VOOR DAMES.
PALMEN EN VARENS.
Be gloeilamp bijv. was reeds uitgevon
den voor Edison's geboorte. Hij werd den
lOden Februari 1847 geboren, terwijl reeds
in het jaar- 1S38 Jobard in Brussel liet
plan opvatte, den electrisclion stroom 200
voor verlichting te gebruiken, dat men oen
dun kelenstanfje in een luchtledige ruimte
door don stroom tot gloeien en dus tot
licbtgeven brengten zijn leerlingde
Changy, spoedig 'daarna zulk een lamp sa
menstelde. blaar vele jaren moesten nog
voorbijgaan en talrijke uil vinders moesten
met nog minder goed gevolg beproeven, een
gloeilamp te vervaardigen, vóór Edison do
zaak in handen nam. E11 eerst in heL jaar
1S79 gelukte het. hem, de eerste praotischc
verlichting tot stand te brengen, die me
thode aan te geven, die nu door de gehcele
wereld word t toegepast.
Deze geschiedenis is kenschetsend voor
Edison's uitvindingen. Nergens vinden wij
hem als haanbreker, maar steeds is hij dc
persoon, die 'de zaak tot een goed einde
brengt. Zijn tegenstanders zijn heul daar
over wel eens hard gevallen, maar ten on
rechte. Bok hiervoor is genie noodig. Genia
liteit heeft men niet alleen noodig tot uit
vinden in den engercn zin, maar ook tot
het uitwerken van anderer denkbeelden.
Eu hoeveel ideeën heeft Edison zoo uitge
werkt! Laat ons alleen even noemen de
phonograaf en do kinematograaf, en eraan
herinneren, dat hij de eerste was, die een
electrische centrale bouwde, dat de elec-
trischc trams, waarvan do eerste door Sie
mens en ITalske in 1SS0 werd aangelegd,
toch eerst meer'in gebruik kwamen, nadat
Edison en andere Amerikanen er sleden
van hadden voorzien.
Ofschoon dc Duitsche firma voorging,
bleef het in Duitschland nog lang bij één
proef, terwijl in Amerika reeds vier jaar
11a de imiclrting van Edison's lijn 22 elec
trische tramlijnen waren aangelegd, een jaar
later al 52 en in 1S91 hei aantal meer dan
500 bedroeg.
De levensgeschiedenis van dezen buiten
gewoon practischen man is al. dikwijls
verteld. Hier wordt dus slechts kort her
innerd, hoe hij begon met het verkoopen
van kranten aan de stations, hoe hij zich
in zijn vrijen tijd ijverig bezighield mot na
tuur- en scheikunde, en hij, nadat hij had
geleerd, met een telegraaftoestel om te gaan,
telegrafist werd; hoe hij toen, dank zij zijn
uitvindingen en het geluk, menscben met
geld daar belang in te doen stellen, een
groot laboratorium kon sLichten, en hoe hij
nu al sedert jaren met een grooten staf in
genieurs altijd maar weer nieuwe uitvindin
gen doet.
EEN WONDER HET WIJN,
Een vermakelijke geschiedenis wordt ver
teld van een dorp, niet ver van de stad
Beaune, in de zonnige provincie Bourgon-
dië. De geliefde pastoor van de gemeente
was een ronde, kleine priester, die veel
hield van een goed glas wijn; en dus spra
ken de 'dorpsbewoners, meestal eigenaars
van kleine wijngaarden, met elkaar af, hem
een aangename verrassing te bereiden, door
een wijnvat, dat leeg achter in zijn tuin
lag, te vullen en hem dat bij gelegenheid
van zijn verjaardag aan te bieden. Ieder
zou zijn aandeel van den wijn brengen
en stilletjes 's nachts in het vat schenken.
Den volgenden morgen was het vat met
kransen en bloemen versierd. Alle vrien
den kwamen bijeen, en de voorzitter bood
het volle versierde vat met rooden wijn,
goeden echten Bourgogne, van geen bijzon
der merk, aan den verrukten priester aan.
