58"" Jaargang.
Zondag 15 Januari 1905.
No. 11674.
ONWAARHEID?
EEN DUEL
Tweede Blad.
Des* team* verschijnt dagelijks, met nftarodwrteg van Zoa- en FstrMsrrm.
- Prijs per kwartaalVoor Se hied am ea Vlaardingaafl. 1.25. Franco
per pest fl. 1.65.
Prijs per week: Yoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen,
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
(an het bureau bezorgd zijn.
Bureau» Boierstraat 3g.
pjttg der Advertentiën: Yma 46 regels fl, 0.92iedere regd
■uier 15 cents. Reclames 80 cents per regel. Groote letters naar de plaats die
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hvss1-
van lign gratis aan het Bureau te bekomen.
I» d« nummers, die Dinsdag-., Donderdag- en Zaterdags «bÓ
verschijnen, worden zoogenaamde ïtleinm mdvwtmnHSn, opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen-
Sntorc. Telefoon So. 1S3.
„De opgedrongen tegenstelling", „Chris
telijk of heidensch", „hot kruis of hot on
geloof", hebben in 1904 opnieuw getoond
pakkende leuzen 1c zijn en zullen in 1905
weer zegevieren, indien niet dc vrijzinnige
partij eensgezind met ban en achterban ion
strijde trekt. Wat ons dan zal wachten, wat
ons 1905 mogelijk reeds zal brengen, is volop
aangekondigd.
We zullen dan de Tariefwet en de Lager
Onderwijswet krijgen; de ccrslc bedreigt
onzen handel en onze nijverheid, de tweede
zal ons het allertreurigste Belgisch onder
wijsstelsel geven.
Gelijk de Hooger Onderwijswet eischt de
bevoorrechting der Vrije Universiteit, wil
de Lager Onderwijswet do bijzon
dere school verheffen boven de
Openbare, al zij dit in strijd met de
Grondwet, die zegt: „het openbaar onder
wijs is een voorwerp van de aanhoudende
zorg der Regeering".
Sch. Ct. 1 Jan. 1905.
In het eerste nommer van hot Schiedam-
sche Volksblad vonden we onder den titel
„Onwaarheid" naar aanleiding van de ge
spatieerde woorden uit het bovenstaand ci
taat de 'volgende ontboezeming aan ons
adres
„Hoe is het mogelijk, dat men zulks zeg
gen kan! Heeft de Red. liet wetsontwerp
niet gelezen, of speculeert hij op de dom
heid van het publiek; immers wat hij schrijft
is met de waarheid in flagranten strijd.
Het bewijs' voor wat wij zeggen, is gemak
kelijk te leveren, enz.", en dan volgt dat
bewijs in de becijfering, dat een kind van
de openbare school aan Slaat en Gemeenle
f28 kost, terwijl een kind der bijzondoie
school door dit wetsontwerp f 15 wordt toe
gezegd.
Dat we op zoo iets niet kunnen zwijgen,
ligt voor de hand; dat ons antwoord niet
eerder kwam, vindt zijn oorzaak hierin,
dat ons van dit eerste nummer van dit
weekblad, waarin ons artikel werd aange
vallen, niet een exemplaar werd toegezon
den, waardoor wij niet dan toevallig een
paar dagen later met de bestrijding van
ons artikel kennis maakten.
Schoon wij 't misschien op prijs mogen
stollen, dat de Red. van het „Sch. Volks
blad" ons enkel beschuldigt van het neer
schrijven ecner „onwaarheid", waar hij, zoo
hij gelijk had, met recht liet scherpere
„leugen" had mogen gebruiken, doet hij
ons deze goedigheid al dadelijk weer ver
geten, waar hij ons er van verdenkt, over
een wetsontwerp te schrijven, dat wc niet
eens hebben gelezen;* ons er van beschul
digt, misschien te speculeeren op de dom
heid van het publiek.
Echter, we zullen deze beide uilingon be
schouwen als ontsnapt aan de pen van
een journalist, die nog le weinig aan goedo
persmanieren gewoon is en ons dus enkel
bezighouden met de vraag, of de bewuste
onderwijsnoveile de bijzondere school
bevoorrecht boven de openbare.
