~^Tllë_bleï. OCTWMurawT^vraaM Ook is bet ndet nood'ig feostibaro gtebou- weu op to rich ton, want gewone dtesahuiizein ziju zeer voldoende. Op vorscih ii Sonde plaatsen dienen vender ambactlitssdliolen te worden opgericht, waar inlanders moeten worden opgdeiU) tot met selaars, ti'mmeft'Diedon, smeden, sdhrijnwor- ker-s enz. Alios moot zoo eenvoud!'g moge- Hi lijlk axjw, opdat geon finantiöel'o bezwaren 'het plan in don wag staan. Tegenwoordig kunnen verscheidene, dti© als gewone koelies in dienst treden op su'- ikorfab-riöken, bij) spoorwegen, enz., zidhi vor men tot geschikt© werklieden on inachixie- cïrijvoi's. Zij, hebben dus getoond daartoe aanleg te bezitten. Wanneer zo eon-gszins stelselmatig ondeüridht ontvingen, zouden zij', binnen afzienbaren tijd, hoogst waar- sdhijulijjk geheel Temmen voldoen aan de behoeft© van bekwame ambadhtskedon. zoowel biji het Gouvernement, als bij1 par- fciduliere 'inrichtingen. De arnjbachtesclioTen kunnen zoo noodig aan GouVeniements-atolHOrs worden ver- bond'en, terwijl particulier© ondernemi.ngei 1 die In deze reflating werkzaam zijn. sulb- sidio's zouden moeten ontvangen. "Verdelr zijp ook scholen voor pracbischon landbouw urgent. Om geen fiasco to maken moet do in>- l'an'dlsdhe land'bouw nauwkeurig wordten be studeerd. Bij het toepassen van vewbtefleriuigén dient rekening to worden gehouden met de fac toren, die van invloed zijn op de thans dbor de bevolking govolgdb werkwijze en de middelen waarover zij' te bestóhffldkJwi heeft. Op de volksscholen leare men gaanldteweg dte jeugd, dat do tegenwoandElg© landbouw voor Verbetering vatbaar is. Eenvoudige w'erkein oVer agricultuur moeten aan de ondonwijizeirs word'on Ver strekt. Ton behoeve den" meer-ouitwilkköM'en moet op dike afd'eatinig^boofdlplaats één eerste klasse inlandsche school komen, met het 'Hollandsdh als voertaal. Bij de hoogere standen is thans todli' 'bet jSTcdea"land!sch in trek gekomen, Hoewel in den 1 antetan tijd' ten opz'cbt© daaawan miMeire Beginselen bij de Begeering heibben biaan gebroken, is de geüegentaeid tot bet aanleeren dier taal nog onvoldoende en wel vanwege d'e beperkingen bij, bet toe laten van inlandsche kinderen op de Euro- petesche sdholen. Enkele onderwijfeeirs hébben artikelen in de ckyurtunten geschreven, oan te betoogen d'at het inlandsche element van nadeeüigen invloed zoui zijh op het Euxopeesdhe oxidter- wijjs. De zaak is, dat vel© Eutopeesohe ouldters bet nu eenmaal niet gaarne zien, dat Iran kind-eken samen op school gaan met d'e onze. Het is daarom Wensehehjlk, dat Voor in landers afzonderlijke scholen mot Buro- peesdh onderwijl wonden opgericht. Oof Eröb'alsühofen zijtn: voor onze xmand- sdhe kinderen zeer noodig. Onze fixianc-ieel'e zwakte in aanmerking genomen, moeten dleze van Staatswege wor den bekostigd. Op do Kweekscholen voor inlandsche Ond'erwijizens dëent weer onderricht in bet Nedterlandsdh- te worden gegeven1, opdat d'e onderwijizOTs die taai later op de 1ste klasse scholen kunnen iuvoelren. Het moet ons streven zaixi, om onze kin deren door bet Kederlandsch tot ontwik keling te laten komen. Zondter Europees/die taal ie vocxr ben de beoefening der weten schappen onmogelijk. Mensdhen, 'die krach tig medewerken tot VerspreMing van de Nededlandsche taal onder de inlamd'ers. dienen gewaardeerd te wotrld<en, zooaüs b.v. de beer Hummelgens, gepensionxieetrdi on- dtex-wijber te Poerworéd'jo, e sedert jaren heeft gearbeid om d© taal ingang te doen vinden. Dat