-
versd'ag ook de dalems der trotscho Paugê-
rans en Rljksgrooten, zoodat d'e Penkras-
ser hier oip Sold, thans in dbn letterlijken
zin van 't woord', „een leventje leidt als een
Prins
't Kost ma hier wea'keiij'k heel wat moeite
dm een viij, oogemblik te vind'en vtoor wat
sdhrijyerijl naar Holland'.
Als ik in Djoeja net zoo ontvangen word,
dan zal 't me later in d© Gmivernementslan-
den galg! En dan fluisterde hij: 'Moeder!
liet bloed verstikte hem. Maar toen hij den
laatsten adem had uitgeblazen trok ik hem
bij do voeten naar 'buiten en begroef hem
hier. Gij hebt dikwijls genoeg hier in den
omtrek rondgesnuffeld, maar geen lont ge
roken Geen menschelijk oog heeft mij erbij
bespied dat er geen. spoor overbleef)
daarvoor heb ik gezorgdVier mij|len hier
vandaan heb ik zijn paard do andere rich
ting ingestuurd dat gijl er achter rijft
gekomen is een wonder. Ho© hebt gij het
ontdekt?"
Ik schudde het hoofd.
,,'t Kau rijn dat hij 't zelf heeft gezegd-
Hij placht bijl nacht hier rond te dwalen en
door het venster te loeren, en do hond huil
de dan vreeselijk en kroop weg. Iemand
zoo» goed weggestopt als hiji moest rustig
zijn en niet des nachts gaan wandelen."
Wij begroeven 'Martin op de plek Waar
hij gevonden Was, bondon Henderson op
liet paard van den dood© ©n namen hem ge
boeid mede1 naar het garnizoen. Ook de
hond weird meegenomen. Bijna tegolijlktijdig
met onze troep 'kwam -de kapitein in dL© ka
zerne terug en ik kon den geivaugemd w
zijn handen overleveren.
Mijn superieuren waren buiten zichzeM
van vreugde en overlaadden mijl met hulde
betuigingen oVd r mijn scherpzinnigheid
maar al heb ik tot nog toe Voor hen de
voile waarheid verzwegen, dan heken ik hier
openlijk, dab ik lof, bevordering en be
roemdheid niet te danken heb aan eigen
scherpzinnigheid m'aar aan de wonderbaar
lijk© tussohemkoinst van Miai'tin's geest.