rs,
1
B
D
IIK,
58"" Jaargang.
1 mer Maat ail BRIE Ma Jet
Eersle Blad.
Zondvloed,
uer,
ofdj
loe-
k.
Zondag 25 December 1904.
No. 11657
Kerstdag-mijmeringen.
{fe
IJL,
ree«
Bericht.
KENNISGEVING.
Kamers van Arbeid te Schiedam.
BUITENLAND.
den in
I.
•dmm.
ESTES,
;3it.
RKIj
irische
IT.
8 uur.
.38.,
a 11.46
5C.
>r Voor
Kerst-
pen, èoorant versch^nt dfigeljjka, met uitzondering van Zon- en FeesWwm.
Prijja per kwartaalVoor Schiedam ea Vlaardingen fl. 1.25.
j^ost fi. 1.65»
Prijs per week: Voor Schiedam ea Ylaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen 'worden dagelij ka aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
het bureau bezorgd zyn.
Bureau: Betera t raai 06.
COURANT.
Prijs der Advertentiên: Van 46 regels fi. 0.92iedere regsS
meer 45 cents. Reclames 30 cents per regel. Groots letters naar de plaats die s$
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hke-
van zyn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Danderdag- en Zater d.a ga a 4
verschijnen, worden zoogenaamde "kleine advertentiën opgenomen tot deapcfa
van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
ftnterc. Telefoon Mo. 123.
De „Schiedam&elie Courant" verschijnt
wegens het Kerstfeest op 26 December
niet.
Zij, die zich met ingang van 1 Januari
a.s. op do „Schiedamsclie Courant" abon-
neeren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers gratis.
Evenals andere jaren zullen ook dit
jaar in de „Schiedamsehc Courant", die
Zaterdagavond 31 December verschijnt,
Nieuw jaarsgroeten kunnen ge
plaatst worden tegen den prijs van
VIJFTIG CENTS.
Burqeheesteh en Wethouders
UïSCHIEDAK,
Gezien de wet op de Kamers van Arbeid, het
Kiesreglement voor de Kamers van Arbeid en
bel Koninklijk besluit van 13 Mei 1899, No, 47,
herinneien de hoofden of bestuurders van de
navolgende bedrijven
Voor de ALKOHOL-INDUSTRIE
de branderijen, de distilleerderijen en
rnoi terijen
de gistpakkerijen
bet molenaarsbedrijf
het bedrijf der wegers of meters van graan,
steenkolen en dat der zakkendragers.
Voor de BOUWBEDRI! VEN
hel bewerken van hout, steen of metalen
het schilders-, stoffeerders-, behangers-,
stukadoors-, mandenmakers-, kurksnijdeis-,
aardwerkers- en straatmakersbedrijf
het ontwerpen van en het houden van toe
licht bij het uitvoeren van bouwplannen.
Voorde VOEDINGS- en GENOTMIDDELEN
de brood-, koek-, beschuit-, suiker- en
banketbakkerijen
de slageryen
de bierbrouwerijen, de azijnfabriek, de
zoutziederijen
de zuivel- en de kunstboterfabrieken, het
bedrijf der drinkwaterleiding;
de tabak- en sigarenfabrieken
het vervaardigen van kleeren, hoeden of
Schoe* en
de boek- en courantdrukkerijen;
de kaarsen-, de gas-, de glas-, de soda-,
de zeep- en de cartonnagefabrieken
aan hunne verplichtingen ora vóór 15 Januari
e. k. eene lijst op te maken van de namen,
voornamen enz. der mannelijke en vrouwelijke per
sonen, die in hun bedrijf binnen het gebied der
bovengenoetuden Kamers van arbeid (hetwelk zich
uitstrekt over de gemeente Schiedam) ats patroons
of in lain dienst als werklieden werkzaam zijn
of zijn geweest gedurende het laatst vetloopen
kalendeijaar (1904) of, indien het het bouwvak
beireft, gedurende het laatste tijdvak van 7
maanden dat in dat bedrijf is gewerkt, en om
die lijst, mede vóór 15 Januari a.s., te zenden
aan Burgemeester en Wei houders.
Ten aanzien van hem, die in het bedrijf van
het bouwvak weikzaam is geweest, wordt op
de lijst opgegeven gedurende welken tijd hij in
dat bedrijf werkzaam is geweest.
