VOOR DAMES. PALMEN EN VARENS. Be gloeilamp bijv. was reeds uitgevon den voor Edison's geboorte. Hij werd den lOden Februari 1847 geboren, terwijl reeds in het jaar- 1S38 Jobard in Brussel liet plan opvatte, den electrisclion stroom 200 voor verlichting te gebruiken, dat men oen dun kelenstanfje in een luchtledige ruimte door don stroom tot gloeien en dus tot licbtgeven brengten zijn leerlingde Changy, spoedig 'daarna zulk een lamp sa menstelde. blaar vele jaren moesten nog voorbijgaan en talrijke uil vinders moesten met nog minder goed gevolg beproeven, een gloeilamp te vervaardigen, vóór Edison do zaak in handen nam. E11 eerst in heL jaar 1S79 gelukte het. hem, de eerste praotischc verlichting tot stand te brengen, die me thode aan te geven, die nu door de gehcele wereld word t toegepast. Deze geschiedenis is kenschetsend voor Edison's uitvindingen. Nergens vinden wij hem als haanbreker, maar steeds is hij dc persoon, die 'de zaak tot een goed einde brengt. Zijn tegenstanders zijn heul daar over wel eens hard gevallen, maar ten on rechte. Bok hiervoor is genie noodig. Genia liteit heeft men niet alleen noodig tot uit vinden in den engercn zin, maar ook tot het uitwerken van anderer denkbeelden. Eu hoeveel ideeën heeft Edison zoo uitge werkt! Laat ons alleen even noemen de phonograaf en do kinematograaf, en eraan herinneren, dat hij de eerste was, die een electrische centrale bouwde, dat de elec- trischc trams, waarvan do eerste door Sie mens en ITalske in 1SS0 werd aangelegd, toch eerst meer'in gebruik kwamen, nadat Edison en andere Amerikanen er sleden van hadden voorzien. Ofschoon dc Duitsche firma voorging, bleef het in Duitschland nog lang bij één proef, terwijl in Amerika reeds vier jaar 11a de imiclrting van Edison's lijn 22 elec trische tramlijnen waren aangelegd, een jaar later al 52 en in 1S91 hei aantal meer dan 500 bedroeg. De levensgeschiedenis van dezen buiten gewoon practischen man is al. dikwijls verteld. Hier wordt dus slechts kort her innerd, hoe hij begon met het verkoopen van kranten aan de stations, hoe hij zich in zijn vrijen tijd ijverig bezighield mot na tuur- en scheikunde, en hij, nadat hij had geleerd, met een telegraaftoestel om te gaan, telegrafist werd; hoe hij toen, dank zij zijn uitvindingen en het geluk, menscben met geld daar belang in te doen stellen, een groot laboratorium kon sLichten, en hoe hij nu al sedert jaren met een grooten staf in genieurs altijd maar weer nieuwe uitvindin gen doet. EEN WONDER HET WIJN, Een vermakelijke geschiedenis wordt ver teld van een dorp, niet ver van de stad Beaune, in de zonnige provincie Bourgon- dië. De geliefde pastoor van de gemeente was een ronde, kleine priester, die veel hield van een goed glas wijn; en dus spra ken de 'dorpsbewoners, meestal eigenaars van kleine wijngaarden, met elkaar af, hem een aangename verrassing te bereiden, door een wijnvat, dat leeg achter in zijn tuin lag, te vullen en hem dat bij gelegenheid van zijn verjaardag aan te bieden. Ieder zou zijn aandeel van den wijn brengen en stilletjes 's nachts in het vat schenken. Den volgenden morgen was het vat met kransen en bloemen versierd. Alle vrien den kwamen bijeen, en de voorzitter bood het volle versierde vat met rooden wijn, goeden echten Bourgogne, van geen bijzon der merk, aan den verrukten priester aan. Glazen werden gebracht, en met kreten van„Lang leve de pastoor!" stonden allen om hem heen, om op zijn gezondheid te drinken; zijn oude huishoudster draaide de kraan om, en liet het eerste glas volloopen, maar, o, wonder boven wonder, de wijn