Aangenaam ware 't ons, zoo de schrijver
van „Onwaarheid" ook vuur had gevat op
„het Belgisch Onderwijsstelsel", en op
„de onderwijsnovelle in strijd met art. 192
der Grondwet", terwijl we dan tevens eenigo
woordjes hadden kunnen wisselen over do
(wat door de aanbieding van dit wetsont
werp zof>> duidelijk gebleken is) zoo op
recht gemeende pacificatie van 1889,
zooals zijn partij dat toen noemde.
door*
ALEXANDRE DUMAS.
Ons teven in het IdLeiue vtek in Rus
land waar <ma rogimenfc infanterie in garni
zoen iaig1 Was niab zeetr vrocftijlk. Onze «enige
ontspanning was om bij dlikander ito fcornen,
niets mndctrs ziende id'an onze 'kameraden.
Een -enkel' persoon niet tot don militai-
ïten stand bdhiöoilond maakte dieted uit. van
ons gozolsdliaip. Dit was toon m'an van bijna.
35 jaren, wij' hielden hom daarom voor tien
oudgediende. (Ziijn ondeirvindling gaf hom
and'era ons 'n zdkcjreu invloed. NietoandJ wist
de treden waarom hij den diensb (had ver
baten oen ziek in een dlliondig dotrp bet ves
tigen, Waar Mij tegelijlk den taleam-dg en
eentonig leven ]<r Idlet. Zijn buis stond altijd
voor allo affidferen op on.
Niemand 'koude aiion rni'd'deion on nie
mand durfde hom daarover te spreken.
Zijn voornaamste bazjigheid "bestond m,
zicM mot Meb pistool be aefen'ende muren
Van zijjn kamara waren door toogdls door
boord ©n vertooiidle giaben als -een ibijlemkorf.
De manier waarop hij sirih! Van tot pistool
bediende -was zoo- goed', dab indien hij aan
een der ©ffifciaron van ons regiment bad
voorgesteld, een peer op rijln piet geplaUtsb
ör af te sdhidton, deze idit zonder aairaeJen
ihad aangenomen.
Dikwijls hadden wij Meit in onzte giesprefe-
ken oVeir een duel1, SyiLvio, aoo Zal ik Mam
noemen, nam daaraan nooit doel. Als mem
hem bij teielv'al vroeg: Uébb gij nooit ge
vochten? dan anbwootd'de Inj| kortweg)J"a,
Zonder metelr -tel zeggen. Wij wanen overtuigd
dat zijn igewetem hem om of ander nood
lottig aladhtoffielr Verweeb, dat Mij overwon
nen Mad. Overigleins was 't nooit in ons opge
komen Mem Van lafhartigheid) to vekdomken.
Er gobou'fda idta, dat ons allern vtarwon-
ddrde.
„Gelijk de Hooger Onderwijswet eisclite
de bevoorrechting der Vrije Universiteit, zoo
wil de Lager Onderwijswet de bijzondere
school verheffen boven de openbare."
Ieder, die de debatten gevolgd heeft in
de Staten-Generaal over de Hooger Onder
wijswet, weet, dat de spil, waarom zich de
kwestie draaide, niet was de subsidie, die
aan de bijzondere Universiteiten zou wor
den toegestaan, maar dc rechten, die deze
zouden krijgen zonder te voldoen aan de
oischen, die aan de Rijksimiversiteilen wa
ren gesteld.
De Vrije Universiteit (wij hebben er in
dertijd in een artikel ook nog op gewezen)
zou wel dezelfde rechten krijgen, terwijl
daartegenover niet de verplichtingen ston
den, die de gemeente Amsterdam bijv. in
1870 nog had na te komen, zou hare Uni
versiteit als gelijke naast de andere Rijks
universiteiten kunnen worden gesteld.
Wilde een bijzondere universiteit den ef-
fectus civilis, dan moest zij voldoen aan
allo eischen eener volledige hoogeschool,
opdat er niet de minste grond bestond voor
den twijfel, of haar onderwijs wel was in
waarheid universitair onderwijs.
En die kwestie: naast rechten ook ver
plichtingen, naast steun uit de Staatskas
voor uw onderwijs ook de waarborgen, dat
uw onderwijs voldoet aan de eischen, die
ook aan het openbaar onderwijs zijn gesteld,
is ook bij deze Lager Onderwijsnovelle
aan de orde.
Het is hier op dit oogenblik niet de
vraag; moet het bijzonder onderwijs nog
meer gesubsidieerd worden, maar de viaag
welke eischen stelt deze wet aan het bij
zonder onderwijs naast de zoo verhoogde
subsidies.