Op die lijsten mogen niet vermeld woidenzij,
die gedurende het laatst verloopen kalenderjaar
of, indien het het bouwvak betreft, geduiende
bovenbedoelde 7 maanden, niet binnen het ge
bied der bovengenoemde Kamer van ai beid bij
hetzelfde hoofd of den/elfden bestuurder weik
zaam zijn geweest en behoeven niet te worden
vermeld zij, die geen ingezetenen des Rijks of
geen Nederlanders zijn, of die op 15 Februari
1905, den leeftijd van vijf en twintig jaar met
zullen hebben bereikt.
Onder patroons worden verstaan de manne
lijke of vrouwelijke hoofden of bestuurders van
een bedrijf, waarin ten minste één perso-.n
boven de 20 jaren (ogen genot van toon weik
zaam is, en allen, die op het beheer der hoof
den of besmnrdeis toezicht houden terwijl met
patroons gelijk gesteld worden de personen, die
door bet hoofd of bestuurder van een bedrijf
in den regel belast worden met het ontwerpen
van wetenschappelijke plannen en modellen, of
met het doen van wetenschappelijke proeven,
de procuiatiehoudeis alsmele de personen, die
bij ontstentenis van het hoofd of den bestuui-
der van het bedrijf dat hoofd ->f dien bestuurder
■vervangen.
Onder werklieden worden verstaan alle ande
ren, die tegen genot van loon in een bedriji
weikzaam zijn, behalve zij-, die geheel of gedeel
telijk gezag over anderen uitoefenen.
Zij, die gedurende het laatst verloopen kalen
derjaar of, indien het het bouwvak betreft,
gedurende het laatste tijdvak van 7 maandon, dat
in dit bedrijf is gewerkt, niet in het bedrijf van
hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder weik
zaam z.in geweest, en die aanspraak kunnen
maken om geplaatst te woi den op de kiezerslijst
voor dn bovengenoemde Kamers van arbeid zijn
bevoegd daarvan vóór 15 Januari e. k. aangifte
te doeit bij Burgemeester en Wethouders.
De formulieren voor bedoelde lijsten en aan
giften zijn kosteloos voor belanghebbenden ver
krijgbaar aan de afdeeling A, ter gemeente
Secretarie.
Schiedam, 24 December 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
V. SICKENGA.
Hfetorischto Roman
dfoor
HENRY'K SEEINKIE WTCZ
SotJlAW'
3)
„Grootvader 'had wol gelijk toten hij' zaidfe
tfht gij den. driftkop waart."
«Bij onsind'e Smolenakorstoedkzijln alllen
fcoo, niet kalm als 'gij Smuicüiërs. Eten, twee,
'Irio! en het moet zijn zooals wij Willen, ia
bet zoo niet d'aa is het dia dood;"
Ofenka lachte en sprak met vastere stom
haar oogeti op den jongen ridder vtestrigen'd'
„Ei, d'an moeten or "bjij vi wel Tairfaren
wonen V'
„Darfc is mijl on-vdrtobfflligl'En gij zijt
do mijhe Volgens den wil der ouders en
Mar mijn hart."
»0, naar mijn 'hart ,Weet ik nog niet."
jjAIs het niet zoo was zou ik mij met
d'oillk dóórsteken.
»Gfj zegt dat latehmdl? Maaci wij zijn
bier nog iin d'e woonkamer, laten wij naar dte
anders vtertrelkikcai gaan. Na zuillk: een lange
reüszal een aVondmaia! smaken. Kom!"'
•HSar wenddö >0'ianfca zilch, naar freule
Koehvitecioiwna„Tante gaat u mee met
ons!"
Dia jonge baaud'erhea keek vreemd op.
'\TantoV' vroeg krijt, „wat voor tante?"
^Freule EoeUlwiie."
„Dan is zij ook mijn tante!" antwoordde
bij guil, zich vaororvalribntBgand onx llilaar Ihan-
dbn te kussen'. „Ik heb ook in mijpi Ven'd'eJ
esi1 kameraad!, die Kodliwiiea iheet. Is dit
r,6®! WotedvenWanjb van n?"
Uit mijn schemering word ik voor een
oogenblik opgeschrikt door de zware gal
men cener torenklok.
Voor een oogenblik, want al spoedig her
inner iK'me, dat het heden Kerstfeest is,
en dat die klokkeloonen de geloovigerr ter
kerke roepen, om de geboorte te vieren
van den Stichter der Christelijke leer.
