~^Tllë_bleï.
OCTWMurawT^vraaM
Ook is bet ndet nood'ig feostibaro gtebou-
weu op to rich ton, want gewone dtesahuiizein
ziju zeer voldoende.
Op vorscih ii Sonde plaatsen dienen vender
ambactlitssdliolen te worden opgericht, waar
inlanders moeten worden opgdeiU) tot met
selaars, ti'mmeft'Diedon, smeden, sdhrijnwor-
ker-s enz. Alios moot zoo eenvoud!'g moge-
Hi
lijlk axjw, opdat geon finantiöel'o bezwaren
'het plan in don wag staan.
Tegenwoordig kunnen verscheidene, dti©
als gewone koelies in dienst treden op su'-
ikorfab-riöken, bij) spoorwegen, enz., zidhi vor
men tot geschikt© werklieden on inachixie-
cïrijvoi's. Zij, hebben dus getoond daartoe
aanleg te bezitten. Wanneer zo eon-gszins
stelselmatig ondeüridht ontvingen, zouden
zij', binnen afzienbaren tijd, hoogst waar-
sdhijulijjk geheel Temmen voldoen aan de
behoeft© van bekwame ambadhtskedon.
zoowel biji het Gouvernement, als bij1 par-
fciduliere 'inrichtingen.
De arnjbachtesclioTen kunnen zoo noodig
aan GouVeniements-atolHOrs worden ver-
bond'en, terwijl particulier© ondernemi.ngei 1
die In deze reflating werkzaam zijn. sulb-
sidio's zouden moeten ontvangen.
"Verdelr zijp ook scholen voor pracbischon
landbouw urgent.
Om geen fiasco to maken moet do in>-
l'an'dlsdhe land'bouw nauwkeurig wordten be
studeerd.
Bij het toepassen van vewbtefleriuigén dient
rekening to worden gehouden met de fac
toren, die van invloed zijn op de thans
dbor de bevolking govolgdb werkwijze en de
middelen waarover zij' te bestóhffldkJwi heeft.
Op de volksscholen leare men gaanldteweg
dte jeugd, dat do tegenwoandElg© landbouw
voor Verbetering vatbaar is.
Eenvoudige w'erkein oVer agricultuur
moeten aan de ondonwijizeirs word'on Ver
strekt.
Ton behoeve den" meer-ouitwilkköM'en moet
op dike afd'eatinig^boofdlplaats één eerste
klasse inlandsche school komen, met het
'Hollandsdh als voertaal.
Bij de hoogere standen is thans todli' 'bet
jSTcdea"land!sch in trek gekomen,
Hoewel in den 1 antetan tijd' ten opz'cbt©
daaawan miMeire Beginselen bij de Begeering
heibben biaan gebroken, is de geüegentaeid
tot bet aanleeren dier taal nog onvoldoende
en wel vanwege d'e beperkingen bij, bet toe
laten van inlandsche kinderen op de Euro-
petesche sdholen.
Enkele onderwijfeeirs hébben artikelen in
de ckyurtunten geschreven, oan te betoogen
d'at het inlandsche element van nadeeüigen
invloed zoui zijh op het Euxopeesdhe oxidter-
wijjs. De zaak is, dat vel© Eutopeesohe
ouldters bet nu eenmaal niet gaarne zien, dat
Iran kind-eken samen op school gaan met
d'e onze.
Het is daarom Wensehehjlk, dat Voor in
landers afzonderlijke scholen mot Buro-
peesdh onderwijl wonden opgericht.
Oof Eröb'alsühofen zijtn: voor onze xmand-
sdhe kinderen zeer noodig.
Onze fixianc-ieel'e zwakte in aanmerking
genomen, moeten dleze van Staatswege wor
den bekostigd.
Op do Kweekscholen voor inlandsche
Ond'erwijizens dëent weer onderricht in bet
Nedterlandsdh- te worden gegeven1, opdat d'e
onderwijizOTs die taai later op de 1ste klasse
scholen kunnen iuvoelren.