de meeste, inlandsche ambtenaren kamertje kwam. Maar de geesl der liefde werd vaardig over haar. Het hoofdje weid voorovei gebogen, hef mooie, blonde haar viel als een gor- dijn over een eenigszins ontdaan gezichtje, en verborg twee rozeroode. heiende lip jes voor moeders oogen, maar toch zav moeder wel, wat er in, haar kindje omging. „Ja," hoorde men eindelijk heel zacht. En toen was Engelenkopje heel stil en drukte zich stijf tegen moeders schouder. „Zal ik werkelijk schrijven?" vroeg moe der na een poosje. „Ja, ja," zei hel kinderstemmetje flin ker en luider dan straks. Er werd geklopt. Daar was juf, die de kleine vluchteling kwam halen. „Binnen!" riep moeder. „Rosalinde, ben je hier? 0, mevrouw, ik heb het heele huis doorgezocht." „Wel," antwoordde mevrouw, „Engelen kopje zat veilig en wel bij mij." „En," zei Engelenkopje, juf aankijkend, om te zien of ze heel erg uit haar humeur was, „moeder zal aan Sinterklaas schrij ven (en haar stemmetje beefde een beetje) of hij Dinsdag niet bij mij wil komen, maar liever naar de kleine, „vuile bengels" wil gaan, juf." Moeder glimlachte. De gewoonte is een tweede natuur, en juf gaf den toon aan jn de kinderkamer. y II. Het was 5 December, De avond was al in d© Residten-t!'© Kédtee heb HollFandfecli machtig zijn, is voor een groot deel aan hem te danken. Ilijt hooft dten eelrsten stoot gege ven tot d© beoefening van die taal, terwijl hij nog steeds voortgaat met za aan inland!- scfli© kinderen te oudterwdjjz&n. Zoo iemand' 'Verdl ent daarvoor oén onderscheiding te krijgen, ilijt toch heeft daadwerkelijk bij'ge-- dragen tot de ontwikkeling en beschaving' van d©u Javaan. Voor d©n aanzienlijken Inlander ia het dringend noodzakelijk zich te vormen naar cle tegomvoordlitge tijdsomstandlgheidten. Daarom is eir odk behoefte aan. een School voor Middelbaar Oii'd'onvijjs met d© vaJklken N"od'erlandsch. wis-, natumr- ©u sdheolkiiihde, warenkennis, natuurlijke historie, médha- iKc.1, cosmographie. boekhouden, handeils- rekenen, aardrijkskunde, 'hand- en lijtntee- konen en Engelsdh. Het loeren van meer clan twee v>r©cim.'do talen is oveiibocF'g'. Met HolïandSeih. en Exx- gelsdh zou men kunnen. Volstaan, daar deze talen het meest in NedeHandbch-Imd iü m aangrenzende landen worden gesproken. Als men d'an (lease edhoo-1 met goed succes doorloopon had', zou men zich verder voor verschillende betrekkingen kunnen bekwa men. LamgziamterhandJ moet er d'an naar ge streefd worden om allteen personen, dïo het eindexamen van d-ez» sdhool aflegden, op te Jteiden tot Inlandscfli amlbtenaatr. Ook voor do Landbouw- eni Doiktord'jawa- sdholen zouden d© leerl'-ngan van d'oza on- d'onwijis: n richting moeflon worden betroiklken. De aldus gevormdte geneeskuridagen zou den van veel betelr gehalte zijn d'an dte tégteu- wooïditge, vooral wanneer 'het ond'etrtwijp op genoemde geneeskundige 3cöiool weird) ver beterd en het peil daarvani wotcd opgevoerd1, tot nagenoeg dezelfde hoogt© als van de Hoog© scholen in het buitenland. Bij de Inspect''© van het Inland'sdhi Oml- derwijs moeten personen worden aange steld, die daartoe de noodig© bekwaam heid en ervaring hezittenl en warkol'ijjk over- tuigdë voorstandore aijn "an de geestelijke ontwikkeling der- Inlanders. Bah'alve de Inspecteurs ditenen er School- opzlenclrs t© zijn, op elk© 100 voikssdhtelen één, en wel te Iriezen nit de hoofdbnder- wij!zer-s van .de 1ste Masse Inlandsche scho len (traelement Van f 150 tot f 250). De kosten van