Het Kerstfeest!
Stellig zullen er weinigen onder die vro
me schare zijn, welke daar met een hart
vol liefde tempelwaaits gaan, die weten,
dat dit hooge Christelijke feest als hel ware
in de plaats gekomen is van dal groote
heidensehe Midwinterfeest, het Joelfeest.
Twaalf nachten lang duurde het (van af
den 25sten December), gevierd ter eere van
den jongen held, de nieuwgeboren zon, he
van zijn verre reis naar den Zuidei keerkring
den terugtocht naar het Noorden had aan
vaard, om een einde te maken aan den
langen winternacht.
De brandende esch was zijn symbool, en
deze was tegelijk het zinnebeeld der vrucht
baarheid, door hem opnieuw gewekt.
Nog biandl er hier en daar in het Kel
tisch dool van Engeland, het groote hout
blok, en oude gebruiken daarbij herinneren
aan de traditiën, uit de oude heidenwe
reld dor Kelten en Germanen - tot ons ge
komen.
In plaats van het oude Joelfeest (welke
naam niet oneigenaardig met het „joelen"
op die luidruchtig gevierde feestdagen in
verband wordt gebracht) is het schoone,
Christelijke Kerstfeest gekomen, gelijk het
feest ter eere van Ostara, het lentefeest,
door het Christelijke Paschen vervangen
werd. Maar terwijl hét Paschen nog zijn
oud-heidensche Paasehvuren en gekleurde
eieren heeft, is daarentegen de brandende
esch in den Keistboom veranderd en heeft
hij daardoor ook een geheel andere betee-
kenis gekregen.
De Kerstboom, de Chrislboom, met al
zijn lichtjes, zijn versieringen, zijn geschen
ken! Door hem is het Kerstfeest iuDuitseh-
lahd en Skandinavië, en ook hier en daar
in ons land, ja sedert den oorlog van '70
'71 ook op enkele plaatsen in Frankrijk, een
heerlijk kinderfeest geworden, en gelijk
onze kleinen verrast en gelukkig gemaakt
worden door de prachtige geschenken, die
de Sint heefi meegebracht, is het daar het
Cliristkind, dat zijn zegeningen over de
jeugd uitstrooit.
De Midwintei nacht is de Heilige Nacht
gewoiden, die "Weihnachlen, en in plaats van
het gejoel der Germanen klinkt de zang
van Bethlehem, die in alle harten weer
klank vindt, hier kiaclitig, daar zwak:
„Vrede op Aarde!"
„Hij! is van dlezdlfdiei familie!" antwoord-
dte -die ©udle freule.
„Hij is een goiedic- 'kerel, maart epv'l&igeud
zooals ik!" voegdo Jüji erbdjj
Intmescheu verscheen eenj jongeling met
een candlaJiabncs met blrandetndiel kaarsen en
zoo begaven zij| ziteh. in de gang. Waar heer
Arudirzej do pelsjas uittrok «n zichl d'am naar
die andere zijidte in het ontvangsalom spookte.
Tante Kolell'wiecowna ging in do eetkamer
bet avondmaal boreliidkm on in dien sailon Ma-
ven Olen'ka on Knuoics onder viek ooigen.
ITeor Audlrzqj kon zij|u Klikken niet van
Olienka afwonden, zijn oogen fonkelden
steedb meer an ten slótte Zdi ihiji
„Er zijn menscilien voor wie rijlkdóm hot
hoogste goisd! is, amdtero malkan jacht op
krijgsirotem, we'dr an diere dwepen mot mooie
paarden, dik echter zon u Voor geen schat tor
aaïd'e willen ruilen 1 Bij) den hemeK, des ta
meer ilk u aankijk, des ta 'gTootetr wordt mijn
lust tot trouwen, zelfe reods menigten! Yerft
glij uw* weukbnauiWein met gebrande beu
kensoboaz V'
„Ik hldb' gieihootrdl dlat hchtizinnig» vhoumlan
het zoo doen, maar ilk dóe het niet."
„En oogeai schoon als dlte hemel 1 v an ver
r uk I king weet adc gteon Woordten tte vinden,
„Giji motet toch niieb zco vmtukt zijk, want
gijl raaskalt er maar op los, dat het teen
wónder is."