Glazen werden gebracht, en met kreten
van„Lang leve de pastoor!" stonden allen
om hem heen, om op zijn gezondheid te
drinken; zijn oude huishoudster draaide de
kraan om, en liet het eerste glas volloopen,
maar, o, wonder boven wonder, de wijn
was zuiver helder water geworden.
Iedere slimme hoer had gedacht, dat zijn
aandeel water niet zou worden opgemerkt
in den wijn der anderen, maar de overeen
stemming hunner gedachten had een won-
Voor do moefcfer, totdat deze na een lang
ziekbed stierf.
De moeilijkste tijden waren nu achter
den rug. De broeders «hadden goed! gestu
deerd!. Hans was artó te Kiel1 en Gerhard
zou spoedig zijn proponents-examen doen.
Di'I'y was mi achttien jaren, had kort ge
leden het examen vöor onderwijzeres in do
handwerken met- goed! -gevolg afgelegd' en
moest nu toch spoedig verstandig worden en
leeren op zichzelf te staan. Dan zou Agnea
vriji worden zoo scheen liet in allo opzichten,
dat liet juiste oogemlMSk voor een weder
zien gdko-men was. Toentertijd! hadden de
groots san-art o-ver d'en dood' van. Kate en
later zijn zaiken ham verhinderd te komen.
Nit schreef hij urt H-ambfuag, dat hij, zoodira
hij. daar met zijn werk -gereed gekomen was,
naar Hadiershusen wildle komen.
Zij, legdb d'en brief in een lade Van dto
schrijftafel bij de vele, vetto brieVen», di'e Mj
haar in den- loop dier twaaif jaaren geschre
ven had. Toen- na -Kate's dood, Si-ad! -hij1 haar
Droedteriijik geantwoord! en in die moeielijike
tijdon hulp on -raad aangebodenXn do
laatste jaren, waren zijn "bw-eveni anders ge
worden hartelijker en vol' verlangen.
En zij -had evenzoo geantwoord! Of bij' hét
begrepen -had
"Vhig en lachend', jong «en sladk in het
blauwe japonnetje, met het bdondb Ina-air
door een rood lintje coquet opgebonden,
Ikwam toen OLcllË Dorentszen binnen.
Kom- toch eindelijk eens aan tafel, mijn
oudje, zeidfe zij. Hot menu! bestaat uit boo-
dor bewerkt, dat door den pastoor volstrekt
niet aardig werd gevonden.
PRESIDENT ROOSEVELï's BESCHRIJ
VING VAN ZIJN LAATSTEN
BERENJACHT.
President Roosevelt beschrijft in het Oc-
tobermimuior van een Amerikaanse!! tijd
schrift zijn laatsten berenjacht in Colorado
„Vroeg in den morgen braken wij op en
namen de 26 honden en 4 terriers mee.
Wij moesten eerst het spoor van den beer
zien te vinden, om te kunnen vaststellen,
waarheen hij was gegaan uit de streek waar
bij het laatst gezien was. Wij roden het
dal door en kropen met veel moeite tegen
de hellingen op, 0111 vriend Bruin op het
spoor te komen. De sneeuw lag hier en
daar drie voet hoog, do paarden zonken
er diep in weg en hadden de grootste
moeite er weer uit tc komen, terwijl wij
met de grootste inspanning achter elkaar
ftankropeu. Ongelukkig genoeg had het
's nachts hard gevroren, zoodat dc beer bij
het loopen over de hardbevroren sneeuw
slechts weinige 011 zeer onduidelijke sporen
had achtergelaten. Wij waren nu al ver
geefs het heele dal doorgekropen en waren
reeds een hollen weg overgestoken, die
naar een nieuw labyrinth van hoogtenen
laagten voerde, waar ons weer cindelooze
moeite in het zoeken van liet spoor scheen
te wachten. Daar liep mijn oude Jim, de
beste van onze jachthonden, plotseling naar
ééne zijde en scheen door een tevreden
snuffelen te kennen ie geven, dat het spoor,
dat hij gevonden had, versch was. Toen
sloeg hij aan en zoodra de andere honden
het heldere geblaf van hun aanvoerder
hoorden, ontstond bij het welbekende geluid
onder hen een groote opwinding. Jim zelf
bewaarde echter zijn kalmte en vervolgde
met volharding zijn weg, niets kon hem
nu van de ingeslagen richting terugbrengen.
