59"* Jaargans
Zaterdag 8 Juli 1905
No. 11819.
Ie JiMmier vat iea Czaar.
Een Christelijk strooibiljet.
De» owirmni venwhflnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingenfl. 1.25. Franco
per poet fl. 1.65.
Pril* per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummer* 2 eent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
AdvertentÜn veer het eentvotgead nummer moeten des middags v&étt een anr
het burcs* bezorgd zijn.
■wmii Boterslreat U,
Prfii der Advertcntitn: Vu 16 ragek fl. 0.91Merc iregtl
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaids die zjj
innemen.
Advertentifin bij abonnement op voordeelig* voorwaarden. Tarieven hier-
T*n z\jn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummer*, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde "kleinte mêmertemtiBm opgenomen tot denprjj*
vu 40 cents per advertentie, bq vooruitbetaling aan het .Bums ta voidoea.
In tere, Telefo** Si*. 1MU
JACHT,
De Commissaris der Koningin in de Pro
vincie Zuid-holland,
Gezien het besluit van de Gedeputeer
de Staten van den. 20sten Jnai 1905, no. 64;
Gelet op art. 11 der wet van den 13den
Juni 1857 (Staatsblad no. 87);
Brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat bij voormeld besluit 'door de Gedepu
teerde Staten is bepaald: dat de afzon
derlijke jachten op waterwild
voor dit jaar .zullen worden geopend op
Zaterdag den 29sten Juli aan
staande, en dat mitsdien van dat tijd
stip af de uitoefening der jachtbedrijven,
vermeld in art. 15, litt. d, f en h, der wet
op do jacht en visscherij is geoorloofd,
wordende tevens herinnerd aan do bepa
ling van art. 1 van liet Reglement op de
uUoefoning der jacht en visscherij in deze
Provincie, krachtens welke die jachten niet
anders mogen plaats hebben dan op en
langs het water, mitsgaders op moerassige
landen.
En zal deze kennisgeving, in plano ge
drukt, worden afgekondigd en aangeplakt,
waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede
in let Provinciaal blad" en in de „Ne-
derlandsche Staatscourant" worden ge
plaatst.
's-Gravenhage, den 80s ten Juni 1905.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
PATIJN.
KENNISGEVING.
Inrichtingen welke gevaar, schade
of hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet;
Geven kennis aan de ingezetenen, dat
op heden de navolgende verguimingen zijn
verleend:
lo. aan J. J. VAN STEENBERGEN, fir
ma J. BRANDENBURG, en zijne rechtver
krijgenden totuitbreiding zijner bran
derij, staande aan de Nieuwe Haven no.
237, kadaster sectie M. no. 229, door de 2
bestaande distilleerketels tevens te bezigen
als stoomketels voor het opvoeren van wa
ter; i
2o. aan J. J. VAN STEENBERGEN, fir
ma J. BRANDENBURG, en zijne rechtver
krijgenden tot u i t b' r e i d i n g zijner b r a n-
dorij, staande aan den Foordvestsingel
no. 95, kadaster sectie II. no. 225, door
den bestaanden distilleerketel tevens te be
zigen als stoomketel voor het opvoeren van
water;
N'aan 't 'EtogeDsdbl,
valn.
AltTHUK W. MiAllCHMIONT.
3o. aan A". T. P. IIEUSCIIEN en zijne
rechtverkrijgenden, tot oprichting van
een smederij, tevens herstelplaats
van koper-, blik- en zinkwerk, in
het pand. staande aan de Schio no. 1, ka
daster sectie B no. 1320.
Schiedam, den Oden Juli 1905.
5)
„Da'ar nja met meeat rwlatj ilk moet mee
nemen)?"
„Niiiete 'bdhalve dezieini ring van) den cssarni.
Het fe beker dat u dien) dbajaigt, daiar men
•dfijb aieraad) ikjenib. 'Miösidhiein was het ook.
niet kwaad eeta alovtivieir miete te Diefnen, of
schoon i'k nitet geloof, dlat u fem zult noo-
dig 'hebben."