„Dat is nu aeiimaaili Smolfendkeli" gewoon
te: ot> vrouwen en in 'b vuiui' brutaiad' ar
0;p los'gM'ii. Je moet je «r aan Wennen mijn
koningin, want zoo aai' het 'aütdjld, gaan.
„Gij moet het aifleemn4 want zoo 'kan
het ruitet zijjn."
„Müfescilililein zal ik mij) beteren, dat rnetn
miji in stukken h-ouiwlet- Ge(lx>oft gij hot of
niilet, maai* ik zou u ujt dien, htemó1-1 naar
beneden hebben willen ballen- Voor u, mijn
'koningin, ben ilkt b'eiteid ook amdege gewoon
ten te Itaoren, want ik, weet dik ben maar
eetn domme k'riilgsman, en heb meer veukoeani
dn het Itegenkanip don in Salons vian adtel
viiouwcin."
„O, dat hindert in 't gtehleel njiiet, want
ook mijn grootvader was soldaat, maar ik
dank ie voor don goeden ml!" antwoordde
Olonika ear Waar oagon 'bliktien Ahdlrzoj zoo
tesdter aan dat aijh hart aanstonds smo.lt als
was en hij antwoordde:
„Gij zult mij ate een kind! kunnen l,a!den
„O, gij ziet er andetrs niet uit ais iemand
d'io men zoo kan behandieilen 1 Vleiena tel lei
den is dia moeilijkste taak.
Kmilcic iliiet ladrlend' zijn witbö, groote
tanden ®ien.
„O, oriep hij! uit, ,/wat mooia^oogjen,
w'at iliüof gezdchtje! OEïeaneJ1 sta ^jaijl 'bijl ik
kan niïeb bfijVen zitten
„■Men moet niitet aanstonds dteta hemd
aamroapten. Gijl Üuebt viter jaren gezeten zon
der iets te ailten hooren', zit thians odk
maai' 'sfeiiL"
„Kom, rik: 'hteb! ui sHetehts van poktiieb ge
kend. Tk zal dliten sdhliidari met pek laten be-
strijken, met voeren bepliaikSke'ii en dan op
dó mairkt te Upita Haten afo'anseilenj. ÖVEaar
ik zal ui olpenholrtiig zeggenwilt gijj vtergeletf
mij wauneter ruitet, snijdt mij dm (hals af
Toen ik heb portret zag, dtoht ilk: Het
meisje is aandiig, aan aarldlijgtel meSsjes is gteen
gobrdk ik hcib d!us den hii|diMijn vadterr
drong aan tot snood en ik hetóbajailde steeds
hetadfd'eIk limbi dten tfijd'Hlet huwelijk!
zal n'Seb vterlolr'en gaanMeilsj-eS tateklkan niet
ten strijde en worden niet gtedood'. Ik heb
mij, dte hemd is mijh getuige, niet iln aflek)
vter'aet tegen dlelm -wirD des vaders, maar ük
„Vrede op aarde!" Hoe schril is die zang
in tegenstelling mei wat elke bladzijde van
hel groote Geschiedboek ons vertelt van
het leven der volkeren, sedert hel groote
woord: „Hebt uw vijanden lief als u zei
ven", werd uilgesproken door Hem, wien
de zang van het Vrede op Aarde gold.
En ook nu, ook nu dwalen onze gedach
ten af naar die bloedige slagvelden in Oosl-
Azië, vanwaar tot ons telegrammen komen,
die ons in juichende tonen vertellen, hoe
veel vijanden men in de lucht heeft laten
springen, hoeveel men met behulp van met
pretoleum doorweekte stoffen levend heeft
verbrand, hoeveel er wel bij een nachte-
lijken overval zijn afgemaakt,
0, men zou een Multatuli moeten zijn
om het wreede lot dier tienduizenden sol
daten, gesneuveld na urenlange worsteling,
of ioor het leven verloren, gebroken als
ze zijn naar ziel en lichaam, ook maar
eenigszins te kunnen schilderen, om te
eindigen met v,en -woord, dat van elk dier
armen afzonderlijk getuig!
„die soldaat is <*en mensch, lezer I"
Schrille wanklank dal moordgeschreeuw,
dat wapengekletter, die stervenskreten met
den heiligen zang: „Viede op Aarde", dien
zang, die zooveel honderden jaren reeds
werd gezongen, die echter wel nimmer irr
den zin vair den „wereldvrede" werkelijk
heid zal worden.