het Inlandsni onderwijs zouden alsdan bedragen 2000 volksscholen a ƒ600 f 1,200,CC0 50 landbouwSdholen a f 30001 - 150,000 25 ambachtsscholen a f 6000 - 150,000 100 eerst© klasse schollen a f 4000 - 400,000 50 sdholen met Europeescfoo ondcrwijtelra a 12,000 - 600,000 50 fröbelscholen a f 6000 - 300,000 1 school! voor middelbaar onidaiTwijs a - 150,000 Kweekscholen voor Inl. ou de rwijtzeirs a - 160,000 Opleid) i'jgBdholen voor InL ambten airen a - 100,000 Inspectie - 130,000 20 Schoolopzieners a 3000 - 60,000 Geneoskundliga school na reorganisatie - 200,000 Landbouwschool Buiten- zoig - 70,000 Diverse andere uitgaven - 100,000 Totaal f 3,770,000 'Dus bijtna twee m'liioen meer dani thans vooir het InTandsdli ondeaiwijb Wordt uitge- trekken Dit is zoo'n gi-oot btedü'ag niet op een begrooting van „honderd een ent zestiig miil- lioen'1" Er zijn wol is waar m d'e laatst© jaren steeds te kolrten, maar Nederi'anldsdhi- Indië heeft, hulpibronneni genoeg Naar mii'n besdheidten meeding zal -het niet onmogelijk zijtni door krachtig doorge zette bezruinig'ng op verschillende diensten, en Vermijding ook van mtindelr noodiige uit gaven, gcpaarld' dan aan Veirsterking en V©r- m ©ordering der middtelen, om fondisen te vindèn, noodig Voolr de beWoddering van de gevallen, en de straten zagen er vroolijk uit met de helder verlichte winkels. Voor dc geopende deur van een groot huis stond een groepje kinderen; armoedige stumpertjes, wier bleeke gezichtjes en schit terende oogen welsprekende getuigen wa ren van hun gemis aan warmte en voedsel. „Ga binnen, AVim," sprak een klein meis je, wier magere schouders door een ver sleten dook waren bedekt. „Jij durft 'toch wel? Toe ,gu nou binnen." 'Wim grinnikte. Het zou een bespotting van vroolijkheid zijn, om dit lachen te noe men. En hij ging een eindje verder van de deur afstaan. De jeugdige bewoners van de steegjes uit den omtrek hadden eenigen tijd ineen staat van opgewondenheid verkeerd, want den 5deu December mochten zij allen in het groote huis komen. „Ik ga naar binnen," zei het meisje, dat Wirn had aangezet om een bewijs van zijn moed te geven. Zij 'drong den jongen op zij en stapte moedig vooruit de gang in. ln de kamer zag zij een groot aantal kinderen, die allen met verlangende oogen naar al het moois keken. Voor de tafel, waarop allerlei lekkers lag uitgespreid, stond moeder, en naast haar Engelenkopje, eerst een beetje verle gen, maar later met veel belangstelling rond kijkend. En juf was er ook met een uit drukking van gelatenheid op 't gelaat, als een van Correggio's martelaren. „Engelenkopje," zei moeder vriendelijk, geestelijke en stoffelijke welvaart van ons volk. Tot zoover onze Javaan en al zijn er ook eulktele swalkke punten in srijfri betoog, ik vond het byptsdh, d'an dab ik TT dezoni brief uit het volk zou 'keblben willen ontihouldten. Naar ilk uit vertrouwbare birom ver neem is de Minister Fock van plan om meer geld aan onkfenwijfe te bestelden en .hoop ik, d'at Zijne Excellentie» daarom dian ook keli ms zal willen nomten van dit sdhlrijlvten uit Semarang. Lt. Clockbnkk Brousson, b. d. Buitenzorg. IIET THEATRE FRANCAIS. Hel „Theatre Francais", zoo heet het mooie, groote gebouw aan bet eind van de „Avenue de P-Opéra" te Parijs. De „Comédie Framjaisc'-' is de naam van het gezelschap, dat samengesteld is uit de opvolgers van hen, die ongeveer twee en halve eeuw geledon door Molière werden bijeengevoegd. Do „Comédie Friunjaise" is opgericht in 