was zuiver helder water geworden. Iedere slimme hoer had gedacht, dat zijn aandeel water niet zou worden opgemerkt in den wijn der anderen, maar de overeen stemming hunner gedachten had een won- Voor do moefcfer, totdat deze na een lang ziekbed stierf. De moeilijkste tijden waren nu achter den rug. De broeders «hadden goed! gestu deerd!. Hans was artó te Kiel1 en Gerhard zou spoedig zijn proponents-examen doen. Di'I'y was mi achttien jaren, had kort ge leden het examen vöor onderwijzeres in do handwerken met- goed! -gevolg afgelegd' en moest nu toch spoedig verstandig worden en leeren op zichzelf te staan. Dan zou Agnea vriji worden zoo scheen liet in allo opzichten, dat liet juiste oogemlMSk voor een weder zien gdko-men was. Toentertijd! hadden de groots san-art o-ver d'en dood' van. Kate en later zijn zaiken ham verhinderd te komen. Nit schreef hij urt H-ambfuag, dat hij, zoodira hij. daar met zijn werk -gereed gekomen was, naar Hadiershusen wildle komen. Zij, legdb d'en brief in een lade Van dto schrijftafel bij de vele, vetto brieVen», di'e Mj haar in den- loop dier twaaif jaaren geschre ven had. Toen- na -Kate's dood, Si-ad! -hij1 haar Droedteriijik geantwoord! en in die moeielijike tijdon hulp on -raad aangebodenXn do laatste jaren, waren zijn "bw-eveni anders ge worden hartelijker en vol' verlangen. En zij -had evenzoo geantwoord! Of bij' hét begrepen -had "Vhig en lachend', jong «en sladk in het blauwe japonnetje, met het bdondb Ina-air door een rood lintje coquet opgebonden, Ikwam toen OLcllË Dorentszen binnen. Kom- toch eindelijk eens aan tafel, mijn oudje, zeidfe zij. Hot menu! bestaat uit boo- dor bewerkt, dat door den pastoor volstrekt niet aardig werd gevonden. PRESIDENT ROOSEVELï's BESCHRIJ VING VAN ZIJN LAATSTEN BERENJACHT. President Roosevelt beschrijft in het Oc- tobermimuior van een Amerikaanse!! tijd schrift zijn laatsten berenjacht in Colorado „Vroeg in den morgen braken wij op en namen de 26 honden en 4 terriers mee. Wij moesten eerst het spoor van den beer zien te vinden, om te kunnen vaststellen, waarheen hij was gegaan uit de streek waar bij het laatst gezien was. Wij roden het dal door en kropen met veel moeite tegen de hellingen op, 0111 vriend Bruin op het spoor te komen. De sneeuw lag hier en daar drie voet hoog, do paarden zonken er diep in weg en hadden de grootste moeite er weer uit tc komen, terwijl wij met de grootste inspanning achter elkaar ftankropeu. Ongelukkig genoeg had het 's nachts hard gevroren, zoodat dc beer bij het loopen over de hardbevroren sneeuw slechts weinige 011 zeer onduidelijke sporen had achtergelaten. Wij waren nu al ver geefs het heele dal doorgekropen en waren reeds een hollen weg overgestoken, die naar een nieuw labyrinth van hoogtenen laagten voerde, waar ons weer cindelooze moeite in het zoeken van liet spoor scheen te wachten. Daar liep mijn oude Jim, de beste van onze jachthonden, plotseling naar ééne zijde en scheen door een tevreden snuffelen te kennen ie geven, dat het spoor, dat hij gevonden had, versch was. Toen sloeg hij aan en zoodra de andere honden het heldere geblaf van hun aanvoerder hoorden, ontstond bij het welbekende geluid onder hen een groote opwinding. Jim zelf bewaarde echter zijn kalmte en vervolgde met volharding zijn weg, niets kon hem nu van de ingeslagen richting terugbrengen. Meteen werden de andere honden losgela ten, die nu voortstormden, terwijl wij, uit glijdend 011 in de sneeuw steken blijvend, op de hoogte, die het ravijn insloot, voor waarts gingen en in dezelfde lijn poogden te blijven. Een paar