„Men kan noodt weten," izeidel dik en bje-
sloot zijn Kunt op te voSjgfom
„H zal aiatunjrOSjkl zooi Voorzddlitiigj zdjjn
nfiet te tnaicliiten Riuissiisdhj te spmelkanl. Uw
aöclelnt zou u oogenblilkklellüjlk verrtadm. U
kan weffig Finansdh, spreken dlaar die onige-
lnikkigo v'oorftfde van sjijne mialjesiteit Voooj
die taal Wellbelkand dig. Dat is van. Iliteftl g|i1oot
ate baking.
„U behoeft zich. dhaaiovtetn mifet) bevtreedd
te mafaa. Ik veirsita 'heit ïtmösüsidh
maar zou mij nidb in een geiSpirtelk wlaigfen."
;,Dan) gai alle n!u telen en wiiffi mij) geateied
maken' om ui op lrefc eerste gfedbeflte van WW
i'eda niaair Ihlob imdbz-v'oiuBi qpi Shot Sti. Beteiiv
pilein te vetrgesidlfen."
Nu da €ij(d nadlelrdcj, Was ilk t!amJeiIiij|kt op
gewonden cm fa ongedWdtga alfhvaldhitfa|g
'Van hot begin dfetr comedlile.
„U SreietPb d'ö houding lem maniteir van loo-
pen van •zSjjnfo majesteit, mijinteetrb" seidlet db
ibedkenidla vjanii desa pains, 'teatwijPl hijj mij
hdhetrp gadtelbegi. „Op dien rug goaLen], ssoail
Kennisgeving.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken-
Burgemeester en Wethouders van Schie
dam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet;
Geven kennis aan de ingezetenen, dat,
vermits het deskundig onderzoek met
betrekking tot de aanvraag van de DIREC
TIE der GLASFABRIEK „DE SCIRE", om
vergunning tot ui tb r eidin g ,dier fa
briek, staande aan den Buil:enhavcnweg_
no. 146, kadaster sectie L no. 1807, nog
niet geëindigd is, hun College besloten hoeft
de beslissing over genoemde aanvraag
te verdagen.
Schiedam, den 6den Juli '1905.'
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De naweeën van het Kuyper-regime en
het optreden der Christelijke pers doen
zich nog gevoelen.
Op welke wijze die pers haar strijd ge
voerd beeft, wordt bet beste gekarakteri
seerd door Staalman, die zeide: „de anti
revolutionaire pers is uitgeschaamd", d.i.
zij kent geen schaamte meer.
Zoozeer is die pers gezonken, dat zelfs
de fiere „Nederlander" van den staatsman
Lohman meegedaan liceft aan de campagne
van laster en verdachtmaking.
Eerst na herhaalde aanmaning ging ze
ei' noode toe over te verklaren, dat haar
berichten omtrent het drank-schenken te
Gorcum (stembusstrijd 1901) geheel onjuist
waren en dus een valsche beschuldiging in
hielden.
Zij deed het, al was het dan ook, om
dat zij moest, wilde ze haar reputatie on
der do groote bladen niet verliezen.
Anders ging hot met de „Standaard",
anders met de locale pers, die uit de ar
tikelen van dit Christelijk blad kwam put
ten om haar kolommen te vullen met alles,
wat do slechtste hartstochten kon opwekken,
verbittering kweeken, twist en tweedracht
zaaien.
Dat de heftigheid voor een deel konver-
oofc n'lk siellfa op ikiorten afstand! warden mis
leid. Het is woudletrlllijik.'"
„OngeOiullfailgtemvijlzei Scan ik dan geflfaeiPein
tijd dein menschen, dan mug1 niet toeifceeimni."
-..Dat ia waiair, mijinikeeir, en het is ook ved-
Üger de geviaaieu ondier oogem te zifeni, nr-®t
waan?"
'Hij legde! zoo- girootton nadnulkJ op het
woord gevaren, dat ik mij omfceieade en hieim
verwonldfeed aanzag.
„Jiei denkt dims), dat er jgjnooto getvainen
dlTeigem, Pierre?"
„Er laMjjdl gewaar in Husfand," zeide
hij! gewichtig.
,iEln todb blijf je hi'er."
„Ik b'en miaar een bleidlibnde, mletoeian, en
do gevtoen gaian mij over 't 'hoo-fd. Maar alk
ben vijftien jamen in 't land gewieiesb .en helb
rtetedia vreepidb zalken aiansiehotuwd.
