58"" Jaargang. Zondag 15 Januari 1905. No. 11674. ONWAARHEID? EEN DUEL Tweede Blad. Des* team* verschijnt dagelijks, met nftarodwrteg van Zoa- en FstrMsrrm. - Prijs per kwartaalVoor Se hied am ea Vlaardingaafl. 1.25. Franco per pest fl. 1.65. Prijs per week: Yoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen, Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur (an het bureau bezorgd zijn. Bureau» Boierstraat 3g. pjttg der Advertentiën: Yma 46 regels fl, 0.92iedere regd ■uier 15 cents. Reclames 80 cents per regel. Groote letters naar de plaats die innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hvss1- van lign gratis aan het Bureau te bekomen. I» d« nummers, die Dinsdag-., Donderdag- en Zaterdags «bÓ verschijnen, worden zoogenaamde ïtleinm mdvwtmnHSn, opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen- Sntorc. Telefoon So. 1S3. „De opgedrongen tegenstelling", „Chris telijk of heidensch", „hot kruis of hot on geloof", hebben in 1904 opnieuw getoond pakkende leuzen 1c zijn en zullen in 1905 weer zegevieren, indien niet dc vrijzinnige partij eensgezind met ban en achterban ion strijde trekt. Wat ons dan zal wachten, wat ons 1905 mogelijk reeds zal brengen, is volop aangekondigd. We zullen dan de Tariefwet en de Lager Onderwijswet krijgen; de ccrslc bedreigt onzen handel en onze nijverheid, de tweede zal ons het allertreurigste Belgisch onder wijsstelsel geven. Gelijk de Hooger Onderwijswet eischt de bevoorrechting der Vrije Universiteit, wil de Lager Onderwijswet do bijzon dere school verheffen boven de Openbare, al zij dit in strijd met de Grondwet, die zegt: „het openbaar onder wijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der Regeering". Sch. Ct. 1 Jan. 1905. In het eerste nommer van hot Schiedam- sche Volksblad vonden we onder den titel „Onwaarheid" naar aanleiding van de ge spatieerde woorden uit het bovenstaand ci taat de 'volgende ontboezeming aan ons adres „Hoe is het mogelijk, dat men zulks zeg gen kan! Heeft de Red. liet wetsontwerp niet gelezen, of speculeert hij op de dom heid van het publiek; immers wat hij schrijft is met de waarheid in flagranten strijd. Het bewijs' voor wat wij zeggen, is gemak kelijk te leveren, enz.", en dan volgt dat bewijs in de becijfering, dat een kind van de openbare school aan Slaat en Gemeenle f28 kost, terwijl een kind der bijzondoie school door dit wetsontwerp f 15 wordt toe gezegd. Dat we op zoo iets niet kunnen zwijgen, ligt voor de hand; dat ons antwoord niet eerder kwam, vindt zijn oorzaak hierin, dat ons van dit eerste nummer van dit weekblad, waarin ons artikel werd aange vallen, niet een exemplaar werd toegezon den, waardoor wij niet dan toevallig een paar dagen later met de bestrijding van ons artikel kennis maakten. Schoon wij 't misschien op prijs mogen stollen, dat de Red. van het „Sch. Volks blad" ons enkel beschuldigt van het neer schrijven ecner „onwaarheid", waar hij, zoo hij gelijk had, met recht liet scherpere „leugen" had mogen gebruiken, doet hij ons deze goedigheid al dadelijk weer ver geten, waar hij ons er van verdenkt, over een wetsontwerp te schrijven, dat wc niet eens hebben gelezen;* ons er van beschul digt, misschien te speculeeren op de dom heid van het publiek. Echter, we zullen deze beide uilingon be schouwen als ontsnapt aan de pen van een journalist, die nog le weinig aan goedo persmanieren gewoon is en ons dus enkel bezighouden met de vraag, of de bewuste onderwijsnoveile de bijzondere