Het moet ons streven zaixi, om onze kin
deren door bet Kederlandsch tot ontwik
keling te laten komen. Zondter Europees/die
taal ie vocxr ben de beoefening der weten
schappen onmogelijk. Mensdhen, 'die krach
tig medewerken tot VerspreMing van de
Nededlandsche taal onder de inlamd'ers.
dienen gewaardeerd te wotrld<en, zooaüs b.v.
de beer Hummelgens, gepensionxieetrdi on-
dtex-wijber te Poerworéd'jo, e sedert jaren
heeft gearbeid om d© taal ingang te doen
vinden.
Dat de meeste, inlandsche ambtenaren
kamertje kwam. Maar de geesl der liefde
werd vaardig over haar.
Het hoofdje weid voorovei gebogen,
hef mooie, blonde haar viel als een gor-
dijn over een eenigszins ontdaan gezichtje,
en verborg twee rozeroode. heiende lip
jes voor moeders oogen, maar toch zav
moeder wel, wat er in, haar kindje omging.
„Ja," hoorde men eindelijk heel zacht.
En toen was Engelenkopje heel stil en
drukte zich stijf tegen moeders schouder.
„Zal ik werkelijk schrijven?" vroeg moe
der na een poosje.
„Ja, ja," zei hel kinderstemmetje flin
ker en luider dan straks.
Er werd geklopt. Daar was juf, die de
kleine vluchteling kwam halen.
„Binnen!" riep moeder.
„Rosalinde, ben je hier? 0, mevrouw,
ik heb het heele huis doorgezocht."
„Wel," antwoordde mevrouw, „Engelen
kopje zat veilig en wel bij mij."
„En," zei Engelenkopje, juf aankijkend,
om te zien of ze heel erg uit haar humeur
was, „moeder zal aan Sinterklaas schrij
ven (en haar stemmetje beefde een beetje)
of hij Dinsdag niet bij mij wil komen, maar
liever naar de kleine, „vuile bengels" wil
gaan, juf."
Moeder glimlachte. De gewoonte is een
tweede natuur, en juf gaf den toon aan
jn de kinderkamer. y
II.
Het was 5 December, De avond was al
in d© Residten-t!'© Kédtee heb HollFandfecli
machtig zijn, is voor een groot deel aan hem
te danken. Ilijt hooft dten eelrsten stoot gege
ven tot d© beoefening van die taal, terwijl
hij nog steeds voortgaat met za aan inland!-
scfli© kinderen te oudterwdjjz&n. Zoo iemand'
'Verdl ent daarvoor oén onderscheiding te
krijgen, ilijt toch heeft daadwerkelijk bij'ge--
dragen tot de ontwikkeling en beschaving'
van d©u Javaan.
Voor d©n aanzienlijken Inlander ia het
dringend noodzakelijk zich te vormen naar
cle tegomvoordlitge tijdsomstandlgheidten.
Daarom is eir odk behoefte aan. een School
voor Middelbaar Oii'd'onvijjs met d© vaJklken
N"od'erlandsch. wis-, natumr- ©u sdheolkiiihde,
warenkennis, natuurlijke historie, médha-
iKc.1, cosmographie. boekhouden, handeils-
rekenen, aardrijkskunde, 'hand- en lijtntee-
konen en Engelsdh.
Het loeren van meer clan twee v>r©cim.'do
talen is oveiibocF'g'. Met HolïandSeih. en Exx-
gelsdh zou men kunnen. Volstaan, daar deze
talen het meest in NedeHandbch-Imd iü m
aangrenzende landen worden gesproken.
Als men d'an (lease edhoo-1 met goed succes
doorloopon had', zou men zich verder voor
verschillende betrekkingen kunnen bekwa
men.
LamgziamterhandJ moet er d'an naar ge
streefd worden om allteen personen, dïo het
eindexamen van d-ez» sdhool aflegden, op te
Jteiden tot Inlandscfli amlbtenaatr.
Ook voor do Landbouw- eni Doiktord'jawa-
sdholen zouden d© leerl'-ngan van d'oza on-
d'onwijis: n richting moeflon worden betroiklken.
De aldus gevormdte geneeskuridagen zou
den van veel betelr gehalte zijn d'an dte tégteu-
wooïditge, vooral wanneer 'het ond'etrtwijp op
genoemde geneeskundige 3cöiool weird) ver
beterd en het peil daarvani wotcd opgevoerd1,
tot nagenoeg dezelfde hoogt© als van de
Hoog© scholen in het buitenland.