1680, toen Lodewijk XIV 'le twee gezelschappen, die te Parijs in ver schillende schouwburgen optraden, tot één doed samensmelten. Aleer dan een eeuw lang speelde dit gezelschap, dat van: den koning een ruime toelage ontving, in de ver schillende schouwburgen van Parijs. Pas na dc Omwenteling kreeg hel 'den mooien schouwburg, die nu nog in hun bezit is. In dio roerige tijden was bet gezelschap den ondergang nabij, maar bet beleefde een nieuwen bloei onder Napoleon, die groote voorliefde bad voor den beroemden treur spelspeler Talrna. Tegenwoordig gelden nog altijd voor de „Comédie Franijaise" de re gelen, die Napoleon in 1812, gedurende zijn verblijf in Rusland, vaststelde. Maar al zijn er wetten vastgesteld door Lodewijk XIV en Napoleon, toch regelt men zich meer naai' gewoonten ,en gebruiken, die door de eeuwen zijn ontstaan, waarin zelden verandering komt en die als onge schreven wetten worden geëerbiedigd. Do staat geeft haar een toelage van ongeveer f50.000 en benoemt ook den bestuurder. De leiders deelen in winst en verlies, en vullen zelf de opengevallen plaatsen aan; zij verkiezen, jaarlijks een bestuur van zes leden uit hun midden. Na twin tig jaar heeft men recht op pensioen, en dan mag men ook een afscheids-benefief geven. Voor een Fransch tooneelspeler is het de hoogste eer, lid van- de „Comédie Framjaise" te zijn, het is voor hem wat het lidmaatschap van de Academie is voor den letterkundige: cle kroon op zijn werk. De leden van het „Théatre Francais" wor den dan ook overal met onderscheiding be handeld. Behalve de ruim twintig leden zijn er nog omstreeks veertig andere tooneelspelers en -speelsters, die op een vast jaargeld aan het theater zijn verbonden. Het gezelschap is dus groot en bevat meer tooneelspelers van naam dan men er^xn een half dozijn andere zal vinden, het is ongetwijfeld het beste gezelschap) dat bestaat. Minstens een dozijn hunner zouden als ster kunnen optreden, als zij er lust toe voelden. Er zijn er zoovelen, dat geen enkele onmis baar is. Wordt er een oud, sterft hij, of trekt hij zich terug, dan kan men dadelijk de opengevallen plaats uit eigen krachten aanvullen. Door de droevige ondervinding, met Rachel opgedaan, gewaarschuwd die volgens een contract het grootste deel van do opbrengst kreeg als zij optrad, ter wijl het huis half leeg was als zij niet mee speelde zorgt dc „Comédie I ranraise" er nu voor. dat geon enkele van haar le den hizondere voordeelen trckt. Zij houdt niet van sterk op den voorgrond tredende personen en waarschijnlijk betreurde zij het heengaan van Sarah Bern hard' of Coquolin niet. Evenmin als men er „sterren" wil heb- „zeg aan de kinderen, dat je blij bent, ze te zien." Engelenkopje kreeg een klexu en greep moeders hand vast. Maai' wat ze gezegd zou hébben, had men toch niet verstaan, want daar werden handenvol lekkexs ge strooid en alle kinderen doden natuurlijk hun best daar hun aandeel van meester te worden. Later werd uitdeeling gehouden van al het moois dat Sinterklaas gestuurd had. En 't was niet vóór iedere pop een ge lukkig moedertje had gevonden en iedere jongen iets had gekregen, waar hij juist naar verlangd had, dat Engelenkopje den zandman in haar oogen begon te voelen. Toen liep zij als een fee uit een sprookje langs al de "blijgemaakte arme kinderen. Den volgenden morgen merkte Engelen kopje bij haar ontwaken, dat Sinterklaas op de een of andere manier haar moeders brief vergeten was. Want haar kous was meer dan vol en er