Meteen werden de andere honden losgela
ten, die nu voortstormden, terwijl wij, uit
glijdend 011 in de sneeuw steken blijvend,
op de hoogte, die het ravijn insloot, voor
waarts gingen en in dezelfde lijn poogden
te blijven. Een paar mijlen ging het zoo
voorwaarts: dikwijls vallend, met moeite
opstaande, vervolgden wij onzen weg, tot
dat wij aan cenige steile hellingen kwa
men, die mot vergane dwergeiken begroeid
waren. Aan den rand van deze afgronden
maakten wij halt en keken naar boven van
het ravijn, waarin de bergstroom bruischte.
Tegenover ons verhief zich een hooge berg
groep met wild geboomte en struikgewas
begroeid, vol kloven en ravijnen, doorstroo
men uitgehold. Het was ongemeen moeilijk
daar hot spoor van den heer te volgen. De
honden verspreidden zich dadelijk en sto
ven in verschillende richtingen. Wij kon
den ze ternauwernood hooien, slechts nu
en dan weerklonk een heesch geblaf tot
ons door en nu en dan zagen wij ze als
mieren druk in de weer. rennen nu eens
een heuvel op, dan verdwijnend in een ra
vijn. Eindelijk hoorden wij een sterk geblaf,
cenige honden sloegen aan, het geblaf werd
sterker en sterker, toen de andere honden
bij die, welke het dier het eerst bereikt
hadden, kwamen.
Onmiddellijk na het heviger worden van
het geblaf zagen wij den beer ongeveer op
het midden van de tegenover ons liggende
berghelling, te voorschijn komen. De hon
den verdrongen zich alle om hem en heten
hem, als zij de kans schoon zagen. Hij
scheen klaarblijkelijk niet van plan te zijn,
in een boom te klimmen. Eerst zat hij op
een vooruitstekend rotspunt, door de hon
den omringd. Zijn zwart glinsterend vel kon
den wij duidelijk zien. Vervolgens stond hij
op en beproefde door te breken.
Het was een groot, buitengewoon sterk
dier, dat zich slechts zwak tegen de aan
vallen der blaffende honden verdedigde,
alsof het zich, van zijn kracht welbewust,
met zulke tegenstanders niet wilde meten.
Daar dc honden reeds vele uren achter
hem aan hadden gezeten en er op de hel
ling geen water was, vreesden wij, dat zij
geheel uitgeput zouden zijn en het dier
nen en ik verga van- dien honger. Zog. er
ontbreekt nog maar een halve- graad aan do
tachtig en ik zou zoo verscihiriik!keiEjlk
■graag die -les iin het handkrerkan van middag
niet geven en met Hermann Thitezo uit
roeien -gaan. Zou het niet gaan AigncüT
„Kind, komi eens bijl mijl," zeiidb Agues.
Er lag iets -weeiks dn haar stem. Z-ij! had
juist er aan gedacht, -dat zij dit kin'd! nu
spoedig zou moeten verlaten.
Liilli bemerkte terstond', dat. er iets bij
zonders op handen was. „Komt Detllev* Dir-
kens?" vroeg zij haastig.
„Hij, lis in Hamburg -en ko-mt zoo spoodiig
mogekijje bij! ons. 'Misschien vandaag of
morgen reeds.