Bij de Inspect''© van het Inland'sdhi Oml-
derwijs moeten personen worden aange
steld, die daartoe de noodig© bekwaam
heid en ervaring hezittenl en warkol'ijjk over-
tuigdë voorstandore aijn "an de geestelijke
ontwikkeling der- Inlanders.
Bah'alve de Inspecteurs ditenen er School-
opzlenclrs t© zijn, op elk© 100 voikssdhtelen
één, en wel te Iriezen nit de hoofdbnder-
wij!zer-s van .de 1ste Masse Inlandsche scho
len (traelement Van f 150 tot f 250).
De kosten van het Inlandsni onderwijs
zouden alsdan bedragen
2000 volksscholen a ƒ600 f 1,200,CC0
50 landbouwSdholen a f 30001 - 150,000
25 ambachtsscholen a f 6000 - 150,000
100 eerst© klasse schollen a
f 4000 - 400,000
50 sdholen met Europeescfoo
ondcrwijtelra a 12,000 - 600,000
50 fröbelscholen a f 6000 - 300,000
1 school! voor middelbaar
onidaiTwijs a - 150,000
Kweekscholen voor Inl. ou
de rwijtzeirs a - 160,000
Opleid) i'jgBdholen voor InL
ambten airen a - 100,000
Inspectie - 130,000
20 Schoolopzieners a 3000 - 60,000
Geneoskundliga school na
reorganisatie - 200,000
Landbouwschool Buiten-
zoig - 70,000
Diverse andere uitgaven - 100,000
Totaal f 3,770,000
'Dus bijtna twee m'liioen meer dani thans
vooir het InTandsdli ondeaiwijb Wordt uitge-
trekken
Dit is zoo'n gi-oot btedü'ag niet op een
begrooting van „honderd een ent zestiig miil-
lioen'1" Er zijn wol is waar m d'e laatst©
jaren steeds te kolrten, maar Nederi'anldsdhi-
Indië heeft, hulpibronneni genoeg
Naar mii'n besdheidten meeding zal -het
niet onmogelijk zijtni door krachtig doorge
zette bezruinig'ng op verschillende diensten,
en Vermijding ook van mtindelr noodiige uit
gaven, gcpaarld' dan aan Veirsterking en V©r-
m ©ordering der middtelen, om fondisen te
vindèn, noodig Voolr de beWoddering van de
gevallen, en de straten zagen er vroolijk
uit met de helder verlichte winkels.
Voor dc geopende deur van een groot
huis stond een groepje kinderen; armoedige
stumpertjes, wier bleeke gezichtjes en schit
terende oogen welsprekende getuigen wa
ren van hun gemis aan warmte en voedsel.
„Ga binnen, AVim," sprak een klein meis
je, wier magere schouders door een ver
sleten dook waren bedekt. „Jij durft 'toch
wel? Toe ,gu nou binnen."
'Wim grinnikte. Het zou een bespotting
van vroolijkheid zijn, om dit lachen te noe
men. En hij ging een eindje verder van
de deur afstaan.
De jeugdige bewoners van de steegjes
uit den omtrek hadden eenigen tijd ineen
staat van opgewondenheid verkeerd, want
den 5deu December mochten zij allen in het
groote huis komen.
„Ik ga naar binnen," zei het meisje, dat
Wirn had aangezet om een bewijs van zijn
moed te geven. Zij 'drong den jongen op
zij en stapte moedig vooruit de gang in.
ln de kamer zag zij een groot aantal
kinderen, die allen met verlangende oogen
naar al het moois keken.
Voor de tafel, waarop allerlei lekkers
lag uitgespreid, stond moeder, en naast
haar Engelenkopje, eerst een beetje verle
gen, maar later met veel belangstelling rond
kijkend. En juf was er ook met een uit
drukking van gelatenheid op 't gelaat, als
een van Correggio's martelaren.
„Engelenkopje," zei moeder vriendelijk,
geestelijke en stoffelijke welvaart van ons
volk.
Tot zoover onze Javaan en al zijn er ook
eulktele swalkke punten in srijfri betoog, ik
vond het byptsdh, d'an dab ik TT dezoni brief
uit het volk zou 'keblben willen ontihouldten.
Naar ilk uit vertrouwbare birom ver
neem is de Minister Fock van plan om meer
geld aan onkfenwijfe te bestelden en .hoop ik,
d'at Zijne Excellentie» daarom dian ook keli
ms zal willen nomten van dit sdhlrijlvten
uit Semarang.