mijlen ging het zoo voorwaarts: dikwijls vallend, met moeite opstaande, vervolgden wij onzen weg, tot dat wij aan cenige steile hellingen kwa men, die mot vergane dwergeiken begroeid waren. Aan den rand van deze afgronden maakten wij halt en keken naar boven van het ravijn, waarin de bergstroom bruischte. Tegenover ons verhief zich een hooge berg groep met wild geboomte en struikgewas begroeid, vol kloven en ravijnen, doorstroo men uitgehold. Het was ongemeen moeilijk daar hot spoor van den heer te volgen. De honden verspreidden zich dadelijk en sto ven in verschillende richtingen. Wij kon den ze ternauwernood hooien, slechts nu en dan weerklonk een heesch geblaf tot ons door en nu en dan zagen wij ze als mieren druk in de weer. rennen nu eens een heuvel op, dan verdwijnend in een ra vijn. Eindelijk hoorden wij een sterk geblaf, cenige honden sloegen aan, het geblaf werd sterker en sterker, toen de andere honden bij die, welke het dier het eerst bereikt hadden, kwamen. Onmiddellijk na het heviger worden van het geblaf zagen wij den beer ongeveer op het midden van de tegenover ons liggende berghelling, te voorschijn komen. De hon den verdrongen zich alle om hem en heten hem, als zij de kans schoon zagen. Hij scheen klaarblijkelijk niet van plan te zijn, in een boom te klimmen. Eerst zat hij op een vooruitstekend rotspunt, door de hon den omringd. Zijn zwart glinsterend vel kon den wij duidelijk zien. Vervolgens stond hij op en beproefde door te breken. Het was een groot, buitengewoon sterk dier, dat zich slechts zwak tegen de aan vallen der blaffende honden verdedigde, alsof het zich, van zijn kracht welbewust, met zulke tegenstanders niet wilde meten. Daar dc honden reeds vele uren achter hem aan hadden gezeten en er op de hel ling geen water was, vreesden wij, dat zij geheel uitgeput zouden zijn en het dier nen en ik verga van- dien honger. Zog. er ontbreekt nog maar een halve- graad aan do tachtig en ik zou zoo verscihiriik!keiEjlk ■graag die -les iin het handkrerkan van middag niet geven en met Hermann Thitezo uit roeien -gaan. Zou het niet gaan AigncüT „Kind, komi eens bijl mijl," zeiidb Agues. Er lag iets -weeiks dn haar stem. Z-ij! had juist er aan gedacht, -dat zij dit kin'd! nu spoedig zou moeten verlaten. Liilli bemerkte terstond', dat. er iets bij zonders op handen was. „Komt Detllev* Dir- kens?" vroeg zij haastig. „Hij, lis in Hamburg -en ko-mt zoo spoodiig mogekijje bij! ons. 'Misschien vandaag of morgen reeds. ,.Hosra,« oudje, docth eindelijk eens een ikiloino afwisseling in ons zondig vervelend' bestaan. Nou, nou, dio zal zich! over anij vei'bazen. Ik hoop nu maair, dat hij', mij niet meer poppen of bonhk>ns nredbrengt, maar iets degelijks voor vo-HwaEsem men- sdhlen. Dus is «hij roods to Hamburg;? Dan ikan hij vanmiddag met den, trein, van vijf u-ur .nog komen. Pas op, oudje, dan komt hij, want .hij heeft natunriijk een ontzet tend verlangen naar jou. Je behoeft niet terstond dat «afsohuwelijik-e leerareagezidht to zetton mot die hond-erd! ü'eelijtke groeven integendeel je moet mooi- zijn, wanneer hij) komt en dlio nieuwe! Bliauwo ja.pon aan trokken en je "dfoor miijl laten friseeaen." „En mijl varrmididag in do school belache lijk «molkenzeifdfe AgneS. Zij «ugerde er zich over, (dat bet flrind ireeds weder haar niet Vanger konden tegenhouden. Wij reden dus zoo hard als wij konden, om hij hen te komen. Het was een heele toer, de hel ling le beklimmen, vooral omdat - wij onze paarden hij den teugel mee moesten voeren. Eindelijk* waren wij boven. Toon wij hem vanaf dc rots, waarop