„Indiiein idb eziaar zelif op dit avontniur
uitging, denlk je, dlat hij dan groot ge
vaar zon Ibofpen
,JETeib feaai met u 'andeaisi zSj|n, meneer, Hw
idetnititeiiib fcan bijtijlds ontdekt womdion.
■Mlaar iindlien het de caaar zelf waö, dan zm
ik m'ij(U lianldbn wrjijv'e.n van plezier bij izdjh
terugjkomst'."
„Jie neemt d'e sjailcbta eamstig op', P'ildnre.
Ik d'ank, dalb ja HaStJ helbt van de; flletver."
Hiji trok do schoudars op.
^Ameafllkianon e!n Eingefechleln zdjh gelijk
m houidein van. dolle aVontairan. He zon dit
ii/bt wilMlein doen nefan^ niet Voor allies
ter fwaneldl. Ik wleicfti wiat ik wleot."
,En aik d'oo het aileein' vooa- üneib inteneD
santia viain d!e zaaik. Dat 34 naar ik. Velronideo.'-
Stall, het varsobil tussicflien ons hbiiden."
,,'Mijjnlileier is inn eienmiajal! niet aonfersl,"-
amtwocHrid'db hij - op meHankoiïïdktein toon,
,;M!aar ui zuiifc zeer voomzlitólitajg moebeh zijn.
klaaitl worden uit de hitte des strijds, kan
dien toon geenszins verdedigen en vergoe
lijken.
Immers dan haddon tluins, nu de groote
strijd voorbij is, de gemoederen tol beda
ren mooten gekomen zijn, dan moesten we
nu ook door niets meer aan dien toon
herinnerd worden.
En het tegendeel daarvan is helaas waar.
Die toon is te diep in liet volk van Dr.
Kuyper doorgedrongen, dan dat we er niet
nog eens den naklank van zouden hooren.
Dat zijn nog de naweeën van liet Chris
telijk regime.
We gebruikten dit kort woord als een
inleiding om le komen tot een strooibiljet,
dat Woensdag verspreid wenl ter aanbe
veling der „Christelijke" candidaten en on
derteekend was door het Bestuur der Anti
revolutionaire Kiesvereeniging „Nederland
on Oranje".
Wo lezen daarin het volgende (do spa-
lieoring is van ons):
Hoe niet alleen de Mokermannen, maar
ook de Liberalen over alle Christclijkcn
denken, dit hebt gij in de laatste we
ken in hunne bladen kunnen lezcni.
Herinnert u slechts wat onze zooge
naamde, maar inderdaad gren-
zenloos partijdige „Sch. Cou
rant" heeft geschreven.
Al wat christelijk is of er maar naar
zweemt wordt door haar gehaat met
een bitteren haat.
Haar geest kwam in deze week nog
duidelijk aan den dag. Zij deelde de
schandelijkheden der Liberalen te Steen-
wijk mee11a den uitslag der ver
kiezing gepleegd, bepaaldelijk het go-
val met dien bakker, 'dien men gc
„Duymaer van Twist" heeft. Maar zij
keurde dat niet af. En dat zijn nu
de mannen van de verdraagzaamheid.
Zij moesten zich schamen.
En gij moot u ook schamen', die nog
iets gevoelt voor de Christelijke begin
selen en 'dergelijke menschen steunt,
die alles, wat u dierbaar is, bespotten.
Wilt gij, dat uw belangen worden be
hartigd, dat de zaken in den raad zul
len worden behandeld in den geest der
rechtvaardigheid cn tevens met do noo-
dige bekwaamheid, kiest dan de can
didaten der Christelijke partijenj.
Daar spreekt uit deze woorden (om in
den toon van het stuk te blijven) een zoo
grenzonlooze domheid naast zoo
grenzonlooze zelfgenoegzaam
heid, een zoo grenzonlooze on-
christelijkheid naast zoo grenzon
looze zucht tot opzweeping van een
der slechtste dor mensclielijke hartstochten,
dien der godsdienstige onverdraagzaamheid,
dat we niet kunnen zwijgen.
U heeft waaascMjinljlk: vriemdba te PfeterfS-
bra-igi?"
„Neen. Nfemiand weet ilota v'an mijn te-
igenwooa-ddlgihleiiidi hieir."
,',Dab is vufeemd maar missteihiletn todh
wei1 goc|d!. Niemand aai u 'dan mitesein."
„Neen^ niemand), belhallve hiea- fa heb pa
leis."