Lt. Clockbnkk Brousson, b. d.
Buitenzorg.
IIET THEATRE FRANCAIS.
Hel „Theatre Francais", zoo heet het
mooie, groote gebouw aan bet eind van
de „Avenue de P-Opéra" te Parijs.
De „Comédie Framjaisc'-' is de naam van
het gezelschap, dat samengesteld is uit de
opvolgers van hen, die ongeveer twee en
halve eeuw geledon door Molière werden
bijeengevoegd. Do „Comédie Friunjaise" is
opgericht in 1680, toen Lodewijk XIV 'le
twee gezelschappen, die te Parijs in ver
schillende schouwburgen optraden, tot één
doed samensmelten. Aleer dan een eeuw
lang speelde dit gezelschap, dat van: den
koning een ruime toelage ontving, in de ver
schillende schouwburgen van Parijs. Pas
na dc Omwenteling kreeg hel 'den mooien
schouwburg, die nu nog in hun bezit is.
In dio roerige tijden was bet gezelschap
den ondergang nabij, maar bet beleefde een
nieuwen bloei onder Napoleon, die groote
voorliefde bad voor den beroemden treur
spelspeler Talrna. Tegenwoordig gelden nog
altijd voor de „Comédie Franijaise" de re
gelen, die Napoleon in 1812, gedurende zijn
verblijf in Rusland, vaststelde.
Maar al zijn er wetten vastgesteld door
Lodewijk XIV en Napoleon, toch regelt men
zich meer naai' gewoonten ,en gebruiken,
die door de eeuwen zijn ontstaan, waarin
zelden verandering komt en die als onge
schreven wetten worden geëerbiedigd. Do
staat geeft haar een toelage van ongeveer
f50.000 en benoemt ook den bestuurder.
De leiders deelen in winst en verlies,
en vullen zelf de opengevallen plaatsen
aan; zij verkiezen, jaarlijks een bestuur
van zes leden uit hun midden. Na twin
tig jaar heeft men recht op pensioen, en
dan mag men ook een afscheids-benefief
geven.
Voor een Fransch tooneelspeler is het
de hoogste eer, lid van- de „Comédie
Framjaise" te zijn, het is voor hem wat
het lidmaatschap van de Academie is voor
den letterkundige: cle kroon op zijn werk.
De leden van het „Théatre Francais" wor
den dan ook overal met onderscheiding be
handeld.
Behalve de ruim twintig leden zijn er
nog omstreeks veertig andere tooneelspelers
en -speelsters, die op een vast jaargeld aan
het theater zijn verbonden. Het gezelschap
is dus groot en bevat meer tooneelspelers
van naam dan men er^xn een half dozijn
andere zal vinden, het is ongetwijfeld het
beste gezelschap) dat bestaat. Minstens een
dozijn hunner zouden als ster kunnen
optreden, als zij er lust toe voelden. Er
zijn er zoovelen, dat geen enkele onmis
baar is. Wordt er een oud, sterft hij, of
trekt hij zich terug, dan kan men dadelijk
de opengevallen plaats uit eigen krachten
aanvullen. Door de droevige ondervinding,
met Rachel opgedaan, gewaarschuwd
die volgens een contract het grootste deel
van do opbrengst kreeg als zij optrad, ter
wijl het huis half leeg was als zij niet mee
speelde zorgt dc „Comédie I ranraise"
er nu voor. dat geon enkele van haar le
den hizondere voordeelen trckt. Zij houdt
niet van sterk op den voorgrond tredende
personen en waarschijnlijk betreurde zij
het heengaan van Sarah Bern hard' of
Coquolin niet.
Evenmin als men er „sterren" wil heb-
„zeg aan de kinderen, dat je blij bent, ze
te zien."
Engelenkopje kreeg een klexu en greep
moeders hand vast. Maai' wat ze gezegd
zou hébben, had men toch niet verstaan,
want daar werden handenvol lekkexs ge
strooid en alle kinderen doden natuurlijk
hun best daar hun aandeel van meester
te worden.
Later werd uitdeeling gehouden van al
het moois dat Sinterklaas gestuurd had.