stond op: „Sinter klaas komt altijd bij kinderen, die aan an deren denken." „Schreef u heusch, moedertje?" vroeg Engelenkopjo, toen zij met de armen vol schatten iix haar fnoeders kamer kwam. Maar ze was nu gelukkig eens te veel van al haar moois vervuld om naar het antwoord te luisteren. ben, geeft men er dikwijls hetzelfde stuk. Hoezeer een stuk ook trekt, meer dan vier maal per week wordt het. niet gespeeld. Wetend, dat de Fransche meestei'slukken aan haar zorg zijn toevertrouwd, gaf de „Comédie Franchise" in 1303 bijv. drie stukken van Corneille, dertien van Molière, drie van Victor Hugo en 21-maal het altijd weer door zijn geest bekorende „De we reld, waar men zich verveelt", van Pail- leron. Men geeft er dus eerstens de klassie ken, ten tweede nieuwe stukken en ter derde aardige stukken die in vorige jaren in andere schouwburgen opgang maakten. Voor een stuk is het een verhooging van zijn waarde wanneer de Comédie het op haar program ma neemt, en zoo is deze een museum, waarin de meesterstukken van Fransche tooneelspelkunst geregeld vertoond worden. Nog in een anderen zin is het „Tliéatre Francais", een museum van kunsthet heeft zijn eigen bibliotheek met archieven en handschriften; het bevat ook een groote menigte schilderijen en heelden, bronzen en etsen, betiekking hebbende op zijn eigen roemrijk verleden. Het bezit portretten of heelden van bijna iederen "Franschen too neelspeler van naam, en enkele daarvan, zoo- als de buste van Molière en het beeld van Voltaire zijn wonderen van beeldhouwkunst. Het heeft portretten van allo voorname tooneelspelers en -speelsters, die gedurende twee en een halve eeuw^ op zijn toneel hebben geschitterd. Enkele van die kunst werken zijn voor het publiek te zien, maai de meeste zijn in de buurt van de kleed kamers. Deze zijn alle ingericht, zooals een kunstenaar van hoogen rang ze voor zichzelf in orde zou maken in het huis, waar hij een groot deel van zijn leven doorbrengt. De „Comédie Fran<?aise" is een van de mooiste inrichtingen der Fransche hoofd stad, ennr haar geheele samenstelling door en door Fransch. Het is aldus geworden door traditie, men zag zoo iets in andere landen niet navolgen. Het eenige, watmen kan doen, is trachten in verschillende op zichten een voorbeeld aan deze buitenge woon goed-ingerichte en bestuurde instel ling te nemen. HET KWEEKEN VAN NIEUWE PLANTEN EN VRUCHTEN Op zijn kweekerij in Califomië heeft de heer Burbank (bij ons vooral bekend ge worden door het artikel, dat prof. De Vries, die de mutafieleer, waarojx Burbanks proef nemingen berusten, het eerst onder woor den heeft gebracht, in de „Gids" ''schreef over zijn bezoek aan Amerika en vooral aa nbovengenoemde kweekerij) dingen tot stand gebx-acht, die de wetenschap voor onmogelijk had gehouden, daarbij weer eens voor de zooveelste maal aantoonend, dat wetenschap, die niet op ervaring bei-ust, geen toekomst heeft. Het voornaamste werk van den heer Burbank is het scheppen vau nieuwe soor ten en verscheidenheden. Hij grondt zich daarbij op de wetenschap, dat de planten alleilei verborgen onontwikkelde eigen schappen bezitten, die, als de gelegenheid er haax- toe gegeven wordt, nieuwe soorten kunnen doen ontstaan. liet best kan men deze eigenschappen te voorschijn doen ko men, als men verschillende soorten met elkaar kruist. Dit kruisen schijnt de levens krachten op te wekken en vei-borgen eigen schappen han het licht te doen treden, en daartoe kiest de proevennemer zulke