Hij glimiaidhte geliieimzmniigi. „Indiem u
ontdekt Wordti, meneKsi, zou rik maar nfab
aeigigen dlat u geen vtrtlendein heeiflb. Elegit u
maw.', dat ui ur vtaïe) heeft. 'Een man zon
der valilondein fain eon hidlpdoo® man zijjn."
„Je ihebt 'een rijke fantasie, P'ieaina."
„Ikuslan'd is niet Frainlkrijlk, maneer an
ook niob Amletriikia)." antwoordde hij op zu)Tk
elan lafcelligen toon, dut ik moest tachen.
Heb wiaB nibb Oen bijBondetr opwekkend
atfstóhei'd on in hat Tijfa&ig vea-td'de ik den
ouden 'Kafcw, wait dijn bediende hlaid' gezegd!.
„Pieaire is dein) goedie hadiende maar een
dwaas," antwooaiddel MJ, ^Mj1 heetfit zijn
aou'uwtein eens Hij eten niihdiVQtis&he Zaak
overspannen 'eai Sedort. idEein tijjdl hoeft 'hij
in elke Heinci vta'wikkeling1 een iniiilSia-
tisdiie iSaanonaWeaing gezilen.
„U .besiehouiwt dieaei Saanleiniaweaing niet
als ernstig?" I
„In dein xegteü niet; nu en dkn zajtrn zijlnla-
tuuNljlk gdvMitijlk; maaa" over hot allgo-
meien Weinig! meer dan -windmakeaij, oen
politieke ongesltfellidilLeiild1, Voortikomencfel uit
een bedoiVen m'aKig dbor 'een' omfevredeai-
hel'ld Qcwedkendm aetotegeiest."
„Id dieiz» Borodki eetn nihiTist?"
„Dat is mogelijk. Het isi 'aiMj|d mogelijk.
Maiar ik gdLoof ÜUdt nilet. Wijl zutfaii mecu)
daanwiam weten, wannletea* u teniglfcomt."
„Dut iö te zeggen), dindfön i'k terugkom,"
„Hatunniïjb", an hij| gJEmfcihfe.
We weten bet wel, de toon is zoo volko
men in oveiuianlemming met die der Chris
telijke pers van de Junimaand, dat zo er
een weerklank van is; maar een strooi
biljet als dit, een aanbeveling van Chris
telijke candidaten door een Christelijk lid
van don Gemeenteraad onbesproken ter
zijde te leggen, is wel wat veel van onze
zachtzinnigheid gevergd.
Van grenzenlooze domheidl
Weet bet Bestuur dier kie&veieeniging
dan niet, weet de boer Van der Velden
dan niet (die in dit strooibiljet de Chris
telijke candidaten aanbeveelt om hunne ver
schillende gaven, cn die zelf toch zeker
vroeger verkozen is, omdat hij do gave des
gezonden verstands bezit), weten ze dan
niet, dat de Liberalen nooit gezegd of
getoond hebben iets tegen de Christelijken
zelf te hebben, dat althans een Liberaal
nooit vraagt naar iemands geloof?
Wanneer hebben ze in do praktijk des
levens ooit ervaren, dat een liberaal
bespot, wat een man van Chris-
te 1 ijk0 beginselen dierbaar is?
Weten ze dan niet, dat de strijd tegen do
regeering van dr. Kuyper niet was ge
richt togen hot Christelijk geloof, maar le
gen den man, die de staatsmacht misbruikt
ten bale zijner kerk en die zijner verbonden
parlijgonoolen, den man, die het vuur van
den geloofsstrijd opnieuw deed ontbranden?
Vrij willen we' zijn in ons geloof en g r 0 n-
zenloos zelfgenoegzaam noemen
we hen, die zoo prat gaan op hun leer, dat
ze met liet minachtend woord „kinde
ren der satans" allen verketteren, dieniet
dezelfde leer belijden als zij.
Het is eenvoudig schandelijk in een
strooibiljet een zin te schrijven als:
Al wat christelijk is of er
maar naar zweemt wordt door
haar gehaat met een bitteren
haat.
En dit „zij" slaat niet enkel op de „Sch.
Ct.", maar wordt in bet verder verband
van alle gemeentonaren gezegd, die niet
behooren tot de zoogenaamd Christelijke
partijen.