wij stonden, op een vooruitstekende klip zagen, wilde hij juist door de honden' heenbreken. Hij sloeg met zijn klauw naar den moedigste der honden, die bij hem durfde komen. Daar de gehcele troep hem omringde, kon ik mijn geweer geen minuut lang op hem gericht houden. Toen hij zich plotseling oprichtte, zag ik het adders te deel van zijn lichaam en loste een schot. Do kogel verbrijzelde hem do heupen en hij rolde de helling af. De hon den hieven een zegevierend gehuil aan en snelden hem na, doch hij leefde nog en kon onder de honden verwoesting aanrich ten. waarom ik het noodig achtte hem te dooden. Ik verliet mijn plaats en kroop naar de helling, waarvan hij afgestort was. De heer was op den bodem dor kloof ge vallen en richtte zich met zijn voorpoolen op, doch een tweede kogel verbrijzelde hem don ruggegraat lusschcn de schouders en hij viel levenloos neer Een aap als kassier. Siami is in vdfo opzrtóhton een Wonderlijk land, maar'het wonderlijkste is wall da wiijze, waarop 4 do meusöhen daar gebruik mialkon van apen. Sonrmligen van db grootste soort worden door Siaineesehiö kooplieden ge houden can dienst to dbön als kassiers. Zij fhouideu natuaiirlijlk de kaslboeken met aan. daartoe zou zciïfs -da meest mtelfigante aap niet in staat zijn maar zij! vervullen dbsniettcgenstaand'e oen zeer belangrijke taak dooi- het ontdekken van aillo vailscih'o muntstukken. Er zijn in Saam zoon Veel valsdko munt stukken in omloop en Vellen daarvan zijl" zoo handig naigemiaiakt, d'at men zo niet van dö -echte kan onderscheiden. Het geivolig is, dat do Ikoopli'ed'en diikwijlts feedlrageu uit komen. Op dit gebied i's het nu, dat do apen hun talenten toon en. Zij ontddkken het verschil onmiddellijk. Een muntstuk, dot do koop man ontvangt, wordt den aap, die naast h'etin neemgch-uirikt is, toegestoken. Do aap steekt hot dn zijn 'bek 0x1 proeft het niet dbn 'grootsten ernst. Ind'icn, lh!et iniuntstulk goed is. dan legt het dier het in eon 'bakje naast blom. In het tegenovergestelde geval werpt de aap het luid' brommende Van zich. Hoe hiiji het verschil proeft, is niot to be grijpen. Maar hot is oen feit, dat bij zich nooit vergist en tenminste in dat opzicht de meerdere van den mensch in. „Kwam de loodgieter vandaag om naar de buizen le kijken?" „Ja." „Wat zei bij?" „Hij zei, dat er niets arm mankeerde, maar dat hij dat gauw kon verhelpen." „Het is vreemd, hoe oneerbiedig een vrouw soms over haar man kan spreken. Mevrouw Jansen noemde haar man dezer dagen een armen dwaas." „Och, dat is niet mogelijk! Zij aanbidt hem juist. „Het is toch, waar. Zij sprak over den tijd, toen hij haar het. hof maakte," on zij zei: „Jan's hart brak bijna, toen hij dacht, dat ik nooit zijn vrouw zou worden en ik was al dien tijd verliefd op den armen dwaas," Jonge man (die bij zijn thuiskomst zijn vrouw, aan 'twerk vindt). „Zoo kook je zeif? Vertel mij eens wat je maakt, Marie." Marie. „Je moet niet zoo nieuwsgierig zijn. Ik weet zelf niet, wat. het zal wei den." IN EEN WINKEL. Mevrouw A. „Daar zag ik een minuut geleden, het liefste, aardigste, mooiste kind je, dat er bestaat." Mevrouw B. „Wat, wilt u me vertellen,, dat die domme kindermeid mijn lieveling eigene sbJEe gedachten genaden had'. Laat die grappen nu blijven, D'3!-i, ik moet van- mjididag no-g Franscih'e les in da «msto kliasso geven en jij| geeft natmurl-ijlk ook je les ïrt het -handwerken." „Overigens ikon je je w-ett wat ordonte- Kiker Ikiteaden en ja haar wat netter op steken." „J-a«, dhdelijlk imaak je oVdr mdjtiii toilet maar niet bezorgd!, ik ziaï Dettóv Dirkens •heel feestelijk, ontvangen. En "ga nu mBa eten en zet geen b'oos gezicht; je- weet niet hoe leeffijik je d-at maakt. Oïiü. Öp den -wamnen- midjdiag wast een zwoele avond' -gevolg^1. «Het wad een, zwaar werk ge weest, de bustoloozö, tnagé batkvisdhjes les te geven. 