En 't was niet vóór iedere pop een ge
lukkig moedertje had gevonden en iedere
jongen iets had gekregen, waar hij
juist naar verlangd had, dat Engelenkopje
den zandman in haar oogen begon te
voelen.
Toen liep zij als een fee uit een sprookje
langs al de "blijgemaakte arme kinderen.
Den volgenden morgen merkte Engelen
kopje bij haar ontwaken, dat Sinterklaas
op de een of andere manier haar moeders
brief vergeten was. Want haar kous was
meer dan vol en er stond op: „Sinter
klaas komt altijd bij kinderen, die aan an
deren denken."
„Schreef u heusch, moedertje?" vroeg
Engelenkopjo, toen zij met de armen vol
schatten iix haar fnoeders kamer kwam.
Maar ze was nu gelukkig eens te veel
van al haar moois vervuld om naar het
antwoord te luisteren.
ben, geeft men er dikwijls hetzelfde stuk.
Hoezeer een stuk ook trekt, meer dan vier
maal per week wordt het. niet gespeeld.
Wetend, dat de Fransche meestei'slukken
aan haar zorg zijn toevertrouwd, gaf de
„Comédie Franchise" in 1303 bijv. drie
stukken van Corneille, dertien van Molière,
drie van Victor Hugo en 21-maal het altijd
weer door zijn geest bekorende „De we
reld, waar men zich verveelt", van Pail-
leron. Men geeft er dus eerstens de klassie
ken, ten tweede nieuwe stukken en ter derde
aardige stukken die in vorige jaren in andere
schouwburgen opgang maakten. Voor een
stuk is het een verhooging van zijn waarde
wanneer de Comédie het op haar program
ma neemt, en zoo is deze een museum,
waarin de meesterstukken van Fransche
tooneelspelkunst geregeld vertoond worden.
Nog in een anderen zin is het „Tliéatre
Francais", een museum van kunsthet
heeft zijn eigen bibliotheek met archieven
en handschriften; het bevat ook een groote
menigte schilderijen en heelden, bronzen
en etsen, betiekking hebbende op zijn eigen
roemrijk verleden. Het bezit portretten of
heelden van bijna iederen "Franschen too
neelspeler van naam, en enkele daarvan, zoo-
als de buste van Molière en het beeld van
Voltaire zijn wonderen van beeldhouwkunst.
Het heeft portretten van allo voorname
tooneelspelers en -speelsters, die gedurende
twee en een halve eeuw^ op zijn toneel
hebben geschitterd. Enkele van die kunst
werken zijn voor het publiek te zien, maai
de meeste zijn in de buurt van de kleed
kamers. Deze zijn alle ingericht, zooals
een kunstenaar van hoogen rang ze voor
zichzelf in orde zou maken in het huis,
waar hij een groot deel van zijn leven
doorbrengt.
De „Comédie Fran<?aise" is een van de
mooiste inrichtingen der Fransche hoofd
stad, ennr haar geheele samenstelling door
en door Fransch. Het is aldus geworden
door traditie, men zag zoo iets in andere
landen niet navolgen. Het eenige, watmen
kan doen, is trachten in verschillende op
zichten een voorbeeld aan deze buitenge
woon goed-ingerichte en bestuurde instel
ling te nemen.
HET KWEEKEN VAN NIEUWE
PLANTEN EN VRUCHTEN
Op zijn kweekerij in Califomië heeft de
heer Burbank (bij ons vooral bekend ge
worden door het artikel, dat prof. De Vries,
die de mutafieleer, waarojx Burbanks proef
nemingen berusten, het eerst onder woor
den heeft gebracht, in de „Gids" ''schreef
over zijn bezoek aan Amerika en vooral
aa nbovengenoemde kweekerij) dingen tot
stand gebx-acht, die de wetenschap voor
onmogelijk had gehouden, daarbij weer eens
voor de zooveelste maal aantoonend, dat
wetenschap, die niet op ervaring bei-ust,
geen toekomst heeft.
Het voornaamste werk van den heer
Burbank is het scheppen vau nieuwe soor
ten en verscheidenheden. Hij grondt zich
daarbij op de wetenschap, dat de planten
alleilei verborgen onontwikkelde eigen
schappen bezitten, die, als de gelegenheid
er haax- toe gegeven wordt, nieuwe soorten
kunnen doen ontstaan. liet best kan men
deze eigenschappen te voorschijn doen ko
men, als men verschillende soorten met
elkaar kruist. Dit kruisen schijnt de levens
krachten op te wekken en vei-borgen eigen
schappen han het licht te doen treden, en
daartoe kiest de proevennemer zulke nieuwe
vormen als voor zijn doel dienstig zijn en
ontwikkelt die door kweeking.