Lang is het reeds geleden, dat Bertha
von Sultner „Die Watten nieder" schreef,
dat de Bond voor. den wereldvrede werd
opgericht, dat de Keizer van Rusland lret
initiatief nam voor het wereld-vredescon
gres. Hoe bittere ironie lijkt hierop die oor
log irr het Verre Oosten tusschen dalzelfde
Rusland en Japan.
„Vrede op aarde!".De yorslen on de re
geeringen willen hem tusschen de volke
ren bewaren door erbondetr en zware be
wapening.
En ieder land doet daaraan mee, ook de
kleinere, immers de neutraliteit moet men
kunnen handhaven, heet het.
Doch het opdrijven der steeds hoogcr wor
dende budgetten voor oorlog en marine
staat de invoering van andere verbeterin
gen mede in den weg en voedt een reeds
lang bestaande ontevredenheid, die de maat
schappelijke orde gewelddadig dreigt te ver
storen.
En daarnaast staan weer andere meenin
gen. tegenover meeningen, partijen tegenover
partijen: ook daar geen vrede maar dik
wijls te bitter gevoerde strijd.
Belangen worden scherper dan ooit tegen
over belangen gesteld en zoo ontbrandt er,
helaas te vaak, nu hier, dan daar een strijd,
die zich uit in werkstakingen van kortoren
of langoren duur.
Helaas, onze gemeente heeft haar aan
deel van een dergelijkon strijd in groote
mate ervaren in de laatste weken. Weinig
uit ze zich openlijk, maar wie weet, hoe
veel er geleden wordt door gebrek aan het-
hoogstnoodige.
Moge het aan de bemiddelingscommissie,
die op dit oogenblik opnieuw vergaderd
heeft, gegeven zijn, dat zij met het: „de
werkstaking der glasblazers is geëindigd",
de vrede in veler gemoed terugbrengt, zoo
dat velen van harte met den Kerstzang
kunnen instemmen: „Vrede op Aarde", die
gisteren mogelijk nog den Kerstnacht zoo
bitter bezorgd tegemoet gingen.
„Vrede op Aarde!"
Maar wat ook zou ons do vrede op aaide,
de vrede der mensclien onderling, in staat
of maatschappij geven," wanneer wij zeiven
den vrede des gemoeds moesten missen.
Laat mij u iets doen hooren uit een
schets van een paar oudjes door oen on
zer groote schrijveis der vorige eeuw:
„Geregeld, schier scherts uittaitend, ge
regeld zijn ze Zondag voor, Zondag na,
twee malen ter kerke gegaan; doch de
kleine geschillen met hunne verwanten en
vrienden werden ook telkens bijgelegd, eer
zij ter nacbtmaalsiafel aanzaten; allengs
zeldzamer lieten zij zich door hunne drif
ten vervoeren, en hoe langer en meer ble
ken twist en toom hun hoofd en hun harte
vreemd."
Niet ieder is godsdienstig als deze ouwe
luidjes, niet ieder godsdienstige is dit, even
zeer als zij, ook in de pra' lijk des levens.
Maar ieder gevoelt er behoefte aan, van
die tijdpunten te hebben, waarop hij (even
als hij met Nieuwe jaar met zijn boeken
de rekening afsluit), het debet en credit
van zijn innerlijk leven opmaakt.
En zoo er een dag is, die er toe dwingt
den eigen vrede des gemoeds te toetsen,
dan is het de dag, waarop het „vrede op
aarde" alle mensclien wordt toegezongen.
wilde eerst dien oorlog meom alken ©n mijn
eiigteu huid op de proef stólieai. Nu eirtken ik
violmondfcg dob ilk een dWaas was, want. tik
kon ook gebrouwd' ten staüjldtei taiklken, «n
ihrér Waichtte mijl liefd-esgtelufc! Godlof, dlaib
mon mij- niet gehete! ea alt doodgeslagen
heiefit. Sta mij toe, dat ik uw ikaudjes kus."
„Ik zal hlcit lieivex nli'et toestaan."
„Dam zal ik het niet vragen. (Bij óns in
Orsza zegt menAlsjeblieft ea wanneer
men niet geeft, dan neemt men
Andhzoj hoog zifehi smeL en bedekte haair
liandteln met kussen en db ionlcvi'omw, strib
belde njiieib ta veel tegen om geen afkeer
te toonen.