'En toen Agues Lonen tszen moe en -afgemat, een beetje aust wiiidlo nemen, en wat ontspanning zoeken, was o-'p eons Detïov Dirkens in haar k-aimor gteko-men. Nu was de op-windllng 011 db onzekerheid van do eerste oogenb&k-e-n voorbij-. Hij zat tegenover «tiaar aan de schrijftafel ön zij! spraken met elkaar over alle-nl-ei Verstan dige onderworpen, over .ha-ar broers ©11 Iran. work, van zijn overtocht, van db laatste storigevaMen in Haderaihusen, alleen van «d'at eene, waarbij! «al ilnët «aindbre toch zoo klei!» en onbodiuild'eudl scheen, spr-aken zijl niet. Intussclion zageni ze- ollkiaar telkens half Verlegen Van terzijde aan en vartwondaridbn zicih dian, dat zij, trots ailllb goed© voor nemens van elkaar vervroeond! wawein, dfcut zijl verandterd en oud.' gewomdbn waren. Dot- •lov Dirkens -wards onrustig; biji liep d'& op -ccn dag als vandaag buiten durfde bren gen?" „Jk ben verrukt over mijn verblijf bij don baron. 0, mijn waarde, wat een prachtige schilderijeni" „Oude of nieuwe?" „Drie duizend patrijzen en dubbel zooveel fazanten I" „ls liet waar, Papa, dat men in Amerika geen dieven toelaat?" „Dat wil zeggen, mijn jongen, dat zij naar het voorbeeld der Spartanen de onhan- digen die zich hebben laten snappen, ver bannen." FANTASIEKNOOPEN. De japonnen worden nu veel versierd met knoopen, De schitterende kleine emailknoo- pen staan heel goed, ook worden zoveel van kristnl gedragen. Geborduurdekuoopen zijn van den winter in den smaak en deze heb ben liet groote voordeel, dat zij thuis ge maakt kunnen worden, en dus binnen het bereik vallen van iedere vrouw, die goed niet de naald kan omgaan. HOUTEN KN00PEN. Houlen knoopen zulten veel opgang ma ken. Men moet ze zien, 0111 erover te kun nen oordeclon, maar er zijn prachtige soor ten onder. Ik weet niet, wat dc mooiste zijn, de gladde ebbenhouten, of de eiken houten, of de uitgesneden knoopen. Zij worden 1111 niet alleen gebruikt om de japon te sluiten, maar als garneersel, en als dit gebeurt, op een „meer dan ooit in den smaak vallend" alpaca pakje is hel. effect bijzonder chic. MODE IN GARNEERSELS. Dit jaar wordt veel werk van garneer sels gemaakt; men heeft versierselen van goud, van zilver en van koslbarc sleonen. Ook wordt veel genomen goud- en zilver laken. ook wel goud en zilver door elkaar. Dc mooiste hoeden hebben rozetten van deze slof en veel .losephine-japons zijn mol goud of zilver versierd. Goud- en zilver laken wordt ook gebruikt «als linj. terwijl kmlonwcrk in allerlei mooie kleuren, ook zijn rol specll in de wereld der garneersels. EEN STAALTJE VAN VERSTROOIDHEID. In 1879 schreef Ardili een ode, die in het „Kristallen Paleis" zou worden gezon gen, ter viering van bel twintigjarig bestaan daarvan. Hij leidde zelf de opvoering, on liep dn de pauze door de gangen, toen een in het zwart gekleede juffrouw plotseling tegenover 'den componist en zijn vrouw Stond. Zij hoog zeer 'diep, terwijl de mu sicus zijn hand uitstak, die zij hartelijk greep. De juffrouw was zeer uitbundig in haar lof over de muziek, on nadat zij den bekwamen dirigent bad verlaten, vroeg deze zijn vrouwof zij zijn bewonderaars Ier kende. ..Natuurlijk!" zei mevrouw Ardili, „zag je dan niet, dat het onze keukenmeid was MOOIE VOETEN. Geloof nooit, dat voeten grooter worden, als men passende schoenen