De natuur zelf geeft dikwijls een aanwij
zing door zulk een kleine afwijking, dat
slechts het geoefend oog van den kweekcr
die ontdekt. Zoo is de beroemde vrucht
dragende doornloozo cactus, die later mis
schien zal dienen ter ontginning vaxx uitge
strekte woestijnen, ontstaan door kruising
en kweeking van een afwijking van een
caciussoort, die door een of andere omstan
digheid haar doorns had verloren. Nu is
dc heer Burbank in staat, akkers vol mot
deze planten te bezaaien. Een plekje van
ongewone kleur op een bloei x, een kleine
verandering in de geur van een perk, een
vrucht van toevallige, ongewone grootte,
vorm of smaak al deze aanduidingen van
onontwikkelde vormen worden opgemerkt
en soms staat men verstomd over de daai*-
uit voortspruitende gevolgen.
Voor dert boer is misschien wel het be
langrijkste de voortbrenging van verschil
lende soorten appels (zooals de appel zon
der klokhuis, die men in den laatsten tijd
heeft weten te kweeken), pruimen, kersen,
aardappels, groenten en bessen, en het ver
mogen, dat hij aan sommige vruchten en gra
nen heeft weten te versohaffen, waal-door
ze in staat zijn gesteld vorst en droogte
te kunnen verdragen. De geheel nieuwe
soorten, die hij door kruising hoeft doen
ontstaan, zooals de vrucht, ontstaan door
kruising van pruim en abrikoos, spreken
meer tot de verbeelding, maar zijn van
minder wezenlijk belang dan sommige an
dere uitkomsten.
Terwijl de heer Burbank algemeen erkend
wordt als de leider op dit gebied, is hij niet
de eenige onderzoeker. Op de verschillende
landbouw-proefstaüons worden onder toe
zicht van de regeering veel proeven in dezo
richting genomen.
DE KONING VAN SPANJE ALS
MOTORRIJDER.
Koning Alfonso heeft' een manie voor
motorrijden. Eenigen tijd geleden wist men
in Madrid niet waar hij zich bevond, hij
was op zijn motor uitgereden, zonder1
iemand te waarschuwen en er was
spoor van hem te ontdekken, M©n
neerde naar Valladolid, Pampeluna, Sara.
gossa, alles vergeefs. Laat op den dagon't
ving men bericht van den gouverneur van
Navarre, dat de jonge koning over, de P¥
reneeën naar Pau ging, om het beroemde
kasteel van Hendrik IV te bezoeken.
Spoedig daarna kreeg men verdere tij
dingen. De koning was in Pau, in Tardea
en nog andere plaatsen. Eindelijk wexd he®
een telegram uit Madrid overhandigd Hoef
maakte hij nog niet veel haast om'naar
huis tex-ug te keeren,
's Avonds om tien uur kwam Alfonso te -
Madrid aan, nadat hij een afdeeling cavaJ
lerie had ingehaald, die uitgezonden was'
om hem vanaf de grens te begeleiden. Ge
neraal Martinegui, die toevallig aanwezig
was, toen do koninklijke motorwagen den
tuin van 'het paleis binnenreed, ging der,
koning tegemoet om hem een bood
schap over te brengen van zijn moeder'
die gevreesd had, dat hjj een ongeluk had
gekregen, of dat anarchisten een aansla?
op zijn leven hadden gepleegd.
Alfonso lachte op zijn gewone jongens
achlige manier en zei:
„Generaal, mag ik ook een opmerkte
maken?" 5
„Natuurlijk, Uwe Majesteit."
„Zorg dan in het belang van het rijk
dat uw cavaleristen wat vlugger vooruit
komen. Zooals het nu is, kunnen zij niet
togen motoxrijtuigen op, die toch wc! eens
gevuld met infanterie over de Pyreneeën
zouden kunnen komen quien sabe?"
EEN VOORSPELLING.