nieuwe vormen als voor zijn doel dienstig zijn en ontwikkelt die door kweeking. De natuur zelf geeft dikwijls een aanwij zing door zulk een kleine afwijking, dat slechts het geoefend oog van den kweekcr die ontdekt. Zoo is de beroemde vrucht dragende doornloozo cactus, die later mis schien zal dienen ter ontginning vaxx uitge strekte woestijnen, ontstaan door kruising en kweeking van een afwijking van een caciussoort, die door een of andere omstan digheid haar doorns had verloren. Nu is dc heer Burbank in staat, akkers vol mot deze planten te bezaaien. Een plekje van ongewone kleur op een bloei x, een kleine verandering in de geur van een perk, een vrucht van toevallige, ongewone grootte, vorm of smaak al deze aanduidingen van onontwikkelde vormen worden opgemerkt en soms staat men verstomd over de daai*- uit voortspruitende gevolgen. Voor dert boer is misschien wel het be langrijkste de voortbrenging van verschil lende soorten appels (zooals de appel zon der klokhuis, die men in den laatsten tijd heeft weten te kweeken), pruimen, kersen, aardappels, groenten en bessen, en het ver mogen, dat hij aan sommige vruchten en gra nen heeft weten te versohaffen, waal-door ze in staat zijn gesteld vorst en droogte te kunnen verdragen. De geheel nieuwe soorten, die hij door kruising hoeft doen ontstaan, zooals de vrucht, ontstaan door kruising van pruim en abrikoos, spreken meer tot de verbeelding, maar zijn van minder wezenlijk belang dan sommige an dere uitkomsten. Terwijl de heer Burbank algemeen erkend wordt als de leider op dit gebied, is hij niet de eenige onderzoeker. Op de verschillende landbouw-proefstaüons worden onder toe zicht van de regeering veel proeven in dezo richting genomen. DE KONING VAN SPANJE ALS MOTORRIJDER. Koning Alfonso heeft' een manie voor motorrijden. Eenigen tijd geleden wist men in Madrid niet waar hij zich bevond, hij was op zijn motor uitgereden, zonder1 iemand te waarschuwen en er was spoor van hem te ontdekken, M©n neerde naar Valladolid, Pampeluna, Sara. gossa, alles vergeefs. Laat op den dagon't ving men bericht van den gouverneur van Navarre, dat de jonge koning over, de P¥ reneeën naar Pau ging, om het beroemde kasteel van Hendrik IV te bezoeken. Spoedig daarna kreeg men verdere tij dingen. De koning was in Pau, in Tardea en nog andere plaatsen. Eindelijk wexd he® een telegram uit Madrid overhandigd Hoef maakte hij nog niet veel haast om'naar huis tex-ug te keeren, 's Avonds om tien uur kwam Alfonso te - Madrid aan, nadat hij een afdeeling cavaJ lerie had ingehaald, die uitgezonden was' om hem vanaf de grens te begeleiden. Ge neraal Martinegui, die toevallig aanwezig was, toen do koninklijke motorwagen den tuin van 'het paleis binnenreed, ging der, koning tegemoet om hem een bood schap over te brengen van zijn moeder' die gevreesd had, dat hjj een ongeluk had gekregen, of dat anarchisten een aansla? op zijn leven hadden gepleegd. Alfonso lachte op zijn gewone jongens achlige manier en zei: „Generaal, mag ik ook een opmerkte maken?" 