draagt. Als men ze in te nauwe schoenen wringt, wor den ze niet alleen niet grooter, maar ook misvormd. Een natuurlijk gebruik van alk- spieren houdt ze goed van vorm. ZWAKKE ENKELS. Zwakke enkels moeten 's morgens en 's avonds gewasschen worden met koud wa ter, waarin een handvol ruw zout is opge lost. Dan moeten ze worden afgedroogd en een kwartiertje lang gewreven. .Door deze behandeling zullen do spieren krachtig worden, Palmen en varens moet men eens in de, week in een emmer water zetten en ze daar een half uur laten staan. Het water kaïmeir o-p em neer. Hij lachte er om dlat zij zijn igesciheniken zoo zonigvuildliig ihacl b-ewaaddt Eindelijk stond! hij voer de sofa« stil en zag naatr dö beeltenis van h-ct sclhoono jong1® nvoisje rnrt dsn zijdea ahmf. Eu ilïior in d© oudb omgeving- toefde db jarenlang vergeten smart no-g eenmaal in hemrn op, dat zooveel jeu-gd! en sclboon-hci'd! norit die zijne gewor- dleim waren „Ifc zal Dili zogganv dat jo gekomen bent," zei Agncs ©11 ging zaeihfcjes d'o kamar nit. Toen liij) do oogeu va«n do schilderij) af wendde stond i n icfa d'enr eetn an diere, jonge blonde vldrscihijmnig, dlo zoo storiki op Juaïut- gestorven zuster g'etadk, d'at bij, er eenst Van gdlrrikbe-, daarna ondfenvon-dl Mjl een over- weilkl! 'gem-da vtteugdo, dlat zooveel licftallig- ilfepd nog op de we-retd gevonden kon wor den. Liilli Wist d'at hij' was aangetkoaweim 011 had zirih dladblijjlc o-p haar «kaancr -wat opgeknapt. Zijl dïroeg een wit japonnetje, <dht Agues -haar -anders slechts Zondag» toestond! to dragen, en Haanv© lonten in haar en om «het middel. Zij bloos/dö -e-nt was vtótogen, maar koel Oie-ftaillflg, toon zij! Doble-v dö ha«ndi toö- stalk en ham welkom heette. Het was njet Liilii's bedoeling geveest baar zmtetoi;. weit haar donkere sahooljaipon zoo -geheel in don- schaduw te stdillfon. Z-ij kon er niets aan- «doen, dlat zij steeds vroo- lijiker c-ii opgeweiktor vard', toon zij aan het avondeten zaten en hij baar ma.or aanzag on naar haar gesnap- Ihisterdla DiJ! Loronlszon verstond d© kunst zdch te faten bewondb- tnrwr»;a moet heel eventjes verwarmd worden, zoo- 'f dat het de temperatuur hooft van do la met', waarin men de planten houdt Als het kan, moeien de bladen ook in water staan, anders moet men zo met een natte spons goed afvegen. VERSTANDIGE HUISVROUWEN. Een huisvrouw, die volgens Vetten oven streng als die van dc Perzen,en Mede» wil hecrschon, zal haar huisgezin, vooral de kinderen, van zich afstootcn. Opgewekt, beid en een prettige omgeving moeten doel uitmaken van een goede opvoeding. l,ej()t de kinderen, maar wees niet tc slten» Denk, dat ze nog niet volmaakt, kunneii i zijn en nog moeten leeren. HOE MEN, ZIJN MAN KAN REGEER EN Een vrouw hoeft niet knap te zijn, om haar man Le regecron, tenzij met knap be- doekt wordt verstandig; evenmin hoeft zij een betere opvoeding Ie hebben genoten Dit laatste zou er haar waarschijnlijk toé brengen, otn op onaangename, hem prik kelende manier de baas te willen spelen wat noodlottig voor hun geluk zou zijn. Heel weinig huwelijken zijn gelukkig, als de vrouw do meerdere is van den man. „Ik ken heel knappe mannen, weten schappelijke en letterkundige mannen, van groote bekwaamheid," schreef Max O'reli eens, die zich geheel laten rogceren door be koorlijke gansjes, die liet geluk hebben, de meest benijdbare van alle gaven te bezitten versland, kieschhcid, onbaatzuchtigheid en een goed humeur. Deze mannen vinden die regeoring hunner vrouwen een genot. BELEEFDHEID EX ZIEKTE. Haparamlc, een sladje' in Zweden, is plot- sel-ing bekend