school bevoorrecht boven de openbare. Aangenaam ware 't ons, zoo de schrijver van „Onwaarheid" ook vuur had gevat op „het Belgisch Onderwijsstelsel", en op „de onderwijsnovelle in strijd met art. 192 der Grondwet", terwijl we dan tevens eenigo woordjes hadden kunnen wisselen over do (wat door de aanbieding van dit wetsont werp zof>> duidelijk gebleken is) zoo op recht gemeende pacificatie van 1889, zooals zijn partij dat toen noemde. door* ALEXANDRE DUMAS. Ons teven in het IdLeiue vtek in Rus land waar <ma rogimenfc infanterie in garni zoen iaig1 Was niab zeetr vrocftijlk. Onze «enige ontspanning was om bij dlikander ito fcornen, niets mndctrs ziende id'an onze 'kameraden. Een -enkel' persoon niet tot don militai- ïten stand bdhiöoilond maakte dieted uit. van ons gozolsdliaip. Dit was toon m'an van bijna. 35 jaren, wij' hielden hom daarom voor tien oudgediende. (Ziijn ondeirvindling gaf hom and'era ons 'n zdkcjreu invloed. NietoandJ wist de treden waarom hij den diensb (had ver baten oen ziek in een dlliondig dotrp bet ves tigen, Waar Mij tegelijlk den taleam-dg en eentonig leven ]<r Idlet. Zijn buis stond altijd voor allo affidferen op on. Niemand 'koude aiion rni'd'deion on nie mand durfde hom daarover te spreken. Zijn voornaamste bazjigheid "bestond m, zicM mot Meb pistool be aefen'ende muren Van zijjn kamara waren door toogdls door boord ©n vertooiidle giaben als -een ibijlemkorf. De manier waarop hij sirih! Van tot pistool bediende -was zoo- goed', dab indien hij aan een der ©ffifciaron van ons regiment bad voorgesteld, een peer op rijln piet geplaUtsb ör af te sdhidton, deze idit zonder aairaeJen ihad aangenomen. Dikwijls hadden wij Meit in onzte giesprefe- ken oVeir een duel1, SyiLvio, aoo Zal ik Mam noemen, nam daaraan nooit doel. Als mem hem bij teielv'al vroeg: Uébb gij nooit ge vochten? dan anbwootd'de Inj| kortweg)J"a, Zonder metelr -tel zeggen. Wij wanen overtuigd dat zijn igewetem hem om of ander nood lottig aladhtoffielr Verweeb, dat Mij overwon nen Mad. Overigleins was 't nooit in ons opge komen Mem Van lafhartigheid) to vekdomken. Er gobou'fda idta, dat ons allern vtarwon- ddrde. „Gelijk de Hooger Onderwijswet eisclite de bevoorrechting der Vrije Universiteit, zoo wil de Lager Onderwijswet de bijzondere school verheffen boven de openbare." Ieder, die de debatten gevolgd heeft in de Staten-Generaal over de Hooger Onder wijswet, weet, dat de spil, waarom zich de kwestie draaide, niet was de subsidie, die aan de bijzondere Universiteiten zou wor den toegestaan, maar dc rechten, die deze zouden krijgen zonder te voldoen aan de oischen, die aan de Rijksimiversiteilen wa ren gesteld. De Vrije Universiteit (wij hebben er in dertijd in een artikel ook nog op gewezen) zou wel dezelfde rechten krijgen, terwijl daartegenover niet de verplichtingen ston den, die de gemeente Amsterdam bijv. in 1870 nog had na te komen, zou hare Uni versiteit als gelijke naast de andere Rijks universiteiten kunnen worden gesteld. Wilde een bijzondere universiteit den ef- fectus civilis, dan moest zij voldoen aan allo eischen eener volledige hoogeschool, opdat er niet de minste grond bestond voor den twijfel, of haar onderwijs wel was in waarheid universitair onderwijs. En die kwestie: naast rechten ook ver plichtingen, naast steun uit de Staatskas voor uw onderwijs ook de waarborgen, dat uw onderwijs voldoet aan de eischen, die ook aan het openbaar onderwijs zijn gesteld, is ook bij deze Lager Onderwijsnovelle