,.Hosra,« oudje, docth eindelijk eens een
ikiloino afwisseling in ons zondig vervelend'
bestaan. Nou, nou, dio zal zich! over anij
vei'bazen. Ik hoop nu maair, dat hij', mij
niet meer poppen of bonhk>ns nredbrengt,
maar iets degelijks voor vo-HwaEsem men-
sdhlen. Dus is «hij roods to Hamburg;? Dan
ikan hij vanmiddag met den, trein, van vijf
u-ur .nog komen. Pas op, oudje, dan komt
hij, want .hij heeft natunriijk een ontzet
tend verlangen naar jou. Je behoeft niet
terstond dat «afsohuwelijik-e leerareagezidht
to zetton mot die hond-erd! ü'eelijtke groeven
integendeel je moet mooi- zijn, wanneer
hij) komt en dlio nieuwe! Bliauwo ja.pon aan
trokken en je "dfoor miijl laten friseeaen."
„En mijl varrmididag in do school belache
lijk «molkenzeifdfe AgneS. Zij «ugerde er
zich over, (dat bet flrind ireeds weder haar
niet Vanger konden tegenhouden. Wij reden
dus zoo hard als wij konden, om hij hen
te komen. Het was een heele toer, de hel
ling le beklimmen, vooral omdat - wij onze
paarden hij den teugel mee moesten voeren.
Eindelijk* waren wij boven. Toon wij hem
vanaf dc rots, waarop wij stonden, op een
vooruitstekende klip zagen, wilde hij juist
door de honden' heenbreken. Hij sloeg met
zijn klauw naar den moedigste der honden,
die bij hem durfde komen. Daar de gehcele
troep hem omringde, kon ik mijn geweer
geen minuut lang op hem gericht houden.
Toen hij zich plotseling oprichtte, zag ik
het adders te deel van zijn lichaam en loste
een schot. Do kogel verbrijzelde hem do
heupen en hij rolde de helling af. De hon
den hieven een zegevierend gehuil aan en
snelden hem na, doch hij leefde nog en
kon onder de honden verwoesting aanrich
ten. waarom ik het noodig achtte hem te
dooden. Ik verliet mijn plaats en kroop
naar de helling, waarvan hij afgestort was.
De heer was op den bodem dor kloof ge
vallen en richtte zich met zijn voorpoolen
op, doch een tweede kogel verbrijzelde hem
don ruggegraat lusschcn de schouders en
hij viel levenloos neer
Een aap als kassier.
Siami is in vdfo opzrtóhton een Wonderlijk
land, maar'het wonderlijkste is wall da wiijze,
waarop 4 do meusöhen daar gebruik mialkon
van apen. Sonrmligen van db grootste soort
worden door Siaineesehiö kooplieden ge
houden can dienst to dbön als kassiers. Zij
fhouideu natuaiirlijlk de kaslboeken met aan.
daartoe zou zciïfs -da meest mtelfigante
aap niet in staat zijn maar zij! vervullen
dbsniettcgenstaand'e oen zeer belangrijke
taak dooi- het ontdekken van aillo vailscih'o
muntstukken.
Er zijn in Saam zoon Veel valsdko munt
stukken in omloop en Vellen daarvan zijl"
zoo handig naigemiaiakt, d'at men zo niet van
dö -echte kan onderscheiden. Het geivolig is,
dat do Ikoopli'ed'en diikwijlts feedlrageu uit
komen.
Op dit gebied i's het nu, dat do apen hun
talenten toon en. Zij ontddkken het verschil
onmiddellijk. Een muntstuk, dot do koop
man ontvangt, wordt den aap, die naast
h'etin neemgch-uirikt is, toegestoken. Do aap
steekt hot dn zijn 'bek 0x1 proeft het niet
dbn 'grootsten ernst. Ind'icn, lh!et iniuntstulk
goed is. dan legt het dier het in eon 'bakje
naast blom. In het tegenovergestelde geval
werpt de aap het luid' brommende Van zich.
Hoe hiiji het verschil proeft, is niot to be
grijpen. Maar hot is oen feit, dat bij zich
nooit vergist en tenminste in dat opzicht
de meerdere van den mensch in.