Een belangrijke gebeurtenis die van
de rangschikking van Japan onder de groote
mogendheden schijnt voorspeld te zijn
geworden in een roman, die in 1863 te
Frankfort werd uitgegeven. Een van de!'
personen uit dit boek zegt, nadat hij een
toespraak heeft gehouden bij het graf van
een Duitsch reiziger, die aaix de kust van
de Stille Zuidzee in Calefomië was begra
ven: „Gelooft mij, mijne heei-eix, ditiseen
goede plaats, om te i-usten en te luisteren
naar het geluid van naderende voetstap
pen. Hoort gij niet hun angstwekkend na-
derkomen? Luistert I Zij komen eerst al
leen, dan in paren, bij twintigen, duizen
den, millioenen 1 Vin zijn zij, die zich mei
reuzenschreden hierheen spoeden Het zijn
degenen, die op deze plek eenmaal de vlag
dor toekomst zullen ontplooien een toe
komst, waarin men een ander Engeland,
een Engeland aan de Stille Zuidzee zal
zien verrijzen in macht en roem. Nu noe
men wij dit land Japan, een land, waar
voor wij nog staan als voor een duister,
onoplosbaar raadsel. Als die tijd is aan
gebroken, zullen machtige, nieuwe rolke
ren, die schepen van reusachtige afmetin-
gen bezitten, tusschen de kusten van Azië
en Amerika heen en weer reizen, zooals
nu gereisd wordt tusschen Huil en Ham
burg, tusschen Dover en Calais. In die eeuw
der toekomst zal de macht van handel en
beschaving langzaam maar zeker de oude
heerschappij van het zwaard en de tiran
nie vernietigen, en dan zal het Engeland
aan de Stille Zuidzee, zooals het Enge
land aan de Noordzee van dezen tijd het 1
nu is, hot land zijn, dat vooraan staat in
beschaving en ontwikkeling.
EEN PLAAG VAN HET
MODERNE LEVEN.
Ik woon op de tweede verdieping van een l
groot huis in E, en boven, beneden en,»
naast mij schijnt iedere bewoner een piano, j
harmonium,, viool of gramophoon te be o
zitten. Mijn werkkamer rustig denkwerk
moet ik er verrichten bevindt zich vlak i
onder een vertrek, waarin een kind en een
piano dagelijks een zworen strijd voeren.
Er is een klein stukje voor kinderen,
getiteld: „Er komt een vogel gevlogen"..
Hot is een heel aardig stukje, maar voor
mij onuitstaanbaar, en het is de oorzaak
van den opgewonden toestand, waarin ik
mij bevind. AVie zou denken, dat een een
voudig pianostukje met'n begeleidend „een,
twee, drie", zooveel ellende zou kannen
veroorzaken. Maar wat te denken van den
-uitvoerder --an dit stuk? Kan het een on
schuldig kind zijn Als dit zoo is, wat is
het dan weinig kinderlijk in zijn volhar
ding hetzelfde stukje drie kwartier lang
altijd maar weer opnieuw te suelcn.
Dim eens vlug, uit de maat - - dan lang
zaam mot beide handen, maar de eens
altijd eenige maten na de andere komend,,,
hortend en stootend, dan weer van voren
af aan, maar altijd„Er kwam een vogel
gevlogen." Ik begin onder het werk te zin-
gen in de hoop de geluiden van boven j
daardoor te doen ophouden. Het helptnietsl f;
Als ik een oogenblik stil houd, om adem;»
te scheppen, hoor ik, dat de kwelling nog
voortduurt. Ik steek mijn vingers in d"
ooren, en, o ramp, ik Ixoor de wijs nog.
De kerkklok Maat, een, twee, drie, wEri
komt een vogel gevlogen." Ik grijp nxijnf
hoed en loop wanhopend naar buiten, tg
(loef er niet toe waarheen, als ik maar van
hier weg ben!
De doktor raadt my aan 'voor mijn go-
schokte zenuwen een pooc xit de stad te f
gaan, in de hoop dat ik in de landelijke
stilte mijn werk zal knunen afmaken. He- c
laas, op hef land ben ik gekomen, nxaaf
de stilte vond ik er niet. Van uit een na*f
buiig huisje komen twee deuntjes van een
speeldoos tot mij: „Mijn hart, is in 'ti00ti
land, mijn hart is niet- hier", en „Blijf b'J