aan de orde. Het is hier op dit oogenblik niet de vraag; moet het bijzonder onderwijs nog meer gesubsidieerd worden, maar de viaag welke eischen stelt deze wet aan het bij zonder onderwijs naast de zoo verhoogde subsidies. En als we dan deze gevorderde waarbor gen voor goed, deugdelijk onderwijs ver gelijken met die, welke de Wel vraagt van het openbaar onderwijs, dan blijkt hieruit afdoende, dat het bijzonder onderwijs wordt bevoorrecht boven het openbare, door het gelijke rechten te geven bij mindere ver plichtingen. Men vergelijke slechts. De eischen voor de gesubsidieerde bij zondere scholen zijn neergelegd in art. 54bis en luiden: a. De school moet onder 't bestuur eener instelling of vereeniging zijn; b. De vakken van ai benevens k moe ten onderwezen worden; c. 't Onderwijs in die vakken moeiten minste 20 uren per week gegeven wor den volgens-een aan den Arrondissements- Schoolopziener mee te deelen rooster, waar op tevens de feestdagen en vacantietijden zijn vermeld; d. 't Aantal onderwijzers moet aan de eischen voldoen van art 23 en 24, uitgez. alinea 3; e. 't Aantal leerlingen boven de 6 jaar mag niet meer bedragen dan 25; f. 't Schoolgeld moet gemiddeld beneden 80 gulden zijn; g. De school mag niet als winstgevend bedrijf gehouden worden; h. Dc scholen moeten aan zekeie hy giënische eischen voldoen. Bij punt b. valt al dadelijk op te merken, dat het bijzonder ouderwijs is vrijgesteld van vak j. (vrije- en ordeoefeningen), waar uit dus volgt, dal do onderwijzers daarvoor niet de akte behoeven te bezitten, dal de schoolbesturen geen lokalen behoeven in te richten voor dit onderwijs, waarvoor dus geen extra kosten behoeven te worden ge maakt. Afgezien van dc waarde van dit vak, indien het goed wordt gegeven, wordt dus het bijzonder onderwijs bevoorrechtten opzichte eener goedkoopere inrichting. Bovendien mogen wo hier onder b vermel den, dat Ged. Skaten gemeentebesturen kun non dwingen het getal scholen, of den om vang van het onderwijs door invoering van een of meer onverplichte leervakken, uit te breiden, een dwang, die de deugdelijk heid van liet openbaar onderwijs zeer ten goede kan komen, maar die het bijzonder onderwijs niet kent. Een reeks van raadsbesluiten, die aan de goedkeuring van Ged. Staten zijn on- worpen, worden overigens nog in art. 19 genoemd, waartegenover aan de bijzondere school volkomen vrijheid wordt gelalen en waardoor de inrichting dezer „vrije" school alweer veel goedkooper kan zijn dan de openbare. In Art. 21 der wet wordt van het openbaar onderwijs geëischl, dat de regeling der schooltijden en vacantiën, de vaststelling van 't leerplan en van de bij het onder wijs te gebruiken boeken geschieden door het hoofd der school onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders en don Dis- tricts-schoolopziener. Zelfs deze toch waar lijk niet onbescheiden waarborgen vaneen goed 'ingericht onderwijs worden van de bijzondere school niet gevraagd, de Regee ring eischt slechts de onder C genoemde m e d e d o el i n g e n. Het Rijksschooltoezicht mag de school binnentreden, het mag ervaren, dat tal van zaken niet in orde zijn, mag desnoods to tale verwaarloozing van het (zoogenaamd maatschappelijk) onderwijs const:: tecren, maar moet het lijdzaam verdragen, indien hem op eenige klacht door het Schoolbe stuur wordt toegevoegd: „waar bemoeit gij u mee; hebben we u niet de geëischte mc- dedeeling gedaan; worden er geen twintig uren les gegeven in de vakken