„Kwam de loodgieter vandaag om naar
de buizen le kijken?"
„Ja."
„Wat zei bij?"
„Hij zei, dat er niets arm mankeerde,
maar dat hij dat gauw kon verhelpen."
„Het is vreemd, hoe oneerbiedig een
vrouw soms over haar man kan spreken.
Mevrouw Jansen noemde haar man dezer
dagen een armen dwaas."
„Och, dat is niet mogelijk! Zij aanbidt
hem juist.
„Het is toch, waar. Zij sprak over den
tijd, toen hij haar het. hof maakte," on zij
zei: „Jan's hart brak bijna, toen hij dacht,
dat ik nooit zijn vrouw zou worden en ik
was al dien tijd verliefd op den armen
dwaas,"
Jonge man (die bij zijn thuiskomst zijn
vrouw, aan 'twerk vindt). „Zoo kook je zeif?
Vertel mij eens wat je maakt, Marie."
Marie. „Je moet niet zoo nieuwsgierig
zijn. Ik weet zelf niet, wat. het zal wei
den."
IN EEN WINKEL.
Mevrouw A. „Daar zag ik een minuut
geleden, het liefste, aardigste, mooiste kind
je, dat er bestaat."
Mevrouw B. „Wat, wilt u me vertellen,,
dat die domme kindermeid mijn lieveling
eigene sbJEe gedachten genaden had'. Laat
die grappen nu blijven, D'3!-i, ik moet van-
mjididag no-g Franscih'e les in da «msto kliasso
geven en jij| geeft natmurl-ijlk ook je les ïrt
het -handwerken."
„Overigens ikon je je w-ett wat ordonte-
Kiker Ikiteaden en ja haar wat netter op
steken."
„J-a«, dhdelijlk imaak je oVdr mdjtiii toilet
maar niet bezorgd!, ik ziaï Dettóv Dirkens
•heel feestelijk, ontvangen. En "ga nu mBa
eten en zet geen b'oos gezicht; je- weet niet
hoe leeffijik je d-at maakt. Oïiü.
Öp den -wamnen- midjdiag wast een zwoele
avond' -gevolg^1. «Het wad een, zwaar werk ge
weest, de bustoloozö, tnagé batkvisdhjes les te
geven. 'En toen Agues Lonen tszen moe en
-afgemat, een beetje aust wiiidlo nemen, en
wat ontspanning zoeken, was o-'p eons Detïov
Dirkens in haar k-aimor gteko-men.
Nu was de op-windllng 011 db onzekerheid
van do eerste oogenb&k-e-n voorbij-. Hij zat
tegenover «tiaar aan de schrijftafel ön zij!
spraken met elkaar over alle-nl-ei Verstan
dige onderworpen, over .ha-ar broers ©11 Iran.
work, van zijn overtocht, van db laatste
storigevaMen in Haderaihusen, alleen van «d'at
eene, waarbij! «al ilnët «aindbre toch zoo klei!»
en onbodiuild'eudl scheen, spr-aken zijl niet.
Intussclion zageni ze- ollkiaar telkens half
Verlegen Van terzijde aan en vartwondaridbn
zicih dian, dat zij, trots ailllb goed© voor
nemens van elkaar vervroeond! wawein, dfcut
zijl verandterd en oud.' gewomdbn waren. Dot-
•lov Dirkens -wards onrustig; biji liep d'&
op -ccn dag als vandaag buiten durfde bren
gen?"
„Jk ben verrukt over mijn verblijf bij
don baron. 0, mijn waarde, wat een
prachtige schilderijeni"
„Oude of nieuwe?"
„Drie duizend patrijzen en dubbel zooveel
fazanten I"
„ls liet waar, Papa, dat men in Amerika
geen dieven toelaat?"
„Dat wil zeggen, mijn jongen, dat zij
naar het voorbeeld der Spartanen de onhan-
digen die zich hebben laten snappen, ver
bannen."
FANTASIEKNOOPEN.