En als we dan deze gevorderde waarbor
gen voor goed, deugdelijk onderwijs ver
gelijken met die, welke de Wel vraagt van
het openbaar onderwijs, dan blijkt hieruit
afdoende, dat het bijzonder onderwijs wordt
bevoorrecht boven het openbare, door het
gelijke rechten te geven bij mindere ver
plichtingen.
Men vergelijke slechts.
De eischen voor de gesubsidieerde bij
zondere scholen zijn neergelegd in art. 54bis
en luiden:
a. De school moet onder 't bestuur eener
instelling of vereeniging zijn;
b. De vakken van ai benevens k moe
ten onderwezen worden;
c. 't Onderwijs in die vakken moeiten
minste 20 uren per week gegeven wor
den volgens-een aan den Arrondissements-
Schoolopziener mee te deelen rooster, waar
op tevens de feestdagen en vacantietijden
zijn vermeld;
d. 't Aantal onderwijzers moet aan de
eischen voldoen van art 23 en 24, uitgez.
alinea 3;
e. 't Aantal leerlingen boven de 6 jaar
mag niet meer bedragen dan 25;
f. 't Schoolgeld moet gemiddeld beneden
80 gulden zijn;
g. De school mag niet als winstgevend
bedrijf gehouden worden;
h. Dc scholen moeten aan zekeie hy
giënische eischen voldoen.
Bij punt b. valt al dadelijk op te merken,
dat het bijzonder ouderwijs is vrijgesteld
van vak j. (vrije- en ordeoefeningen), waar
uit dus volgt, dal do onderwijzers daarvoor
niet de akte behoeven te bezitten, dal de
schoolbesturen geen lokalen behoeven in
te richten voor dit onderwijs, waarvoor dus
geen extra kosten behoeven te worden ge
maakt. Afgezien van dc waarde van dit
vak, indien het goed wordt gegeven, wordt
dus het bijzonder onderwijs bevoorrechtten
opzichte eener goedkoopere inrichting.
Bovendien mogen wo hier onder b vermel
den, dat Ged. Skaten gemeentebesturen kun
non dwingen het getal scholen, of den om
vang van het onderwijs door invoering van
een of meer onverplichte leervakken, uit
te breiden, een dwang, die de deugdelijk
heid van liet openbaar onderwijs zeer ten
goede kan komen, maar die het bijzonder
onderwijs niet kent.
Een reeks van raadsbesluiten, die aan
de goedkeuring van Ged. Staten zijn on-
worpen, worden overigens nog in art. 19
genoemd, waartegenover aan de bijzondere
school volkomen vrijheid wordt gelalen en
waardoor de inrichting dezer „vrije" school
alweer veel goedkooper kan zijn dan de
openbare.
In Art. 21 der wet wordt van het openbaar
onderwijs geëischl, dat de regeling der
schooltijden en vacantiën, de vaststelling
van 't leerplan en van de bij het onder
wijs te gebruiken boeken geschieden door
het hoofd der school onder goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders en don Dis-
tricts-schoolopziener. Zelfs deze toch waar
lijk niet onbescheiden waarborgen vaneen
goed 'ingericht onderwijs worden van de
bijzondere school niet gevraagd, de Regee
ring eischt slechts de onder C genoemde
m e d e d o el i n g e n.
Het Rijksschooltoezicht mag de school
binnentreden, het mag ervaren, dat tal van
zaken niet in orde zijn, mag desnoods to
tale verwaarloozing van het (zoogenaamd
maatschappelijk) onderwijs const:: tecren,
maar moet het lijdzaam verdragen, indien
hem op eenige klacht door het Schoolbe
stuur wordt toegevoegd: „waar bemoeit gij
u mee; hebben we u niet de geëischte mc-
dedeeling gedaan; worden er geen twintig
uren les gegeven in de vakken van ai
en k?"
Immers zoolang hel Schoolbestuur voor
deze eischen zorgt, heeft het recht op de
groote subsidie, die gelijk is aan de uit-
keering van het Rijk aan de Gemeenten.
Is het noodig, te herhalen, dat de Staat,
die zulke groote sommen besteed aan het
bijzonder onderwijs, ook de noodige waar
borgen (en heel andere, dan de bij deze
Wet gevraagde) moet bezitten, dat he! geld
goed wordt besteed?