geworden door een zeldzame daad van zijn vrouwelijke bewoners. Toen zij uit statistieken luidden gezien, dal in den winter verkoudheden, kiespijn en in fluenza voel meer heertellende waren on der mannen dan onder vrouwen, besloten de dames van de plaats, do heotcn 's win ters le ontslaan van de verplichting, hun hoeden voor haar af te nemen. Er v\crd aangekondigd, dal in liet koude jaargetijde de dames slechts een militairen goel ver langden. ZIJN VROUWEN EVEN NETJES ALS MANNEN? Terwijl vrouwen in sommige opzichten hij zonder precies zijn, zijn ze in andere dingen lang niet zoo netjes als mannen. Zelfs hot fijnste salondamctjc is niet zoo keurig op haar kraagje en dasje als iedere doodge wone man van zaken, die tenminste iedoren dag schoon linnen aamloet. Een vromv te- kijkt haar kraag 011 manchetten nog eens en vindt dan, dat zo nog wel mee kunnen, in plaats van zc naar do wnschvromv tc sturen. Hetzelfde kan helaas ook maar al te dikwijls van haar blouses en linten gezegd worden NIEUWE PUNCTUATIE. Sir Francis Burnand, de uitgever van Punch, vertelt de volgende geschiedenis over zijn grootmoeder: „Als deze aan haar getrouwde kinderen schreef, zond zij allergezelligste brieven alleen kon zij niet overweg met de punctua tie. Dit was wol eens lastig en een van haar dochters onderhield er haar over. Dc moeder beloofde, voortaan aan de teekens te denken. De volgende brief, dien haar dochter ontving, verschikte alleen in zooverre van de vorigen, dal hij geheel zonder teckcnr, was geschreven. „0, nu is het erger dan ooit,"' zuchtte de tante van Sir Francis, en zij was van plan, den brief ongelezen ter zijde te leg gen, toen haar oog viel op een los stukje papier, dat hij den brief was gevoegd. „Wat is dat?", riep zij uit. Daar waren rijen van allerlei teekens en daaronder deze uitlegging: „.Te klaagt erover, lieve kind, dat ik niet cenigepunten schrijf in de brieven, die ik je stuur... Ilr zend je ran, d'an was z.ij oigcnlijSc in iha.a.r otoanont. En zij, lette or geen oogenlblik op, dlat Agn<* er heel! moe en bleek ai-itzag en voortdurend stiller word. Toen bijj 's avondls was avog- ■g-cgaa-n cn arihtor do o-udc- JmisdbuiT oen k-loin blank llranidjje 'heel! 'king (had- vastge- ihoaid'a-n, en beloofd had «morgen sets teei moois ante© te- b-re-mgen, 3!ag Lillf dton 'litaiiVeo wiiciht Maas" walkkor Van Mïjldsdluup. Hijl zoo Dink en- intorscSMrb en ook no-g nlst zoo vroeselijik oud. nog geen vetert'g. E11 ui .Japan LJhoctTt zij igcon handwerkles to gs" ven en de zon scilveen «ar altijd. LiUi moest engcnis wonen, We af d'o zon schoen. Agn«, ja«, «dlio pastei «goed1 bijj -Iladfenyimisenzij lia'^ iraa.r söhool! on haar -pi'lciht 011 had do ®n niet noodig! Het -ging, zooals liet gaan moestAgn® Do-rontzcn g'eivoaldb, d'at avenal's jaren gt" Icd'en haatr- fovcinsgelnfk: op li'et spelt stond- d-'at 'hot ditmaal- om .haar -allaii-aatsta ka»s op golhlk cn liefde gjiing. Maar zijl was) in déze twaalf jaa'CU Icmö1" tigca- geworden. Do oude- rector was tovi®- dtan gawoest over zijn oudste dbehtor. Meer d'an zijin tossen van ontbering on) ontlio» tiling flii'tolp haa«r do trotss, die ha-ar niet toe stond dbn «m-an cn htet teintf te toonen, ill*® zei todi on db steinko moedtarijjko- b'efd0 «haar jonger© zu&tcir, stol'db hnar in staat gönegcnhöild te bragrijpon, die bij, dit lm' toodiro-o-g. Zich anot hen to verheugen', to zoov'or «kon zij hot «dbao kocir nl'ot brongen. slleichte tot oen wa-aatliigb vcnvulffing! W «hondoid! grooto en Kleine plichten, die luw

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 10