De japonnen worden nu veel versierd met
knoopen, De schitterende kleine emailknoo-
pen staan heel goed, ook worden zoveel van
kristnl gedragen. Geborduurdekuoopen zijn
van den winter in den smaak en deze heb
ben liet groote voordeel, dat zij thuis ge
maakt kunnen worden, en dus binnen het
bereik vallen van iedere vrouw, die goed
niet de naald kan omgaan.
HOUTEN KN00PEN.
Houlen knoopen zulten veel opgang ma
ken. Men moet ze zien, 0111 erover te kun
nen oordeclon, maar er zijn prachtige soor
ten onder. Ik weet niet, wat dc mooiste
zijn, de gladde ebbenhouten, of de eiken
houten, of de uitgesneden knoopen. Zij
worden 1111 niet alleen gebruikt om de japon
te sluiten, maar als garneersel, en als dit
gebeurt, op een „meer dan ooit in den
smaak vallend" alpaca pakje is hel. effect
bijzonder chic.
MODE IN GARNEERSELS.
Dit jaar wordt veel werk van garneer
sels gemaakt; men heeft versierselen van
goud, van zilver en van koslbarc sleonen.
Ook wordt veel genomen goud- en zilver
laken. ook wel goud en zilver door elkaar.
Dc mooiste hoeden hebben rozetten van
deze slof en veel .losephine-japons zijn mol
goud of zilver versierd. Goud- en zilver
laken wordt ook gebruikt «als linj. terwijl
kmlonwcrk in allerlei mooie kleuren, ook
zijn rol specll in de wereld der garneersels.
EEN STAALTJE VAN VERSTROOIDHEID.
In 1879 schreef Ardili een ode, die in
het „Kristallen Paleis" zou worden gezon
gen, ter viering van bel twintigjarig bestaan
daarvan. Hij leidde zelf de opvoering, on
liep dn de pauze door de gangen, toen een
in het zwart gekleede juffrouw plotseling
tegenover 'den componist en zijn vrouw
Stond. Zij hoog zeer 'diep, terwijl de mu
sicus zijn hand uitstak, die zij hartelijk
greep. De juffrouw was zeer uitbundig in
haar lof over de muziek, on nadat zij den
bekwamen dirigent bad verlaten, vroeg deze
zijn vrouwof zij zijn bewonderaars Ier
kende.
..Natuurlijk!" zei mevrouw Ardili, „zag
je dan niet, dat het onze keukenmeid was
MOOIE VOETEN.
Geloof nooit, dat voeten grooter worden,
als men passende schoenen draagt. Als
men ze in te nauwe schoenen wringt, wor
den ze niet alleen niet grooter, maar ook
misvormd. Een natuurlijk gebruik van alk-
spieren houdt ze goed van vorm.
ZWAKKE ENKELS.
Zwakke enkels moeten 's morgens en
's avonds gewasschen worden met koud wa
ter, waarin een handvol ruw zout is opge
lost. Dan moeten ze worden afgedroogd en
een kwartiertje lang gewreven. .Door deze
behandeling zullen do spieren krachtig
worden,
Palmen en varens moet men eens in de,
week in een emmer water zetten en ze
daar een half uur laten staan. Het water
kaïmeir o-p em neer. Hij lachte er om dlat zij
zijn igesciheniken zoo zonigvuildliig ihacl b-ewaaddt
Eindelijk stond! hij voer de sofa« stil en zag
naatr dö beeltenis van h-ct sclhoono jong1®
nvoisje rnrt dsn zijdea ahmf. Eu ilïior in d©
oudb omgeving- toefde db jarenlang vergeten
smart no-g eenmaal in hemrn op, dat zooveel
jeu-gd! en sclboon-hci'd! norit die zijne gewor-
dleim waren
„Ifc zal Dili zogganv dat jo gekomen
bent," zei Agncs ©11 ging zaeihfcjes d'o kamar
nit. Toen liij) do oogeu va«n do schilderij) af
wendde stond i n icfa d'enr eetn an diere, jonge
blonde vldrscihijmnig, dlo zoo storiki op Juaïut-
gestorven zuster g'etadk, d'at bij, er eenst Van
gdlrrikbe-, daarna ondfenvon-dl Mjl een over-
weilkl! 'gem-da vtteugdo, dlat zooveel licftallig-
ilfepd nog op de we-retd gevonden kon wor
den.