5 „Natuurlijk, Uwe Majesteit." „Zorg dan in het belang van het rijk dat uw cavaleristen wat vlugger vooruit komen. Zooals het nu is, kunnen zij niet togen motoxrijtuigen op, die toch wc! eens gevuld met infanterie over de Pyreneeën zouden kunnen komen quien sabe?" EEN VOORSPELLING. Een belangrijke gebeurtenis die van de rangschikking van Japan onder de groote mogendheden schijnt voorspeld te zijn geworden in een roman, die in 1863 te Frankfort werd uitgegeven. Een van de!' personen uit dit boek zegt, nadat hij een toespraak heeft gehouden bij het graf van een Duitsch reiziger, die aaix de kust van de Stille Zuidzee in Calefomië was begra ven: „Gelooft mij, mijne heei-eix, ditiseen goede plaats, om te i-usten en te luisteren naar het geluid van naderende voetstap pen. Hoort gij niet hun angstwekkend na- derkomen? Luistert I Zij komen eerst al leen, dan in paren, bij twintigen, duizen den, millioenen 1 Vin zijn zij, die zich mei reuzenschreden hierheen spoeden Het zijn degenen, die op deze plek eenmaal de vlag dor toekomst zullen ontplooien een toe komst, waarin men een ander Engeland, een Engeland aan de Stille Zuidzee zal zien verrijzen in macht en roem. Nu noe men wij dit land Japan, een land, waar voor wij nog staan als voor een duister, onoplosbaar raadsel. Als die tijd is aan gebroken, zullen machtige, nieuwe rolke ren, die schepen van reusachtige afmetin- gen bezitten, tusschen de kusten van Azië en Amerika heen en weer reizen, zooals nu gereisd wordt tusschen Huil en Ham burg, tusschen Dover en Calais. In die eeuw der toekomst zal de macht van handel en beschaving langzaam maar zeker de oude heerschappij van het zwaard en de tiran nie vernietigen, en dan zal het Engeland aan de Stille Zuidzee, zooals het Enge land aan de Noordzee van dezen tijd het 1 nu is, hot land zijn, dat vooraan staat in beschaving en ontwikkeling. EEN PLAAG VAN HET MODERNE LEVEN. Ik woon op de tweede verdieping van een l groot huis in E, en boven, beneden en,» naast mij schijnt iedere bewoner een piano, j harmonium,, viool of gramophoon te be o zitten. Mijn werkkamer rustig denkwerk moet ik er verrichten bevindt zich vlak i onder een vertrek, waarin een kind en een piano dagelijks een zworen strijd voeren. Er is een klein stukje voor kinderen, getiteld: „Er komt een vogel gevlogen".. Hot is een heel aardig stukje, maar voor mij onuitstaanbaar, en het is de oorzaak van den opgewonden toestand, waarin ik mij bevind. AVie zou denken, dat een een voudig pianostukje met'n begeleidend „een, twee, drie", zooveel ellende zou kannen veroorzaken. Maar wat te denken van den -uitvoerder --an dit stuk? Kan het een on schuldig kind zijn Als dit zoo is, wat is het dan weinig kinderlijk in zijn volhar ding hetzelfde stukje drie kwartier lang altijd maar weer opnieuw te suelcn. Dim eens vlug, uit de maat - - dan lang zaam mot beide handen, maar de eens altijd eenige maten na de andere komend,,, hortend en stootend, dan weer van voren af aan, maar altijd„Er kwam een vogel gevlogen." Ik begin onder het werk te zin- gen in de hoop de geluiden van boven j daardoor te doen ophouden. Het helptnietsl f; Als ik een oogenblik stil houd, om adem;» te scheppen, hoor ik, dat de kwelling nog voortduurt. Ik steek mijn vingers in d" ooren, en, o ramp, ik Ixoor de wijs nog. De kerkklok Maat, een, twee, drie, wEri komt een vogel gevlogen." Ik grijp nxijnf hoed en loop wanhopend naar buiten, tg (loef er niet toe waarheen, als ik maar van hier weg ben! De doktor raadt my aan 'voor mijn go- schokte zenuwen een pooc xit de stad te f gaan, in de hoop dat ik in de landelijke stilte mijn werk zal knunen afmaken. He- c laas, op hef land ben ik gekomen, nxaaf de stilte vond ik er niet. Van uit een na*f buiig huisje komen twee deuntjes van een speeldoos tot mij: „Mijn hart, is in 'ti00ti land, mijn hart is niet- hier", en „Blijf b'J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 2