van ai en k?" Immers zoolang hel Schoolbestuur voor deze eischen zorgt, heeft het recht op de groote subsidie, die gelijk is aan de uit- keering van het Rijk aan de Gemeenten. Is het noodig, te herhalen, dat de Staat, die zulke groote sommen besteed aan het bijzonder onderwijs, ook de noodige waar borgen (en heel andere, dan de bij deze Wet gevraagde) moet bezitten, dat he! geld goed wordt besteed? Onder d wordt gezegd, dat al. 3 niet toe passelijk is op het bijzonder onderwijs. Deze alinea bepaalt, dat er in een 4-klas- sige school één, in een 8-klassige twee on derwijzers met verplichte hoofdakte moe ten zijn. Waarom is deze alinea niet van toepas sing op 't bijzonder onderwijs? Doet het weer niet denken aan bevoorrechting, go- Eens alben tien van onze fcamaradon bij SyivSioi, men dtoonik, -zooafe ^gewoonlijk; bijl Na 4ibb diner begonnen wijj tó apele®. Er was onder ons tien nitenwen officier, die niofc op cte hoogte dei" gewoonten van Sylvia was, die als altijd, stal, zicM nooit in onze twisten mengde. Ben wootdenwlsseling zo-ndlea- eenig beRiang ontstond'; de officier verhit door d(en wij|n, nam den Meter des hui zes tot getuige ©n geen antwoord! Icrljgondei, gcrvoialda d-tea z&ah diieto bele'odigd. In oen o ogenblik, van woed©, nam Mij ©en kande laar on wiern Mem naar Mist hoofd) Van Sylvio, d£s geluMkiig, liet voorWeulp' ontweek:. Sylvia stond op, 'blcdk van wotede mot vlam mende ooig'cn. „Mijnlhiöcr, veaibitek als Miet -ui belieft," saiA 'hij!, „®n danlk God), dat dit in mijjn iiluis ia gebeurd." Wij ■vergisten ons in del gevofgfcta van dezen aianval, on. Zagen keteds Vooruit onzen vriend gedood. Den Volgenden dalg, taan wijl oïïöandiar in d© rijsdhoal terugzagen, vroegen wijl of do airme luitenant nog in itevten was. Op het- bsIMo oogonMii'k verscheen Mij, on vertelde cms, dat Mij' tot o-p dit aur niiots van Sylvia gidhodrd had. Drie dagen gingen voorbij, en nog was de luitenant in loven. Sylvio' vö-dlit niot. ïïiij vergenoegde zicM m-etb oen (kort© uitlegging tin hield wede. Dat was in zijn nadoel! in Met oog dar jonge mannen. Dit v'oorVal ifaalkitö eidbter JangzamekMand in 't vengetotbook en Sylvia litilii.cild ziijin invloed over ons; alleen, ken i'k hetm niet te sproken krijgen, en ondanks d© vriendschap, die i'k voor Mem had, sedert dien tij'd, sag ik 'hom niet an.d!era dan in gezetecMap mijmetr maiklkters an onze vertrou- walijike gtesprdkkqn hfciden op. -Eens dat wij wlodfer Veraemigd waiTen, stöldel men Sylvio eon prik je ter hand, waarvan Mjj het lak met zidhiibara tedkens van ongeduld aftrok, Terwijl Mj den brief dbodaS, fonfceMsn zijn -oogten. „Mijne Meeaten," zei'dte Mijl, „cllei toestand mijnea' «alken noopt mij; oiuruiddeiHijk te var- treklken. I'k aal mij morgenavond op weg 'beigovön, on ik Moop dat gijl nieit zadt wei- goron, vocia' do .laatste maial met mij, tei dinee- ren. 11. verwaaht n, u obk vetdvacMt ilk stel lig," zoi hlij, zicM tot mij! wendend!?. Ni deae woorden verdween Mij snel. bk 'kwam Mijl Sylvio op ihet bepaalde umr aan, en vond er bij|n& Mtet igcMeele regii'ment, zijp meulbeÜS en vardea: 'huisraad wanten in gepakt en ör iblaef niets -anders over dan de dbcastMio-ten. muren. Wijl zetten ons aan tafel. Do 'gastMietcsr was zeer opgeruimd en zijp vroolijikihiffid won Met spoedig vlaai ons allen. Hlot was reeds laat, toen wij van. tafdl opstonden, en toen i'k evenals dia andeiten afsciliedd Van Syü'vio ging nemen, zeidie Mij tot mij: „I'k moet je eprteken." Ék bleef. Wij bLeven- ovar elkaar zitten, en in diep© stilte bliezen wiji diklite iteolkv'iollkein uit onze sigaren. 