Liilli Wist d'at hij' was aangetkoaweim 011 had
zirih dladblijjlc o-p haar «kaancr -wat opgeknapt.
Zijl dïroeg een wit japonnetje, <dht Agues
-haar -anders slechts Zondag» toestond! to
dragen, en Haanv© lonten in haar en om «het
middel. Zij bloos/dö -e-nt was vtótogen, maar
koel Oie-ftaillflg, toon zij! Doble-v dö ha«ndi toö-
stalk en ham welkom heette.
Het was njet Liilii's bedoeling geveest
baar zmtetoi;. weit haar donkere sahooljaipon
zoo -geheel in don- schaduw te stdillfon. Z-ij
kon er niets aan- «doen, dlat zij steeds vroo-
lijiker c-ii opgeweiktor vard', toon zij aan het
avondeten zaten en hij baar ma.or aanzag on
naar haar gesnap- Ihisterdla DiJ! Loronlszon
verstond d© kunst zdch te faten bewondb-
tnrwr»;a
moet heel eventjes verwarmd worden, zoo- 'f
dat het de temperatuur hooft van do la
met', waarin men de planten houdt Als
het kan, moeien de bladen ook in water
staan, anders moet men zo met een natte
spons goed afvegen.
VERSTANDIGE HUISVROUWEN.
Een huisvrouw, die volgens Vetten oven
streng als die van dc Perzen,en Mede»
wil hecrschon, zal haar huisgezin, vooral
de kinderen, van zich afstootcn. Opgewekt,
beid en een prettige omgeving moeten doel
uitmaken van een goede opvoeding. l,ej()t
de kinderen, maar wees niet tc slten»
Denk, dat ze nog niet volmaakt, kunneii i
zijn en nog moeten leeren.
HOE MEN, ZIJN MAN KAN REGEER EN
Een vrouw hoeft niet knap te zijn, om
haar man Le regecron, tenzij met knap be-
doekt wordt verstandig; evenmin hoeft zij
een betere opvoeding Ie hebben genoten
Dit laatste zou er haar waarschijnlijk toé
brengen, otn op onaangename, hem prik
kelende manier de baas te willen spelen
wat noodlottig voor hun geluk zou zijn. Heel
weinig huwelijken zijn gelukkig, als de
vrouw do meerdere is van den man.
„Ik ken heel knappe mannen, weten
schappelijke en letterkundige mannen, van
groote bekwaamheid," schreef Max O'reli
eens, die zich geheel laten rogceren door be
koorlijke gansjes, die liet geluk hebben, de
meest benijdbare van alle gaven te bezitten
versland, kieschhcid, onbaatzuchtigheid en
een goed humeur. Deze mannen vinden die
regeoring hunner vrouwen een genot.
BELEEFDHEID EX ZIEKTE.
Haparamlc, een sladje' in Zweden, is plot-
sel-ing bekend geworden door een zeldzame
daad van zijn vrouwelijke bewoners. Toen
zij uit statistieken luidden gezien, dal in
den winter verkoudheden, kiespijn en in
fluenza voel meer heertellende waren on
der mannen dan onder vrouwen, besloten
de dames van de plaats, do heotcn 's win
ters le ontslaan van de verplichting, hun
hoeden voor haar af te nemen. Er v\crd
aangekondigd, dal in liet koude jaargetijde
de dames slechts een militairen goel ver
langden.
ZIJN VROUWEN EVEN NETJES
ALS MANNEN?