De schrijvers van dit strooibiljet moes
ten zich schamen over zooveel gren
zonlooze onchristelijkheid.
Ze moesten zich schamen over het op
nieuw zaaien van het zaad der geloofs
verdeeldheid.
Zij moesten zich schamen over een zin
als daar verder te lezen staat: „En gij moet
u schamen" enz. (zie boven).
Wie zijn die „dergelijke men
schen"?
Zijn dat de candidaten der liberale partij
Men zou bet haast moeten besluiten uit
wat er in den volgenden zin volgt.
Of zijn liet de liberalen in 't algemeen?
Weten de heeren onderteekenaars wel,
dat zij dan daarmede den boycot prediken?
Ik begon er ©aniiga Vooa-stdlEing Van te
Mjgieii boe de fcat moeit blelblbeni gewoeld
toen bij! z5j|n poot in 3i»t vujuir stalkJ om dö
kaistanjcfel druilt te Halen, dlfe d'ooii cllön aap
worden opgevreten. Mkuur het vlas tie! Da&t
om sriclh nu. nog terug te trekken), al! 3i!adl ilk!
odk luist diaMirtea gobadi. De pifins beaneiitk!tle
iets JiiteHtyan, naan ik gdoof, wlaut 3mj| gaf
mij de galegcntetid.
„IncK'en u eoniga vMeies koestert), mjeneeï
Denver, en nog wenscikt do aaaik opi te ga
ven, Ikruuneu wij naar het palleiis tertug-
kfeeren."
,',Yoor jgeem gal'd ter wieteUd!."
„11c wil' u car nog op opmehkizaiami m'a-
ken, diat \vtat ook igob'eiuren mogjel, ui rich go-
heel wiijlvvilüig bletehdikba'air heeft gesteffidl"
„Ik zal er mij' wel d'ooir heen slaian, pafalS."
„Dat is gesproken aDh een Amettriikia'an,"
antiwoorddb Hj| nastek, en 'eien oogfenibUk Ilaiter
hield! 'ti rijibuiig stil'. „Wijl zijp aiangefcomten."
Wij stapten alan idla nöoaKMjld'a van het
giroote plein uit 'en zagen nter het 'andere
ïiijjtui'g om. Ge'en enkels was fte zien, maair
aian diei 'an'ddnei zijde stond eien ovarüeapte
automdbidl! in' d'e stóhiaduw.
„Kan did automobiel hlet Tsedbeldlel trij-
tmiiig zijln?" vavagl aki den pains.
„Dat kunnen wis apoedüg 'uibvinidieur," adi-
db hlj|.
„Er eaijjn .geien andeoieini. Eh. het is) reedis
tiien minuten over dien lafgtesprdkten tijd)."
„Wij! kunnen en eens nataa- toei giaani."
Op zdj'n gtezibht wVas twdjjfol tit teen.
„Het zaill heiteu zajju, idkt dik alillcen ga,"
antwoordde dik ou fliidld1 hem. terug.
„iZooalls u wiil Moge God! rul helpan ter-
wilto vian Hudïand.J'
Eijln toon wala zeek 'eknstig feta terwijl
'die 'Woorden nog in mïjta ooaten n'aiklhiilkleh,
Weten ze wel, wat het beteekent, zoo deze
trijd eens van liberale zijde werd aanvaard?
Of welen ze de kracht hunner woorden
niet?
Men zou het haast gaan denken, als men
do beteekemiis van den zin: „wat onze
zoogenaamd neutrale, maai- inderdaad gren-
zenloos partijdige Sch. Ct." nagaat.
Wat is dat: grenzenlooze domheid of gren
zenlooze zelfgenoegzaamheid? Neen, heeren
bestuurdoren der antir. kiesvereeniging „Ne
derland en Oranje", de „Sch. Crt." is niet
zoogenaamd neutraal, maar liberaal.
Dit ter uwer leering, wat ge weten kondt,
indien ge ons blad geregeld laast en daar
bij gebruik maaktet van de gave des ge
zond verstands.
Het woord partijdig schijnt ge niet te
kennen.
Ge noemt zeker partijdig, wat niet is
overeenkomende mot uwe partij. Zoo zijt
ge nu eenmaal in uwe christelijke oordeel
vellingen.