Onder d wordt gezegd, dat al. 3 niet toe
passelijk is op het bijzonder onderwijs.
Deze alinea bepaalt, dat er in een 4-klas-
sige school één, in een 8-klassige twee on
derwijzers met verplichte hoofdakte moe
ten zijn.
Waarom is deze alinea niet van toepas
sing op 't bijzonder onderwijs? Doet het
weer niet denken aan bevoorrechting, go-
Eens alben tien van onze fcamaradon bij
SyivSioi, men dtoonik, -zooafe ^gewoonlijk; bijl
Na 4ibb diner begonnen wijj tó apele®. Er
was onder ons tien nitenwen officier, die
niofc op cte hoogte dei" gewoonten van Sylvia
was, die als altijd, stal, zicM nooit in onze
twisten mengde. Ben wootdenwlsseling
zo-ndlea- eenig beRiang ontstond'; de officier
verhit door d(en wij|n, nam den Meter des hui
zes tot getuige ©n geen antwoord! Icrljgondei,
gcrvoialda d-tea z&ah diieto bele'odigd. In oen
o ogenblik, van woed©, nam Mij ©en kande
laar on wiern Mem naar Mist hoofd) Van
Sylvio, d£s geluMkiig, liet voorWeulp' ontweek:.
Sylvia stond op, 'blcdk van wotede mot vlam
mende ooig'cn.
„Mijnlhiöcr, veaibitek als Miet -ui belieft,"
saiA 'hij!, „®n danlk God), dat dit in mijjn
iiluis ia gebeurd."
Wij ■vergisten ons in del gevofgfcta
van dezen aianval, on. Zagen keteds Vooruit
onzen vriend gedood.
Den Volgenden dalg, taan wijl oïïöandiar in
d© rijsdhoal terugzagen, vroegen wijl of do
airme luitenant nog in itevten was. Op het-
bsIMo oogonMii'k verscheen Mij, on vertelde
cms, dat Mij' tot o-p dit aur niiots van Sylvia
gidhodrd had. Drie dagen gingen voorbij, en
nog was de luitenant in loven. Sylvio' vö-dlit
niot. ïïiij vergenoegde zicM m-etb oen (kort©
uitlegging tin hield wede.
Dat was in zijn nadoel! in Met oog dar
jonge mannen. Dit v'oorVal ifaalkitö eidbter
JangzamekMand in 't vengetotbook en Sylvia
litilii.cild ziijin invloed over ons; alleen, ken
i'k hetm niet te sproken krijgen, en ondanks
d© vriendschap, die i'k voor Mem had, sedert
dien tij'd, sag ik 'hom niet an.d!era dan in
gezetecMap mijmetr maiklkters an onze vertrou-
walijike gtesprdkkqn hfciden op. -Eens dat
wij wlodfer Veraemigd waiTen, stöldel men
Sylvio eon prik je ter hand, waarvan Mjj het
lak met zidhiibara tedkens van ongeduld
aftrok,
Terwijl Mj den brief dbodaS, fonfceMsn
zijn -oogten.
„Mijne Meeaten," zei'dte Mijl, „cllei toestand
mijnea' «alken noopt mij; oiuruiddeiHijk te var-
treklken. I'k aal mij morgenavond op weg
'beigovön, on ik Moop dat gijl nieit zadt wei-
goron, vocia' do .laatste maial met mij, tei dinee-
ren. 11. verwaaht n, u obk vetdvacMt ilk stel
lig," zoi hlij, zicM tot mij! wendend!?.
Ni deae woorden verdween Mij snel.
bk 'kwam Mijl Sylvio op ihet bepaalde umr
aan, en vond er bij|n& Mtet igcMeele regii'ment,
zijp meulbeÜS en vardea: 'huisraad wanten in
gepakt en ör iblaef niets -anders over dan
de dbcastMio-ten. muren. Wijl zetten ons aan
tafel.
Do 'gastMietcsr was zeer opgeruimd en zijp
vroolijikihiffid won Met spoedig vlaai ons allen.
Hlot was reeds laat, toen wij van. tafdl
opstonden, en toen i'k evenals dia andeiten
afsciliedd Van Syü'vio ging nemen, zeidie Mij
tot mij:
„I'k moet je eprteken."
Ék bleef.
Wij bLeven- ovar elkaar zitten, en in
diep© stilte bliezen wiji diklite iteolkv'iollkein
uit onze sigaren.