'Eiudelijlk vorbivalk Sylvio de stilte. „Zondter twijfel zulten wij elfcandar nooit weeü* terugzien," zeido hij. „(MisscMien heibt gij Wei opgemerkt, dat ik mijl zeielr weinig belkoiraner, ovoi' de gedachten, die an'diereai Van mij M'ebben, m-aar op u ben ik gestold en ilk gevoel, dlat liet pijnlijk voor mij zoiui zijjn, ai ©tin aledht denkbeeld Van mijl te doen ferijlgecn', OEUet zal' u vreemd sdhïjnem, maar1 toch Vroisg dik getin voldoening aan d'iten dbinmon dnonikaaa-d, die mij; dten teuideLaar naiar Met hoofd! wieap-. Gij btegirijtpt wiel, d!at Mdjj (keuze Van wapens en Met recht om -eerst te sdhite- ten rijn foven in mijii hand zooi rijn, terwijjl Met mijn© in igoeai gdval' gevaair liep. Ik zon mijjn leddlmoedighoid in de sdbaali ikun;- non leggen; maar ik wil niet liegen: rife ilk Miem Miatd' kunnen straffen zonder gei- Vaaa' te loopeoi, dan Mad iikl Mean 'niot ver geven." „Ec keieik' Sylvfio met vedbazing aanzulk een bel-reiütónia trof mijj Zeier. Sylvio ver volgde „Ja, Mot is waair, ik M-db Mtet recht ni'etb legen in het: gelijke rechten, maar geen gelijke verplichtingen In art. 35 der Wet op hot Lager Onder wijs vinden we de bekende bepalingen, dat het den onderwijzer verboden is handel tc drijven, ambten of bedieningen te beklee- den etc. Deze bepalingen zijn terecht in de Wet opgenomen in hot. belang van 't onder wijs, vooral ook om te voorkomen een be trekking van afhankelijkheid van don on derwijzer tot de ouders zijner lccilingen. Waar nu de nieuwe wet dezelfde minima vaststelt, voor dc bijzondere als voor de de openbare onder wijzeis, mochl men ver wachten, dat dit verbod zich ook zou uitstrekken tot de bijzondere onderwijzers. Dit gebeurt echter niet. Sub. li wordt gesproken van den scholen bouw. De bijdrage hiervoor is ook verhoogd. Minister Borgesius had gerekend naar een bouwsom van f 100 per leerling voor de school, waarvan dan 4 °/o werd betaald. Deze bouwsom voor een school van 40 leerlingen (of minder), werd dus gesteld op f 4000, de bijdrage aan een gemeente zou dan zijn 25 °/o of f 1000 in eens, die aan schoolbesturen 4 °/o hiervan jaarlijks, of f 40. Dr. Kuvper heeft deze bijdrage op 4.6 o/0 gebracht, wijl ook op afschrijving' moest gerekend worden. Gelijk dus de vergoeding voor de kosten van 't onderwijs voor de gemeente of voor 'tbijzonder schoolbestuur dezelfde zijn, zijn ook de bijdragen voor don scholenbouw gelijk. In beide gevallen dezelfde voorrechten. Maar evenmin als de waarborgen voor goed deugdelijk onderwijs, die het Rijk aan het openbaar onderwijs stel!, en terecht daarvan eischt, ook van het bijzonder on derwijs worden verlangd, evenmin zijn de eischen voor den scholenbouw dezelfde. Welke de eischen zijn bij 't openbaar onderwijs Den districts-schoolopzicner moei li e t bestek worden gezonden en daarbij een plattegrond van het terrein met de bebou wingen binnen een kring van 200 M., tec- keningen van den plattegiond, doorsneden en 't uitwendige, een begiooting van kos ten. En dan volgen er nog een 15-tal scherp bepaalde eisclien, die le veel ruimte eischen, om ze over te nemen. Daartegenover wordt van 't bijzonder on- onkcl verlangd: Aan den Districts-schoolopzicner wordt mijn laven in gevaar to brengen. Zea jaar geleden hdb ik oen Ma-p gekregen., ©n -den- •geno, dio Meta mijl gtegervön Moefti, leeft n-og." MEju niouwsgiöriigilieód