Maar partijdig heeft een andere beleeke-
nis. En nu willen we gaarne, zeer gaarne,
onze kolominen voor u open stellen, om ons
onze partijdigheid te bewijzen, 't bewijs voor
de grenzenloosheid dier partijdigheid is zelfs
overbodig. Daarmee bewijst ge niet enkel
ons een dienst, maar ook u zelf, die dan
toont maar niet zoo klakkeloos in uwe gren
zenlooze hoedanigheden beschuldigingen
neer te schrijven, maar ze ook te kunnen
bewijzen/ die dan toont, dat ge uwj doel
niet wilt bereiken door vuige laster. Dat
voorbeeld van Steenwijk is onvoldoende. Het
was een Berichtje, dat we overnamen zon
der eenig commentaar, gelijk we ook zon
der eenig bijschrift vermeldden deglazen-
ingooierij van katholieke kiezers in 't district
Enschedé, die ook him wenschen niet ver
vuld zagen.
Het was vooral deze zin, die ons persoon
lijk aanrandde, die ons naar 'de pen deed
grijpen, om te antwoorden op eene wijze,
die men ongaarne te baat neemt, doch die
dit strooibiljet verdient.
Nu willen wo nog in alle bedaardheid
en op een andere wijze een paai' zinnen
uit dit strooibiljet nagaan.
N.l. deze:
(De Raad) liecft te beschikken over vele
ambten en posten. Hij kan de rechtvaardig
heid betrachten of verkrachten, geschikte
maar ook ongeschikte personen aanstellen.
En deze:
Wilt gij, dat de zaken in den Raad. wor
den behandeld in den geest der rechtvaar
digheid, kiest dan de candidaten der Christe
lijke partijen.
Nu vragen we toch in gemoede: indien
deze twee 'zinnen dienen ter aanbeveling van
Christelijke candidaten en ter bestrijding van
liberale candidaten, moet men daaruit dan
niet lezen: delib'er ale leden van den
Gemeenteraad betrachten de
rechtvaardigheid niet?"
ging 'ilk in die iridhting viaai de aaiitomdbdlall.
De pnins blespied'do mijl uit d)e vteirtó.
Nu het oo^anWifc van fhianidJeifen inldeo4-
d'a&d gefkomen was, 'geteelde alk mij zoo
kalm, als i'k maai* ih'ad ikumnian wensdben.
Ik grif mdjp oogem goed! 'dien kost emi wias ar
op bodlaidhifc zooveel xnögeQdjjk den véeoikinalclh-
tilgein 'tatedl na te bootsen van dan majn,
dim ilk moet pansomfieeriemi.
Toeto. i!k de 'alutomoibt'M, malcferde stapte een
nran uit en sloeg alan Sijln -plat.
„Wie n's urw m'etegtlelr vroeg! dlki met aJP
do waaardigheücli, wtamvjiwir dlki btodhiikiken
kon en dten maai scherp aanziende. Hij Was
gekleed! alls eon chauffeur en bleibalVe zijn
zwarten baiatndJ leta snor was trijln getaidht
ttjlnia. Veiilboirgen door de grootte! kifep van
zÜjjn pet eau öeu grootte sto-fbtdilL
„Monsieur Boredki, maneer." Zijn
Firansdhi was zoover ilk Ikon liooaidn, d'at Vam
een welopgevoed! man!.
„Wellke instructies 'bleldfb ui?"
„Wij wachten op iemand! van liet paleis),
meneer." Dat ,„wij" vdeQ! mij op. Ik bleef
bij de auito-mobM sbaiani en zag! den man
sdiierlper aam.
„U sfptneldkt het Fatensicili m'et een goed
afcdetnb, mijn vifend," zeüdle ik met Oenigtoi
atóliteadbclit fa mijn toon «nl teeta gebeurde
tets onverwachte. Een medsije, Zwiaiar ge
sluierd, tstfalk Jiiaiair! hoofd buiten die kap, di'e
d'e 'automobiel! Ibadiektiel, on seida mtet ecu
zweem vian veatadbting
„Dlei Ameaükaian Eial! tiödh! zdkfejr niife't be-
vineesd! zijju, zij|m persoon alain den vrouw ice
te vertrouwen
(Wordt vervolgd
SCHIEDA
COURANT.
Burgmeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris
V. SICKENGA.
De Secretaris,
V. SICKENGA.