'Eiudelijlk vorbivalk Sylvio de stilte.
„Zondter twijfel zulten wij elfcandar
nooit weeü* terugzien," zeido hij. „(MisscMien
heibt gij Wei opgemerkt, dat ik mijl zeielr
weinig belkoiraner, ovoi' de gedachten, die
an'diereai Van mij M'ebben, m-aar op u ben ik
gestold en ilk gevoel, dlat liet pijnlijk voor
mij zoiui zijjn, ai ©tin aledht denkbeeld Van
mijl te doen ferijlgecn',
OEUet zal' u vreemd sdhïjnem, maar1 toch
Vroisg dik getin voldoening aan d'iten dbinmon
dnonikaaa-d, die mij; dten teuideLaar naiar Met
hoofd! wieap-. Gij btegirijtpt wiel, d!at Mdjj (keuze
Van wapens en Met recht om -eerst te sdhite-
ten rijn foven in mijii hand zooi rijn, terwijjl
Met mijn© in igoeai gdval' gevaair liep. Ik
zon mijjn leddlmoedighoid in de sdbaali ikun;-
non leggen; maar ik wil niet liegen: rife
ilk Miem Miatd' kunnen straffen zonder gei-
Vaaa' te loopeoi, dan Mad iikl Mean 'niot ver
geven."
„Ec keieik' Sylvfio met vedbazing aanzulk
een bel-reiütónia trof mijj Zeier. Sylvio ver
volgde
„Ja, Mot is waair, ik M-db Mtet recht ni'etb
legen in het: gelijke rechten, maar geen
gelijke verplichtingen
In art. 35 der Wet op hot Lager Onder
wijs vinden we de bekende bepalingen, dat
het den onderwijzer verboden is handel tc
drijven, ambten of bedieningen te beklee-
den etc.
Deze bepalingen zijn terecht in de Wet
opgenomen in hot. belang van 't onder
wijs, vooral ook om te voorkomen een be
trekking van afhankelijkheid van don on
derwijzer tot de ouders zijner lccilingen.
Waar nu de nieuwe wet dezelfde minima
vaststelt, voor dc bijzondere als voor de
de openbare onder wijzeis, mochl men ver
wachten, dat dit verbod zich ook zou
uitstrekken tot de bijzondere onderwijzers.
Dit gebeurt echter niet.
Sub. li wordt gesproken van den scholen
bouw. De bijdrage hiervoor is ook verhoogd.
Minister Borgesius had gerekend naar een
bouwsom van f 100 per leerling voor de
school, waarvan dan 4 °/o werd betaald.
Deze bouwsom voor een school van 40
leerlingen (of minder), werd dus gesteld
op f 4000, de bijdrage aan een gemeente
zou dan zijn 25 °/o of f 1000 in eens, die
aan schoolbesturen 4 °/o hiervan jaarlijks,
of f 40.
Dr. Kuvper heeft deze bijdrage op 4.6 o/0
gebracht, wijl ook op afschrijving' moest
gerekend worden.
Gelijk dus de vergoeding voor de kosten
van 't onderwijs voor de gemeente of voor
'tbijzonder schoolbestuur dezelfde zijn, zijn
ook de bijdragen voor don scholenbouw
gelijk.
In beide gevallen dezelfde voorrechten.
Maar evenmin als de waarborgen voor
goed deugdelijk onderwijs, die het Rijk aan
het openbaar onderwijs stel!, en terecht
daarvan eischt, ook van het bijzonder on
derwijs worden verlangd, evenmin zijn de
eischen voor den scholenbouw dezelfde.
Welke de eischen zijn bij 't openbaar
onderwijs
Den districts-schoolopzicner moei li e t
bestek worden gezonden en daarbij een
plattegrond van het terrein met de bebou
wingen binnen een kring van 200 M., tec-
keningen van den plattegiond, doorsneden
en 't uitwendige, een begiooting van kos
ten.
En dan volgen er nog een 15-tal scherp
bepaalde eisclien, die le veel ruimte eischen,
om ze over te nemen.
Daartegenover wordt van 't bijzonder on-
onkcl verlangd:
Aan den Districts-schoolopzicner wordt
mijn laven in gevaar to brengen. Zea jaar
geleden hdb ik oen Ma-p gekregen., ©n -den-
•geno, dio Meta mijl gtegervön Moefti, leeft n-og."