Daar vorscibeen fi'emila Koel'wieeowna en
toen zij zaïg wat gebeurde, süloeg sdj) db oogen
naar hoven. Deze vertoonweïijlkihfiid beviel
tha-aa* miict, ziji waaigdtel het tedhlteir niet aan
merking te makten en noo-d'i'gdb tat tweetal'
tot 'heit avondeten uit.
Zoo «gingen be'idten, 'hiand! iln hand dei eet
kamer! binnen, waarin -eiesn gedtelkte tafel
stond voorzien van allterüiande spiipem en een
bcofco'fbei, onder wstsohte fJesolx m'et onjdfen,
fcrachtvigten wij|n.
Do jongelui' motehtem dkaar roqds gaarne
lljd'en en. het ging ter prettig öa vrooHjk toe.
De jonkvrouw 'had Iretedb gegeten on dhs was
d'e bdm-b aan Ivmiwia, dite möfa dezelfde itó-
vendigheid als ihlij zooeVen het gesprek 'had
gevoeind', b'egon. te eten'.
CMtenka 'keek hiem van! teaySjjdSei aiaW, tavrel-
dbn, dat heb hem emiaialktie ten toten' de
teerste -hongerr gestild wlas, begon! zijl 'bbm
weer te vriaigen
„Gij' komt dbs niteb tuilb db sfedk! Van
OrsKai?"
„\V-eet ik Waar ik vandaan komVandaag
was ik! hiel*, morgen daar. Uk sloop naar het
Schiedam, 24 Deo. 1904.
DE RUSSISCH-,JAP AN SCIIE
OORLOG.
Port Arthur.
Het bericht uit GMueesohe bnon vian de
ikterovclmig van den 203 meter hoogien 'heu
vel, ds nog mót bevestigd! en do Vernielende
uitwerking van de Russische bommen op de
stollingen der Japanners kam in diit geval
oorzaak wezen dat het voorbarn'gei bericht
gelanceerd weird. Da Japanners weVem «h-
ter voor 'Port Arthur een Peneloipé-klbod!,
wat zij' veroveren wondt «op een go-eden dag
weer eens htelrwieird!, bestorming volgt -op be
storming, mensdben vallen Ihijl duizenden
en nog steeds blijft het Polrt Arthur - und
kein Endp.
R'euteir's busieaiu verntetemt uit Tolkio 'dat
legerkamp van den vijand als een. wolf naar
de schaapskooi etn wat er daar te troeven
Was, heb ik geroofd."
„Hoe lidbib gijl hietb dinwon wagen, u te
verzetten tegen een macUïti waarvio-on zelfs
de groobhtetman heit veld nicnest niimon?"
„■H-oie ik het gewaagd! helb? Ik ben tot
all'eis in staat, dat as nu -eenmaal! mijn
karalktör!"
„Ooik d-at heeft grootvadertije gezegd;
Wat een geluk dlat je niet gesneuveld! zijt."
„O, zij hebben mij ginds gevangen ge
nomen en gebonden, maar ak 'g'lipte steeds
door de mazen van heb net en viel op een
andbre plaats weer aan. Ik gaf hen zooveel
ta dioeu, dat zij een prijk stelden o.p mijn
hoofd Wat een prachtige gaiizebout
is dlat!"
„Och hemel 1" '.riep Olonlka ontsteld, dón
jongen man gelijktijdig met bewond'ea-ing
aanziend1, die in «een adem Van den prijs op
zijn hoofd en die ganzebout praatte „Dan
zult gjj Weil oyer een groote strijdmacht te
hesolu'kklon hebben gehad
,,Ik 'bad vooivreffohjlkte dhagoiidbi-s ondclr
mijn bevelen, maar in een maand Zijjn zij
allen gesneuveMt Daarop verzamelde ik vrij,-
wiiligeu-s, d'ie ik, zonder .IrieakeriJlg ta zijn,
oipcommandbaiid'e, waar nfc z-e vond. Hlcit zijn
goede soldaten in het gevecht, maar onover
troffen sotuilken."
Hierbij lachte Andrzej luid: en ledigde
een roemer wijn.
„En waax hebben onze liodten u ge
vonden
„Toen zij mij vonden, wus ik -op dten.
tebuigweg. Ek zoiu ooik -zondter hen Shiorheen
zijn 'gekomen. Oho, die iblauWjasson zijn
tootsche liedten
Wordt vervolgd.)