Terwijl vrouwen in sommige opzichten hij
zonder precies zijn, zijn ze in andere dingen
lang niet zoo netjes als mannen. Zelfs hot
fijnste salondamctjc is niet zoo keurig op
haar kraagje en dasje als iedere doodge
wone man van zaken, die tenminste iedoren
dag schoon linnen aamloet. Een vromv te-
kijkt haar kraag 011 manchetten nog eens
en vindt dan, dat zo nog wel mee kunnen,
in plaats van zc naar do wnschvromv tc
sturen. Hetzelfde kan helaas ook maar al
te dikwijls van haar blouses en linten gezegd
worden
NIEUWE PUNCTUATIE.
Sir Francis Burnand, de uitgever van
Punch, vertelt de volgende geschiedenis
over zijn grootmoeder:
„Als deze aan haar getrouwde kinderen
schreef, zond zij allergezelligste brieven
alleen kon zij niet overweg met de punctua
tie. Dit was wol eens lastig en een van
haar dochters onderhield er haar over. Dc
moeder beloofde, voortaan aan de teekens
te denken.
De volgende brief, dien haar dochter
ontving, verschikte alleen in zooverre van
de vorigen, dal hij geheel zonder teckcnr,
was geschreven.
„0, nu is het erger dan ooit,"' zuchtte
de tante van Sir Francis, en zij was van
plan, den brief ongelezen ter zijde te leg
gen, toen haar oog viel op een los stukje
papier, dat hij den brief was gevoegd.
„Wat is dat?", riep zij uit. Daar waren
rijen van allerlei teekens en daaronder deze
uitlegging: „.Te klaagt erover, lieve kind,
dat ik niet cenigepunten schrijf in
de brieven, die ik je stuur... Ilr zend je
ran, d'an was z.ij oigcnlijSc in iha.a.r otoanont.
En zij, lette or geen oogenlblik op, dlat Agn<*
er heel! moe en bleek ai-itzag en voortdurend
stiller word. Toen bijj 's avondls was avog-
■g-cgaa-n cn arihtor do o-udc- JmisdbuiT oen
k-loin blank llranidjje 'heel! 'king (had- vastge-
ihoaid'a-n, en beloofd had «morgen sets teei
moois ante© te- b-re-mgen, 3!ag Lillf dton 'litaiiVeo
wiiciht Maas" walkkor Van Mïjldsdluup. Hijl
zoo Dink en- intorscSMrb en ook no-g nlst
zoo vroeselijik oud. nog geen vetert'g. E11 ui
.Japan LJhoctTt zij igcon handwerkles to gs"
ven en de zon scilveen «ar altijd. LiUi moest
engcnis wonen, We af d'o zon schoen. Agn«,
ja«, «dlio pastei «goed1 bijj -Iladfenyimisenzij lia'^
iraa.r söhool! on haar -pi'lciht 011 had do ®n
niet noodig!
Het -ging, zooals liet gaan moestAgn®
Do-rontzcn g'eivoaldb, d'at avenal's jaren gt"
Icd'en haatr- fovcinsgelnfk: op li'et spelt stond-
d-'at 'hot ditmaal- om .haar -allaii-aatsta ka»s
op golhlk cn liefde gjiing.
Maar zijl was) in déze twaalf jaa'CU Icmö1"
tigca- geworden. Do oude- rector was tovi®-
dtan gawoest over zijn oudste dbehtor. Meer
d'an zijin tossen van ontbering on) ontlio»
tiling flii'tolp haa«r do trotss, die ha-ar niet toe
stond dbn «m-an cn htet teintf te toonen, ill*®
zei todi on db steinko moedtarijjko- b'efd0
«haar jonger© zu&tcir, stol'db hnar in staat
gönegcnhöild te bragrijpon, die bij, dit lm'
toodiro-o-g. Zich anot hen to verheugen', to
zoov'or «kon zij hot «dbao kocir nl'ot brongen.
slleichte tot oen wa-aatliigb vcnvulffing! W
«hondoid! grooto en Kleine plichten, die luw