ward! ten Moogste geepannen. AHtebt igij dan niet gevochten?" vroeg ik Miem, J.'k Mteb gevochten," antwoordde Sylvio, „en ziehier Met bewijb van ons duel." Hij stond op, en Maal de- uit een oalrtonnen doos een politiemuts, (hij zette haar op heb Moofd-zijl was door een Ooogel doorboord, tien duim boven het voorhoofd. „Gij wedt," zei Sylvio, „dia-t iOc in 'n regi ment lvuizaiiten gediend' heb te Wolodz. In mijn eerste jeugd was het voor mij eon onweerstaanbare behoefte om overal de eerste in te zijn, en ik was de eersto druktemaker van het geheele garnizoen. Ik rustte op mijn lauweren, toen een jongmensch, rijk en van een goede familie veroorloof mij, dat ik zijn naam ver zwijg in ons regiment werd ingedeeld. In mijn geheele leven zag ik nooit zulk een innemend mcnsch. Mijn koninkrijk wankelde. Ik kreeg een haat legen hem. Zijn geluk bij bet regiment deed mij wan hopen. Ik begon twist met hem le zoeken maar mijn hatelijkheden beantwoordde hij zeer geestig, en ik was gedwongen, dit te bekennen, en mijn woede werd grooler. Eindelijk op een bal bij een Poolsch edelman; toen ik zag, dat hij in hoog aan zien stond bij alle dames, voegde ik hem een zware belcediging toe. Hij werd deze maal driftig, en gaf mij een klap. Wij gre pen naar onze sabels, de dames vielen flauw; men scheidde ons, en denzelfden nacht vertrokken wij om te duelleeren. De dag brak aan; ik was op de aangewezen plaats met mijn getuigen; met een koorts achtig ongeduld wachtte ik op mijn vijand Ik zag hem in de verte aankomen, door een enkelen getuige vergezeld. Ilij naderde ons, terwijl hij zijn pel, ge vuhl met kersen, in de hand hield. De getuigen plaatsten ons twaalf passen van elkander af. Ik had het recht hel eer ste te schieten, maar mijn lmnd beefde zoo sterk, dat ik niei zeker van mijn schot was, zoodat ik er op aandiong, dat hij het eerst vuur zou geven. Hij weigerde. Wij besloten, deihalveons aan liet lot te onderwerpen, Het geluk was in het voordeel van dezen geluksvogel. Ilij mikte en doorboorde mijn pet. Nu was hot mijn beurt om le schieten. Eindelijk had ik zijn leven in mijn han den. Ik bekeek hem met gretigheid, terwijl ik beproefde angst in hem op ie wekken. Hij wachtte mijn schot af, terwijl hij van de kersen at. die hij in zijn pet had. Zijn koelbloedigheid maakte mij dol. Welk nut steekt er in, dacht ik, helleven van zulk eert man te benemen, wien het loven zoo onverschillig is? Een slechte gedachte drong in mijn her sens door: ik liet mijn pistool zakken. „Ik geloof," zeide ik, „dat gij niet op den dood zijt voorbereid, zoo smakelijk als gij daar eel. Veroorloof mij dus te vcizoc- ken uw maaltijd voort le zetten." „U hindert mij niets, mijnheer, maar doet zooals u wilt. U hebt recht op mij te schieten, heizij nu of later, ik zal altijd Ier uwer beschikking zijn." Ik wendde mij tot mijn getuigen en zei: „Ik zal heden niet schieten." En liet duel was geëindigd. Ik nam mijn ontslag on trok mij in dit dorp terug, terwijl er geen dag omging, dat ik niet aan mijn wraak dacht. Nu, is het uur gekomen." Sylvio haalde een brief uit zijn zak, dien hij 's morgens ontvangen had, en gaf hem mij te lezen. Iemand schreef hem, dat bedoelde per soon van pliui was in hel huwelijk le tre den met een mooi, jong meisje. „Gij begrijpt wel," vervolgde Sylvio, „wie die bewuste persoon is. Welnu ik vertrek naar Moscou, en wij zullen zien, of hij morgen of oveimorgen den dood met SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 5