MEju niouwsgiöriigilieód ward! ten Moogste
geepannen.
AHtebt igij dan niet gevochten?" vroeg
ik Miem,
J.'k Mteb gevochten," antwoordde Sylvio,
„en ziehier Met bewijb van ons duel."
Hij stond op, en Maal de- uit een oalrtonnen
doos een politiemuts, (hij zette haar op heb
Moofd-zijl was door een Ooogel doorboord,
tien duim boven het voorhoofd.
„Gij wedt," zei Sylvio, „dia-t iOc in 'n regi
ment lvuizaiiten gediend' heb te Wolodz.
In mijn eerste jeugd was het voor mij
eon onweerstaanbare behoefte om overal
de eerste in te zijn, en ik was de eersto
druktemaker van het geheele garnizoen.
Ik rustte op mijn lauweren, toen een
jongmensch, rijk en van een goede familie
veroorloof mij, dat ik zijn naam ver
zwijg in ons regiment werd ingedeeld.
In mijn geheele leven zag ik nooit zulk
een innemend mcnsch. Mijn koninkrijk
wankelde. Ik kreeg een haat legen hem.
Zijn geluk bij bet regiment deed mij wan
hopen. Ik begon twist met hem le zoeken
maar mijn hatelijkheden beantwoordde hij
zeer geestig, en ik was gedwongen, dit te
bekennen, en mijn woede werd grooler.
Eindelijk op een bal bij een Poolsch
edelman; toen ik zag, dat hij in hoog aan
zien stond bij alle dames, voegde ik hem
een zware belcediging toe. Hij werd deze
maal driftig, en gaf mij een klap. Wij gre
pen naar onze sabels, de dames vielen
flauw; men scheidde ons, en denzelfden
nacht vertrokken wij om te duelleeren. De
dag brak aan; ik was op de aangewezen
plaats met mijn getuigen; met een koorts
achtig ongeduld wachtte ik op mijn vijand
Ik zag hem in de verte aankomen, door
een enkelen getuige vergezeld.
Ilij naderde ons, terwijl hij zijn pel, ge
vuhl met kersen, in de hand hield.
De getuigen plaatsten ons twaalf passen
van elkander af. Ik had het recht hel eer
ste te schieten, maar mijn lmnd beefde zoo
sterk, dat ik niei zeker van mijn schot
was, zoodat ik er op aandiong, dat hij het
eerst vuur zou geven.
Hij weigerde. Wij besloten, deihalveons
aan liet lot te onderwerpen, Het geluk was
in het voordeel van dezen geluksvogel. Ilij
mikte en doorboorde mijn pet.
Nu was hot mijn beurt om le schieten.
Eindelijk had ik zijn leven in mijn han
den. Ik bekeek hem met gretigheid, terwijl
ik beproefde angst in hem op ie wekken.
Hij wachtte mijn schot af, terwijl hij van
de kersen at. die hij in zijn pet had. Zijn
koelbloedigheid maakte mij dol.
Welk nut steekt er in, dacht ik, helleven
van zulk eert man te benemen, wien het
loven zoo onverschillig is?
Een slechte gedachte drong in mijn her
sens door: ik liet mijn pistool zakken.
„Ik geloof," zeide ik, „dat gij niet op
den dood zijt voorbereid, zoo smakelijk als
gij daar eel. Veroorloof mij dus te vcizoc-
ken uw maaltijd voort le zetten."
„U hindert mij niets, mijnheer, maar doet
zooals u wilt. U hebt recht op mij te
schieten, heizij nu of later, ik zal altijd Ier
uwer beschikking zijn."
Ik wendde mij tot mijn getuigen en zei:
„Ik zal heden niet schieten."
En liet duel was geëindigd.
Ik nam mijn ontslag on trok mij in dit
dorp terug, terwijl er geen dag omging, dat
ik niet aan mijn wraak dacht. Nu, is het
uur gekomen."
Sylvio haalde een brief uit zijn zak,
dien hij 's morgens ontvangen had, en gaf
hem mij te lezen.
Iemand schreef hem, dat bedoelde per
soon van pliui was in hel huwelijk le tre
den met een mooi, jong meisje.
„Gij begrijpt wel," vervolgde Sylvio,
„wie die bewuste persoon is. Welnu ik
vertrek naar Moscou, en wij zullen zien,
of hij morgen of oveimorgen den dood met
SCHIEDAMSCHE COURANT